GEZEGEND IS HET LEVEN B m Puzzel nummer 30 PANDA EN DE MEESTER «MEESTER m Vakantie op een onbewoond eiland? BHmmimm i Antieke meubelen houden waarde i HOOFDPIJNPOEDERS Ons vervolgverhaal .Een oorspronkelijke roman door Klaas van der Geest m moet groeien, hun zilver zeggen de Papoea's gaan begraven ZATERDAG 25 APRIL 1964 23 DAT KAN: OP DRIE UUR VAREN VAN ENGELANDS ZUIDWESTPUNT vast tapijt 't binnenhuis Scally^eiiamdleiK Atlantisch paradijs waar hartje winter de narcis bloeit Lente in november! Palmen en mimosa mm m IP i IMMIMIMMMMIIWVIt - -• -- '4 t IWVWWWWWWV 18) Opeens hoorde ze hem mompelen, zonder dat hij de ogen opsloeg. Eerst meende ze, dat hij in zijn slaap iets zei. Toen verstond ze haar eigen naam. Ze legde haar hand op de zijne en vroeg zachtjes: „Ja wat is er wou je me iets vertellen „Je bent hier al eerder geweest, hé een paar dagen geleden Dat was hij dus op de een of andere manier aan de weet gekomen. „Ja," zei ze. „Ik kwam eens horen, hoe je het maakte „Dat was goed," fluisterde hij. En een poosje later: „Ik ben je nog achterna gelopen maar ïk kon je niet meer vinden ik wist niet, waar je heen was Plotseling zat hij recht overeind. Met wijd opengesper de ogen keek hij haar aan en bevend strekte hij zijn magere handen naar haar uit. Uit die ogen van hem sprak angst, alleen nog maar angst. „Ik kon je niet vinden maar nu ga je niet meer weg, hé Ik zal het je niet meer lastig maken als je maar bij me blijft!" Ze schrok, maar wist zich te be heersen, legde hem weer achterover, dekte hem toe en verzekerde hem: „Nee ik ga niet weg ik blijf bij je Ze hield zijn hand vast en bleef zachtjes tegen hem praten. Ze wist zelf niet, wat ze allemaal tegen hem zei. Ze vertelde van de jonge Gosse, van hun hoeve in de kolonie, van het kleine meisje, dat ze zouden krijgen. Ze zei, dat ze hem mee zou den nemen, als hij weer beter was. Het kwam er ook niet precies op aan, wat ze vertelde. Het was alleen al goed, dat hij haar stem hoorde, heel dicht bij zich en haar hand voelde en wist, dat hij niet alleen gelaten werd. Het werd al laat eer de jonge Gosse terugkwam. Het was tenminste al donker. Toen hij binnenkwam, was zijn va der eindelijk rustig ingeslapen, zodat hij Hanne, die voor z'n bed zat, alles kon vertellen, wat hij van de notaris had gehoord. Het was niet zo heel mooi, wat hij te vertellen had. Nadat de jonge Gosse en Hanne naar de kolonie verhuisd waren, was de oude naar de stad gegaan. De lange reis viel hem niet mee, maar hij hoefde zich niet te haasten en toen hij er eenmaal was vergat Ijij zijn kwalen en ziekten. Hij ham zijn in trek in een van de vele, kleine vuile logementen aan de haven, die hij nog van vroeger kende. En het deed hem blijkbaar deugd het vertrouwde ru moer weer te horen van schepen, die gelost en geladen werden, van rate lende vrachtwagens, die over de hob belige keien reden, van luid schreeu wende marktventers, kijvende vrou wen en joelende kinderen. Zoals het hem ook deugd deed de lucht van rook en roet, van stinkende riolen, sterkedrank en slechte tabak weer in te ademen. Als hij voor het verweer de raam van het smerige logement zat en uitkeek over de kade met de straatjes en steegjes, die er op uit kwamen, begreep hij niet, wat hem had bewogen dat alles achter zich te laten en naar die verlaten uithoek op de heide langs de grens van de veen koloniën te gaan, alsof hij verwacht had daar wortel te schieten in de schrale grond. Zonder bedenken zou hij zich weer in de maalstroom van rauwe vermaken hebben gestort, als hij niet eerst had moeten zorgen, dat hij geld kreeg, veel geld, zoveel, dat hij alles kon kopen, wat er te krijgen was en zou kunnen zwelgen in de gro ve genoegens, die hem geboden wer den door de wereld, waarin hij op nieuw terecht gekomen was. Hij wachtte een paar dagen, alsof hij niets overijld wilde doen en ging toen naar een notariskantoor, het kantoor, dat voor bijna al de Tademas hun kapitaal beheerde en hun zaken waar nam. Welke indruk hij daar maakte met zijn verwaarloosd en vervuild voorkomen, in zijn sjofele, afgedragen kleren, kon hem niet schelen. Uit de binnenzak van zijn oude, gescheurde en gerafelde jekker haalde hij een verfomfaaide en beduimelde brief, die hij iets meer dan een jaar tevoren had ontvangen en waarin hem, Gosse Tadema sr. werd meegedeeld, dat hij kon beschikken over zijn deel van de nalatenschap van zijn broer Remt Tadema, die bijna dertig jaar ge leden naar Amerika gegaan was, nooit iets van zich had laten horen en overleden kon worden beschouwd, en van zijn ongehuwde zuster, Sietske Tadema, eveneens overleden. Hij had er nooit op geantwoord en de brief voor de jonge Gosse verborgen ge houden uit angst, dat die hem niet zou toestaan het geld te verbrassen en ook omdat het hem een duivels genoegen verschafte de jongen op hun armzalig stukje land te zien zwoegen, terwijl hij wist, dat hij over het nodi ge kapitaal beschikte om dat land te laten ontginnen. Een tijdlang was hij het zelf vergeten, maar ergens in zijn verworden brein moest toch de ge dachte eraan zijn blijven hangen en die kwam weer bij hem op, toen hij wist, dat Gosse en Hanne zouden gaan trouwen. Trouwen mochten ze en weggaan mochten ze, maar van het geld, dat nog het zijne was, zouden ze nooit iets krijgen. Eenmaal terug in de stad liet hij het zich uitbetalen, een som ineens, zo groot als hij in jaren niet bijeen gezien had. In even veel weken zou hij alles er doorge bracht hebben, als hij niet in aanra king was gekomen met een veel jonge re vrouw, die hij als klein meisje, het dochtertje van een caféhouder, had gekend. Vroeger zou hij zich tegenover haar niet uitgelaten heb ben, maar toen had hij nog zijn dries te overmoed, zijn woeste meedogen loosheid, waarmee hij vrouwen aan zich onderwierp. Nu bezat hij niets meer dan wat geld, waarvoor hij het beetje, dat zij hem gaven, duur ge noeg zou moeten kopen. De nog be trekkelijk jonge vrouw was getrouwd geweest en beweerde, dat zij een zoon had. Gosse Tadema was wel verblind, maar toch niet zo verblind of hij twij felde er al meteen aan, dat het een zoon van haar kon zijn. Hij vond het echter niet de moeite waard er veel aandacht aan te besteden. Hij bleef een nacht bij haar op haar kamertje, een bedompt hoekje van een oud, ver vallen huis vol mensen. De volgende dag gingen zij en de man, die ze haar zoon noemde, met hem mee naar zijn hut op de heide. Die hut lieten ze slopen om er een nieuw huis te laten bouwen. i fÜUÜgjM *ï- i >i—i ifcuftn Dat alles hoorde de jonge Gósse van de notaris. Hij hoorde ook, dat er allerlei geruchten de ronde deden, waarover die notaris niet eens wilde praten. Kort nadat Hanne de oude had wil len opzoeken, waren de vrouw en de man, die ze haar zoon noemde, weg gegaan. Ze hadden vrijwel alles mee genomen, wat Gosse Tadema bezat, ook het baar geld, een flinke som, die hij nog in huis moest hebben en de meubels voor zover deze enige waarde hadden. Ze hadden de oude, die al maanden bedlegerig was ge weest, hulpeloos achtergelaten. Ten einde raad, misschien gedreven door honger, koude of angst moest hij ein delijk naar buiten zijn gestrompeld. Maar hij kon de weg naar het dorp niet meer vinden en raakte ver dwaald op de heide. Zeer waarschijn lijk zou hij daar zijn omgekomen als een paar turfgravers hem niet had den gevonden en naar huis gebracht. Ze moesten hem dragen, want hij was buiten kennis. Een van hen waar schuwde de dokter. En de dokter had een vrouw gehaald, die hem kon ver zorgen. Veel moeite had ze niet met hem. Gosse Tadema had weinig meer nodig en zou het niet erg lang meer maken ook. Die nacht, toen Hanne en de jongen bij hem waren, kwam hij nog eenmaal weer bij. Eerst scheen hij het benauwd te hebben en bang te zijn, maar zodra Hanne bij hem ging zitten en zijn hand vasthield, werd hij rustiger. Hij kon niets meer zeg gen, maar beduidde haar een paar maal, dat hij dorst had en dan maak te ze zijn droge lippen vochtig. Tegen het einde scheen hij haar ook nog iets te willen vertellen, maar ze ver stond het niet. (Wordt vervolgd) (Van onze correspondent) LONDEN. Iedereen die wel eens alles van zich wil afschudden, slaakt soms de verzuchting: ,,Ik wou, dat ik op een onbewoond eiland zat.Dat kan! Ga naar de Scilly's, een eilandengroep waar ongerepte natuurschoonheid, stilte en rust heersen en waar bewegingsvrijheid en recreatie in overvloed is. Toegegeven: de Scilhj's liggen ver weg. Zij zijn geschikt voor de prachtige afsluiting van een tocht door de groene heuvels en rode rotsen van Devon en het ruige Corn wall, mengsel van bruin en granietgrijs. De Scilly's liggen ongeveer 50 km uit de Engelse zuidwestkust buiten Land's End, het uiterste puntje van Engelands grote teen, waar de wateren van de Atlantische Oceaan en het Kanaal van Bristol elkaar ontmoeten. ENGELANDS rotsige kusten vormen, ook als men niet naar de Scilly's oversteekt, een openbaring voor de bezoekers uit ons vlakke land. De door hoge begroeide klip pen beschutte strandjes van de talloze baaien zijn ideale luieroorden. Ook als de zon niet schijnt is het in Engelands zuid westhoek bijna altijd zacht. Een Engels natuurstrand, zonder enig commercieel ge doe houdt de vakantieganger, als hij genoeg heeft van zitten en liggen, uitermate actief. Klauteren over de kantige rotsblokken, grasduinen in de heldere poeltjes op zoek naar schelpen, stenen en fossielen, heer lijke wandelingen hoog op de cliff of de warme charme ondergaan van het achter land, vol geboomte, oude kerkjes en kas teeltjes, snoezige dorpjes, intieme herber gen: de genoeglijkste pleisterplaatsen, die men zich kan denken. Nergens ook prikkel draad of barse bordjes met Verboden Toe gang. In dit deel van Engeland beleeft de toe rist vrijwel nog absolute vrijheid. De na tuur ligt open aan zijn voeten en wat de bevolking betreft wordt hij bijna altijd door vriendelijkheid en de grootste hulp vaardigheid omringd. Wij weten het: „de vastelands"-vreemde- ling klaagt over de afwezigheid van zijn zo beminde caféterrassen, welke hier trou- i Advertentie parade tretford - desso op 100 - 120 - 130 e 380 cm breedte julianapark 58 - 62 - tel. 54530 - 57713 reiziger op weg naar een vreemd wereld deel. In Cornwall met zijn fijn-gekartelde kustlijn krijgt men al een voorproefje van de Middellandse-Zeesfeer, welke helemaal tot hier doordringt. Een schilderachtig plaatsje als St. Mawes aan de wijde baai voor Falmouth doet bijvoorbeeld beslist niet onder voor de Cöte d'Azur. Bovendien is het er bijzonder proper en zijn de huizen in de smalle, steile straatjes en langs het haventje zo prachtig verzorgd: alles glanst en blinkt er in het heldere licht. De milde adem uit het zuiden streelt ook de Uit de 150 eilanden en rotsgroepen be- De ruïne van het kasteel Cromwell op Tresco. export de belangrijkste bron van inkom sten. Het seizoen eindigt er, wanneer het onze begint! Soms schieten al eind novem ber de eerste narcissen uit de koude grond omhoog de eerste in heel Europa. Wie gelende bloemen tegen de achtergrond van schuimende tegen de rotsen kletterende branding. Slechts vijf eilanden van de ganse keten zijn bewoond: St. Mary's, Tresco, St. Mar tin's, St. Agnes en Bryher. Zij liggen in een wijde cirkel om een meestal kalme water vlakte, van alle kanten tegen de felle At lantische stormen beschermd. St. Mary's, met 1.800 inwoners en de hoofdstad Hugh Town, is het grootste eiland. De Scilly's in oude tijden Sulley of Sully (zonne)- eilanden genoemd danken hun zachte klimaat aan het feit dat ze in de baan van de golfstroom liggen. Het water is er diep blauw en doorzichtig als kristal door de afwezigheid van „plankton" en varende tussen de eilandjes kan men de zeebodem vaak duidelijk zien. OP HET h<jlfbeboste Tresco, het op een na grootste eiland, waaieren de palmen hoog en breed uit. In de geurende bota nische abdij tuinen staan prachtige subtro pische gewassen, reusachtige varenbomen, eucalyptus, grote cacteeën, Chinese papier planten, afgewisseld door sterkgeurende mimosa. Zeilschipkapiteins brachten ze mee uit verre oorden. Zelfs banapen gedijen hier. De Scilly's zijn Engelands bloemen- eilanden. Tulpen groeien niet in deze voor hen te zoute lucht, maar wel irissen, fuch sia en anemonen. Ook op de vele kleinere eilandjes van de groep die voor een deel nog onbewoond zijn, maar wel geculti veerd worden. In het voorjaar wordt alles op alles ge zet om miljoenen narcissen zo snel mogelijk naar het achterland, in dit geval Engeland, te krijgen. Elke beschikbare ruimte op de „Scillonia"-boot, tot .in de salons toe, wordt volgestouwd met de grote kartonnen dozen waarin de bloemen worden verpakt en soms moet het schip tot verdriet van de passagiers al om zes uur in de ochtend vertrekken om, rekening houdende met het getij, de treinaansluiting in Penzance te halen. Nog moeilijker is het, zeker bij slecht weer, de bloemen van de andere eilandjes eerst naar Hugh Town over te brengen. Van kleine bootjes gaat het via grotere motorboten vaak in regen en storm naar het hoofdeiland. Ook in de vliegtuig jes moeten de passagiers herhaaldelijk de schaarse ruimte met- bloemendozen delen. In de oorlog was dit transport een waar epos, want toen mocht er voor het verdere transport van Penzance naar het binnenland geen gebruik worden ge maakt van trein of auto. Men organi seerde ploegen fietsers, die in estafette, met de bloemen achterop, honderden kilometers moesten trappen. Advertentie Secretaires, chiffonnières, stoelen, ronde ta fels, ook uitschuifbaar. Alles van mahonie hout. Ook kleinmeubelen. Canapé's. Voor restaureren en inkoop antieke meubelen. Telef. 12223, Groot Heiligland 64, A. Mudde, Gasthuisvest 45. y-m r !MI/VtAlinfVVI/\AWVVWWVVVVVVVIAfVVVWVI/WVVVWVVVVVVVVVVWVVVWVVVWV«/VVVWVVVVVVVWVVVVVVWVVI/VVtA/WlfVI Narcissenpluk op St. Mary's. wens niet helemaal ontbreken. Maar het zijn meestal miniatuurterrasjes met enkele wankele, ongemakkelijke stoeltjes en onge verfde tafeltjes, niet veel meer dan brand hout. In parken, plantsoenen en op de promenades van de grotere badplaatsen staan evenwel ligstoelen in eindeloze rijen uitnodigend klaar. Bovendien vindt men in de „pubs" en andere tavernes het huiselijk komfort van diepe leren fauteuils, vaak bij een hoogoplaaiend haardvuur ook op kille zomeravonden een uitkomst en heer lijk na een dag van zwerven en trekken. Wie de bruinpaarse heidevelden met het vlammend geel van de hier bijna altijd bloeiende brem, het grijze gesteente en de knusse vissershaventjes vol gekleurde scheepjes van Cornwall achter zich laat en in het frisse, pittige Penzance, de hoofd stad van de county, in de stoere pakket boot „Scillonian" scheep gaat naar de Scilly's een tocht van een kleine drie uur voelt zich als een ontdekkings- staande archipel van de Scilly's, die men ook in een kwartiertje vliegen met een BE A-toestelletje van St. Just, en binnen kort met een grote Rapide-helikopter van dezelfde maatschappij, kan bereiken. In de wazige verte doemt de waarschu wende wijsvinger van de vuurtoren van Bishop's Rock, eenzaam in de wijde golven op. Al gauw ziet men de lange grijze streep van het hoofdeiland St. Mary's. Meteen valt op hoe de lage, uitgestrekte Scilly's als het ware met de zee vergroeid zijn. Tref fend, in het voorjaar, is de intens-groene kleur van de netjes door natuurstenen wal letjes en hoge heggen afgebakende, glooien de veldjes vol narcissen in de knop. Na het toerisme vormt de narcissen- Horizontaal: 1. er staat nog een etage op het kastje, 3. An nam een kei van dat gebergte mee naar huis, 5. hoeveel zou dat korter zijn, kunt u dat gispen? 7. ge möet' "in Limburg telen, 8. we gaan met de trein naar Italië, 10. Leo werd afge keurd voor zijn ogen; hij kon niet bij de N.S. in dienst komen, 12. zij droeg dit als teken, 13. spreken ze in dat Nederlandse dorp Deens?, 14. „Mam, de dichter werd hier geboren", zei het meisje tot haar moeder, 16. om die reden betaal ik nooit op de 15de van de maand, 18. de jon gen liep op het naar hem genoemde plein tje, 19. Ton wees toch eens ijverig en blijf niet bij de es staan, -20. provincie met tegenstelling, 22. op een eiland zag ik veel van dat kruid, 23. stoor me niet; ik wil dit in de poolzee wel eens zien, 24. er ligt een liniaal onder de tegel. Verticaal: 1. de vogel vloog naar de jongen, 2. in dit dorp delen ze alles, 3. in die plaats huurde ijc een kamer, 4. toen de Afrikaan aan de Rijn kwam, plukte hij wat van dat wiersoort, 5. leg toch die lor in de lade en ga het vlees braden, 6. toen ik een reus bij het ven zag staan werd ik al zenuwachtig, 8. men kan het opeten en het 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 151. Een tijd lang weergalmde Huize Hobbeldonk van het geschrei, waaraan zelfs de geharde politie-beambte deelnam. „O, o, o,!" snikte deze. „In m'n hele loop baan heb ik nog nooit zoiets droefs meegemaakt! O, die arme knahahapen!" Hij hief zijn gelaat op uit een plas van tranen en keek de kleinen vol innig meeleven aan. Maar nu viel het hem op dat er eentje bij was, die niet huilde, doch verbaasd naar de algemene ont roering stond te kijken. Het was Panda, die zo uit de toon viel. „W-waarom huilt h-hij niet?" vroeg de agent nasnikkend. „Ikke?" vroeg Panda. „Waarom zou ik? Ik vindDit knaapje is verbitterd", viel Joris haastig in. „Zijn voogd heeft hem zijn huis afgenomen en zijn trouwe bediende weggejaagd. Dat heeft zijn hartje verkild. Maar ondanks alles houdt ook hij nog steeds van zijn voogd." „Nietes!" riep Panda. „Foei Panda!" vermaande Joris. „Neem een voorbeeld aan je kameraadjes. Moet ik U opsluiten, om U gevoel bij te brengen?" „Laat hem!" riep de agent. ,Dat jong heeft gelijk. Als er iemand moet opgesloten worden, dan is het DEZE!" En met die woorden greep hij Mr. Vlijmen in de kraag. PORT MORESBY, 22 april (AP) Drie vlieg tuigladingen shillingen zijn sinds Kerstmis in het gebied van Mounth Hagen in Australisch Nieuw Gu- nea verdwenen. De daar woonachtige stammen, die banken en papiergeld in hoge mate wantrouwen, hebben de munten begraven. Toen het Australische bestuur besloot, de bevol king in de westelijke hooglanden 87.000 Austra lische ponden te betalen voor grond die voor een landbouwproject nodig was, werd de gehele som in zilveren munten van 1 shilling voldaan. De 1.740.000 geldstukken wer den met drie DC-3 vlieg tuigen van de Common wealth Bank te Lea naar Mounth Hagen overge bracht en vervolgens on der de honderden papoea's verdeeld. Een woordvoerder van de bank zegt thans: „Het gehele bedrag is verdwe nen. Het is verbijsterend." Sindsdien zijn nog 20.000 pond van Lea naar Mounth Hagen overge bracht. Ook die zending is verdwenen. Nergens in de primitie ve hooglanden van Nieuw Guinea willen de papoea's gebruik maken van de aanwezige bankfacilitei- ten. Zij schuwen papier geld. Alle zaken moeten afgewikkeld worden in zilveren shillingen die door de inheemse bevol king koppig „marken" ge noemd worden1 een overblijfsel uit de Duitse koloniale tijd van vóór 1914. „Marken" ter waarde van miljoen ponden zijn in de bergen begraven. Oude mannen sterven zonder te vertellen waar zij hun geld verstopt hebben. Dientengevolge branden 's nachts hier en daar lampjes op afgelegen plaatsen, waar zonen en broederen in tuinen spit ten naar begraven schat ten". Een zegsman van het filiaal Lea van de Com monwealth Bank raamt dat op deze manier elke zes weken zilver ter waarde van 50.000 Austra lische ponden verloren gaat. Onder-gouverneur John G. Phillips van Australië'* Nationale Bank noemt Nieuw-Guinea „een zink put voor zilver" en heeft verklaard te hopen dat de invoering van het nieuwe tientallige muntstelsel op 9 februari 1966 een deel van de naar raming 100 tot 200 miljoen shilling stukken, die in de bergen begraven moeten liggen, te voorschijn zal brengen. In sommige delen van Nieuw-Guinea geloven de stammen dat het geld groeit, indien de munten met ritueel aezang be graven worden. Dit idee is een gevolg van een ver keerde opvatting over de rentebepalingen die voor spaarbankboekjes gelden. Die papoea's, die de weg naar de bank gevonden hebben, weten namelijk dat zij na een bepaalde tijd meer geld terugkrij gen dan zij naar de bank gebracht hebben. Zij me nen dan ook dat het groeiten „vrucht draagt", maar dan in de meest letterlijke zin. is een hoofddeksel, 9. in de tuin ging er iets mis met mijn boezemvriend, 10. Nel en Dien gaan naar die plaats, 11. sta niet op die rots, dat mag jij als eerste plaatselijke burger van Tsjechoslowakije niet doen, 14. dus je zag het riet in het donker be wegen, 15. 't is toch zeer duidelijk dat ik dit even moet doen, 16. dan nam mijn maat het bevelschrift en verdween, 17. Jos gaf aan zijn nakomeling een kledingstuk, 20. stellig zetten ze dat rek op z'n plaats, 21. in dat dorp kunnen ze altijd drinken. Oplossingen, uitsluitend per briefkaart, dienen voor donderdag in ons bezit te zjjn. OPLOSSING PUZZEL NUMMER 29 Horizontaal: 1. abt, 3. tenue, 7. kap, 10. da, 11. oog, 12. kei, 14. ra, 15. akant, 18. re pel, 20. ent, 21. Bol, 23. pon, 24. alt, 25. label, 27. ral, 29. Isis, 31. geit, 33. er, 34. Ot, 35. ge, 36. ha, 37. smet, 39. sela, 41. Lea, 43. radijs, 45. ren, 47. ego, 49. mos, 50. Sam, 51. sloom, 53. deken, 55. id, 56. kat, 58. met, 59. Ie, 60. per, 61. linie, 62. ets. Verticaal: 1. Ada, 2. Bakel, 3. tot, 4. eg, 5. uk, 6. eer, 8. arena, 9. pal, 11. ont, 13. iep, 16. anti, 17. rob, 19. port, 21. bas, 22. leg, 24. abeel. 25. liter, 26. leges, 28. liaan, 30. som, 32 .iel, 37. sago, 38. tam, 39. sijs, 40. arak, 42. Eelde, 44. dol, 46. emelt, 48. ook, 50. set, 51. sip, 52. mal, 53. Dee, 54. Nes, 57. Ti, 58. mi. PRIJSWINNAARS PUZZEL No. 29 ƒ7.50: J van der Heide, Herculesstraat 27, Haarlem. 5.00: J. Wempe, Papentorenvest no. 66, Haarlem. 2.50: A. Bot, Duinweg 15 A, Santpoort- Zuid. Advertentie

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 23