tv groef DE IN DE KOMENDE WEEK ■9 TONEEL Nieuws uit de TELEVISIEWERELD op de boekenplank ZATERDAG 8 FEBRUARI 1964 Erbij PAGINA ZES Z Badminton in Haarlem Potasch en Perlemoer Het heelal Als u het mij vraagt De vrijgezel Handboogschieten Jazz Scene USA Henny Schoute OUDE MELODIE VEROVERT DE WERELD S. K. Een televisieweek zonder ver rassingen. Na de drukte van de Olympische winterspelen nu de rust van de routine. Het gevaar van onze verzuilde televisie is het vastlopen in schema's. Iedere om roepvereniging heeft haar vast rou- leringssysteem met eens in de vier weken vrijwel dezelfde dinsdag, een vrijwel gelijk weekeinde en ga zo maar door. Er is eigenlijk maar weinig mogelijkheid van improvi satie op die manier. ZONDAG. De laatste dag van de win terspelen. Maar eerst zondagmorgen om elf uur een r.k. hoogmis uit de St. Bavo ba siliek in Haarlem. Vijf minuten voor één volgt een di recte reportage van het skispringen in Bergisl. Tot drie uur beelden van dit „mannenwerk", dan volgt het week- journaal tot half vier. Van vier tot half zes binnensport: beelden van" enkele fi nales van de open Nederlandse badmin tonkampioenschappen in de Duinwyck- hal in Haarlem. Commentator is Aad van Leeuwen. Het journaal volgt om zeven uur op het kwartiertje Nederlands commen taar uit Innsbruck. Vijf over zeven Sport in beeld en kwart over zeven (tot acht uur) de laatste filmsamenvat ting van de Oostenrijkse televisie van de wedstrijden van deze zondag. Van acht tot negen ten slotte een directe reportage van de sluitingsplechtigheid in het Ijsstadion te Innsbruck. En daarmee zijn de spelen dan definitief achter de rug De AVRO brengt om negen uur een show uit een superdure nachtclub rond de Nederlandse pianiste Pia Beek, een van de vreemdste figuren uit de va derlandse lichte muziekwereld. Ze kan geen noot muziek lezen, maar is sinds vele jaren een van de meest succesvol le mucisiennes van ons land. Ze maak te lang deel uit van het Miller Sextet, maar vormde na de oorlog haar eigen trio, waarmee ze zowel in eigen land als in Amerika met veel succes optrad. Jaarlijks maakt Pia Beek nu een tour nee door de „States", waarbij ze op treedt in de meest luxueuze nachtclubs en in de grootste t.v.-shows. In de Pia Beckshow treden verder op het orkest van trompettist Frank Mijts, dat z'n t.v.-debuut maakt, het kwartet van vio list Sem Nijveen, dat de sfeer van de Millers doet herleven, de zangeres Fan ny Day die lange jaren samen met Pia bij de Millers speelde en toen me nig duetje met haar zong en de chansonnière Arly Day. Drie kwartier muziek en zang dus. Daarna een aflevering van de span nende serie „De verdedigers", waarin vader en zoon Preston weer een inge wikkelde zaak te behandelen krijgen, nl. die van „Opa Boem". Om twintig over tien sluit Pierre Janssen met zijn nog altijd fascineren de „kunstgrepen" de zondagavond af. MAANDAG, een vrolijke keuken de ze maandag. De start is met Billy Be- van: een comedy caper, getiteld „Fly ing Ace". In de serie Openbaar Kunstbezit be spreekt dr. H. L. D. Jaffé, privaatdo cent in de moderne kunstgeschiedenis te Amsterdam „het ontstaan van een schilderij". De kijker ziet aan de hand van voorstudies het bekende werk van Vincent van Gogh, de aardappeleters, groeien. Na het journaal en de tien minuten politiek om half negen opnieuw vrolijk heid. De K.R.O. stuurde een filmploeg naar Maastricht om een reportage te maken van het carnaval. Negen uur volgt dan het extra-toneel stuk, dat in de plaats komt van de wekelijkse film. Het is de klucht van Jan Blaaser Sr., „Potasch en Perle moer met vakantie" met in de hoofd rollen het bekende duo Jan Blaaser en Johan Boskamp (Johan Kaart doet het allang niet meer). Bijna heel Nederland kent deze twee Amsterdamse, Joodse, handelaren in textiel, die elkaar voort durend in de haren zitten, want er zijn honderden voorstellingen van Potasch en Perlemoer geweest. Er was zelfs een grammofoonplaat van, die overigens geen hoge oplaag bereikte. DINSDAG. De schooltelevisie brengt dinsdagmiddag om twee uur een pro gramma, dat voor jong en oud de moei te waard is: Het Heelal. De VARA opent om half acht het avondprogramma met „Meneer de voorzitter": politieke zaken belicht door Joop van Os. Na het journaal en Achter het Nieuws om kwart over negen: „De muziek van Harry Warren". Harry Salvatore War ren werd op 24 december 1893 in Brook lyn (NY) geboren. Hij was drummer in een kermis- en later fanfare-orkest, werd acteur, dirigent en ten slotte com ponist. In die kwaliteit heeft hij musi cals en vooral vele films op z'n naam geschreven, zoals Gold Diggers, Spring Time in the Rockies en Tin Pan Alley. Enkele bekende songs: Lullebye of Broadway, Jeepers Creepers, Septem ber in the rain, Nagasaki, Chattanooga choo choo, Shuffle off to Buffalo. De liedjes worden gespeeld en gezongen door het orkest Frans de Kok met als solisten Milly Scott, Ronny Watty, Greetje Mona, het trio van hotviolist Frans van Bergen, de Engelse vocal group The Chariots en de hoboïst Edo de Waart. Ook werkt mee de ballet groep van Jan Amtz. Het programma „De muziek van.is uitgegroeid tot een van de beste amusementspro gramma's van dit winterseizoen. On danks het nog maar steeds stug volge houden vertalen van de songs. Om kwart over negen op deze dins dag een Dick Powellfilm: „De kluis". Een vrijwel volmaakte „kraak", die evenwel toch niet het verwachte suc ces oplevert. Ten slotte presenteert Jaap Buys om vijf over tien Ouderavond met vraag stukken, die speciaal gericht zijn op ouders en opvoeders. WOENSDAG. De N.C.R.V. opent het avondprogramma om half acht als ge bruikelijk met het verhaaltje voor het slapen gaan van Barend de Beer. Aansluitend „In gesprek", waarin dr. C. Blankestijn vragen van kijkers en kijksters beantwoordt. Na het journaal en de Memotjes om half negen een van de populairste zo niet de allerpopulairste series van de Nederlandse televisie: Rien van Nu- nen en Piet Römer als het duo in lom pen en metalen Stiefbeen en Zoon. Het is opmerkelijk hoeveel succes deze door Jaap v. d. Merwe zo voortreffelijk be werkte Engelse serie bij de kijkers heeft. Rien van Nunen, tot op heden een niet erg op de voorgrond tredend acteur vooral van volkstoneel, kan er van meepraten. Er is nu zelfs sprake van een Stief been-film. Hoe het ook zij, op deze avond trekken de twee erop uit om feest te vieren. „Jarig vandaag" heet deze aflevering, waarin we naast Rien en Piet tegenkomen Matthieu van Eysden als een heer aan de bar, Nico Schoemakers als barkeeper en Robert Sobels als de heer in het restaurant. Om twee over negen van de Stief- beens naar Nico van Vliet, die weer Maandagavond „Potasch en Perlemoer met vakantie". Johan Boskamp geeft instructies aan zijn huisknecht. Zondagavond een programma met Pia Beek. spelleider is in „Als U het mij vraagt." Om tien uur volgt het Filmkader van Peter van Campen, die we na zijn for matie tot N.C.R.V.-contactfiguur in de N.T.S.-commissie helaas steeds minder vaak op de beeldbuis te zien krijgen. De Ridder van Maison Rouge heeft inmiddels de tiende aflevering bereikt. Nog driemaal, dan is dit feuilleton ten einde. DONDERDAG. Om half acht een fo rum onder voorzitterschap van Jaap Buys, dat de problemen van de vrij- vertaling van de bij de BBC wer kende Nederlander Herman Fortuyn. In de hoofdrollen Jan Retèl, Julien Sehoen- aerts, Kitty Courbois en Johan Fiolet. VRIJDAG. Om elf uur een herhaling van twee schooltelevisie-uitzendingen „Engels spelenderwijs" en „Het heel al". De VPRO verzorgt deze vrijdagavond. Dat betekent, dat we een aantal oude bekende gezichten te zien krijgen, zo als Simon van Collem en dr. A. C. van Swol, zonder wie een VPRO-pro- gramma ondenkbaar schijnt te zijn. Si mon van Collem verzorgt deze keer de aanloop: van half acht tot acht De oude Draaidoos, gewijd aan het ideaal van onze grootmoeders, Rudolf Valentino, die voor de jongere generatie nog een onbekende is. Na het journaal komt Wim lbo met zijn twaalfde aflevering van zijn caba retkroniek „Mens durf te leven", deze keer met als gasten uit Yoego-Slavië de zangeres van volksliedjes Anica Zubo- vic en uit Madrid het ensemble Nana Lorra, dat lbo zag toen hij uit Ame rika terugkwam. Het ensemble danste ook in de Ed Sullivan show in Ameri ka. Tenslotte draagt Fien de la Mar een monoloog voor van de Amerikaanse Dorothy Pakker. Vijf over negen „ziek zijn en beter worden" en om vijf voor tien in de se rie onbekende sporten een uitzending van Herman Kuiphof over het hand boogschieten. Een aantal enthousiaste jonge Nederlanders heeft de laatste ja ren zijn best gedaan om deze sport in ons land ingang te doen vinden. Dat is hen uitstekend gelukt: volgend jaar krijgen ze zelfs internationale kam pioenschappen in ons land. De avond wordt besloten met een speels experimenteel programma „Vreemdeling op een plein" onder re gie van Huib de Vries, samengesteld door Paul Harrisson met vertalingen van Hans Andrews, de stemmen van Guus Hermus en Frans Koppens, voorts een jazzorkest, een jazz-danser en een schilder. „Vreemdeling op een plein" wil een impressie zijn „in poëzie en proza beelden, geluid en stilte, met en over vreemdelingen, die reageren op een voor hen nieuwe omgeving". Vijf en twintig minuten echte televisie van artiesten, die het medium als nieuwe kunstvorm willen gebruiken en die van de V.P.R.O. de kans krijgen nieuwe we- iv.xi-x^ivXw/X'.-xvCvX-:": Woensdagavond trekt de familie Stief been naar een restaurant om aldaar de verjaardag te vieren. Dat ook daar zoonlief (Piet Römerkwaad kan wor den op zijn vader met oorlogsver wondingen (Rien van Nunen) blijkt wel uit deze opname. gezel ter discussie zal nemen. Dat ge beurt dan ter gelegenheid van het tien jarig bestaan van de Nederlandse Vrij- gezellenbond. Het journaal zal de vrijgezellen de mond snoeren, want ze zullen aan het halve uurtje beslist niet genoeg hebben om hun ter harte gaande zaken als huis vesting en belasting uitvoerig te bespre ken. Achter het Nieuws tot kwart voor negen, wanneer Ellen Blazer en Berend Boudewijn de kijkers mee „uit" nemen. Tenslotte om tien over negen het wekelijkse TV spel: „The shadow of a gunman", of wel „in de schaduw van de revolverman". Het stuk van de Ier se schrijver Sean O'Casey behandelt de Ierse vrijheidsstrijd tegen de Engelsen, die in 1921 leidde tot de erkenning van de Ierse Vrijstaat. Zoals in elke strijd, kreeg ook in deze de kleine man de klappen. Het stuk speelt in een huis, waar deze „gewone mensen" samenzijn met elkaar. De regie is evenals de gen te zoeken. Dat ze daarbij wel eens struikelen is van minder belang dan het feit, dat zij zoeken. ZATERDAG. De AVRO begon deze week en zorgt dus ook voor de afslui ting ervan; zo is het schema. Datzelf de schema zegt ook, dat we in de mid daguren kunnen kijken naar Jazz Scene USA deze keer gewijd aan de verba zingwekkende knappe jazzgitarist Bar ney Kessel naar Anneke van Lanes- weerde en Bob Boxma in Uit de Voe ten naar het T.V.-lab. hoe vliegt een vliegtuig naar Okkie Trooy en „Uit de kleine camera". De avond vangt aan ook al weer volgens het sche ma met Luipaard op schoot. Na het nieuws Pinky en Perky en voor de negende keer de succesvolle fa- miliecomedie, die als naam kreeg „de Dick van Dyke-show" en quizuur, waar in Nand Baert als spelleider optreedt. In „Wie van de drie" het bekende „pa nel" en in „Wachtwoord" nu einde lijk Conny Stuart. Tot slot Rijk de Gooyer met zijn show „Kijk die Rijk", waarvoor Eli Asser weer de teksten zal schrijven. Als speciale gast komt ditmaal de grappenmaker-goochelaar Joe Andy meewerken. Aan het begin van deze nieuwe muzi kale parade een eresaluut aan enkele grote Franse artiesten. Een eerste eer biedige groet aan wijlen Edith Piaf en haar echtgenoot Theo Sarapo. Op de langspeelplaat „Récital 1963 a Bobino" is een reeks ontroerende chansons vast gelegd, waaronder: Monsieur Incognito: Tiens v'la un Marin, Le chant d'amour (met het aandoenlijke: laat me zingen»), J'en ai tant vu, Ce n'était pas moi, Mar- got coeur gros, voor zover 't Edith Piaf betreft. Theo Sarapo vervolgt op de keerzijde met: Défense deLes mains, La bande en noir, Un dimanche a Londres, Chez Sabine. Het duo be sluit met: A quoi ga sert l'amour. De opname gebeurde tijdens de avond van de première, zodat de luisteraar kan meegenieten van de enthousiaste spreek koren (bis!) (Columbia FSX 144). Op een single na hadden we nog niets van Robert Cogoi gehoord. Nu zijn eerste(?) langspeelplaat uit is en we die beluisterd hebben aandachtig kunnen we niet anders zeggen dan dat die uitgebreidere kennismaking bijzon der plezierig was. Dat geldt voor de stem van Cogoi, de begeleiding en de chansons (moderne opzet) zoals: Je sérais mieux chez moi, Je fais serment. Tu mens mon amour, Mon p'tit ange, Dou, dou, dou, doux, Loin du coeur, loin des yeux, Je m'sens trés seul, Je suis perdu. (Standard B 14.083 R/ Philips). Over naar een andere Fransman met allure: Gilbert Bécaud met een e.p. waarop: Toi, Les tantes Jeanne, Quand Jules est au violon (Country and Wes tern-style!), Si j'avais une sermaine. 'n Beminnelijk plaatje. (His Masters Voice EGF 663 M). Als we (geografisch) een beetje hoger gaan komen we in België waar Adamo triomfen viert. Adamo, een twenner die aan de school voor public relations studeert, er ondertussen lustig op los zingt en Belgische harten verovert. Hoewel hier niet helemaal verstoten van populariteit, vinden we Adamo maar matig. Hij werkt niet zo op onze ongetwijfeld nuchterder sentimenten. Op een e.p. vier liedjes die hij al in het Frans zong en nu nog in het Neder lands: Alleen voor jou, ik roep jouw naam, Want zonder jou, Jij bent alles voor mij. (Pathé AEH 5003). Ben Steneker hebben we altijd een van de beste Nederlandse vertolkers van country- and westemliedjes ge vonden. Daarom wil zijn e.p. „Vier maal Ben Steneker" er best in. De songs: Wanted love, Unwanted sign upon your heart, Kissing my pillow, From a jack to a king. (CNR HX 1294). There's no business like showbusiness, vooral als het drie groten betreft: Bing Crosby, Frank Sinatra en Dean Martin. Plezierig te horen dat ze een single maakten met „The oldest established" en „Fugue for tinhorns", uit de gerucht makende musical „Guys and Dolls". Een „heerlijke" plaat. (Reprise RR 27.047). Ray Charles met een nieuw kassuc ces: „That lucky old sun" en „Ol'man time". De eerste song (heeft veel weg van „Take these chains from my heart") voorspellen we grote sprongen op de hit-paradelij st, waar deze inmiddels als nummer 20 stond genoteerd. (ABC- Paramount AP 22.168). Martha and The Vandellas zijn in Amerika wel van hun populariteit verzekerd. Hier in Nederland? Afwach ten. Ze kunnen ons niet bekoren. Mis schien zit het 'em in de show. Hun nieuwste single: „Quicksand" (nr. 4 op de Amerikaanse hit-parade) en „Dar ling, I hum our song". (Motown GO 42.566). Een allerliefst plaatje voor jongeren èn ouderen van de jeugdige Jack en Bill, twee Nederlands-Indische jonge tjes: „Ine mine mutte" en „De school is uit". (Philips JF 327.562). 't Is opmerkelijk dat enkele jonge Nederlandse cabaretiers en een cabare tière met goede plaatjes uitkomen. René Frank bijvoorbeeld doet niet onder voor buitenlandse collega-zangers en nu hebben we Jenny Arean en (ver loofde) Jacco van Renesse, die de Ne derlandse markt vocaal verstevigen met „What do you say" en „Side by side" (Philips JF 327.589). Tenslotte een plaatje van Bob en Brenda, het medewerkende echtpaar aan ons (nog) enige commerciële radio station. „Komt 't door jou?" en „Jij bentWaarom moet toch iedereen zingen? ROB DE NIJS Het gaat goed met de Nederlandse teenage-zangers. Rob de Nijs is dins dagavond voor de Duitse televisie te zien in een grote show Telebar, waar aan ondermeer ook meewerken Conny Froboes, Paul Kuhn en Silvio Fran cesco. Producer van deze show is Erik von Aro, de echtgenoot van Duitslands leading lady in de showbusiness, Cate- rina Valente. Erik von Aro heeft meer plannen met Rob de Nijs, die hij per soonlijk onder zijn vakkundige hoede heeft genomen. Hij schijnt trouwens nog enkele Nederlandse artiesten onder zijn impresariaat te willen nemen. Een vijftig jaar oude melodie is hard bezig de wereld te veroveren. Het is de Drina-mars, waarmee Stanislav Binicki in 1914 hulde bracht aan de overwin ning van de Serven op de Oostenrijkers in de slag aan de Drina. In Joegoslavië is het aardige wijsje steeds een begrip gebleven. Het kwam naar West-Europa, toen een Zweedse TV-ploeg het tijdens het maken van een documentaire over dit land oppikte. De Zweden hoorden het zo vaak via radio en juke-box, dat ze besloten het als achtergrond voor hun beelden te gebruiken. In Zweden werd het liedje in sneltreinvaart popu lair en toen Jörgen Ingmann het op zijn (gitaar)repertoire nam, stond het snel boven aan de hitparade. Ook in de rest van Europa klinkt nu deze halve eeuw oude Drina-mars. TV IN NIEUWE STATEN Roy Thomson, een van de directeuren van Thomson Televison International, heeft verklaard, waarom zijn maat schappij zich zo beijvert om jonge staten aan TV-stations te helpen. De onder neming heeft contracten gesloten voor het installeren van zulke stations in onder andere Jamaica, Trinidad, Bar bados, Sierra Leone, de Ivoorkust, Kenya, Mauritius, Aden en Gibraltar. „De televisie kan 'n belangrijke sociale kracht ten goede zijn. Alleen via tele visie kunnen de inwoners van nieuwe staten op de hoogte worden gebracht van bijvoorbeeld hygiëne, babyverzor ging e.d. TV is waarschijnlijk ook het machtigste middel ter bestrijding van analfabetisme", aldus Roy Thomson, die aandrong op hulp van de westelijke wereld voor het oprichten van TV- netten in jonge landen. De Nederlandse dichter, toneelkenner en toneelpedagoog Balthazar Verhagen schreef in 1927 met zijn „Dramatur gie" een standaardwerk, althans voor ons land, over het wezen der drama tische kunst en de dramatische com positieleer. Al heeft dat boek in te genstelling tot Lessings „Hamburgi- sche Dramaturgie" weinig of geen invloed uitgeoefend op de praktijk van de toneelschrijfkunst, de unieke plaats die het in Nederland inneemt maakt het toch wel verantwoord dat er nu, eindelijk, een tweede druk van is ver schenen. Deze is verzorgd door drs. W. Ph. Pos, de huidige directeur van het instituut dat Verhagen vóór de oor log bijna een kwart-eeuw lang heeft geleid: de Amsterdamse Toneelschool. In de tijd dat Verhagen dit boek schreef was de toneelschrijfkunst, ten minste in theorie, nog geheel gebaseerd op de Aristotelische drama-wetten. Het was toen uiteraard niet te voorzien dat er, nog geen twintig jaar later, een ge neratie van toneelschrijvers zou op staan die zich om die wetten in 't ge heel niet meer zou bekommeren. Daar door is het boek nu dus wel gedateerd; een moderne dramaturg zou het door zijn kennis van auteurs als Brecht, Beckett en Ionesco heel anders hebben geschreven. Pos heeft getracht dit bezwaar te on dervangen door middel van een aan tal voetnoten en door toevoeging van een kort hoofdstuk over „De belang rijkste richtingen in de dramaturgie sinds 1930. Maar dat nieuwe hoofd stuk is toch wel wat te summier om de genoemde lacune geheel te vullen. Want Verhagens reeks dramatische ana lyses eindigt nog altijd met het des tijds hoogst moderne „Masse-Mensch" van Ernst Toller en het zou nu juist zo boeiend zijn geweest, daarnaast ook analyses van werken van hedendaagse auteurs uit de absurdistische of „anti- theater"-school te kunnen stellen. Maar geheel op zichzelf beschouwd is Verhagens dramaturgische nalaten schap ook nu nog wel van voldoende waarde om te kunnen worden aanbevo len aan allen die trachten door te drin gen tot het wezen der dramatische kunst en zich willen verdiepen in de vormenleer van het drama zoals die van de oude Grieken tot de voor-oor- logse expressionisten is toegepast. (Moussault's Uitgeverij n.v., Amster dam). „Tausend Jahre deutsches Theater" is de titel van een boek waarin de au teur, Günter Schone, het waagstuk heeft ondernomen, binnen het bestek van 172 bladzijden een overzicht te ge ven van de Duitse toneelkunst van de vroege middeleeuwen tot in de twintig ste eeuw. Het spreekt vanzelf, dat dit alleen mogelijk is bij een heel sum miere behandeling van het onderwerp en inderdaad wordt het middeleeuwse toneel danook in zeven bladzijden tekst en het toneel van de renaissance zelfs in zes pagina's „afgewerkt". Vóór hij het weet is de lezer al bij het barok aangekomen! Maar dan komt de schrij ver ook pas goed op dreef en vooral aan de periode van het voor Duits land zo typische „Hofttheater" wijdt Schone een zeer lezenswaardig hoofd stuk. Kenmerkend voor de culturele leegte, die het Hitlerregime in Duits land heeft doen ontstaan, is het feit dat de schrijver in 't geheel niets weet te zeggen over het Duitse toneel van de laatste dertig jar. De schuld daar van ligt niet bij Schone, wiens grote kennis van zaken duidelijk blijkt uit zijn rake karakteriseringen van aller lei uitdrukkingsvormen van de toneel kunst, waardoor het boek, ondanks zijn beknoptheid, toch een achtenswaardig niveau heeft. Bovendien is het voortreffelijk geïllus treerd met een enorm aantal reproduk- ties (sommige in kleuren) van teke ningen en schilderijen, voornamelijk uit het bezit van het toneelmuseum te München. Daardoor is het werkje een heel plezierige uitgave geworden, een soort prentenboek-met-tekst voor to neelliefhebbers die wel graag eens een paar uur in de geschiedenis van de dramatische kunst willen duiken. (Pres tel-Verlag, München. Voor Nederland: W. P. van Stockum n.v., Den Haag). De tekst van de musical „Oliver!", waarvan de voorstellingen onlangs zijn beëindigd, kan nu door belangstellenden nog eens worden nagelezen in een poc ketboek dat tevens een reeks foto's (door Maria Austria) van de Neder landse opvoering bevat. De vertaling van Seth Gaaikema doet het, vooral wat de zangnummers betreft, bij het lezen uiteraard minder goed dan in de schouwburg, maar de vele aardige rijmvondsten (zoals „Hier op aard/Is geen ding/Zoveel waard/Als „ping ping") vallen bij de lectuur dikwijls nog meer op. Het publiek zal echter wel niet meer kunnen rekenen op vervul ling van de belofte waarmee de tekst eindigt: „Wij willen zelfs/Zonder flau we kul/De hele musical/Voor één zoen Nóg es doen!". Want dat zou wel een heel on-economische vorm van exploi tatie zijn. (H. J. W. Becht's Uitg. Mij., Amsterdam). Wie Henk van Ulsens uitmuntende ver tolking van de rol van Billy in „Een geboren leugenaar", verleden jaar bij de Toneelgroep Studio, heeft gezien en bewonderd, zal misschien ook wel be langstelling hebben voor de roman van Keith Waterhouse die ten grondslag lag aan dat stuk. Men kan „Een geboren leugenaar" dan nu lezen in de oorspron kelijke romanvorm (evenals het stuk vertaald door Paul Rodenko) en daar bij constateren dat Waterhouse en zijn medewerker Willis Hall met hun dra matisering een knap stuk werk hebben verricht. (Van Ditmar, Amsterdam).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 18