Iemand van u zin om hoofdaap te worden? PANDA EN DE MEESTEM.«-MEESTER Defeesie^rofoot vernietigt De Gaulle's A4»om41lMsie DE SMARAGDEN RINC 15 vervetal Ons vervolgverhaal 'erf n'an wettewinkel VRIJDAG 20 MAART 1964 - - - v -- 1 (A princess for Port Royal) door Frederick du Quesnay HET GRUWELIJKSTE en grootste gevecht ooit door apen in gevangenschap geleverd, tverd in 1927 in de Londense dierentuin uitgevochten. De oorzaak: In de kooi van honderd manlijke bavianen, die ondanks hun vrijgezellenbestaan met elkaar een harmonisch apenleven leidden, werden plotseling 40 wijfjes gezet. Aan het einde van de korte strijd hadden 33 van de 40 vrouwelijke bavia nen en 40 van de 100 manlijke strijders het leven verloren door een experiment, dat eigenlijk geen experiment had mogen zijn. „Oom agent" in de schoolbanken Departementaal rotlachertje iiiiiimuiiiiiiiiimiiiii PARIJS. Omdat het Frankrijk van de „vijfde republiek", zoals zijn grond vester generaal De Gaulle zelf met zoveel woorden had voorgeschreven, een trouwe huwelijksverbintenis met de twintigste eeuw heeft willen sluiten, meende ook de minister van Oorlog Messmer onlangs er verstandig aan te doen, zich een elektronisch brein aan te schaffen: zo'n kostbaar apparaat (helaas „made in U.S.A."), dat in een oogwenk de ingewikkeldste problemen tot een feilloze op lossing pretendeert te brengen. i 21) Er lag een zware druk op de oude boekanier, maar hij ging door met een groot vertoon van bravour de baas te spelen in Port Royal en St. Jago de la Vega. Mary Carleton vond zijn humeur in deze dagen uitermate lastig: om het minste kon hij razen en tieren en soms kwam hij dagen lang niet bij haar. Ze had er geen notie van wat hij deed of waar hij was en ze durfde hem er ook niet naar vragen. Nu zijn vriend Mody- ford weg was, scheen hij nog ruste lozer en bezorgder dan ooit. Hij had veel tijd beseed met hem te troos ten en hem te bemoedigen om het proces in Engeland rustig tegemoet te gaan en daarbij veel van zijn ei gen narigheid vergeten. Hij was er vrij zeker van, dat Mo- dyford zich niet bang hoefde te ma ken: een jaar of zo in de Temple misschien, om de Spaanse ambassa deur tevreden te stellen, maar meer niet. Lynch zelf had dit herhaaldelijk gesuggereerd, maar ja natuurlijk, de grillen van koningen waren onbere kenbaar. Nu hij afscheid had moe ten nemen van zijn vriend, begon Morgan meer en meer over zichzelf te piekeren. Het beeld, dat zich voor hem ontrolde, zag er bijzonder duis ter uit: hij bezat geen adellijke ti tel om zijn vijanden zachter te stem men, hij was slechts een ordinaire moordenaar in de ogen van de be schaafde wereld. Dat Spanje niets minder dan zijn hoofd verlangde, was maar al te duidelijk. En om de toe stand nog erger te maken: hij was niet meer de oude in deze dagen. Hij was altijd moe en bij de gering ste inspanning baadde hij in het zweet. Zelfs 's nachts moest hij dik wijls opstaan om zijn doorweekte nachtgoed te verwisselen. Hij schreef het toe aan de hitte die langdurige, kwellende, hitte. Plotseling was in hem een vreemde animositeit ont waakt tegen zijn vriend Tom Jones. Het ontstaan van dit gevoel kon hij zich niet verklaren. Hij wist niet of het iets had uit te staan met Mary, voor wie hij op zijn manier een echte genegenheid had opgevat of dat het feit, dat Tom, delend in al de weelde, waarvoor hij, Morgan, op zijn plun dertochten zijn hoofd op het spel had gezet, vrij was. Tom had alles genoten, weinig ris kerend, en hij hoefde geen proces te gemoet te zien ook al was hij in de affaire verwikkeld. Hij vond dit alles uiterst unfair. Tom van zijn kant scheen dezelfde animositeit te koeste ren jegens Harry. Hij vond het niet langer plezierig, als hij bij zijn komst in „de Wilde Zwaan" deze daar als een vaste bezoeker aantrof. Drie avon den eerder waren ze bijna aan het vechten geraakt en het gesprek was die avond stormachtig verlopen. Harry lag op het zand uitgestrekt, zijn hoofd in Mary's schoot, terwijl zij zich wijdde aan haar geliefde be zigheid: kijken naar de rusteloze oceaan. Het was net zes uur geweest. De zee was ruw, al was er geen wind. De dag was onverdraaglijk stil ge weest; Mary kon zich niet herinneren deze vreemde stilte ooit eerder ge voeld te hebben. Het was alsof", het eiland stil lag te wachten op iets, dat te gebeuren stond. De zon daalde achter een dichte bank van wolken en kleurde de hemel rood. Mary was vervuld van een zon derling voorgevoel. Haar handen pluk ten nerveus aan de knoop van Mor gans hoofddoek en ze zei: „Wat een vreemde lucht, vind je niet?' Hij staarde haar een ogenblik afwe zig aan en scheen toen op aarde terug te keren. „Wat is er Mary? Ik hoorde niet wat je zei." „De lucht, Harry, ziet er zo raar uit." Opkijkend scheen hij het voor het eerst te zien. ,,'t Ziet er niet leuk uit, net als een opkomen de storm. Dit is het seizoen voor tro pische orkanen, weet je." Hij hees zichzelf op één elleboog op en keek rond. „Zie je de zee?" „Ja, ze is erg wild," zei ze. „En er is helemaal geen wind," hij sprak met een gezag alsof hij een probleem voor haar oploste. „Het staat me niets aan", antwoordde Mary, ongerust nu ze had verha len gehoord over die orkanen. „Het hoort allemaal bij elkaar", zei hij, „slecht weer in het zuiden heeft de zee blijkbaar opgejaagd. Er is ook nog een ander teken, Mary kijk eens naar die vogels," hij wees naar een troep gieren die in een kring boven hen rondcirkelden. „Ze zijn ongerust," onderrichtte hij. „Ze voelen dat er iets gaat gebeuren, vele jaren zee manschap hebben mij de taal van de vogels en de luchten doen ver staan". „Orkanen zijn iets verschrikkelijks, is het niet?" „Ze kunnen verschikke- lijk zijn, het hangt er van af. Het is hier niet zo'n bijzonder gunstige plek, daar ze gewoonlijk uit het zui den komen. Deze stad, op de punt van een schiereiland ligt volkomen open en bloot." Hij keek haar aan. „Bang, Mary?' „Ik weet het niet, ik heb het altijd moeilijk gevonden bang te zijn voor iets waarvan je niets af weet. Als ik dat gedaan had, zou ik allang dood geweest zijn". Ze keek hem strak aan. „Er zit een verwijt in je woorden, liefje. Je bedoelt te zeggen, dat ik niet bang moet zijn voor het potje dat in Londen voor mij op het vuur staat, is het niet?" „Nee dat niet precies", loog ze, „maar als dat wel zo was, zou het alleen zijn om jou moed in te spreken. We zijn niet allemaal hetzelfde en dus kunnen we niet al lemaal hetzelfde vrezen". „Ik ben niet bang voor orkanen", zei hij, „vooral niet op de wal, maar ik houd helemaal niet van de gedachte mijn hoofd te verliezen. En ik geloof, dat jij daar ook niet van zou houden," lachte hij breed. „Misschien zou ik er niet al te veel aan denken", lachte ze terug. De wolken hoopten zich op, kleine snele bewegende slierten dreven bo ven de top van de bank daarna windvlagen, die krachtiger werden en steeds langer aanhielden. „Ik ben bang, dat het spel begint," verbrak Morgan het zwijgen, „we kunnen be ter gaan." Het was plotseling erg donker geworden. „Laten we nog even wachten, Harry, die storm is mach tig, ik geloof, dat dit een avontuur wordt." Ze was nauwelijks uitgespro ken toen het al begon te regenen. „Nou daar heb je het dan", zei Mary en zo vlug als ze konden, vluchtten ze weg van het strand. Het waaide al hard toen zij de herberg bereik ten en Harry de deur grendelde. Er was niemand in de gelagkamer het scheen alsof niemand deze avond niet durfde uit te gaan. Harry sloot de straatdeur zorgvuldig en ook de jalouzieën. „Maar Harry", protesteer de Mary, „we zullen hierbinnen stik ken, sluit toch niet alles." Zijn gezicht stond grimmig. „Als het begint, heb ben we geen tijd meer. Het ziet er naar uit of het heel slecht wordt." „Ik zal Pearly zeggen het avondeten boven in mijn kamer te brengen. Daar zal het behaaglijker zijn". Ze keek hem ontwapenend aan. ,,'t Spijt me van ons dineetje Harry het zou zo leuk geweest zijn; ik had het op het strand willen laten opdienen." Hij legde zijn arm liefkozend om haar heen. „Geeft niet Mary, dat doen we een andere keer wel." HOOFDSTUK XIV Tom Jones kwam door lege stra ten aangalopperen. Zijn zwarte hoed had hij diep over zijn ogen getrok ken, omdat de wind aan hem rukte alsof hij hem van het paard wilde trekken. De regen sloeg in zijn ge zicht en hij was doorweekt tot op zijn huid. Hij trachtte zijn mantel vaster om zich heen te trekken, maar ook die was doornat. Met één hand zijn gezicht beschermend tegen de striemende regen en met de andere de teugels omklemmend, was het moeilijk op de rug van de hengst te blijven zitten. (Wordt vervolgd) (Van een medewerker) WAT WAS de reden van deze moord partij? Alleen het instinct? In de apen- staat bestaat een zekere hiërarchie, een regeringssysteem waartegen de jongeren en de „underdogs" van het volkje alleen opkomen, als zij zich als enkelingen plot seling volwassen en sterk voelen of wan neer de „hoofdapen" ergens zwakte tonen. De Londense apenslag toonde aan, dat ook omstandigheden-van-buitenaf in dieren met een onderdanige houding revolution- naire gevoelens kunnen wakker roepen. De vraag, hoe men „hoofdaap" wordt en dat was in de eerste plaats het streven van de bavianen-revolutionnairen van 1927 houdt niet alleen de apen be zig, maar ook de geleerden. De mens zelf kan zo'n omstandigheid-van-buitenaf zijn, die het regeringssysteem in de apen kooi in de war brengt. Hij kan in de apenhiërarchie binnendringen en zich meester maken van de plaats van de hoofdaap. Iedere oppasser neemt, hoewel hij er zich misschien niet van bewust is, in de gevangenschap van de dierentuin deze positie van „hoofdaap" in en hij moet er voortdurend op rekenen, dat de moedig ste apen hem op zekere dag van deze plaats zullen trachten te verdringen. DE BEREISDE Westduitse dierenfoto- graaf Gerhard Gronefeld heeft, om het gedrag van het dier grondig te onderzoe ken, het gewaagd zonder voorbereiding 'n plotselinge inbreuk op de apenhiërarchie te maken. Hij heeft dit en vele andere experimenten optisch vastgelegd, getracht met de camera het gedrag der dieren te doorgronden en daaruit een populair-we- tenschappelijk boek samengesteld: „Be grijpen wij de dieren?" (Uitgeverij Georg Westermann, Brunswijk). ZIJN ACTEURS zijn voornamelijk apen achter tralies. Apen huilen en lachen, ze kunnen woedend worden en verlegen zijn, hun taal bestaat uit mimiek en gebaren. Maar dat tonen Gronefeld's prachtige foto's deze grimassen, die zo op die van de mens lijken, hebben niet altijd de be tekenis, die dierentuinbezoekers eruit me nen af te lezen. Als een chimpansee zo „menselijk" lacht, is hij meestal woe dend; soms „huilt" hij dan zelfs. On danks dat zal iedere chimpansee spoedig begrijpen welke stemmingen een mens in zijn mimiek tot uitdrukking brengt. Hij De politieagent John Clavell (43 jaar oud) uit de Engelse stad Bolton is deze week weer naar school gegaan om de lessen te delen met zijn klas genootjes van de Harwood-school al daar. Hij is de eerste politieman die wordt „ingezet" voor een nieuw pro ject, bedoeld om een betere verstand houding te scheppen tussen de jeugd en de politie. Hoofdinspecteur Ed ward Barker, die de leiding heeft van de campagne, zegt: „John Clavell zal tegelijk als een vader en als een kameraad voor de jongens en meisjes zijn; hij zal samen met hen eten, in de klas zitten, sporten, spelen en excursies maken. Wij vertrouwen dat dit alles de kinderen zal doen inzien dat de politieagent geen boeman is, maar hun vriend en helper." Lukt het experiment, dan zullen er binnen kort meer „schoolagenten" volgen en zo hoopt Bolton minder jeugd- baldadigheid. 122. Met volkomen voorbijzien van verkeersregels draafde het paard voorbij het stopbordje. Dit bracht de verkeersagent natuurlijk in grote opwinding. Hij blies snerpend op zijn fluitje, maar het enige wat hij hier mee bereikte, was dat het wilde dier nog harder begon te hollen. En dus gingen ook Panda en Jolliepop nog sneller vooruit. Toen de agent hen op zich af zag stui ven, begon hij er haast moedeloos van te worden. „Stop!' gilde hij overspannen. „Is er dan niemand, die op mijn bordje let?! Ik sta hier toch niet voor niets?! Dit is tegen alle verkeersreglementen en.Zijn stem stierf weg in een benauwd gemompel want door een zwieper van het touw ging de voorwaartse beweging in een draaiende over, waarvan de agent het middelpunt was. Gonzend draaiden Panda en Jolliepop rond de wetsdie- naar, die hierdoor stevig aan zijn verkeersbord werd gebonden. Toen knapte het touw. 9 kijkt naar het gezicht. En als hij daaruit niets kan opmaken, wordt hij bang, het geen soms zelfs resulteert in een aanval. Hoe zo vroeg de fotograaf zich af wordt men echter hoofdaap? OM DIT te weten te komen, stapte hij zelf in een kooi van een groep chimpan sees binnen en ontketende daardoor zo in het klein wat in de Londense dierentuin „engros" gebeurd was. De apen waren verplicht, hem in hun rechtsorde op te nemen en dat veroorzaakte een chaos. Daar er geen groot manlijk dier in de kooi was, had de oude apin Jenny de lei ding op zich genomen en zij maakte de indringer met een voorzichtige beet daar op opmerkzaam. Gronefeld moest nu aan de leidster zijn sympathie en onderdanig heid betuigen. Tegelijkertijd trachtten echter „middenstand" en onderste lagen van de chimpanseesmaatschappij hem tot een positiestrijd uit te dagen. De nog jonge Moritz duwde hem een vuile apevinger tussen de tanden. Gronfeld spuwde deze uit, waarop Mortiz kalmeerde: de nieu weling had niet toegebeten en zich dus onderworpen. Toen achtte Konga, de laag ste apin in „rang" haar moment gekomen. Zij ging op het hoofd van de medeburger zitten en maakte zo aanspraak op de heer schappij over allen. De hele groep kwam daartegen in opstand en ondanks de pas sieve houding van Gronefeld werd hij in het strijdgewoel betrokken en moest de oppasser met de gummiknuppel tussenbei de komen. Gronefeld zelf had zich kenne lijk niet ruw en energiek genoeg ver weerd en daardoor de kans, hoofdaap t« worden, gemist. En wat dat betreft schijnt de mens zich zo af en toe dan toch nog van de aap te onderscheiden. iiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiimiiimmiiiiiiiiiiiiiiiiminiiiii (Van onze correspondent) TOEN DE ROBOT nog maar net op het departement geïnstalleerd was, besloot de minister persoonlijk hem als proef, een vraag te stellen waarmee zijn hoge amb tenaren en besterde generaals zich ook al een tijdje bezig hielden. De vraag met na me welke Russische stad mettertijd de eer zou verdienen, Frankrjjks eerste atoombom te mogen ontvangen. Even stond de robot wat op zijn pootjes te tril len, terwijl in zijn ingewanden of hersenen enkele vonken oversprongen waarop stipt, en zonder omwegen het klare antwoord kwam; New York.... Op het ministerie heeft men eerst veel gelachen om die Amerikaanse robot, die misschien wel goed in rekenen, maar zo erbarmelijk slecht in aardrijkskunde was, of wellicht ook de vraag uit de ministerië le mond onjuist had „verstaan" De ver tegenwoordigers van de Amerikaanse fir ma die het toestel geleverd had, hebben die verklaring echter niet zo maar op zich laten zitten en derhalve een discreet on derzoek ingesteld. Het bleek echter waar te zijn dat de „ordinator" de vraag had geregistreerd nadat alle politieke en stra tegische elementen en gegevens die met het gestelde probleem samenhingen eerst eveneens tot zijn beschikking waren ge steld. En waar was ook dat toen zijn ant woord luidde: New York. Een antwoord dat ook moeilijk te weerleggen valt, aan gezien de zekerste weg om de Sovjet-Unie te vernietigen van Parijs uit niet recht streeks naar het oosten leidt, doch inder daad via New York zou moeten lopen. Een oplossing waardoor, even mathema- tisch-onweerlegbaar, het ware karakter van de Franse atoombom werd onthuld als een wapen waarmee een oorlog nooit gewonnen maar wel misschien ontketend zou kunnen worden. Een conclusie die men zowel in Washington als in Moskou ook al had getrokken, maar die Parijs altijd ach ter een nevel van fiere en patriottische fraseologieën en drogredenen poogde te verbergen. Een nevelgordijn, dat de robot met zijn messcherp intellect nu dus in flarden heeft gereten. IN DE BEKENDE reeks van geïllu streerde reisatlassen die de Zwitserse uit geverij Rencontres sinds enkele jaren pu bliceert en waarin eerder ook Holland al werd opgenomen, zijn nu twee foto-al bums over Monte Carlo en Moskou ver schenen. Verlucht met uitnemende foto'» van André Dorka (die met de Nederland se fotografe Edith Tops is getrouwd) en een keur van afbeeldingen van oude affi ches en gravures, leidt de journalist Paul- Marie de la Gorce (die als veelzijdig-ge- documenteerde gids fungeert) de lezer door de geschiedenis van Monte Carlo dat zich, langs prinselijke wegen, van zeero versnest tot cosmopolitische tempel van de roulette ontwikkelde, waar door de spelers nog altijd meer miljoenen verloren dan ge wonnen worden. Zodat het prinsdom en zijn inwoners, belastingvrij, nog altijd royaal van het verschil kunnen leven. Een boek dat men met evenveel interesse en binnenpretjes leest als men de vele ilul- straties bekijken kan. De laatste bijdrage in de atlassen-serie is, zoals gezegd, aan Moskou gewijd, door eenzelfde nonconfor- mistische bril bekeken door de 24-jarige Paul Thorez, de jongste der vier zoons van Frankrijks communistenleider no. 1, die in 1940, en dus tijdens de oorlog, ook in de Russische hoofdstad is geboren. Ge zien dezelfde vrijmoedige pen waarmee ook Paul Thorez het leven der Moscovie- ten beschrijft, mag men aannemen dat hij verzuimd heeft, vóór de publikatie van zijn proza eerst de imprimatuur van het Kremlin te vragen. Een verzuim echter, dat ook hier de lectuur slechts ten goed» is kunnen komen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 15