DE KAPITEINSDOCHTER I 'AS PRO' De doden als mensenredders— PANDA EN DE MEESTER-RIOLIST Kerkdeur als waarschuwing Austronaut Cooper aanbouw heeft een best „bloot oog" Een spiegelbeeld van kerk in ït 11 Ons vervolgverhaal Verwerpingsmechanismevan het lichaam nog steeds een handicap y RIJ D A G 7 FEBRUARI 1964 wrnMmm» wmt/tm/uii ttMfn/f/m/i. s Een historische roman uit het tsaristische Rusland door Alexander Poesjkin Bescherm U tegen Rillerig? Onprettig? Vlug: Apenieren Alarminstallatie Nieuwe opzienbarende vorderingen bij de overplanting van levende organen tussen mensen en dieren Niertransplantatie Dieren als donors Carnegie-medaille voor een celbewoner uwm.jw J11!1*?!*™ '«MfÖSjfêf. Vertaald door mr. S. L. de Leeuw) I 19) Ik bleef alleen en verzonk in ge peins. Wat moest ik doen? In de ves ting onder de macht van een rover blijven of zijn bende volgen, dat voeg de een officier niet. Mijn plicht eiste, dat ik daarheen ging, waar mijn dienst het vaderland in deze moeilijke omstandigheden nog van nut kon zijn.Maar mijn liefde noopte mij, bij Maria Iwanowna te blijven en haar verdediger en beschermer te zijn. Al voorzag ik ook een spoedige en zekere omkeer van zaken, toch sid derde ik wanneer ik aan het gevaar dacht, waarin zij verkeerde. Mijn overdenkingen werden onder broken door de komst van een Kozak, die mij kwam melden, dat „de grote tsaar mij ontbood." „Waar is hij?" vroeg ik, terwijl ik mij gereed maak te, te gehoorzamen. „In het kommandantshuis," ant woordde de kozak. „Na het eten is ons vadertje naar het badhuis ge gaan en nu rust hij uit. Nu, edele heer, men ziet aan alles dat hij een groot heer is; bij het middagmaal heeft hij twee gebraden biggetjes ge geten en hij heeft zo'n warm stoom bad genomen, dat Taras Koerotsjkin het niet eens uithouden kon; hij moest Fomka Bikbajew de roe over geven en hij had zelf koud water no dig, om weer wat op zijn verhaal te komen. Dat is zeker, hij treedt voor naam op.En ze zeggen, dat hij in het bad de keizerlijke tekens op zijn borst heeft laten zien: aan de ene kant een tweekoppige adelaar, zo groot als een stuiver, aan de andere kant zijn eigen portret." Het leek mij overbodig, de kozak tegen te spreken en ik ging met hem naar het kommandantshuis; ik stelde mij al voor, hoe de ontmoeting met Poegatsjow zou zijn en trachtte te raden, waarmee zij zou eindigen. De lezer zal wel kunnen begrijpen, dat ik niet geheel op mijn gemak was. Het werd al donker, toen ik bij het huis van de kommandant aan- zwart en schrikwekkend. Het lichaam van de arme kommandantsvrouw lag nog altijd bij de buiten trap, waar twee kozakken op wacht stonden. De kozak, die mij was ko men halen, ging zich melden; hij kwam dadelijk terug en bracht mij naar dezelfde kamer, waar ik de vo rige dag zö teder afscheid had geno men van Maria Iwanowna. Ik had een ongewoon beeld voor ogen. Aan de tafel, die met een kleed bedekt was waarop kannen en glazen stonden, zaten Poegatsjow en een tien tal hoofdlieden van de kozakken, in kleurige hemden en met hun mutsen op, verhit van de wijn, met rode ge zichten en schitterende ogen. Onze onderofficier en Sjwabrin, de nieuw aangeworven verraders, waren niet onder hen. „Ha, uw edele!" riep Poegatsjow, toen hij mij zag. „Welkom! Gaat zit ten, als het u blieft!" De tafelgenoten schikten op; ik zette mij zwijgend aan het eind van de tafel. Mijn buurman, 'n slanke, knap pe jonge kozak, schonk mij een glas brandewijn in, dat ik niet aanraakte. Nieuwsgierig bekeek ik het gezel schap. Poegatsjow zat op de eerste plaats, met zijn ellebogen op tafel en met de zwarte baard steunend op zijn brede vuist. Zijn gelaatstrekken wa ren regelmatig en vrij aantrekkelijk, zij hadden niets wreeds. Hij wendde zich dikwijls tot een man van om streeks vijftig jaar, die hij nu eens „graaf" en dan weer „Timofeïtsj" noemde, soms sprak hij hem ook als „oompje" aan. Allen gingen als ka meraden met elkaar om, zonder hun aanvoerder bijzondere eerbied te be tuigen. Het gesprek ging over de aan val van deze morgen, over de over winning van de opstand en wat men in de toekomst zou ondernemen. Allen snoefden, deden hun eigen voorstel len en spraken Poegatsjow ongege neerd tegen. Op deze zonderlinge oorlogsraad nu werd besloten tegen Orenburg op te trekken; een gewaagde tocht, die bij- na tot een noodlottige overwinning had geleid! De opmars werd voor de volgende dag vastgesteld. „Nu, broeders", zei Poegatsjow, la- wiutucia vtgairOjvKy, ten wij voordat we gaan slagen, mijn lievelingsliedje zingen. Tsjoemakow, begin!" Mijn buurman hief met zijn zuivere S stem een droefgeestig lied van de sle- S pers langs de Wolga aan, en in koor vielen allen in: „Wees stil, wees stil, groene bossen, J mijn leven! 5 Laat mij, jonge kerel, mijn gedach- S ten denken! S Morgen moet ik, zo jong en flink, voor de rechter staan, Voor de strenge rechter, voor de de machtige tsaar. En dan zal de machtige tsaar mij vragen: 8 Zeg mij eens, jongen, zeg boerenzoon, 8 Met wie heb je geroofd, met wie heb 6 je geplunderd, s Heb je veel makkers met je mee 3 gehad?" J „Ik zeg het u, Heer, rechtgelovige tsaar, S De volle waarheid zeg ik, woord voor woord, S Makkers heb ik gehad, vier bij elkaar: J Mijn eerste makker was de zwarte nacht, En mijn tweede makker was mijn stalen dolk, En mijn derde, dat was mijn goede paard, Mijn vierde makker, mijn gespannen boog, En mijn boden, dat waren mijn spitse pijlen." Wat zegt dan de Heer, de rechtge lovige tsaar? „Goed zo mijn jongen, mijn boeren zoon, Je kunt roven, je kunt ook voor de rechter staan! Daarom, mijn jongen, zal ik je goed belonen, Met een hoog kasteel midden in de velden, Van twee palen, en een dwarshout er tussenin!" Het is onmogelijk weer te geven, welk een indruk dit lied van het volk over de galg, gezongen door mannen, die zelf tot de galg gedoemd waren, op mij maakte. Hun grimmige gezich ten, hun harmonieuze stemmen, de weemoedige uitdrukking die zij in de woorden legden, die toch al veelzeg gend waren dat alles trof mij als met een heilige schrik. De gasten dronken nog een glas, stonden van tafel op en namen afscheid van Poe gatsjow. Ik wilde hen volgen, maar Poegatsjow zei: „Blijf zitten, ik wil met je spreken." Wij bleven, oog in oog. Enige minuten duurde ons zwijgen. Poegatsjow keek mij scherp aan; soms kneep hij het linkeroog toe, met 'n wonderlijke uitdrukking van sluw heid en spotternij. Eindelijk lachte hij, met zulk een ongeveinsde vro lijkheid, dat ik bij het zien hiervan zelf begon te lachen, zonder te weten waarom. „Nu edele heer?" zeide hij tot mij. „Beken het maar, was je niet bang, toen mijn mannetjes je de strik om de hals legden? Je zult toen de he mel wel voor een schapevacht gehou den hebben.En je zou nu al aan de galg bengelen, als je dienaar er niet geweest was. Ik heb die oude domkop dadelijk herkend. Had je dat 8 ooit gedacht, edele heer, dat de man, 8 die je naar de herberg gebracht heeft, de grote tsaar zelf was?" (Hier zette hij een plechtig en geheimzinnig ge zicht). „Je draagt een zware schuld tegenover mij," ging hij voort, maar ik heb je genade geschonken om je goede daad, omdat je mij een dienst hebt bewezen, toen ik mij voor mijn vijanden moest verbergen. Wacht maar! Ik zal je nog heel wat meer belonen, als ik mijn troon bestijg! Beloof je, mij trouw en ijverig te dienen?" De vraag van de bedrieger en zijn driestheid schenen mij zo vermakelijk, dat ik niet nalaten kon te lachen. (Wordt vervolgd) Griep Een indrukwekkende foto van Liverpool's nieuwe r. k. kathe draal en haar spie gelbeeld - in aanbouw De kerk verrijst op Brownlow Hill, van waar men de gehele stad kan overzien. De kathedraal van Chris tus Koning, zoals haar naam luidt, is ontworpen door de architect Sir Frederic Gibberd. Binnen de enorme steunberen, hier afgebeeld, zal het schip van de kerk verrijzen als een gi gantische koepel, waarvan de top meer dan 90 meter hoog wordt. Het altaar komt in het centrum van deze koepel, zo dat de kerkgangers er zal plaats zijn voor drieduizend mensen nergens verder dan 21 meter van de celebrant ver wijderd zijn. De ka thedraal zal waar schijnlijk in 1966 vol tooid worden. BROOKS (AP). Een astronaut di« in zijn ruimtevaartuig in een baan om de aarde cirkelt, kan uitstekend met het blote oog vijandelijk grondgebied be spioneren, zo is namens een groep me dici van het Amerikaanse ruimtevaart bureau NASA meegedeeld. De deskundigen lichtten een confe rentie van artsen die bij de ruimtevaart zijn betrokken in over rapporten van zes Amerikaanse ruimtevaarders die om de aarde hebben gecirkeld. organisme ze „verstoten" had. De vrouw stierf later aan haar nierziekte. 86 „Heel mijn kunnen," kreet Joris Goedbloed, „heel mijn innige toewijding gaf ik aan mijn staatsrechte lijk gerechtvaardigd streven om het geheimste geheim te verwerven, en al die tijd had ik het al, en had ik de heren Slinkovitch en Binkovitch een mooie oferte kunnen doen.Verder kwam hij niet, want op dat ogenblik begon er in het laboratorium een retort hef tig over te koken. De enige die niet schrok was pro fessor Kalker. „Ah! Ha! Hoogst merkwaardig!" riep deze verheugd, terwijl hij het retort van de vlam nam en bewerkingen met de inhoud begon te doen. „Juist ja! Nu herinner ik het me weer levendig! Ik was juist toen ik gestoord werd bezig met een aller aardigst experiment, namelijk de bereiding van Anti- kalkerine, begrijpt men? Een interssante vloeistof, die geprokalkerinoseerde amoeben in staat zou stellen zich weer te splitsen. Een opzienbarende vinding, nietwaar, Pampa?" „Ja, professor," zei Panda. „Maar ik heet geen Pampa, ik heet Panda." Intussen echter sloop Joris Goedbloed sluw naar de arme Blub, die er nogal verwezen bij stond. „Nog is alles niet verloren," mom pelde Joris. „Nog kan een enkele snelle ingreep mij het bezit van het geheimste geheim verzekeren. Nil des- perandum necesse est, leerden ons reeds de ouden als zij ons duidelijk wilden maken dat men in alle om standigheden het hoofd koel moet houden. Verklaard werd dat militaire ruimte vaarders met een behoorlijke verkenners opleiding gemakkelijk raketbases, kampe menten, troepenbewegingen en andere doelen kunnen ontdekken van hoogten tot 160 kilometer. De mededelingen berustten vooral op op merkelijke rapporten van majoor Leroy Gordon Cooper jr. na diens ruimtevlucht van 22 omwentelingen in mei vorig jaar. Cooper zei dat hij duidelijk huizen en straten had waargenomen in Nepal en in het zuidwesten van de Verenigde Staten. Hij verklaarde een voertuig op een weg te hebben zien rijden, een boot op een rivier te hebben zien varen en een locomotief op een spoorbaan te hebben waargenomen. Sommige artsen twijfelden aan Coopers rapport. Zij verklaarden dat zulke waar nemingen buiten het vermogen van het menselijk oog liggen. Sommigen meenden zelfs dat de astronaut aan hallucina ies heeft geleden. De NASA heeft daarop een ploeg van vijf deskundigen aangewezen om vast te stellen of Cooper werkelijk objecten op aarde zo duidelijk heeft gezien. Deze ploeg is nu tot de conclusie gekomen dat dit inderdaad het geval is geweest, al werd daarbij gezegd dat Cooper wel een uit zonderlijk scherp „bloot oog" heeft. DE MEEST SPECTACULAIRE vorderingen der me dische wetenschap in de laatste tijd betreffen de vervanging van zieke menselijke organen door gezonde. Transplantaties van lever, milt, longen, nieren en zelfs harten zijn technisch mogelijk en ook al uitgevoerd. In sommige gevallen droegen zij bij tot de meerdere of mindere verlenging van mensen levens, in vele andere „weigerde" het lichaam van de pa tiënt, het „wezensvreemde" orgaan te aanvaarden. Maar al met al valt wel te voorspellen dat dit overbrengen van vitale organen thans nog in het experimentele stadium een steeds grotere rol in de medisch-chirurgische praktijk zal gaan spelen. HET AFGELOPEN jaar werd een groot aantal transplan taties van menselijke organen verricht. Donors zijn in zulke De chirurgen hebben intussen verbete ringen gebracht in de bestaande methoden om slagaders en aders met elkaar te ver binden, in hart- longmachines en hun wer king, in diepvries-verdovingstechniek en in de methoden om het verlies aan zuur stof van de weefsels te verminderen al lemaal hulpmiddelen in het dramatische proces waarbij het ene levende orgaan wordt vervangen door een ander. Door samenwerking van radiologen, scheikundigen en andere wetenschappelij ke werkers op het terrein der medische wetenschap haeft men vele successen ge boekt zelfs al waren dze soms slechts van tijdelijke aard in het overwinnen of voorkomen van de immuniteitsreactie van het menselijk lichaam. DE GROOTSTE HINDERPAAL bij het overbrengen van menselijke orga nen is het feit dat ieder menselijk li chaam volkomen uniek is het kan weefsels, afkomstig uit een ander li chaam onmiddellijk als niet-eigen „herkennen". Deze herkenning „slaat alarm" en brengt dan meteen de im muniteitsreactie in werking een soort verdediging tegen iedere aanval door vreemde weefsels op eenzelfde wijze als het lichaam anti-stoffen produceert om zich te verweren tegen bacteriën en virussen die het lichaam binnen dringen. De chirurgen van op zijn minst een half dozijn medische instituten zijn druk bezig met pogingen dit mechanisme tijdelijk buiten werking te stellen met geneesmid delen, bestraling, het wegnemen van de milt en de thymusklier die een deel vormen van het produktie-apparaat van deze anti-stoffen in ons lichaam of een combinatie van deze methoden. AL meer dan twaalf jaar hebben chi rurgen in Amerika en andere landen nie ren getransplanteerd, waarbij ze een aan tal blijvende resultaten hebben geboekt bij het overplanten van dit orgaan bij een eiige tweelingen (die geen anti-stoffen pro duceren tegen eikaars weefsels) en bij uit zondering ook in een paar andere geval len. Veel van deze pogingen mislukten als een gevolg van het verwerpingsmechanis me, andere doordat de oorspronkelijke ziekte van de nier later weer de overhand kreeg, of door andere complicaties. EEN VERSLAG over dit soort gevallen in de gehele wereld, dat in 1963 werd uit gebracht, maakte melding van 244 nier overplantingen, waarbij 18 patiënten (15 van hen een-eiïge tweelingen) de overplan ting meer dan twee jaar hadden overleefd. Vierenzeventig personen die een „donor nier" hadden gekregen waren nog in le ven, acht al meer dan een jaar en 19 anderhalf jaar of langer. De eerste overplanting van een long werd in de lente van het vorig jaar ver richt. Deze werd overgebracht op een man die ten dode was opgeschreven ten gevolge van longkanker en van een nier ziekte in een vergevorderd stadium. De chirurgen van de universiteit van Missis sippi (V.S.) verklaarden later dat de long, afkomstig van een man die aan een hart- gevallen meestal pas-overledenen (die stierven aan een on geluk of ziekte, welke één of meer van hun vitale organen onaangetast liet). In enkele gevallen stonden levende donors een nier of een milt af ten gunste van een zieke. Voorts kregen in 1963 zes mensen een nier van een chimpan see of baviaan, terwijl voorts voor het eerst magen en harten van dieren op andere dieren overgeplant zijn, als een voor bereiding voor eventuele dergelijke ingrepen bij mensen. aanval was overleden, 18 dagen functio neerde totdat de patiënt bezweek aan de ziekte van zijn nieren. In Pittsburgh werd later de long van een dode overgeplant in het lichaam van een andere man en ook deze functioneerde ge durende enige tijd. In Denver transplan teerde een medisch team van de universi teit van Colorado levers aan vier perso nen. Al deze mensen stierven later, maar hun dood werd aan andere oorzaken toe geschreven dan de eigenlijke overplantin gen. Eveneens in Denver ontving een jon gen de milt van zijn moeder. Hij is nu, zes maanden later, nog steeds in leven en in goede gezondheid, maar het is niet bekend of de milt bevredigend functioneert. IN DE LAATSTE maanden van 1963 heb ben de chirurgen een poging gedaan om een nog grotere sprong te wagen: die over de kloof tussen mens en dier, zowel om meer te leren over het verwerpingsmecha nisme en tevens in de hoop eens organen van dieren ter beschikking te kunnen stel len van zieke mensen. Jefferson Davis, een 44-jarige havenar beider in New Orleans, bleef twee maan den in leven nadat de nieren van een kleine chimpansee in zijn eigen nieren wa ren overgeplant. Hij stierf aan een infec tie van de longen maar volgens de artsen van de universiteit van Tulane functio. neerden de nieren nog steeds. Kort voordien hadden dezelfde artsen in Tulane de kleinere nieren van een rhe- suaapje overgebracht naar het lichaan van een vrouw. Deze nieren moesten na een week weer verwijderd worden omdat het SINDS DECEMBER van het vorige jaar hebben specialisten in Denver de nieren van bavianen overgeplant op vier mannen. Een van deze patiënten is overleden, da andere drie zijn volgens de laatsie rappor ten in een tamelijk bevredigende toestand. Indien het probleem van het verwer pingsmechanisme zou worden opgelost, kunnen dieren „reserve-onderdelen" gaan verschaffen voor de mens. Menselijke of dierlijke organen zullen kunnen worden be waard in speciale opslagplaatsen zoals dat nu reeds gebeurt met donorbloed, huid weefsel en beenderen voor transplantaties, en gebruikt kunnen worden wanneer dit nodig is. Zo is er opnieuw vooruitgang gemaakt in de richting van 'n grote wetenschappelijke zege voor de mens waarbij als steed» de vraag blijft hoe wel hij deze zal weten te gebruiken. NEW YORK (DPA) —De 24-jarige ge vangene John la Chapelle heeft in d# strafgevangenis van St. Quentin in Califor- nië een medaille van het „Camegie Hel denfonds" gekregen, alsmede een geldelij ke beloning van ongeveer vijfentwintig honderd gulden. La Chapelle redde drie jaar geleden vier kinderen uit een bran dende garage. Daarbij liep hij zulke zware brandwonden op dat hij enige tijd in een ziekenhuis verpleegd moest worden. Zijn heldendaad kwam hem op ongeveer twin tigduizend gulden ziektekosten te staan. Hij pleegde vervolgens een inbraak om, naar hij later vertelde, aan het geld voor de doktersrekening te komen. Zijn buit bedroeg echter niet meer dan zes flessen drank en ongeveer 250 gulden. Hij werd in augustus vorig jaar veroordeeld. Een bronzen kerkdeur in de West- duitse stad Hannover herinnert de kerkgangers aan de verschrikkingen van het jongste verleden. In hoogreliëf z(jn onder meer alle gruwelen van na- zi-Duitsland uitgebeeld, waaronder: Hitier tijdens een van zijn brallende redevoeringen, de massagraven in de concentratiekampen, de luchtaanvallen op de Duitse industriesteden. Naast de ze navrante afbeeldingen een mo dern pendant van Goya's „Desastros de la guerra" toont het rechterpaneel van de deur het Duitsland van na de oorlog met o.a. een reliëf van een wel gedane Duitser, die uitvoerig zit te ta felen symbool van het Wirtschafts- wunder waarbij hij bediend wordt door een als kelner vermomd geraamte.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 11