DE KAPITEINSDOCHTER
i
PANDA EN DE MEESTER^RIOLIST
Hoe „Tante Yvonne" - alias madame
De Gaulle - een hoge piet wipte
W'
Keizerin
maakt
buiteling
„Opdeling" van de d rie grote steden in
subgemeenten op de duur onontkoombaar
i
Amsterdams
x
x
Allerlei
Generaal Catroux was ondeugend
Ons vervolgverhaal
mPPffS
É8P4
Grootste struikelblok nog steeds
het bovengemeentelijk toporgaan
DONDERDAG 30 JANUARI 1964
13
vmtr/i
Een historische roman uit
het tsaristische Rusland
door Alexander Poesjkin
s lis
ifi
Parkeergarage in
Spuistraat?
X
Nog twee opiumkitten
Exit generaal Catroux
„Dame Pipi'
f9ii
Vertaald door mr. S. L. de Leeuw)
12)
„Ik? Ik heb brieven over je ge
schreven?" antwoordde Sawelitsj on
der tranen. „God in de hemel! Lees
dan eens, wat de heer mij schrijft,
je zult zien, hoe ik je aangegeven
heb." Hierbij haalde hij een brief
uit zijn zak, en las het volgende:
„Schaam je, oude hond, dat je on
danks mijn strenge bevel mij niet
op de hoogte hebt gesteld over mijn
zoon Peter Andrejewitsj, en dat bui
tenstaanders mij hebben moeten in
lichten over zijn streken. Vervul je zo
je plicht en de wil van je heer? Ik
zal jou, oude hond, zwijnen laten hoe
den, omdat je mij de waarheid verbor
gen hebt en de jongen nog helpt ook.
Na de ontvangst hiervan beveel ik je,
mij dadelijk te schrijven hoe zijn ge
zondheid nu is, waarover men mij ge
schreven heeft, dat zij in herstel is;
en ook, op welke plaats hij gewond is
mijn heer verklapte en of ik de zoon
van de vader probeer te vervreem
den!"
nadige
Het was duidelijk, dat Sawelitsj ge
lijk had en dat ik hem ten onrechte
beledigd had voor mijn verwijten en
verdenkingen. Ik vroeg hem om ver
giffenis, maar de oude man was on
troostbaar. „Moet ik dat nu nog bele
ven," zeide hij telkens weer, „was dat
de genade, die ik van mijn Heren ver
diend heb! Ik ben een oude hond, en
een zwijnenhoeder, en bovendien nog
de oorzaak van jouw wond? Neen, va
dertje, Peter Andreïtsj, niet ik, die ver
vloekte mesjeu is aan alles schuld:
hij heeft je geleerd, met een ijzeren
braadspit te steken en passen te ma
ken, alsof men zich daarmee tegen
een slecht mens verdedigen kan! Het
was wel nodig, die mesjeu te huren
en er geld voor weg te gooien!"
Maar wie had zich dan de moeite
genomen, mijn vader over mijn ge
drag in te lichten? De generaal? Maar
het scheen wel, dat hij zich niet zeer
om mij bekommerde en Iwan Koez-
mitsj had het niet voor nodig gehou
den, over mijn duel rapport uit te bren
gen. Ik verloor mij in gissingen. Mijn
verdenking bleef op Sjwabrin rusten.
Hij alleen had er voordeel bij, mijn
vader in te lichten, waarvan het ge
volg kon zijn, dat ik uit de vesting
verwijderd werd en met de familie
van de kommandant zou moeten bre
ken. Ik ging Maria Iwanowna over
alles op de hoogte stellen; zij kwam
mij op de buitentrap tegemoet.
„Wat is er met je gebeurd?" vroeg
ze toen zij mij zag.
„Wat ben je bleek!"
„Alles is uit!" antwoordde ik, en
gaf haar vaders brief. Zij verbleekte
op haar beurt. Na de lezing gaf zij
mij de brief met bevende hand terug
en zei met bevende stem: „Het is ze
ker niet voor mij weggelegdJe
ouders willen niet van mij weten in
hun familie. Gods wil geschiede in al
les! God weet beter dan wij, wat er
voor ons nodig is. Er is niets aan te
doen, Peter Andreïtsj; word jij dan
tenminste gelukkig!"
„Dat zal niet gebeuren!" riep ik,
haar hand grijpend, uit. „Jij hebt mij
lief, ik ben tot alles bereid. Laten wij
gaan en je ouders te voet vallen: zij
zijn eenvoudige mensen, geen hard
vochtige trotsaards.Zij zullen ons
zegenen, wij zullen trouwen.en
dan mettertijd, ben ik er zeker van,
dat wij mijn vader tot andere gedach
ten zullen brengen; moeder zal voor
ons zijn; hij zal mij vergeven...."
„Neen, Peter Andreïtsj," antwoord
de Masja, „ik zal je niet trouwen zon
der de zegen van je ouders. Zonder
hun zegen zul je niet gelukkig zijn.
Laten wij ons aan Gods wil onder
werpen. Als je een bruid vindt, als je
een andere vrouw lief krijgt God
zij met je, Peter Andreïtsj, ik zal
voor u beiden.Hier schreide zij
en liet mij alleen; ik wilde haar
eerst in de kamer volgen, maar ik
voelde dat ik mij zelf niet meester zou
zijn en keerde naar huis terug. Ik
zat diep in gedachten, toen plotseling
Sawelitsj mijn overpeinzingen onder
brak. „Ziedaar, heer," zei hij, terwijl
hij mij een beschreven blad papier
gaf, „lees dit, dan zul je zien of ik
gen,
slaaf,
dat
nakom,
en
drachten
en
aan mijn grijze
de wond van Peter Andreïtsj niets ge
schreven, om u niet zonder reden be
angst te maken en nu hoor ik, dat
Mevrouw, onze moeder Awdotja Wa-
siljewna, toch van de schrik is ziek
geworden, en voor haar gezondheid
zal ik God bidden. En Peter Andreïtsj
is gewond onder de rechter schouder,
in de borst, juist onder het been, twee
duim diep, en hij lag in het huis van
de kommandant, waarheen wij hem
van de oever van de rivier gedragen
hebben, en de barbier Stepan Para-
monow, die hier woont, heeft hem
genezen; en nu is Peter Andreïtsj god
dank gezond, en er valt van hem niets
dan goeds te schrijven. Zijn meerde
ren zijn, naar men zegt, met
hem tevreden en Wasilissa Jegorew-
na beschouwt hem als haar eigen
zoon. En dat er zo'n geschiedenis met
hem gebeurd is, dat is voor een flinke
jongen geen schande; een paard heeft
vier poten, en het struikelt toch wel
eens. En het behaagt u te schrijven,
dat u mijn zwijnen zult laten hoeden;
zoals de Heer het wenst. Hiermede
groet ik u onderdanig,
uw trouwe knecht,
Archip Saweljew."
Ik kon niet nalaten, nu en dan te
glimlachten, terwijl ik het schrijven
van de goede oude man las. Ik voelde
mij niet in staat, mijn vader te ant
woorden; om moeder gerust te stellen,
scheen de brief van Sawelitsj mij vol
doende.
Sinds die tijd kwam er een ver
andering in mijn toestand. Maria Iwa
nowna sprak bijna niet met mij en
poogde mij zoveel mogelijk uit de
weg te gaan. Het huis van de kom
mandant trok mij niet meer aan.
Langzamerhand wende ik eraan, al
leen thuis te zitten. Wasilissa Jego-
rewna verweet mij dit eerst, maar
toen zij mijn hardnekkigheid zag, liet
ze mij met rust. Iwan Koezmitsj zag
ik alleen, wanneer de dienst het eiste.
Sjwabrin ontmoette ik zelden en on
gaarne, des te meer omdat ik bij hem
verborgen vijandigheid ontwaarde,
wat mij in mijn verdenkingen ver
sterkte. Het leven werd mij ondraag
lijk. Ik verviel in een somber gepeins,
dat door mijn eenzaamheid en het
gebrek aan bezigheden gevoed werd.
Mijn liefde vlamde op in de eenzaam
heid en van dag op dag voelde ik
mij meer bedrukt. Ik verloor de lust
tot lezen en dichten. Ik was terneer-
gelsagen en vreesde, het verstand te
zullen verliezen of in losbandigheid te
vervallen. Onverwachte gebeurtenis
sen, die een gewichtige invloed op
mijn gehele leven uitoefenden, gaven
aan mijn geest plotseling een sterke en
heilzame schok.
HOOFDSTUK VI
DE OPSTAND VAN POEGATSJOW
„Gij jonge lieden, luistert toe,
Wat wij oude mannen verhalen
zullen".
Volkslied
Voordat ik begin met de beschrij
ving van de merkwaardige gebeurte
nissen, waarvan ik getuige was, moet
ik enige woorden zeggen over de
toestand, waarin het gouvernement
Orenburg zich aan het eind van 1773
bevond. Dit uitgebreide en rijke gou
vernement werd bewoond door
groot aantal halfwilde volkeren,
nog pas kort geleden de macht
de Russische tsaren hadden erkend.
(Wordt vervolgd)
Twee van de prominentste gasten
bij de opening van de Olympische
Winterspelen 1964 in Innsbruck
waren gisteren de sjah van Perzië
en zijn gemalin die, gezeten naast
de Oostenrijkse president en diep
in hun kragen gedoken, de plech
tigheid met grote interesse volg
den. Kort tevoren had keizerin
Farah Diba zelf de lange latten
nog eens ondergebonden voor een
kleine afdaling. Maar hoewel een
ervaren skiloopster, ging zij al op
de eerste helling (foto) onderuit,
waarover zij overigens zelf het
meeste plezier had. De skileraar
die haar vergezelde grijnst nogal
schaapachtig, klaarblijkelijk in het
onzekere over de vraag of hij nu
al dan niet hardop meelachen zal...
(Van onze correspondent)
AMSTERDAM (GPD). - De burge
meester van Amsterdams „snelst groeien
de randgemeente" Amstelveen heeft in
een rede de mening verkondigd, dat in
gebieden met een grote bevolkingscon
centratie een geheel nieuwe vorm van
bestuur moet komen. Die mening wordt
door velen gedeeld, want het huidige
gemeenterecht is 110 jaar oud en geheel
afgestemd op de situatie in het midden
van de vorige eeuw. Maar het valt te
betwijfelen of de burgemeester van
Amstelveen veel aanhangers zal krijgen
voor de oplossing, die hem voor ogen
staat, namelijk: de vorming van „dis
trictsgemeenten" van 150 k 200.000 in
woners, welke op hun beurt weer zijn
onderverdeeld in „subgemeenten" van
circa 75.000 inwoners. Dit houdt in, dat
alle grote steden zouden moeten worden
opgedeeld in kleine gemeenten. Amstel
veens buurman, burgemeester Van Hall
van Amsterdam, heeft met betrekking
tot de plannen om van de Bijlmermeer
een aparte gemeente te maken, meer
malen gewezen op dat opdelen van
grote wooncentra en op de daarmee
samenhangende problemen. Als voor
beeld pleegt hij de situatie in Brussel
te noemen, welke stad uit diverse ge
meenten bestaat en die bijgevolg velerlei
bestuurlijke knelpunten kent.
NIETTEMIN is ook mr. Van Hall van
mening dat een stad niet „tot in het onein
dige" kan blijven groeien. Hij vindt, even
als vrijwel alle andere burgemeesters van
grote steden en de daarbij behorende
randgemeenten, dat er een bovengemeen
telijk orgaan nodig zal zijn om problemen,
die de gehele agglomeratie aangaan, te
behandelen. De regering heeft zich tot dus
ver op het standpunt gesteld dat iedere
agglomeratie op basis van vrijwilligheid
tot zo'n orgaan van samenwerking moet
komen. Omdat dit in de praktijk niet mo
gelijk is gebleken zal het er op den duur
toch wel van moeten komen, dat de ge
meentewet op de helling gaat.
VAN DE DRIE grootste steden van ons
land zal Amsterdam de laatste zijn die
een parkeergarage krijgt, howel de par-
toP. MASTEN
79. Het was een angstig moment voor Panda. Hij
moest en zou in het Ministerie van Nationale Geheimen
naar binnen niet alleen omdat de twee geheim
agenten hem bijna hadden ingehaald, maar ook omdat
hij tenslotte nachtwaker van het gebouw was en hij het
onaangename vermoeden had, dat Joris Goedbloed
daar binnen met de een of andere schurkerij aan de
gang was; maar alle deuren waren dicht en de vensters
met tralies of luiken gesloten. Even dacht hij, dat hij
misschien tussen de tralies van het kelderraam door
zou kunnen glippen, maar op het laatste ogenblik zag
hij, dat dit onmogelijk zou zijn Zijn aarzeling werd
hem bijna noodlottig; bijna hadden de rappe Slinko-
vitch en Binkovitch hem te pakken, maar nog nèt op
het laatste ogenblik sprong hij opzij. De gevolgen wa
ren opmerkelijk. De spionnen, overtuigd dat zij hem
konden grijpen, sprongen met blinde ijver en tomeloze
vaart toe en schoten met hun hoofden tussen
diezelfde tralies door, die Panda voor zichzelf te nauw
had geacht. Welnu, ze waren óók te nauw voor de hoof
den der geheimagenten; nu ze er eenmaal tussen zaten,
konden ze er niet meer uit. „Obahnoutog!" kreet Slinko-
vitch. „Kankópnielos!" schreeuwde Binkovitch. De aan
blik van hun vergeefs ploeteren vervulde Panda met
nieuwe hoop.
keermoeilijkheden nergens zo groot zijn
als juist daar. Een van de redenen van
dit achterblijven is dat het gemeentebe
stuur zich jaren lang op het standpunt
heeft gesteld dat er in de binnenstad
dus binnen de grachtengordel geen par
keergarages mogen worden gebouwd.
Thans kan men op het stadhuis ho
ren, dat dit een „oud beleid" is. Het
„nieuwe beleid" iaat wel parkeergarages
toe, zij het dan dat er zoveel eisen worden
gesteld dat het resultaat van het oude en
het nieuwe beleid hetzelfde belooft te wor
den.
EEN JAAR geleden zijn in de Spuistraat
op spectaculaire wijze een aantal pan
den afgebrand. Nog voor het vuur was ge
doofd had de eigenaar al een plan in zijn
hoofd: het bouwen van een parkeergara
ge. Dat plan is nu rond. De vereniging
van winkeliers van Kalverstraat en Heili-
geweg hebben gegarandeerd, dat de ko
mende vijf jaren dagelijks 200 auto's in het
gebouw worden geparkeerd tegen een ta
rief van 100 gulden per maand en per
wagen. Dit geeft voldoende zekerheid om
de parkeergarage rendabel te maken. Men
zou menen dat dit initiatief op het stad
huis met gejuich zou zijn ontvangen. Maar
B. en W. zijn voorzichtig. Zij zeggen „niet
onwelwillend" tegenover de plannen te
staan, maar zien nog een aantal proble
men Voor een rendabele exploitatie zal
de garage een capaciteit van circa 400
auto's moeten hebben. Dat 't gebouw hier
voor meer verdiepingen nodig heeft dan
de schoonheidscommissie lief is, zal wel
licht niet het grootste struikelblok wor
den. Wel noemen B. en W. met name het
probleem van de aan- en afvoerwegen.
Gevreesd wordt, dat er ernstige verkeers
moeilijkheden komen als de garage tus
sen vijf en zes uur 's avonds zo'n 400
auto's gaat spuien.
Die afvloeiingsmoeilijkheden zijn er
nu al, want het „oude beleid" van
het gemeentebestuur heeft verzuimd,
de binnenstad door brede wegen met
de buitenwijken te verbinden. Het be
zwaar dat geldt voor een parkeergara
ge in de Spuistraat geldt voor alle an
dere straten, pleinen en wegen in de
binnenstad. Misschien dat de omge
ving van de Nieuwmarkt nog een kans
biedt. Maar dan zal men eerst moeten
wachten tot die omgeving is gesaneerd.
Mensen die 's avonds een zonnebril dra
gen, zijn niet allemaal snobs. Volgens
adjudant C. W. Houweling, specialist ver
dovende middelen van de Amsterdamse
politie, zijn dit veelal marihuanagebrui-
kers. Hij heeft de indruk dat het marihua
nagebruik in de hoofdstad geleidelijk toe
neemt, doch dat het zich hoofdzakelijk be
perkt tot de kunstenaars en „semi-kunste-
naars", die de cafés rond het Leidseplein
frequenteren. Een marihuanasigaret kost
ongeveer f 3,50, maar de gelegenheidsro
ker loopt de kans, een surrogaat in de
handen gestopt te krijgen. De politie is
voortdurend op jacht om marihuanahan-
delaren en -gebruikers te arresteren. De
wet is onverbiddelijk, ook al zijn er (me
dische) deskundigen, die menen, dat ma
rihuana minder schadelijk is dan men
denkt en niet tot verslaving leidt.
Opiumschuiven is ontegenzeglijk een
gevaar voor de gezondheid en ook dit is
strafbaar bij de wet. Kort na de oorlog
waren er in Amsterdam acht opiumkitten.
Thans zijn er nog twee. Deze huizen wor
den in strijd met de wet gehand
haafd om te voorkomen, dat de verstok
te opiumschuivers meestal Chinezen
doodziek zouden worden als zij hun
gewoonte zouden moeten opgeven. Er is
echter een strenge voorwaarde aan de ex
ploitanten van deze huizen opgelegd. Er
mogen geen nieuwe opiumschuivers bijko-
Zo hoopt de politie bij het uitsterven
van de aan opium verslaafden ook de laat
ste opiumkitten te kunnen sluiten. Amster
dam telt enkele honderden Chinezen on
der zijn bevolking. Onder de jongeren
blijkt gelukkig geen belangstelling voor
opium te bestaan.
(Van onze correspondent)
PARIJS (GPD). Ofschoon iedereen
nu wel weet of meent te weten dat
generaal Charles de Gaulle in zijn land
een almachtige positie bekleedt, is die
almacht toch ook weer niet in alle sec
toren en richtingen voor de volle hon
derd percent absoluut of onaangevoch
ten. Ook de generaal is gehuwd, en voor
de gevoelens, opinies, (voor)oordelen, in
zichten en zelfs taboes van zijn echtge
note, in de Franse wandeling „Tante
Yvonnegenoemd, kan zelfs de machtige
president zich niet altijd onverschillig
tonen.
NIET DAT mevrouw De Gaulle (van
Nederlandse afkomst want haar
overgrootvader was 'n Brabantse koekjes
fabrikant die naar Frankrijk emigreerde)
zich met de dagelijkse grote of zelfs
kleine politiek bemoeit, waar ze veeleer
een aversie tegen heeft. Haar invloed strekt
zich op andere gebieden uit. Mevrow
De Gaulle is het rooms-katholieke geloof
toegedaan met een strengheid die in Parijs
exceptioneel mag heten, en ten aanzien
van de levenswandel van de leden van de
huishoudelijke en andere staven van het
Elysée, ziet ze niets, maar dan ook hele
maal niets door de vingers.
Door haar toedoen werden dan ook de
verschillende mensen van het personeel,
maar ook hoge functionarissen uit de
de dienst ontslagen, omdat ze niet aan de
morele normen van madame De Gaulle
vermochten te voldoen. Iemand die ge
scheiden is, wenst ze beslist niet in haar
omgeving te zien en liever ook niet als
gast aan haar tafel te ontvangen.
HET LAATSTE slachtoffer van mada
me De Gaulle's hooggestelde zedelijkheids
criteria is nu niemand minder dan de
beroemde generaal Catroux, voormalig mi
nister en hoge commissaris in verschillen
de nu ex-koloniën en nog altijd grootkan
selier van het Légion d'Honneur. Deze
dignitaris die dus een der aanzienlijkste
posities in de republiek vervult is nu door
tante Yvonne boudweg de toegang tot het
Elysée ontzegd, een verbod dat zelfs de
president niet heeft kunnen opheffen. De
reden? De generaal, die 86 lentes let, is
onlangs na een zestigjarig huwelijksleven
dat met vele kinderen en dozijnen klein
kinderen gezegend werd, gescheiden van
zijn vrouw om een nieuwe echtverbintenis
te kunnen sluiten met een bekende mar
kiezin, die nog geboren moest worden toen
haar huidige echtgenoot in de eerste we
reldoorlog al hele legerscharen aanvoerde.
Het nieuwe huwelijk van generaal Ca
troux kon uiteraard kerkelijk niet
worden ingezegend, reden waarom de
grootkanselier het presidentiële paleis nu
nooit meer zal kunnen betreden.
WERK KUNNEN ze echter allemaal
wel vinden. Er is hier net als in Neder
land, een speciaal studentenbemiddelings
bureau dat de bijbaantjes distribueert. In
het ene seizoen liggen ze wat hoger opge
schept dan in andere maanden. In de zo
mertijd zijn er in Parijs plaatsen vrij als
gids, wat behoorlijk betaalt veertig gul
den per dag vast in het handje plus nog
de fooien, waarmee de buitenlandse toeris
ten over het algemeen niet karig zijn. Jon
gens die over spierballen beschikken en
niet bang zijn ze te gebruiken, kunnen
's zomers ook altijd wel terecht in De Hal
len wanneer de professionele „forts"
Madame Yvonne De Gaulle tussen haar
echtgenoot en mgr. Marella, de Aposto
lische nuntius, tijdens een galavoor
stelling in de grote feestzaal van het
Elysée.
krachtpatsers het er ook even van
hebben genomen. In de vakanties is er
trouwens overal wel vraag naar rempla-
ganten en op postkantoren, banken en di
verse andere bureaus worden de studen
ten dan met wijd open armen ontvangen.
In de rest van het jaar is er nog wel
vraag naar kelners, loopjongens en na
tuurlijk babysitters, waarvoor de medi
sche studenten prioriteit genieten. Voor de
meisjesstudenten is het allemaal wat
moeilijker. De keus voor het zwakke ge
slacht is veel geringer. De rijkste plaats
die voor een meisjesstudent in Parijs is
weggelegd is de stoel van de dame die in
de grote restaurants en cafés toezicht
houdt op de telefooncellen en closetten (in
de Parijse volksmond „Dame-Pipi" gehe
ten). Op die zetel scharrel je per dag (of
nacht) wel zo'n tachtig gulden aan fooien
bij elkaar.