VAN DAG TOT DAG
w
Minister H. Krone waarschuwt
tegen te snelle ontwapening
Veriatenen
v:
ll
(^Wereldnieuws
Fa. B. ENGELENBERG
ja graag:
Het ©ode lied
(Op de
j raatótcel
DONDERDAG 23 APRIL 1964
OffICIelE VERKOOP SIKKENS LAKKEN
„FILTRON" MASKERS
Juist a/s man
kun je dat zo
waarderen
Een lekkere
Amerikaanse sigaret
Nieuwe stoot in de rug van minister Schroder
Floris Flaneur
aunniiiminiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiniimiiniinmiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiminmiimir
IS GOLDSCHMEDING
West-Duitslands buitenlandse politiek is
op het ogenblik een onderwerp van grote
strijd in de partij van de christen-demo
craten. Franz-Joseph Strauss, leider van
de Beierse Christelijk Sociale Unie en een
machtig man in de C.D.U. en zijn aan
zienlijke aanhang proberen op alle moge
lijke manieren Gerhard Schöder, Erhards
realistische en koele minister van Buiten
landse Zaken, weg te werken. Het gaat
in dit gevecht om een grote prijs, om een
vraagstuk dat onverbrekelijk verbonden
zal blijven aan de wereldpolitiek. De oplos
sing van dit hooglopende geschil kan voor
de wereld verstrekkende gevolgen hebben.
Strauss, eens West-Duitslands minister
van Defensie, maakt zich meer en meer
Per week vallen in Vietnam duizend do
den en gewonden op de slagvelden der
laagvlakten en jungles, waar de Zuidviet-
namese regeringstroepen wanhopig verzet
leveren tegen de infiltrerende noordelij
ken. Tegelijkertijd sneuvelen toenemende
aantallen Amerikanen, ofschoon in belang
rijk mindere mate. Wat zich hier afspeelt,
is de laatste worsteling van Vietnam tegen
de nieuwe tijd: een vrijgevallen kolonie,
door de Franse kolonisten prijsgegeven,
om strategische redenen door de Ameri
kanen tot egelstelling verklaard en intus
sen in snel tempo een heroriëntering van
zijn maatschappelijke orde en opvattingen
ondergaand.
Deze oorlog is hopeloos, als men hem
tot de spreekbuis van de nationalisten. Die uit zuiver militair oogpunt beschouwt. Dat
willen dat het buitenlands beleid van de
Bondsrepubliek onverbloemd en provoca
tief gericht wordt op het herstel van
Duitslands grenzen, zoals die in 1937 wa
ren. Ze willen dus om het heel duide
lijk te zeggen Oost-Pruisen, Oost-Duits-
land en Danzig „heim ins Reich" bren
gen.
Ze beseffen heel goed, dat deze politiek
Europa onnoemelijk veel schade zal berok
kenen. De Westeuropese eensgezindheid
die er nu nog is, zal als sneeuw voor de
zon verdwijnen als de Westduitse regering
in hun vaarwater moet gaan koersen. Dat
interesseert deze mensen niet. Strauss
heeft de steun van de talloze nationalisten
In zijn land en van een heel sterke groep
revanchisten. Zij willen niet weten van
enig vergelijk met Oost-Europa en de Sov
jet-Unie dat tot een vermindering van de
spanningen zou kunnen leiden, als niet
vantevoren is voldaan aan hun verlangen
naar revisie van Duitslands grenzen. Zij
gaan zich te buiten aan dromen over een
machtig Duitsland en wo-rden daarbij waar
schijnlijk verblind door het feit dat de eco
nomische ontwikkeling de Bondsrepubliek
tot de welvarendste staat van Europa
heeft gemaakt.
Schroder staat hen in de weg. Hij wil
toenadering tot de communistische landen.
Hij ziet daarin geen verraad aan Duitse
belangen, doch meent juist dat die belan
gen daardoor het best worden gediend.
Hij beseft, dat zijn land in Europa en in
de wereld een precaire positie inneemt. Hij
heeft eens met zoveel woorden gezegd, dat
de wereld Auschwitz nog niet is vergeten.
Hij begrijpt dat een herleving van het
brutale Duitse nationalisme de Bonds
republiek in Europa zou isoleren.
Erhard heeft onlangs op niet mis te ver
stane wijze Strauss de les gelezen. Maar
het effect daarvan werd vrijwel onmiddel
lijk te niet gedaan doordat de heer Ade
nauer de Beier vanuit zijn vakantiever
blijf een brief schreef, waarin hij hem
steunde.
Bijzonder kwalijk is ook, dat in de Duit
se socialistische partij de druk van de
revisionisten steeds sterker wordt. Strauss
weet dat hij met zijn nationalistische eisen
een instrument bespeelt, dat door vele van
zijn landgenoten bijzonder gaarne wordt
gehoord. Hij weet dat hij kan rekenen op
bijval van mensen die vele van zijn an
dere politieke opvattingen niet onder
schrijven. Hij speelt op de verkiezingen
van 1965. Als hij daarvoor sterke troe
ven in handen mocht krijgen zouden Euro
pa onaangename Duitse verrassingen te
wachten staan.
weten de Amerikanen ook, al is het de
vraag of ze het nog zo duidelijk weten als
toen John Kennedy zijn verlichte denk
beelden op de publieke opinie in binnen-
en buitenland wist over te brengen.
Wat Washington beoogt, is het redden
van een restje gezag in dit deel van de
wereld, voordat het gedwongen zal zijn
met de partners in het deelverdrag van
Vietnam opnieuw te onderhandelen over
de status van dit land. Een van die part
ners is de Sovjet-Unie, die eertijds schou
der aan schouder met Peking-China, Viet-
nams directe belager, de verdeling in
Noord(communistisch) en Zuid(niet-com
munistisch maar evenmin democratisch)
Vietnam forceerde.
De Amerikanen vechten in Vietnam niet
voor redding van de democratie. Ze vech
ten omdat de V.S. dit steunpunt niet wil
len verliezen tegenover de communistische
invloed in dit deel van de wereld. Maar
intussen is er iets veranderd tussen Mos
kou en Washington. Het zou wel eens kun
nen zijn dat Moskou en Washington sa
men dit steunpunt niet meer willen ver
liezen tegenover de Chinese invloed. Reden
temeer om te proberen deze hopeloze men
senslachting in Vietnam stop te zetten en
er een bolwerk van anti-Chinese krachten
van te maken, waarbij de Sovjet-Unie en
de Verenigde Staten hun belangen gelijke
lijk investeren tegen een gezamenlijke vij
and. De telefoonlijn Washington-Moskou is
nog steeds te weinig in gebruik.
Advertentie
Doclitiadt 59 Hddilcm Tel 15252
Advertentie
y
(Van onze correspondent)
BONN Heinrich Krone, vriend van
Adenauer en minister zonder Portefeuille,
heeft het Westen gewaarschuwd dat het
„niet de fout van 1945 mag herhalen door
zich te snel militair, politiek psycholo
gisch en economisch te ontwapenen".
C.D.U.-minister Krone schreef een arti
kel in de „politiek-sociale corresponden
tie" waarin hij kennelijk doelt op het
terugtrekken van Amerikaanse troepen uit
de Bondsrepubliek. Hoewel de bondsre
gering zegt niet op de hoogte te zijn van
verdere Amerikaanse troepenbewegingen,
willen de Amerikanen naar verluidt
één van hun vier tankregimenten uit
West-Duitsland naar huis halen.
Krone schrijft, dat niemand met zeker
heid kan zeggen of in de koude oorlog
slechts een adempauze is ingetreden of
dat er zich een principiële verandering in
de houding* van de Sovjet-Unie aftekent.
Daarom moet men zo sceptisch moge
lijk zijn. Het Westen mag niet bij de eer
ste tekenen van het verflauwen van de
koude oorlog ontwapenen en de leidende
macht van het Westen de Verenigde
Staten mag haar troepensterkte niet
snel en opvallend verminderen.
Dit is de eerste keer dat een Duitse
minister op een zo openlijke, zij het nog
altijd voorzichtige, manier critiek oefent
op de Amerikaanse regering. Maar Krone
heeft ook nog pijlen voor huiselijk gebruik
op zijn boog. Hij waarschuwt voor „een
Duitse alleengang" naar Moskou ten bate
van de Duitse hereniging. En die waar
schuwing is de zoveelste stoot in de rug
die minister Schroder van een partij
vriend in ontvangst moet nemen.
Zo min als het Westen namelijk aan het
onjwapenen is. zo min overweegt minis
ter van Buitenlandse Zaken Schroder een
„alleengang naar Moskou". Wat Schroder
probeert is slechts een soepele, initiatief
rijke, maar niet noodzakelijk vriendelij
ker politiek tegen het gehele Oostblok.
Wie misgunt het hem?
Ik vraag me wel eens af hoeveel men
sen in hoeveel kranteberichten geïnteres
seerd zijn. Daar steekt geen verwijt in aan
mijn gulle broodgeefster, want die moet
(geloof ik) all the news that's fit to print
geven. Het is alleen maar een vraag.
Dat in Milaan een uitzendbureau van
kwaaie meisjes door de politie is ontdekt,
is uiteraard spekje naar menig smakkend
bekje; maar wie, behalve de delinquent
zelf, bekommert zich erom dat die aardige
meneer De Quay er weer een commissa
riaat bij heeft gesprokkeldZijn volk gunt
hem dit van heler harte. Goed, doe er
Van de Grinten ook maar bij en wees er
zeker van dat de commissaris ons nog
nog meer komt vertellen. Waarom niet?
So what?
Goed, Nikita heeft Mao weer voor iets
ander-smerigs uitgemaakt. Wisten we al,
dat er nog best wat bij kon. Maar geen
mens zal zich erover verbazen als die
twee dikke jongens elkaar overmorgen on
der aan een vliegtuig kusjes staan te ge
in.
En dan is er weer een speelhol opge
rold. Als het niet mag is het een hol. En
als het mag is het een Casino. Gokken in
de Krimpenerwaard is ploertenwerk, maar
in Oostende is het recreatie. Trouwens,
wie belet ons te ganzeborden of te sjoel
bakken om inzetten van tienduizend pop?
En dat oprollen van een hol. 't Is gemak
kelijker gezegd dan gedaan. Probeert u
maat eens een hol op te rollen.
Wij hebben vernomen dat het Mexicaan
se en het Nederlandse volk zo bevriend
met elkaar zijn. Dat is nieuws, want geen
mens in Mexico en in Nederland, wist dat.
Maar vindt u het fit to print? 't Is lief ge-
zeid. Dat wel. En er wordt niemand na
deel mee berokkend. Maar om het nu te
drukken
Maar laat ik oppassen dat ik niet onbil
lijk word en dat ik omdat ik zoveel van
het krantevak houd, niet al te kritisch ga
staan tegenover mijn getrouwe geliefde.
En laat ik bedenken dat wij, menselijke
mensen die wij zijn, óók de hele dag bezig
zijn met holle woorden en praatjes voor
de vaak, die geen halve cent waard zijn.
Dat gij en ik en wij allen tezamen nu ook
niet bepaald uitmunten in sprankelende
uitwisseling van ideeën en dat het maar
uiterst zelden voorkomt dat wij deelnemen
aan een conversatie die enig gewicht heeft.
U zoudt ervan schrikken als er eens een
band zou worden afgedraaid van alles wat
u in uw leven gezegd hebt. U zoudt een
monotone, eindeloze reeks van gemeen
plaatsen, holle frasen, 'onbewezen beslist
heden, altijd weer dezelfde grapjes horen
en u zou met uw vingers in uw oren gillend
de straat op vluchten. Om dan nog maar
niets te zeggen van de waanzin die u hebt
uitgeslagen tegen al die engelen op wie
u verliefd bent geweest en over de onge
looflijke serviliteiten, die u hebt ten beste
gegeven tegen hen die boven u waren ge
plaatst.
De krant is daar maar een heel flauwe
weerspiegeling van. Wat zij afdrukt, al is
het dan lang niet allemaal fit, is nog maar
kinderspel vergeleken bij onze praat.
En is het eigenlijk niet heel plezierig
te vernemen, dat de heer De Quay zijn
boterham weer wat dikker kan smeren en
er een extra plakje ham op kan leggen?
Wie misgunt dat die aardige man?
Prinses Christina heeft tijdens een ver
blijf in Eindhoven een mis in de r.k. An-
toniuskerk aldaar bijgewoond. Nou, en?
Dat zou men een jaar geleden met het
volste recht hebben kunnen zeggen op een
dergelijke mededeling. Alaar intussen zijn
er veel dingen in en om Soestdijk, in en
om Nederland en in en om de betrekkin
gen tussen staatshoofd en regering ge
beurd, die een uiterst gevoelige sfeer ge
schapen hebben. Deze uiterste gevoelig
heid is door het kerkbezoek van prinses
Christina min of meer genegeerd. Mis
schien ook heeft deze jongste Oranjetelg
een bewust en zeer persoonlijk standpunt
ingenomen ten aanzien van de verwikke
lingen rondom haar zuster Irene, dat neer
komt op deze redenering: „Wat ik als
vrij mens in mijn privé leven kan doen
zonder de regels te overtreden, doe ik.
Men moet dan maar leren inzien dat ik
niet van plan ben, een volksdeel en een
religie en een kerkgebouw in Nederland
voorbij te gaan, omdat de publieke opi
nie gekant is tegen Franco en tegen de
ambities van ene Charles of Carlos."
Men zou respect voor 'n dergelijke gezon
de en lijnrechte redenering kunnen heb
ben, maar dan blijft toch de vraag of zij
tactisch kan worden genoemd. Een twee
de vraag is echter, of men meer voor
takt dan voor openhartigheid voelt. In
leder geval moet het feit van de kerk
gang der prinses worden beschouwd als
een bijdrage tot de opinievorming over
het totaal van de ontwikkeling, welke zich
de laatste maanden zo duidelijk in het
daglicht heeft gesteld ten aanzien van po
sitie, prestige, functie en gedragsregels,
die het koningschap in onze Nederlandse
samenleving en aan het hoofd van ons
koninkrijk voor de toekomst zullen bepa
len.
De Indisch-Bengaalse dich-
ter-filosoof Rabindranath Ta-
gore, die ruim veertig jaar
geleden de Nobelprijs ver
wierf en meer dan wie ook
een lyrische brug geslagen
heeft tussen Oost en West,
heeft zich in zijn werk en
wijsheden doen kennen als
een superieure geest, ontwor
steld aan sentimentaliteit en
dweepzucht en opgestegen tot
een zelden door iemand be-
reikte eenvoud en helderheid.
Toch heeft hij zich niet te
verheven gevoeld om niet één
kleine ogenschijnlijk zeer
aardse sentimentaliteit te
blijven koesteren, die hem
zelfs tot een speelse discussie
met zijn Schepper voerde. Hij
steeg in zijn lyrische mystiek
zó hoog, dat zo'n discussie
absurd scheen. En toch was ze
er. Luister
„Als God zich in enig detail
van zijn schepping heeft ver
gist, dan is dat in de wijze
waarop hij mensen doet in
treden in de wereld. Het moet
Hem met spijt vervullen als
Hij kleine, onmondige kinde
ren onbeschermd ziet binnen
gedragen worden in 'n wereld
vol gevaren, onrecht, bedrieg-
sels en bedreigingen, waar zij
tot prooi en eigendom worden
verklaard van te goede of
kwade wil, beladen worden
met verpletterende jukken en
uitgebuit door grote, sterke,
machtswellustige mensen. Het
kind is een blad op de adem
van Gods zefir, wegdwarrelend
in de wildernis, buiten bereik
van Zijn handen. Ik lijd, om
dat ik waarneem dat kinderen
van God verlaten zijn tot zij
mensen zijn geworden".
Ik noemde dit een speelse
discussie, omdat voor Tagore
vaststond dat ook voor dit
ogenschijnlijke raadsel een
oplossing en een verklaring
bestonden. Het speelse element
was verscholen in het schijn
bare verwijt, dat in feite een
roep om méér wijsheid was.
Maar nergens in zijn werk is
terug te vinden, dat Tagore de
verklaring had gevonden. En
als men erover nadenkt, komt
men met hem tot de conclusie
dat het inderdaad een wreed
en gevoelloos lijkende methode
is, om volkomen hulpeloze en
onwetende schepsels eenvou
dig in de heksenketel van
grijpende vingers te smijten
en hen zonder enig verdedi
gingsmiddel of houvast over
te leveren aan datgene, wat op
een bepaald moment de maat
schappij des tijds uitmaakt.
Ik vraag me zelfs af of het
wel iets met sentimentaliteit
te maken heeft, wanneer men
geroerd wordt door het lot van
de kleinsten en jongsten onder
ons bij de aanblik van hun
volstrekte hulpbehoevendheid
tegenover de buitenwereld die
tot alle boosaardigheden in
staat is.
Kinderen en mensen of
schoon ze dezelfden zijn, gaapt
er een kloof van ontstellende
wijdte tussen hen. Voor mij
ligt al sedert 1946 een foto ter
voortdurende attentie: een
kleine, schriele jongen van
ongeveer zes jaar, het bleke
gezichtje vertrokken van ont
zettende angst, de armpjes
omhooggestoken, een te grote
pet diep over zijn ogen getrok
ken, met achter hem grijn
zende gezichten onder stalen
helmen van Duitse soldaten,
die hun karabijn op het kind
gericht hebben. Er is een wijde
kring om het kind ontstaan.
Verder naar achteren zijn
bange vrouwen en mannen
zichtbaar achter de muur van
Duitse soldatenlijven. Daar
achter moet ergens zijn vader
of moeder zijn. Maar God is
nergens. De kleine jongen
weet dat. Daarom drukt zijn
gezicht een angst uit die van
de hel afkomstig lijkt. De
wij de kring om hem heen is de
planetarische ruimte don
ker, zonder vast punt, ontdaan
van alle afstand of maat, een
vacuum van het nietigste en
reusachtigste niets dat denk
baar is.
Als ik ten overvloede zeg
dat het een jodenjongetje in
Mauthausen is, betekent dat
misschien een verademing. O,
een jodenjongetje. Ja, zo ging
dat in die dagen. Maar het is
van geen enkel belang: joden,
Duitsers, karabijnen, kampen
en oorlog doen niets terzake.
Dit kind is door God op de
wereld gezet zoals een hond
door zijn eigenaar in een
onbekend bos wordt achterge
laten. Zo worden alle kinde
ren, alle mensen op de wereld
gezet en de wereld is niet
woest en ledig. Zij is vol van
woeste mensen. Zijn de joden
vervolgingen voorbij? Ja, maar
de kindervervolgingen niet.
Dagelijks worden miljoenen
borelingen in wiegen of be
klede margarinekistjes of stro-
bedjes neergeplompt, wille
keurig, als graankorrels in een
kippenren, of strooigoed in
een menigte. Wij zijn zo mild
geweest om er de ooievaars
van te beschuldigen, maar de1
ooievaars zouden er zich voor
schamen. Wij zijn milder dan
Rabindranath Tagore, die het
een vergissing van de Schepper
noemt, Het is een methode die
niet te rijmen valt met recht
en rede.
De meesten komen goed
terecht, zegt men. Sommigen
vallen zacht neer op schuim
rubber en helder linnen, tus
sen tule en zijde, in wiegjes
met kroontjes erop. Ze vallen
zacht, daar niet van, maar
vraag niet hoe zwaar dat
kroontje op hun leven zal gaan
wegen en of ook zij niet straks
onder dreiging van geweer
lopen de armen in wanhoop
omhoog zullen moeten steken:
door God verlaten, door de
mensen geknecht. De geweer
lopen behoeven niet van staal
te zijn. Het kunnen plichten
en conventies wezen, geboorte-
en erfrechten die boeien van
onrecht zijn.
Er vallen kinderen op mest
vaalten in donkere kraaldor-
pen ergens in Afrika. Mis
schien groeien ze op of gaan
ze dood. Misschien verhon
geren ze, verbranden ze bij
zuiveringsacties of worden ze
grote, dikke negers die op
blanken jagen. Misschien
worden ze christenen of com
munisten of beide. Maar dat
alles gebeurt pas, nadat ze
kind geweest zijn, verloot door
machten van hun milieu, ge
naast en verkocht, of verkoes-
terd door een domme moeder.
Dansend als een kaatsbal op
de golven, speeltuig van de
groten, produkt van de samen
leving van God verlaten in
de rijen van geuniformden of
veroordeelden. Of: misschien
winnen ze de hoofdprijs en
worden ze vrije, gelukkige,
verstandige en tevreden
mensen.
Die zijn er niet zoveel. De
hoofdprijs is voor de enkelin
gen. De nieten zijn voor de
miljoenen, maar als ze een
maal volwassen mensen zijn,
wordt er naar hun kansen
niet gevraagd. Dan worden ze
verdoemd, beschuldigd, nage
wezen, uitgescholden, ver
kracht, ontrecht, tot slaven
gemaakt, onderdrukt, dood
geschoten, vergast, geëxploi
teerd, samengesmolten tot een
massa of met hysterie uitge
rust om te dienen als domme
kracht van slimme zwakke
lingen.
Het is moeilijk, te blijven
beseffen dat zij allen grootge-
worden kinderen zijn, die him
lot in hun ziel dragen. Een
koningskind moet in alle op
zichten een koningskind zijn,
wil het zijn straf ontgaan: het
moet zichzelf kunnen opoffe
ren, het moet minzaam kun
nen wuiven door raampjes
van gouden koetsen, het mag
niet liefhebben, het moet de
opperste wijsheid en uiterste
mildheid bezitten om allen te
believen, het moet God aan
bidden volgens de methode
der meerderheid en ijveren
voor het recht van de methode
der minderheid. Het moet in
getogen zijn, onbedorven, fris,
mooi, elegant, eenvoudig,
democratisch, aristocratisch,
goedertieren, sterk, vredelie
vend, defensief, openhartig,
zwijgzaam, ijverig, vlijtig,
sober, kortom: het moet ver
heugd zijn te kunnen dienen
als kostbaar en sierlijk speel
goed voor het romantische
volksgemoed.
Zo moet een kind zijn, dat
goed terechtgekomen is op
schuimrubber en zijde.
Het kind dat op de mest
vaalt valt moet niet huilen
van de honger, niet schelden
op de rijkdom, niet de vuist
heffen tegen de onderdruk
king. Het moet sociale gerech
tigheid verfoefen als die tegen
de belangen van zijn meesters
gaat. Het moet zich laten slaan
door gummiknuppels en er
zijn goed humeur bij behou
den. Het moet wonen in hut
ten van blik en leem, maar
beseffen dat het geen recht
heeft op iets beters. Het moet
zich niet verbeelden blank te
zijn, als het zwart is. Het moet
niet dromen over het meester
schap, als het knechtschap
heeft geloot.
En tussen de wieg in het
paleis en het stro in de hut
staan de kleine, propere bed
jes van de pasgeboren mid
denstandertjes, die niet genoeg
mogen krijgen van holle
koninklijke praal maar even
min van schrijnende armoe.
Zij moeten de zaak houden
zoals ze is, de vlag hijsen als
dat bevolen wordt en rechts
stemmen als links in opmars
is. De middenstandertjes krij
gen borstvoeding van Moeder
Middenstand. Zij worden net
jes en keurig geperst tot win
keliers, ambtenaren, arbeiders
van hoofd en hand, leraren,
priesters en, sinds kort, tot
betaalde voetballers. Zij be
hoeven niet anti-revolutionair
te zijn, als ze maar niet pro
durven wezen. En zij worden
geacht op tijd mee te doen aan
de hysterie tegen alles wat
zuiverend en vereenvoudigend
werken kan.
Zo worden de vrije, onge
boren kinderen opgevangen in
de netten van de woeste, volle
aarde. Het is een raadsel dat
het zo moet zijn. Er zal wel
een antwoord op wezen. Als
Tagore het antwoord niet vin
den kan, behoeven wij er niet
naar te zoeken. Wat we zou
den kunnen doen is, te pro
beren in al die boze, lieve,
domme mensen om ons heen
de pasgeborenen te zien, die
huns ondanks in de persvorm
van hun leven zijn gevallen.
En in al die pasgeboren kleine
mensjes Gods verschoppelin
gen te herkennen, die rekenen
op een uitgestoken hand om
steun en een vrije baan ter
ontplooiing. Er zijn geen vol
strekter wezens dan kinderen,
geen verlatener schepsels dan
kleuters, er is geen hulpelozer
massa dan een jonge generatie.
En er is geen groter onrecht
dan de veroordeling van een
mens omreden van de wieg en
de tijd, waarin hij is neer
gevallen.
Advertentie
Trekhond. In een Australisch waren
huis te Sydney werd de volgende mede
deling omgeroepen. „Wil de dame, die
haar baby in de kinderwagen voor de
deur heeft laten staan met een hond er
aan vastgebonden, naar de ingang gaan.
De hond loopt over de straat met de
kinderwagen achter zich aan."
Vitamine. Professor Wilhelm Stepp, die in
1909 vitamine a ontdekte, is deze week
op 81-jarige leeftijd in Miinchen over
leden.
Lanceringen. Op 'n Scandinavische ruimte
onderzoekconferentie in Kiruna is mee
gedeeld dat voor juli van het volgende
jaar een achttal raketten zal worden ge
lanceerd in Noord-Zweden en 'n twaalf-»
tal in Noord-Noorwegen. Dit om gegevens
over de „lichtende nachtwolken" te ver
krijgen.
Meningsuiting. De Argentijnse regering
heeft bij het parlement een wetsontwerp
ingediend om alle „bijzondere wetten"
waardoor sinds 1956 de vrijheid van me
ningsuiting wordt beperkt als maatregel
tegen Peronistische en communistische
propaganda te herroepen, en tot het on
derbrengen van een aantal politieke mis
drijven bij het gewone strafrecht.
Defensie. Het Zweedse parlement heeft een
record bedrag van ruim twee miljard
gulden toegestaan voor de militaire ver
dediging.
Smokkelstrop. Een Belg heeft een boete
van 588 dollar betaald om weer in het
bezit te komen van juwelen ter waarde
van 274 dollar. Hij had de juwelen ook
gewoon kunnen invoeren tegen betaling
van dertig dollar.