SKODA
fÊSÊM
f. 4990
VRIJDAG 21 FEBRUARI 1964
Het Noordzeekanaal
Goedkope busreizen
In 't Goede Uur I
In 't Goede Uur III
Hongersnood
Ander gevaar
Oecumene I
Oecumene II
Esperanto
Sporthal
Slachthuisstraat
Bloemendaalse Bos
„Racebaan" Zeeweg
In 't Goede Uur II
Telstar
Algemeenheden
een veilige keuze
geheel compleet
De heer Snijders, directeur van de
dienst voor haven- en handelsinrichtingen
van Amsterdam heeft volgens uw IJmui-
der editie van 14 feb. JL in Velsen de toe
komst van het gebied rond het Noordzee
kanaal besproken, „toegelicht met uitste
kende dia's, kleurige projecties en een uit
gebreide collectie kaarten" het geheel een
boeiend beeldverhaal. Uitdrukkelijk ver
meldt uw verslag dat de spreker slechts
zijn persoonlijke visie gaf en er nadrukke
lijk op wees dat hij geen spreekbuis was
voor de gemeente Amsterdam. Gelove
wie dit geloven wil. Sprak hier eens zo
maar een particulier die er dan een kost
bare hobby van gemaakt heeft zoveel mo
gelijk kennis en propagandamateriaal te
verzamelen omtrent datgene wat wel eens
rondom het Noordzeekanaal zou kunnen of
moeten gebéuren.
Gelooft de spreker dat wij, gezien zijn
positie, aannemen dat hij meningen en fei
ten in het openbaar zou kunnen of mogen
verkondigen, die eventueel lijnrecht in
gaan tegen het beoogde beleid van het
Amsterdamse gemeentebestuur? Het is
juist dunkt mij zijn plicht als hoofdambte
naar dat beleid te propageren en uit dat
gezichtspunt kan zijn gehouden betoog
slechts beoordeeld worden. Er zou dus
moeten komen o.a. een petrochemische in
dustrie ter hoogte van zijkanaal F (onge
veer 8 km. oostwaarts van de Velser tun
nel) dus een tweede Pernis met zijn grote
behoefte aan werkers en zijn grote lucht
verontreiniging. Geen bezwaar zegt de
heer Snijders. Bestrijding van luchtveront
reiniging is alleen maar een kostbare zaak.
Het woonvraagstuk voor die honderden
werkers is maar een bijkomstigheid. Het
vervoer van die werkers is een groter pro
bleem volgens hem. Met andere woorden,
ze behoeven hier helemaal niet te wonen,
ze kunnen best pendelen, dat doen er al
zovelen want toevallige gemeentegrenzen
worden een steeds onhoudbaarder toe
stand." Ik dacht altijd dat pendelen veel
sociale bezwaren had, noodgedwongen pen
delen vele honderden werkers uit b. v.
Zweews-Vlaanderen via België naar de
Europoort, waarom dan later niet ook de
Veluwe en daar het natuurschoon bebou
wen met torenflats. Daarom: breng niet
de werkers naar de industrie maar de in
dustrie naar de werkers. De spreker acht
te buiten het Noordzeegebied en de Euro
poort geen ander gebied in Nederland
evenwaardig geschikt voor intensieve in
dustriële ontwikkeling aan diep water.
Maar nu overeenstemming is bereikt tus
sen België en Nederland omtrent de
vaarweg van Antwerpen naar de Rijn dan
komen in die Zuidwesthoek van ons land
ook andere gebieden m.i. in aanmerking.
Dan kunnen b.v. Terneuzen met zijn nu al
belangrijke havenplannen, Bergen op
Zoom dat een nieuwe haven krijgt (en wat
zou er b.v. niet van Breskens of Vlissin-
gen te maken zijn) zeker ook aanspraak
maken op een industriële ontwikkeling aan
diep water zonder sluizen of een kanaal,
in een gebied waar een overschot aan
mankracht bestaat. Ook Delfzijl zou in dit
verband kunnen worden genoemd. Zou dan
onze gehele economie niet beter gebaat
zijn bij een spreiding, dan alles te concen
treren op het overbevolkte midden-Westen
van ons land, alleen ten bate van Amster
dam. Opmerkelijk is dat de heer Snijders
het recreatiefacet en het woonfacet ver
waarloosde. Maar ja, daar zijn geen direc
te financiële problemen bij betrokken,
wel sociale en ook veel meer in de nabije
toekomst. Dus is het beter die nu niet op
te rakelen dat geeft maar weerstanden
van de bevolking van nu.
Op hetzelfde vlak ligt de weigering van
de heer Snijders om commentaar te geven
op de twee nieuwe in IJmuiden in te rich
ten havens voor zeeschepen. Dit plan was
al eerder in de openbaarheid gebracht
doch verwekte in Velsen veel ongerustheid.
Het vriendelijke, zo onschuldig lijkende
initiatief van Amsterdam, een paar jaar
geleden om te komen tot een samenwer
king tussen Amsterdam, Haarlem en Vel
sen ter bevordering van het vreemdelin
genverkeer, met als stimulans de impo
sante Waterstaatswerken rondom de
IJmuider pieren, is wel heel anders „uit
gepakt" dan het uiterlijk leek, de bedoe
ling was zeker wel een andere dan de
omschrijving. Het ging uiteindelijk niet
om de stroom van vreemdelingen, het ging
om het gebied rond het Noordzeekanaal,
als voorportaal van de Amsterdamse ha
ven waarin Velsen de meest onmisbare
schakel is. Velsen zal reeds meer dan ge
noeg te doen hebben om zijn eigen aan
was en die van Hoogovens op te vangen
om aan hen die na ons komen een leef
baar woongebied te verschaffen. Daarom
zal ook Amsterdam niet in de eerste plaats
op eigen gewin moeten letten maar zijn
verlangens ondergeschikt dienen te maken
aan het algemeen belang, hetgeen inhoudt
geen concentratie in deze dicht bevolkte
streek, maar zoveel mogelijk spreiding
daar waar dit mogelijk is.
Amsterdam heeft zijn visie (via een zo
genaamde persoonlijke visie) weer be
kend gemaakt, het is te wensen dat nu
ook het gemeentebestuur van Velsen zijn
visie duidelijk in de gemeenteraad b.v.
laat weten, omdat men anders wel eens
voor voldongen feiten zou kunnen worden
geplaatst.
T. F. ROOS, Santpoort.
(Er was en is geen reden om te twijfe
len aan de medeling van de heer Snij
ders, dat hij zijn eigen visie weergaf. Het
is overigens algemeen bekend, dat „offi
cieel Amsterdam" het eens is met vele
(niet alle) van zijn denkbeelden. Hierop is
in het verslag trouwens ook gewezen. - Re
dactie).
Een kort bericht in uw blad: „Droogte
en rattenplaag, hongersnood in Midden-
Java". Ongeveer een miljoen mensen, ge
concentreerd op een niet al te groot ge
bied, staan voor de hongerdood. En wij
doen niets anders dan dit bericht lezen!
Het gaat hier niet om de naar mijn
inzicht fictieve gevoelsband met Indo
nesië te verstevigen, maar om hulpverle
ning aan mensen. Ik ben er van over
tuigd dat wij daarvoor de materiële mid
delen bezitten en dat wij deze mensen
kunnen helpen door middel van een in
ternationale organisatie ik denk hier
aan het Rode Kruis.
J. L. HEY, Haarlem.
In Amsterdam heeft elke bejaarde recht
op een verlaagd tarief bij het Gemeente
lijk Vervoersbedrijf. In Haarlem ontvan
gen de bejaarden geen enkele reductie.
Is het niet mogelijk dat ook in Haarlem
reductietarieven voor bejaarden van
kracht worden?
E. NOACH, Haarlem.
Naschrift: De NZH is van me
ning dat een gereduceerd tarief voor be
jaarden niet past in het beeld van haar
tarieven-opbouw. In Haarlem is het ver
voer op de stadsdienst berekend op een
basis van 25 cent per rit. In Amsterdam
is dit bedrag 35 cent. Mede doordat de
tarieven in Haarlem aanzienlijk lager zijn,
voert de NZH een gereduceerd tarief niet
in. (Redactie).
Ik heb gelezen hoe moeilijk mevrouw
Biesot te Heemstede het heeft gehad voor
ze van het roken af kon komen. Voor mij
is roken geen bezwaar, als men zich maar
beheersen kan. Ik doe al jaren aan sport,
ben tot alles in staat, en rook toch ook,
maar met mate.
Maar er is een veel groter gevaar, me
vrouw Biesot, dat u en velen van ons be
dreigt, namelijk de elektriciteit. Wij huis
vrouwen gaan met zoveel elektrische appa
raten om. Beseffen wij wel aan welke ge
varen we blootstaan? Waar is de voorlich
ting om ons te behoeden, zoals in dat
geval van die jonge vrouw in het bad
met een elektrische kachel in de badka
mer?
Weten we wel (of leren we het nooit?)
dat elektriciteit en water als verbinding
dodelijk zijn?
Hopende met dit stukje te hebben bij
gedragen tot een betere voorlichting voor
huisvrouwen,
W. J. L. ROELOFS-CAPPELLE.
In welk licht moet men de eis van „De
Protestant" dat het rooms-katholieke epis
copaat verplicht zou zijn, openlijk bekend
te maken in welke bewoordingen prinses
Irene haar belijdenis heeft gedaan, zien?
Daarbij moet allereerst worden opgemerkt
dat het Nederlandse episcopaat als geheel
er buiten staat; dit is een aangelegenheid
die alleen kardinaal Alfrink betreft. De
kardinaal heeft daarover zijn mening te
kennen gegeven en gevoegd bij de uit
drukkelijke wens van prinses Irene zijn
dus over dit onderwerp geen verdere me
dedelingen meer te verwachten.
Het lijkt mij volslagen onmogelijk deze
eis in overeenstemming te brengen met
de oecumenische gedachte. Het is stellig
alleen maar 'n poging om de rooms-katho
lieke kerk en haar gelovigen als „tweede
hands" te kwalificeren. En nu sleept mijn
geachte plaatsgenoot A. J. Snaaijer er zelfs
het woord „totalitair" bij en dat begrip
heeft met deze geschiedenis niets te ma
ken. Waarom wordt nu niet door iedereen
het enig-juiste standpunt ingenomen dat
deze overgang van een prinses van Oran
je louter een persoonlijke aangelegenheid
is en waarop niemand enige invloed heeft
uitgeoefend? Of, om het heel scherp te
zeggen; waar bemoeien de heer Snaayer,
„De Protestant", de diverse critici in de
Staten Generaal, dagbladen enzovoort zich
mee? Nog scherper wil ik het stellen:
de tijd van discriminerende maatregelen
tegen de rooms-katholieken om te beletten,
dat zij zowel maatschappelijk als econo
misch zouden uitgroeien tot 'n zelfstandig
heid, en die in naam van Oranje tegen de
„vervloekte paepsche afgoderij" werden
bedreven een aperte leugen voorgoed
voorbij is. Het katholieke volksdeel in Ne
derland is ten minste zo volwaardig als
ieder ander deel, ook op het stuk van lief
de voor land en vorstenhuis en daarom is
het verheugd over de moedige daad van
een prinses van Oranje. Deze vreugde
heeft zich niet naar buiten gemanifes
teerd en geheel ten onrechte heeft men in
deze bescheidenheid aanleiding gevonden,
opnieuw een poging te doen tot discrimi
natie van dit rooms-katholieke volksdeel.
Daarom moet op de allerscherpste wijze
worden vastgesteld, dat er geen sprake
meer is van „Protestants Nederland" en
dat men zich alleen maar krampachtig
klemt aan een mythe.
Waarom doen we nu allen niet wat ds.
F. E. van Leeuwen op zondag 9 februari
in de door hem geleide vroegdienst in de
Marathanakerk te Amsterdam, uitgezonden
door de N.C.R.V. vroeg: dat iedereen zou
bidden voor de prinses en haar verloofde,
voor het huis van Oranje, voor een steeds
sterke band tussen de rooms-katholieke en
de reformatorische kerken, voor het Ne
derlandse en voor het Spaanse volk opdat
de volken elkaar volkomen zullen begrij
pen en waarderen? Waarom sporen de
heer Snaayer en „De Protestant" daartoe
ook niet aan?
JAC. J. SUERINK, Heemstede.
Het lijkt tegenwoordig eenvoudig over
te gaan tot een ander kerkgenootschap en
dan te zeggen- dat is oecumenisch gedaan.
Maar zó is het niet.
Oecumene komt van het Griekse woord
oikia, dat is: huis. Hierin zegt Hebreeën
3:2: „Jezus was getrouw in het Zijne,
Zijn huis, zoals Mozes was in zijn huis.
God de Here heeft beide gebouwd en la
ten worden (vers 4). Mozes was getrouw
als dienaar (vers 5) maar Christus als de
Zoon over Zijn eigen huis (de gemeente),
Wiens huis Wij zijn, is getrouw over het
Zijne (vers 6)."
Dei gelooft in Hem behoort tot zijn huis
(oikia). Een bekering tot Christus is be
horen tot Zijn huis, dat is oecumenisch,
maar een omkering tot een andere kerk
is een loslaten van oude band om te aan
vaarden een andere band.
Toen ik eens gepreekt had vroeg iemand
„en waar blijven nu de bekeerden, worden
ze naar een andere kerk gestuurd?"
„Neen," was het antwoord, „ze kunnen
het beste blijven waar ze zijn en daar het
nieuwe leven met God beleven."
Er zijn veel meer gelovigen dan bekeer
den.
J. H. DE WILDE
Oud-administrateur Nederlandse
Tentzending.
In deze rubriek worden eenmaal per
week brieven opgenomen, die met uit
drukkelijk verzoek tot publikatle aan de
redactie worden toegezonden: voorwaar
den tot publikatle zijn:
Het onderwerp dient van genoegzaam
algemeen belang te zijn en uit het oog
punt van dat algemeen belang te zijn
beschouwd
De Inzender moet de brief met zijn
volle naam en adres ondertekenen en in
stemmen met de vermelding van zijn
naam en woonplaats (Dus geen pseudo
niem of Initialen)
De brief moet gesteld zijn in behoorlijk
Nederlands en In begrijpelijke, beknopte
vorm
De redactie behoudt zich het recht voor
de brief ter publikatie te bekorten op
niet essentiële punten, of opneming te
welgei en
Opneming van een bepaalde brief be
tekent allerminst, dat de redactie het
eens is met daarin vervatte meningen of
argumenten
Ik begrijp werkelijk niet hoe de Britse
afdeling van de Universele Esperanto As
sociatie (UEA) zo iets geks bekend kan
maken: „Esperanto nu ook in de Sovjet-
Unie" (in uw blad van 14 februari). Iedere
esperantist weet dat dr. L. L. Zamenhof
zijn „Internacia Lingvo" in 1887 de we
reld instuurde. Esperanto (toen het pseu
doniem voor dr. Zamenhof) is dus nog
geen tachtig jaar oud. En juist in Polen
en Rusland, en daarna in Frankrijk, werd
deze wereldtaal het meest beoefend. In
1911 correspondeerde ik met een Russi
sche gymnasiast uit Vladikaukas. Daar
waren vele esperantisten. Gedurende de
eerste wereldoorlog was er geen verbin
ding, maar daarna weer wel. Met hulp
van esperantisten vluchtte die vroegere
gymnasiast uit zijn land en kwam na veel
moeiten en gevaren in Haarlem terecht.
Tot de tweede wereldoorlog was corres
ponderen in het Russisch wel mogelijk,
maar ook gevaarlijk voor de vrienden van
een vluchteling. De vroegere chef van
mijn man (dat was die gymasiast) is
daarvoor naar de Oeral verbannen. Na de
dood van Lenin in 1924 zal esperanto onder
de dictatuur van Stalin wel verboden zijn
geweest. Maar na diens dood in 1953 hoor
den we plotseling weer nieuws van onze
Russische esperanto-vnenden. Esperanto
wordt nu veelvuldig beoefend.
Een oud-onderwijzer die tegelijk met
mijn man in Vladikavkaz esperanto heeft
geleerd geeft nu les aan studenten van de
universiteit van Dnjepropetrovsk. De gro
te moeilijkheid is aan goede leer- en lees
boeken te komen. Ze kunnen niets in het
buitenland kopen. Voor kranten en boeken
zijn ze afhankelijk van westelijke espe
rantisten. Alle zendingen komen goed aan,
mits aangetekend. Van censuur heb ik al
leen iets gemerkt bij een zending naar
Moskou, die ik terugkreeg. Dezelfde zen
ding is via Dnjepropetrovsk wel in Mos
kou aangekomen, want binnenlandse cen
suur is er niet.
D. J. ST ARITSKY-SE VENHUI J SEN
Haarlem.
Verleden week kon men in uw blad le
zen dat het met de huisvesting in Haar
lem zeer slecht is gesteld. Met mooie
woorden werden als oorzaken genoemd:
slecht weer, tekort aan arbeidskrachten,
enzovoort, enzovoort. Het oude liedje
dus; zo wordt er weer zand in onze ogen
gestrooid.
Enkele dagen later kon men lezen dat
de kosten van de bouw van de sporthal
haast tweeënhalf miljoen gulden zullen
bedragen. En er zal nog wel een half
miljoen bijkomen. De gemeente Haarlem
kijkt niet zo nauw; dat hebben we al eer
der gemerkt. Maar waarom zo'n sport
hal?, die voor niemand enig nut heeft. Er
zijn oog zalen genoeg in Haarlem. Waar
om dat geld niet besteed aan woningbouw?
Velen zouden hiermee zijn gebaat. Wat
hebben jonge mensen die willen trouwen,
mensen die tien tot twintig jaar lang in
wonen, mensen die verzieken omdat zij
geen huis kunnen krijgen, aan een sport
hal? Kan dit niet wachten tot de woning
nood is opgeheven?
G. H. BEUSICHEM, Haarlem
Enige weken geleden is de Slachthuis
straat weer voor het verkeer opengesteld.
Ook de zijstraten zijn inmiddels genivel
leerd en aangesloten, zodat het verkeer
zich weer begint te herstellen. De rijweg
is echter niet af. Zo te zien liggen er drie
„banen". De noordelijke heeft één laag
van een grof teerprodukt, de twee andere
twee van dergelijke lagen.
Tengevolge van een en ander steken de
gemetselde putten van de riolering wel
twee centimeter boven het wegdek uit. Dit
is vooral voor wielrijders zeer gevaarlijk.
Om deze putten te mijden rijden ze er
omheen, wat al het mogelijke gevaar voor
het verkeer met zich brengt. Valpartijen
en verwondingen zijn niet uitgesloten. De
zaak is slechts geasfalteerd. Wordt er nog
iets aan gedaan?
MEJUFFROUW HEESEMANS, Haarlem.
Naschrift: Inderdaad wordt er aan
de Slachthuisstraat nog iets gedaan. De
toplaag zal namelijk nog worden aange
bracht. Dit kan echter niet gebeuren zo
lang het nog kan gaan vriezen. Volgende
maand of in april zal dit werk echter met
man en macht worden aangepakt.
Redactie.
Als ingezetene van de gemeente Bloe-
mendaal moet mij het volgende van het
hart: Dagelijks begeef ik mij in mijn
functie langs Bloemendaals dreven en
steeds erger Ik mij aan de hakkomedie
in ons mooie bos.
Ik kan mij als geboren Bloemendaler dit
bos nog heel goed herinneren als een echt
natuurbos met zandpaden en laantjes. In
de loop der jaren is er veel aan veran
derd maar zoals thans de bijl gehanteerd
wordt om doorzicht te verkrijgen in het
belang van de openbare veiligheid („on
gure elementen" en „verwildering der ze
den") zoals de burgemeester onlangs in
een vergadering ter sprake bracht, is toch
wel ten hemelschreiend.
Bloemendaal wil zijn naam eer aan doen
door zijn mooie parken, lanen, bos enzo
voorts en in het zomerseizoen vele toeris
ten aantrekken, laat het dan nu niet node
loos verder kappen. Als men ongure ele
menten wil weren uitstekend, daarmee ben
ik het volkomen eens, doch late men
het dan doen door een extra bewaking
door plaatselijke politie in parken en bos
sen. De Genestetbank, geplaatst aan de
Brederodelaan ter herinnering aan de gro
te dichter en waarin een gedicht gebeiteld
staat gewijd aan ons mooie Bloemendaal
zou, wanneer men zo doorgaat om alle
bosschages doorzichtig te maken, onwaar
dig aandoen.
Ik heb een open oog voor de openbare
veiligheid en zedelijkheid, maar dit gaat
op vernielzucht gelijken.
A. J. GROOTTEGOED CZN,
Bloemendaal.
Nu enkele ongelukken op de Zeeweg in
de afgelopen jaren de bestuurderen van
de gemeente Bloemendaal tot het besluit
hebben gebracht de minister van Ver
keer en Waterstaat om het instellen van
50 en 70 km-grenzen te verzoeken, en
zelfs mijn anders zo verstandige en objec
tieve dagblad dit dwaze idee voorstaat,
kan ik niet nalaten enkele woorden ten
nadele van dit wetsvoorstel te berde te
brengen.
De ongelukken worden zo goed als altijd
veroorzaakt door onbekwame automobilis
ten die, geprikkeld door alcohol of de
nabijheid van het circuit, plotseling gegre
pen worden door het verlangen hard te
rijden, waartoe zij echter de vereiste vaar
digheid missen. Bij een daaruit volgend
ongeluk vallen ons de volgende punten
op: 1. De kantelende automobilist betrekt
alleen zichzelf in het ongeluk. 2. De af
loop is, door het soort wegberm, zelden
werkelijk ernstig. Hier valt ook de eerste
critiek: mogen wij terwille van een jaar
lijks tiental, louter zichzelf met deukda-
ken en lichte blessures schadende woeste
lingen, aan tienduizenden goede automobi
listen hinderlijke beperkingen opleggen?
Is dat nog verantwoord?
Bij het rijden over de Zeeweg heb ik
bevonden dat, wanneer men in de eerste
en laatste bocht niet harder dan 90 km
en in de overige bochten niet harder dan
110 km rijdt, men nog een veilige reser
ve heeft. Maximumsnelheden van 50 en
70 km getuigen dan ook van weinig wer
kelijkheidszin. Minimumsnelheden van 50
en 70 zouden nuttiger zijn. De Zeeweg
is per slot van rekening een vierbaans-
weg met gescheiden rijbanen. Bovendien
zouden maximumsnelheden leiden tot file
vorming en verslapping van de aandacht;
een gevaarlijke combinatie.
Hopelijk onderkent de minister deze fac
toren en wijst hij het voorstel van het
Bloemendaalse gemeentebestuur van de
hand.
A. VAN DER GRAAF JR, Haarlem.
N a schrift: Het gaat in deze zaak
niet om een wetsvoorstel, maar om een
op aandrang van raadsleden door de bur
gemeester tot de minister gericht verzoek.
De snelheidsbeperking zou volgens dit ver
zoek moeten gelden van mei tot en met
september. De Bloemendaalse politie deel
de ons naar aanleiding van dit ingezonden
stuk mee dat het niet gaat om „enkele
ongelukken in de afgelopen jaren", maar
om tientallen per jaar. En het aantal
neemt steeds toe, waarbij het opvalt dat
auto's niet alleen meer bij de beruchte kop
90 uit de bocht vliegen, maar dat dit bij
vrijwel alle bochten gebeurt. In tijd ge
rekend maakt het vrijwel geen verschil
of men de 4'/» kilometer die de Zeeweg
lang is, met 50, 70 of hogere snelheid be
rijdt. Een constante veilige snelheid is
toch nog altijd te verkiezen boven een ge
vaarlijke, zeer onregelmatige. Verder be
hoeft het stellig niet zo te zijn dat de uit
de koers rakende automobilist alleen zich
zelf in het ongeluk betrekt. Ook mede-in
zittenden en andere weggebruikers kunnen
het slachtoffer worden. Naar de Bloe
mendaalse politie vernomen heeft, hebben
verzekeringsmaatschappijen zich tot de
A.N.W.B. gewend, omdat de Zeeweg te
veel gaat kosten. De Zeeweg lijkt veel
sneller dan zij in werkelijk is. De weg
is gemaakt om te dienen als „toerweg".
In het algemeen is zij voor de hoge snel
heden waarmee thans vaak wordt gere
den, te bochtig. Redactie.
Het strekt uw medewerker Bart L. Jo
ris tot eer, dat hij het portret van zijn
echtgenote en zichzelf, afgeschilderd in
het stukje „Onder Ons" van zaterdag 15
februari over „Het Goede Uur", aller
minst geflatteerd heeft.
Ware het bij de beschrijving van de nog
al kinderlijke reacties van dit echtpaar
tijdens een bezoek aan „In 't Goede Uur"
gebleven, ik zou deze met een medelij
dend schouderophalen voor kennisgeving
hebben aangenomen. Nu echter uw me
dewerker zich het recht aanmatigt op
grond van een kennelijk éénmalig bezoek
een apert verwrongen beeld van „In 't
Goede Uur" te geven, acht ik het als re
gelmatig bezoeker ervan mijn plicht voor
deze waarlijk unieke en uniek beheerde
gelegenheid op te komen, waarbij ik er
op wil wijzen, dat het bezwaarlijk tot de
doelstelling van de stedelijke pers gere
kend kan worden de in haar stad geves
tigde zaken door een deels smakeloze
deels verdraaide voorstelling van de in
die zaken heersende sfeer afbreuk te
doen.
Onjuist is bijvoorbeeld de bewering, dat
men gedurende het luisteren naar de mu
ziek „In 't Goede Uur" niet zou mogen
betreden of verlaten. Onjuist is, dat men
gedwongen wordt geen consumptie te ge
bruiken gedurende dat uur muziek. Als
de heer Bart L. Joris de moeite had ge
nomen, alvorens zijn stukje te schrijven,
enige malen „Het Goede Uur" te bezoe
ken, zou hij bemerkt hebben, dat men
vóór het aanbreken van het hem kenne
lijk hoog zittend uur (ingeblikte!) muziek
alles kan bestellen, waarin men trek
heeft om het gedurende dat uur te nutti
gen.
De in zo wel gekozen bewoordingen door
de heer Bart L. Joris beschreven affectie
tussen jongelui (van allerlei standing),
door hem in „In 't Goede Uur" gecon
stateerd, zal hij tegenwoordig in de meest
gerenommeerde zaken aantreffen, waar
achtig niet omdat de eigenaars dat aan
moedigen, maar omdat datgene, wat wij
ouderen als ongepast aanmerken, voor de
jeugd vaak vanzelfsprekend is. Toevallig
is' mij bekend, dat de eigenaar van „In
't Goede Uur" demonstraties van aanhan
kelijkheid in zijn zaak niet tolereert en
de betrokkenen terzake een schriftelijke
opmerking maakt.
Laat mij tot slot dit mogen opmerken:
„In 't Goede Uur" heeft in binnen- en
buitenland een zeer goede naam. Die
naam is verkregen door een alles over
heersend en consequent doorgevoerd idea
lisme. dat in deze tijd op daarvoor on
gevoelige mensen wellicht een onprakti
sche indruk maakt.
Kennisneming van een opzettelijk of on
bewust denigrerende reportage als van de
heer Bart L. Joris moet de man die voor
dat ideaal letterlijk alles overheeft, wel
bitter teleurgesteld hebben.
J. P. J. STENGER, Haarlem.
Als trouw bezoeker van „In 't Goede
Uur" heb ik met verbazing de rubriek
„Onder Ons" in uw dagblad van 15 febru
ari gelezen.
Als Joris zoveel goede dingen van „In
't Goede Uur" gehoord had zou hij er
beter aan gedaan hebben zich even in uw
dagblad te oriënteren over tijd en aard
van de muziek. De opmerking over het
„stevig vrijen" is er geheel naast. Is Jo
ris misschien wat erg preuts geworden
door het te lang „gewoon getrouwd zitten
te wezen?" Het moet ook wel een beetje
zuur zijn als men anderen met meisje of
vrouw ziet zitten en zelf met „het wijfje"
uit is.
Laat Joris ons voortaan zijn zouteloze
stukjes over een zaak die voor zovelen
een vreugde is besparen.
W. H. BOOMGAARD, Haarlem.
Met stijgende ergenis heb ik het artikel
van Bart L. Joris in uw dagblad van
15 februari gelezen.
De voorstelling van zaken in dit artikel
is er geheel naast. In 't Goede Uur heerst
een aparte sfeer en een groot aantal men
sen vindt het een genot er iedere avond of
een enkele van de week heen te gaan.
Van „opgelegde pandoer van het luiste
ren naar een grammofoonplaat" is geen
sprake. Iedere avond van 9 tot 10 uur
wordt voor de liefhebbers klassieke mu
ziek gedraaid en dit wordt in de agenda in
uw dagblad duidelijk vermeld.
Dat er gedurende dit uur niet geserveerd
wordt, is een offer van de zaak om de mu
ziekliefhebbers een ongestoord genot te
verschaffen. Wie er in dezelfde stemming
als Joris een bezoek brengt, kan beter naar
een cafétaria met jukebox gaan.
G. FOSSÉ, Haarlem.
Naar aanleiding van het in de IJmuider
Courant van dinsdag 18 februari gepubli
ceerde artikel, over s.c. Telstar, meent het
bestuur van s.c. Telstar zich van bepaald*
passages in vermeld artikel te moeten dis
tantiëren.
In het bijzonder betreurt het bestuur d*
strekking van dit artikel inzake de ver
houding met VSV en hetgeen een van d*
bestuursleden over de voorzitter, dr. A. J.
van Leusen, aan de verslaggever heeft
medegedeeld. Het bestuur van s.c. Telstar
biedt hiervoor zijn welgemeende veront
schuldiging aan.
Tevens moet worden geconstateerd, dat
in deze publikatie de heer Mooy woorden
in de mond worden gelegd, die hij niet
heeft gebezigd. Het bestuur van s.c. Telstar
is er vast van overtuigd, dat de door dr.
A. J. van Leusen, op de ledenvergadering
van VSV, d.d. 17 juli 1963 gedane mede
deling, over bepaalde aan de jeugd van
VSV te verlenen faciliteiten, geheel
te goeder trouw was. Het bestuur
van s.c. Telstar heeft het volste vertrou
wen in een goede en blijvende binding
met VSV.
Namens het Telstarbestuur,
D. VERBAAN,
N aschrift: In het betrokken artikel
zijn de woorden van de heer Mooy letter
lijk weergegeven.
Een raadsverslag behoort een objectief,
informatief karakter te dragen.
Men had, vooral na het veelbelovende
artikel over uitgifte van grond (IJm. Crt.
31 jan.) een wat uitgebreider verslag over
voor en tegen van deze principiële en met
betrekking tot da ruimtelijke ordening zo
belangrijke kwestie verwacht.
Algemeenheden als: leeuwedeel, woor
denduel, verschillende punten(welk*
punten?) en een veelbelovende kop vor
men niet de informatie, waar ik als lezer
recht op meen te hebben.
M. BINSBERGEN, Velsen.
Naschrift: Het streven naar be
knoptheid heeft onze verslaggever verleid
tot een inderdaad wel al te summiere
weergeving van de PSP-argumentatie.
Het recht op informatie van onze lezers
niet betwistend, is de keuze van de vorm
waarin deze informatie geschieden moet
en kan vaak gebonden aan omstandig
heden, die niet willekeurig kunnen worden
beheerst. De objectiviteit echter blijkt ook
in dit geval uit de beknoptheid van het
hele verslag, waardoor gelijke monniken
gelijke (maar inderdaad te krappe!) kappen
kregen. Wij hopen volgend keer wat uit
voeriger te kunnen zijn, wanneer het
onderwerp dat kennelijk eist. RED.
H. ENGLEBERT N.V. - VOORSCHOTEN - TEL. (01717-2010)
DEALER:
Garage VERBEEK, Bloemendaalseweg 5-7, Bloemendaal, tel.52301
Reiskoffers en een wandkleed zijn
prinses Christina gisteren in paleis
Soestdijk aangeboden als verjaar
dagsgeschenken van de verbindings
dienst van de Koninklijke Land
macht en van de stichting „Het Vier
de Prinsenkind", waarvan deputaties
door de prinses, die dinsdag 17 jaar
i* geworden, werden ontvangen.
Koningin Juliana was bij de ont
vangst aanwezig en bewonderde
eveneens de geschenken. Twee 17-
jarige mindervalide kinderen uit
Amersfoort en Warder (N.H.), bege
leid door zusters J. Hoorn van het
Reumacentrum in Arnhem, hadden
tevoren het wandkleed aangeboden.
Dit kleed werd met de hand bedrukt.