In Tanganyika kreeg het
groepsbelang de overhand
Tien botersmokkelaars in
Breda veroordeeld
M
PRINSES
IRENE
Ruzie beslecht
met pistool
KUIPERS
Bm JjjjjfK^ A
HOOFDPIJNPOEDERS
i/ ii i n p r i I/nu
i% ii i r gfcLnnnn i
Het nationalisme in Oost-Afrika II (slot)
Correspondent van
Reuter uitgewezen
Nieuw hart voor
Den Haag
R.-k. verkenners
adopteren
negerstam
Zendelingen gered
uit gistend Kongo
Sleepboten kregen een
vrachtvaarder vlot
Enschede zorgt voor
pijprokers op
recepties
Slechts een deel van de
bouwvakkers vraagt
vrijstelling van dienst
DINSDAG 4 FEBRUARI 1964
5
Politici hebben overredingskracht overschat
N ationalisme
Bedenkelijk
Ongewone postzegels
SIERRA
Stir* LEO NE ÊPi
1
4ÉÉ1 - f
Ci» Sir it
"VP.
Onprettig
Politiek
,Eigen schuld
Lacune
Oefenreizen van
de marine
ZIJLSTRAAT 97 HAARLEM
BRILLEN SPECIALIST v
(Van een medewerker)
Terwijl we in 1960 de neiging hadden de
moeilijkheden in Tanganyika te bagatelli
seren. wijzen de schaarse gegevens uit de
jaren daarna er op, dat de Tanganyika-
nen hun enthousiasme niet volledig waar
hebben kunnen maken. Het is moeilijk in
Europa aan de hand van de spaarzame
berichten, die men krijgt de politieke ont
wikkeling van een Afrikaans land te vol
gen. Maar al die berichten duiden er op,
dat de raciale, sociale en economische
problemen aan onheilspellende betekenis
hebben gewonnen sinds 1960.
Economisch is er vrijwel niets veran
derd. Het heeft de regering bij de uitvoe
ring van haar ontwikkelingsprogramma
niet meegezeten. Bij de onafhankelijkheid
had Tanganyika gehoopt op een Engelse
bijdrage van 240 miljoen gulden voor het
ontwikkelingsplan: de Engelsen halveer
den dit bedrag.
En Amerikaanse en Westduitse hulp
viel tegen. Deze tegenslag was belangrijk,
want voor een nationalisme dat als leus
de strijd tegen ziekte, onwetendheid en
armoede had, was een zich-ontwikkelende
economie de noodzakelijke motor. Als die
motor ontbreekt, kan deze leus zich wel
eens keren tegen de gangmakers door een
uitbarsting van sociale ontevredenheid.
In Afrika heeft nationalisme een totaal
andere betekenis dan in Europa. Bij ons
is het een term uit de vorige eeuw, die
het streven aanduidt van een volk, dat
zich op grond van een nationaal verleden
tegen een gehate monarch of een over
heersend land keert. Voorbeeld van dit
eenheidsstreven op grond van een ge
meenschappelijke geschiedenis en cultuur
is bijvoorbeeld Italië.
In Afrika kan deze vorm van nationa
lisme niet gelden. De grenzen van de
nieuwe Afrikaanse staten zijn in de jaren
'80 van de vorige eeuw willekeurig door
de Europese mogendheden vastgesteld.
Het Afrikaanse nationalisme is gericht op
de toekomst. In die toekomst moeten die
willekeurige grenzen een natie omsluiten,
waar geen armoede meer heerst, en waar
de bewoners zich vóór alles staatsburgers
voelen en geen stamleden.
Voor het tot stand brengen van dit pro
gramma zijn de meeste Afrikaanse staats
lieden van Nkrumah tot Nyerere geïnspi
reerd door voorbeelden van pragmatisch
socialisme of communisme.
Wat zij doen is het voeren van een be
leid dat men een „syncretistisch" sociaal
beleid zou kunnen noemen, waarbij dat
voorbeeld wordt gevolgd dat het beste be
valt, of dit nu uit Israel of China stamt.
Dit mag niet verhullen, dat het hier vooral
om een politiek streven gaat.
Want de verantwoordelijke staatslieden
moeten hun landgenoten van het nut van
hun sociale hervormingen weten te over
tuigen, en het nationalisme is hiervoor
het belangrijkste argument. De ontwik
keling van Tanganyika in de laatste jaren
lijkt aan te tonen, dat de, politici hun na
tionale overredingskracht hebben over
schat.
Dit is dan ook het bedenkelijke van de
muiterij in Tanganyika. De muiterij is nu
met hulp van Engelse troepen onderdrukt,
maar de regernig heeft uiterst zwak gerea
geerd en de muiters eigenlijk in hun eisen
gelijk gegeven: de Engelse officieren zijn
vertrokken en een onderzoek naar de sol
dij is beloofd.
MOSKOU (AP) Peter Johnson, hoofd
correspondent van het Britse nieuws
agentschap Reuter in Moskou moet de Sov
jet-Unie verlaten Hij wordt ervan be
schuldigd berichten te hebben gestuurd
„die grove laster bevatten over het leven
van de Russische bevolking".
Johnson is de eerste Britse correspon
dent die sinds jaren wordt uitgewezen.
De laatste twee jaar zijn er twee Ame
rikaanse correspondenten het land uitge
zet. Een correspondent van het Franse
blad Figaro werd in 1961 uitgewezen.
Johnson wordt ook beschuldigd van het
„vergiftigen van de betrekkingen van de
Sovjet-Unie met andere landen, waaron
der de Afrikaanse staten".
Hieruit blijkt dat de Russen aanstoot
hebben genomen aan de wijze waarop
Johnson heeft bericht over de demonstra
tie van Afrikaanse studenten in Moskou,
in december vorig jaar, nadat een hun
ner dood was aangetroffen.
v 12S52
Porto Lopo USSI
K»il»noen/:
Pondembooo
Ken «ma
IBERIA
Üj[ Afrika
Sierra Leone zal volgende week de
eerste zelfplakkende postzegel ter
wereld uitgeven. Deze postzegel is
tevens een nieuwtje omdat hij niet
de normale rechtlijnige omtrek heeft,
maar die van de grenzen van Sierra
Leone.
Het kan niet anders of het gezag van
de regering heeft hieronder geleden,
vooral omdat er andere ontevreden groe
pen in Tanganyika zijn, zoals de stam
hoofden, die hun macht bedreigd zien
door democratisering van het lokale be
stuur. En niets is zo fnuikend voor de ver
dere ontwikkeling van Tanganyika en
voor het gezag van de regering als dit
touwtrekken om groepsbelangen.
Al in 1960 kon men voorzien dat de vak
verenigingen een potentiële haard van ver
zet waren en in de afgelopen jaren zijn
ze voor de regering, die het land zo aan
trekkelijk mogelijk wilde maken voor bui
tenlandse investeringen een voortdurend
probleem geweest. Zij kunnen nieuwe
kracht voor verzet uit de recente ontwik
keling putten.
Een belangrijke oorzaak voor de moei
lijkheden waarmee de Tanganyikaanse re
gering kampt, is dus de economische stg-
natie. Maar het is niet de enige. Minstens
even belangrijk is de ideologische zwakte
van het politiek programma.
In de strijd tegen de koloniale bestuur
der was het gemakkelijk enthousiasme te
kweken voor de nationale zaak in Tangan
yika was dit enthousiasme overweldi
gend en tot op de huidige dag is er van
oppositie tegen de partij geen sprake.
Maar juist de machtige positie van de par
tij belemmert de groei van een verant
woordelijke oppositie als een uitlaatklep
voor sociaal ontevreden groepen.
En één van de bedenkelijkste verschijn
selen in Tanganyika vandaag de dag is de
uitholling van het nationale élan op streek-
niveau. President Nyerere heeft waar
schijnlijk met het oog op deze ontwikke
ling voorgesteld om van Tanganyika offi
cieel een éénpartij staat te maken. Bij de
verkiezingen zouden meer kandidaten
zich dus kunnen aandienen binnen het ka
der van de partij.
Op die manier hoopt hij, dat de verkie
zingen parlementsleden met een werke
lijk mandaat van het volk zullen opleve
ren. Dit is een voor Afrika interessant ini
tiatief. Deze ontwikkeling lijkt doorkruist
door de muiterij. In 1960 luidde het com
mentaar van lord Mountbatten, die de
East African Rifles bij zijn bezoek inspec
teerde: nog nooit had hij troepen zo zien
exerceren.
Dat klinkt nu, drieeneenhalfjaar later,
aandoenlijk ouderwets. Het Tanganykaan-
se leger is zich bewust geworden van zijn
politieke macht. Het is mogelijk dat com
munisten tot die bewustwording hebben
bijgedragen, belangrijker zijn waarschijn
lijk de voorbeelden van Dahomey, Togo,
en laatstelijk Zanzibar geweest. Uit de re
voluties in deze landen hebben de mili
tairen in Tanganyika kunnen leren welke
rol ze zouden kunnen spelen.
De gemeenteraad van Den Haag heeft
zich in beginsel verenigd met het plan tot
reconstructie van de kern van de oude
binnenstad, waarvan de uitvoering met
voortvarendheid ter hand zal worden ge
nomen.
Het plan voorziet in de afbraak van het
niet specifiek historische gedeelte van het
oude stadhuis aan de Groenmarkt en een
aanpassing en vernieuwing van de naaste
omgeving. Overwogen wordt na de af
braak van de zogenoemde „puist" van het
oude stadhuis een aanbouw in de twin-
tigste-eeuwse stijl aan het uit de zestiende
en achttiende eeuw daterende gedeelte tot
stand te brengen. In het historische ge
deelte zullen enige restauratiewerkzaam
heden moeten worden uitgevoerd.
Wat de omgeving betreft wordt ervan
uitgegaan dat het gebouwencomplex, gele
gen tussen de Prinsestraat, Nobelstraat,
Oude Molstraat en Drie Hoekjes, met uit
zondering van het door de architect Ber-
lage ontworpen gebouw, moet worden ver
vangen door een nieuwe bebouwing. Deze
is zodanig gedacht, dat een winkelplein
ontstaat, dat visueel in verbinding blijft
met het aan te leggen voorplein van het
stadhuis.
Veertigduizend jongens, leden van de ka
tholieke verkenners, gaan met steun van
hun leiders en leidsters zeventigduizend
negers van de Masai-stam in Kenya adop
teren. Met 400.000 per jaar kan in de
meest noodzakelijke levensbehoeften van
de Masai-stam kan worden voorzien. Dit
bedrag willen de verkenners voorlopig
jaarlijks bijeen brengen door 't aanbieden
van jaarabonnementen op „Masai-cahiers"
waarin informaties worden verstrekt over
actuele toestanden in onder-ontwikkelde
gebieden, in 't bijzonder in Centraal Afri
ka. Aan deze cahiers werken o.a. mee dr.
O. Jager, Godfried Bomans, Simon Car-
miggelt, Michel van der Plas, Mies Bou-
man, ds. J. Nieuwenhuyzen, pater Wesse-
ling, Jan Cottaar, prof. dr. R. A. J. van
Lier, Carel Enkelaar en Gabriel Smit.
LEOPOLDSTAD (AP) Helicopters van
de Verenigde Naties hebben de laatste drie
protestantse zendelingen in het door de re
bellen onveilig gemaakte Kwiloe wegge
haald. De zendelingen alle drie Zwit
sers zijn in veiligheid gebracht.
In de afgelopen tien dagen zijn meer dan
driehonderd mensen per vliegtuig uit Kwi
loe gehaald na systematische aanvallen op
protestantse en katholieke missies door de
terroristen. Die hebben geprobeerd de stad
Goengoe te veroveren, ongeveer 65 kilome.
ter ten zuiden van Kikwit. Tientallen vol
gelingen van Moelele zijn bij de aanval
op Goengoe gedood. De stad heeft onge
veer vijfduizend inwoners.
De sleepboten „Barentsz-zee" en „Maas"
van L. Smit en Co's internationale sleep
dienst zijn er in geslaagd de 5636 brt.
metende Venezolaanse vrachtvaarder„Ciu-
dad de Maracaibo" vlot te krijgen. Het
schip werd vorige week dinsdag door een
aanvaring met een tanker aan de ingang
van het kanaal van Maracaibo vrij ern
stig beschadigd.
De „Ciudad de Maracaibo" wordt nu
naar Puerto Cabello gesleept. De scheuren
in de huidplaten zijn provisorisch gedicht,
de slagzij (aanvankelijk twintig graden)
is opgeheven.
De secretaris-generaal van de volke
renorganisatie Oe Thant begon zijn
rondreis door Afrika in Algerije. Hier
werd hij gefotografeerd kort na zijn
aankomst op het vliegveld van
Algiers. Thant werd op het vliegveld
begroet door Ben Bella en andere
autoriteiten. Op de foto: van links
naar rechts: Mohammed Yazid. Mo
hammed Said, Oe Thant, Ben Bella
en Chanderli.
Japans restaurant. Scheveningen
krijgt tegen het einde van de maand een
Westeuropese primeur, een Japans restau
rant. Men wil in het restaurant zoveel mo>
gelijk de Japanse eetgewoonten handha
ven. Dat betekent eten met stokjes, zittend
op tatami's Kok wordt de Japanner Mi-
chiyoshi Musha, die naar Nederland komt
met drie Japanse meisjes, die als gastvrou
wen zullen optreden.
De rechtbank in Breda heeft tien boter
smokkelaars veroordeeld. De zwaarste
straf kreeg een inwoner van Zundert, die
gesmokkeld had met een pantserwagen.
Om achtervolgende ambtenaren van zich
af te schudden, had hij kraaiepoten op de
weg gestrooid. Hij kreeg vijf maaanden,
waarvan drie voorwaardelijk en verbeurd
verklaring van de boter en de auto.
Een inwoner van St. Willebrord, die aan
een smokkelcomplot boter had geleverd,
werd veroordeeld tot zes maanden ge
vangenisstraf waarvan drie maanden voor
waardelijk met drie jaar proeftijd en twee
jaar ontzegging van de bevoegdheid groot
handelaar in boter te zijn.
De overige verdachten, die voor het me
rendeel uit Rotterdam kwamen, kregen
gevangenisstraffen van zeven en negen we
ken, waarvan vijf voorwaardelijk, of voor
waardelijke straffen met geldboeten. De
verdachten, die tot geldboeten werden ver
oordeeld, waren in België gepakt en had
den daar al enige tijd in de gevangenis
gezeten.
Poging tot smokkel
De economische strafkamer van de
rechtbank in Dordrecht heeft zes personen
veroordeeld, die betrokken zijn geweest
IjH^ PER ETUI VAN 6 EN 12 S
De vorige week is geheel beheerst
door prinses Irene. Aanvankelijk regende
het commentaren op een interview, dat
zij had gegeven over het onderwerp
Spanje", later werd haar overgang tot
de rooms-katholieke kerk bekend. Een
van de eerste reacties op dit laatste be
richt werd gemeld uit Sint Maartensdijk
in Zeeland: de Prinses Ireneschool ver
loor zijn naam. „Laten ze er dan meteen
het Sint ook maai* afhalen" werd in de
VARA-rubriek ACHTER HET NIEUWS
opgemerkt en ZO IS HET TOEVAL
LIGgaf een nieuwe omschrijving
van drie pastoors in de Kalverstraat: „De
Prinses Irenebrigade". In hetzelfde pro
gramma werd voorgesteld de Regerings
voorlichtingsdienst voortaan „Ontken-
nings- en Bevestigingsdienst" te noemen.
Deze RVD heeft van alle zijden critiek
moeten ondergaan over de affaire. De
hoofdredacteuren wilden allen de per
soonlijke keuzen van prinses Irene respec
teren. Zo schreef het DEVENTER DAG
BLAD:
Het bericht zal slechts verontwaardiging
hebben gewekt bij de weinigen, die het
nog met de uitspraak uit 1813 van wijlen
dr. Bronsveld eens zijn, dat „Op Neerlands
erve de kromstaf even onnationaal is als
de Russische knoet."
Maar wat kwaad bloed heeft gezet is dat
de mededeling pas is gekomen nadat een
Spaanse fotograaf prinses Irene in een
rooms-katholieke kerk in Madrid had ont
dekt. Hetzelfde blad schreef hierover:
„Men vraag zich in gemoede af waar
om deze overgang geruime tijd moest
worden verzwegen en geheim gehouden
alsof het hier iets onoirbaars gold, althans
iets, waarvan men die kwalijke repercus
sies, vreesde, waartoe een mondig en tole
rant volk als het onze zich anno 1963 en
1964 toch waarlijk niet zo makkelijk meer
laat verleiden."
De protestantse NIEUWE LEIDSCHE
COURANT meent dat iedere overgang naar
de r.k. kerk, wie het ook geldt, voor de
blijvende een aansporing zal behelzen tot
nieuwe bezinning op het wezen van her
vorming.
„Is er in de kerken van de reformatie
werkelijk een tekort? Uit de sobere toe
lichting blijkt dat oecumenische gezind
heid mee tot de beslissing heeft geleid.
Maar het gevoelen van velen echter drijft
men de oecumenische gezindheid wat ver
als men de kerk van de Hervorming vaar
wel zegt. In deze gedachtengang zou men
trouwens niet minder een omgekeerde ge
dragslijn kunnen verwachten."
De NIEUWE APELDOORNSE COU
RANT wijst er op, dat het betrokken pers
bureau (UPI) netjes heeft gehandeld door
Den Haag van zijn ontdekking op de hoog
te te brengen. Het had ook de bewuste fo
to aan de wereldsensatiepers kunnen ver
kopen. Blijft het vreemde feit, dat het het
UPI niet de primeur kreeg van de RVD,
maar het ANP.
Het NIEUWSBLAD VAN HET NOOR
DEN stelt de adviseurs van koningin Ju
liana ernstig in gebreke. Het blad merkt
verder op:
„De mededeling dat prinses Irene in
oecumenische zin rooms-katholiek is ge
worden overbodig, volkomen niet ter
zake en ons inziens zelfs ten onrechte
maakt een onprettige indruk".
DE TIJD meent dat men mag constate
ren dat de opvoeding van de prinses in
het protestants-christelijke milieu van het
ouderlijk huis zozeer vrij is geweest van
anti-roomse vooroordelen dat zij deze over
gang althans niet onmogelijk heeft ge
maakt.
„In de laatste tijd is het inzicht gemeen
goed geworden dat er tussen protestantse
en katholieke christenen geen diametra
le tegenstelling bestaat. Zij hebben zo
veel gemeenschappelijks, dat personen, die
na een protestantse opvoeding tot het
katholicisme overgaan, geenszins al hun
geestelijke bagage behoeven achter te la
ten. Integendeel, zij kunnen de kerk,
waartoe zij toetreden, verrijken met een
inbreng aan eigen geestelijke waarden."
Het blad constateert, dat het konink
lijk gezin nu als eenheid-in-verscheiden-
heid enigszins een afspiegeling is gewor
den van ons confessioneel verdeelde volk.
DE GELDERLANDER schreef:
„De omstandigheid dat koningin en
prins geheel staan achter de vrijheid van
keuze voor hun kinderen en derhalve het
toetreden van prinses Irene tot de katho
lieke kerk volledig respecteren, is een
waardevolle ervaring inzake het klimaat
van openheid en respect, dat in ons ko
ninklijk gezin heerst, en dat zoveel bij
draagt aan de grote plaats, die het vor
stenhuis in de harten van ons Nederlan
ders inneemt
Een heel ander geluid dan dit van een
r.k. blad verneemt men uit DE WAAR
HEID:
„Het is opvallend dat het eerste nieuws
uitgerekend uit Madrid kwam. Franco-
Spanje was eerder op de hoogte dan Ne
derland en het Nederlandse parlement.
Het bericht over de nieuwe geloofskeuze
werd enkele dagen geleden op een merk
waardige wijze ingeleid met een interview
waarin prinses Irene lovende woorden
sprak over de sociale toestanden in Span
je. Het Nederlandse volk in zijn overgro
te meerderheid verafschuwt echter het
Franco-regime.
Volgens de geldende regels draagt de
regering de verantwoording voor de poli
tieke uitlatingen, die hierboven in herinne
ring gebracht werden. Het is nodig dat
Marijnen en Luns nu zelf voor de draad
komen. De eerste, die via radio en pers,
commentaar leverde op de toetreding
van de prinses tot de katholieke kerk, was
de K.V.P.-fractieleider Schmelzer. Maar
Schmelzer is geen geestelijke en K.V.P.
is geen kerk. Zij is een politieke par
tij, die niet het geloof, maar wél de ui
terst reactionaire krachten in ons land
vertegenwoordigt. Het optreden van Schme-
zer kan alleen maar gezien worden als een
poging van rechtse kringen om de nu be
kend geworden stap van een lid van het
koninklijk huis voor eigen doeleinden te
gebruiken."
Geeft het communistische blad hier een
flinke politieke draai aan de gebeurtenis
sen, verwonderlijk is dit niet, want het
interview van de prinses moest hiertoe wel
leiden. Ook in tal van andere kranten zijn
over dit gesprek harde noten gekraakt.
Het begon met HET VRIJE VOLK, dat
kort en krachtig reageerde:
„Prinses Irene heeft het Spanje van de
sociale tegenstellingen ontdekt achter het
Spanje van de flamenco en de stierenge
vechten. Helaas is het Spanje van Franco
en de fascistische falanx vooralsnog aan
haar aandacht ontsnapt, maar voor ie
mand, die een privéreis zo ernstig opvat
kan ook deze ontdekking niet lang op zich
laten wachten. In afwachting daarvan zou
het beter zijn geweest geen tussentijdse
verklaringen af te leggen die zo'n een
zijdig beeld geven van de situatie in Span
je".
Wie anders zou hier op reageren als
DE TELEGRAAF? Het blad zei venijnig
dat het dagblad van de P.v.d.A. en het
N.V.V. het niet had kunnen nalaten ern
stige critiek uit te oefenen op het inter
view, dat prinses Irene aan een Neder
landse journalist in Spanje had gegeven.
„Nu is het juist de socialistische pers
geweest, die zeer veel aandacht heeft be
steed aan de geruchten over een „aan
staande verloving" van prinses Irene met
een Spaanse markies. Zoveel aandacht,
dat de prinses als het ware gedwongen
werd in het openbaar deze geruchten met
nadruk ongegrond te verklaren. Zij sprak
daarbij vriendelijke woorden over Spanje
het land waar zij als gast verblijft. On
der meer was zij onder de indruk van de
werkzaamheden van verschillende sociale
instellingen. Uiteraard onthield prinses
Irene zich van ieder politiek oordeel over
de merites van het regime-Franco. Toch
meent het socialistische dagblad op grond
van dit, mede door hem uitgelote inter
view, politiek te moeten bedrijven, een
politiek, waarbij het, volkomen ten on
rechte en tegen alle regels in, een lid van
het koninklijk huis tracht te betrekken".
Dit neemt niet weg, dat ook een rustig
blad als de NIEUWE ROTTERDAMSE
COURANT het interview zeer critisch be
keek:
„Zo iets behoort tot de dingen, die wij
niet van een lid van de koninklijke fa
milie verwachten. De prinses toont ons
uitsluitend de zonzijde van een land, over
welks regering nog wel het een en ander
te doen is. In op zichzelf lofwaardig enthou
siasme wil de prinses in Nederland heer
sende misverstanden omtrent Spanje uit
de weg ruimen. Maar het kan de prinses
niet onbekend zijn, dat er over Spanje nog
meer te vertellen valt en dat de politieke
situatie daar, zacht gezegd, discutabel is.
Het blad zegt dat het bij ons bestel hoort
dat het koninklijk huis niet wordt gecriti-
seerd. Dat is vol te houden zolang leden
van het koninklijk huis geen aanleiding tot
critiek geven. Maar men heeft thans met
een uitzondering te doen, die dan maar
als een vergissing moet worden be
schouwd.
Ook DE TIJD constateert een lacune in
het interview. „Maar," zegt het blad, „hoe
kwam zij er toe een interview toe te staan?
Was dat niet door de pers, die haar een
week lang had achtervolgd met berichten
over een verloving? Er bestaat een gezeg
de: het is nooit goed of het deugt niet."
Opnieuw dus de merkwaardige redene
ring dat de pers de schuld heeft.
Het UTRECHTS NIEUWSBLAD merkt
op dat op de contacten tussen de koninklij
ke familie en de Nederlandse pers niet
veel zegen rust.
Over het leven ten paleize komt alleen
iets in de krant als men af en toe voor
publicaties uit een boek koopt bij de uit
gever Ten Have."
De LEEUWARDER COURANT spreekt
van kortsluitingen.
„Juist deze kortsluitingen zullen het dy
nastieke leven veel verder dan gevaarlijker
ondergraven dan men nu ten onrechte
aanneemt dat de moderniseringen zul
len doen."
En HET PAROOL redeneert:
„Wie zich herinnert hoe nog niet zo lang
geleden prins Bernhard zich uitsprak over
de apartheidspolitiek in Zuid-Afrika (eerst
in nogal negatieve zin in zijn door Alden
Hatch geschreven biografie en later aan
zienlijk positiever in een interview met
Die Burger) moet zich met enige bezorgd
heid afvragen of bij alle leden van ons
koninklijke gezin het besef van de consti
tutionele normen en grenzen scherp ge
noeg is".
Het blad vindt het trouwens ook nood
zakelijk dat de regering opheldering geeft
over de precieze rol van de Nederlandse
ambassadeur in Madrid, de heer Van Pan-
huys.
In DE TELEGRAAF wordt ook gespro
ken over een kortsluiting. „Het is werke
lijk van het allerhoogste belang dat in de
ze lacune nu eens op doeltreffende wijze
wordt voorzien".
De GROENE AMSTERDAMMER ver.
telt hoe de Nederlandse ambassadeur bij
het interview aanwezig was.
„De heer Van Panhuys had moeten be
grijpen dat hier iets iverd voorbereid en
uitgevoerd, dat met de beginselen van
onze staatsinrichting in strijd was".
Het blad meent in zijn beschouwingen,
die de titel „De sprookjes van een prin
ses" dragen, dat inzicht in staatsrechte,
lijke verhoudingen zowel bij de prinses als
bij de ambassadeur niet de sterkste kant
vormt.
bij een poging tot botersmokkel in Noor
deloos. Het ging om duizenden kilo's bo
ter, die naar België moesten worden ge
smokkeld.
Een achttienjarige inwoner van Deinze
(België), die als bijrijder op de vrachtwa
gen zijn medewerking aan de smokkel had
verleend, werd veroordeeld tot vier weken
en 100 boete. De 36-jarige chauffeur uit
Aarsele (België) tot vijf weken en f 300.
Een veertigjarige fruitteler uit Noorde
loos, die toestemming had gegeven de par
tij boter in zijn koelcel op te slaan, werd
veroordeeld tot twaalf dagen en 200 boe
te, de mede-eigenaar van de koelcel, een
42-jarige inwoner van Lexmond, 50 boe
te, een 27-jarige los arbeider uit Vrees
wijk, die merken en opschriften van de
wikkels van de boter had verwijderd en
meegeholpen had om de smokkel te orga
niseren, vier maanden.
Een negentienjarige inwoner van IJssel-
stein, die hand- en spandiensten had ver
richt, werd veroordeeld tot een maand
voorwaardelijk en een boete van 50.
Een in Horst wonende koopman heeft
in de nacht van zondag op maandag tij
dens een ruzie de 43-jarige koopman Ver
hoeven uit Helden met een revolver neer
geschoten. Het slachtoffer, dat verscheide
ne malen werd getroffen, onder andere in
het bovenbeen en in de linkerarm, is in
het ziekenhuis te Horst opgenomen, waar
operatief moest worden ingegrepen.
Schepen van de Nederlandse marine zul
len in de komende maand onder meer Gi
braltar, Malta, Portland, Paramaribo en
Oostende aanlopen. Dat gebeurt op oefen-
reizen van de verschillende smaldelen. Op
leidingssmaldeel I, waarvan de kruiser „Da
Ruyter", de onderzeebootjagers „Rotter
dam" en „Holland", het fregat, „De
Zeeuw" en de onderzeeboot „Zeeleeuw"
deel uitmaken, is donderdag uit Den Hel
der vertrokken voor een reis naar de Mid
dellandse Zee. De schepen brengen bezoe
ken aan Gibraltar en Malta. Aan de oefe
ningen nemen ook vliegtuigen deel van het
type Neptune en Tracker, die speciaal daar
voor gestationeerd zijn op een vliegveld
op Malta.
Oefensmaldeel V, dat bestaat uit het
vliegkampschip „Karei Doorman" en de
onderzeebootjagers „Amsterdam", „Fries
land" en „Drenthe" zal met uitzonde
ring van de „Karei Doorman" dat bij de
werf Wilton Fijenoord in Schiedam een
onderhoudsbeurt ondergaat, 10 februari
uit Den Helder uitvaren voor een oefenreis
in het Engelse Kanaal en op de Atlan
tische Oceaan. Drie kustmijnenvegers zul
len deze week een bezoek brengen aan
Oostende.
Burgemeester en wethouders van En
schede hebben besloten om tijdens de re
cepties in het stadhuis niet alleen sigaren
en sigaretten te presenteren, maar ook en
kele potten met rooktabak gereed te zet
ten, zodat het toenemend aantal pijprokers
ook aan zijn trek zal kunnen komen en
niet voor de verleiding van de sigaret zal
behoeven te bezwijken. Er zullen enkele
tabakspotten worden aangeschaft, die niet
zullen misstaan in het interieur van het
stadhuis De pijprokers zijn wel nieuwsgie
rig welke soorten tabak het gemeentebe
stuur zal aanschaffen.
Lang niet alle bouwvakkers, voor wie
minister de Jong van Defensie de moge
lijkheid geopend heeft om vrijstelling van
militaire dienst te verkrijgen, maken van
die mogelijkheid gebruik. Dat blijkt uit
cijfers. Aan 400 bouwvakkers van de lich
ting 1964 is thans vrijstelling verleend. Hon
derd man van deze lichting heeft een ver
zoek ingediend dat nog in behandeling is.
Totaal had de bewindsman voor 600 bouw
vakkers van deze lichting de mogelijkheid
om vrijstelling te verkrijgen geopend. De
dienstplichtigen die behoren tot de lich
ting 1964 zijn voor het grootste deel vo
rig jaar al onder de wapenen gekomen.
Van de lichting 1965 (dienstplichtigen die
voor een belangrijk deel dit jaar in wer
kelijke dienst komen) bestaat voor 1.800
bouwvakkers de mogelijkheid om vrijstel
ling te vragen. Aan 215 man is die vrij
stelling op dit moment verleend en er zijn
460 aanvragen, die nog onderzocht wor
den. Bij Defensie bestaat het vermoeden
dat veel bouwvakkers wachten met 't vra
gen van vrijstelling tot het moment dat
ze een oproep tot inlijving ontvangen. De
mogelijkheid om die vrijstelling te vragen
bestaat echter al vanaf het ogenblik dat
de dienstplichtige te horen krijgt dat hij
is goedgekeurd.