Roodhuiden-romantiek leert voort
m honderden Indianen-reservaten
PANDA EN DE MEESTEE-MEESTER
ROMEINS ECHTPAAR DEELT
ZIJN HUIS MET 97 HONDEN
DE SMARAGDEN RING
15
Flats in de rotsen
Indian Fiesta
Versteend woud
Alleen voor avonturiers
Dierenliefde-exces
v. DUIVENB0DEN
VRIJDAG 28 FEBRUARI 1964
(A princess for Port Royal)
door Frederick du Quesnay
Kleurige folklore
trekt elke zomer
massa's toeristen
aluminium
jaloezieën
wwiiwwuiifMiiiiiiwuuM
Apache, Pueblo, Nava
jo, Hopi wiens bejaarde
De teen van een satijnen schoen
raakte zijn hand, het was haar enige
antwoord. Hij ging voort: „Ik ben
arts, ik verliet de universiteit pas drie
maanden geleden hoe ik door mijn
examens gekomen ben? Ik moet bril
jant geweest zijn." Zijn stem was nu
vol bitterheid. „Ze was wreed mij op
zo'n tijd in de steek te laten. We
zouden getrouwd zijn nadat ik mijn
studie voltooid had." Hij bedekte zijn
gezicht met een hand als om de her
innering aan dit alles weg te vagen.
„Ik had gedacht, dat zij goed was en
trouw en zuiver. Ik hield van haar,
o, wat hield ik van haar, van elk
klein ding om haar heen, zelfs nu
moet ik het mij herinneren, haar deli
cate broze schoonheid, haar stralen
de glimlach. Verloren nu, voor al
tijd."
Een traan gleed ongemerkt langs
zijn wang en toen kwam het los, het
hele verhaal, zoals de vloed door
breekt.
„De koning, die ellendige Charles,
zag haar, begeerde haar en zij ging.
Welke kans had ik tegen de koning?
Ik, een arme medische student, tegen
de koning van Engeland? Zoals ik zei,
we zouden al getrouwd geweest zijn,
maar we wisten hoe moeilijk het zou
zijn een gezin te stichten. We gingen
altijd samen naar het theater, ze zag
daar de sinaasappelenverkoopsters
en vroég mij toestemming dat ook
te mogen doen om een extraatje voor
ons beiden te verdienen. O, waarom
stemde ik toe? Maar het leek alle
maal zo onschuldig en ze verdienden
goed, die sinaasappelmeisjes."
„O hemeltje", dacht Mary, „wat een
ezel om een vrouw te vertrouwen."
Ze was een beetje teleurgesteld in
hem, had hem meer begrip toege
dacht, in hem meer een man van de
wereld gezien. Hij zou zeker heel
anders zijn dan wie ook, die zij ge
kend had. Soms was het goed iemand
te hebben die zo anders was, het
doorbrak de eentonigheid van het le
ven. Een briesje blies zacht over de
baai, streek langs hun gezichten, pak
te de pluimen van zijn hoed, die in
het zand lag en liet ze dansen. Hij
praatte weer, Mary realiseerde het
zich opeens, haar gedachten waren
ver weg.
„O, wat een ongelukkige wending
van het lot. Nu heb ik geld, maar
hoe kon ik geweten hebben dat mijn
oude tante zou sterven en mij al haar
bezit nalaten? We kibbelden over een
beetje geld ik was zo'n blinde
dwaas ik had moeten bedenken
dat het werk van een sinaasappel
verkoopster niet iets voor haar was,
maar ik had haar altijd vertrouwd,
ik twijfelde nooit aan haar gevoe
lens."
Geërgerd schoof Mary opzij. Ze
dacht: het gaat slecht, het wordt
niets vanavond ik heb nooit zoveel
geduld gehad met idioten.
Ze probeerde haar stem zacht te
doen klinken. „Wat denk je nu te
gaan doen?" „Ik weet het niet," zijn
verdriet was oprecht, „maar ik moest
weg ik denk niet dat ik me aan
de medicijnen ga wijden, ik zou een
kleine bezitting willen kopen, 't Kan
me werkelijk niets meer schelen wat
ik doe, ik heb geen illusies."
Dat was veel beter dacht ze, zijn
stormpje in een glas water had hem
zonder twijfel bij zijn zinnen ge
bracht. Als hij eens had meegemaakt,
wat zij beleefd had lieve hemel,
ze geloofde dat hij eraan dood ge
gaan zou zijn. Ze lachte zachtjes. Hij
keerde zich nu naar haar toe. „Waar
om lacht U?" Haar stem was hard.
„Omdat ik alles doorgemaakt heb,
wat jij hebt doorgemaakt en nog heel
wat meer." Hij nam haar handen in
de zijne. „Ik voelde dat U het zou
begrijpen," zei hij. Ze stond langzaam
op en ging naast hem in het zand
zitten, een arm om zijn hals, haar
gezicht dicht bij het zijne. „Je moet
het allemaal vergeten, Max, ik ge
loof dat we vrienden zouden kunnen
zijn." Haar stem was nu flemend
Jij en ik hebben niets wat ons tegen
houdt, laat ons nemen wat we kunnen
en zolang we kunnen; idealistische
liefde is een wonder."
Hij voelde haar haren tegen zijn
wangen. „Mevrouw Mary, ik ben heel
eenzaam geweest." Ze boog nog dich
ter naar hem toe, „Mary", zei ze. Hij
glimlachte treurig, ze boog voorover,
kuste hem op de mond zijn lip
pen waren koud er was geen ant
woord. Hij sprong snel op en wandel
de het strand langs. Zij stond ook op
en volgde hem langzaam. De bries
was nu sterker geworden. Hij kwam
van de bergen. Hij stopte abrupt,
draaide zich om, snelde op haar toe,
drukte haar in zijn armen en kuste
haar in de tropische schittering van
de maanlichte nacht.
„Mevrouw, mevrouw, mevrouw
Carleton"!! Mary schrok en maakte
zich los uit Avery's omarming. Een
van de negerslaven kwam het pad
afgerend, onophoudelijk roepend. „O
heer," dacht ze. Kon het Tom zijn die
haar kwam bezoeken? Ze zou lelijk in
de klem zitten als dat zo was. Ze
had haar slaven gezegd dat ze niet
gestoord wilde worden, behalve als
Tom naar haar kwam vragen. Bui
ten adem rende de neger over het
strand, zijn blote voeten geluidloos in
het donkere zand.
„O Pearly," riep ze uit, „wat is er
aan de hand?" Haar stem was hard
en vol spanning.
„Alstublieft, mevrouw, mij veel
spijten, maar de blanke „Backra"
van Colbeck Estate wil U direct spre
ken."
De jonge „Backra" van Colbeck,
de naam trof haar. O juist, ze had
van Tom veel over Colbeck gehoord.
De oude heer, kolonel John Colbeck,
was zestien jaar geleden met Penn
en Venables in het bezettingsleger
meegekomen. Na de nederlaag der
Spanjaarden was hij gebleven, had
een plantage gekocht bij St. Jago de
la Vega en daar een pompeuze wo
ning voor zichzelf gebouwd.
Dit moest Master Peter zijn, dacht
ze, zijn enige zoon. „Wat kan hij van
me willen, ik ken hem niet eens."
„Hem wil een dokter mevrouw, hem
vader erg ziek op de plantage."
„Een dokter? Hier is alleen dr.
Warner ik ken geen andere."
„Alstublieft Ma'm", de stem van
de zwarte was nu dringender, dr.
Warner gegaan drie dagen geleden,
naar hem vrienden in Montague, hem
niet hier."
„Nou Pearly, wat moet ik dan
doen?" „Alstublieft, ik vertellen Mas
ter Colbeck andere dokter is hier."
„Hier? Waar? Ik geloof dat jij je
verstand verloren hebt, jongen".
„Nee mevrouw, mij horen de jonge
„Backre" zijn dokter". Max Avery
kwam langzaam op hen toe, zijn ge
zicht strak als een masker. „Hoe wist
je dat ik dokter ben?" vroeg hij de
jongen.
Pearly keek schichtig voor zich uit,
zijn stem was nauwelijks hoorbaar.
„Pearly hebben lange oren Sir, ik
hoorde van U eerste maal komen."
„Op een dag zullen die oren van
jou nog eens afgesneden worden, ge
loof me," siste Mary, woedend dat
haar rendez-vous verstoord was. „Ik
heb erg veel zin om je af te ranse
len voor je onbeschaamdheid."
De jongen boog diep, de spieren ge
spannen op het eboniet van zijn li
chaam. „Alstublieft mevrouw, Pear
ly bedoelen niets kwaads, maar de
oude meester erg ziek zijn Ma'am
hij een goede man zijn, iedereen in
Jamaica kennen oude Master Col
beck".
„Ach loop naar de maan." Mary
sloeg de knaap hard om zijn oren.
„Waarom halen ze geen dokter in St.
Jago de la Vega dat is veel dich
ter bij dan Port Royal". De zwarte
keerde zich zwijgend om met gebo
gen hoofd en deed alsof hij heenging.
„Wacht", Avery's stem klonk ern
stig. „Ik zal naar hem toegaan, mis
schien kan ik iets doen."
(Wordt vervolgd)
jongenshart gaat niet snel
ler kloppen bij deze be
roemde namen uit de In
diaanse folklore? Sinds
wij in de vlegeljaren met
rode oortjes onze Old
Shatterhands en Winne-
tou's verslonden, is de
wereld echter grondig
van gezicht veranderd.
Nieuwe idolen de hel
den van lucht- en ruimte
vaart eisen thans de
bewondering van de
jeugd op. Maar de uit
gevers, de filmproducen
ten en de striptekenaars
weten, dat er diep in de
harten der manlijke „tie
ners van alle leeftijden"
nog altijd een warm
plaatsje gereserveerd is
voor de voorbije roman
tiek van het Wilde Wes
ten, de pioniers en de In
dianen. Vandaar dan ook
dat er op die zwakke plek
nog altijd danig gekapi
taliseerd wordt.
Trouwens: niet al die romantiek is verleden tijd. In de Verenigde Staten van
Noord-Amerika zijn niet minder dan 250 Indiaanse reservatenvan Maine tot
Washington en van Montana tot Miami, waar de roodhuiden ten dele nog bijna
net zo leven als in de dagen van Buffalo Bill, al scalperen zij dan ook geen
bleekgezichten meer. Daar kan men hun kleurige zeden en gewoonten „bezich
tigen ongeveer net zoals dat in ons land met Volendam en Marken gebeurt:
met een hoop „nep", maar toch ook met een herkenbare ondergrond van authen
ticiteit, die de hele show nog net uit de sfeer van hst commerciële boeren
bedrog houdt.
Dat bezichtigen is dan ook op het ogen
blik erg „in" bij de bleekgezichten-toeris-
ten, die met name des zomers in grote
drommen naar de Indiaanse reservaten
komen afzakken. Die toeristen zijn natuur
lijk in hoofdzaak Amerikanen, maar ook
in Europa komt, dankzij de hoogconjunc
tuur, het vakantie-vliegreisje naar de
USA steeds meer in zwang. En al kost
dat een „smak" geld, het is stellig de
moeite waard, om bij zo'n trip de Indianen
niet te vergeten. Vooral fotografen en
smalfilmers vinden in die roodhuiden-kolo
nies zulk een overvloed van kleurrijke mo
tieven als men wellicht nergens anders ter
wereld aantreft.
De meeste waar voor zijn geld krijgt de
toerist in de zuidwestelijke staten Arizona
en Nieuw Mexico. Hier leven meer dan
116.000 Indinanen in een twintigtal reser
vaten, dat is ongeveer twintig percent van
de totale Indiaanse bevolking van de V.S.,
die circa 577.000 zielen telt. Van dat halve
miljoen woont echter slechts de helft in
reservaten; de andere helft is opgegaan
in de blanke samenleving.
maar de rijkste folklore moet men wat ver
der zoeken. Vooral Gallup, ook in Nieuw
Mexico, geniet een grote reputatie. Wie
daar omtrent half augsutus arriveert, die
kan het zeldzame festijn van het z.g. Gal
lup Intertribal Ceremonial meemaken, een
van oorsprong religieus evenement waar
aan vertegenwoordigers van alle Indianen
stammen des lands deelnemen. Dansen,
muziekwedstrijden, enorme eetpartijen en
grootse optochten markeren dit spektacu-
laire feest dat wel een week of langer
Een goed beginpunt voor een bezoek aan
de Indianen is de schilderachtige stad
Santa Fé in Nieuw Mexico, waar men kan
boeken voor diverse rondreizen. Kortere
tours omvatten de markante „pueblos'
van Taos, Santé Clara en San Ildefonso.
De Taos-pueblo is de enige 'in Amerika,
waar de Indianen nog in rotswoningen
huizen, die in vijf verdiepingen in de ber
gen zijn uitgehouwen. Hier vinden ook de
befaamde jaarlijkse Indiaanse Fiesta van
San Gerónimo (eind september) en de
maisdansen" (vier keer in de zomer
maanden) plaats.
Er zijn vele andere Indiaanse nederzet
tingen in de omgeving van Santa Fé
104. Ach, wat viel deze thuiskomst Jolliepop tegen!
Hij zat op de vloermat en mompelde bittere woorden
in een prullenmand, die zijn gelaat bedekte. Zijn stem
klonk omfloerst door het vlechtwerk, zodat Panda hem
niet dadelijk herkende. „Neem me niet kwalijk, me
neer," zei hij. „Ik zag u echt niet. De stapel was zo
hoog, enne... ik moet opschieten, anders wordt meneer
Vlijmen boos." Met een ruk ontdeed Jolliepop zich van
de prulenmand en staarde zijn kleine meester met grote
ogen aan. „Meneer Panda!" riep hij. „Bent u het?! Wat
brengt u er toe, om hier met stapels mandwerk rond
te lopen?" „Jolliepop!" riep Panda verheugd. „Geluk-
kig, dat je terug bent! Er. is hier. een heleboel, get
beurd, terwijl jij weg was." „Dat meende ik reeds te
constateren," antwoordde de goede knecht. „Wanneer in
Heuze Hobbeldonk een kantoor gevestigd is en u daar
jongste bediende werk verricht, wijst dat op gewijzig
de omstandigheden." „Ja, zie je," zei Panda, „meneer
Vlijmen beloofde, dat ik zijn compagnon mocht worden,
als zijn advocatenkantoor hier kwam. Maar ik moet
van onder af beginnen." „Het komt me voor, dat u zich
hebt laten misleiden," stelde Jolliepop vast. „En wie
is deze meneer Vlijmen, als ik het vragen mag?" „Hij
is nu mijn voogd," antwoordde Panda. Deze medede
ling was een schok voor de trouwe knecht.
kan voortduren. Gallup is ook een belang
rijk Indiaans handelscentrum, waar Nava
jo-vrouwen en meisjes in hun zelfbedrukte
lange katoenen of suède jurken, behangen
met fijn-bewerkte zilveren sieraden, hun
soeveniers en andere huisvlijt-artikelen te
koop aanbieden. Dat ook hier veel massa-
produkten en goedkope namaak van de
hand gaat, behoeft geen betoog. Maar de
toerist met smaak zal er ook menig fraai
stuk handwerk kunnen verwerven. In de
nabijheid van Gallup ligt de gouverne-
mentsstad Window Rock, waar de Navajo
oudsten een beperkte mate van zelfbestuur
uitoefenen. Dit stadje is al wat meer op
de blanke levenswijze georiënteerd, maar
De Parijse schoenmaker Valo Morio
en zijn zoon (op dak) willen in april
in deze zelfgebouwde amfibie-kam
peerwagen de Atlantische Oceaan
oversteken. De caravan wordt uitge
rust met een scheepsmotor en met
zeilen, terwijl aan voor- en achter
zijde stabilisators annex golfbrekers
van eigen vinding zijn aangebracht.
Hier legt het tweetal de laatste hand
aan de mastconstructie. De Morio's
hebben uitgerekend dat hun zeereis
drie maanden zal vergen.
men kan er voor redelijke prijs handge-
weven Indiaanse kleden en ponchos, en
fraai edelsmeedwerk zoals juwelen, met
oude Navajomotieven versierd, kopen.
Ook de Zuni-pueblo, zestig kilometer van
Gallup, is een omweg waard. Hier ziet men
de Indiaanse levenswijs op haar best want
de Zuni's, hoewel niet afkerig van een paar
extra toeristendollars, zijn een bijzonder
trots ras dat weigert, terwille van de
vreemdelingen concessies te doen aan hun
oeroude zeden en gebruiken
Westelijk van Gallup ligt het nieuwste
nationale park van Amerika, het Petrified
Forest in de staat Arizona, dat met zijn
versteende fossielen van woudreuzen als
toeristische attractie zelfs de Niagara wa
tervallen naar de kroon steekt. Langs
State Route 264 bereikt men in enkele uren
de reservaten der Hopi-indianen die ver
maardheid genieten als zangers en dan
sers. Apotheose van het jaar zijn hier de
slangendansen tegen het einde van augus
tus, maar ook gedurende de voorafgaande
zomermaanden zijn er regelmatig folklo
ristische dansfeesten. Helaas gaan de Ho-
pi's nogal slordig met hun agenda's om,
Leden van de San Ildefonsostam der
Pueblo-indianen in Nieuw Mexico oefe
nen de oude, rituele adelaarsdans die
een der hoogtepunten van hun
zomerfiesta vormt.
zodat de programma's soms hopeloos in
de war raken. Hun stadjes met exotische
namen als Shipaulovi, Hotevilla en Mishon-
guovi zijn echter ook zonder dat trek
pleisters door hun bizarre architectuur.
De laatste excursie naar de Indiaanse
romantiek wordt alleen aanbevolen aan de
echte avonturenbezoeker. Zij leidt naar het
Supai-dorp, bakermat en laatste overblijf
sel van de stem der Kavasupai-Indianen,
dat slechts bereikbaar is via een steil af
dalend rotspaadje dat over ^pn lengte van
dertien kilometer naar beneden slingert
langs de peilloze afgrond van de Grand
Canyon. Die afdaling 1500 meter kan
alleen op de rug van een paard of muil
ezel gemaakt worden; op eigen benen
staan is voor de mens vrijwel onmogelijk
op deze met rolstenen en los zand bedek
te hellingen. Supai, gelegen in een zij dal
van de Grand Canyon-vallei, is echter een
groene, rustieke eoase in deze wereld van
woeste rotsgevaarten en dor woestijnland
en de 200 Havasupai-indianen die de be
volking vormen, beoefenen hun landbouw
en hun ambachtskunst nog met dezelfde
primitieve werktuigen als hun voorvade
ren uit langvervlogen tijden. En dat ook
dit samenhangt met de vreemdelingenin
dustrie, doet weinig ter zake: het is er
dan toch maar en het is gegarandeerd
authentiek, zeggen de gidsen van de reis
bureaus.
ROME (AP). Mevrouw Fulvia Mon-
dio had slechts 82 honden. Toen werd
een arme oude vrouw, die ook veel van
honden houdt, ziek en nu heeft mevrouw
Mondio 97 honden in haar Romeinse
twaalfkamerwoning.
Behalve door mevrouw Mondio en
haar honden wordt het huis bewoond
door haar man Gustavo en hun trouwe
bediende Giuseppe di Giustino.
De bediende was reeds bij de Mon-
dio's in vroeger dagen, toen zij nog een
riante villa bewoonden. Het echtpaar
heeft echter alles voor de honden op
geofferd en nu moet mevrouw Mondio
bijna honderd gulden per week uit
geven om haar honden behoorlijk te
voeden.
MEVROUW MONDIO's hondenliefde
werd door de Romeinse bladen ontdekt,
toen zij een andere hondenliefhebster pro
beerden te helpen. Dit was Pierina Sal-
viatti, die in haar wijk in Rome bekend
staat als „La Madre dei cani" (de moe
der van de honden). Zij is een arme vrouw
die tot voor kort met 22 honden in een
hut aan de rand van de stad huisde.
Sommige van de dieren had zij uit de
gemeentelijke gaskamers gered, andere
zwervend op straat gevonden.
Het verschil tussen Pierina en mevrouw
Mondio is, dat deze laatste geld heeft
voor de verzorging van de dieren. Pierina
echter was even arm als haar honden.
Toch slaagde zij op de een of andere ma
nier er altijd in aan voedsel voor hen te
komen.
Een van die manieren was de afvalhoop
van het slachthuis. Maar bij het delven
daarin, naar botten voor haar lievelingen
bezeerde zij zich. Er kwam infectie bij
en enkele dagen geleden moest Pierina
in ernstige toestand zij had tetanus
in een ziekenhuis worden opgenomen.
De kranten hoorden van het ongeluk en
deden een beroep op hun lezers om Pie
rina gelukkig te maken door haar 22 hon
den een tehuis te geven, omdat de die
ren anders zouden worden afgemaakt.
Zeven personen, die op het beroep rea
geerden, namen elk een hond. De achtste
was mevrouw Mondio. Zij nam allé 15
overblijvende dieren mee.
TOEN DE dieren in hun nieuwe woning
soortgenoten aantroffen gingen zij uren
lang blaffend, keffend en kwispelstaartend
van vreugde te keer. Mevrouw Mondio zei
in een interview voor de Italiaanse radio:
„Wij hebben onze villa op Sicilië en ons
huis in Rome al verkocht om voedsel en
huisvesting te kunnen bekostigen voor de
honden, die wij hier hebben bijeenge
bracht. Nu hebben wij nog slechts het pen
sioen van mijn man om alle uitgaven voor
de honden te dekkenen deze uitga
ven zijn heel groot. Wij besteden dage
lijks alleen aan de twee maaltijden voor
onze honden al een 70 gulden.
HET ECHTPAAR Mondio staat voor
een nieuw probleem. Hun huisbaas is na
melijk van mening dat de honden zijn huis
ruïneren. De nieuwe uitbreiding van het
hondenpark deed voor hem de deur dicht.
Hij heeft nu ontruiming van zijn pand door
de Mondio's geëist. „Onze droom is, een
betonnen hondenhuis in de tuin te bouwen.
Dat zal echter heel veel geld kosten en
wij hebben niet genoeg. Sommige honden
liefhebbers sturen ons kleine bedragen,
maar daarmee kunnen wij het echt niet
redden," aldus mevrouw Mondio.
Zij wil dat Pierina Salviatti, wat er ook
mag gebeuren, ook bij hen komt wonen
als zij beter wordt opdat zij delen kan
in de hondenvreugde
De beste service bij
Ged. Oude Gracht 108 - 110 - Haarlem
Telefoon 17165 - 13608 - 18657
Vraagt prijsopgaaf.