Zondag moeten de Grieken een nieuwe regering gaan kiezen Papandreou maakt goede kans op grote overwinning HOE IS HET ONTSTAAN? FEITEN VAN DEZE WEEK J Spaanse abt houdt zijn mond niet meer Je wordt ziek van politieke spel" Vreemde officieren leiden Watoetsi Modelbouwersniet spinnende POLYSTYREENLIJM Ceta-Bever ZATERDAG 15 FEBRUARI 1964 Alleen Geld Componist Kerkhof uit 1635 Dit woord: KABAAL ONTHAND Dit woord: BEDENKELIJK ONTBEREN Dr. E. van Raalte Kanselier Otto Mayer: Papandreou sr. en Mardezini waren in 1961 politieke bondgenoten. Nu zijn het felle tegenstanders. (Van onze correspondent) ATHENE. Georgos Papandreou hoopt zondag door het Griekse volk de finitief te worden gekozen als minister president voor de komende jaren. Enige maanden geleden, op 3 november, boek te hij al een opmerkelijke overwinning op zijn rivaal Karamanlis. Maar de over winning was niet groot genoeg voor een autonome liberale regering in weerwil van een voor het zuiden harde winter en de nog veel hardere Cvpruskwestie waar het zakenkabinet-Paraskevopoulos zich de afgelopen weken doorheen heeft moeten worstelen. Papandreou heeft de wind nog steeds mee: de populaire maatregelen van zijn „regering van vijftig dagen" met vooral de afkondiging van gratis onderwijs zijn nog niet vergeten. Afgezien daarvan is het een eigenaardigheid van veel Grieken dat ze het gevoel hebben, op de winnaar te moeten stemmen om „de bus niet te mis sen". Men maakt hier over het algemeen geen geheim van zijn stem, want dat zou men aanvoelen als tegenstrijdig: men wil wat voor zijn stem terughebben, en de kandi daten van de liberale lijsten zullen heel wat kunnen teruggeven, later, als ze een maal definitief het fel-begeerde regerings kasteel hebben betrokken. Maar anderen, jongeren vooral, hebben toch ook wel bezwaren tegen Papandreou: Is hij niet te oud? is hij niet teveel ver groeid met de oude Griekse traditie die de politiek als spel opvat, door „verpoli tiekte" beroepsspelers gespeeld? Daarom heeft Papandreou bij deze ver kiezingen zijn zoon Andreas gelanceerd, die trouwens reeds een econoom van naam was en zelf ook niet meer zo jong 45 jaar, vier kinderen Men vindt het hier In Griekenland plezierig als politici ook een zoon hebben. Spyros Markezinis heeft geen beroemde vader en nog geen zoon-op-politieke-leef- tijd. Hij staat er helemaal alleen voor, met zijn intelligentie, en zo wil hij het ook. In 1949 begaf hij zich in de politiek met zijn zogenaamde nieuwe partij en nam zitting in een. liberaal gekleurd kabinet. In 1951 ontbond hij zijn partij en trad toe tot het nieuwe rechtse blok onder maarschalk Papagos, onder wie hij als mi nister van Coördinatie de drachme sa neerde. In 1954 trad hij wegens menings verschillen uit de regering en stichtte de partij der vooruitstrevenden embleem: de bij Deze werkte bij de verkiezingen van 1961 nauw samen met de liberalen om de rechtse regering Karamanlis te wippen. Toen dat niet lukte, weekte hij zich weer van de liberalen los en trachtte als „Tro jaans paard" in de Karamanlis-gelederen binnen te sluipen. Ook dit werd niets. In november 1963 trad zijn partijtje onafhan kelijk op. Tot zijn schrik werd hij voor het eerst niet gekozen. Voor deze februari-verkiezingen heeft hij zijn partij weer in één bed met de rechtse ERE (nu onder leiding van Kanel- lopoulus) gelegd. Er is alle reden aan te nemen dat een belangrijk deel van zijn partij aanhang hem als een te grillig leider zal verlaten, maar zelf hoopt hij aan zijn samenwerking met de ERE toch in ieder geval een eigen ze tel over te houden. En daar gaat het hem om. Want hij gelooft in zichzelf. Hij weet dat zijn inzichten en hervormingsplannen de moeite waard zijn om in het Parlement te worden gehoord. Hij is wel een opportunist, maar geen demagoog: deze keer verkondigde hij bij voorbeeld dat van de leuze „gratis onder wijs" het onderwijs hem meer interesseert dan het „gratis". Otto Lefes-Tetene heeft veel wat zijn hart begeert, en voornamelijk geld. Twee jaar geleden heeft hij al eens geprobeerd in het Parlement te komen. Een maand lang schalden luidsprekers op het voor naamste plein van Athene zijn naam en goede werken uit. Het heeft niet mogen baten. Tetene is het tegendeel van popu lair. Je kunt in dit land best miljonair zijn en populair. Er is bewondering voor elk succes. Griekenland is wel een „Erfolg wirtschaft" genoemd. Maar Tetene is deze combinatie niet gelukt. De taxi chauffeur die hem laatst achthonderd gul den terugbracht die hij in zijn wagen had verloren en daarvoor nog geen bedankje zou hebben gehad wordt nu door zijn col lega's veracht. Hoe kun je ook zoiets doen: geld terugbrengen naar Tetene? Is het mogelijk met geld in het Parle ment te komen, met geld alleen? Met mensen als Tetene kon de ERE ditmaal campagnes voeren als die van „de drach me is bang voor Papandreou" en „redt de drachme zij is van u". Dit laatste vatte zij letterlijk op: menig kiezer kreeg een drachme 12V2 cent in zijn bus met een briefje erbij: „deze drachme is van u. Zorg dat u er plezier aan behoudt' Of die actie de partij succes zal bren gen, is de vraag. Maar Tetene zal het meer interesseren hoeveel voorkeursstem men hij zelf op zijn partijgenoten v overt. Maar hij zal het niet kunnen, is de com munis opinio onder zijn vrienden. Intussen heeft Griekenland het weken lang op de radio zonder zijn liedjes moe ten doen. Want een medekandidaat, een generaal, kwam op het idee dat die lied jes stuk voor stuk als „politieke propagan da" konden worden beschouwd, omdat de naam van de componist er nu eenmaal bij moet worden genoemd. Vier kandidaten uit velen heb ik voor u uitgekozen, omdat ze met elkaar karakte ristiek zijn voor de facetten die het Griek se verkiezingssysteem bepalen: „naam", individualisme, geld en populariteit. Mikis Theodorakis behoeven deze ban ge twijfels nauwelijks te bekruipen. Deze populairste Griekse liedjescomponist, op volger van Hatzidakis, is praktisch zeker dat hij verkozen zal worden in het tweede distrikt van Piraeus voor de linkse, pro- communistische EDA. Velen van zijn be wonderaars zien met de dood in het hart hoe zelfs deze begenadigde musicus zich door politieke hartstochten heeft laten meeslepen. Natuurlijk: die hartstocht vermengd met een behoorlijke dosis idea lisme: veel van wat boven werd beschre ven zou Theodorakis willen veranderen De beide uitsterste onder partijen, de rechtse ERE en de linkse EDA heb ik wel wat onrechtvaardig bejegend door er res pectievelijk de minst en de meest aan trekkelijke figuur uit te kiezen: het om gekeerde ware denkbaar geweest. Maar de lezer is hier, net als de Griek, vóór alles in contact gebracht met enkele men sen die in het Parlement willen. Dat is namelijk het meest karakteristieke facet bij alle Griekse verkiezingen: de persoon' lijke band tussen kiezer en gekozene. Ma terialistisch of juist niet, maar altijd een band. Op vlakke lijsten stemt de Griek niet. MADRID (Reuter) Ruim vierhonderd Catalaanse priesters hebben hun handte kening gezet onder een stuk, dat dom Aurelio Escarre, de abt van het klooster Montserrat, is aangeboden en waarin de priesters volkomen instemmen met de fel le critiek op het bewind van Franco, die de abt nog niet zolang geleden heeft ge uit. De priesters noemen de houding van de abt dapper en zeggen dat Montserrat, het geestelijke centrum en het nationale hei ligdom van Catalonië, het „geweten en de hoop" van de Catalanen is. Dom Aurelio Escarre heeft drie maan den geleden verklaard, dat Spanje vijfen twintig jaar na de burgeroorlog nog steeds verdeeld is en dat dit het grootse vraag stuk is waarvoor het land zich geplaatst ziet. Hoewel de meeste Spaanse leiders eer lijk en overtuigd rooms-katholiek zijn, be grijpen zij niet goed wat het betekent een christen te zijn als er politieke principes in het geding komen. De abt drong aan op persvrijheid, het verstrekken van gege vens over politieke gevangenen en een vrije ontplooiing van de Catalaanse cul tuur. De verklaring, gepubliceerd in het Franse blad Le Monde, lokte een scherpe reac tie uit van het weekblad El Espanol, dat gewoonlijk de mening van de Spaanse re gering weergeeft Van betrouwbare zijde is gezegd dat er een conflict is gerezen tussen dom Aurelio Escarre en de apostolische nun tius in Spanje, mgr. Antonio Riberi. Deze zou de abt verzocht hebben af te treden, Dit verzoek zou via een afgezant en mon deling zijn gedaan. De abt zou hierop slechts gereageerd hebben met de woor den: „dergelijke dingen verzoekt men schriftelijk". In Catalaanse kringen meent men, dat de nuntius tot deze stap is overgegaan na dat de Spaanse regering geklaagd had over het optreden van de abt. Bij graafwerkzaamheden in het tweede St. Janshof in Rotterdam is men op een diepte van 3.70 meter gestoten op een aan tal menselijke schedels en geraamten. Deskundigen zijn tot de conclusie geko men dat het overblijfselen zijn van men sen die vermoedelijk rond 1647 op het oude St. Janskerkhof zijn begraven. Dit kerkhof werd in 1635 als noodkerkhof in gebruik genomen omdat in die tijd het aantal slachtoffers van een prestepidemie schrikbarend groot was. In 1670 benoemde Koning Karei II van Engeland tot minister de heren Clifford. Arlington, Buckingham, Ashley en Lauderdale. De eerste letters hun ner namen vormen het woord cabal en men heeft wel eens gedacht dat ons woord kabaal, vroeger veelal geschre ven cabaal, daarvan afstamde. Dit is echter onmogelijk, want het woord komt reeds lang vóór 1670 voor. Het is een afleiding van het Hebreeuwse woord kabbala dat eigenlijk betekent: de uitleg van het Oude Testament en vandaar: geheime leer, intrigue, sa menzwering, opschudding, rumoer. Het is waarschijnlijk dat de laatste, niet voor de hand liggende betekenisover gang is beïnvloed door het Middel nederlandse woord caboel: rumoer, twist. Zeker is dit echter niet. Vroeger kende het Nederlands een werkwoord onthanden, dat betekende: iemand iets uit handen nemen, iemand iets afnemen. Van dit werkwoord is alleen nog het voltooide deelwoord ont hand over, dat het beste kan worden weergegeven door ontriefd. Men kan het werkwoord onthanden vergelijken met onthoofden en ook wel met onthalzen. Onthoofden is natuurlijk letterlijk: iemand z'n hoofd ontnemen, zoals onthalzen is: iemand (het hoofd) van de hals afnemen. Iemand onthan- ien betekent dus: iemand de hand af nemen en hij die onthand is, heeft geen hand meer en is daardoor belemmerd in zijn handelingen. Hij heeft, met andere woorden, geen hand meer tot zijn gerief, voordeel, dienst en is dus ontriefd. Het eigenaardige van het woord be denkelijk is, dat het zowel in passieve als in actieve betekenis kan worden ge bruikt. Natuurlijk is het afgeleid van bedenken dat weer van denken komt. De passieve betekenis is: wat bedacht kan worden en vandaar: wat de moeite waard is bedacht te worden, dus: wat aan zekere overweging onderworpen is, twijfelachtig, onzeker en vandaar: zor gelijk, gevaarlijk. Men zegt: de toe stand van de zieke is bedenkelijk. In actieve betekenis wil bedenkelijk '.eggen: geneigd over iets na te denken. Het meest voorkomend is: een beden kelijk gezicht zetten, waarin bedenke lijk de betekenis heeft van: ernstig, migszins onheilspellend, ongerustheid opwekkend. Ontberen betekent: missen en vooral: datgene missen waaraan men grote be hoefte heeft. Het werkwoord is ge vormd uit het voorvoegsel ont- en een afleiding van een werkwoord dat dra gen betekende en waarvan eveneens afstammen: baren, geboren, voorbarig en enkele andere. Het voorvoegsel ont- heeft soms de eigenschap dat het de samenstelling het tegenovergestelde doet betekenen van het grondwoord. Ontbinden is: losmaken, ontknopen is: de knoop ontwarren, onthullen is: het hulsel wegnemen enz. Zo is ont beren eigenlijk', iets niet bij zich dragen, iets niet hebben en van daar: iets missen. Bilderdijk noemt de gezondheid „hoogste schat, maar schat- baarst door 't ontberen". Machteld, Erik en Ingrid Kremer van links naar rechts op de foto) worden maandag 17 februari twee jaar. Deze in oorsprong Haarlemse drieling woont thans uiteraard met de rest van het gezin aan de Vogelangzangseweg in Aerdenhout. Het drietal blijkt kernge zond te zijn en Erik laat zich door zijn zusjes niet eronder krijgen. Op en om het Binnenhof— De Tweede Kamer op dreef De Tweede Kamer heeft met de ge- dachtenwisseling naar aanleiding van het besluit van de regering om geen wetsont werp in te dienen ter goedkeuring van een tussen prinses Irene en prins Carlos Hugo de Bourbon te sluiten huwelijk, in meer dan één opzicht te waarderen werk verricht. Na de door het staatshoofd èn de aan de volksvertegenwoordiging verantwoor delijke ministers in volledige overeenstem ming genomen beslissing om een derge lijk wetsontwerp achterwege te laten, had de Kamer, zeker wat de vijf grote frac ties betreft, met een korte verklaring van instemming met dat besluit kunnen vol staan. In dat geval zouden vermoedelijk de kleinere groepen nog wel het een en ander in het midden hebben gebracht. Maar dan zouden toch een aantal punten van belang, zowel door de woordvoerders van de vier regeringspartijen als door de leider van de grootste oppositiegroep on besproken gebleven zijn. Nu men gelukkig niet getracht heeft in dit opzicht een voorbeeld te nemen aan Willem de Zwijger, heeft de regering (staatshoofd plus ministers) het een en ander te horen gekregen, dat bepaald in het openbaar gezegd diende te worden. Te lang en te veel is in ons land weer de neiging ingeslopen om zekere feilen, op de allerhoogste plaatsen begaan, met de mantel der liefde te bedekken. In het onderhavige geval heeft de Tweede Ka mer meer dan één nuttige les, ten aan horen van het Nederlandse volk, uitge deeld. Ronde, gezonde taal Zo was er geen woord Frans, noch Spaans bij, toen de heer Vondeling op de voorgrond plaatste dat een der regels van ons constitutionele bestel eist, dat de ver antwoordelijke raadslieden van de Kroon van de zijde van het hof alle wetenschap verkrijgen inzake aangelegenheden, die staatkundige of staatsrechtelijke gevolgen kunnen opleveren. Blijft het hof te dien opzichte in gebreke, en dat geldt onge twijfeld eveneens indien zulks zich overi gens te goeder trouw voordoet, dan kan er een ogenblik aanbreken waarop de con stitutionele monarchie, welke als een kost' baar goed te beschouwen valt, niet meer vermag te functioneren. Er zijn situaties bij zulk een gang van zaken, waarin de ministers de verantwoordelijkheid, die op hen behoort te rusten, niet meer kunnen waar maken. De uiterste consequentie is dan, aldus mr. Geertsema in een voor treffelijk betoog, aftreden van de minis ters en in het onderhavige geval zou er een crisis hebben kunnen ontstaan, wel ke onder de constitutionele monarchie on oplosbaar geweest zou zijn. Ofschoon de liberale fractieaanvoerder niet precies de zelfde termen bezigde als zijn socialisti sche collega Vondeling, verdient het door hem gesprokene ongetwijfeld even grote waardering als hetgeen de heer Vonde ling had opgemerkt. Voor ieder die de kunst van het verstaan machtig is lag bovenal in wat deze beide sprekers tot ui ting hadden gebracht, de opmerking be sloten dat geheel en al buiten hun schuld de ministers niet voldoende noch tijdig genoeg waren ingelicht van de zij de vanwaar zulks om der wille van ons constitutioneel koningschap had behoren te geschieden. Grote mildheid op haar plaats Volkomen juist was ook' mr. Geertse- ma's stelling dat er, gegeven de hier ge schetste omstandigheden, alle aanleiding bestaat om mildheid te betrachten ten aanzien van de ministers, die zich tenge volge van nalatigheid elders, in een bij kans onmogelijke positie geplaatst zagen. Te meer is er reden voor die mildheid nu het kabinet-Marijnen, en dat geheel en al in overeenstemming met het staatshoofd, pal is blijven staan voor ons nationale koningschap. De aanstaande echtgenoot van prinses Irene had van huis uit voor de waarde en het wezen van dat nationale koningschap Nederland, begrijpelijkerwijze, geen loofde is, had er kennelijk zoveel last mee te kunnen vatten, dat en waarom hij niet van verschillende walletjes kon eten, gelijk hij kennelijk toch wel graag gewild had, nl. Spaans troonpretendent blijven met alle gevolgen van dien en toch te gelijkertijd het te sluiten huwelijk door Koning en Staten-Generaal in gemeen overleg goedgekeurd krijgen dat het in de avond en nacht van zaterdag op zon dag jl. vijf uur heeft geduurd eer einde lijk alles in kannen en kruiken kwam. Het is daar op Soestdijk een uitermate moei zame gedachtenwisseling geweest. Men behoeft waarlijk niet over veel verbeel dingskracht te beschikken om aan te ne men dat men de besprekingen waarschijn lijk tenminste één keer, allicht zelfs meer dan eens, heeft moeten schorsen, voordat de prins de Bourbon begreep, waar de Nederlandse constitutionele schoen wrong. Dat begrip was onontbeerlijk, voordat uiteindelijke overeenstemming bereikbaar bleek over de vorm, waarin van een en ander kennis zou worden gegeven aan volksvertegenwoordiging en volk. De minister-president zag zich genoopt op tal van hem in het Kamerdebat gestel de vragen het antwoord schuldig te blij ven. Op zichzelf deed dit natuurlijk on- oog. Kennelijk is het hem nog vrij lang niet duidelijk geweest, waarom goedkeu ring door de Staten-Generaal van een hu welijk van prinses Irene met hem, die Spaans troonpretendent wilde blijven, vol strekt uitgesloten was. Uit een in tweede aanleg door minister Marijnen, op êen interruptie van de heer Vondeling, gesproken woord viel op te maken dat de prinses zélf reeds vroegtij dig kenbaar had gemaakt zulk een goed keuringswet niet te verlangen. Terloops stip ik in dit verband aan, dat de minister-president de spijker op de kop sloeg, toen hij nadrukkelijk verklaar de dat de beslissing, of een dergelijk goed- keuringsontwerp ter tafel zou komen of niet, er een was en is die louter van de kroondraagster met de ministers afhangt en dat deze dan ook eventueel kunnen be sluiten de totstandkoming van zulk een wet wél te bevorderen. Dit los van het geen een prinses zelf te dien opzichte mocht wensen. Niet zij immers, doch de Nederlandse wetgever heeft uit te maken of het al dan niet aanbeveling verdient bij voorbaat de kinderen uit een huwelijk van de prinses in kwestie van eventuele troonopvolgingsrechten uit te sluiten. Verwikkelingen Goed, van de kant van prinses Irene hadden zich al enige tijd geen moeilijk heden voorgedaan, wat het zullen uitblij ven van een goedkeuringsontwerp betreft. Maar de vreemdeling, die thans haar ver- bevredigend aan. Te bedenken valt ech ter dat hij, nu hij het alleszins terecht niet op een onder het bestaande bestel onoplosbare crisis had willen laten komen, al zwijgend het een en ander voor zijn verantwoording moest nemen, wat hij door te spreken niet had kunnen doen. Intussen kan het begrip, dat ik voor 's ministers uitermate lastige positie heb, toch niet beletten te constateren dat hij op het laatst van het debat, toen hij wel heel zwakjes was, geheel en al onnodig twee steken liet vallen. In zijn uiteenzettingen over het pro bleem van de te verbeteren voorlichting vanwege het Koninklijk Huis was hij er geheel en al naast. In het bijzonder met zijn theorie, dat aanvaarding van de verantwoordelijkheid voor publicatie van mededelingen afkomstig van het Hof, niet in zich zou sluiten aanvaarding van ver antwoordelijkheid ook voor de inhoud van hetgeen de Rijks-Voorlichtings-Dienst on der zijn eigen verantwoordelijkheid gaat publiceren. Deze scheiding tussen het een en het ander gaat staatsrechtelijk niet op. Een vergelijking kan misschien nog verduidelijken, waarom de minister-presi dent met die opmerking de plank mis sloeg. Wanneer het vorstelijk staatshoofd hier te lande of in den vreemde een redevoe ring houdt, kan dat alleen gebeuren on der verantwoordelijkheid van de minis ters. Deze hebben zich daarom te verge wissen of zij, hetgeen de koningin van plan is te gaan zeggen, voor hun reke ning kunnen en willen nemen of niet. De vraag, of zij elke zinsnede of ieder woord uit de koninklijke redevoering zelf ook ge bezigd zouden hebben, doet niet ter za ke. Door hun fiat aan de tekst in zijn ge heel te geven, stellen zij zich voor het uitspreken door het staatshoofd van die tekst, van a tot z verantwoordelijk. Wel nu, precies zo is het gesteld met verle ning van toestemming door de minister president van publicaties, van het hof af komstig. Nog een andere steek liet mr. Marijnen mijns inziens donderdagavond vallen. Hier betrof het een politieke steek. Uit en ter na was de heer Vondeling er op blijven hameren, van het kabinet te willen ver nemen hoe het dacht over discriminatie ten opzichte van katholieken, door even tueel bezwaar te maken tegen een mo gelijk katholieke koning op de troon. De minister-president kon naar eer en gewe ten verklaren, dat die vraag in het ka binet helemaal niet aan de orde was ge weest, aangezien immers reeds geheel andere redenen de rol van de prins de Bourbon op het politieke front in Spanje alsmede de consequenties, die hij zelf daaruit verlangde te trekken hadden doen besluiten geen goedkeuringsontwerp in te dienen. Maar toen de minister daar op liet volgen, persoonlijk van zulk een discriminatie niets te willen weten, zou hij wijzer gedaan hebben hieraan nog iets toe te voegen. Namelijk dat, indien ook maar één lid van het door hem als mi nister-president geleide kabinet zulk een verklaring niet kon aanvaarden, een der gelijk lid dan stellig zijn portefeuille ter beschikking zou stellen. Menselijkerwijs gesproken viel dit laatste uitgesloten te achten. Daarom was het, staatkundig be zien, een verzuim van minister Marijnen dat hij bedoelde toevoeging achterwege liet. Gegeven toch het probleem waarom het gaat en de omstandigheden waaron der dit ter sprake kwam, is het onmoge lijk een onderscheid te maken tussen mr Marijnen persoonlijk en de minister-pre sident Marijnen. Vacature te Madrid geschapen Het kabinet, dus onder anderen minis ter Luns, heeft in feite aan het hoofd van onze ambassade te Madrid een vacature in het leven geroepen. Dit tengevolge van de thans openlijk, bij monde van de mi nister-president, in de Tweede Kamer uit gesproken ernstige berisping aan het adres van onze ambassadeur Van Pan- huys. Deze is nu nergens meer. Voor de aldus geschapen situatie rust mede op minister Luns de verantwoordelijkheid Dientengevolge is hij thans uit hoofde van het landsbelang verplicht, de tegenwoor dige ambassadeur in de Spaanse hoofd stad onverwijld te vervangen door ie mand op wie nog niet de openlijke blaam rust, welke op genoemde functionaris is geworpen. Jl De Zwitser Otto Mayer, die donderdag na achttien jaar kanselier van het IOC te zijn geweest, bekend maakte dat hij eind september zijn functie zal neerleg gen, heeft zijn besluit vrijdag in Lausan ne nader toegelicht „Ik ben het politieke spel, dat de laat ste jaren in de internationale sport wordt gespeeld moe. Je wordt er ziek van elke dag geconfronteerd te worden met twee China's, twee Korea's en twee Duitslan- den. Hoe kan men een echte sportman vragen besluiten te nemen in zaken, die niets met sport te maken hebben doch louter politiek bedoeld zijn". Op een vraag of de kwestie Zuid-Afri- ka iets met zijn aftreden had te maken, antwoordde Mayer: „Of Zuid-Afrika wel of niet aan de Spelen van Tokio mee mag doen, heeft geen rol gespeeld, maar het zijn zaken als deze die de functie van kanselier ondraaglijk maken. Persoonlijk ben ik van mening dat het IOC Zuid-Afri- ka meer dan correct behandeld heeft. Wij hebben hun genoeg tijd gegeven om hun standpunt te wijzigen en als ze dat wei geren moeten zij daarvan de consequen ties dragen. Zuid-Afrika heeft de Olym pische regels „verkracht" inet zijn apart heidspolitiek". Otto Mayer gaf ook nog zijn mening over het amateurisme: „De amateur van nu is een geheel ander mens dan de ama teuristische atleet van enkele jaren gele den. Het wordt tijd dat de Olympisch» regels en de Olympische beweging aan gepast worden aan de moderne tijd. Het amateurisme is in de achttien jaar dat ik kanselier ben geweest, ingrijpend veran derd. Daarom moet het begrip „amateur" nu opnieuw duidelijk omschreven wor den". De taak van de 63-jarige Otto Mayer wordt, totdat er een opvolger is gekozen, waargenomen door het driemanschap Mo hammed Taher, Marc Hodler en Mayer'» broer Albert. BONN (Reuter) Een diplomaat uit Roeanda heeft in Bonn gezegd, dat drie Chinezen en een Tsjech hebben geholpen bij het opleiden van Watoetsibenden, wier invallen in Roeanda tot hevige gevechten hebben geleid. Onder op de Watoetsi buit gemaakte wapens heeft men moderne Chi nese en Tsjechische mortieren en machine geweren gevonden. De zaakgelastigde van Roeanda in Bonn, Kamali, zei op een persconferentie dat ge vangengenomen Watoesikrijgers hadden verteld, dat zij onder buitenlandse officie ren stonden. Kamali zei niet te weten of de Chinezen en de Tsjech als huurlingen dienst doen of politieke motieven hebben.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 7