1.200.000 PIONNEN IN EEN POLITIEK SCHAAKSPEL Nikita Kroesjtsjevman pan drie ppereiden Wekelijks toegevoegd aan alle edities van en !Jmui der Courant HET PROBLEEM VAN DE PALESTIJNSE VLUCHTELINGEN Jacques Levij B'f n -: v c- - S Als er ergens op de wereld ge vochten wordt, zijn er ook bijna altijd vluchtelingen; mensen die huis en haard verlaten, omdat ze verdreven worden, of omdat ze het niet eens zijn met een regime en weigeren zich daarnaar te schikken, wegtrekken. Soms keren ze weer terug, soms worden zij ge dwongen de rest van hun leven in een ander land te wonen zonder ooit de kans te krijgen terug te gaan naar hun vaderland. Een voor beeld van de laatste categorie zijn de Armeense vluchtelingen in Griekenland; zij kunnen nooit meer terug, eenvoudig omdat hun vader land niet meer bestaat. Naargeestig is het leven in de kampen. Uitzicht op een normaal leven is er niet. In kamp Baalbek is het voor de jeugd niet anders dan in de tientallen andere kampen. Zij speelt op een historisch plekje aarde. Óp de achtergrond staan de ruines van een historische zonne tempel. Elk jaar worden in de kampen van de Palestijnse vluchtelingen zo'n dertigdui zend kinderen geboren. De UNWRA zorgt ervoor dat de babies elke dag een portie melk krijgen. IN VIER LANDEN van het Nabije Oosten leven één miljoen tweehonderd duizend vluchtelingen, die vijftien jaar geleden werden verdreven en wier toe komst er bepaald niet rooskleurig uitziet, ondanks het feit dat een oplossing voor hun problemen niet geheel ondenkbaar is. Het zijn de Palestijnse vluchte lingen. In 1948 werd Israel een onafhankelijke staat. Meer dan een miljoen Arabieren trokken toen de grens over naar Jordanië, Syrië, Libanon en de Gazastrook. Waarom verlieten deze mensen huis en haard om zich onder de moeilijkste omstandigheden te gaan vestigen in de arme en weinig aanlokkelijke nabuur landen? Het bizarre is, dat er vele redenen voor worden opgegeven, maar dat niemand het juiste antwoord kan achterhalen. De Arabieren geven natuurlijk de Israeli de schuld; alles wat niet-joods was, moest het land uit, zeggen zij. De Israeli op hun beurt houden vol, dat zij niemand verjaagd hebben, maar dat de Ara bieren zijn weggetrokken op geheim bevel van enkele Arabische leiders. Mobiele teams trekken van kamp tot kamp. Men geeft ook veel voorlichting op hygiënisch gebied Aanvankelijk was de kindersterfte onrustbarend. Deze is nu iets gezakt. Er zijn nu tachtig UNRWA-centra voor hulp aan moeder en kind. Een ander probleem is de voeding. Heel wat kinderen van Palestijnse vluchtelingen krijgen onderricht in de open lucht. In de 57 kampen is niet altijd geschikte schoolruimte. Maar juist de vluchte- lingenjeugd moet een kans krijgen zich los te maken uit het kampleven. Daar voor moet zij goed geschoold worden. MEN PROBEERT aan beide kanten zijn opvatting te bewijzen, maar de te genpartij bestempelt alle redeneringen en bewijsvoeringen stelselmatig als leugens en verzinsels. Slachtoffers van dit uitzichtloze geharrewar zijn de tal loze stakkers in de kampen, die onder de zwaarst denkbare omstandigheden moeten leven. Het probleem van de Palestijnse vluchtelingen bestaat ruim vijftien jaar. Natuurlijk heeft men zich beziggehou den met de vraag: Is hiervoor een op lossing te vinden? Terugkeer van deze ontheemden naar het kleine en intus sen dichtbevolkte Israel lijkt niet mo gelijk, maar er is een andere mogelijk heid: assimilatie van de vluchtelingen met de bevolking van het land, waarin zij nu wonen. Het schijnt echter dat sluwe Arabische politici alles in het werk stellen om dit te voorkomen. Zij zijn bereid de vluchtelingen in materieel opzicht te steunen, maar staan niet toe, dat zij opgaan in de landsbevolking. Waarschijnlijk vrezen ze, dat, wanneer dit zou gebeuren, hun het voornaamste argument in hun haatcampagne tegen Israel uit handen genomen wordt. De vluchtelingen moe ten vluchtelingen blijven; op die ma nier vormen zij „een levende aan klacht" tegen Israel. De Verenigde Naties hebben serieuze pogingen gedaan om via de weg van assimilatie tot een oplossing van het probleem te komen, maar zij zijn tel kens gestuit op de tegenwerking van de betrokken Arabische landen. Nood gedwongen beperkt men zich nu tot het verlenen van medische hulp, het ver strekken van gratis voedsel en het ge ven van onderwijs. In december 1949 werd door de al gemene vergadering van de Verenigde Naties een hulporganisatie voor de Pa lestijnse vluchtelingen in het leven ge roepen, die de naam UNRWA Uni ted Nations Relief and Work Agency kreeg. Tevens werd een beroep gedaan op internationale lichamen als de We reldgezondheidsorganisatie, de V oed- selorganisatie van de V.N. en het kin derfonds UNICEF. Ondanks het vele werk van al deze instellingen is er in het lot van de vluchtelingen maar wei nig verbetering gekomen en op verwe zenlijking van het uiteindelijke ideaal terugkeer naar Palestina bestaat geen enkele hoop, al de brallende pro- pagandaleuzen van de Arabische lei ders ten spijt. De meer dan een miljoen vluchtelin gen leven in 57 kampen, die sterk uit eenlopen wat betreft bouw, soort en huisvesting. In Jordanië ..wonen" 640.000 vluch telingen, verdeeld over 25 kampen. In de Gazastrip zijn acht kampen; zeven tig percent van de totale bevolking be staat er uit vluchtelingen. In Libanon zitten in zestien kampen ruim 144.000 vluchtelingen, dat is acht percent van de bevolking. In Syrië zijn acht kam- De vakopleiding in de kampen is oe- langrijk. Zij omvat vele vakken. In kamp Kalantia in Jordanië worden jongemannen ingewijd in de geheimen van het landmeterswerk. zocht worden door 138.000 leerlingen. De opleiding van eigen onderwijzers wordt ter hand genomen. Voor veelbe lovende studenten worden beurzen be schikbaar gesteld. Jonge boeren leert men het aanleggen en onderhouden van irrigatiesystemen en het rationaliseren van landbouw, vee- en fruitteelt. Alle onderwijs is gratis. Degenen dis geen mogelijkheid hebben in de land bouw te blijven werken worden omge schoold voor ander werk. Op tien am bachtscholen wordt opgeleid voor elek tricien, timmerman enz. In Ramallah, ten noorden van Jerusalem, is een vakschool voor meisjes geopend, waar cursussen worden gegeven voor naai ster, kapster, secretaresse, kinderver zorgster enz. Het werk onder de vluchtelingen kost uiteraard veel geld. Dit wordt bijeen gebracht door een aantal internationale organisaties (Rode Kruis, Quakers enz.) door steun van meer dan zeventig lan den en door giften van particulieren. Eind december 1962 had UNRWA 450 miljoen dollar ontvangen, waarvan 428 miljoen dollar van regeringen ne gentig percent van Amerika en Enge land afkomstig was. De regeringen van Syrië, Jordanië, Libanon, de VAR en enkele Arabische organisaties droe gen in 1962 gezamenlijk vijf miljoen dollar bij. De hulp aan de vluchtelingen is afgezien van de voedselverstrekking die voor allen geldt hoofdzakelijk gericht op de jongeren. De ouderen kunnen niet meer omgeschoold worden; een toe komst is er voor hen niet. Men pro beert de jongeren door veelsoortig on derwijs zo ver te krijgen dat zij zich straks uit hun ellende kunnen verhef fen. Als men weet dat er jaarlijks 30.000 vluchtelingenkinderen geboren worden, begrijpt men hoe dringend dit probleem is. De vluchtelingen, vooral de ouderen onder hen, zijn apathisch geworden. Hun ellende duurt al vijftien jaar en uitzicht op een oplossing is er niet. Zij waarderen de hulp die hun geboden wordt, maar beseffen tegelijkertijd, dat zij pionnen zijn in een politiek spel, die geen eigen wil hebben, maar moe ten afwachten welke plaats hun zal worden toegewezen. NIKITA KROESJTSJEV is een man van drie werelden. Hij werd geboren, groeide op en werd gees telijk gevormd in het Rusland der Tsaren. Hij werd communist in het Rusland van de revolutie in 1917 en diende de partij in vele func ties. Hij werd de machtigste man van de Sovjet-Unie op een tijdstip dat de wetenschappelijke omwente ling de aarde een ander aanzien aan het geven was. ZULK EEN man moet een realist zijn. Hij heeft in een lang leven van harde, meestal meedogenloze strijd vaak behendig balancerend op de rand van de afgrond geleerd te buigen voor de kracht van de storm om zich op te richten als de wind gaat afnemen. ZULK EEN man moet ook een idealist zijn. Een grootste idee moet hem hebben bezield en hem de kracht geven, telkens weer aan de bestijging van een nieuwe top te be ginnen en de klim te volbrengen. ZULK een man moet veel van een kunstenaar in zich hebben en iets van een demon. Hij aanvaardt de omstandigheden en gebruikt ze. Hij is uiterst gevoelig voor de sfeer om hem heen. Zijn stemmingen wisse len bliksemsnel. Maar steeds staat hij boven ze, omdat hij weet dat ze hem anders onvermijdelijk de on- ondergang zullen brengen. Als hij zich laat gaan, weet hij precies wat hij doet en waarom hij dat doet. Want in de politiek, vooral in de grote politiek, is theater onontbeer lijk. Nikita Kroesjtsjev is een zeer gecompliceerd mens, vol ogenschijn lijke tegenstrijdigheden, die zijn moeilijke rol op het wereldtoneel vanuit zijn opvattingen uitstekend speelt. MISSCHIEN zullen historici Kroesjtsjev later een overgangsfi guur noemen. Zij kunnen daarvoor goede argumenten aanvoeren. Hij was 59 jaar toen hij een hoofdrol ging vervullen in de Russische poli tiek en daardoor in de wereld. De Russische revolutie had in nog geen veertig jaar uit een feodale staat een wereldmacht gesmeed. Dat was niet' zachtzinnig gebeurd. Hdt indi vidu was erdoor in de verdrukking gekomen. Toen Kroesjtsjev de Russische communistische partij en zijn land ging leiden, was de tijd er meer dan rijp voor dat die revolutie met haar leuzen en dogma's, haar fanfares en executiepelotons, haar wapperen de vlaggen en haar stromen bloed, haar kinderen vrij ging laten. De slinger van de revolutionaire pen dule had zijn hoogtepunt bereikt. Een nieuwe tijd vroeg om een nieu we man, die de glorie van een voor velen mythisch verleden droeg, doch de belofte van een goudglanzende horizon met zich bracht. Zulk een man was Kroesjtsjev. Hij was be schikbaar toen de tijd rijp voor hem was, zoals in 1939 Churchill er was en Roosevelt in 1933 en Hitler in datzelfde jaar. Het was zijn taak de Sovjet-Unie de nieuwe tijd binnen te voeren zonder dat daardoor de wer kelijke verworvenheden van de re volutie verloren gingen. DE VRAAG is gewettigd, of hij daarin is geslaagd. Het is voor tijd genoten niet mogelijk op zo'n vraag een objectief antwoord te geven. Zeker is, dat in de Sovjet-Unie de laatste jaren de collectiviteit een deel van haar drukkend gewicht aan het individu heeft moeten afstaan. De produktieboog lijkt veel minder strak gespannen en de pijlen die hij afschiet zijn sterker dan voor heen gericht op de vervaardiging van consumptiegoederen, op verho ging van het welzijn en de welvaart van de burgers dus. In de agrarische sector in de Sovjet-Unie van oudsher een zorgen kind, evenals in de Westerse wereld schijnt de nadruk steeds meer te vallen op particulier initiatief. De ze belangrijke accent-verschuiving is uit de nood geboren. Er is, als zij doorzet en effect krijgt, echter geen principiële reden meer om zulk een evolutie in bepaalde on derdelen van de industriële sector tegen te blijven houden. Heel duidelijk is, dat Kroesjtsjev zijn land een greep op de we reld heeft gegeven. Dat is voor het Westen menigmaal verontrustend. Het moet er terdege rekening mee houden, in Azië, Afrika, Europa en Latijns Amerika. VLAK VOOR zijn zeventigste ver jaardag achtte Kroesjtsjev het ogen blik gekomen af te rekenen met de mythe dat de revolutie een doel in zichzelf is. Hij heeft toen op bijzon der realistische wijze de belangen van het individu gesteld boven de ideologie van de revolutie. Daar mee scheurde hij de communistische wereld definitief in tweeën. De Chinezen, die midden in hün communistische revolutie zitten, dro men nog van het vestigen van de door hen gekoesterde ideologie in de gehele wereld, desnoods met ge weld. De betekenis van de keuze die Kroesjtsjev door zijn uitspraak heeft gedaan, kan men moeilijk overschatten. Waartoe zij kan lei den is nu niet te zeggen. MEN KAN menen dat de Sov jet-Unie zal proberen een basis te vinden voor een vreedzaam naast elkaar leven van communistische en kapitalistische landen. De vraag is echter, of die conclusie in dit sta dium reeds gemaakt mag worden. Kroesjtsjev heeft nimmer openlijk de gedachte van een communisti sche wereldrevolutie afgezworen. De gebeurtenissen in Hongarije in 1956 bewijzen, dat hij van geen buigen weet en hard toeslaat als naar zijn overtuiging essentiële belangen van de Sovjet-Unie en het communisme op het spel staan. Hij heeft alleen en dat is heel veel gezegd dat de moderne technische ontwikkeling het gebruik van ge weld bij het vestigen van het com munisme in andere landen uitsluit. Hij weet, dat geweld in het tijdperk van kernbommen en lange afstand raketten vrijwel zeker ook tot zelf vernietiging zal leiden. De communis ten staan voor de keuze: goulash en ballet voor de burgers, of kanonnen. Voor die keuze heeft Kroestsjev die hij met geslepen politiek inzicht en met een grote mate van oppor tunisme onderkende. pen met 122.500 vluchtelingen, dat is twee percent van de bevolking. Al deze vluchtelingen leven in behoef tige omstandigheden. De medische ver zorging schept kolossale problemen. De kampen zijn praktisch allemaal over bevolkt, het klimaat en de onwetend heid van de vluchtelingen op hygiënisch gebied zijn hinderpalen voor een goe de medische zorg. Toch wordt er hard gewerkt. Bestrijding van ziekten door middel van massavaccinatie tegen pokken, tyfus, difterie en t.b.c. de ziekenhuizen en voedseldistributiecen tra worden geleid door 3500 artsen en verpleegsters, zelf bijna allen vluchte lingen. Aan ouden van dagen, zieken, kinde ren en vrouwen in verwachting worden nog eens extra melk, vitaminen en war me maaltijden uitgedeeld. Via speciaal daartoe ingerichte centra ontvangen op het ogenblik 40.000 Jtinderen beneden de 15 jaar dagelijks een warme maaltijd. De vluchtelingen, landbouwers, trach ten in hun nieuwe omgeving op stuk jes schrale grond iets eetbaars te ver bouwen, maar hun schamele oogst moet worden aangevuld. Daarom geeft de UNRWA gratis voedsel aan deze mensen: meel, peulvruchten, vet, sui ker, rijst, dadels en olijfolie. De rant soenen hebben een voedingswaarde van 1500 calorieën per dag in de zomer en 1600 calorieën per dag in de winter. De vluchtelingen hebben rantsoenkaarten, waarop zij dagelijks voedsel kunnen krijgen. Alleen als hun inkomen boven een bepaald bedragt stijgt, worden de kaarten ingenomen. Ook op het gebied van het onderwijs is UNRWA werkzaam. Er zijn nu bijna tweehonderd scholen gebouwd, die be- 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 13