DE KAPITEINSDOCHTER Tienduizenden zieken laten zich door onbevoegde leken behandelen Prof. Tenhaeff over het probleem van de paranormale „geneeskunst" VAL DA PANDA EN DE MEESTER*RIOLIST PUZZEL NUMMER 18 Tweetraps „Saturnus" maandag omhoog Toezicht op Britse veiligheidsdienst „Artsen hebben te weinig tijd voor de patiënten" ZATERDAG 25 JANUARI 1964 19 Ons vervolgverhaal nmmmmtii Een historische roman uit het tsaristische Rusland door Alexander Poesjkin Magiër gevraagd de fijne Franse keelpastille ontsmet-verzacht verfrist Paranormale speurders Veel vijandschap Kort nieuws Sterkste raket ter wereld (Vertaald door mr. S. L. de Leeuw) 8) ik, „En Maria Iwanowna?" vroeg „is zij even moedig als u?" „Of Masja moedig is?" antwoord de haar moeder. „Neen, Masja is een bangerd. Zij kan nog, altijd geen geweerschot ho ren, ze rilt ervan. En toen Iwan Koez- mitsj twee jaar geleden had bedacht, om op mijn verjaardag met ons ka non te schieten, toen is zij, mijn duif je, bijna van schrik naar de andere wereld gegaan. Sinds die tijd schie ten wij al niet meer met dat ver vloekte kanon." Wij stonden van tafel op. De kapi tein en de kapiteinsvrouw gingen sla pen; ik ging met Sjwabrin mee, met wie ik de gehele avond doorbracht HOOFDSTUK IV HET DUEL „Nu je eenmaal wilt, neem maar het wapen op! Kijk maar eens, hoe ik je aan mijn rapier zal rijgen!" Knjazjnin Er gingen enige weken voorbij, en het leven in de vesting Belogorsk werd voor mij niet alleen draaglijk, maar zelfs aangenaam. In het huis van de kommandant werd ik als een familielid ontvangen. Man en vrouw waren beiden hoogst achtenswaardi ge lieden. Iwan Koezmitsj, een solda- tenkind dat het tot officier gebracht had, was een een voudig en onont- fwikkeld, maar volkomen eerlijk en goed mens. De leiding liet hij, in overeenstemming met zijn zorgeloze aard, aan zijn vrouw over. Wasilissa Jegorewna beschouwde ook de dienst zaken als haar eigen huishouding, en zij regeerde de vesting juist zoals zij het haar woning deed. Maria Iwanow na verloor al spoedig haar schuchter heid tegenover mij. Wij leerden el kaar kennen; ik vond haar een ver standig en gevoelig meisje. Onge merkt begon ik mij aan deze goede familie te hechten, zelfs aan Iwan Ignatitsj, de eenogige luitenant van het garnizoen, die volgens de bewe ringen van Sjwabrin een ongeoor loofde verhouding zou hebben met Wasilissa Jegorewna, waarvoor geen 5 schijn of schaduw van waarschijn lijkheid bestond; maar daarom be kommerde Sjwabrin zich niet. Ik werd tot officier bevorderd. De dienst viel mij niet zwaar. In deze door de hemel gezegende vesting be stonden er noch inspecties, noch oefe ningen, noch wachtposten. De com mandant onderrichtte soms uit eigen wil zijn soldaten, maar hij had het nog niet zover gebracht, dat zij allen wisten, wat de rechter- en wat de linkerzijde was. Sjwabrin bezat enige Franse boeken. Ik begon ze te le zen, en de neiging tot de literatuur ontwaakte in mij. 's Morgens las ik, ik oefende mij in het vertalen en soms ook in het schrijven van verzen, 's Middags at ik bijna altijd bij de kommandant, waar ik gewoonlijk de rest van de dag doorbracht en waar 's avonds vader Gerasiem met zijn vrouw Akoelina Pamfilowna, de grootste klappei in de gehele omge ving, verscheen. A. I. Sjwabrin zag ik natuurlijk elke dag, maar van uur tot uur werden zijn gesprekken mij minder aangenaam. Zijn eeuwige grappen over het gezin van de kommandant bevielen mij zeer weinig, in het bijzonder zijn hatelijk heden over Maria Iwanowna. Een an der gezelschap was er in de vesting niet te vinden, maar ik wenste ook geen ander. Ondanks de voorspellingen, kwa men de Basjkieren niet in beweging. Rust heerste rondom onze vesting. Maar de vrede werd onderbroken door een plotselinge burgertwist. Ik zei al eens, dat ik mij met literatuur bezig- hield. Mijn proeven waren voor die J tijd niet slecht en Alexander Petro- wits) Soemarokow heeft ze enige -ja- ren later zeer geprezen. Eens ge lukte het mij een liedje te schrijven, waarmee ik tevreden was. Het is be kend, dat schrijvers soms, terwijl ze doen alsof zij om raad vragen, een goedgunstige toehoorder zoeken. Ik schreef mijn liedje dus over en bracht het naar Sjwabrin, de enige in de vesting, die de arbeid van een ver zenschrijver kon waarderen. Na een korte inleiding haalde ik mijn noti tieboekje uit mijn zak en las hem het volgende versje voor: Het lief verlangen te ontkomen Haar te vergeten tracht ik steeds! Haar beeld heb ik mij zelf ont nomen Dié vrijheid, Mósja, heb ik reeds. Maar de ogen, die mij bonden, Zie ik altijd voor mij branden. De ogen, die mijn rust verslonden, En mijn zoel sloegen in banden. Maar jij, die kent mijn harde lot, Jij, Mésja, toon je medelijden. Maak mij geen mikpunt van je spot, Ik kan me niet van jou bevrijden. „Hoe vind je het?" vroeg ik Sjwa brin, in de verwachting van de lof, die mij voorzeker toekwam. Maar tot mijn grote spijt zei Sjwabrin, die gewoonlijk een toegeeflijk beoorde laar was, zonder omwegen, dat mijn lied niet deugde. „Waarom?" vroeg ik hem, mijn spijt verbergend. Hij antwoordde: „Omdat zulke verzen mijn leermees ter, Wasilij Kirillitsj Tredjakofski waardig zijn; zij doen mij sterk aan zijn liefdes-coupletjes denken." Hierop greep hij naar mijn notitie boekje en begon elk vers en elk woord ongenadig te kritiseren, waarbij hij mij op de hatelijkste wijze bespot te. Ik verloor mijn geduld, rukte het notitieboekje uit zijn handen en zeide, dat ik hem nooit weer mijn gedich ten zou laten zien. Sjwabrin lachte ook om deze bedreiging. „We zul len eens kijken," zei hij, „of je woord zult houden: verzenschrijvers heb ben een toehoorder nodig, zoals Iwan Koezmitsj voor het eten een karaf je wodka nodig heeft. En wie is die Mas ja, aan wie je je harteleed en liefde pijn klaagt? Is het niet Maria Iwa nowna?" „Dat is jouw zaak niet," zei ik boos, „wie of die Masja is. Ik vraag je niet naar je mening of naar je ver moedens." „Ha, ha! De zelfingenomen verzen maker en de zwijgzame minnaar!" ging Sjwabrin voort, mij telkens meer te prikkelen. „Maar luister naar een vriendenraad: als je succes wilt heb ben, dan raad ik je aan, niet met liedjes te werk te gaan." „Wat betekent dat, mijnheer? Wees zo goed, u nader te verklaren." „Met genoegen. Dat betekent: wan neer je wilt, dat Masja Mironowa je bij het vallen van de avond be zoekt, geef haar dan een paar oor ringen in plaats van liefdesliedjes." Mijn bloed kookte. „En waarom denk je zo over haar?" vroeg ik, mijn verontwaardiging met moeite be dwingend. Hij antwoordde met helse spot: „Omdat ik uit ervaring haar zeden en gewoonten ken." „Je liegt, schoft!" riep ik woedend uit, „het is een schaamteloze leugen!" Sjwabrins gezicht vertrok. „Dat gaat zo maar niet!" zei hij mijn arm grijpend. „U zult mij satisface geven!" „Alsjeblieft; zodra je wilt!" ant woordde ik verheugd. Op dat ogen blik had ik hem kunnen verscheuren. Ik ging dadelijk naar Iwan Igna titsj en vond hem met de stopnaald in de hand; in opdracht van de ka piteinsvrouw hechtte hij paddestoelen aan een draad, om ze voor de win ter te laten drogen. „Ha, Peter An- dreïtsj!" zei hij, mij ziende. „Wel kom! Wat brengt u hierheen? Wat is de zaak, als ik vragen mag?" (Wordt vervolgd) Een (volgens velen verouderde) wet van 1865 verbiedt aan een ieder die geen arts is, de geneeskunst uit te oefenen. Toch wordt deze wet dagelijks door duizenden overtreden: door zogenaamde paranormaal begaafden, magnetiseurs, genezers en strijkers. Het aantal processenverbaal dat tegen deze groep wordt opgemaakt is npar verhouding gering, evenals de boetes die worden opgelegd wanneer een genezer zich voor de rechter heeft te verantwoorden. Zowel het aantal genezers als zij die zich onder behandeling van deze onrecht matig praktiserenden stellen, is na de oorlog ontstellend toegenomen. Prof. H- C. Tenhaeff, hoogleraar in de parapsychologie en directeur van het Para psychologisch Instituut in Utrecht, vindt dat die grote trek naar de wachtkamers van de genezers voor een belangrijk deel zijn oorzaak heeft in het feit dat vele genezers, „betere suggestie-therapeuten zijn dan de artsen". „DE HUISARTS," aldus prof. Tenhaeff die zaterdag 70 jaar geworden is, „heeft ingeboet aan vaderlijk en magisch pres tige. De arts van 1964 is niet meer de patriarchale figuur, waartegen de goege meente met veel ontzag opkijkt. Hij heeft het aureool van de alles-kunnende en al- les-wetende magiër verloren. Hij heeft zo veel gestudeerd dat hij gaat twijfelen om dat hij uit verschillende boeken verschil lende diagnoses kan afleiden. Hij is de man met overvolle wachtkamers, die veel al slechts enkele minuten voor een pa tiënt, en helemaal geen tijd meer beschik baar heeft voor het bijhouden van zijn vaklitteratuur, hetgeen ook weer leidt tot een vermindering van zijn zelfvertrouwen. DE PATIëNT wil in de eerste plaats tegenover zich zien een zelfverzekerde medicijnman," een magiër aan wiens wil en kennis hij zich bij voorbaat onderwerpt. De patiënt wil ook een man ontmoeten aan wie hij zijn zorgen kan voorleggen en die naar zijn problemen luistert Dat treft de patiënt bij de genezer, die niet alleen zijn paranormale begaafdheid gebruikt voor het vaststellen van de diagnose, maar ook een sterk psychisch contact heeft met de patiënt. Een door het parapsychologisch insti tuut ingesteld onderzoek onder 180 patiën ten van een genezer in een grote stad in ons land, heeft uitgewezen, dat slechts drie van hen niet eerst door een arts waren behandeld. Meestal, zo bleek uit dit onderzoek, gin gen deze patiënten ervan uit, dat zij ge rust naar een genezer konden gaan, daar bij het standpunt huldigende: „Baat het niet, het schaadt ook niet." PROF. TENHAEFF distantieert zich na drukkelijk van de praktijken van deze ge nezers. Hij acht deze eveneens in strijd met de wettelijke bepalingen, maar toont zijn interesse louter uit wetenschappelij ke overwegingen. „Het is niet te ontken nen," aldus prof. Tenhaeff, „dat velen pa ranormaal begaafd zijn. Elk mens heeft dat van nature, maar niet allen in gelijke mate en bij een ieder is deze begaafdheid niet altijd ontwikkeld". Overigens noemde hij het probleem van de paranormalen niet een specifiek-Neder- lands vraagstuk. Zo zijn er in Frankrijk meer genezers dan artsen. Op internatio naal niveau wordt dan ook nagegaan in hoever men maatregelen kan treffen om thans onoirbare praktijken langs wettige weg te leiden. In Nederland is daartoe een stichting in het leven geroepen waarin parapsychologie door zijn contact met mensen die paranormaal begaafd waren. Als autodidact heeft hij zich toen bezig gehouden met de psychologie, psychiatrie en filosofie. Tenhaeff ging in 1925 psycho logie studeren bij prof. F. Roels. Er wa ren toen maar zeven Nederlanders die de ze tak van wetenschap beoefenden, onder wie prof. dr. J. de Quay en de Nijmeegse hoogleraar dr. F. J. Th. Rutten. Na zijn kandidaatsexamen werd Tenhaeff assis tent bij prof. Roels. Hij promoveerde in 1933 en werd in datzelfde jaar benoemd tot privaat-docent in de parapsychologie aan de rijksuniversiteit in Utrecht. In 1942 werd hij ontslagen op last van Seyss Inquart wegens illegaal werk. In 1945 her vatte hij zijn werkzaamheden en kreeg in 1951 een leeropdracht voor de parapsycho logie. In 1953 werd hij bijzonder hoogleraar in de parapsychologie en tevens schepper en directeur van het parapsychologisch instituut te Utrecht, dat onder zijn lei- COP. MARTEN TOO NO se 75. Het was een heel sterke slaappil, die Joris Goed- bloed aan Panda had toegediend, maar hij was toch niet opgewassen tegen een ijzige onderdompeling. Op het ogenblik dat hij het water raakte was Panda weer klaar-wakker, en hij zagonmiddellijk in dat niet alles was zoals het zijn moest. „Laat me los! Laat me er uit! Laat me gaan!" riep hij, terwijl hij wild begon te spartelen. Dit was niet naar de zin van de geheim agenten. „Drinsk! Drinsk!" riep Slinkovitch, en Binko- vitch riep: „Koestnoi! Koestnoi!" en zo sprekend druk ten beide spionnen stevig op Panda's opstandige sche del. Zij waren natuurlijk veel sterker dan hun slacht offer, maar juist die omstandigheid werd hun nood lottig. Men kan met zo'n teil niet maar alles doen; tengevolge van de krachtige druk die op de rand werd uitgeoefend, kiepte het ding om, daarbij Panda onver-, wacht vrij baan gevend tussen de ernstig bezeerde benen van zijn belagers door. „Auwsk! Auwsk! Pijns- kaja!" riepen deze als uit één mond, terwijl zij door lichaamsbeweging en liefkozingen hun akelige gevoe lens probeerden te verzachten; maar Panda had hele maal geen medelijden met hen. Hij was nu weer klaar wakker en wist dat hem twee dingen te doen stonden; vluchten voor de geheim-agenten, en zo snel mogelijk naar het Ministerie van Nationale Geheimen gaan. medici, juristen en Kamerleden zich heb ben verenigd. Het parapsychologisch instituut in Utrecht leidt nu al ruim tien jaar vele wetenschappelijke onderzoekingen, die tot in Rusland en Amerika aandacht kregen. Met name houdt men zich bezig met het onderzoek naar de persoonlijkheidsstruc tuur van de paragnosten en het vaststel len van de verschijnselen die zich voor doen bij paranormaal begaafden. De zo genaamd bonafide genezers worden onder worpen aan verschillende tests, terwijl zij ook diepte-psychologisch worden benaderd. Prof. Tenhaeff meent, dat een para gnost ongetwijfeld van waarde kan zijn bij een politioneel onderzoek. Talrijk zijn de gevallen die later op nauwkeurigheid on derzocht werden, waarbij een paragnost de politie assisteerde bij het opsporen van vermiste of verongelukte personen. De gereserveerdheid van politiezijde wijkt langzamerhand voor de overtuigen de bewijzen die onder meer in het Tijd schrift voor Parapsychologie worden be schreven. Ook in de medische wereld komt meer begrip voor de paranormaal begaafden. „Men begint meer naar mij te luiste ren," aldus prof. Tenhaeff, die het naar zijn eigen zeggen in de afgelopen tien ja ren niet gemakkelijk heeft gehad. „Was ik een geoloog geweest, dan zou ik on gehinderd mijn wetenschappelijk werk hebben kunnen vellichten. Naast veel lof die ik ontvang, sta ik toch ook nog bloot aan kritiek en er is zelfs sprake van een vijandige houding van bepaalde groeperin gen." De 70-jarige hoogleraar meent dat een gezamenlijk onderzoek naar de para normalen meer dan wenselijk is, de mede werking van artsen hierbij is onontbeer lijk. „De oplossing van dit probleem krijgt men niet door, zoals de Vereniging tot bestrijding van de kwakzalverij doet, te schelden in blaadjes en circulaires. Het zijn boute beweringen, waaraan geen on derzoek ten grondslag ligt," aldus de hoog leraar. Prof. W. H. C. Tenhaeff werd op 18 ja nuari 1894 in Rotterdam geboren. Na de middelbare school trad hij in dienst bij zijn vader, die reder was. Op de hbs toonde hij al een grote interesse voor de Op de grens. Op het moment dat hij de Nederlands-Belgische grens wilde over steken is een 20-jarige jongeman uit Eind hoven gearresteerd, die gezocht werd om dat hij ervan verdacht wordt, diverse fa brikanten voor totaal 35.000 te hebben opgelicht. Eerste ter wereld. In Naarden wordt over enkele maanden de eerste kliniek ter wereld voor lijders aan de „bloedersziekte" geopend. Er zijn ongeveer duizend patiën ten in ons land. ding in de afgelopen tien jaar baanbre kend werk heeft gedaan op het gebied van het onderzoek van paranormaal begaaf den. De resultaten daarvan heeft prof. Tenhaeff neergelegd in een groot aantal publikaties in de vak- en in de lekenlit- teratuur, geschriften die naast veel mis kenning toch ook en met name in we tenschappelijke kringen in het buitenland grote waardering oogstten. Prof. Tenhaeff zal in september van dit jaar met emeritaat gaan. De formele er kenning van zijn wetenschappelijke ar beid in easu een benoeming tot ge woon hoogleraar is hem (ondanks an dersluidende berichten in een landelijk dagblad) onthouden. Misschien dat die er kenning zijn opvolger geworden zal... KAAP KENNEDY (AP). - Als alles goed gaat zullen de Verenigde Staten maandag de krachtigste raket ter wereld lanceren: een verbeterde Saturnus I die dan zijn eerste proefvlucht als tweetraps raket zal maken. Het is de bedoeling dat de Saturnus I een satelliet omhoog brengt met een ge wicht van 17.100 kg. De zwaarste Ameri kaanse satelliet tot nu toe woog 4.627 kg. De grootste Russische satellieten, de Spoetniks VII en VIII, wogen beide 6.483 kg. De Nationale dienst voor lucht- en ruim tevaart (NASA) heeft bijzonderheden ont huld van de Saturnus I die al sedert au gustus 1963 op het lanceerplatform staat. De controlewerkzaamheden hebben maan den geduurd en zijn weken achter op het oorspronkelijke schema. De raket is 50 meter hoog en weegt met brandstof mee 510.000 kg. De eerste trap heeft een doorsnee van 6,55 meter en is uitgerust met acht motoren die een hef vermogen van 680.000 kg. hebben. Hier mee zal de raket buiten de dampkring worden getild. Op een hoogte van 75 km. komt de sleu tel tot het gigantische vermogen van de Saturnus I in bedrijf: een tweede trap met zes motoren die op vloeibare water stof werken. Het stuwend vermogen hier van is 40.800 kg. Waterstof heeft 40 pet, meer stuwkracht dan de kerosine van de eerste trap. Vooral in het luchtledige van de ruimte is het vermogen hiervan enorm. Maandag zal voor de eerste maal de tweede trap worden ontstoken. Er zijn reeds vier vluchten geweest met alleen de eerste trap van de Saturnus I. Deskundigen schatten het hefvermogen van de grootste Russische raketten op 450.000 550.000 kg. Of zij ook met vloei bare waterstof werken, is niet bekend. De te lanceren raketkop is voornamelijk gevuld met ballast en heeft verder geen wetenschappelijke betekenis. LONDEN (AP) De Britse premier sir Douglas Home heeft een permanente vei ligheidscommissie van drie leden benoemd die als taak zal hebben zwakke plekken in het Britse veiligheidssysteem op te spo ren. Commissieleden zijn een rechter, een ad miraal en een ambtenaar, die een belang rijk aandeel heeft gehad in het uitpluizen van het Christine Keeler-schandaal. De premier verklaarde in het Lagerhuis, dat de commissie opdracht zal krijgen een onderzoek in te stellen, wanneer een lek in de veiligheid wordt gemeld. Zij zal de bevoegdheid krijgen om getuigen te dag vaarden. Over de samenstelling van de commis sie werd overeenstemming bereikt tussen premier Douglas Home en Harold Wilson, de leider van de oppositie. VEZENO ZAANDAM WESTZIJDE 212 - TEL. 6 3441 Horizontaal: l.oom van de aartsvader Jacob, 5. oorlogsha ven in Bretagne, 10. muiter, 12. laan (Fr.), 14. door twee deel baar, 15. hogepries ter te Silo, 17. bood schapper, 18. aange zicht, 20. gem. in Friesland, 22. voeg woord, 23. reeks van snel opeenvolgende tonen op één letter greep, 25. railroad (afk.), 26. lidwoord, 27. Europeaan, 28. rijksgrens (afk.) 30. gem. in N.-Brab„ 32. zoon van Jacob, 34. bijwoord, 35. voor zetsel, 36. bijwoord, 37. vlinderachtig in- sektje, 38. zuivelpro- dukt, 41. foefje (Ind.), 44. voorzetsel, 45. lo pend touw tot het in korten der zeilen, 47. maanstand, 49. voor zetsel, 51. eertijds, 54. voornaamw., 55. ges te, 57. gem. in Limb., 59. gewoonterecht (Ind.), 60. muziek noot, 62. gekheid, 63. hoog bouwwerk, 65. godinnen van kunsten 66. omstreeks (Lat.), 67 van een hert. en wetenschappen, de getakte horens Verticaal: 1. drukte, 2. bijb. figuur, 3. heilige stad in Voor-Indië, 4. telwoord, 6. oude Egyptische zonnegod, 7. bergketen in het N. van Perzië a. d. Kaspische Zee, 8. kasteel, 9. niet bestand tegen een ruwe be handeling, 10. voorschrift, 11. oude lengte maat, 13. oude vr. datief van een, 15. koker 16. zijtak Donau, 19. jaar (afk. Lat.), 21. adellijke titel in Engeland (afk.), 24. on derricht, 26. schermwapen, 29. behaaglijke rust en kalmte, 30. schuit der Noordzee vissers, 31. niet harde slag, 32. vogel, 33. cilindervormig voorwerp, 39. grondlegger v. d. leer der gelaatkunde, 40. flauw, 42. madeliefje (Z.N.), 43. lekkernij, 45. vink- achtige vogel, 46. plaats aan de Moezel bij Trier, 48. Europeanen, 50. wijnsoort, 52. oude Egyptische zonnegod, 53. voedsel, 54. dril, 56. plaats in Z.-Italië, 58. aanwijzend voornaamwoord, 61. nevenschikkend voeg woord, 64. nostro conto (afk.), 65. voor naamwoord. Oplossingen, uitsluitend per briefkaart, dienen voor donderdag a.s. in ons bezit te zijn. OPLOSSING PUZZEL NO. 17: 1. Siwa, 2. idem, 3. wede, 4. Amer, 5. donk., 6. olie, 7. Niee, 8. keer, 9. vest, 10. ever, 11. sela, 12. tram, 13. nipa, 14. Irak, 15. para, 16. akal, 17. ifte, 18. fier, 19. tent, 20. erts. PRIJSWINNAARS PUZZEL NO. 17: ƒ7,50: J. Paap, Jan Steenstraat 7, Zand- voort. 5,A. Vogelsang, Barbarossa- straat 19, Haarlem, 2,50: J. Koedijk, Lom bokstraat 18, Haarlem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 19