Moeilijke tijden voor de
Russische christenen
HUMANISTISCHE VERZORGING ONDER DE
MILITAIREN GAAT IN MEI BEGINNEN
Marcus-evangelie als
boek van de maand
DE WERELD VAN DE BIJBEL IN BEELD:
Adam en Eva
Europa Kinderhulp
actieve stichting
Ontmoeting tussen
christendom en
boeddhisme
Niet meer dan
een mooi
plaatjesboek
Groeiend
bezwaar
Inmenging
Jeugd
Verheugend
Moeilijke tijd
Problemen
PAGINA TWEE
Liquidatie
Da. D. ter Steege
Vrijzinnig congres
ZATERDAG 8 FEBRUARI 1964 Erbij
De Assyriërs belegerden Samaria drie
jaar, toen was de laatste weerstand ge
broken (721 voor Chr.). Nog terwijl dt
laatste gevechten aan de gang zijn, be
gint op dit reliëf uit Ninivé, dat de ver
overing van een stad door de Assyriër»
voorstelt, voor de s'adsmuren het weg
voeren van de inwoners in ballingschap,
zoals het ook in Samaria gebeurde. Een
voorbeeld van de parallelmethode, die
door Werner Keller vaak wordt ge
bruikt. (Afbeelding links)
Een bronzen plastiek van de als godde
lijk vereerde stier Apis van Memphis.
Zo moet ook het „gouden kalf" er uit
hebben gezien. Hieronder
Het is bepaald niet eenvoudig om
een duidelijk inzicht te krijgen in de
situatie van de christenen en de
christelijke kerk in de Sovjet-Unie. De
berichten hierover zijn weliswaar veel
vuldig maar allesbehalve eensluidend.
De ene keer krijgt men de indruk dat
de Russische Orthodoxe Kerk rustig
en onbelemmerd haar bestaan mag
leiden, dan weer willen verslaggevers
ons doen geloven dat de kerk hier
onder zware druk staat en slechts
moeizaam kan voortbestaan. Nu eens
wordt er gesproken van een zichtbare
opleving, dan weer van een duidelijke
teruggang ten aanzien van het kerke
lijk leven.
De achtergrond van de huidige situa
tie is deze. Toen in 1917 de bolsjewis
tische revolutie in Rusland uitbrak, viel
tegelijk met het tsarenregime ook de
macht van de Russische Orthodoxe
Kerk, die er zeer nauw aan gekoppeld
was.
Er brak toen een tijd van vreselijke
vervolgingen voor haar aan. De meeste
kerken werden gesloten of afgebroken,
priesters in grote aantallen naar Si
berië verbannen of gedood en de atheïs
tische propaganda scheen oppermachtig.
Toch bleek het orthodoxe geloof, in de
«chaduw en onder druk levend, nog le
venskrachtig. Tijdens en na de twee
de wereldoorlog, toen de kerk haar so
lidariteit met het bedreigde vaderland
bewezen had, schonk de Sovjet-Unie
haar weer een beperkte vrijheid. Toch
is het zonder meer duidelijk dat de
Russische christelijke kerk, die in haar
liturgie en dogmatiek steeds dezelfde
is gebleven, op gespannen voet moet
staan met een staat die bewust atheïs
tisch georiënteerd is.
De pogingen die er van staatswege zijn
ondernomen om het christelijk geloof
te bestrijden door natuurwetenschap
pelijk onderricht hebben kennelijk niet
die resultaten opgeleverd, die men er
van verwachtte. Ondanks de felle anti
religieuze artikelen in de Pravda tonen
de ontwikkelde Russen, op wie 't strijd
baar atheïsme het minst vat heeft ge
had, groeiende bezwaren tegen de sinds
vier jaar opgevoerde christenvervolging
Ook Chroestjow zelf heeft erkend, dat
de christenen actief deelnamen in de
samenleving en dat zij hun burgerlijke
plichten behoorlijk nakomen. Waar
schijnlijk zijn hier 'n klein aantal verbe
ten fanatici aan 't werk, die op 't ogen
blik nog de kans hebben hun propagan
da door te voeren zonder dat de com
munistische partij als zodanig hier ten
volle achter staat. Daarom hoopt de
kerk toch stand te kunnen houden, al
schijnen de omstandigheden momenteel
allesbehalve rooskleurig te zijn.
In het tijdschrift „Junge Stimme",
een Westduits weekblad voor jonge
christenen, kwamen wij namelijk een
bericht over Rusland tegen onder de
titel „Kerk onder druk. Harde tijden
voor Russische christenen". Er wordt
daarin gesproken van 'n regeringsvoor
nemen om uiteindelijk de kerk te li
quideren.
De politiek is daarbij, aldus de be
richtgever Rudolf Pfisterer, de kerk te
isoleren van het volk om dan door de
kerkelijke instanties zelf maatregelen
te doen treffen die verder alle christe
lijk leven onmogelijk maken. De bepa
ling van de grondwet met betrekking
tot de scheiding van kerk en staat
wordt daarbij gehanteerd: seminaries
en kloosters worden in de wetgeving
van na de eerste wereldoorlog niet ge
noemd. Daarom kunnen ze zonder
meer worden gesloten. Alleen gods
dienstige verenigingen zijn wettelijk
toelaatbaar. Dus kan er van een wij
der verband eigenlijk geen sprake zijn
en wil men de gemeenten alleen maar
voor zichzelf laten bestaan. Dat bete
kent dus ook, dat arme gemeenten
geen hulp van andere kunnen krijgen.
Priesters moeten hogere inkomsten
belasting betalen (soms tot 83 percent
van hun inkomen!) dan de overige bur
gers. De gemeenten moeten hoge be
dragen bijeenbrengen voor het onder
houd van de gebouwen. Wanneer de
kas van een kerkelijke gemeente een
batig saldo vertoont dan moet dit be
drag elk jaar als „geschenk" aan de
„vredesbeweging" worden geschon
ken.
Bijna alle kerken op het platteland
zijn gesloten. In de steden worden dik
wijls kerkgebouwen aan de gemeenten
ontnomen om stedebouwkundige rede
nen of om verkeers-technische regelin
gen. Men herinnert zich het bericht over
de omzetting van de historische kathe
draal in Novgorod in een planetarium
„omdat dit gedenkteken voor de gelo
vigen té kostbaar zou zijn".
Inmenging in de structuur van de
gemeenten is er ook. De leiding van
de gemeenten wordt in handen van
een commissie van drie gelegd, die
in feite dient om de bevelen van de
regering in ontvangst te nemen. De
priesters worden beschouwd als amb
tenaren.
De beheerscommissie heeft het recht
om de priesters te ontslaan. Hun werk
zaamheden worden verder beperkt door
het verbod gemeenteleden te bezoeken
(behalve in geval van levensgevaar)
en met hen te bidden. Kerkdiensten
mogen alleen in het kerkgebouw ge
houden worden. Kerkelijke begrafenis
sen kunnen dus alleen plaats vinden,
als er op het kerkhof een aula voor
handen is, wat op het platteland meest
al niet het geval is.
De doopbedieningen lopen in de laat
ste jaren sterk in aantal terug, daar
bepaald werd dat alleen de vader zijn
kind ten doop mag brengen onder ken
nisgeving aan de beheerscommissie,
waarbij ook vermeld moet worden waar
de vader werkt.Als priesters de hand
lichten met deze bepalingen verliezen
zij hun ambt. Elke preek is onderwor
pen aan preventieve censuur door een
daartoe binnen het diocees aangestel
de, maar feitelijk tot de overheid ho
rende figuur, die daartoe het diocees
onder controle houdt.
Extra maatregelen tracht men te tref
fen om de jeugd ver van de kerk te
houden. Zo werd aan de bisschoppen
opgedragen de kinderen in de tijd vóór
de bevestiging tot lidmaat uit de ker
ken te weren, dit weer op grond van
de scheiding van kerk en staat.
De beheerscommissies kregen instruc
ties om zo nodig geweld te gebruiken
ten einde de jeugd buiten de kerk te
houden. Waar dit niet werd doorgevoerd
geschiedde het omdat men bang was
voor onrust. Het kan echter alsnog ge
beuren. Van kerkelijke zijde meent
men al deze maatregelen maar te moe
ten slikken, omdat reeds gebleken is,
dat protesten toch niet helpen.
Bovenstaande berichten vinden nog
nadere bevestiging in een bericht van
een correspondent van Het Parool over
de kerstfeestviering, die in Rusland vol
gens de Juliaanse kalender dertien da
gen later dan in 't Westen plaats vindt.
In Moskou leidde de 86-jarige patriarch
zelf de dienst in de kathedraal, die
stampvol was. De correspondent tekent
daarbij aan, dat dit wellicht de laat
ste keer is, dat de kerstdienst in deze
kathedraal gehouden kan worden, daar
het kerkgebouw een verkeersobstakel
wordt geacht en moet worden afgebro
ken. In plaats daarvan heeft het pa
triarchaat de beschikking gekregen over
het ernstig verwaarloosde Sint Simon-
klooster.
Op het departement van Defensie
wordt nu met voortvarendheid ge
werkt aan de werkelijke invoering van
de humanistische geestelijke verzor
ging. Men mag verwachten dat de
hoofdraadsman begin februari zal
worden aangesteld. De vier raadslie
den zullen waarschijnlijk per 1 mei
1964 in dienst treden.
Dit wordt gemeld door het blad
„Mens en wereld" van het Humanis
tisch Verbond. De heer H. Lips zegt
in een hoofdartikel dat hiermee een
voor de gehele humanistische wereld
belangrijke beslissing is gevallen. Het
verzet tegen humanistische geestelijke
verzorging in de strijdkrachten heeft
lang geduurd omdat juist door deze
verzorging de humanistische raadslie
den toegang zouden verkrijgen tot het
gehele Nederlandse volk, zo betoogt
hij.
„Tot nu toe ging het vooral om ge
vangenissen, huizen van bewaring, ar
beiderskampen enzovoorts, die vanuit
een oogpunt van geestelijke verzorging
een bijzondere belangrijkheid hebben
maar waar toch het grootste deel van
het Nederlandse volk nimmer terecht
komt.
In de strijdkrachten komen alle ge
zonde, mannelijke leden van ons volk
en ik ben ervan overtuigd dat daarom
het verzet hier zo hardnekkig is ge
weest."
De heer Lips acht deze zaak niet al
leen verheugend voor de humanisten,
maar ook voor de godsdienstige men
sen. Deze kunnen namelijk verheugd
zijn over de innerlijke kracht van de
verdraagzaamheid, die de kerken bin
nen eigen kring hebben weten te mobi
liseren.
„De kerken hebben daarmede, wij
zullen dat moeten erkennen, een voor
beeld gesteld dat ook door humanisten
zal moeten worden onthouden. Wellicht
komt ook voor ons eenmaal het mo
ment dat onze verdraagzaamheid wer
kelijk op de proef wordt gesteld. Tot
nu toe waren wij namelijk vooral vra
gende partij. Toch stemt het nu reeds
tot voldoening dat de humanisten in
Nederland kans hebben gezien hun
eisen op een waardige, dus verdraag
zame, wijze aan de orde te stellen. Ik
ben ervan overtuigd, dat dat de be
slissing binnen de kerken bepaald heeft
bevorderd.
Het betekent natuurlijk niet, dat we
nu geen tegenstand meer hebben te
verwachten'. Ik ben ervan overtuigd
dat de nieuwe raadslieden een uiterst
moeilijke tijd tegemoet gaan. Zij zul
len veel vooroordeel en bewuste en on
bewuste tegenstand hebben te overwin
nen. Mogen zij de innerlijke kracht vin
den om ook dat op een waardige wijze
te doen.
Dat geldt te sterker daar de invoe
ring van de humanistische geestelijke
verzorging bij wijze van proef voor
drie jaren geschiedt. Wij zijn ervan
overtuigd dat in deze drie jaren zal
blijken dat er een werkelijke behoefte
aan deze verzorging bestaat, wij zijn
er echter ook van overtuigd dat de te
genstanders van deze verzorging al
les zullen doen om dat te verhinde
ren."
De heer Lips wijst op een discrimi
natie, die nu toch nog aanwezig is.
Want de militairen, die straks geeste
lijke verzorging vanwege het Humanis
tisch Verbond wensen, zullen daartoe,
als zij meerderjarig zijn, een schrifte
lijke verklaring bij hun commandant
moeten indienen. Als zij minderjarig
zijn moeten hun ouders of voogden dat
doen.
Militairen, die een godsdienstige
geestelijke verzorging wensen te ont
vangen behoeven zo'n verklaring niet
af te geven.
De heer Lips meent dat dit de
eerste jaren veel problemen zal ge
ven. „Óm maar één punt te noemen,
er zullen een aantal militairen zijn,
die wel graag humanistische geeste
lijke verzorging ontvangen, maar
die, als ze daar thuis eerst een brief
je vpor moeten vragen, er liever van
af zien. Natuurlijk kan men stellen
dat deze mensen dan blijkbaar een
humanistische verzorging niet zo
graag willen, maar wie de jonge
mensen van deze tijd kent weet dat
sommigen zo zullen reageren.
Het resultaat zal dan zijn dat ze óf
bij de protestantse verzorging terecht
komen óf geen geestelijke verzorging
zullen ontvangen wat nu juist geen van
beide hun bedoeling was."
De heer Lips meent, dat men een zo
groot mogelijke bekendheid aan het on
derwerp moet geven. Hij verwacht, dat
niet ieder in humanistische kring de
invoering van humanistische geestelijke
verzorging in de strijdkrachten met
evenveel enthousiasme tegemoet ziet,
en denkt daarbij met name aan de pa
cifistische leden van het verbond.
„Toch menen wij te mogen stellen
dat deze leden van het Verbond, zo
lang er nog jonge mensen verplicht on
der de wapenen worden geroepen, er
mee zouden kunnen instemmen dat de
ze jonge mensen in hun moeilijkheden
worden bijgestaan door raadslieden".
De heer Lips meent namelijk dat een
dergelijke geestelijke hulp geen keuze
inhoudt voor of tegen de aanwezigheid
van strijdkrachten in Nederland. „De
geestelijke verzorger van militairen is
bereid jonge mensen in hun noden bij
te staan zolang de Nederlandse over
heid hen oproept tot de militaire dienst"
Het „boek van de maand"-idee slaat in
Centraal-Amerika sterk in. Alleen gaat
het ditmaal om een idee van de bijbel
genootschappen in Guatemala, die elke
maand een bijbelboek tot het „boek van
de maand" gaan uitroepen. Als eerste
fungeert het Marcus-evangelie.
Het doel is om zowel kerkelijke groe
pen-als individuelen ertoe te brengen
hun kennis te verdiepen door een
systematische studie van het „boek van
de maand".
Men is van mening, dat de eenvou
dige, directe presentatie van het Mar
cus-evangelie bijzonder geschikt is voor
hen, die nog niet met de bijbel ver
trouwd zijn. Men dringt er bij de „boek
van de maand"-christenen op aan goed
kope uitgaven van het Marcus-evange
lie cadeau te doen aan diegenen, die
graag mee willen doen aan een regel
matige bijbelstudie, opdat men hen zo
zal kunnen leiden tot een actief lid
maatschap van de kerk.
Waren Adam en Eva blank of niet?
De Amerikaanse geneticus dr. Walter
E. Lammerts, stichter van de organisa
tie voor het onderzoeken der schepping,
heeft de inspektie van onderwijs in Ca-
lifornië hierop het volgende antwoord
gegeven:
„Dat weet niemand natuurlijk, maar
ik geloof, dat de huidskleur van Adam
en Eva zo tussen beide lag en dat som
mige mensen in de loop der tijd lichter
en anderen donkerder van kleur zijn
geworden."
De Stichting Europa Kinderhulp heeft
vorig jaar behalve op transporten van
Midden- en Oosteuropese kinderen uit
ontheemdenkampen in West-Duitsland
en Oostenrijk het accent speciaal gelegd
op hulp aan die Franse kinderen, welke
door allerlei omstandigheden letter
lijk en figuurlijk in het slop zijn ge
raakt.
Door samenwerking met het Franse
Leger des Heils heeft men kans gezien
Franse kinderen veelal kinderen uit
mijnwerkersgezinnen in de leeftijd
van vijf tot tien jaar naar Amsterdam
en de provincie uit te nodigen voor een
vierweeks verblijf in Hollandse pleeg
gezinnen, waar deze kinderen, die vaak
de meest elementaire levensbehoeften
als goede voeding, kleding en ouderlijke
verzorging moeten ontberen, in een
normale en liefdevolle omgeving enigs
zins op hun verhaal kunnen komen.
In „Hervormd Nederland", waaraan
we deze gegevens ontlenen, wordt ge
steld dat voor de Stichting alle kinde
ren gelijk zijn, ongeacht hun afkomst,
ras of levensbeschouwing. Ook het be
stuur van de Stichting is samengesteld
uit vertegenwoordigers van de grote
levensbeschouwelijke groeperingen, die
gezamenlijk in het belang van het hulp
vragende kind trachten het hun ge
stelde doel te verwezenlijken.
Het ligt in de bedoeling dit jaar in
de maand juni een Frans transport te
organiseren en in juli een Duits, waar
voor echter alleen die kinderen in aan
merking komen, die door hun pleeg
ouders van vorige jaren op naam wor
den uitgenodigd. Daarnaast wil men
deze zomer een Oostenrijks en Luxem
burgs transport organiseren.
Met de bedoeling de wereldvrede te
bevorderen door religieus onderling be
grip hebben het Japanse bijbelgenoot
schap en de All Japan Buddhist Asso
ciation een lunchbij eenkomst belegd in
het Ginza-hotel in Tokio. Tijdens deze
lunch wisselde men op ceremoniële
wijze de bijbel en de heilige boeddhis
tische geschriften uit.
De vergadering heeft zijn oorsprong
gevonden in een gift van het Deense
bijbelgenootschap als tegemoetkoming
in de kosten van het uitreiken van
bijbels aan boeddhistische priesters in
Japan. Op de lunchbijeenkomst toonde
de algemeen secretaris van de Buddhist
Association zich zeer verheugd over de
uitwisseling van bijbel en sutra. Hij
onderstreepte de behoefte aan een
geestelijke confrontatie met het groeien
de atheïsme en materialisme in Japan.
Van 18 tot 23 augustus zal in het
eerste vrijzinnig christelijk lyceum in
Den Haag het driejaarlijks congres van
het internationaal verbond voor vrij
zinnig christendom en geloofsvrijheid
worden gehouden met als thema „Een
geloof voor de wereld van morgen".
Er worden deelnemers verwacht uit
West-Europa, de Verenigde Staten, O.-
Europa, Japan, India en Afrika. Dr.
Ralph S. Bunche, ondersecretaris bij de
Verenigde Naties, zal spreken over
„Moral Standards for the World of To
morrow".
Verdere sprekers zijn sir Alistair Hardy
van de universiteit van Oxford („Scien
ce and religion"), prof. Dietrich von
Oppen socioloog aan de universiteit van
Marburg („Dynamics of Faith and the
Community") en prof dr. H. C. Rümke,
oud-hoogleraar aan de rijksuniversiteit
te Utrecht („Keeping your own inte
grity"). Prof dr. L. J. van Hoik zal rap
porteren over zijn bevindingen op het
Vaticaans concilie.
Werner Keller heeft indertijd naam
gemaakt door zijn „De bijbel heeft toch
gelijk." Dit boek heeft zeer veel cri-
tiek gekregen en het kon ook wel wor
den beschouwd als een soort compen
dium zonder een vaste lijn.
De schrijver heeft nu een nieuw boek
over dit onderwerp het licht doen zien,
dat „De wereld van de bijbel in beeld"
heet. Voor degenen, die graag plaatjes
kijken is het een ideaal boek, omdat
Keiler inderdaad een goede keuze heeft
gemaakt uit het beschikbare mate
riaal. (Uitgave H. J. Paris, Amsterdam).
Maar als men na een vluchtig door
bladeren het boek eens nader gaat be
kijken blijft een gevoel van teleurstel
ling toch niet uit. Men wil in zo'n boek
toch een bepaalde synthese aantreffen,
en die ontbreekt volledig.
Terwijl ieder goed archeologisch boek
een beeld geeft van de verschillende
theorieën, die opgeld doen. gaat dit
boek hieraan volledig voorbij. Opmer
kelijk is ook, dat voornamelijk de
„rand" wordt behandeld, en Israel zelf
wat op de achtergrond blijft. Voor
iemand, die de bijbel nog nooit heeft
gelezen zal dit boek tamelijk duister
zijn.
„De wereld van de bijbel in beeld"
is een plaatjesboek, dat iets laat zien
van de oude rijken, die voor de histo
rie van Israel een rol hebben gespeeld.
Maar veel meer is het eigenlijk niet.