VAN DAG TOT DAG w Minister H. Krone waarschuwt tegen te snelle ontwapening Veriatenen v: ll (^Wereldnieuws Fa. B. ENGELENBERG ja graag: Het ©ode lied (Op de j raatótcel DONDERDAG 23 APRIL 1964 OffICIelE VERKOOP SIKKENS LAKKEN „FILTRON" MASKERS Juist a/s man kun je dat zo waarderen Een lekkere Amerikaanse sigaret Nieuwe stoot in de rug van minister Schroder Floris Flaneur aunniiiminiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiniimiiniinmiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiminmiimir IS GOLDSCHMEDING West-Duitslands buitenlandse politiek is op het ogenblik een onderwerp van grote strijd in de partij van de christen-demo craten. Franz-Joseph Strauss, leider van de Beierse Christelijk Sociale Unie en een machtig man in de C.D.U. en zijn aan zienlijke aanhang proberen op alle moge lijke manieren Gerhard Schöder, Erhards realistische en koele minister van Buiten landse Zaken, weg te werken. Het gaat in dit gevecht om een grote prijs, om een vraagstuk dat onverbrekelijk verbonden zal blijven aan de wereldpolitiek. De oplos sing van dit hooglopende geschil kan voor de wereld verstrekkende gevolgen hebben. Strauss, eens West-Duitslands minister van Defensie, maakt zich meer en meer Per week vallen in Vietnam duizend do den en gewonden op de slagvelden der laagvlakten en jungles, waar de Zuidviet- namese regeringstroepen wanhopig verzet leveren tegen de infiltrerende noordelij ken. Tegelijkertijd sneuvelen toenemende aantallen Amerikanen, ofschoon in belang rijk mindere mate. Wat zich hier afspeelt, is de laatste worsteling van Vietnam tegen de nieuwe tijd: een vrijgevallen kolonie, door de Franse kolonisten prijsgegeven, om strategische redenen door de Ameri kanen tot egelstelling verklaard en intus sen in snel tempo een heroriëntering van zijn maatschappelijke orde en opvattingen ondergaand. Deze oorlog is hopeloos, als men hem tot de spreekbuis van de nationalisten. Die uit zuiver militair oogpunt beschouwt. Dat willen dat het buitenlands beleid van de Bondsrepubliek onverbloemd en provoca tief gericht wordt op het herstel van Duitslands grenzen, zoals die in 1937 wa ren. Ze willen dus om het heel duide lijk te zeggen Oost-Pruisen, Oost-Duits- land en Danzig „heim ins Reich" bren gen. Ze beseffen heel goed, dat deze politiek Europa onnoemelijk veel schade zal berok kenen. De Westeuropese eensgezindheid die er nu nog is, zal als sneeuw voor de zon verdwijnen als de Westduitse regering in hun vaarwater moet gaan koersen. Dat interesseert deze mensen niet. Strauss heeft de steun van de talloze nationalisten In zijn land en van een heel sterke groep revanchisten. Zij willen niet weten van enig vergelijk met Oost-Europa en de Sov jet-Unie dat tot een vermindering van de spanningen zou kunnen leiden, als niet vantevoren is voldaan aan hun verlangen naar revisie van Duitslands grenzen. Zij gaan zich te buiten aan dromen over een machtig Duitsland en wo-rden daarbij waar schijnlijk verblind door het feit dat de eco nomische ontwikkeling de Bondsrepubliek tot de welvarendste staat van Europa heeft gemaakt. Schroder staat hen in de weg. Hij wil toenadering tot de communistische landen. Hij ziet daarin geen verraad aan Duitse belangen, doch meent juist dat die belan gen daardoor het best worden gediend. Hij beseft, dat zijn land in Europa en in de wereld een precaire positie inneemt. Hij heeft eens met zoveel woorden gezegd, dat de wereld Auschwitz nog niet is vergeten. Hij begrijpt dat een herleving van het brutale Duitse nationalisme de Bonds republiek in Europa zou isoleren. Erhard heeft onlangs op niet mis te ver stane wijze Strauss de les gelezen. Maar het effect daarvan werd vrijwel onmiddel lijk te niet gedaan doordat de heer Ade nauer de Beier vanuit zijn vakantiever blijf een brief schreef, waarin hij hem steunde. Bijzonder kwalijk is ook, dat in de Duit se socialistische partij de druk van de revisionisten steeds sterker wordt. Strauss weet dat hij met zijn nationalistische eisen een instrument bespeelt, dat door vele van zijn landgenoten bijzonder gaarne wordt gehoord. Hij weet dat hij kan rekenen op bijval van mensen die vele van zijn an dere politieke opvattingen niet onder schrijven. Hij speelt op de verkiezingen van 1965. Als hij daarvoor sterke troe ven in handen mocht krijgen zouden Euro pa onaangename Duitse verrassingen te wachten staan. weten de Amerikanen ook, al is het de vraag of ze het nog zo duidelijk weten als toen John Kennedy zijn verlichte denk beelden op de publieke opinie in binnen- en buitenland wist over te brengen. Wat Washington beoogt, is het redden van een restje gezag in dit deel van de wereld, voordat het gedwongen zal zijn met de partners in het deelverdrag van Vietnam opnieuw te onderhandelen over de status van dit land. Een van die part ners is de Sovjet-Unie, die eertijds schou der aan schouder met Peking-China, Viet- nams directe belager, de verdeling in Noord(communistisch) en Zuid(niet-com munistisch maar evenmin democratisch) Vietnam forceerde. De Amerikanen vechten in Vietnam niet voor redding van de democratie. Ze vech ten omdat de V.S. dit steunpunt niet wil len verliezen tegenover de communistische invloed in dit deel van de wereld. Maar intussen is er iets veranderd tussen Mos kou en Washington. Het zou wel eens kun nen zijn dat Moskou en Washington sa men dit steunpunt niet meer willen ver liezen tegenover de Chinese invloed. Reden temeer om te proberen deze hopeloze men senslachting in Vietnam stop te zetten en er een bolwerk van anti-Chinese krachten van te maken, waarbij de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten hun belangen gelijke lijk investeren tegen een gezamenlijke vij and. De telefoonlijn Washington-Moskou is nog steeds te weinig in gebruik. Advertentie Doclitiadt 59 Hddilcm Tel 15252 Advertentie y (Van onze correspondent) BONN Heinrich Krone, vriend van Adenauer en minister zonder Portefeuille, heeft het Westen gewaarschuwd dat het „niet de fout van 1945 mag herhalen door zich te snel militair, politiek psycholo gisch en economisch te ontwapenen". C.D.U.-minister Krone schreef een arti kel in de „politiek-sociale corresponden tie" waarin hij kennelijk doelt op het terugtrekken van Amerikaanse troepen uit de Bondsrepubliek. Hoewel de bondsre gering zegt niet op de hoogte te zijn van verdere Amerikaanse troepenbewegingen, willen de Amerikanen naar verluidt één van hun vier tankregimenten uit West-Duitsland naar huis halen. Krone schrijft, dat niemand met zeker heid kan zeggen of in de koude oorlog slechts een adempauze is ingetreden of dat er zich een principiële verandering in de houding* van de Sovjet-Unie aftekent. Daarom moet men zo sceptisch moge lijk zijn. Het Westen mag niet bij de eer ste tekenen van het verflauwen van de koude oorlog ontwapenen en de leidende macht van het Westen de Verenigde Staten mag haar troepensterkte niet snel en opvallend verminderen. Dit is de eerste keer dat een Duitse minister op een zo openlijke, zij het nog altijd voorzichtige, manier critiek oefent op de Amerikaanse regering. Maar Krone heeft ook nog pijlen voor huiselijk gebruik op zijn boog. Hij waarschuwt voor „een Duitse alleengang" naar Moskou ten bate van de Duitse hereniging. En die waar schuwing is de zoveelste stoot in de rug die minister Schroder van een partij vriend in ontvangst moet nemen. Zo min als het Westen namelijk aan het onjwapenen is. zo min overweegt minis ter van Buitenlandse Zaken Schroder een „alleengang naar Moskou". Wat Schroder probeert is slechts een soepele, initiatief rijke, maar niet noodzakelijk vriendelij ker politiek tegen het gehele Oostblok. Wie misgunt het hem? Ik vraag me wel eens af hoeveel men sen in hoeveel kranteberichten geïnteres seerd zijn. Daar steekt geen verwijt in aan mijn gulle broodgeefster, want die moet (geloof ik) all the news that's fit to print geven. Het is alleen maar een vraag. Dat in Milaan een uitzendbureau van kwaaie meisjes door de politie is ontdekt, is uiteraard spekje naar menig smakkend bekje; maar wie, behalve de delinquent zelf, bekommert zich erom dat die aardige meneer De Quay er weer een commissa riaat bij heeft gesprokkeldZijn volk gunt hem dit van heler harte. Goed, doe er Van de Grinten ook maar bij en wees er zeker van dat de commissaris ons nog nog meer komt vertellen. Waarom niet? So what? Goed, Nikita heeft Mao weer voor iets ander-smerigs uitgemaakt. Wisten we al, dat er nog best wat bij kon. Maar geen mens zal zich erover verbazen als die twee dikke jongens elkaar overmorgen on der aan een vliegtuig kusjes staan te ge in. En dan is er weer een speelhol opge rold. Als het niet mag is het een hol. En als het mag is het een Casino. Gokken in de Krimpenerwaard is ploertenwerk, maar in Oostende is het recreatie. Trouwens, wie belet ons te ganzeborden of te sjoel bakken om inzetten van tienduizend pop? En dat oprollen van een hol. 't Is gemak kelijker gezegd dan gedaan. Probeert u maat eens een hol op te rollen. Wij hebben vernomen dat het Mexicaan se en het Nederlandse volk zo bevriend met elkaar zijn. Dat is nieuws, want geen mens in Mexico en in Nederland, wist dat. Maar vindt u het fit to print? 't Is lief ge- zeid. Dat wel. En er wordt niemand na deel mee berokkend. Maar om het nu te drukken Maar laat ik oppassen dat ik niet onbil lijk word en dat ik omdat ik zoveel van het krantevak houd, niet al te kritisch ga staan tegenover mijn getrouwe geliefde. En laat ik bedenken dat wij, menselijke mensen die wij zijn, óók de hele dag bezig zijn met holle woorden en praatjes voor de vaak, die geen halve cent waard zijn. Dat gij en ik en wij allen tezamen nu ook niet bepaald uitmunten in sprankelende uitwisseling van ideeën en dat het maar uiterst zelden voorkomt dat wij deelnemen aan een conversatie die enig gewicht heeft. U zoudt ervan schrikken als er eens een band zou worden afgedraaid van alles wat u in uw leven gezegd hebt. U zoudt een monotone, eindeloze reeks van gemeen plaatsen, holle frasen, 'onbewezen beslist heden, altijd weer dezelfde grapjes horen en u zou met uw vingers in uw oren gillend de straat op vluchten. Om dan nog maar niets te zeggen van de waanzin die u hebt uitgeslagen tegen al die engelen op wie u verliefd bent geweest en over de onge looflijke serviliteiten, die u hebt ten beste gegeven tegen hen die boven u waren ge plaatst. De krant is daar maar een heel flauwe weerspiegeling van. Wat zij afdrukt, al is het dan lang niet allemaal fit, is nog maar kinderspel vergeleken bij onze praat. En is het eigenlijk niet heel plezierig te vernemen, dat de heer De Quay zijn boterham weer wat dikker kan smeren en er een extra plakje ham op kan leggen? Wie misgunt dat die aardige man? Prinses Christina heeft tijdens een ver blijf in Eindhoven een mis in de r.k. An- toniuskerk aldaar bijgewoond. Nou, en? Dat zou men een jaar geleden met het volste recht hebben kunnen zeggen op een dergelijke mededeling. Alaar intussen zijn er veel dingen in en om Soestdijk, in en om Nederland en in en om de betrekkin gen tussen staatshoofd en regering ge beurd, die een uiterst gevoelige sfeer ge schapen hebben. Deze uiterste gevoelig heid is door het kerkbezoek van prinses Christina min of meer genegeerd. Mis schien ook heeft deze jongste Oranjetelg een bewust en zeer persoonlijk standpunt ingenomen ten aanzien van de verwikke lingen rondom haar zuster Irene, dat neer komt op deze redenering: „Wat ik als vrij mens in mijn privé leven kan doen zonder de regels te overtreden, doe ik. Men moet dan maar leren inzien dat ik niet van plan ben, een volksdeel en een religie en een kerkgebouw in Nederland voorbij te gaan, omdat de publieke opi nie gekant is tegen Franco en tegen de ambities van ene Charles of Carlos." Men zou respect voor 'n dergelijke gezon de en lijnrechte redenering kunnen heb ben, maar dan blijft toch de vraag of zij tactisch kan worden genoemd. Een twee de vraag is echter, of men meer voor takt dan voor openhartigheid voelt. In leder geval moet het feit van de kerk gang der prinses worden beschouwd als een bijdrage tot de opinievorming over het totaal van de ontwikkeling, welke zich de laatste maanden zo duidelijk in het daglicht heeft gesteld ten aanzien van po sitie, prestige, functie en gedragsregels, die het koningschap in onze Nederlandse samenleving en aan het hoofd van ons koninkrijk voor de toekomst zullen bepa len. De Indisch-Bengaalse dich- ter-filosoof Rabindranath Ta- gore, die ruim veertig jaar geleden de Nobelprijs ver wierf en meer dan wie ook een lyrische brug geslagen heeft tussen Oost en West, heeft zich in zijn werk en wijsheden doen kennen als een superieure geest, ontwor steld aan sentimentaliteit en dweepzucht en opgestegen tot een zelden door iemand be- reikte eenvoud en helderheid. Toch heeft hij zich niet te verheven gevoeld om niet één kleine ogenschijnlijk zeer aardse sentimentaliteit te blijven koesteren, die hem zelfs tot een speelse discussie met zijn Schepper voerde. Hij steeg in zijn lyrische mystiek zó hoog, dat zo'n discussie absurd scheen. En toch was ze er. Luister „Als God zich in enig detail van zijn schepping heeft ver gist, dan is dat in de wijze waarop hij mensen doet in treden in de wereld. Het moet Hem met spijt vervullen als Hij kleine, onmondige kinde ren onbeschermd ziet binnen gedragen worden in 'n wereld vol gevaren, onrecht, bedrieg- sels en bedreigingen, waar zij tot prooi en eigendom worden verklaard van te goede of kwade wil, beladen worden met verpletterende jukken en uitgebuit door grote, sterke, machtswellustige mensen. Het kind is een blad op de adem van Gods zefir, wegdwarrelend in de wildernis, buiten bereik van Zijn handen. Ik lijd, om dat ik waarneem dat kinderen van God verlaten zijn tot zij mensen zijn geworden". Ik noemde dit een speelse discussie, omdat voor Tagore vaststond dat ook voor dit ogenschijnlijke raadsel een oplossing en een verklaring bestonden. Het speelse element was verscholen in het schijn bare verwijt, dat in feite een roep om méér wijsheid was. Maar nergens in zijn werk is terug te vinden, dat Tagore de verklaring had gevonden. En als men erover nadenkt, komt men met hem tot de conclusie dat het inderdaad een wreed en gevoelloos lijkende methode is, om volkomen hulpeloze en onwetende schepsels eenvou dig in de heksenketel van grijpende vingers te smijten en hen zonder enig verdedi gingsmiddel of houvast over te leveren aan datgene, wat op een bepaald moment de maat schappij des tijds uitmaakt. Ik vraag me zelfs af of het wel iets met sentimentaliteit te maken heeft, wanneer men geroerd wordt door het lot van de kleinsten en jongsten onder ons bij de aanblik van hun volstrekte hulpbehoevendheid tegenover de buitenwereld die tot alle boosaardigheden in staat is. Kinderen en mensen of schoon ze dezelfden zijn, gaapt er een kloof van ontstellende wijdte tussen hen. Voor mij ligt al sedert 1946 een foto ter voortdurende attentie: een kleine, schriele jongen van ongeveer zes jaar, het bleke gezichtje vertrokken van ont zettende angst, de armpjes omhooggestoken, een te grote pet diep over zijn ogen getrok ken, met achter hem grijn zende gezichten onder stalen helmen van Duitse soldaten, die hun karabijn op het kind gericht hebben. Er is een wijde kring om het kind ontstaan. Verder naar achteren zijn bange vrouwen en mannen zichtbaar achter de muur van Duitse soldatenlijven. Daar achter moet ergens zijn vader of moeder zijn. Maar God is nergens. De kleine jongen weet dat. Daarom drukt zijn gezicht een angst uit die van de hel afkomstig lijkt. De wij de kring om hem heen is de planetarische ruimte don ker, zonder vast punt, ontdaan van alle afstand of maat, een vacuum van het nietigste en reusachtigste niets dat denk baar is. Als ik ten overvloede zeg dat het een jodenjongetje in Mauthausen is, betekent dat misschien een verademing. O, een jodenjongetje. Ja, zo ging dat in die dagen. Maar het is van geen enkel belang: joden, Duitsers, karabijnen, kampen en oorlog doen niets terzake. Dit kind is door God op de wereld gezet zoals een hond door zijn eigenaar in een onbekend bos wordt achterge laten. Zo worden alle kinde ren, alle mensen op de wereld gezet en de wereld is niet woest en ledig. Zij is vol van woeste mensen. Zijn de joden vervolgingen voorbij? Ja, maar de kindervervolgingen niet. Dagelijks worden miljoenen borelingen in wiegen of be klede margarinekistjes of stro- bedjes neergeplompt, wille keurig, als graankorrels in een kippenren, of strooigoed in een menigte. Wij zijn zo mild geweest om er de ooievaars van te beschuldigen, maar de1 ooievaars zouden er zich voor schamen. Wij zijn milder dan Rabindranath Tagore, die het een vergissing van de Schepper noemt, Het is een methode die niet te rijmen valt met recht en rede. De meesten komen goed terecht, zegt men. Sommigen vallen zacht neer op schuim rubber en helder linnen, tus sen tule en zijde, in wiegjes met kroontjes erop. Ze vallen zacht, daar niet van, maar vraag niet hoe zwaar dat kroontje op hun leven zal gaan wegen en of ook zij niet straks onder dreiging van geweer lopen de armen in wanhoop omhoog zullen moeten steken: door God verlaten, door de mensen geknecht. De geweer lopen behoeven niet van staal te zijn. Het kunnen plichten en conventies wezen, geboorte- en erfrechten die boeien van onrecht zijn. Er vallen kinderen op mest vaalten in donkere kraaldor- pen ergens in Afrika. Mis schien groeien ze op of gaan ze dood. Misschien verhon geren ze, verbranden ze bij zuiveringsacties of worden ze grote, dikke negers die op blanken jagen. Misschien worden ze christenen of com munisten of beide. Maar dat alles gebeurt pas, nadat ze kind geweest zijn, verloot door machten van hun milieu, ge naast en verkocht, of verkoes- terd door een domme moeder. Dansend als een kaatsbal op de golven, speeltuig van de groten, produkt van de samen leving van God verlaten in de rijen van geuniformden of veroordeelden. Of: misschien winnen ze de hoofdprijs en worden ze vrije, gelukkige, verstandige en tevreden mensen. Die zijn er niet zoveel. De hoofdprijs is voor de enkelin gen. De nieten zijn voor de miljoenen, maar als ze een maal volwassen mensen zijn, wordt er naar hun kansen niet gevraagd. Dan worden ze verdoemd, beschuldigd, nage wezen, uitgescholden, ver kracht, ontrecht, tot slaven gemaakt, onderdrukt, dood geschoten, vergast, geëxploi teerd, samengesmolten tot een massa of met hysterie uitge rust om te dienen als domme kracht van slimme zwakke lingen. Het is moeilijk, te blijven beseffen dat zij allen grootge- worden kinderen zijn, die him lot in hun ziel dragen. Een koningskind moet in alle op zichten een koningskind zijn, wil het zijn straf ontgaan: het moet zichzelf kunnen opoffe ren, het moet minzaam kun nen wuiven door raampjes van gouden koetsen, het mag niet liefhebben, het moet de opperste wijsheid en uiterste mildheid bezitten om allen te believen, het moet God aan bidden volgens de methode der meerderheid en ijveren voor het recht van de methode der minderheid. Het moet in getogen zijn, onbedorven, fris, mooi, elegant, eenvoudig, democratisch, aristocratisch, goedertieren, sterk, vredelie vend, defensief, openhartig, zwijgzaam, ijverig, vlijtig, sober, kortom: het moet ver heugd zijn te kunnen dienen als kostbaar en sierlijk speel goed voor het romantische volksgemoed. Zo moet een kind zijn, dat goed terechtgekomen is op schuimrubber en zijde. Het kind dat op de mest vaalt valt moet niet huilen van de honger, niet schelden op de rijkdom, niet de vuist heffen tegen de onderdruk king. Het moet sociale gerech tigheid verfoefen als die tegen de belangen van zijn meesters gaat. Het moet zich laten slaan door gummiknuppels en er zijn goed humeur bij behou den. Het moet wonen in hut ten van blik en leem, maar beseffen dat het geen recht heeft op iets beters. Het moet zich niet verbeelden blank te zijn, als het zwart is. Het moet niet dromen over het meester schap, als het knechtschap heeft geloot. En tussen de wieg in het paleis en het stro in de hut staan de kleine, propere bed jes van de pasgeboren mid denstandertjes, die niet genoeg mogen krijgen van holle koninklijke praal maar even min van schrijnende armoe. Zij moeten de zaak houden zoals ze is, de vlag hijsen als dat bevolen wordt en rechts stemmen als links in opmars is. De middenstandertjes krij gen borstvoeding van Moeder Middenstand. Zij worden net jes en keurig geperst tot win keliers, ambtenaren, arbeiders van hoofd en hand, leraren, priesters en, sinds kort, tot betaalde voetballers. Zij be hoeven niet anti-revolutionair te zijn, als ze maar niet pro durven wezen. En zij worden geacht op tijd mee te doen aan de hysterie tegen alles wat zuiverend en vereenvoudigend werken kan. Zo worden de vrije, onge boren kinderen opgevangen in de netten van de woeste, volle aarde. Het is een raadsel dat het zo moet zijn. Er zal wel een antwoord op wezen. Als Tagore het antwoord niet vin den kan, behoeven wij er niet naar te zoeken. Wat we zou den kunnen doen is, te pro beren in al die boze, lieve, domme mensen om ons heen de pasgeborenen te zien, die huns ondanks in de persvorm van hun leven zijn gevallen. En in al die pasgeboren kleine mensjes Gods verschoppelin gen te herkennen, die rekenen op een uitgestoken hand om steun en een vrije baan ter ontplooiing. Er zijn geen vol strekter wezens dan kinderen, geen verlatener schepsels dan kleuters, er is geen hulpelozer massa dan een jonge generatie. En er is geen groter onrecht dan de veroordeling van een mens omreden van de wieg en de tijd, waarin hij is neer gevallen. Advertentie Trekhond. In een Australisch waren huis te Sydney werd de volgende mede deling omgeroepen. „Wil de dame, die haar baby in de kinderwagen voor de deur heeft laten staan met een hond er aan vastgebonden, naar de ingang gaan. De hond loopt over de straat met de kinderwagen achter zich aan." Vitamine. Professor Wilhelm Stepp, die in 1909 vitamine a ontdekte, is deze week op 81-jarige leeftijd in Miinchen over leden. Lanceringen. Op 'n Scandinavische ruimte onderzoekconferentie in Kiruna is mee gedeeld dat voor juli van het volgende jaar een achttal raketten zal worden ge lanceerd in Noord-Zweden en 'n twaalf-» tal in Noord-Noorwegen. Dit om gegevens over de „lichtende nachtwolken" te ver krijgen. Meningsuiting. De Argentijnse regering heeft bij het parlement een wetsontwerp ingediend om alle „bijzondere wetten" waardoor sinds 1956 de vrijheid van me ningsuiting wordt beperkt als maatregel tegen Peronistische en communistische propaganda te herroepen, en tot het on derbrengen van een aantal politieke mis drijven bij het gewone strafrecht. Defensie. Het Zweedse parlement heeft een record bedrag van ruim twee miljard gulden toegestaan voor de militaire ver dediging. Smokkelstrop. Een Belg heeft een boete van 588 dollar betaald om weer in het bezit te komen van juwelen ter waarde van 274 dollar. Hij had de juwelen ook gewoon kunnen invoeren tegen betaling van dertig dollar.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 3