DE KAPITEINSDOCHTER
I
-
Britse vrouwelijke arts
in conflict met de kerk
PANDA EN DE MEESTER'RIOLIST
53
IN
AMSTERDAM
SLECHTS TIEN
CIRCULEREN NOC
PIEREMENTEN
i
(3^
8
Ons vervolgverhaal
Ik kan niet doen wat
de bisschop vraagt
Indi
Het „mansen loont
haast niet meer
DINSDAG 28 JANUARI 1964
Een historische roman uit
het tsaristische Rusland
door Alexander Poesjkin
Q.
Crosby's Supermarkt
voor
lanen
Zalennood-enquête
Carrière
Vertaald door mr. S. L. de Leeuw)
10)
Iwan Koezmitsj, wat sta je te suf
fen? Zet ze dadelijk elk apart op wa
ter en brood, zodat de lust tot dwaas
heden hun vergaat, en laat vader Ge-
rasiem hun een boetedoening opleg
gen, dat zij God om vergiffenis bid
den, en openlijk berouw tonen."
Iwan Koezmitsj wist niet wat hij
doen moest. Maria Iwanowna was bui
tengewoon bleek. Langzaam aan ging
de storm weer liggen; de komman-
dantsvrouw kwam tot kalmte en zij
dwong ons, elkander te kussen. Pa-
lasjka bracht ons onze degens. Wij
verlieten de kommandant, in schijn
met elkaar verzoend. Iwan Ignatitsj
begeleidde ons.
„Schaamt u zich niet,'' zei ik hem
boos, „om ons bij de kommandant
aan te geven, nadat u mij uw woord
gegeven had, dat u het niet zoudt
doen?"
„Zo waar God leeft, ik heb het
Iwan Koetzmitsj niet gezegd," ant
woordde hij. „Wasilissa Jegorewna
heeft mij over alles uitgehoord. Zij
heeft ook alles buiten weten van de
kommandant geregeld. Overigens,
goddank dat alles zo afgelopen is."
Met dit woord verliet hij ons en ging
naar huis, terwijl Sjwabrin en ik al
leen bleven.
„Onze zaak kan hiermee niet ein
digen," zei ik.
„Natuurlijk," antwoordde Sjwabrin,
„u zult met uw bloed betalen voor
uw driestheid, maar men zal nu waar
schijnlijk scherp op ons toezien. Wij
zullen een paar dagen moeten doen,
alsof er niets aan de hand is. Tot
ziens!" En wij gingen uiteen, alsof
er niets gebeurd was.
Teruggekeerd bij de kommandant,
ging ik als naar gewoonte naast Ma
ria Iwanowna zitten. Iwan Koezmitsj
was niet thuis. Wasilissa Jegorewna
was met de huishouding bezig. Wij
spraken zachtjes. Maria Iwanowna
maakte mij vriendelijke verwijten om
de ongerustheid, die mijn twist met
Sjwabrin hun allen bereid had. „Ik
was ontzet van schrik," zei zij, „toen
wij te horen kregen, dat u van plan
waart, op de degen te vechten. Wat
zijn de mannen toch vreemd! Om een
woord, dat zij na een week zeker ver
geten zouden hebben, staan zij klaar
om elkaar af te maken en niet alleen
hun leven op te offeren, maar ook
hun geweten, en het geluk van hen,
die.Maar ik ben overtuigd, dat
u geen aanleiding hebt gegeven tot
de twist. Zeker draagt Aleksej Iwa-
nitsj de schuld."
„En waarom denkt u dat, Maria
Iwanowna?"
„Nuhij is zo'n spotter! Ik houd
niet van Aleksej Iwanitsj. Hij staat
mij tegen. Maar het is vreemd, ik
zou om niets ter wereld willen, dat
ik hèm niet beviel. Dat zou mij vre
selijk ongerust maken."
„En wat denkt u, Maria Iwanow
na? Bevalt u hem, of niet?"
Maria Iwanowna aarzelde en bloos
de. „Ik denk," zeide zij, „ik geloof,
dat ik hem beval."
„Waarom gelooft u dat?"
„Omdat hij mijn hand gevraagd
heeft."
„Wat, hij heeft uw hand gevraagd?
Wanneer?"
„Het vorige jaar. Een maand of
twee voordat u kwam."
„En u hebt niet ja gezegd?"
„Zoals u ziet. Aleksej Iwanitsj is na
tuurlijk een knap man, en van goede
familie, en hij heeft vermogen; maar
als ik er aan denk, dat ik hem, waar
iedereen bij is, onder het trouwaltaar
zou moeten kussen... Neen, nooit! Om
niets ter wereld!"
De woorden van Maria Iwanowna
openden mij de ogen en maakten veel
voor mij duidelijk. Ik begreep de
hardnekkige kwaadsprekendheid,
waarmee Sjwabrin haar vervolgde.
Waarschijnlijk had hij onze wederzijd
se genegenheid bemerkt en wilde hij
scheiding brengen tussen ons. De
woorden, die aanleiding hadden gege
ven tot onze botsing, schenen mij nu
nog gemener, omdat ik er, in plaats
van een grove en ombetamelijke spot,
een weloverwogen laster in zag. Mijn
verlangen om de brutale kwaadspre
ker te straffen, werd nu nog sterker
en ongeduldig wachtte ik een gunsti
ge gelegenheid af.
Ik hoefde niet lang te wachten. De
volgende dag, toen ik aan een elegie
bezig was en op mijn pen kauwde ter
wijl ik naar een rijm zocht, klopte
Sjwabrin aan mijn venster.
Ik legde de pen neer, nam mijn
hoed en ging naar buiten. „Waarom
nog langer uit te stellen," zei Sjwa
brin; „men let niet op ons, laat ons
naar de rivier gaan. Daar zal nie
mand ons storen."
Wij gingen op weg, zwijgend. Wij
klommen het steile voetpad af, ble
ven vlak bij de oever staan en ont
blootten de degen. Sjwabrin was be
ter geoefend dan ik, maar ik was
sterker en moediger en monsieur
Beaupré, die soldaat was geweest,
had mij enige lessen in het schermen
gegeven, waarvan ik nu gebruik
maakte. Sjwabrin had niet verwacht,
in mij zulk een gevaarlijke tegenstan
der te vinden. Lange tijd konden wij
elkaar geen schade toebrengen; ten
slotte, bemerkende dat Sjwabrin
zwakker werd, begon ik hem levendig
aan te vallen en dreef ik hem bijna
tot in de rivier. Plotseling hoorde ik
mijn naam luid uitroepen. Ik keek om
en zag Sawelitsj, die langs het hellen
de voetpad op mij toeliep... Op het
zelfde ogenblik voelde ik een scherpe
steek in de borst onder de rechter
schouder; ik viel en verloor het be
wustzijn.
HOOFDSTUK V
LIEFDE
„Ach jij meisje, meisje schoon!
Trouw toch, meisje niet te vroeg;
Vraag je vader en moeder maar,
Vader en moeder, en oom en tante;
Wees toch verstandig mijn lieve meis
je,
Zorg voor verstand, en een huwelijks
gift."
Volkslied
Vind je een mooiere, je zult mij ver
geten;
Vind je er geen, je zult aan mij den
ken.
Volkslied
Toen ik ontwaakte kon ik mij een
tijd lang op niets bezinnen en ik be
greep niet, wat er met mij gebeurd
was. Ik lag op een bed, in een ka
mer die ik niet kende, en voelde een
grote zwakte. Voor mij stond Sawe
litsj met 'n kaars in de hand. Iemand
wikkelde behoedzaam het verband af,
dat om mijn borst en schouders was
gelegd Langzaam aan werden mijn
gedachten helderder. Ik herinnerde
mij het duel en vermoedde, dat ik ge
wond was. Op dat ogenblik knarste de
deur.
„Nu, hoe gaat het ter mee" fluis
terde een stem, die mij deed sidde
ren.
„Nog altijd dezelfde toestandl" ant
woordde Sawelitsj met een zucht, „nog
altijd bewusteloos, nu al vijf dagen
lang."
Ik wilde mij omkeren, maar ik kon
niet, „Waar ben ik?
Wie is daar?" zei ik met moeite.
Maria Iwanowna kwam naar mijn bed
en boog zich over mij. „Nu, hoe gaat
het?" zei zij. „Goddank"," antwoord
de ik met zwakke stem. „Bent u dat,
Maria Iwanowna? Zeg mij.ik
was niet in staat voort te gaan en
zweeg. Sawelitsj slaakte een zucht,
de vreugde stond hem op het gezicht te
lezen. „Hij is bijgekomen, hij is bij
gekomen," zei hij, „de Here zij dank!
Nu vadertje, Peter Andreïtsj! Bang
dat je me gemaakt hebt! Het is ook
geen kleinigheid, vijf hele dagen
Maria Iwanowna onderbrak hem:
„Spreek niet zoveel met hem hem,
Sawelitsj," zei zij, „hij is nog zwak,"
Zij ging en sloot zacht de deur. Mijn
gedachten waren in heftige beweging.
Ik was dus in 't huis van de komman
dant, Maria Iwanowna bezocht mij.
(Wordt vervolgd)
Hevige sneeuwval dwong deze
nonnen-onderwijzeressen van
de school van St. Mattheus in
Louisville, Kentucky, tot enke
le dagen van zalig nietsdoen:
de kinderen konden niet naar
school komen. De zusters amu
seerden zich best, zoals de
foto toont.
99
99
LONDEN Iedere zondagmorgen gaat
de Britse mevrouw Anne Biezanek, arts,
rooms-katholiek en moeder van zeven kin
deren, naar de mis, knielt by het altaar
en wacht op de communie. De priester
gaat haar voorbij en mompelt „Pardon".
Aan dr. Biezanek worden sedert 12 januari
de sacramenten geweigerd omdat zij in
haar kliniek en daarbuiten bij katholieke
vrouwen een systeem van geboorteregeling
propageert. Haar uitdaging aan de kerk
heeft de aandacht van de katholieken in
geheel Engeland getrokken. De nationale
dagbladen staan aan haar kant. Zij trek
ken een parallel met een katholieke dok
ter in Amerika, dr. John Rock, die ook
voorstander is van beperking van het kin
dertal en er bij de kerk op aangedrongen
heeft haar standpunt te herzien.
Tientallen sympathiebetuigingen ontvang
dr. Biezanek sedert haar kliniek in novem
ber 1963 geopend werd. Maar als gevolg
van dit alles loopt haar eigen huwelijk
gevaar. De r.k. bisschop van Shrewsbury,
Eric Grasar, heeft haar verzocht, haar
kliniek te sluiten en „oprecht berouw te
tonen".
Harde werkelijkheid
„Ik kan niet doen wat de bisschop
vraagt," verklaarde zij tegenover een ver
slaggever, „omdat ik volgens mijn geweten
verplicht bij dit werk te doen èn prac-
tiserend katholiek te blijven." „Ik ben niet
uit theoretische overwegingen hiertoe over
gegaan. Ik kwam ertoe door de harde
werkelijkheid van 10 zwangerschappen en
zeven kinderen nog in leven in 13 jaar.
Ik gebruik nu voorbehoedmiddelen en
schaam mij er niet voor. Ik zal ze elke
katholieke patiënt die ze nodig heeft en er
om vraagt, voorschrijven."
(AP) Dr. Biezanek, die 36 jaar is,
woont in Wallasey aan de andere oever
van de Mersey-rivier tegenover de grau
we industriestad Liverpool. Haar eigen
wijk bestaat uit een smerige verzameling
dokken en grauwe huizen van arbeiders,
waar ook haar huis staat. Haar man, ge
boren in Polen, is steward op een vracht
schip.
Tot voor een aantal jaren was mevrouw
Biezanek een vastbesloten tegenstandster
van beperking van het kindertal, dat voor
haar een „poel van onzuiverheid" was.
Daarop volgende herhaalde zwangerschap
pen brachten haar gezondheid in gevaar.
Zij werkte vijf jaar in een krankzinnigen
gesticht en sommige van haar patiënten
waren vrouwen wier gezondheid verstoord
was door vele zwangerschappen. Zij maak
te een grote geestescrisis door die zij als
IVKiEM .OONOE®
77. Panda had geen keus; de twee geheimagenten
achter hem waren gevaarlijker dan de refendaris
vóór hem en dus snelde hij de laatstgenoemde voor
bij zonder enige uitleg te geven van zijn vreemd ge
drag. Het enige wat hij riep, was: „Pas op! Pas op!"
Want hij wilde zijn meerdere niet onkundig laten van
het feit dat er allerlei onheil dreigde. „Wie is deze
jonge meneer toch?!" vroeg refendaris Vergeel zich
af, terwijl hij groette. „En waarvoor zou ik moeten
oppassen?" De laatste vraag werd snel beantwoord,
want hij had het ongeluk zich in het pad van Slinko-
vitch en Binkovitch te bevinden. „Wegsk, sufnik!"
kreet Slinkovitch. „Vnondere!" riep Binkovitch, en toen
waren ze alweer voorbij. Toen de hoge functionaris zich
van de schok begon te herstellen, werd hij bezorgd zo
wel als verontwaardigd. „Die eerste passant was mijn
nieuwe departementale nachtbewakingsbeambte!" pre
velde hij. „Maar dan doe ik hier een plichtsverzuims
constatering! Inplaats van zijn bewakingsdienst te doen,
loopt hij hier te stoeien met een paar nozems! Dit
vergt hogerhands ingrijpen mijnerzijds: ik zal de poli
tie moeten alarmeren. Ik vraag mij af, of ik dit als
overwerk kan declareren."
volgt beschrijft: „Ik wilde een Jeanne
d'Arc zijn. Ik wilde sterven voor het prin
cipe van de zuiverheid. Maar doodgaan is
niet meer in de mode. God heeft geen
martelaren meer nodig."
Huwelijk in gevaar
Inplaats daarvan besloot zij zich tegen
over de kerk te plaatsen en voor geboor
tebeperking te gaan pleiten. Zij begon een
kliniek in haar huis, noemde die naar de
heilige Martinus van Porres, de 17de eeuw-
se Peruaanse halfbloed die vriendschap
sloot met de uitgestotenen van Lima. Zij
zet verder haar gewone medische arbeid
voort: waarnemen voor dokters die met
vakantie zijn.
Dat de kerk haar verloochent, tast haar
devotie niet aan. Haar zitkamer staat vol
missalen en boeken over de levens van de
heiligen. Aan de muur hangt een klein
kruis en een afbeelding van het heilig hart.
Op de schoorsteen staat een godslamp.
Dr. Biezanek zegt, dat haar man haar
eerst steunde. Maar na het conflict met
de kerk veranderde hij van mening en
dreigde met wettelijk optreden tegen haar
tenzij zij haar kliniek en haar propaganda
opgeeft. „Hij denkt dat hij in de ogen
van het publiek een slecht katholiek is,"
aldus mevrouw Biezanek. „Ik weet niet
of hij overweegt om te scheiden omdat
hij nu op zee is. Maar wat hij ook van
plan is, ik wil dat hij weet dat ik de
kliniek nooit zal opgeven."
In het reservaat van de stam der Na
vajo-indianen in Arizona, Verenigde
Staten, zal over enige tyd een groot
modern winkelcentrum verrijzen, be
staande uit een vijftiental winkels en
een supermarkt. De bouwkosten zullen
zeven miljoen gulden belopen. De Na
vajo's moeten nu nog hun inkopen doen
in enkele kleine toko's of buiten het
reservaat.
Het winkelcentrum wordt gefinan
cierd door de „Navajo Bank Corpora
tion Ine". Een derde deel van de aan
delen van deze maatschappij behoort de
stam toe. Voorzitter van de raad van
beheer van de maatschappij is de be
roemde zanger Bing Crosby. (AFP).
MOTHPRf*-
®ft3D0W
RUG WOOt.
op de juiste poollengte!
Wij hebben deze bekende ta
pijtwol nu in handige plastic
verpakking met 320 draadjes
van 7 cm lengte. In 69 prachtige
kleuren verkrijgbaar bij:
Smyrnahuis „Labor",
Rijksstraatweg 127, Haarlem
Wol- en Handwerkzaak
Dames C. P. van Dam,
Zandvoortselaan 85, Heemstede
„Het Wolhuis" M. Molenaar,
Amsterdamstraat 68, Haarlem
„Wollana", Tempeliersstr. 64-68, Haarlem
„De Luifel". Marktplein 7, IJmuiden
(Van onze correspondent)
Amsterdam en het draaiorgel horen bij elkaar, zo verluidt althans in de senti
mentele liedjes. Maar er zijn tal van Amsterdamse buurten waar nimmer meer
een orgel speelt. Voor de oorlog waren er ruim dertig pierementen, die volgens
een vast schema door de stad trokken; op dit ogenblik zijn er nog maar tien.
De rest heeft zich verspreid over andere Nederlandse steden. Toch is Amsterdam
nog steeds de stad met de meeste straatorgels, al is het niet te verwachten dat
hun aantal nog boven de tien zal stijgen. Daar zijn twee belangrijke redenen
voor. In de eerste plaats waren er vroeger veel joden onder de orgeldraaiers
en zo bleven tal van orgels na de Duitse bezetting onbemand
ER ZOUDEN misschien wel andere
mensen zijn voor dit werk, ware het niet
dat de ruime werkgelegenheid elders een
beter belegde boterham bood. Zelfs hebben
mensen die jarenlang aan het orgel heb
ben gezwengeld, hun vrije beroep opgege
ven voor een vaste baan in het particu
liere bedrijf, met recht op vakantie, grati
ficatie, ziekengeld en pensioen. Het beroep
van orgeldraaier is niet meer in trek. De
beloning valt meestal ook erg tegen. Er
zijn mensen die met een gul gezicht vijf
hele centen in het bakje van de „manser"
doen en dan moet men al heel wat klan
ten hebben wil er een fatsoenlijk week
loontje uit kunnen worden opgebouwd. Van
een orgel moeten doorgaans drie gezinnen
leven. Zo'n pierement weegt immers al
gauw een 1500 kilo en drie man is wel
een minimum bemanning om het ding tel
kens weer te verrijden. Merkwaardig is
in dit verband, dat men slechts vergun
ning kan krijgen om met een orgel de
straat op te gaan als men minder-valide
is. De lange routes door de buitenwijken
zijn al lang van het „draaiboek" ge
schrapt. De orgeldraaiers blijven in de
de binnenstad, op plaatsen waar veel voet
gangers passeren. s
OOK DIT LIJKT gemakkelijker dan het
is, want veel straten zijn verboden voor
draaiorgels en voorts is er een bepaling
in de politieverordening die verbiedt dat
een orgel langer dan tien minuten op één
plaats blijft spelen. Amsterdam heeft nog
twee orgelbouwers, de heer G. Perlee en
de firma Verbeeck, beiden uiteraard in de
Jordaan gevestigd. Zij bouwen niet alleen
grote orgels, maar ook de miniatuurorgel
tjes, waarop buitenlandse souvenir jagers
zo verzot zijn. Die laatste bezigheid ga
randeert dan ook de beste muziek voor de
toekomst.
Nu het zalencomplex Bellevue wordt ge
sloten ten behoeve van de bouw van een
televisiestudio's en een Cinerama-theater
zijn de Amsterdamse verenigingen onge
rust geworden. Maar op het stadhuis is be
cijferd dat er voor 't organiseren van ver
enigingsavonden nog geen sprake is van
een zalennood. Wel is het zo dat de meeste
verenigingen hun feestjes op zaterdag- of
zondagavond willen houden en op die avon
den is er wel degelijk een zalen tekort. Om
dat het gemeentebestuur toch wel eens pre
cies wil weten hoe groot de behoefte is aan
verenigingsruimte voor sociaal werk,
sport, ontspanning, muziek en zang, zal
er nu een enquête worden gehouden onder
alle verenigingen en dat zijn er vele
honderden welk onderzoek vooral van
belang kan zijn voor het ontwerpen van
verenigingsgebouwen in de nieuwe wijken.
Grote groepen sport-beoefenende Amster
dammers zijn inmiddels zeer ingenomen
met het feit, dat er vooralsnog geen ope
ragebouw zal komen aan de Ferdinand
Bolstraat. Dat betekent immers dat 't oude
RAI-gebouw, nu in „Sporthal-Zuid" om
gedoopt, de komende jaren nog beschik
baar zal blijven voor de zaalsporten. De
gemeente, als eigenares van het oude ge
bouw, tracht de sporthal zo intensief mo
gelijk te laten gebruiken. Tot dusver waren
het uitsluitend verenigingen die hier tegen
geringe vergoeding toegang hadden. Thans
is besloten dat iedere ongeorganiseerde
jongen of meisje tussen 13 en 25 jaar za
terdags het gebouw kan binnenstappen om
onder leiding van door de gemeente be
schikbaar gestelde sportleiders voor enke
le dubbeltjes mee te doen aan basketbal,
volleybal, zaalhandbal, zaalhockey, scher
men, boksen, judo, trampolinespringen, ta
feltennis, biljarten, schaken of dammen.
De Amsterdamse haven gaat afscheid
nemen van zijn grootste propagandist, de
heer C. P. G. van den Handel. Vijftig jaar
geleden trad de heer Van den Handel in
gemeentedienst. Met geen ander diploma
dan het bewijs van loffelijk ontslag van
de lagere school, maar met een enorme
dosis energie en enthousiasme begon hij
als jongste klerkje bij de dienst der ha
vens en handelsinrichtingen. Hij was een
van de eersten die het grote belang van
een goede propaganda, een inlichtingen
dienst voor binnen- en buitenland voor da
havens, inzagen. In 1925 bereikte hij een
grote overwinning toen hij op zijn eigen
initiatief werd aangewezen voor de ver
zorging van de publiciteit voorzowel da
zee- als de luchthaven (Schiphol was toen
nog gemeente-eigendom). In 1950, toen de
ze diensten werden gesplitst, koos de heer
Van den Handel de zee- en Rijnhaven.
Sindsdien is hij Is chef van de publici
teit belast geweest met de dagelijkse lei
ding van de vereniging „De Amsterdam-
sche Haven". Tijdens een receptie op 3
februari in het havengebouw zal hij offi
cieel afscheid nemen.
Een nieuwe en originele service van
de Oostenrijkse verkeersbond in
samenwerikng met de politie. Ge
parkeerde auto's met een of meer
slechte banden krijgen een papieren
autootje onder hun ruitenwisser ge
schoven, waarop de band
kwestie gemerkt i