DE KAPITEINSDOCHTER
Tienduizenden zieken laten zich
door onbevoegde leken behandelen
Prof. Tenhaeff over het probleem
van de paranormale „geneeskunst"
VAL DA
PANDA EN DE MEESTER*RIOLIST
PUZZEL NUMMER 18
Tweetraps „Saturnus"
maandag omhoog
Toezicht op Britse
veiligheidsdienst
„Artsen hebben te weinig
tijd voor de patiënten"
ZATERDAG 25 JANUARI 1964
19
Ons vervolgverhaal
nmmmmtii
Een historische roman uit
het tsaristische Rusland
door Alexander Poesjkin
Magiër gevraagd
de fijne Franse keelpastille
ontsmet-verzacht
verfrist
Paranormale speurders
Veel vijandschap
Kort nieuws
Sterkste raket ter wereld
(Vertaald door mr. S. L. de Leeuw)
8)
ik,
„En Maria Iwanowna?" vroeg
„is zij even moedig als u?"
„Of Masja moedig is?" antwoord
de haar moeder.
„Neen, Masja is een bangerd. Zij
kan nog, altijd geen geweerschot ho
ren, ze rilt ervan. En toen Iwan Koez-
mitsj twee jaar geleden had bedacht,
om op mijn verjaardag met ons ka
non te schieten, toen is zij, mijn duif
je, bijna van schrik naar de andere
wereld gegaan. Sinds die tijd schie
ten wij al niet meer met dat ver
vloekte kanon."
Wij stonden van tafel op. De kapi
tein en de kapiteinsvrouw gingen sla
pen; ik ging met Sjwabrin mee, met
wie ik de gehele avond doorbracht
HOOFDSTUK IV
HET DUEL
„Nu je eenmaal wilt, neem maar het
wapen op!
Kijk maar eens, hoe ik je aan mijn
rapier zal rijgen!"
Knjazjnin
Er gingen enige weken voorbij, en
het leven in de vesting Belogorsk
werd voor mij niet alleen draaglijk,
maar zelfs aangenaam. In het huis
van de kommandant werd ik als een
familielid ontvangen. Man en vrouw
waren beiden hoogst achtenswaardi
ge lieden. Iwan Koezmitsj, een solda-
tenkind dat het tot officier gebracht
had, was een een voudig en onont-
fwikkeld, maar volkomen eerlijk en
goed mens. De leiding liet hij, in
overeenstemming met zijn zorgeloze
aard, aan zijn vrouw over. Wasilissa
Jegorewna beschouwde ook de dienst
zaken als haar eigen huishouding, en
zij regeerde de vesting juist zoals zij
het haar woning deed. Maria Iwanow
na verloor al spoedig haar schuchter
heid tegenover mij. Wij leerden el
kaar kennen; ik vond haar een ver
standig en gevoelig meisje. Onge
merkt begon ik mij aan deze goede
familie te hechten, zelfs aan Iwan
Ignatitsj, de eenogige luitenant van
het garnizoen, die volgens de bewe
ringen van Sjwabrin een ongeoor
loofde verhouding zou hebben met
Wasilissa Jegorewna, waarvoor geen
5 schijn of schaduw van waarschijn
lijkheid bestond; maar daarom be
kommerde Sjwabrin zich niet.
Ik werd tot officier bevorderd. De
dienst viel mij niet zwaar. In deze
door de hemel gezegende vesting be
stonden er noch inspecties, noch oefe
ningen, noch wachtposten. De com
mandant onderrichtte soms uit eigen
wil zijn soldaten, maar hij had het
nog niet zover gebracht, dat zij allen
wisten, wat de rechter- en wat de
linkerzijde was. Sjwabrin bezat enige
Franse boeken. Ik begon ze te le
zen, en de neiging tot de literatuur
ontwaakte in mij. 's Morgens las ik,
ik oefende mij in het vertalen en soms
ook in het schrijven van verzen,
's Middags at ik bijna altijd bij de
kommandant, waar ik gewoonlijk de
rest van de dag doorbracht en waar
's avonds vader Gerasiem met zijn
vrouw Akoelina Pamfilowna, de
grootste klappei in de gehele omge
ving, verscheen.
A. I. Sjwabrin zag ik natuurlijk elke
dag, maar van uur tot uur werden zijn
gesprekken mij minder aangenaam.
Zijn eeuwige grappen over het gezin
van de kommandant bevielen mij zeer
weinig, in het bijzonder zijn hatelijk
heden over Maria Iwanowna. Een an
der gezelschap was er in de vesting
niet te vinden, maar ik wenste ook
geen ander.
Ondanks de voorspellingen, kwa
men de Basjkieren niet in beweging.
Rust heerste rondom onze vesting.
Maar de vrede werd onderbroken door
een plotselinge burgertwist. Ik zei al
eens, dat ik mij met literatuur bezig-
hield. Mijn proeven waren voor die
J tijd niet slecht en Alexander Petro-
wits) Soemarokow heeft ze enige -ja-
ren later zeer geprezen. Eens ge
lukte het mij een liedje te schrijven,
waarmee ik tevreden was. Het is be
kend, dat schrijvers soms, terwijl ze
doen alsof zij om raad vragen, een
goedgunstige toehoorder zoeken. Ik
schreef mijn liedje dus over en bracht
het naar Sjwabrin, de enige in de
vesting, die de arbeid van een ver
zenschrijver kon waarderen. Na een
korte inleiding haalde ik mijn noti
tieboekje uit mijn zak en las hem
het volgende versje voor:
Het lief verlangen te ontkomen
Haar te vergeten tracht ik steeds!
Haar beeld heb ik mij zelf ont
nomen
Dié vrijheid, Mósja, heb ik reeds.
Maar de ogen, die mij bonden,
Zie ik altijd voor mij branden.
De ogen, die mijn rust verslonden,
En mijn zoel sloegen in banden.
Maar jij, die kent mijn harde lot,
Jij, Mésja, toon je medelijden.
Maak mij geen mikpunt van je spot,
Ik kan me niet van jou bevrijden.
„Hoe vind je het?" vroeg ik Sjwa
brin, in de verwachting van de lof,
die mij voorzeker toekwam. Maar
tot mijn grote spijt zei Sjwabrin, die
gewoonlijk een toegeeflijk beoorde
laar was, zonder omwegen, dat mijn
lied niet deugde.
„Waarom?" vroeg ik hem, mijn
spijt verbergend. Hij antwoordde:
„Omdat zulke verzen mijn leermees
ter, Wasilij Kirillitsj Tredjakofski
waardig zijn; zij doen mij sterk aan
zijn liefdes-coupletjes denken."
Hierop greep hij naar mijn notitie
boekje en begon elk vers en elk woord
ongenadig te kritiseren, waarbij hij
mij op de hatelijkste wijze bespot
te. Ik verloor mijn geduld, rukte het
notitieboekje uit zijn handen en zeide,
dat ik hem nooit weer mijn gedich
ten zou laten zien. Sjwabrin lachte
ook om deze bedreiging. „We zul
len eens kijken," zei hij, „of je woord
zult houden: verzenschrijvers heb
ben een toehoorder nodig, zoals Iwan
Koezmitsj voor het eten een karaf je
wodka nodig heeft. En wie is die Mas
ja, aan wie je je harteleed en liefde
pijn klaagt? Is het niet Maria Iwa
nowna?"
„Dat is jouw zaak niet," zei ik
boos, „wie of die Masja is. Ik vraag
je niet naar je mening of naar je ver
moedens."
„Ha, ha! De zelfingenomen verzen
maker en de zwijgzame minnaar!"
ging Sjwabrin voort, mij telkens meer
te prikkelen. „Maar luister naar een
vriendenraad: als je succes wilt heb
ben, dan raad ik je aan, niet met
liedjes te werk te gaan."
„Wat betekent dat, mijnheer? Wees
zo goed, u nader te verklaren."
„Met genoegen. Dat betekent: wan
neer je wilt, dat Masja Mironowa
je bij het vallen van de avond be
zoekt, geef haar dan een paar oor
ringen in plaats van liefdesliedjes."
Mijn bloed kookte. „En waarom
denk je zo over haar?" vroeg ik,
mijn verontwaardiging met moeite be
dwingend. Hij antwoordde met helse
spot: „Omdat ik uit ervaring haar
zeden en gewoonten ken."
„Je liegt, schoft!" riep ik woedend
uit, „het is een schaamteloze leugen!"
Sjwabrins gezicht vertrok. „Dat
gaat zo maar niet!" zei hij mijn
arm grijpend. „U zult mij satisface
geven!"
„Alsjeblieft; zodra je wilt!" ant
woordde ik verheugd. Op dat ogen
blik had ik hem kunnen verscheuren.
Ik ging dadelijk naar Iwan Igna
titsj en vond hem met de stopnaald
in de hand; in opdracht van de ka
piteinsvrouw hechtte hij paddestoelen
aan een draad, om ze voor de win
ter te laten drogen. „Ha, Peter An-
dreïtsj!" zei hij, mij ziende. „Wel
kom! Wat brengt u hierheen? Wat is
de zaak, als ik vragen mag?"
(Wordt vervolgd)
Een (volgens velen verouderde) wet van 1865 verbiedt aan een ieder die
geen arts is, de geneeskunst uit te oefenen. Toch wordt deze wet dagelijks door
duizenden overtreden: door zogenaamde paranormaal begaafden, magnetiseurs,
genezers en strijkers.
Het aantal processenverbaal dat tegen deze groep wordt opgemaakt is npar
verhouding gering, evenals de boetes die worden opgelegd wanneer een genezer
zich voor de rechter heeft te verantwoorden.
Zowel het aantal genezers als zij die zich onder behandeling van deze onrecht
matig praktiserenden stellen, is na de oorlog ontstellend toegenomen. Prof.
H- C. Tenhaeff, hoogleraar in de parapsychologie en directeur van het Para
psychologisch Instituut in Utrecht, vindt dat die grote trek naar de wachtkamers
van de genezers voor een belangrijk deel zijn oorzaak heeft in het feit dat vele
genezers, „betere suggestie-therapeuten zijn dan de artsen".
„DE HUISARTS," aldus prof. Tenhaeff
die zaterdag 70 jaar geworden is, „heeft
ingeboet aan vaderlijk en magisch pres
tige. De arts van 1964 is niet meer de
patriarchale figuur, waartegen de goege
meente met veel ontzag opkijkt. Hij heeft
het aureool van de alles-kunnende en al-
les-wetende magiër verloren. Hij heeft zo
veel gestudeerd dat hij gaat twijfelen om
dat hij uit verschillende boeken verschil
lende diagnoses kan afleiden. Hij is de
man met overvolle wachtkamers, die veel
al slechts enkele minuten voor een pa
tiënt, en helemaal geen tijd meer beschik
baar heeft voor het bijhouden van zijn
vaklitteratuur, hetgeen ook weer leidt tot
een vermindering van zijn zelfvertrouwen.
DE PATIëNT wil in de eerste plaats
tegenover zich zien een zelfverzekerde
medicijnman," een magiër aan wiens wil
en kennis hij zich bij voorbaat onderwerpt.
De patiënt wil ook een man ontmoeten
aan wie hij zijn zorgen kan voorleggen en
die naar zijn problemen luistert Dat treft
de patiënt bij de genezer, die niet alleen
zijn paranormale begaafdheid gebruikt
voor het vaststellen van de diagnose, maar
ook een sterk psychisch contact heeft met
de patiënt.
Een door het parapsychologisch insti
tuut ingesteld onderzoek onder 180 patiën
ten van een genezer in een grote stad in
ons land, heeft uitgewezen, dat slechts drie
van hen niet eerst door een arts waren
behandeld.
Meestal, zo bleek uit dit onderzoek, gin
gen deze patiënten ervan uit, dat zij ge
rust naar een genezer konden gaan, daar
bij het standpunt huldigende: „Baat het
niet, het schaadt ook niet."
PROF. TENHAEFF distantieert zich na
drukkelijk van de praktijken van deze ge
nezers. Hij acht deze eveneens in strijd
met de wettelijke bepalingen, maar toont
zijn interesse louter uit wetenschappelij
ke overwegingen. „Het is niet te ontken
nen," aldus prof. Tenhaeff, „dat velen pa
ranormaal begaafd zijn. Elk mens heeft
dat van nature, maar niet allen in gelijke
mate en bij een ieder is deze begaafdheid
niet altijd ontwikkeld".
Overigens noemde hij het probleem van
de paranormalen niet een specifiek-Neder-
lands vraagstuk. Zo zijn er in Frankrijk
meer genezers dan artsen. Op internatio
naal niveau wordt dan ook nagegaan in
hoever men maatregelen kan treffen om
thans onoirbare praktijken langs wettige
weg te leiden. In Nederland is daartoe
een stichting in het leven geroepen waarin
parapsychologie door zijn contact met
mensen die paranormaal begaafd waren.
Als autodidact heeft hij zich toen bezig
gehouden met de psychologie, psychiatrie
en filosofie. Tenhaeff ging in 1925 psycho
logie studeren bij prof. F. Roels. Er wa
ren toen maar zeven Nederlanders die de
ze tak van wetenschap beoefenden, onder
wie prof. dr. J. de Quay en de Nijmeegse
hoogleraar dr. F. J. Th. Rutten. Na zijn
kandidaatsexamen werd Tenhaeff assis
tent bij prof. Roels. Hij promoveerde in
1933 en werd in datzelfde jaar benoemd
tot privaat-docent in de parapsychologie
aan de rijksuniversiteit in Utrecht. In
1942 werd hij ontslagen op last van Seyss
Inquart wegens illegaal werk. In 1945 her
vatte hij zijn werkzaamheden en kreeg in
1951 een leeropdracht voor de parapsycho
logie.
In 1953 werd hij bijzonder hoogleraar
in de parapsychologie en tevens schepper
en directeur van het parapsychologisch
instituut te Utrecht, dat onder zijn lei-
COP. MARTEN TOO NO se
75. Het was een heel sterke slaappil, die Joris Goed-
bloed aan Panda had toegediend, maar hij was toch
niet opgewassen tegen een ijzige onderdompeling. Op
het ogenblik dat hij het water raakte was Panda weer
klaar-wakker, en hij zagonmiddellijk in dat niet alles
was zoals het zijn moest. „Laat me los! Laat me er
uit! Laat me gaan!" riep hij, terwijl hij wild begon te
spartelen. Dit was niet naar de zin van de geheim
agenten. „Drinsk! Drinsk!" riep Slinkovitch, en Binko-
vitch riep: „Koestnoi! Koestnoi!" en zo sprekend druk
ten beide spionnen stevig op Panda's opstandige sche
del. Zij waren natuurlijk veel sterker dan hun slacht
offer, maar juist die omstandigheid werd hun nood
lottig. Men kan met zo'n teil niet maar alles doen;
tengevolge van de krachtige druk die op de rand werd
uitgeoefend, kiepte het ding om, daarbij Panda onver-,
wacht vrij baan gevend tussen de ernstig bezeerde
benen van zijn belagers door. „Auwsk! Auwsk! Pijns-
kaja!" riepen deze als uit één mond, terwijl zij door
lichaamsbeweging en liefkozingen hun akelige gevoe
lens probeerden te verzachten; maar Panda had hele
maal geen medelijden met hen. Hij was nu weer klaar
wakker en wist dat hem twee dingen te doen stonden;
vluchten voor de geheim-agenten, en zo snel mogelijk
naar het Ministerie van Nationale Geheimen gaan.
medici, juristen en Kamerleden zich heb
ben verenigd.
Het parapsychologisch instituut in
Utrecht leidt nu al ruim tien jaar vele
wetenschappelijke onderzoekingen, die tot
in Rusland en Amerika aandacht kregen.
Met name houdt men zich bezig met het
onderzoek naar de persoonlijkheidsstruc
tuur van de paragnosten en het vaststel
len van de verschijnselen die zich voor
doen bij paranormaal begaafden. De zo
genaamd bonafide genezers worden onder
worpen aan verschillende tests, terwijl zij
ook diepte-psychologisch worden benaderd.
Prof. Tenhaeff meent, dat een para
gnost ongetwijfeld van waarde kan zijn bij
een politioneel onderzoek. Talrijk zijn de
gevallen die later op nauwkeurigheid on
derzocht werden, waarbij een paragnost
de politie assisteerde bij het opsporen van
vermiste of verongelukte personen.
De gereserveerdheid van politiezijde
wijkt langzamerhand voor de overtuigen
de bewijzen die onder meer in het Tijd
schrift voor Parapsychologie worden be
schreven. Ook in de medische wereld
komt meer begrip voor de paranormaal
begaafden.
„Men begint meer naar mij te luiste
ren," aldus prof. Tenhaeff, die het naar
zijn eigen zeggen in de afgelopen tien ja
ren niet gemakkelijk heeft gehad. „Was
ik een geoloog geweest, dan zou ik on
gehinderd mijn wetenschappelijk werk
hebben kunnen vellichten. Naast veel lof
die ik ontvang, sta ik toch ook nog bloot
aan kritiek en er is zelfs sprake van een
vijandige houding van bepaalde groeperin
gen." De 70-jarige hoogleraar meent dat
een gezamenlijk onderzoek naar de para
normalen meer dan wenselijk is, de mede
werking van artsen hierbij is onontbeer
lijk. „De oplossing van dit probleem krijgt
men niet door, zoals de Vereniging tot
bestrijding van de kwakzalverij doet, te
schelden in blaadjes en circulaires. Het
zijn boute beweringen, waaraan geen on
derzoek ten grondslag ligt," aldus de hoog
leraar.
Prof. W. H. C. Tenhaeff werd op 18 ja
nuari 1894 in Rotterdam geboren. Na de
middelbare school trad hij in dienst bij
zijn vader, die reder was. Op de hbs
toonde hij al een grote interesse voor de
Op de grens. Op het moment dat hij
de Nederlands-Belgische grens wilde over
steken is een 20-jarige jongeman uit Eind
hoven gearresteerd, die gezocht werd om
dat hij ervan verdacht wordt, diverse fa
brikanten voor totaal 35.000 te hebben
opgelicht.
Eerste ter wereld. In Naarden wordt
over enkele maanden de eerste kliniek ter
wereld voor lijders aan de „bloedersziekte"
geopend. Er zijn ongeveer duizend patiën
ten in ons land.
ding in de afgelopen tien jaar baanbre
kend werk heeft gedaan op het gebied van
het onderzoek van paranormaal begaaf
den. De resultaten daarvan heeft prof.
Tenhaeff neergelegd in een groot aantal
publikaties in de vak- en in de lekenlit-
teratuur, geschriften die naast veel mis
kenning toch ook en met name in we
tenschappelijke kringen in het buitenland
grote waardering oogstten.
Prof. Tenhaeff zal in september van dit
jaar met emeritaat gaan. De formele er
kenning van zijn wetenschappelijke ar
beid in easu een benoeming tot ge
woon hoogleraar is hem (ondanks an
dersluidende berichten in een landelijk
dagblad) onthouden. Misschien dat die er
kenning zijn opvolger geworden zal...
KAAP KENNEDY (AP). - Als alles
goed gaat zullen de Verenigde Staten
maandag de krachtigste raket ter wereld
lanceren: een verbeterde Saturnus I die
dan zijn eerste proefvlucht als tweetraps
raket zal maken.
Het is de bedoeling dat de Saturnus I
een satelliet omhoog brengt met een ge
wicht van 17.100 kg. De zwaarste Ameri
kaanse satelliet tot nu toe woog 4.627 kg.
De grootste Russische satellieten, de
Spoetniks VII en VIII, wogen beide
6.483 kg.
De Nationale dienst voor lucht- en ruim
tevaart (NASA) heeft bijzonderheden ont
huld van de Saturnus I die al sedert au
gustus 1963 op het lanceerplatform staat.
De controlewerkzaamheden hebben maan
den geduurd en zijn weken achter op het
oorspronkelijke schema.
De raket is 50 meter hoog en weegt met
brandstof mee 510.000 kg. De eerste trap
heeft een doorsnee van 6,55 meter en is
uitgerust met acht motoren die een hef
vermogen van 680.000 kg. hebben. Hier
mee zal de raket buiten de dampkring
worden getild.
Op een hoogte van 75 km. komt de sleu
tel tot het gigantische vermogen van de
Saturnus I in bedrijf: een tweede trap
met zes motoren die op vloeibare water
stof werken. Het stuwend vermogen hier
van is 40.800 kg. Waterstof heeft 40 pet,
meer stuwkracht dan de kerosine van de
eerste trap. Vooral in het luchtledige van
de ruimte is het vermogen hiervan enorm.
Maandag zal voor de eerste maal de
tweede trap worden ontstoken. Er zijn
reeds vier vluchten geweest met alleen de
eerste trap van de Saturnus I.
Deskundigen schatten het hefvermogen
van de grootste Russische raketten op
450.000 550.000 kg. Of zij ook met vloei
bare waterstof werken, is niet bekend.
De te lanceren raketkop is voornamelijk
gevuld met ballast en heeft verder geen
wetenschappelijke betekenis.
LONDEN (AP) De Britse premier sir
Douglas Home heeft een permanente vei
ligheidscommissie van drie leden benoemd
die als taak zal hebben zwakke plekken
in het Britse veiligheidssysteem op te spo
ren.
Commissieleden zijn een rechter, een ad
miraal en een ambtenaar, die een belang
rijk aandeel heeft gehad in het uitpluizen
van het Christine Keeler-schandaal.
De premier verklaarde in het Lagerhuis,
dat de commissie opdracht zal krijgen een
onderzoek in te stellen, wanneer een lek
in de veiligheid wordt gemeld. Zij zal de
bevoegdheid krijgen om getuigen te dag
vaarden.
Over de samenstelling van de commis
sie werd overeenstemming bereikt tussen
premier Douglas Home en Harold Wilson,
de leider van de oppositie.
VEZENO ZAANDAM WESTZIJDE 212 - TEL. 6 3441
Horizontaal: l.oom
van de aartsvader
Jacob, 5. oorlogsha
ven in Bretagne, 10.
muiter, 12. laan (Fr.),
14. door twee deel
baar, 15. hogepries
ter te Silo, 17. bood
schapper, 18. aange
zicht, 20. gem. in
Friesland, 22. voeg
woord, 23. reeks van
snel opeenvolgende
tonen op één letter
greep, 25. railroad
(afk.), 26. lidwoord,
27. Europeaan, 28.
rijksgrens (afk.) 30.
gem. in N.-Brab„ 32.
zoon van Jacob, 34.
bijwoord, 35. voor
zetsel, 36. bijwoord,
37. vlinderachtig in-
sektje, 38. zuivelpro-
dukt, 41. foefje (Ind.),
44. voorzetsel, 45. lo
pend touw tot het in
korten der zeilen, 47.
maanstand, 49. voor
zetsel, 51. eertijds, 54.
voornaamw., 55. ges
te, 57. gem. in Limb.,
59. gewoonterecht
(Ind.), 60. muziek
noot, 62. gekheid, 63.
hoog bouwwerk, 65.
godinnen van kunsten
66. omstreeks (Lat.), 67
van een hert.
en wetenschappen,
de getakte horens
Verticaal: 1. drukte, 2. bijb. figuur, 3.
heilige stad in Voor-Indië, 4. telwoord, 6.
oude Egyptische zonnegod, 7. bergketen in
het N. van Perzië a. d. Kaspische Zee, 8.
kasteel, 9. niet bestand tegen een ruwe be
handeling, 10. voorschrift, 11. oude lengte
maat, 13. oude vr. datief van een, 15. koker
16. zijtak Donau, 19. jaar (afk. Lat.), 21.
adellijke titel in Engeland (afk.), 24. on
derricht, 26. schermwapen, 29. behaaglijke
rust en kalmte, 30. schuit der Noordzee
vissers, 31. niet harde slag, 32. vogel, 33.
cilindervormig voorwerp, 39. grondlegger
v. d. leer der gelaatkunde, 40. flauw, 42.
madeliefje (Z.N.), 43. lekkernij, 45. vink-
achtige vogel, 46. plaats aan de Moezel bij
Trier, 48. Europeanen, 50. wijnsoort, 52.
oude Egyptische zonnegod, 53. voedsel, 54.
dril, 56. plaats in Z.-Italië, 58. aanwijzend
voornaamwoord, 61. nevenschikkend voeg
woord, 64. nostro conto (afk.), 65. voor
naamwoord.
Oplossingen, uitsluitend per briefkaart,
dienen voor donderdag a.s. in ons bezit te
zijn.
OPLOSSING PUZZEL NO. 17:
1. Siwa, 2. idem, 3. wede, 4. Amer, 5.
donk., 6. olie, 7. Niee, 8. keer, 9. vest, 10.
ever, 11. sela, 12. tram, 13. nipa, 14. Irak,
15. para, 16. akal, 17. ifte, 18. fier, 19. tent,
20. erts.
PRIJSWINNAARS PUZZEL NO. 17:
ƒ7,50: J. Paap, Jan Steenstraat 7, Zand-
voort. 5,A. Vogelsang, Barbarossa-
straat 19, Haarlem, 2,50: J. Koedijk, Lom
bokstraat 18, Haarlem.