Zondag moeten de Grieken een
nieuwe regering gaan kiezen
Papandreou maakt goede
kans op grote overwinning
HOE IS HET ONTSTAAN?
FEITEN VAN DEZE WEEK
J
Spaanse abt houdt
zijn mond niet meer
Je wordt ziek van
politieke spel"
Vreemde officieren
leiden Watoetsi
Modelbouwersniet spinnende POLYSTYREENLIJM Ceta-Bever
ZATERDAG 15 FEBRUARI 1964
Alleen
Geld
Componist
Kerkhof uit 1635
Dit woord: KABAAL
ONTHAND
Dit woord:
BEDENKELIJK
ONTBEREN
Dr. E. van Raalte
Kanselier Otto Mayer:
Papandreou sr. en Mardezini waren in
1961 politieke bondgenoten. Nu zijn
het felle tegenstanders.
(Van onze correspondent)
ATHENE. Georgos Papandreou
hoopt zondag door het Griekse volk de
finitief te worden gekozen als minister
president voor de komende jaren. Enige
maanden geleden, op 3 november, boek
te hij al een opmerkelijke overwinning
op zijn rivaal Karamanlis. Maar de over
winning was niet groot genoeg voor een
autonome liberale regering in weerwil
van een voor het zuiden harde winter en
de nog veel hardere Cvpruskwestie waar
het zakenkabinet-Paraskevopoulos zich
de afgelopen weken doorheen heeft
moeten worstelen.
Papandreou heeft de wind nog steeds
mee: de populaire maatregelen van zijn
„regering van vijftig dagen" met vooral
de afkondiging van gratis onderwijs zijn
nog niet vergeten. Afgezien daarvan is het
een eigenaardigheid van veel Grieken dat
ze het gevoel hebben, op de winnaar te
moeten stemmen om „de bus niet te mis
sen".
Men maakt hier over het algemeen geen
geheim van zijn stem, want dat zou men
aanvoelen als tegenstrijdig: men wil wat
voor zijn stem terughebben, en de kandi
daten van de liberale lijsten zullen heel
wat kunnen teruggeven, later, als ze een
maal definitief het fel-begeerde regerings
kasteel hebben betrokken.
Maar anderen, jongeren vooral, hebben
toch ook wel bezwaren tegen Papandreou:
Is hij niet te oud? is hij niet teveel ver
groeid met de oude Griekse traditie die
de politiek als spel opvat, door „verpoli
tiekte" beroepsspelers gespeeld?
Daarom heeft Papandreou bij deze ver
kiezingen zijn zoon Andreas gelanceerd,
die trouwens reeds een econoom van naam
was en zelf ook niet meer zo jong 45
jaar, vier kinderen Men vindt het hier
In Griekenland plezierig als politici ook
een zoon hebben.
Spyros Markezinis heeft geen beroemde
vader en nog geen zoon-op-politieke-leef-
tijd. Hij staat er helemaal alleen voor, met
zijn intelligentie, en zo wil hij het ook. In
1949 begaf hij zich in de politiek met zijn
zogenaamde nieuwe partij en nam zitting
in een. liberaal gekleurd kabinet.
In 1951 ontbond hij zijn partij en trad
toe tot het nieuwe rechtse blok onder
maarschalk Papagos, onder wie hij als mi
nister van Coördinatie de drachme sa
neerde. In 1954 trad hij wegens menings
verschillen uit de regering en stichtte de
partij der vooruitstrevenden embleem:
de bij
Deze werkte bij de verkiezingen van
1961 nauw samen met de liberalen om de
rechtse regering Karamanlis te wippen.
Toen dat niet lukte, weekte hij zich weer
van de liberalen los en trachtte als „Tro
jaans paard" in de Karamanlis-gelederen
binnen te sluipen. Ook dit werd niets. In
november 1963 trad zijn partijtje onafhan
kelijk op. Tot zijn schrik werd hij voor
het eerst niet gekozen.
Voor deze februari-verkiezingen heeft
hij zijn partij weer in één bed met de
rechtse ERE (nu onder leiding van Kanel-
lopoulus) gelegd.
Er is alle reden aan te nemen dat een
belangrijk deel van zijn partij aanhang hem
als een te grillig leider zal verlaten, maar
zelf hoopt hij aan zijn samenwerking met
de ERE toch in ieder geval een eigen ze
tel over te houden. En daar gaat het hem
om. Want hij gelooft in zichzelf. Hij weet
dat zijn inzichten en hervormingsplannen
de moeite waard zijn om in het Parlement
te worden gehoord.
Hij is wel een opportunist, maar geen
demagoog: deze keer verkondigde hij bij
voorbeeld dat van de leuze „gratis onder
wijs" het onderwijs hem meer interesseert
dan het „gratis".
Otto Lefes-Tetene heeft veel wat zijn
hart begeert, en voornamelijk geld. Twee
jaar geleden heeft hij al eens geprobeerd
in het Parlement te komen. Een maand
lang schalden luidsprekers op het voor
naamste plein van Athene zijn naam en
goede werken uit. Het heeft niet mogen
baten. Tetene is het tegendeel van popu
lair.
Je kunt in dit land best miljonair zijn
en populair. Er is bewondering voor elk
succes. Griekenland is wel een „Erfolg
wirtschaft" genoemd. Maar Tetene is
deze combinatie niet gelukt. De taxi
chauffeur die hem laatst achthonderd gul
den terugbracht die hij in zijn wagen had
verloren en daarvoor nog geen bedankje
zou hebben gehad wordt nu door zijn col
lega's veracht. Hoe kun je ook zoiets doen:
geld terugbrengen naar Tetene?
Is het mogelijk met geld in het Parle
ment te komen, met geld alleen? Met
mensen als Tetene kon de ERE ditmaal
campagnes voeren als die van „de drach
me is bang voor Papandreou" en „redt
de drachme zij is van u". Dit laatste
vatte zij letterlijk op: menig kiezer kreeg
een drachme 12V2 cent in zijn bus
met een briefje erbij: „deze drachme is
van u. Zorg dat u er plezier aan behoudt'
Of die actie de partij succes zal bren
gen, is de vraag. Maar Tetene zal het
meer interesseren hoeveel voorkeursstem
men hij zelf op zijn partijgenoten v
overt.
Maar hij zal het niet kunnen, is de com
munis opinio onder zijn vrienden.
Intussen heeft Griekenland het weken
lang op de radio zonder zijn liedjes moe
ten doen. Want een medekandidaat, een
generaal, kwam op het idee dat die lied
jes stuk voor stuk als „politieke propagan
da" konden worden beschouwd, omdat de
naam van de componist er nu eenmaal
bij moet worden genoemd.
Vier kandidaten uit velen heb ik voor u
uitgekozen, omdat ze met elkaar karakte
ristiek zijn voor de facetten die het Griek
se verkiezingssysteem bepalen: „naam",
individualisme, geld en populariteit.
Mikis Theodorakis behoeven deze ban
ge twijfels nauwelijks te bekruipen. Deze
populairste Griekse liedjescomponist, op
volger van Hatzidakis, is praktisch zeker
dat hij verkozen zal worden in het tweede
distrikt van Piraeus voor de linkse, pro-
communistische EDA. Velen van zijn be
wonderaars zien met de dood in het hart
hoe zelfs deze begenadigde musicus zich
door politieke hartstochten heeft laten
meeslepen. Natuurlijk: die hartstocht
vermengd met een behoorlijke dosis idea
lisme: veel van wat boven werd beschre
ven zou Theodorakis willen veranderen
De beide uitsterste onder partijen, de
rechtse ERE en de linkse EDA heb ik wel
wat onrechtvaardig bejegend door er res
pectievelijk de minst en de meest aan
trekkelijke figuur uit te kiezen: het om
gekeerde ware denkbaar geweest. Maar
de lezer is hier, net als de Griek, vóór
alles in contact gebracht met enkele men
sen die in het Parlement willen. Dat is
namelijk het meest karakteristieke facet
bij alle Griekse verkiezingen: de persoon'
lijke band tussen kiezer en gekozene. Ma
terialistisch of juist niet, maar altijd
een band. Op vlakke lijsten stemt de
Griek niet.
MADRID (Reuter) Ruim vierhonderd
Catalaanse priesters hebben hun handte
kening gezet onder een stuk, dat dom
Aurelio Escarre, de abt van het klooster
Montserrat, is aangeboden en waarin de
priesters volkomen instemmen met de fel
le critiek op het bewind van Franco, die
de abt nog niet zolang geleden heeft ge
uit.
De priesters noemen de houding van de
abt dapper en zeggen dat Montserrat, het
geestelijke centrum en het nationale hei
ligdom van Catalonië, het „geweten en
de hoop" van de Catalanen is.
Dom Aurelio Escarre heeft drie maan
den geleden verklaard, dat Spanje vijfen
twintig jaar na de burgeroorlog nog steeds
verdeeld is en dat dit het grootse vraag
stuk is waarvoor het land zich geplaatst
ziet.
Hoewel de meeste Spaanse leiders eer
lijk en overtuigd rooms-katholiek zijn, be
grijpen zij niet goed wat het betekent een
christen te zijn als er politieke principes
in het geding komen. De abt drong aan op
persvrijheid, het verstrekken van gege
vens over politieke gevangenen en een
vrije ontplooiing van de Catalaanse cul
tuur.
De verklaring, gepubliceerd in het Franse
blad Le Monde, lokte een scherpe reac
tie uit van het weekblad El Espanol, dat
gewoonlijk de mening van de Spaanse re
gering weergeeft
Van betrouwbare zijde is gezegd dat
er een conflict is gerezen tussen dom
Aurelio Escarre en de apostolische nun
tius in Spanje, mgr. Antonio Riberi. Deze
zou de abt verzocht hebben af te treden,
Dit verzoek zou via een afgezant en mon
deling zijn gedaan. De abt zou hierop
slechts gereageerd hebben met de woor
den: „dergelijke dingen verzoekt men
schriftelijk".
In Catalaanse kringen meent men, dat
de nuntius tot deze stap is overgegaan na
dat de Spaanse regering geklaagd had
over het optreden van de abt.
Bij graafwerkzaamheden in het tweede
St. Janshof in Rotterdam is men op een
diepte van 3.70 meter gestoten op een aan
tal menselijke schedels en geraamten.
Deskundigen zijn tot de conclusie geko
men dat het overblijfselen zijn van men
sen die vermoedelijk rond 1647 op het
oude St. Janskerkhof zijn begraven. Dit
kerkhof werd in 1635 als noodkerkhof in
gebruik genomen omdat in die tijd het
aantal slachtoffers van een prestepidemie
schrikbarend groot was.
In 1670 benoemde Koning Karei II
van Engeland tot minister de heren
Clifford. Arlington, Buckingham, Ashley
en Lauderdale. De eerste letters hun
ner namen vormen het woord cabal en
men heeft wel eens gedacht dat ons
woord kabaal, vroeger veelal geschre
ven cabaal, daarvan afstamde. Dit is
echter onmogelijk, want het woord
komt reeds lang vóór 1670 voor. Het is
een afleiding van het Hebreeuwse
woord kabbala dat eigenlijk betekent:
de uitleg van het Oude Testament en
vandaar: geheime leer, intrigue, sa
menzwering, opschudding, rumoer. Het
is waarschijnlijk dat de laatste, niet
voor de hand liggende betekenisover
gang is beïnvloed door het Middel
nederlandse woord caboel: rumoer,
twist. Zeker is dit echter niet.
Vroeger kende het Nederlands een
werkwoord onthanden, dat betekende:
iemand iets uit handen nemen, iemand
iets afnemen. Van dit werkwoord is
alleen nog het voltooide deelwoord ont
hand over, dat het beste kan worden
weergegeven door ontriefd.
Men kan het werkwoord onthanden
vergelijken met onthoofden en ook wel
met onthalzen. Onthoofden is natuurlijk
letterlijk: iemand z'n hoofd ontnemen,
zoals onthalzen is: iemand (het hoofd)
van de hals afnemen. Iemand onthan-
ien betekent dus: iemand de hand af
nemen en hij die onthand is, heeft geen
hand meer en is daardoor belemmerd
in zijn handelingen. Hij heeft, met
andere woorden, geen hand meer tot
zijn gerief, voordeel, dienst en is dus
ontriefd.
Het eigenaardige van het woord be
denkelijk is, dat het zowel in passieve
als in actieve betekenis kan worden ge
bruikt. Natuurlijk is het afgeleid van
bedenken dat weer van denken komt.
De passieve betekenis is: wat bedacht
kan worden en vandaar: wat de moeite
waard is bedacht te worden, dus: wat
aan zekere overweging onderworpen is,
twijfelachtig, onzeker en vandaar: zor
gelijk, gevaarlijk. Men zegt: de toe
stand van de zieke is bedenkelijk.
In actieve betekenis wil bedenkelijk
'.eggen: geneigd over iets na te denken.
Het meest voorkomend is: een beden
kelijk gezicht zetten, waarin bedenke
lijk de betekenis heeft van: ernstig,
migszins onheilspellend, ongerustheid
opwekkend.
Ontberen betekent: missen en vooral:
datgene missen waaraan men grote be
hoefte heeft. Het werkwoord is ge
vormd uit het voorvoegsel ont- en een
afleiding van een werkwoord dat dra
gen betekende en waarvan eveneens
afstammen: baren, geboren, voorbarig
en enkele andere. Het voorvoegsel ont-
heeft soms de eigenschap dat het de
samenstelling het tegenovergestelde
doet betekenen van het grondwoord.
Ontbinden is: losmaken, ontknopen is:
de knoop ontwarren, onthullen is: het
hulsel wegnemen enz. Zo is ont
beren eigenlijk', iets niet bij zich
dragen, iets niet hebben en van
daar: iets missen. Bilderdijk noemt de
gezondheid „hoogste schat, maar schat-
baarst door 't ontberen".
Machteld, Erik en Ingrid Kremer van
links naar rechts op de foto) worden
maandag 17 februari twee jaar. Deze in
oorsprong Haarlemse drieling woont
thans uiteraard met de rest van het
gezin aan de Vogelangzangseweg in
Aerdenhout. Het drietal blijkt kernge
zond te zijn en Erik laat zich door zijn
zusjes niet eronder krijgen.
Op en om het Binnenhof—
De Tweede Kamer op dreef
De Tweede Kamer heeft met de ge-
dachtenwisseling naar aanleiding van het
besluit van de regering om geen wetsont
werp in te dienen ter goedkeuring van
een tussen prinses Irene en prins Carlos
Hugo de Bourbon te sluiten huwelijk, in
meer dan één opzicht te waarderen werk
verricht.
Na de door het staatshoofd èn de aan
de volksvertegenwoordiging verantwoor
delijke ministers in volledige overeenstem
ming genomen beslissing om een derge
lijk wetsontwerp achterwege te laten, had
de Kamer, zeker wat de vijf grote frac
ties betreft, met een korte verklaring van
instemming met dat besluit kunnen vol
staan. In dat geval zouden vermoedelijk
de kleinere groepen nog wel het een en
ander in het midden hebben gebracht.
Maar dan zouden toch een aantal punten
van belang, zowel door de woordvoerders
van de vier regeringspartijen als door de
leider van de grootste oppositiegroep on
besproken gebleven zijn.
Nu men gelukkig niet getracht heeft in
dit opzicht een voorbeeld te nemen aan
Willem de Zwijger, heeft de regering
(staatshoofd plus ministers) het een en
ander te horen gekregen, dat bepaald in
het openbaar gezegd diende te worden.
Te lang en te veel is in ons land weer
de neiging ingeslopen om zekere feilen,
op de allerhoogste plaatsen begaan, met
de mantel der liefde te bedekken. In het
onderhavige geval heeft de Tweede Ka
mer meer dan één nuttige les, ten aan
horen van het Nederlandse volk, uitge
deeld.
Ronde, gezonde taal
Zo was er geen woord Frans, noch
Spaans bij, toen de heer Vondeling op de
voorgrond plaatste dat een der regels van
ons constitutionele bestel eist, dat de ver
antwoordelijke raadslieden van de Kroon
van de zijde van het hof alle wetenschap
verkrijgen inzake aangelegenheden, die
staatkundige of staatsrechtelijke gevolgen
kunnen opleveren. Blijft het hof te dien
opzichte in gebreke, en dat geldt onge
twijfeld eveneens indien zulks zich overi
gens te goeder trouw voordoet, dan kan
er een ogenblik aanbreken waarop de con
stitutionele monarchie, welke als een kost'
baar goed te beschouwen valt, niet meer
vermag te functioneren. Er zijn situaties
bij zulk een gang van zaken, waarin de
ministers de verantwoordelijkheid, die op
hen behoort te rusten, niet meer kunnen
waar maken. De uiterste consequentie is
dan, aldus mr. Geertsema in een voor
treffelijk betoog, aftreden van de minis
ters en in het onderhavige geval zou er
een crisis hebben kunnen ontstaan, wel
ke onder de constitutionele monarchie on
oplosbaar geweest zou zijn. Ofschoon de
liberale fractieaanvoerder niet precies de
zelfde termen bezigde als zijn socialisti
sche collega Vondeling, verdient het door
hem gesprokene ongetwijfeld even grote
waardering als hetgeen de heer Vonde
ling had opgemerkt. Voor ieder die de
kunst van het verstaan machtig is lag
bovenal in wat deze beide sprekers tot ui
ting hadden gebracht, de opmerking be
sloten dat geheel en al buiten hun
schuld de ministers niet voldoende noch
tijdig genoeg waren ingelicht van de zij
de vanwaar zulks om der wille van ons
constitutioneel koningschap had behoren
te geschieden.
Grote mildheid op haar plaats
Volkomen juist was ook' mr. Geertse-
ma's stelling dat er, gegeven de hier ge
schetste omstandigheden, alle aanleiding
bestaat om mildheid te betrachten ten
aanzien van de ministers, die zich tenge
volge van nalatigheid elders, in een bij
kans onmogelijke positie geplaatst zagen.
Te meer is er reden voor die mildheid nu
het kabinet-Marijnen, en dat geheel en al
in overeenstemming met het staatshoofd,
pal is blijven staan voor ons nationale
koningschap.
De aanstaande echtgenoot van prinses
Irene had van huis uit voor de waarde en
het wezen van dat nationale koningschap
Nederland, begrijpelijkerwijze, geen
loofde is, had er kennelijk zoveel last
mee te kunnen vatten, dat en waarom hij
niet van verschillende walletjes kon eten,
gelijk hij kennelijk toch wel graag gewild
had, nl. Spaans troonpretendent blijven
met alle gevolgen van dien en toch te
gelijkertijd het te sluiten huwelijk door
Koning en Staten-Generaal in gemeen
overleg goedgekeurd krijgen dat het in
de avond en nacht van zaterdag op zon
dag jl. vijf uur heeft geduurd eer einde
lijk alles in kannen en kruiken kwam. Het
is daar op Soestdijk een uitermate moei
zame gedachtenwisseling geweest. Men
behoeft waarlijk niet over veel verbeel
dingskracht te beschikken om aan te ne
men dat men de besprekingen waarschijn
lijk tenminste één keer, allicht zelfs meer
dan eens, heeft moeten schorsen, voordat
de prins de Bourbon begreep, waar de
Nederlandse constitutionele schoen wrong.
Dat begrip was onontbeerlijk, voordat
uiteindelijke overeenstemming bereikbaar
bleek over de vorm, waarin van een en
ander kennis zou worden gegeven aan
volksvertegenwoordiging en volk.
De minister-president zag zich genoopt
op tal van hem in het Kamerdebat gestel
de vragen het antwoord schuldig te blij
ven. Op zichzelf deed dit natuurlijk on-
oog. Kennelijk is het hem nog vrij lang
niet duidelijk geweest, waarom goedkeu
ring door de Staten-Generaal van een hu
welijk van prinses Irene met hem, die
Spaans troonpretendent wilde blijven, vol
strekt uitgesloten was.
Uit een in tweede aanleg door minister
Marijnen, op êen interruptie van de heer
Vondeling, gesproken woord viel op te
maken dat de prinses zélf reeds vroegtij
dig kenbaar had gemaakt zulk een goed
keuringswet niet te verlangen.
Terloops stip ik in dit verband aan,
dat de minister-president de spijker op de
kop sloeg, toen hij nadrukkelijk verklaar
de dat de beslissing, of een dergelijk goed-
keuringsontwerp ter tafel zou komen of
niet, er een was en is die louter van de
kroondraagster met de ministers afhangt
en dat deze dan ook eventueel kunnen be
sluiten de totstandkoming van zulk een
wet wél te bevorderen. Dit los van het
geen een prinses zelf te dien opzichte
mocht wensen. Niet zij immers, doch de
Nederlandse wetgever heeft uit te maken
of het al dan niet aanbeveling verdient
bij voorbaat de kinderen uit een huwelijk
van de prinses in kwestie van eventuele
troonopvolgingsrechten uit te sluiten.
Verwikkelingen
Goed, van de kant van prinses Irene
hadden zich al enige tijd geen moeilijk
heden voorgedaan, wat het zullen uitblij
ven van een goedkeuringsontwerp betreft.
Maar de vreemdeling, die thans haar ver-
bevredigend aan. Te bedenken valt ech
ter dat hij, nu hij het alleszins terecht
niet op een onder het bestaande bestel
onoplosbare crisis had willen laten komen,
al zwijgend het een en ander voor zijn
verantwoording moest nemen, wat hij
door te spreken niet had kunnen doen.
Intussen kan het begrip, dat ik voor 's
ministers uitermate lastige positie heb,
toch niet beletten te constateren dat hij
op het laatst van het debat, toen hij wel
heel zwakjes was, geheel en al onnodig
twee steken liet vallen.
In zijn uiteenzettingen over het pro
bleem van de te verbeteren voorlichting
vanwege het Koninklijk Huis was hij
er geheel en al naast. In het bijzonder
met zijn theorie, dat aanvaarding van de
verantwoordelijkheid voor publicatie van
mededelingen afkomstig van het Hof, niet
in zich zou sluiten aanvaarding van ver
antwoordelijkheid ook voor de inhoud van
hetgeen de Rijks-Voorlichtings-Dienst on
der zijn eigen verantwoordelijkheid gaat
publiceren. Deze scheiding tussen het een
en het ander gaat staatsrechtelijk niet
op. Een vergelijking kan misschien nog
verduidelijken, waarom de minister-presi
dent met die opmerking de plank mis
sloeg.
Wanneer het vorstelijk staatshoofd hier
te lande of in den vreemde een redevoe
ring houdt, kan dat alleen gebeuren on
der verantwoordelijkheid van de minis
ters. Deze hebben zich daarom te verge
wissen of zij, hetgeen de koningin van
plan is te gaan zeggen, voor hun reke
ning kunnen en willen nemen of niet. De
vraag, of zij elke zinsnede of ieder woord
uit de koninklijke redevoering zelf ook ge
bezigd zouden hebben, doet niet ter za
ke. Door hun fiat aan de tekst in zijn ge
heel te geven, stellen zij zich voor het
uitspreken door het staatshoofd van die
tekst, van a tot z verantwoordelijk. Wel
nu, precies zo is het gesteld met verle
ning van toestemming door de minister
president van publicaties, van het hof af
komstig.
Nog een andere steek liet mr. Marijnen
mijns inziens donderdagavond vallen. Hier
betrof het een politieke steek. Uit en ter
na was de heer Vondeling er op blijven
hameren, van het kabinet te willen ver
nemen hoe het dacht over discriminatie
ten opzichte van katholieken, door even
tueel bezwaar te maken tegen een mo
gelijk katholieke koning op de troon. De
minister-president kon naar eer en gewe
ten verklaren, dat die vraag in het ka
binet helemaal niet aan de orde was ge
weest, aangezien immers reeds geheel
andere redenen de rol van de prins de
Bourbon op het politieke front in Spanje
alsmede de consequenties, die hij zelf
daaruit verlangde te trekken hadden
doen besluiten geen goedkeuringsontwerp
in te dienen. Maar toen de minister daar
op liet volgen, persoonlijk van zulk een
discriminatie niets te willen weten, zou
hij wijzer gedaan hebben hieraan nog iets
toe te voegen. Namelijk dat, indien ook
maar één lid van het door hem als mi
nister-president geleide kabinet zulk een
verklaring niet kon aanvaarden, een der
gelijk lid dan stellig zijn portefeuille ter
beschikking zou stellen. Menselijkerwijs
gesproken viel dit laatste uitgesloten te
achten. Daarom was het, staatkundig be
zien, een verzuim van minister Marijnen
dat hij bedoelde toevoeging achterwege
liet. Gegeven toch het probleem waarom
het gaat en de omstandigheden waaron
der dit ter sprake kwam, is het onmoge
lijk een onderscheid te maken tussen mr
Marijnen persoonlijk en de minister-pre
sident Marijnen.
Vacature te Madrid geschapen
Het kabinet, dus onder anderen minis
ter Luns, heeft in feite aan het hoofd van
onze ambassade te Madrid een vacature
in het leven geroepen. Dit tengevolge van
de thans openlijk, bij monde van de mi
nister-president, in de Tweede Kamer uit
gesproken ernstige berisping aan het
adres van onze ambassadeur Van Pan-
huys. Deze is nu nergens meer. Voor de
aldus geschapen situatie rust mede op
minister Luns de verantwoordelijkheid
Dientengevolge is hij thans uit hoofde van
het landsbelang verplicht, de tegenwoor
dige ambassadeur in de Spaanse hoofd
stad onverwijld te vervangen door ie
mand op wie nog niet de openlijke blaam
rust, welke op genoemde functionaris is
geworpen.
Jl
De Zwitser Otto Mayer, die donderdag
na achttien jaar kanselier van het IOC
te zijn geweest, bekend maakte dat hij
eind september zijn functie zal neerleg
gen, heeft zijn besluit vrijdag in Lausan
ne nader toegelicht
„Ik ben het politieke spel, dat de laat
ste jaren in de internationale sport wordt
gespeeld moe. Je wordt er ziek van elke
dag geconfronteerd te worden met twee
China's, twee Korea's en twee Duitslan-
den. Hoe kan men een echte sportman
vragen besluiten te nemen in zaken, die
niets met sport te maken hebben doch
louter politiek bedoeld zijn".
Op een vraag of de kwestie Zuid-Afri-
ka iets met zijn aftreden had te maken,
antwoordde Mayer: „Of Zuid-Afrika wel
of niet aan de Spelen van Tokio mee
mag doen, heeft geen rol gespeeld, maar
het zijn zaken als deze die de functie van
kanselier ondraaglijk maken. Persoonlijk
ben ik van mening dat het IOC Zuid-Afri-
ka meer dan correct behandeld heeft. Wij
hebben hun genoeg tijd gegeven om hun
standpunt te wijzigen en als ze dat wei
geren moeten zij daarvan de consequen
ties dragen. Zuid-Afrika heeft de Olym
pische regels „verkracht" inet zijn apart
heidspolitiek".
Otto Mayer gaf ook nog zijn mening
over het amateurisme: „De amateur van
nu is een geheel ander mens dan de ama
teuristische atleet van enkele jaren gele
den. Het wordt tijd dat de Olympisch»
regels en de Olympische beweging aan
gepast worden aan de moderne tijd. Het
amateurisme is in de achttien jaar dat ik
kanselier ben geweest, ingrijpend veran
derd. Daarom moet het begrip „amateur"
nu opnieuw duidelijk omschreven wor
den".
De taak van de 63-jarige Otto Mayer
wordt, totdat er een opvolger is gekozen,
waargenomen door het driemanschap Mo
hammed Taher, Marc Hodler en Mayer'»
broer Albert.
BONN (Reuter) Een diplomaat uit
Roeanda heeft in Bonn gezegd, dat drie
Chinezen en een Tsjech hebben geholpen
bij het opleiden van Watoetsibenden, wier
invallen in Roeanda tot hevige gevechten
hebben geleid. Onder op de Watoetsi buit
gemaakte wapens heeft men moderne Chi
nese en Tsjechische mortieren en machine
geweren gevonden.
De zaakgelastigde van Roeanda in Bonn,
Kamali, zei op een persconferentie dat ge
vangengenomen Watoesikrijgers hadden
verteld, dat zij onder buitenlandse officie
ren stonden. Kamali zei niet te weten of
de Chinezen en de Tsjech als huurlingen
dienst doen of politieke motieven hebben.