DE KAPITEINSDOCHTER
I
-1
PANDA EN DE MEESTER-RIOLIST
1
Ons vervolgverhaal
s
WOENSDAG 5 FEBRUARI 1964
19
wmmmtft/i
as
Een historische roman uit
het tsaristische Rusland
door Alexander Poesjkin
11. s
Ideale zeebodem
Financiers en technici: We kunnen
desnoods vandaag-de-dag beginnen
Invasievrees
Hitiers „bijdrage"
Goedkoopste oplossing
Twee methoden
Wandelende torens
Frans fiat
Britten vóór
Winnaars rebus
kinderpostzegels
I
I
I
I
i
(Vertaald door mr. S. L. de Leeuw)
17)
Op dit ogenblik weerklonk er een
verschrikkelijk gejoel en geschreeuw,
de oproerlingen liepen in draf naar
de vesting. Ons kanon was met een
kartets geladen. De kommandant liet
hen tot vlakbij komen en schoot toen
plotseling weer. De kartets kwam mid
den in de menigte terecht. De oproer
lingen liepen naar beide kanten uit
een en trokken terug. Hun aanvoerder
bleef alleen vooraan.Hij zwaaide
met zijn sabel en het scheen, of hij
hen vurig toesprak.... Het ge
schreeuw en gehuil, dat een ogenblik
was opgehouden, hernieuwde zich da
delijk weer.
„Nu, jongens," zei de kommandant,
„opent nu de poort en slaat op de
trommels. Mannen vooruit, een uit
val, volgt mij!"
De kommandant, Iwan Ignatitsj en
ik stonden het volgende ogenblik al
buiten de vestingwal, maar het be
vreesde garnizoen kwam niet in be
weging. „Mannen waarom staan jul
lie stil?" riep Iwan Koezmitsj. „Al
moeten wij sterven, de dienst eist
het!"
Op dat ogenblik stortten de oproer
lingen zich op ons en drongen zij de
vesting binnen. De trommel zweeg,
het garnizoen wierp de geweren weg;
ik werd eerst omver geworpen, maar
stond op en liep met de oproerlingen
de vesting binnen. De kommandant,
die aan het hoofd gewond was, stond
te midden van een groep boosdoeners,
die de sleutels van hem opeisten. Ik
wilde hem te hulp snellen, maar eni
ge stevige Kozakken grepen mij beet
en knevelden mij met hun gordels,
onder de woorden: „Nu krijg je je
loon, verachters van de Tsaar!" Men
sleepte ons over straat; de inwoners
kwamen hun huizen uit en brachten
brood en zout. De klokken beierden.
Plotseling werd er onder de menigte
geroepen, dat de Tsaar op het plein
de gevangenen verwachtte en hun de
eed zou afnemen. Het volk stroomde
naar het plein, ook ons dreef men
daarheen.
Poegatsjow had plaatsgenomen in
een zetel op de buitentrap van het
kommandantshuis. Hij had een mooie
Kozakken-kaftan aan, die met goud
galon bestikt was. Een hoge herme
lijnen muts met gouden kwasten had
hij op het hoofd gedrukt, vlak boven
zijn fonkelende ogen. Zijn gezicht
kwam mij bekend voor. De Kozakken-
oudsten stonden om hem heen. Va
der Gerasiem stond bleek en sidde
rend voor het huis, met het kruis in
de handen en het leek of hij hem
zwijgend voor zijn toekomstige offers
om vergiffenis bad. Op het plein werd
inderdaad een galg opgericht. Toen
wij naderbij kwamen, dreven de
Basjkieren het volk uiteen en zij
brachten ons voor Poegatsjow. Het
gelui van de klokken verstomde; er
viel een diepe stilte. „Wie is de kom
mandant?" vroeg de usurpator. Onze
kozakken-onderofficier kwam uit de
nlenigte naar voren en wees op Iwan
Koezmitsj. Poegatsjow keek dreigend
naar de oude man en zeide: „Hoe
waag je het, aan mij, je Tsaar, ver
zet te bieden?"
De kommandant, die uitgeput was
door zijn wond, verzamelde zijn laat
ste krachten en antwoordde met vas
te stem: „Jij bent mij Tsaar niet,
jij bent een dief en een bedrieger,
hoor je!" Poegatsjow fronste duister
de wenkbrauwen en wuifde met een
wit doekje. Enige Kozakken grepen
de oude kapitein en sleepten hem
naar de galg. Boven op het dwars
hout zat schrijlings de verminkte
Basjkier, die wij de vorige dag onder
vraagd hadden. Hij hield een touw in
de hand, en binnen een minuut zag
ik de arme Iwan Koezmitsj in de
lucht hangen. Daarop werd Iwan Ig
natitsj voor Poegatsjow gebracht.
„Zweer trouw aan tsaar Peter Fjo-
dorowitsj!" zei Poegatsjow.
„Jij bent onze tsaar niet," ant
woordde Iwan Igantitsj, de woorden
van zijn kapitein herhalend. „Jij bent
een dief en een bedrieger, oompje!"
Poegatsjow wuifde opnieuw en de
goede luitenant hing naast zijn oude
kommandant.
Het was mijn beurt. Ik keek rustig
naar Poegatsjow en maakte mij ge
reed, om het antwoord van mijn
grootmoedige kameraden te herhalen.
Op dat ogenblik zag ik, tot mijn on
beschrijfelijke verwondering, Sjwabrin
te midden van de hoofdlieden der re
bellen zijn haar was kaalgescho
ren en hij droeg een Kozakken-kaf
tan. Hij naderde Poegatsjow en fluis
terde hem enkele woorden in het oor.
„Ophangen!" zei Poegatsjow, zon
der meer naar mij te kijken. Men
wierp mij de strik om de hals. Ik
begon bij mij zelf een gebed te zeg
gen, waarin ik voor God mijn innig
berouw uitsprak over al mijn zonden
en hem smeekte om de redding van
allen, die ik in mijn hart had beslo
ten. Men sleepte mij naar de galg.
„Vooruit maar, vooruit maar!" zei
den de moordenaars, die mij mis
schien werkelijk moed wilden inspre
ken. Plotseling hoorde ik een kreet:
„Houdt op, schurken! Wacht toch..!"
De beulen stonden stil. Daar zie ik:
Sawelitsj ligt aan de voeten van Poe
gatsjow. „Vadertje!" zei mijn arme
oppasser, „wat heb je nu aan de
dood van het kind van mijn heer?
Laat hem vrij, je zult voor hem een
losgeld krijgen. Als er dan een voor
beeld gesteld moet worden, laat dan
nog liever mij ophangen, ik ben een
oude man!"
Poegatsjow gaf een teken, en men
bond mij dadelijk los. „Vadertje
schenkt je genade," zei men mij. Ik
kan niet zeggen, dat ik mij op dat
ogenblik verheugde over mijn bevrij
ding, maar ik wil ook niet zeggen,
dat ik het betreurde. Mijn gevoelens
waren te zeer in verwarring. Men
bracht mij opnieuw voor de usurpa
tor en dwong mij, voor hem te knie
len. Poegatsjow stak mij zijn pezige
hand toe.
„Kus hem de hand, kus hem de
hand!", zei men rondom mij. Maar
ik zou liever de vreselijkste marte
ling geleden hebben dan zulk een af-
schuwelijke vernedering te onder- S
gaan.
„Vadertje, Peter Andreïtsj!" fluis
terde Sawelitsj, die achter mij stond
en mij aanstootte. „Wees toch niet
koppig! Wat kan het je schelen? Heb
er maling aan, en kus de sch
(bah!), kus hem toch de hand!"
Ik bewoog mij niet. Poegatsjow liet
zijn hand zakken en zei spottend
„Zijn Hooggeborene is zeker gek ge
it 9
l:
le
gruwelijke numeuie. a
De inwoners begonnen de eed af te
leggen. Zij kwamen, de een na de
ander, kusten het kruisbeeld en bo- w
gen daarop voor de usurpator.
De garnizoensoldaten waren erbij,
de kleermaker van de compagnie, ge- e
wapend met zijn stompe schaar, 3
knipte hun het staartpruikje af. Zij
schudden zich het hoofd, en kwamen
Poegatsjow de hand kussen, die zei,
dat hij hun vergaf en hen in zijn
roversbende opnam. Dat alles duurde
ongeveer drie uren. Eindelijk stond
Poegatsjow van zijn zetel op en hij
stapte in gezelschap van zijn hoofd
lieden de buitentrap af. Men bracht
hem een wit paard, dat met een kost
baar tuig getooid was. Twee Kozak
ken grepen hem onder de armen en
zetten hem in het zadel. Hij zei tot
vader Gerasiem, dat hij bij hem het
middagmaal zou gebruiken. Op dat
ogenblik hoorde men een vrouw
schreeuwen. Enige rovers sleepten
Wasilissa Jegorowna uit haar huis,
met verwarde haren en geheel uitge
kleed. Een van hen had zich al in
haar japon gestoken, anderen sjouw
den met veren bedden, kisten thee
gerei en alle mogelijke huisraad.
„Mensen, mensen!" riep de arme
oude vrouw, „hebt medelijden met
mijn ziel! Laat mij toch naar Iwan
Koezmitsj gaan!"
Plotseling zag zij ie galg en zij
herkende haar man.
(Wordt vervolgd)
Dit jaar beslissing over Kanaaltunnel-project?
LONDEN (AP). De Engelse verkie
zingen van dit jaar zullen plaats hebben
tegen de achtergrond van een belang
rijke kwestie: een tunnel onder het En
gelse Kanaal. Dit fabuleuze bouwproject
plaagt de Britse politici al meer dan een
eeuw maar het heeft er alle schijn van
dat 1964 de beslissing zal brengen.
De eens onoverkomelijke tegenkan
ting van de Britse militaire leiders schijnt
eindelijk overwonnen te zijn. Toch is het
nog steeds niet zeker dat dit meest fasci
nerende van alle waterbouwkundige
werken spoedig ter hand genomen zal
worden.
VOOR EEN TWEETAL Amerikaanse
zakenmensen, Frank Davidson en Cyril
Means, duurt de onzekerheid nu al zeven
jaar.
In 1956 kwam Davidson namelijk na
een Europese reis in Amerika terug
waar zijn slechtste ervaring een tocht
hij ruw weer over het Kanaal geweest
was.
„Waarom graven ze daar geen tunnel
onder het water?", vroeg zijn confrater
Means, half schertsend Davidson en
Means waren advocaten, geen ingenieurs,
en wat tunnels onder de zee betreft
waren zij volslagen leken. Means stelde
echter voor, de zaak voor de aardigheid
eens te onderzoeken. Davidson voelde er
wel iets voor en gaf een jonge vrouw
die zich met wetenschappelijk onderzoek
bezighield opdracht, in de openbare bi
bliotheken de feiten en mogelijkheden
voor een dergelijk project op te zoeken.
De jongedame liet zich verscheidene we
ken niet meer zien. Toen zij weer ver
scheen verbaasde zij Means en Davidson
met een rapport van 45 bladzijden over
de ongelofelijke geschiedenis van de Ka
naaltunnel. De historie begint bij Napo
leon. Deze werd eens benaderd door een
Franse mijningenieur met het voorstel een
schacht onder water naar Engeland te la
ten graven. Napoleon voelde hier wel
voor, maar toen de oorlog met Engeland
uitbrak Het hij het plan varen.
Thome de Gamond, een Fransman, wist
een generatie later zulk een enthousiasme
voor een Kanaal tunnel te wekken dat het
plan van droom tot practische mogelijk
heid groeide.
Het grote geheim van de Kanaaltunnel
ligt in de geologie van de zeebodem ter
plaatse. Thome de Gamond ging jarenlang
ieder weekend het water op om proefbo
ringen te nemen. Hij toonde met vrij gro
te zekerheid aan dat de Kanaalbodem uit
een solide krijtformatie bestond. Krijtrots
is ideaal materiaal voor een tunnel. Het
is zacht je hoeft het niet te laten sprin
gen met dynamiet, en je kunt er met hou
weel en spade doorheen graven (wat
Napoleons ingenieur had willen doen). Krijt
heeft vaak een grote waterdichtheid, zo
dat men bij graafwerk geen last van door
sijpelend water heeft. En ten slotte is
krijt stevig genoeg om de druk van de
zee erboven te weerstaan. Om al deze
redenen konden de Britse en Franse maat
schappijen, die in 1880 gezamenlijk begon-
Maquette van een plan, in 1960 door
Amerikaanse, Britse en Franse des
kundigen ontworpen, voor een brug
over het Kanaal voor trein- en auto
verkeer. Het project, dat aanvanke
lijk veel bijval kreeg, bleek bij
nadere bestudering veel te kostbaar.
Joseph Gies, een Amerikaanse expert
die verscheidene boeken en studies
over tunnelprojecten en andere grote
waterbouwwerken heeft gepubliceerd,
schreef voor Associated Press neven
staande „inventarisatie" van het
Kanaaltunnelplan, een lang-gekoester-
de wensdroom die naar zijn mening
nu op korte termijn in vervulling kan
gaan, omdat alle bezwaren mili
taire, financiële, technische en psycho
logische thans opgeheven zouden
zijn.
nen te graven, veel sneller, gemakkelijker
en goedkoper werken dan bij twee andere
grote tunnelprojecten uit die dagen: de
Hudson-tunnel in New York en de St. Gott-
hard-tunnel onder de Zwitserse Alpen.
Een Britse genieofficier, kolonel Beau
mont, vond een machine uit waarmee men
per dag 16 strekkende meter door het
krijt van de Kanaalbodem kon boren (bij
de St. Gotthard vorderde men slechts 3
meter per dag). De machine van Beau
mont werkte zo prachtig en de geologi
sche berekeningen van Thome de Gamond
waren zo betrouwbaar dat de initiatiefne
mers in Londen en Parijs reeds de hoop
koesterden dat men elkaar over iets meer
dan vier jaar onder het Kanaal zou ont
moeten.
Toen gebeurde een ramp. Met het
karwei zelf ging alles naar wens. Aan
CO» MAtTCN lOONSU
84. „Je moet weten, Pampa," verklaarde professor
Kalker, „dat ik van de regering de geheime opdracht
kreeg, een wezen uit te vinden dat bruikbaar was
voor de internationale spionnage. Het moest allerlei
vormen aan kunnen nemen en zich moeiteloos door
kieren, sleutelgaten en gootsteenbuizen kunnen bewe
gen. Mijn gedachten gingen onmiddellijk uit naar de
eencellige diertjes, zoals de amoebe, maar deze heb
ben twee bezwaren; ten eerste hebben ze de hinder
lijke gewoonte zich van tijd tot tijd in tweeën te
splitsen, en ten tweede zijn ze microscopisch klein.
Kun je me volgen, Padna?" „Ja, professor," zei Pan
da, „maar ik heet geen Padna, ik heet Panda." „O,
hm, juist, hoogst merkwaardig, Papma," hervatte de
geleerde. „Welnu, ik kwam op de gedachte een amoe
be op te kweken in een bed van Prokalkerine, en in
derdaad; de Prokalkerine belette het dier zich te split
sen, zodat het inplaats daarvan groeide en tenslotte de
gewenste grootte bereikte. Nu restte mij nog, het we
zen een bad in Plasmafix te geven om het een enigs
zins smakelijker aanzien te geven en helaas heb ik
het daarna met het badwater weggespoeld, het riool in,
waar jij het blijkbaar later gevonden hebt.Hier
werd de bejaarde uitvinder in de rede gevallen door
een luid gejammer, uitgestoten door niemand minder
dan Joris Goedbloed. „Wee mij, wacharmel" riep de
ze uit. „Zo heb ik mij dus al die zware offers en
inspanningen getroost en ontberingen geleden om het
geheimste geheim te bemachtigen, terwijl het al die
tijd al in mijn bezit was!"
Engelse zijde was men van Shake
speare Cliff af reeds 3 kilometer ge
vorderd en aan Franse zijde twee kilo
meter vanaf Sangatte. Met de finan
ciën ging ook alles goed. Beide maat
schappijen rekenden al op stevige
winsten. Toen echter kwam het Britse
ministerie van Oorlog plotseling tus
senbeide. Vooraanstaande generaals
waarschuwden dat de tunnel het einde
zou betekenen van Groot-Brittannië
als een eiland en dat het land daar
door zijn natuurlijke bescherming te
gen een invasie zou verliezen. De tun
nelgravers kregen order om te stop
pen waar zij zich bevonden. Drie
kwart eeuw lang stonden de ingenieu
ze en doeltreffende Beaumont-machi-
nes werkeloos tegenover elkaar onder
de zee, wachtend op het sein om ver
der te werken.
Tweemaal, in 1906 en in 1913 leken de
bezwaren opgeruimd te zijn. Maar weer
spraken de generaals op het laatste ogen
blik hun veto over het plan uit.
IN DE TWEEDE wereldoorlog maak
ten Hitlers V 1 en V 2-bommen voor
altijd een einde aan Engelands insulaire
veiligheid. In 1954 antwoordde een Britse
minister van Defensie in het Lagerhuis op
een vraag of het oude militaire bezwaar
tegen een Kanaaltunnel nog steeds be
stond: „Nauwelijks." Die minister was
Harold Macmillan, die tegen de tijd dat
Frank Davidson en Cyril Means zich van
de vreemde geschiedenis van de tunnel op
de hoogte stelden, premier was geworden.
Macmillan werd premier door de onge
lukkige Frans-Brits-Israelische invasie
van Egypte. De aanleiding tot deze invasie
was, naar men zich zal herinneren, het feit
dat Nasser het Suezkanaal in beslag had
genomen.
Dit beroofde de Suezkanaalmaatschappij
van haar voornaamste bezit, waardoor de
100 jaar bestaande firma naar een ander
werkterrein voor haar kapitaal, personeel
en ervaring moest omzien. Wat lag meer
voor de hand dan dat zij het project van
de Kanaaltunnel zou aanpakken?
In New York vernamen Davidson en
Means dat de aandelen der beide oude
tunnelmaatschappijen van 1880 nog steeds
in Londen en Parijs aan de effectenbeurs
genoteerd stonden, zij het dan op nul.
Means ondernam een reis om de zaak te
onderzoeken.
Intussen kwam de Suezkanaalmaat
schappij te weten dat beide New Yorkers
belangstelling voor het tunnelplan hadden
en zij belegde besprekingen met Davidson.
Means besprak in Parijs de zaak met
Georges-Picot, president-directeur van de
Suez maatschappij. Uit deze en vele an
dere besprekingen groeide uiteindelijk een
uit vier maatschappijen bestaand consor
tium, onder de naam Studiegroep voor de
Kanaaltunnel. De leden zijn de oude
Britse en Franse tunnelmaatschappijen, de
financierings-maatschappij Suez (die het
woord „Kanaal" uit haar naam heeft
weggelaten) en 'n gloednieuwe Amerikaan
se maatschappij onder de naam Technical
Studies Inc., met Davidson als president
en Means als vice-president.
„Technical Studies" heeft de financiële
steun van Morgan, Dillon, Read and co.
en andere grote Wall Streetbankiers. De
genationaliseerde Britse en Franse spoor
wegen zijn grote aandeelhouders in de
oude tunnelmaatschappijen.
De studiegroep stelde zich een intensief
onderzoek op twee fronten ten doel: 1
technisch, om eens en voor al uit te ma
ken of de tunnel economisch gebouwd kon
worden en 2. de verkeersverwachtingen
om definitief te kunnen vaststellen of de
exploitatie van de tunnel lonend zou zijn.
ER WERD een diepgaand onderzoek
naar de toestand van de Kanaalbodem in
gesteld en een blauwdruk vervaardigd
voor een route van 36 kilometer op een
maximum diepte van 53 meter.
GECOMBINEERD bevestigden de be
vindingen de behoefte aan, en de practi
sche mogelijkheid van een timnel. Toen
reeds de vraag: wat voor soort tunnel
moet het worden: een verkeerstunnel, een
tunnel dus voor vrachtwagens en auto's,
of uitsluitend een spoorwegtunnel, of een
combinatie van beide? Deze kwestie werd
besproken in de studiegroep en in verschil
lende Franse en Britse commissies.
De uiteindelijke beslissing was unaniem:
de spoorwegtunnel was het meest doeltref
fend. Personenauto's en trucks kunnen snel
op speciaal gebouwde platte spoorwagens
worden geladen en zo sneller door de tun
nel gereden worden dan als zij er zelf
doorheen zouden rijden. De combinatie
spoorweg- en verkeerstunnel, hoewel in
sommige opzichten attractief, zou te kost
baar worden.
Er rijst een andere belangrijke tech
nische vraag waarom geen brug? Het
plan om een brug over het Kanaal te
bouwen is bijna even oud als het tun
nelidee en is vrijwel al die jaren uit
voerbaar geweest. Maar een brug komt
veel duurder dan een tunnel bijna
tweemaal zo duur Een dubbelspoortun
nel bestaande uit twee kokers van
elk zeven meter breedte met een
smalle diensttunnel zou voor ongeveer
1450 miljoen gulden geboord kunnen
worden, terwijl een brug van 50 kilo
meter lengte ruim 2800 miljoen gulden
zou kosten.
EEN TUNNEL onder 't Kanaal kan op
twee manieren gebouwd worden. Beide be
loven uitstekende resultaten. Een hiervan
is de werkwijze die door Beaumont 84 jaar
geleden werd gevolgd met een machine
door het krijt boren. Een bijzonderheid
is dat Beaumonts Victoriaanse apparaat
wat het principe betreft model heeft ge
staan voor de moderne machines waarmee
Een Kanaaltunnelstation volgens
het thans ter tafel liggende, en waar
schijnlijk definitieve plan. De ruim
52 lange tunnel zou, volgens de
huidige bouwprijzen, ongeveer 1,2
miljard gulden gaan kosten. Een
tunnel-exprestrein zal de afstand
LondenParijs in 4 uur en 20 minu
ten kunnen afleggen; de tunnel
traverse zal 28 minuten vergen.
men tegenwoordig door harde rots heen-
boort. Experimenten in grijze kalk laten
zien dat een moderne machine een tunnel
van acht meter doorsnee even snel kan
boren als Beaumont's machine indertijd
een tunnel van 2 meter breedte. Met de
ze snelheid, bijna 500 meter per maand,
zou een tweekokertunnel in iets minder
dan vier jaar gereed kunnen zijn.
De twêede methode is „bouwen en
afzinken", een systeem dat voor het eerst
werd toegepast door de Amerikaanse in
genieur W. J. Wilgus onder de rivier van
Detroit m 1906. Het idee van Wilgus was,
eerst in de rivierbodem een geul te graven,
daarna een aantal grote stalen buizen in
die geul te laten zakken en dan de buizen
aan elkaar klinken. Op het eerste gezicht
lijkt deze methode niet bijzonder geschikt
voor het stormachtige Kanaal, maar de
beroemde „Texas"-zeetorens, die op stel
ten staan en onder vrijwel alle weersom
standigheden onbuigzaam blijven, maken
het mogelijk.
Aangezien een ruwe zee het verplaatsen
van de toren na voltooiing van een fase
zou kunnen bemoeilijken, is kolonel L B.
Delong, de ontwerper van dit apparaat,
met een van verstelbare poten voorziene
Texas-toren gekomen, die van Folkestone
naar Sangatte zou kunnen „steltlopen".
Aldus zijn de technici gereed om met
de bouw te beginnen zodra het signaal
daartoe wordt gegeven. Vele van de groot
ste constructiefirma's in Amerika en Euro
pa willen graag inschrijven. Dat de tun
nel uiteindelijk zal worden gebouwd is
nauwelijks twijfelachtig meer. De zaak is
alleen wanneer?
Wat Frankrijk betreft is het verlossende
woord reeds gesproken. De regering-De
Gaulle brengt de zaak zelfs niet in het
parlement. Zij heeft kortweg laten weten
dat het project goedgekeurd is. Frankrijk
heeft altijd al een tunnel gewild en pre
sident De Gaulle volgt dus het voorbeeld
van voorgaande Franse regeringen.
Zal Sir Alec Douglas Home aan de an
dere zijde van het Kanaal met zijn con
servatieve partij doen wat vroegere Brit
se regeringen gedaan hebben en toch nog
aarzelen? De Amerikaanse, Britse en
Franse initiatiefnemers hebben redenen
om hoopvol gestemd te zijn.
National Opinion Polls Ltd. meldde in
1961 als resultaat van 'n enquête onder het
Engelse volk dat 87 percent van de be
volking voor een permanente Kanaalver
binding tussen Engeland en Frankrijk was.
De meerderheid achtte een tunnel beter
dan 'n brug. Hoewel slechts een op de tien
Engelsen bezwaren tegen de tunnel heeft,
stoot geen enkele politicus graag in een
verkiezingsjaar de kiezer voor het hoofd.
Dit geldt evenzeer voor de leiders van
de Labour-partij, die steeds vóór een tun
nel geweest is-
Nieuwe kinken in de kabel zijn nauwe
lijks meer te vrezen en zo zullen de
eerste toeristen wellicht al in 1969 in de
restauratiewagen van de tunnelexpres hun
apéritiefje kunnen drinken terwijl achter
hen, op platte spoorwagens, hun auto's de
oversteek onder de zeebodem zullen ma
ken.
Voor de rebus wedstrijd kinderpostzegel
actie 1963 zijn bijna 300.000 oplossingen
ingezonden. Winnaars van de hoofdprijzen:
Fr. Manneveld, Den Haag, auto. Mej. Jel-
tje Hoekstra, Woudsend Fr.), scooter. J.
Verdoes, Amsterdam, t.v.-toestel; Jan de
Crom, Halsteren, elektrische trein; Jo
Hendriks, Langenboom, bromfiets; J. Hei-
loo, Purmerend, bromfiets; Mevr. H. A. J.
Wegerif-Groenenberg, Apeldoorn; A,
Schippers, Kuinre en A. H. de Zoet*
Amersfoort, een fiets.