WEER EENS IETS ANDERS DAN VLEES Mevrouw de commissaris i: Kea Tan maakt poppen en kettingen De perfecte secretaresse Het verloren diamantje ZATERDAG 8 FEBRUARI 1964 gastvrouw in Haarlems Witte Huis Erbij PAGINA ZEVEN HOE HEET DEZE SLANGEN BEZWEERDER? mam Hoewel mr. F. J. Kranenburg nu officieel zijn intrede heeft gedaan als com missaris van de koningin in Noord-Holland, kan het nog wel een half jaar duren voordat het gezin Kranenburg, dat sinds tien jaar in Den Haag woont, zich in deze provincie gaat vestigen. Het wachten is op de jongste van de drie dochters, die tot de zomer van dit jaar aan Den Haag als woonplaats is gebonden, omdat zij er voor haar eindexamen M.M.S. zit. Tot zolang zullen mr. Kranenburg en zijn echtgenote de verhuizing naar het witte huis aan de Haarlemse Pavil joenslaan 5 uitstellen. De tussentijd zal worden gebruikt om het huis, dat nu eeg staat, grondig op te knappen. IN TEGENSTELLING tot vorige generaties staan moderne meisjes stevig met beide benen op de grond. Dit blijkt wel uit diverse onderzoekingen in het buitenland, waaruit men kan opmaken, welke beroepen van tijd tot tijd een hoofdrol spelen in de meeste meisjes dromen. In de twintiger en dertiger jaren wa ren het de filmsterren, vlak na de twee de wereldoorlog waren het de manne quins en stewardessen, naar wie ieder jong meisje met nauw verholen afgunst beek. HET PRAKTISCHE en zakelijk-den- kende meisje uit onze dagen denkt hier echter anders over. Het beroep, dat de meeste jonge vrouwen tegenwoordig na streven, is dat van secretaresse. En dan liefst bij een dokter, advocaat, archi tect of zakenman. Ambities, die zich gelukkig veel beter laten realiseren en de jonge vrouw alle kansen op een goede carrière in het vooruitzicht stellen. „Mits zij tenminste een goed ge bruik weet te maken van de kansen, die het leven en haar werkkring haar dagelijks voor ogen houden. En van het feit, dat zijeen VROUW is en niet alleen een zakenvrouw", zegt mevrouw Margery Hurst, directrice van 's we relds grootste uitzendbureau van secre taresses in Londen en dus een vrouw, die het weten kan. „Kansen om carrière te maken liggen er voor de moderne vrouw voor het grijpen. Waar men vroe ger dikwijls de voorkeur gaf aan man nelijk personeel vooral in vele in- dustriebedrijven kiest men tegen woordig steeds meer vrouwelijke krach ten vanwege hun aangeboren intuïtie om met mensen om te gaan en moeilijke situaties de baas te blijven". WELKE EIGENSCHAPPEN zijn vol gens mevrouw Hurst essentieel voor een werkelijk-goede secretaresse? Uiteraard een perfecte beheersing van de moedertaal met daarnaast een parate kennis van Frans, Duits en Engels. Een grote vaardigheid op het gebied van stenografie en typen is tegenwoordig eveneens een eis, waaraan elk meisje, dat op de titel „secretaresse" aanspraak wil maken, moet kunnen voldoen. In de tweede plaats is een beschaafde stem met een gearticuleerde uitspraak wenselijk. Een all-round secretaresse moet ook goed met mensen kunnen om gaan en weten hoe zich bij elke gelegen heid op de juiste manier te kleden zon der ooit „overdressed" te zijn. MEVROUW KRANENBURG ziet er niet tegen op nu nog eens van woon plaats te veranderen. Ze kent Haarlem nauwelijks, maar van de enkele keren dat ze er geweest is, heeft ze prettige herinneringen overgehouden. Het huis dat zij en haar man zullen betrekken is weliswaar veel groter dan hun oude huis, ook nogal ouderwets, („dat heeft echter zijn charmes", vindt mevrouw Kranenburg), maar daar staat tegenover dat het een mooi uitzicht heeft op de Haarlemmerhout en een hele grote tuin. „Bovendien is de omgeving van Haar lem prachtig en wij houden erg van wandelen". „HET JAMMERE ALLEEN is, dat ik verschillende activiteiten, waarmee ik in Den Haag ben begonnen, heb moeten opgeven in verband met de nieuwe functie van mijn man". Zoals mr. Kranenburg voor zijn lid maatschap van Kamer en Haagse raad heeft moeten bedanken, zo heeft me vrouw Kranenburg haar functie als vice-presidente van het centraal bestuur van de Vrouwenbond van de Partij van de Arbeid moeten neerleggen. Haar werk als secretaresse van de commissie bejaardenzorg van de federatie Vrouwe lijke Vrijwillige Hulpverlening en als afgevaardigde in de Nederlandse Be jaardenzorg kan mevrouw Kranenburg wèl voortzetten. Het bejaardenvraag- stuk geniet haar bijzondere aandacht, omdat het „een nieuw gebied is, dat zich snel en sterk heeft uitgebreid en nog lang niet is ontgonnen". „Welke kant het op zal gaan, ik zou het u niet kun nen zeggen. De bejaarden van nu zijn opgevoed in een tijd zo verschillend van de onze, bovendien hebben ze twee wereldoorlogen meegemaakt, het kan Heeft u ook wel eens zo'n dag, dat u helemaal niet weet wat voor vlees u bij de slager zult kopen? Laat dan uw keus eens op hart, niertjes en tong vallen. Probeert u de onderstaande gerech ten; u zult bemerken, dat ze een zeer smakelijke afwisseling geven op het thema vlees. Niet alleen bij de warme maaltijd, ook op de boterham heel lekker. Recepten voor 4 personen Gebakken lever Lever neemt u misschien al wel eens. Maar blijft hij bij u ook heerlijk mals? Gemakkelijk is het niet om lever goed te bakken. Lever behoort kort 7 a 10 minuten), gebakken te worden, op een laag vuur. Neem daarom niet te dikke plakken. Vindt u de lever gauw Dat de Amsterdamse mevrouw Kea Tan-Stuiver, die ruim twee jaar gele den begon met het maken van vilten poppen, eens zou overschakelen op het maken van kettingen zat er van het begin af aan al in. Ook toen al reeg ze kettingen, zij het in beperkte mate, zij het van een zéér bepaald soort ma teriaal. Dat materiaal bestond onder andere uit botten van geslacht vee, die ze in de slachthuizen opdook en thuis schoonmaakte. „Nog steeds verwerk ik botjes, wervels en pootjes van alle mo gelijke dieren in mijn sieraden, maar nu men weet waar ik op uit ben, wor den ze voordat ik kom door anderen uitgezocht en schoongemaakt." Ook kreeftepootjes, krabben geplakt op schelpen, losse schelpen, versteende inktvissenstaarten en tanden, paste Kea Tan in haar sieraden toe, die zij ver kocht aan exclusieve kunstnijverheids- zaken. Het afzetgebied voor dergelijke bizarre halstooien bleef echter be perkt, wat voor Kea Tan, die bepaald niet van zakelijk talent is gespeend, be tekende, haar materialenkeus uit te breiden met glas, hout, steen en meta len. Inmiddels heeft ze zoveel nieuwe ket tingen aan die eerste collectie toege voegd, dat ze het verantwoord achtte de hulp van een handelsreiziger in te roepen, die ze door het hele land aan de man tracht te brengen. Zélf loopt ze de Amsterdamse winkels af en de cou turiers, die van haar sieraden op hun modeshows gebruik kunnen maken in ruil voor het noemen van haar naam in de programma's. De poppen zijn door deze nieuwe be zigheden wat op de achtergrond ge raakt, hetgeen wij jammer vinden, want ze zijn alleszins de moeite van het bekijken waard, uniek in hun soort en voor vele doeleinden geschikt. te droog bakt u dan enige plak jes ontbijtspek mee, 50 a 100 g voor 4 personen. De lever droogt min der snel uit en de smaak is uitstekend. Een goede combinatie is lever met kerrie en appel. 4 plakken lever, zout, peper, 3 thee lepels kerrie, 1 appel, 50 g 3 eet lepels) boter of margarine. De lever inwrijven met zout, peper en kerrie. De boter of margarine licht bruin laten worden, de lever erin leg gen en aan beide kanten dichtschroeien. De lever zachtjes gaar en bruin bakken in 7 a 10 minuten. De appel schillen en in kleine blokjes snijden. De appel de laatste 2 minuten even mee bakken. De jus afmaken met water. 4 Kalfshart in bruine saus Een kalfshart van 300 g, 25 g mager vers spek, 25 g (2 eetlepels) boter of margarine, peper, zout, 1 uitje, 1 wor teltje, selderij of peterseliegroen, 1 lau rierblad, (tijm, foelie) '/al (ruim 3 kop jes) water, 40 g (6 eetlepels) bloem, aroma of pikante saus. Het hart en het spek met een scherp mes in dobbelsteentjes (laten) snijden. Het hart inwrijven met peper en zout. Het spek langzaam in de boter of mar garine uithakken. Het hart toevoegen en in het vet aan alle kanten even dichtschroeien. Het uitje schoonmaken en klein snij den. Het worteltje schrappen, wassen en in plakjes snijden. De selderij of peterselie wassen en kleinsnijden. De verse en gedroogde kruiden bij het hart voegen en even meebakken. Dan het water toevoegen en het hart in 2'/i a 3 uur zachtjes gaar stoven. De bloem in een droge koekepan zachtjes, onder af en toe heen en weer schuiven met een vork, hazelnootbruin laten worden. De gebruinde bloem met een beetje bouillon van het hart tot een glad papje aanmengen. Wanneer het hart gaar is het vocht binden met het bloempap je. De ragout afmaken met fijngesneden selderij of peterselie, aroma of pikante saus en desgewenst enkele theelepels tomatenpuree of ketchup. Stoofschotel voor bonen met tong 1 varkenstong met keelstuk 400 g), zout, 350 g witte bonen, 2 liter water, peper, (tijm, foelie, laurierblad, peterselie of selderij) stukje ui, 2 a 3 aardappelen, 250 g wortelen, 250 g groene of gele savooiekool, i/t kg prei. De witte bonen een nacht in het water weken. De tong wassen en op zetten met het weekwater van de bonen, zout, de gedroogde kruiden, het klein gesneden uitje en wat peterselie en/of selderij. De tong Kal uur voorkoken. De geweekte bonen toevoegen en het geheel nog 1 uur koken tot de bonen gaar zijn. De aardappelen en groenten schoonmaken en wassen. De aardappe len, wortelen en prei in stukjes snijden, de kool fijn snipperen. De aardappelen en groenten de laatste 15 minuten met In het torenkamertje van het paleis zat prinses Goudkroontje. Ze zag er heel zielig uit: dikke tranen biggelden over haar wangen. Ze kon niet ophou den met huilen, wat nu was gebeurd, was zoiets ergs. Ze durfde het aan nie mand te vertellen. Gisteren was Goudkroontje een wandelingetje gaan maken. Helemaal alleen en dat was streng ver boden. Er waren altijd een paar hof dames, die met haar meegingen, om op haar te passen. Maar gisteren wa ren de koning en koningin uit en toen heeft Goudkroontje haar kans waarge nomen en is er alleen op uit getrokken. Het was zulk mooi weer, het bos rook zó lekker, dat het prinsesje het eenvou dig niet had kunnen laten. Over het zachte mos liep ze te hup pelen van plezier, ze zong er het hoog ste lied bij. Met een punt van haar lange rok in haar hand, keek ze goed rond en praatte tegen de dieren, die ze te genkwam. Goudkroontje had al een heel eind gelopen. Ze werd moe. Onder een hele dikke eikeboom is ze toen gaan uitrusten. De zon scheen door de bo men van het bos en de prinses kreeg het warm. Ze trok haar bonten schou dermanteltje uit. En legde haar kroon tje naast zich neer. Oh, dom prinsesje, wie doet zo'n duur kroontje nu af? De diamantjes schitterden in de zon en Goudkroontje bedacht een aardig spel letje. Ze draaide het kroontje rond op haar handjes, zodat ieder diamantje een lichtstraaltje uitzond. Ze lachte, het was heel grappig. Maar Goudkroon tje werd er heel slaperig van. Ze liet het kroontje uit haar handjes vallen! En Goudkroontje viel in slaap... Boven in de eikeboom, waar Goud kroontje onder lag te slapen, zat een kraai. Een grote zwarte, hij heette Frans. Je kon hem zó niet zien, want hij zat tussen de bladeren verscholen. Hij was erg stout, want hij had het prinsesje al de hele tijd gevolgd. Hij zag haar uit de paleispoort komen, met het glinsterende kroontje op haar hoofd je. Hij klapte tevreden met z'n snavel, want kraaien houden erg van glinste rende dingetjes'. Zodra het prinsesje goed sliep, dook Frans naar beneden. Recht op het kroontje af, en wat deed hij? Hij pikte één van de diamantjes uit het kroontje. Nu waren er nog maar elf steentjes over.Heel zorgvuldig sloot hij het diamantje tussen z'n snavel. Na een half uurtje werd Goud kroontje wakker. Ze wreef haar oog jes uit, ze had zó heerlijk geslapen! Maar nu moest ze toch vlug naar huis, want verbeeld je, dat de koning en ko ningin al thuis zouden zijn.Ze deed haar manteltje om en zette haar kroon tje op. Goudkroontje merkte niet, dat er een diamantje miste. Vlug liep ze naar het paleis; ze ging naar de ach- de bonen en de tong mee koken. Wan neer alle ingrediënten gaar zijn het vocht afgieten. Het gerecht mag enigs zins vochtig zijn. De tong er uithalen en pellen. Het vlees van het keelstuk nemen, in kleine stukjes snijden en door de bonen mengen. (De stoofpot afmaken met fijngesneden peterselie en/of sel derij en eventueel wat peper en zout.) De tong voor de volgende dag bewaren of in plakken snijden en op een schotel of in een schaal leggen, met de bonen en de groente er omheen. Een gedeelte van het kooknat er apart bijgeven. Van de rest kan een heerlijke soep gemaakt worden. terdeur, want vóór, bij de poorten ston den de schildwachten en dié mochten niet zien, dat ze alleen was weggeweest. Heel stil liep ze naar haar eigen ka mertje. Daar borstelde ze haar haar en waste ze zich. De zon liet een grote straal in haar kamertje vallen. Opeens schoot haar het grappige spelletje met het kroontje weer te binnen. Ze zou het nog eens proberen! Ze draaide het kroontje weer rond op haar handjes, en toen ineens.Oh, néé, schrok ze. Haar oog bleef rusten op een open plekje in het kroontje: er ontbrak een diamantje! Tranen schoten in haar ogen, hoe kwam dat nu toch! Ze had er de hele nacht niet van kunnen slapen. Nu was ze in het torenkamertje de hele morgen al. Ze wilde niets eten en drinken. Haar zakdoekje was helemaal nat van de vele tranen. Opeens werd er aan het raam getikt. Wie kon dat nu zijn? Wie kon er zó hoog klimmen? Goüdkroontje wreef haar oogjes uit. Zag ze het goed, was dat geen kraai? Doe dat raampje eens open prinses, kraste hij. Ik kan u helpen. Het prinsesje lachte blij en ging op 't krukje staan, om het raampje open te doen. De kraai wipte op de venster bank. „Prinses, waarom huilt u, het is hele maal niet leuk, een prinses te zien hui len". En Goudkroontje vertelde hem al les van het diamantje, dat uit het kroon tje was verdwenen. „Aha", kraste hij weer, „wie is er ook zo dom, om een kroontje naast zich neer te leggen, en in slaap te vallen! Maar", vervolgde hij geheimzinnig, „ik weet, wie het steen tje heeft". Hij liet een schelle lach horen. „Wie dan?", vroeg het prinsesje ongeduldig. „Ik", zei hij, „ik, Frans de Kraai", zei hij trots. „Oh, alsjeblieft kraai, geef het mij terug", bedelde Goudkroontje. „Nee, niet zomaar, eerst wil ik een goede maaltijd hebben. Met veel worst, zei de kraai. „Ja, ja", zei Goudkroontje en ze hol de naar de keuken. De kok was erg blij, omdat hij dacht, dat het voor het prinsesje zelf was, en dat ze nu eindelijk wilde eten. Voorzichtig liep ze met het gouden bordje-met-eten naar het torenkamer tje, waar de kraai rustig zat te wach ten. „Alsjeblieft kraai", en het prinsesje gaf hem het bordje. „Nu m'n diamantje", zei Goudkroon tje haastig, want ze vertrouwde de kraai niet erg. „Eerst m'n worst", zei Frans onbe leefd. Ze gaf hem het heerlijke stuk worst. Plotseling liet hij het diaman tje uit z'n snavel vallen en vloog heel snel weg. Het prinsesje stond heel verbaasd te kijken; ze had Frans helemaal niet kunnen bedanken. Dolgelukkig ging ze met het diaman tje en het kroontje naar de hofsmid. Ze vroeg hem of hij het er weer in kon maken. Nu hoefde ze aan niemand te vertellen, dat het diamantje verloren was geweest. Henny Schoute Zoek eerst de letter op de mand. waar de langste slang uitkomt. Dan die van de één na langste, enz. Oplossing: MIRAMO haast niet anders of de volgende gene ratie bejaarden en de daaropvolgende hebben andere behoeften dan zij". Ook heeft mevrouw Kranenburg haar functie in de commissie Werkgroep Internationale Zaken van de Haagse Oecumenische Raad, die lezingen orga niseert en waar zij met erg veel plezier aan terugdenkt, moeten opgeven. MEVROUW KRANENBURG had ge schiedenis willen studeren. „Mij interes seert vooral de mens als groepswezen, de mens in groter verband". Geschiede nis ging niet door, het werd rechten, Mevrouw mr. M. Kranenburg-Lycklama a Nijeholt met als speciale richting het volken recht en het internationaal privaatrecht. MET DE VELE representatieve plich ten die mevrouw Kranenburg hier wachten, zal het haar moeite kosten zich actief bezig te houden op andere ter reinen. „Bovendien weet ik nog hele maal niet wat er voor mogelijkheden in Haarlem zijn. Dat zal ik pas kunnen overzien wanneer ik er een tijdje zit". ié

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 19