DE KAPITEINSDOCHTER
i
BUITENLANDSE
SLECHTER DAN
ARBEIDERS ZIJN NIETS
HUN DUITSE GASTHEREN
PANDA EN DE MEESTER-RIOLIST
HOLLAND FOTO 1964
Ons vervolgverhaal
o
Steeds meer
mammen gaam
er vandoor
Begrafenis in
de ruimte
7
DINSDAG 18 FEBRUARI 1964
Een historische roman uit
het tsaristische Rusland
door Alexander Poesjkin
I
Misdaadstatistiek levert bewijs: iiiuuiiiiuiiiiiiiuiiouiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiuiiuuuihui
Legende weerlegd
Daling jeugdcriminaliteit
Vierde plaats
Kort
nieuws
j'
Vertaald door mr. S. L. d* Leeuw)
28)
Maria Iwanowna wierp een vlug
ge blik op hem en giste, dat de moor
denaar van haar ouders voor haar
stond. Zij bedekte het gelaat met bei
de hëftiden en viel in onmacht. Ik
haastte mij haar te helpen; maar op
dit ogenblik was mijn oude bekende,
Palasja, heel onbeschroomd de kamer
binnengeslopen om voor haar meeste
res te zorgen. Poegatsjow verliet de
zolderkamer en met zijn drieën bega
ven wij ons naar de woonkamer.
„Nu, uw edele," zei Poegatsjow
lachend, „daar hebben we de schone
jonkvrouw dan gered! Wat denk je,
zouden wij de pope niet laten komen
en hem bevelen, dat hij het huwelijk
van zijn nicht sluit? Kom aan, ik zal
de vader van de bruid voorstellen en
Sjwabrin de bruidsjonker; wij zullen
eten en drinken, en dan het, slot op
de deur!"
Wat ik vreesde, gebeurde nu. Sjwa
brin, die het voorstel van Poegatsjow
gehoord had, raakte buiten zich zelf,
„Heer," riep hij in razende woede,
„ik heb schuld, ik heb. gelogen, maar
Grinjow bedriegt u ook. Dat meisje
is niet de nicht van de pope hier;
zij is de dochter van Iwan Mironow,
die terechtgesteld werd bij de ver
overing van deze vesting."
Poegatsjow richtte zijn fonkelende
ogen op mij. „Wat is dat nu weer?"
vroeg hij mij verbaasd.
„Sjwabrin heeft je de waarheid ge
zegd", antwoordde ik vastberaden.
„Maar jij hebt het mij niet gezegd",
merkte Poegatsjow op, wiens gezicht
duister betrok.
„Oordeel zelf," antwoordde ik, „of
het mogelijk was, waar jouw mensen
bij waren, te verklaren dat de doch
ter van Mironow in leven was. Zij
zouden haar immers verscheurd heb
ben! Niets had haar kunnen redden!"
„Dat is ook waar," zei Poegatsjow
lachend. „Die dronkaards van mij
zouden het arme meisje niet ge
spaard hebben. Dat vrouwtje van de
pope heeft goed gedaan met hen te
bedriegen."
„Luister," ging ik voort, toen ik zijn
goede stemming bemerkte. „Hoe ik
je noemen moet, dat weet ik niet en
ik wil het niet weten.Maar God
weet, dat ik met blijdschap mijn le
ven zou geven voor wat je voor mij
gedaan hebt. Eis alleen niet van mij,
wat in strijd is met mijn eer en het
christelijk geweten. Je bent mijn wel
doener. Ga voort, zoals je begonnen
bent: laat mij en die arme wees
gaan, waarheen het God behaagt. En
waar wij ook zullen zijn en wat er
ook met ons zal gebeuren, wij zullen
elke dag God bidden voor de redding
van je zondige ziel.
Het scheen, alsof het harde gemoed
van Poegatsjow getroffen was. „Laat
het zijn, zoals je wilt!" zei hij. „Als
ik straf, dan sla ik toe, ben ik gena
dig, dan ben ik het ten volle: zo
is mijn gewoonte. Neem je meisje
mee, breng haar waarheen je wilt,
en God geve er zijn zegen op!"
Hierop wendde hij zich tot Sjwa
brin en beval hem, mij een paspoort
te geven voor alle vestingen en grens
plaatsen, die in zijn macht waren.
Sjwabrin was geheel vernietigd, hij
stond als verstijfd Poegatsjow ging
de vesting bezichtigen, Sjwabrin be
geleidde hem, ik echter bleef, onder
het voorwendsel, dat ik mij op de
reis moest voorbereiden.
Ik snelde naar de zolderkamer. De
deur was gesloten. Ik klopte. „Wie
is daar?" vroeg Palasja. Ik noemde
mijn naam. De lieve stem van Ma
ria Iwanowna klonk achter de deur:
„Wacht, Peter Andreïtsj. Ik verkleed
mij. Ga naar Akoelina Pamfilowna,
dan kom ik dadelijk."
Ik gehoorzaamde en ging naar het
huis van vader Gerasiem. Zowel hij
als zijn vrouw kwam mij tegemoet
gelopen; Sawelitsj had hem reeds ge
waarschuwd.
„Goedendag, Peter Andreïtsj," zei
de vrouw van de pope. „God heeft
ons toch weer bijeengebracht! Hoe
gaat het met u? Wij hebben iedere
dag aan u gedacht. En wat heeft Ma
ria Iwanowna niet te lijden gehad.
toen u er niet was, mijn arme duifje!
Maar vertel toch eens, mijn beste,
hoe hebt u het toch met Poegatsjow
klaargespeeld? Hoe komt het, dat
hij u geen kopje kleiner heeft ge
maakt, die booswicht? Daar mogen
wij hem nog dankbaar voor zijn.
„Houd op, oudje," onderbrak vader
Gerasiem haar. „Praat niet alles uit,
wat je weet. Het vele spreken is uit
den boze. Vadertje, Peter Andreïtsj!
Kom binnen, als het u belieft. Het is
lang geleden, sinds wij elkaar zagen."
De vrouw van de oppe onthaalde mij
op wat ze bij de hand had en intus
sen praatte zij zonder ophouden. Zij
vertelde mij, hoe Sjwabrin hen ge
dwongen had, Maria Iwanowna aan
hem uit te leveren; hoe Maria Iwa
nowna geweend had en hen niet had
willen verlaten; hoe Maria Iwanow
na dagelijks met hen in verbinding
had gestaan door middel van Palasja,
een handig meisje, dat ook de onderof
ficier om haar vinger had gewonden;
hoe zij Maria Iwanowna had aange
raden, mij een brief te schrijven, en
zo meer. Op mijn beurt hertelde ik
haar in het kort mijn geschiedenis
De pope en zijn vrouw bekruisten zich
toen zij hoorden, dat Poegatsjow van
hun bedrog wist. „God zij ons gena
dig!" zei Akoelina Pamfilowna. „Hij
zal ook deze wolk voorbij laten trek
ken. En die Aleksej Iwanitsj! Wat een
vent!"
Op hetzelfde ogenblik ging de deur
open en Maria Iwanowna trad binnen,
met een glimlach op het bleke gezicht.
Zij had haar boerinnekleding achter
gelaten en was nu als vroeger ge
kleed, lief en eenvoudig.
Ik greep haar hand en kon lange
tijd geen woord uitbrengen. Wij zwe
gen beiden uit de volheid van ons
hart. Onze gastheren bemerkten, dat
zij te veel waren en verlieten de ka
mer. Wij bleven alleen. Alles was ver
geten. Wij spraken en spraken zonder
eind. Maria Iwanowna vertelde mij al
les, wat er met haar gebeurd was
sinds de vesting was ingenomen; zij
beschreef mij de verschrikkelijke toe
stand waarin zij zich bevond en alle
beproevingen, waaraan de laagharti
ge Sjwabrin haar onderworpen had
Wij gedachten ook de gelukkige tijd
van weleer... Wij weenden beiden. Ten
slotte zette ik haar mijn voorstellen
uiteen. Het was onmogelijk, dat zij in
een vesting bleef, die in de macht van
Poegatsjow was en onder het bevel
van Sjwabrin. Ook aan Orenburg, dat
alle rampen van de begegering te lij
den had, viel niet te denken. Zij had
geen familielid op de wereld. Ik stel
de haar voor, naar het dorp van mijn
ouders te reizen. Eerst weifelde zij;
zij wist wel dat mijn vader haar niet
genegen was, en dit verschrikte haar
Ik stelde haar gerust. Ik wist, dat
mijn vader het als een geluk en een
plicht zou beschouwen, de dochter van
een verdienstelijk krijgsman, die voor
het vaderland was gestorven, te ont
vangen.
„Lieve Maria Iwanowna," zei ik ten
slotte, „ik beschouw je als mijn
vrouw. Wonderbaarlijke omstandig
heden hebben ons onverbrekelijk met
elkaar verenigd; niets ter wereld kan
ons meer scheiden."
Maria Iwanowna luisterde rustig
naar mij, zonder gemaakte verlegen
heid of gewilde uitvluchten. Zij voel
de, dat haar lot met het mijne ver
enigd was. Maar zij herhaalde, dat
zij alleen met goedvinden van mijn
ouders mijn vrouw zou zijn. Ik sprak
haar niet tegen. Wij kusten elkaar
warm en innig, en op deze wijze was
alles tussen ons beslist.
Na een uur kwam de onderofficier
mij een paspoort brengen, dat met de
hanepoten van Poegatsjow onderte
kend was, en hij ontbood mij uit zijn
naam. Ik was gereed om op weg te
gaan. Ik kan niet onder woorden bren
gen wat ik voelde, toen ik scheidde
van de vreselijke man, die voor
allen, behalve voor mij alleen,
een monster en een boosdoener was
geweest. Waarom zou ik de waarheid
niet zeggen? Op dat ogenblik trok mij
een sterke sympathie tot hem.
(Wordt vervolgd)
NEW YORK (AP) Steeds meer
Amerikaanse echtgenoten knijpen
ertussen uit. Verleden jaar alleen
verlieten 75.000 stiekem huis en
haard.
Waarom? Geldproblemen, herrie
met moeder de vrouw of narigheid
met of door schoonmama zijn de
voornaamste redenen.
Deze feiten zijn gepubliceerd door
„Tracers Corporation of America",
een bureau dat in zijn veertig-jarige
bestaan ruim een half miljoen „ver
miste" personen heeft opgespoord.
„Het aantal verdwenen echtgeno
ten is sinds 1950 gestadig toegenomen
en heeft thans een ongekend peil be
reikt", zegt directeur Ed Goldfader
van „Tracers".
Een van de vreemdste aspecten
van het probleem is, dat „vrijwel
alle vrouwen, die het slachtoffer van
een dergelijke verlating worden een
ding gemeen hebben zij hebben er
geen flauw idee van gehad dat hun
man de benen wilde nemen."
Uit de archieven van Tracers blijkt
dat de gemiddelde man die er tussen
uit knijpt, voldoet aan de volgende
beschrijving:
Leeftijd 44 tot 51 jaar. Beroep:
verkoper of procuratiehouder, onder
wijs: 2llt jaar voortgezet middelbare
studie. Persoonlijkheid: hartelijk en
agressief.
Goldfader zei, dat een van de voor
naamste factoren voor het weglopen
van mannen het kopen op afbetaling
is. „Ze kopen kleinigheden, meer
kleinigheden en nog meer kleinig
heden, die volgens de afbetalings
regelingen allemaal een klein bedrag
per maand vragen. Op een gegeven
ogenblik kwamen zij tot de ontdek
king, dat al die kleine bedragen samen
een grote som vormen een som die
hun verdiensten overtreft."
Het aantal weggelopen vrouwen,
dat de onderneming van Goldfader
verleden jaar heeft moeten opsporen,
bedroeg slechts vier percent van
het aantal mannen.
In deze gevallen was er voorname
lijk een reden: „Moeilijkheden met
manliefs moeder."
v srti. s X\,
'<v\
5' \h
DE NATIONALE fotowedstrijd „Holland Foto 1964", ge
organiseerd door de gelijknamige stichting, waarin onder
andere zitting hebben de gemeente Haarlem en de samen
werkende fotokringen in Haarlem en omstreken, is zijn
laatste fase ingegaan. Zaterdag heeft in de Vleeshal de ju
rering voor de tweede ronde plaats gehad. Er waren 467 foto s
vijftig meer dan voor de eerste ronde ingezonden door
leden van 22 fotoclubs uit geheel Nederland. Na de derde
ronde, die medio april gejureerd wordt, zal met de circa
250 beste foto's een grote tentoonstelling worden ingericht
in de Haarlemse Vishal, bij welke gelegenheid tevens de
Gouden Tulpen van de gemeente Haarlem en de andere be
kroningen zullen worden uitgereikt. De tentoonstelling wordt
geopend op 29 april, gelijk met de Week van de Fotografie
1964, die diezelfde dag met een gala-avond in het Haarlemse
Rembrandttheater van start gaat.
Evenals bij de eerste ronde zijn de foto'9 die gewaardeerd
worden met 37 punten of meer, definitief geplaatst. De foto's
die 35 en 36 punten vergaarden zijn voorlopig aangenomen.
De hoogste waardering in de tweede ronde kreeg de heer
J. Scholten te Haarlem, lid van de Fotogroep „De Muggen",
die 81 punten vergaarde.
De top van het persoonlijk klassement ziet er nu als volgt
uit:
Tw. ronde
1. G. J. L. Offerhaus, „De Muggen" 157 pnt. (76)
2. W. van Dam, DAFV, Deventer151 (76)
en W. Pijnappel, FC Alkmaar151 (71)
3. J. Scholten sr., De Muggen150 (81)
4. L. Bakker, FC Alkmaar 149 (71)
5. J. Scholten jr., Haarlem 147 (75)
en H. Tromp, De Muggen147 (77)
en G. v. Middelkoop, FC KLM147 (74)
6. H. C. C. Slop, FC KLM146 (67)
7. K. W. P. de Munck, De Muggen 145 (71)
8. Th. Smeets, FC Geleen144 (67)
en Th. Vromans, FC Geleen144 (75)
9. C. van Baren, De Muggen^143 (72)
A. Bonebakker, AFC Flevo143 (70)
P. Bosman, FC Alkmaar143 (74)
H. W. Jansen, FC KLM 143 (71)
J. Peek, De Muggen 143 (69)
10. J. A. Gans jr., FK Velsen142 (74)
In het verenigingsklassement leiden na de tweede ronde:
1. (2) Haarlemse Fotoclub De Muggen.751 (382)
2. (1) FC Alkmaar 729 (351)
3. (3) Kennemer Foto Kring 700 (353)
4. FC KLM (7) en FK Velsen (11)696 (369)
5. HAFV Haarlem 697 (335)
f De beide hierbij gereproduceerde foto's geven een indruk
van de over het algemeen zeer hoge kwaliteit der inzen'
dingen voor de tweede ronde. Het zijn (bovenaan) „Ge
barsten aardevan de Haagse amateur J. C. Meiman, en
een candid-portret van de Wijhenaar W van Dam, lid
van de Deventer fotoclub DAFU.
IUUUII1UIUII1I1I1III1IIIIII
Uit de Duitse statistiek van de misdaad blijkt een geringe vermindering van
de criminaliteit sedert 1962 en voor het eerst ook een teruglopen van het aantal
misdaden ten opzichte van voorafgaande jaren. Het aantal misdaden per
100.000 inwoners liep terug met een bedrag van twee percent. Dit feit is vooral
interessant, omdat men vreesde dat met het toenemen van het aantal buiten
landse arbeiders in de Bondsrepubliek ook de criminaliteitsstatistiek een sprong
omhoog zou maken. Oppervlakkig lezen van de kranten scheen deze vrees te
rechtvaardigen. De plaatselijke verslaggevers vinden een misdaad blijkbaar be
langwekkender en kleurrijker als hij begaan wordt door een van de vurige zonen
van Griekenland of Italië. Maar de statistiek zet dit recht: de buitenlandse ar
beiders in de Bondsrepubliek begaan in geen enkel opzicht meer misdaden dan
de Duitsers zelf.
MARTCN
95 „Pechsofsk," gromde Slinkovitch, en Binkovitch
beaamde: „Kvinrookniksansk," maar zo was het nu
eenmaal; voor de twee geheimeagenten was het spel
uit en ze moesten machteloos toezien hoe de bijzonder
tevreden agent Hakma Panda een groot bedrag uitbe
taalde als beloning voor het vangen van de beruchte
spionnen. Nu, Panda was in zijn nopjes, dat begrijpt
men; en zo vindt dan ook dit verhaal weer een ge
lukkig einde doch niet dan nadat wij nog een
blik slaan op Joris Goedbloed, wiens ondeugd wel erg
zwaar gestraft is. Na een moeilijke tocht door de riolen
tag deze eindelijk licht schemeren.en even later
kroop hij door het gat in het schotje zijn eigen onder
grondse schuilplaats weer in. „Och, och," mompelde
hij. „Wat moet er nu verder van mij worden? Mijn
goede goed zit onder de modder en al mijn moeite
is vergeefs geweest.of ivacht, of toch niet geheel
vergeefs? Neen! Iéts heb ik me toch verworven.
en terwijl een straal van hoop zijn gelaat verlichtte,
spoedde hij zich naar de uitgang die naar de straat
leidde. „Hier heb ik immers het ordeteken van de Orde
van Oppassendheid met de halfedelmetalen versierse
len! Het zou me zeer verbazen als de uitdrager daar
niet een tientje voor gaf en hoe vaak is niet geble
ken dat een enkel tientje de basis kan leggen voor
een nieuw en rijker leven?"
EINDE VAN DIT VERHAAL
Ook onjuist blijkt de opvatting, dat in de
kleine en middelgrote steden meer mis
daden worden gepleegd In de grote steden
van de Bondsrepubliek worden 47 percent
van alle misdaden gepleegd, daarna volgen
onmiddellijk de gemeenten met minder dan
5.000 inwoners, die 21 percent voor hun
rekening nemen. Dit is te verklaren uit
de bevolkingsstatistiek: de groep van in
woners van gemeenten met minder dan
5.000 inwoners is met 36 percent de grootste
van de Bondsrepubliek. In steden met
meer dan 100.000 inwoners leeft 30,6 en in
de kleine en middelgrote steden (met een
inwonertal dat tussen de 500 en de 100.000
ligt), 23,3 percent van de totale bevolking.
Daardoor krijgt de criminaliteitsstatistiek
een andere betekenis.
Bijna de helft (45,7 percent) van alle ge
registreerde misdaden betreft diefstal, roof
en fraude. Daarbij komen nog 9,6 percent
oplichting en vervalsing Zedendelicten
eisen slechts 2,9 percent op Ook het aantal
niet-opgehelderde misdaden op dit punt is
niet zo groot als men aanvankelijk vrees
de. 77,5 percent van alle delicten in deze
categorie zijn berecht. Op de overige ge
bieden is het aantal niet-opgehelderde ge
vallen groter: van elke honderd misdaden
wordt slechts 64,4 percent opgehelderd.
Ook de jeugdcriminaliteit is iets terug
gelopen. Daar vallen nog jaargangen onder,
die als kinderen de laatste oorlogsjaren en
naoorlogse jaren hebben meegemaakt en
wier neiging tot criminaliteit door de chaos
van die jaren werd bevorderd
Desondanks is het misdaadaandeel van
de jeugd onder de 21 jaar met 23,4 percent
nog zeer hoog. De vraag dringt zich op of
de onder geheel andere omstandigheden
opgestelde strafwetgeving voor de jeugd
van de Bondsrepubliek ook nu nog werke
lijk effect sorteert, voorts: of zij niet juist
door haar mildheid tot criminaliteit stimu
leert. Deze vraag zal bij de komende wets-
hervorming moeten worden beantwoord.
De criminaliteit van meisjes onder de
21 jaar is veel kleiner dan die van vrouwen
boven de 21, terwijl deze op haar beurt in
de schaduw gesteld wordt door die van
de mannen. Bij de misdaden der volwasse
nen, die 76,6 percent van het totale aantal
gepleegde misdaden uitmaken, komen
66,4 percent op rekening van de mannen en
slechts 10,2 percent op die van de vrouwen.
Voorts wijst de statistiek op het toe
nemen van criminaliteit ten gevolge van
de mas9a-motorisering. Na de eigendoms
delicten, die bijna de helft van alle mis
daden vormen, komen onmiddellijk delic
ten als: toebrengen van lichamelijk letsel,
lichamelijk letsel door schuld en dood door
schuld. Een tiende gedeelte daarvan valt
terug op verkeersongevallen. Daarbij ko
men nog rijden onder invloed, vluchten na
een ongeval, het in gevaar brengen van
het verkeer en wat dies meer zij om de
6 percent vol te maken.
Vuurwapens spelen een steeds geringere
rol bij misdaden. Het Wilde Westen is nog
slechts vermaak, maar geen voorbeeld meer
voor de misdadiger. Vuurwapens werden
bij nog geen tien percent van het totale
aantal misdaden gebruikt
Internationale vergelijkingen zijn niet zo
eenvoudig, omdat de normen van het straf
recht niet overal dezelfde zijn. Maar vol
gens een redelijke vsrgelijkingsmethode
neemt de Bondsrepubliek de vierde plaats
in op de „ranglijst" van de Europese crimi
naliteit.
Een Amerikaanse geleerde, prof. T.
Charles Helvey, heeft het plan geop
perd dat bemanningsleden van ruimte
vaartuigen die tijdens de vlucht over
lijden, „in de richting van de zon zullen
worden gelanceerd voor een automa
tische crematie".
Prof. Helvey is directeur van het
Interamerikaanse instituut voor onder
wijs in de ruimtewetenschap te Tampa
in Florida. Hij schrijft in een artikel
in het Britse blad „Discovery" dat het
een precair probleem is wat bjj
overlijden van een bemanningslid tij
dens een ruimtevaart met zijn stoffe
lijke resten moet worden gedaan. „Het
eenvoudig uit de capsule schuiven door
een luchtsluis zou het moreel van de
achterblljvenden in gevaar kunnen
brengen", aldus deze hoogleraar.
Inplaats daarvan wil hij de lichamen
in een opblaasbare cocon plaatsen die
de vorm heeft van een doodkist. De
cocon zou door een hulpraket in een
baan moeten worden gebracht die haar
binnen de aantrekkingskracht van de
zon zal brengen.
Helvey merkte op dat geleerden wer
ken aan methoden om by lange ruimte-
vluchten afvalstoffen ook van be
manningsleden te regenereren en
te gebruiken ten nutte van de beman
ning.
„Sommige moedige mensen hebben
voorgesteld dat het economisch juist
zou zyn de overledenen, die nog veel
waardevolle materialen bevatten, terug
te brengen in de levenscyclus. Theore
tisch zou dit gemakkeiyk kunnen wor
den gedaan door bacteriologische ont
binding. Het vooruitzicht om je over
leden kameraad in een of andere vorm
op te eten, is echter niet by zonder
aantrekkelijk", aldus prof. Helvey.
Huis aan huisbiadpers. Opgericht is
in het conferentieoord „De blije wereld" in
Lunteren de vereniging „Nederlandse Huis
aan Huisbladpers". Veertig uitgevers van
huis aan huisbladen maken deel uit van
de vereniging.