DE KAPITEINSDOCHTER I -1 PANDA EN DE MEESTER-RIOLIST 1 Ons vervolgverhaal s WOENSDAG 5 FEBRUARI 1964 19 wmmmtft/i as Een historische roman uit het tsaristische Rusland door Alexander Poesjkin 11. s Ideale zeebodem Financiers en technici: We kunnen desnoods vandaag-de-dag beginnen Invasievrees Hitiers „bijdrage" Goedkoopste oplossing Twee methoden Wandelende torens Frans fiat Britten vóór Winnaars rebus kinderpostzegels I I I I i (Vertaald door mr. S. L. de Leeuw) 17) Op dit ogenblik weerklonk er een verschrikkelijk gejoel en geschreeuw, de oproerlingen liepen in draf naar de vesting. Ons kanon was met een kartets geladen. De kommandant liet hen tot vlakbij komen en schoot toen plotseling weer. De kartets kwam mid den in de menigte terecht. De oproer lingen liepen naar beide kanten uit een en trokken terug. Hun aanvoerder bleef alleen vooraan.Hij zwaaide met zijn sabel en het scheen, of hij hen vurig toesprak.... Het ge schreeuw en gehuil, dat een ogenblik was opgehouden, hernieuwde zich da delijk weer. „Nu, jongens," zei de kommandant, „opent nu de poort en slaat op de trommels. Mannen vooruit, een uit val, volgt mij!" De kommandant, Iwan Ignatitsj en ik stonden het volgende ogenblik al buiten de vestingwal, maar het be vreesde garnizoen kwam niet in be weging. „Mannen waarom staan jul lie stil?" riep Iwan Koezmitsj. „Al moeten wij sterven, de dienst eist het!" Op dat ogenblik stortten de oproer lingen zich op ons en drongen zij de vesting binnen. De trommel zweeg, het garnizoen wierp de geweren weg; ik werd eerst omver geworpen, maar stond op en liep met de oproerlingen de vesting binnen. De kommandant, die aan het hoofd gewond was, stond te midden van een groep boosdoeners, die de sleutels van hem opeisten. Ik wilde hem te hulp snellen, maar eni ge stevige Kozakken grepen mij beet en knevelden mij met hun gordels, onder de woorden: „Nu krijg je je loon, verachters van de Tsaar!" Men sleepte ons over straat; de inwoners kwamen hun huizen uit en brachten brood en zout. De klokken beierden. Plotseling werd er onder de menigte geroepen, dat de Tsaar op het plein de gevangenen verwachtte en hun de eed zou afnemen. Het volk stroomde naar het plein, ook ons dreef men daarheen. Poegatsjow had plaatsgenomen in een zetel op de buitentrap van het kommandantshuis. Hij had een mooie Kozakken-kaftan aan, die met goud galon bestikt was. Een hoge herme lijnen muts met gouden kwasten had hij op het hoofd gedrukt, vlak boven zijn fonkelende ogen. Zijn gezicht kwam mij bekend voor. De Kozakken- oudsten stonden om hem heen. Va der Gerasiem stond bleek en sidde rend voor het huis, met het kruis in de handen en het leek of hij hem zwijgend voor zijn toekomstige offers om vergiffenis bad. Op het plein werd inderdaad een galg opgericht. Toen wij naderbij kwamen, dreven de Basjkieren het volk uiteen en zij brachten ons voor Poegatsjow. Het gelui van de klokken verstomde; er viel een diepe stilte. „Wie is de kom mandant?" vroeg de usurpator. Onze kozakken-onderofficier kwam uit de nlenigte naar voren en wees op Iwan Koezmitsj. Poegatsjow keek dreigend naar de oude man en zeide: „Hoe waag je het, aan mij, je Tsaar, ver zet te bieden?" De kommandant, die uitgeput was door zijn wond, verzamelde zijn laat ste krachten en antwoordde met vas te stem: „Jij bent mij Tsaar niet, jij bent een dief en een bedrieger, hoor je!" Poegatsjow fronste duister de wenkbrauwen en wuifde met een wit doekje. Enige Kozakken grepen de oude kapitein en sleepten hem naar de galg. Boven op het dwars hout zat schrijlings de verminkte Basjkier, die wij de vorige dag onder vraagd hadden. Hij hield een touw in de hand, en binnen een minuut zag ik de arme Iwan Koezmitsj in de lucht hangen. Daarop werd Iwan Ig natitsj voor Poegatsjow gebracht. „Zweer trouw aan tsaar Peter Fjo- dorowitsj!" zei Poegatsjow. „Jij bent onze tsaar niet," ant woordde Iwan Igantitsj, de woorden van zijn kapitein herhalend. „Jij bent een dief en een bedrieger, oompje!" Poegatsjow wuifde opnieuw en de goede luitenant hing naast zijn oude kommandant. Het was mijn beurt. Ik keek rustig naar Poegatsjow en maakte mij ge reed, om het antwoord van mijn grootmoedige kameraden te herhalen. Op dat ogenblik zag ik, tot mijn on beschrijfelijke verwondering, Sjwabrin te midden van de hoofdlieden der re bellen zijn haar was kaalgescho ren en hij droeg een Kozakken-kaf tan. Hij naderde Poegatsjow en fluis terde hem enkele woorden in het oor. „Ophangen!" zei Poegatsjow, zon der meer naar mij te kijken. Men wierp mij de strik om de hals. Ik begon bij mij zelf een gebed te zeg gen, waarin ik voor God mijn innig berouw uitsprak over al mijn zonden en hem smeekte om de redding van allen, die ik in mijn hart had beslo ten. Men sleepte mij naar de galg. „Vooruit maar, vooruit maar!" zei den de moordenaars, die mij mis schien werkelijk moed wilden inspre ken. Plotseling hoorde ik een kreet: „Houdt op, schurken! Wacht toch..!" De beulen stonden stil. Daar zie ik: Sawelitsj ligt aan de voeten van Poe gatsjow. „Vadertje!" zei mijn arme oppasser, „wat heb je nu aan de dood van het kind van mijn heer? Laat hem vrij, je zult voor hem een losgeld krijgen. Als er dan een voor beeld gesteld moet worden, laat dan nog liever mij ophangen, ik ben een oude man!" Poegatsjow gaf een teken, en men bond mij dadelijk los. „Vadertje schenkt je genade," zei men mij. Ik kan niet zeggen, dat ik mij op dat ogenblik verheugde over mijn bevrij ding, maar ik wil ook niet zeggen, dat ik het betreurde. Mijn gevoelens waren te zeer in verwarring. Men bracht mij opnieuw voor de usurpa tor en dwong mij, voor hem te knie len. Poegatsjow stak mij zijn pezige hand toe. „Kus hem de hand, kus hem de hand!", zei men rondom mij. Maar ik zou liever de vreselijkste marte ling geleden hebben dan zulk een af- schuwelijke vernedering te onder- S gaan. „Vadertje, Peter Andreïtsj!" fluis terde Sawelitsj, die achter mij stond en mij aanstootte. „Wees toch niet koppig! Wat kan het je schelen? Heb er maling aan, en kus de sch (bah!), kus hem toch de hand!" Ik bewoog mij niet. Poegatsjow liet zijn hand zakken en zei spottend „Zijn Hooggeborene is zeker gek ge it 9 l: le gruwelijke numeuie. a De inwoners begonnen de eed af te leggen. Zij kwamen, de een na de ander, kusten het kruisbeeld en bo- w gen daarop voor de usurpator. De garnizoensoldaten waren erbij, de kleermaker van de compagnie, ge- e wapend met zijn stompe schaar, 3 knipte hun het staartpruikje af. Zij schudden zich het hoofd, en kwamen Poegatsjow de hand kussen, die zei, dat hij hun vergaf en hen in zijn roversbende opnam. Dat alles duurde ongeveer drie uren. Eindelijk stond Poegatsjow van zijn zetel op en hij stapte in gezelschap van zijn hoofd lieden de buitentrap af. Men bracht hem een wit paard, dat met een kost baar tuig getooid was. Twee Kozak ken grepen hem onder de armen en zetten hem in het zadel. Hij zei tot vader Gerasiem, dat hij bij hem het middagmaal zou gebruiken. Op dat ogenblik hoorde men een vrouw schreeuwen. Enige rovers sleepten Wasilissa Jegorowna uit haar huis, met verwarde haren en geheel uitge kleed. Een van hen had zich al in haar japon gestoken, anderen sjouw den met veren bedden, kisten thee gerei en alle mogelijke huisraad. „Mensen, mensen!" riep de arme oude vrouw, „hebt medelijden met mijn ziel! Laat mij toch naar Iwan Koezmitsj gaan!" Plotseling zag zij ie galg en zij herkende haar man. (Wordt vervolgd) Dit jaar beslissing over Kanaaltunnel-project? LONDEN (AP). De Engelse verkie zingen van dit jaar zullen plaats hebben tegen de achtergrond van een belang rijke kwestie: een tunnel onder het En gelse Kanaal. Dit fabuleuze bouwproject plaagt de Britse politici al meer dan een eeuw maar het heeft er alle schijn van dat 1964 de beslissing zal brengen. De eens onoverkomelijke tegenkan ting van de Britse militaire leiders schijnt eindelijk overwonnen te zijn. Toch is het nog steeds niet zeker dat dit meest fasci nerende van alle waterbouwkundige werken spoedig ter hand genomen zal worden. VOOR EEN TWEETAL Amerikaanse zakenmensen, Frank Davidson en Cyril Means, duurt de onzekerheid nu al zeven jaar. In 1956 kwam Davidson namelijk na een Europese reis in Amerika terug waar zijn slechtste ervaring een tocht hij ruw weer over het Kanaal geweest was. „Waarom graven ze daar geen tunnel onder het water?", vroeg zijn confrater Means, half schertsend Davidson en Means waren advocaten, geen ingenieurs, en wat tunnels onder de zee betreft waren zij volslagen leken. Means stelde echter voor, de zaak voor de aardigheid eens te onderzoeken. Davidson voelde er wel iets voor en gaf een jonge vrouw die zich met wetenschappelijk onderzoek bezighield opdracht, in de openbare bi bliotheken de feiten en mogelijkheden voor een dergelijk project op te zoeken. De jongedame liet zich verscheidene we ken niet meer zien. Toen zij weer ver scheen verbaasde zij Means en Davidson met een rapport van 45 bladzijden over de ongelofelijke geschiedenis van de Ka naaltunnel. De historie begint bij Napo leon. Deze werd eens benaderd door een Franse mijningenieur met het voorstel een schacht onder water naar Engeland te la ten graven. Napoleon voelde hier wel voor, maar toen de oorlog met Engeland uitbrak Het hij het plan varen. Thome de Gamond, een Fransman, wist een generatie later zulk een enthousiasme voor een Kanaal tunnel te wekken dat het plan van droom tot practische mogelijk heid groeide. Het grote geheim van de Kanaaltunnel ligt in de geologie van de zeebodem ter plaatse. Thome de Gamond ging jarenlang ieder weekend het water op om proefbo ringen te nemen. Hij toonde met vrij gro te zekerheid aan dat de Kanaalbodem uit een solide krijtformatie bestond. Krijtrots is ideaal materiaal voor een tunnel. Het is zacht je hoeft het niet te laten sprin gen met dynamiet, en je kunt er met hou weel en spade doorheen graven (wat Napoleons ingenieur had willen doen). Krijt heeft vaak een grote waterdichtheid, zo dat men bij graafwerk geen last van door sijpelend water heeft. En ten slotte is krijt stevig genoeg om de druk van de zee erboven te weerstaan. Om al deze redenen konden de Britse en Franse maat schappijen, die in 1880 gezamenlijk begon- Maquette van een plan, in 1960 door Amerikaanse, Britse en Franse des kundigen ontworpen, voor een brug over het Kanaal voor trein- en auto verkeer. Het project, dat aanvanke lijk veel bijval kreeg, bleek bij nadere bestudering veel te kostbaar. Joseph Gies, een Amerikaanse expert die verscheidene boeken en studies over tunnelprojecten en andere grote waterbouwwerken heeft gepubliceerd, schreef voor Associated Press neven staande „inventarisatie" van het Kanaaltunnelplan, een lang-gekoester- de wensdroom die naar zijn mening nu op korte termijn in vervulling kan gaan, omdat alle bezwaren mili taire, financiële, technische en psycho logische thans opgeheven zouden zijn. nen te graven, veel sneller, gemakkelijker en goedkoper werken dan bij twee andere grote tunnelprojecten uit die dagen: de Hudson-tunnel in New York en de St. Gott- hard-tunnel onder de Zwitserse Alpen. Een Britse genieofficier, kolonel Beau mont, vond een machine uit waarmee men per dag 16 strekkende meter door het krijt van de Kanaalbodem kon boren (bij de St. Gotthard vorderde men slechts 3 meter per dag). De machine van Beau mont werkte zo prachtig en de geologi sche berekeningen van Thome de Gamond waren zo betrouwbaar dat de initiatiefne mers in Londen en Parijs reeds de hoop koesterden dat men elkaar over iets meer dan vier jaar onder het Kanaal zou ont moeten. Toen gebeurde een ramp. Met het karwei zelf ging alles naar wens. Aan CO» MAtTCN lOONSU 84. „Je moet weten, Pampa," verklaarde professor Kalker, „dat ik van de regering de geheime opdracht kreeg, een wezen uit te vinden dat bruikbaar was voor de internationale spionnage. Het moest allerlei vormen aan kunnen nemen en zich moeiteloos door kieren, sleutelgaten en gootsteenbuizen kunnen bewe gen. Mijn gedachten gingen onmiddellijk uit naar de eencellige diertjes, zoals de amoebe, maar deze heb ben twee bezwaren; ten eerste hebben ze de hinder lijke gewoonte zich van tijd tot tijd in tweeën te splitsen, en ten tweede zijn ze microscopisch klein. Kun je me volgen, Padna?" „Ja, professor," zei Pan da, „maar ik heet geen Padna, ik heet Panda." „O, hm, juist, hoogst merkwaardig, Papma," hervatte de geleerde. „Welnu, ik kwam op de gedachte een amoe be op te kweken in een bed van Prokalkerine, en in derdaad; de Prokalkerine belette het dier zich te split sen, zodat het inplaats daarvan groeide en tenslotte de gewenste grootte bereikte. Nu restte mij nog, het we zen een bad in Plasmafix te geven om het een enigs zins smakelijker aanzien te geven en helaas heb ik het daarna met het badwater weggespoeld, het riool in, waar jij het blijkbaar later gevonden hebt.Hier werd de bejaarde uitvinder in de rede gevallen door een luid gejammer, uitgestoten door niemand minder dan Joris Goedbloed. „Wee mij, wacharmel" riep de ze uit. „Zo heb ik mij dus al die zware offers en inspanningen getroost en ontberingen geleden om het geheimste geheim te bemachtigen, terwijl het al die tijd al in mijn bezit was!" Engelse zijde was men van Shake speare Cliff af reeds 3 kilometer ge vorderd en aan Franse zijde twee kilo meter vanaf Sangatte. Met de finan ciën ging ook alles goed. Beide maat schappijen rekenden al op stevige winsten. Toen echter kwam het Britse ministerie van Oorlog plotseling tus senbeide. Vooraanstaande generaals waarschuwden dat de tunnel het einde zou betekenen van Groot-Brittannië als een eiland en dat het land daar door zijn natuurlijke bescherming te gen een invasie zou verliezen. De tun nelgravers kregen order om te stop pen waar zij zich bevonden. Drie kwart eeuw lang stonden de ingenieu ze en doeltreffende Beaumont-machi- nes werkeloos tegenover elkaar onder de zee, wachtend op het sein om ver der te werken. Tweemaal, in 1906 en in 1913 leken de bezwaren opgeruimd te zijn. Maar weer spraken de generaals op het laatste ogen blik hun veto over het plan uit. IN DE TWEEDE wereldoorlog maak ten Hitlers V 1 en V 2-bommen voor altijd een einde aan Engelands insulaire veiligheid. In 1954 antwoordde een Britse minister van Defensie in het Lagerhuis op een vraag of het oude militaire bezwaar tegen een Kanaaltunnel nog steeds be stond: „Nauwelijks." Die minister was Harold Macmillan, die tegen de tijd dat Frank Davidson en Cyril Means zich van de vreemde geschiedenis van de tunnel op de hoogte stelden, premier was geworden. Macmillan werd premier door de onge lukkige Frans-Brits-Israelische invasie van Egypte. De aanleiding tot deze invasie was, naar men zich zal herinneren, het feit dat Nasser het Suezkanaal in beslag had genomen. Dit beroofde de Suezkanaalmaatschappij van haar voornaamste bezit, waardoor de 100 jaar bestaande firma naar een ander werkterrein voor haar kapitaal, personeel en ervaring moest omzien. Wat lag meer voor de hand dan dat zij het project van de Kanaaltunnel zou aanpakken? In New York vernamen Davidson en Means dat de aandelen der beide oude tunnelmaatschappijen van 1880 nog steeds in Londen en Parijs aan de effectenbeurs genoteerd stonden, zij het dan op nul. Means ondernam een reis om de zaak te onderzoeken. Intussen kwam de Suezkanaalmaat schappij te weten dat beide New Yorkers belangstelling voor het tunnelplan hadden en zij belegde besprekingen met Davidson. Means besprak in Parijs de zaak met Georges-Picot, president-directeur van de Suez maatschappij. Uit deze en vele an dere besprekingen groeide uiteindelijk een uit vier maatschappijen bestaand consor tium, onder de naam Studiegroep voor de Kanaaltunnel. De leden zijn de oude Britse en Franse tunnelmaatschappijen, de financierings-maatschappij Suez (die het woord „Kanaal" uit haar naam heeft weggelaten) en 'n gloednieuwe Amerikaan se maatschappij onder de naam Technical Studies Inc., met Davidson als president en Means als vice-president. „Technical Studies" heeft de financiële steun van Morgan, Dillon, Read and co. en andere grote Wall Streetbankiers. De genationaliseerde Britse en Franse spoor wegen zijn grote aandeelhouders in de oude tunnelmaatschappijen. De studiegroep stelde zich een intensief onderzoek op twee fronten ten doel: 1 technisch, om eens en voor al uit te ma ken of de tunnel economisch gebouwd kon worden en 2. de verkeersverwachtingen om definitief te kunnen vaststellen of de exploitatie van de tunnel lonend zou zijn. ER WERD een diepgaand onderzoek naar de toestand van de Kanaalbodem in gesteld en een blauwdruk vervaardigd voor een route van 36 kilometer op een maximum diepte van 53 meter. GECOMBINEERD bevestigden de be vindingen de behoefte aan, en de practi sche mogelijkheid van een timnel. Toen reeds de vraag: wat voor soort tunnel moet het worden: een verkeerstunnel, een tunnel dus voor vrachtwagens en auto's, of uitsluitend een spoorwegtunnel, of een combinatie van beide? Deze kwestie werd besproken in de studiegroep en in verschil lende Franse en Britse commissies. De uiteindelijke beslissing was unaniem: de spoorwegtunnel was het meest doeltref fend. Personenauto's en trucks kunnen snel op speciaal gebouwde platte spoorwagens worden geladen en zo sneller door de tun nel gereden worden dan als zij er zelf doorheen zouden rijden. De combinatie spoorweg- en verkeerstunnel, hoewel in sommige opzichten attractief, zou te kost baar worden. Er rijst een andere belangrijke tech nische vraag waarom geen brug? Het plan om een brug over het Kanaal te bouwen is bijna even oud als het tun nelidee en is vrijwel al die jaren uit voerbaar geweest. Maar een brug komt veel duurder dan een tunnel bijna tweemaal zo duur Een dubbelspoortun nel bestaande uit twee kokers van elk zeven meter breedte met een smalle diensttunnel zou voor ongeveer 1450 miljoen gulden geboord kunnen worden, terwijl een brug van 50 kilo meter lengte ruim 2800 miljoen gulden zou kosten. EEN TUNNEL onder 't Kanaal kan op twee manieren gebouwd worden. Beide be loven uitstekende resultaten. Een hiervan is de werkwijze die door Beaumont 84 jaar geleden werd gevolgd met een machine door het krijt boren. Een bijzonderheid is dat Beaumonts Victoriaanse apparaat wat het principe betreft model heeft ge staan voor de moderne machines waarmee Een Kanaaltunnelstation volgens het thans ter tafel liggende, en waar schijnlijk definitieve plan. De ruim 52 lange tunnel zou, volgens de huidige bouwprijzen, ongeveer 1,2 miljard gulden gaan kosten. Een tunnel-exprestrein zal de afstand LondenParijs in 4 uur en 20 minu ten kunnen afleggen; de tunnel traverse zal 28 minuten vergen. men tegenwoordig door harde rots heen- boort. Experimenten in grijze kalk laten zien dat een moderne machine een tunnel van acht meter doorsnee even snel kan boren als Beaumont's machine indertijd een tunnel van 2 meter breedte. Met de ze snelheid, bijna 500 meter per maand, zou een tweekokertunnel in iets minder dan vier jaar gereed kunnen zijn. De twêede methode is „bouwen en afzinken", een systeem dat voor het eerst werd toegepast door de Amerikaanse in genieur W. J. Wilgus onder de rivier van Detroit m 1906. Het idee van Wilgus was, eerst in de rivierbodem een geul te graven, daarna een aantal grote stalen buizen in die geul te laten zakken en dan de buizen aan elkaar klinken. Op het eerste gezicht lijkt deze methode niet bijzonder geschikt voor het stormachtige Kanaal, maar de beroemde „Texas"-zeetorens, die op stel ten staan en onder vrijwel alle weersom standigheden onbuigzaam blijven, maken het mogelijk. Aangezien een ruwe zee het verplaatsen van de toren na voltooiing van een fase zou kunnen bemoeilijken, is kolonel L B. Delong, de ontwerper van dit apparaat, met een van verstelbare poten voorziene Texas-toren gekomen, die van Folkestone naar Sangatte zou kunnen „steltlopen". Aldus zijn de technici gereed om met de bouw te beginnen zodra het signaal daartoe wordt gegeven. Vele van de groot ste constructiefirma's in Amerika en Euro pa willen graag inschrijven. Dat de tun nel uiteindelijk zal worden gebouwd is nauwelijks twijfelachtig meer. De zaak is alleen wanneer? Wat Frankrijk betreft is het verlossende woord reeds gesproken. De regering-De Gaulle brengt de zaak zelfs niet in het parlement. Zij heeft kortweg laten weten dat het project goedgekeurd is. Frankrijk heeft altijd al een tunnel gewild en pre sident De Gaulle volgt dus het voorbeeld van voorgaande Franse regeringen. Zal Sir Alec Douglas Home aan de an dere zijde van het Kanaal met zijn con servatieve partij doen wat vroegere Brit se regeringen gedaan hebben en toch nog aarzelen? De Amerikaanse, Britse en Franse initiatiefnemers hebben redenen om hoopvol gestemd te zijn. National Opinion Polls Ltd. meldde in 1961 als resultaat van 'n enquête onder het Engelse volk dat 87 percent van de be volking voor een permanente Kanaalver binding tussen Engeland en Frankrijk was. De meerderheid achtte een tunnel beter dan 'n brug. Hoewel slechts een op de tien Engelsen bezwaren tegen de tunnel heeft, stoot geen enkele politicus graag in een verkiezingsjaar de kiezer voor het hoofd. Dit geldt evenzeer voor de leiders van de Labour-partij, die steeds vóór een tun nel geweest is- Nieuwe kinken in de kabel zijn nauwe lijks meer te vrezen en zo zullen de eerste toeristen wellicht al in 1969 in de restauratiewagen van de tunnelexpres hun apéritiefje kunnen drinken terwijl achter hen, op platte spoorwagens, hun auto's de oversteek onder de zeebodem zullen ma ken. Voor de rebus wedstrijd kinderpostzegel actie 1963 zijn bijna 300.000 oplossingen ingezonden. Winnaars van de hoofdprijzen: Fr. Manneveld, Den Haag, auto. Mej. Jel- tje Hoekstra, Woudsend Fr.), scooter. J. Verdoes, Amsterdam, t.v.-toestel; Jan de Crom, Halsteren, elektrische trein; Jo Hendriks, Langenboom, bromfiets; J. Hei- loo, Purmerend, bromfiets; Mevr. H. A. J. Wegerif-Groenenberg, Apeldoorn; A, Schippers, Kuinre en A. H. de Zoet* Amersfoort, een fiets.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 9