GEZEGEND IS HET LEVEN
B
m
Puzzel nummer 30
PANDA EN DE MEESTER «MEESTER
m
Vakantie op een
onbewoond eiland?
BHmmimm
i
Antieke meubelen houden waarde
i
HOOFDPIJNPOEDERS
Ons vervolgverhaal
.Een oorspronkelijke roman
door Klaas van der Geest
m
moet groeien,
hun zilver
zeggen de Papoea's
gaan begraven
ZATERDAG 25 APRIL 1964
23
DAT KAN: OP DRIE UUR VAREN
VAN ENGELANDS ZUIDWESTPUNT
vast tapijt
't binnenhuis
Scally^eiiamdleiK
Atlantisch paradijs
waar hartje winter
de narcis bloeit
Lente in november!
Palmen en mimosa
mm
m
IP
i
IMMIMIMMMMIIWVIt
-
-• -- '4
t
IWVWWWWWWV
18)
Opeens hoorde ze hem mompelen,
zonder dat hij de ogen opsloeg. Eerst
meende ze, dat hij in zijn slaap iets
zei. Toen verstond ze haar eigen
naam. Ze legde haar hand op de zijne
en vroeg zachtjes: „Ja wat is er
wou je me iets vertellen
„Je bent hier al eerder geweest,
hé een paar dagen geleden
Dat was hij dus op de een of andere
manier aan de weet gekomen.
„Ja," zei ze. „Ik kwam eens horen,
hoe je het maakte
„Dat was goed," fluisterde hij. En
een poosje later: „Ik ben je nog
achterna gelopen maar ïk kon je
niet meer vinden ik wist niet, waar
je heen was Plotseling zat hij
recht overeind. Met wijd opengesper
de ogen keek hij haar aan en bevend
strekte hij zijn magere handen naar
haar uit. Uit die ogen van hem sprak
angst, alleen nog maar angst. „Ik kon
je niet vinden maar nu ga je niet
meer weg, hé Ik zal het je niet
meer lastig maken als je maar bij
me blijft!"
Ze schrok, maar wist zich te be
heersen, legde hem weer achterover,
dekte hem toe en verzekerde hem:
„Nee ik ga niet weg ik blijf
bij je Ze hield zijn hand vast en
bleef zachtjes tegen hem praten. Ze
wist zelf niet, wat ze allemaal tegen
hem zei. Ze vertelde van de jonge
Gosse, van hun hoeve in de kolonie,
van het kleine meisje, dat ze zouden
krijgen. Ze zei, dat ze hem mee zou
den nemen, als hij weer beter was.
Het kwam er ook niet precies op aan,
wat ze vertelde. Het was alleen al
goed, dat hij haar stem hoorde, heel
dicht bij zich en haar hand voelde en
wist, dat hij niet alleen gelaten werd.
Het werd al laat eer de jonge Gosse
terugkwam. Het was tenminste al
donker.
Toen hij binnenkwam, was zijn va
der eindelijk rustig ingeslapen, zodat
hij Hanne, die voor z'n bed zat, alles
kon vertellen, wat hij van de notaris
had gehoord. Het was niet zo heel
mooi, wat hij te vertellen had.
Nadat de jonge Gosse en Hanne
naar de kolonie verhuisd waren, was
de oude naar de stad gegaan. De
lange reis viel hem niet mee, maar
hij hoefde zich niet te haasten en toen
hij er eenmaal was vergat Ijij zijn
kwalen en ziekten. Hij ham zijn in
trek in een van de vele, kleine vuile
logementen aan de haven, die hij nog
van vroeger kende. En het deed hem
blijkbaar deugd het vertrouwde ru
moer weer te horen van schepen, die
gelost en geladen werden, van rate
lende vrachtwagens, die over de hob
belige keien reden, van luid schreeu
wende marktventers, kijvende vrou
wen en joelende kinderen. Zoals het
hem ook deugd deed de lucht van
rook en roet, van stinkende riolen,
sterkedrank en slechte tabak weer in
te ademen. Als hij voor het verweer
de raam van het smerige logement
zat en uitkeek over de kade met de
straatjes en steegjes, die er op uit
kwamen, begreep hij niet, wat hem
had bewogen dat alles achter zich te
laten en naar die verlaten uithoek op
de heide langs de grens van de veen
koloniën te gaan, alsof hij verwacht
had daar wortel te schieten in de
schrale grond. Zonder bedenken zou
hij zich weer in de maalstroom van
rauwe vermaken hebben gestort, als
hij niet eerst had moeten zorgen, dat
hij geld kreeg, veel geld, zoveel, dat
hij alles kon kopen, wat er te krijgen
was en zou kunnen zwelgen in de gro
ve genoegens, die hem geboden wer
den door de wereld, waarin hij op
nieuw terecht gekomen was. Hij
wachtte een paar dagen, alsof hij
niets overijld wilde doen en ging toen
naar een notariskantoor, het kantoor,
dat voor bijna al de Tademas hun
kapitaal beheerde en hun zaken waar
nam. Welke indruk hij daar maakte
met zijn verwaarloosd en vervuild
voorkomen, in zijn sjofele, afgedragen
kleren, kon hem niet schelen. Uit de
binnenzak van zijn oude, gescheurde
en gerafelde jekker haalde hij een
verfomfaaide en beduimelde brief,
die hij iets meer dan een jaar tevoren
had ontvangen en waarin hem, Gosse
Tadema sr. werd meegedeeld, dat hij
kon beschikken over zijn deel van de
nalatenschap van zijn broer Remt
Tadema, die bijna dertig jaar ge
leden naar Amerika gegaan was,
nooit iets van zich had laten horen en
overleden kon worden beschouwd, en
van zijn ongehuwde zuster, Sietske
Tadema, eveneens overleden. Hij had
er nooit op geantwoord en de brief
voor de jonge Gosse verborgen ge
houden uit angst, dat die hem niet
zou toestaan het geld te verbrassen
en ook omdat het hem een duivels
genoegen verschafte de jongen op hun
armzalig stukje land te zien zwoegen,
terwijl hij wist, dat hij over het nodi
ge kapitaal beschikte om dat land te
laten ontginnen. Een tijdlang was hij
het zelf vergeten, maar ergens in zijn
verworden brein moest toch de ge
dachte eraan zijn blijven hangen en
die kwam weer bij hem op, toen hij
wist, dat Gosse en Hanne zouden
gaan trouwen. Trouwen mochten ze en
weggaan mochten ze, maar van het
geld, dat nog het zijne was, zouden
ze nooit iets krijgen. Eenmaal terug
in de stad liet hij het zich uitbetalen,
een som ineens, zo groot als hij in
jaren niet bijeen gezien had. In even
veel weken zou hij alles er doorge
bracht hebben, als hij niet in aanra
king was gekomen met een veel jonge
re vrouw, die hij als klein meisje,
het dochtertje van een caféhouder,
had gekend. Vroeger zou hij zich
tegenover haar niet uitgelaten heb
ben, maar toen had hij nog zijn dries
te overmoed, zijn woeste meedogen
loosheid, waarmee hij vrouwen aan
zich onderwierp. Nu bezat hij niets
meer dan wat geld, waarvoor hij het
beetje, dat zij hem gaven, duur ge
noeg zou moeten kopen. De nog be
trekkelijk jonge vrouw was getrouwd
geweest en beweerde, dat zij een zoon
had. Gosse Tadema was wel verblind,
maar toch niet zo verblind of hij twij
felde er al meteen aan, dat het een
zoon van haar kon zijn. Hij vond het
echter niet de moeite waard er veel
aandacht aan te besteden. Hij bleef
een nacht bij haar op haar kamertje,
een bedompt hoekje van een oud, ver
vallen huis vol mensen. De volgende
dag gingen zij en de man, die ze haar
zoon noemde, met hem mee naar zijn
hut op de heide. Die hut lieten ze
slopen om er een nieuw huis te laten
bouwen. i fÜUÜgjM
*ï- i >i—i ifcuftn
Dat alles hoorde de jonge Gósse
van de notaris. Hij hoorde ook, dat
er allerlei geruchten de ronde deden,
waarover die notaris niet eens wilde
praten.
Kort nadat Hanne de oude had wil
len opzoeken, waren de vrouw en de
man, die ze haar zoon noemde, weg
gegaan. Ze hadden vrijwel alles mee
genomen, wat Gosse Tadema bezat,
ook het baar geld, een flinke som,
die hij nog in huis moest hebben en
de meubels voor zover deze enige
waarde hadden. Ze hadden de oude,
die al maanden bedlegerig was ge
weest, hulpeloos achtergelaten. Ten
einde raad, misschien gedreven door
honger, koude of angst moest hij ein
delijk naar buiten zijn gestrompeld.
Maar hij kon de weg naar het dorp
niet meer vinden en raakte ver
dwaald op de heide. Zeer waarschijn
lijk zou hij daar zijn omgekomen als
een paar turfgravers hem niet had
den gevonden en naar huis gebracht.
Ze moesten hem dragen, want hij was
buiten kennis. Een van hen waar
schuwde de dokter. En de dokter had
een vrouw gehaald, die hem kon ver
zorgen. Veel moeite had ze niet met
hem. Gosse Tadema had weinig meer
nodig en zou het niet erg lang meer
maken ook. Die nacht, toen Hanne en
de jongen bij hem waren, kwam hij
nog eenmaal weer bij. Eerst scheen
hij het benauwd te hebben en bang te
zijn, maar zodra Hanne bij hem ging
zitten en zijn hand vasthield, werd
hij rustiger. Hij kon niets meer zeg
gen, maar beduidde haar een paar
maal, dat hij dorst had en dan maak
te ze zijn droge lippen vochtig. Tegen
het einde scheen hij haar ook nog
iets te willen vertellen, maar ze ver
stond het niet.
(Wordt vervolgd)
(Van onze correspondent)
LONDEN. Iedereen die wel eens alles van zich wil
afschudden, slaakt soms de verzuchting: ,,Ik wou, dat ik op
een onbewoond eiland zat.Dat kan! Ga naar de Scilly's,
een eilandengroep waar ongerepte natuurschoonheid, stilte
en rust heersen en waar bewegingsvrijheid en recreatie in
overvloed is. Toegegeven: de Scilhj's liggen ver weg. Zij zijn
geschikt voor de prachtige afsluiting van een tocht door de
groene heuvels en rode rotsen van Devon en het ruige Corn
wall, mengsel van bruin en granietgrijs. De Scilly's liggen
ongeveer 50 km uit de Engelse zuidwestkust buiten Land's
End, het uiterste puntje van Engelands grote teen, waar de
wateren van de Atlantische Oceaan en het Kanaal van Bristol
elkaar ontmoeten.
ENGELANDS rotsige kusten vormen, ook
als men niet naar de Scilly's oversteekt,
een openbaring voor de bezoekers uit ons
vlakke land. De door hoge begroeide klip
pen beschutte strandjes van de talloze
baaien zijn ideale luieroorden. Ook als de
zon niet schijnt is het in Engelands zuid
westhoek bijna altijd zacht. Een Engels
natuurstrand, zonder enig commercieel ge
doe houdt de vakantieganger, als hij genoeg
heeft van zitten en liggen, uitermate actief.
Klauteren over de kantige rotsblokken,
grasduinen in de heldere poeltjes op zoek
naar schelpen, stenen en fossielen, heer
lijke wandelingen hoog op de cliff of de
warme charme ondergaan van het achter
land, vol geboomte, oude kerkjes en kas
teeltjes, snoezige dorpjes, intieme herber
gen: de genoeglijkste pleisterplaatsen, die
men zich kan denken. Nergens ook prikkel
draad of barse bordjes met Verboden Toe
gang.
In dit deel van Engeland beleeft de toe
rist vrijwel nog absolute vrijheid. De na
tuur ligt open aan zijn voeten en wat de
bevolking betreft wordt hij bijna altijd
door vriendelijkheid en de grootste hulp
vaardigheid omringd.
Wij weten het: „de vastelands"-vreemde-
ling klaagt over de afwezigheid van zijn
zo beminde caféterrassen, welke hier trou-
i
Advertentie
parade tretford - desso
op 100 - 120 - 130 e 380 cm breedte
julianapark 58 - 62 - tel. 54530 - 57713
reiziger op weg naar een vreemd wereld
deel.
In Cornwall met zijn fijn-gekartelde
kustlijn krijgt men al een voorproefje van
de Middellandse-Zeesfeer, welke helemaal
tot hier doordringt. Een schilderachtig
plaatsje als St. Mawes aan de wijde baai
voor Falmouth doet bijvoorbeeld beslist
niet onder voor de Cöte d'Azur. Bovendien
is het er bijzonder proper en zijn de huizen
in de smalle, steile straatjes en langs het
haventje zo prachtig verzorgd: alles glanst
en blinkt er in het heldere licht.
De milde adem uit het zuiden streelt ook
de Uit de 150 eilanden en rotsgroepen be-
De ruïne van het kasteel Cromwell
op Tresco.
export de belangrijkste bron van inkom
sten. Het seizoen eindigt er, wanneer het
onze begint! Soms schieten al eind novem
ber de eerste narcissen uit de koude grond
omhoog de eerste in heel Europa. Wie
gelende bloemen tegen de achtergrond van
schuimende tegen de rotsen kletterende
branding.
Slechts vijf eilanden van de ganse keten
zijn bewoond: St. Mary's, Tresco, St. Mar
tin's, St. Agnes en Bryher. Zij liggen in een
wijde cirkel om een meestal kalme water
vlakte, van alle kanten tegen de felle At
lantische stormen beschermd. St. Mary's,
met 1.800 inwoners en de hoofdstad Hugh
Town, is het grootste eiland. De Scilly's
in oude tijden Sulley of Sully (zonne)-
eilanden genoemd danken hun zachte
klimaat aan het feit dat ze in de baan van
de golfstroom liggen. Het water is er diep
blauw en doorzichtig als kristal door de
afwezigheid van „plankton" en varende
tussen de eilandjes kan men de zeebodem
vaak duidelijk zien.
OP HET h<jlfbeboste Tresco, het op een
na grootste eiland, waaieren de palmen
hoog en breed uit. In de geurende bota
nische abdij tuinen staan prachtige subtro
pische gewassen, reusachtige varenbomen,
eucalyptus, grote cacteeën, Chinese papier
planten, afgewisseld door sterkgeurende
mimosa. Zeilschipkapiteins brachten ze mee
uit verre oorden. Zelfs banapen gedijen
hier. De Scilly's zijn Engelands bloemen-
eilanden. Tulpen groeien niet in deze voor
hen te zoute lucht, maar wel irissen, fuch
sia en anemonen. Ook op de vele kleinere
eilandjes van de groep die voor een deel
nog onbewoond zijn, maar wel geculti
veerd worden.
In het voorjaar wordt alles op alles ge
zet om miljoenen narcissen zo snel mogelijk
naar het achterland, in dit geval Engeland,
te krijgen. Elke beschikbare ruimte op de
„Scillonia"-boot, tot .in de salons toe, wordt
volgestouwd met de grote kartonnen dozen
waarin de bloemen worden verpakt en
soms moet het schip tot verdriet van de
passagiers al om zes uur in de ochtend
vertrekken om, rekening houdende met het
getij, de treinaansluiting in Penzance te
halen. Nog moeilijker is het, zeker bij
slecht weer, de bloemen van de andere
eilandjes eerst naar Hugh Town over te
brengen. Van kleine bootjes gaat het via
grotere motorboten vaak in regen en storm
naar het hoofdeiland. Ook in de vliegtuig
jes moeten de passagiers herhaaldelijk de
schaarse ruimte met- bloemendozen delen.
In de oorlog was dit transport een
waar epos, want toen mocht er voor
het verdere transport van Penzance naar
het binnenland geen gebruik worden ge
maakt van trein of auto. Men organi
seerde ploegen fietsers, die in estafette,
met de bloemen achterop, honderden
kilometers moesten trappen.
Advertentie
Secretaires, chiffonnières, stoelen, ronde ta
fels, ook uitschuifbaar. Alles van mahonie
hout. Ook kleinmeubelen. Canapé's. Voor
restaureren en inkoop antieke meubelen.
Telef. 12223, Groot Heiligland 64, A. Mudde,
Gasthuisvest 45.
y-m r
!MI/VtAlinfVVI/\AWVVWWVVVVVVVIAfVVVWVI/WVVVWVVVVVVVVVVWVVVWVVVWV«/VVVWVVVVVVVWVVVVVVWVVI/VVtA/WlfVI
Narcissenpluk op St. Mary's.
wens niet helemaal ontbreken. Maar het
zijn meestal miniatuurterrasjes met enkele
wankele, ongemakkelijke stoeltjes en onge
verfde tafeltjes, niet veel meer dan brand
hout. In parken, plantsoenen en op de
promenades van de grotere badplaatsen
staan evenwel ligstoelen in eindeloze rijen
uitnodigend klaar. Bovendien vindt men in
de „pubs" en andere tavernes het huiselijk
komfort van diepe leren fauteuils, vaak bij
een hoogoplaaiend haardvuur ook op
kille zomeravonden een uitkomst en heer
lijk na een dag van zwerven en trekken.
Wie de bruinpaarse heidevelden met het
vlammend geel van de hier bijna altijd
bloeiende brem, het grijze gesteente en de
knusse vissershaventjes vol gekleurde
scheepjes van Cornwall achter zich laat
en in het frisse, pittige Penzance, de hoofd
stad van de county, in de stoere pakket
boot „Scillonian" scheep gaat naar de
Scilly's een tocht van een kleine drie
uur voelt zich als een ontdekkings-
staande archipel van de Scilly's, die men
ook in een kwartiertje vliegen met een
BE A-toestelletje van St. Just, en binnen
kort met een grote Rapide-helikopter van
dezelfde maatschappij, kan bereiken.
In de wazige verte doemt de waarschu
wende wijsvinger van de vuurtoren van
Bishop's Rock, eenzaam in de wijde golven
op. Al gauw ziet men de lange grijze streep
van het hoofdeiland St. Mary's. Meteen
valt op hoe de lage, uitgestrekte Scilly's als
het ware met de zee vergroeid zijn. Tref
fend, in het voorjaar, is de intens-groene
kleur van de netjes door natuurstenen wal
letjes en hoge heggen afgebakende, glooien
de veldjes vol narcissen in de knop.
Na het toerisme vormt de narcissen-
Horizontaal: 1. er
staat nog een etage
op het kastje, 3. An
nam een kei van dat
gebergte mee naar
huis, 5. hoeveel zou
dat korter zijn, kunt
u dat gispen? 7. ge
möet' "in Limburg
telen, 8. we gaan met
de trein naar Italië,
10. Leo werd afge
keurd voor zijn ogen;
hij kon niet bij de
N.S. in dienst komen,
12. zij droeg dit als
teken, 13. spreken ze
in dat Nederlandse
dorp Deens?, 14.
„Mam, de dichter
werd hier geboren",
zei het meisje tot
haar moeder, 16. om
die reden betaal ik
nooit op de 15de van
de maand, 18. de jon
gen liep op het naar
hem genoemde plein
tje, 19. Ton wees toch
eens ijverig en blijf
niet bij de es staan,
-20. provincie met
tegenstelling, 22. op
een eiland zag ik veel
van dat kruid, 23.
stoor me niet; ik wil
dit in de poolzee wel
eens zien, 24. er ligt
een liniaal onder de
tegel.
Verticaal: 1. de vogel vloog naar de
jongen, 2. in dit dorp delen ze alles, 3. in
die plaats huurde ijc een kamer, 4. toen de
Afrikaan aan de Rijn kwam, plukte hij wat
van dat wiersoort, 5. leg toch die lor in de
lade en ga het vlees braden, 6. toen ik een
reus bij het ven zag staan werd ik al
zenuwachtig, 8. men kan het opeten en het
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
151. Een tijd lang weergalmde Huize Hobbeldonk van
het geschrei, waaraan zelfs de geharde politie-beambte
deelnam. „O, o, o,!" snikte deze. „In m'n hele loop
baan heb ik nog nooit zoiets droefs meegemaakt! O,
die arme knahahapen!" Hij hief zijn gelaat op uit een
plas van tranen en keek de kleinen vol innig meeleven
aan. Maar nu viel het hem op dat er eentje bij was,
die niet huilde, doch verbaasd naar de algemene ont
roering stond te kijken. Het was Panda, die zo uit de
toon viel. „W-waarom huilt h-hij niet?" vroeg de agent
nasnikkend. „Ikke?" vroeg Panda. „Waarom zou ik?
Ik vindDit knaapje is verbitterd", viel Joris
haastig in. „Zijn voogd heeft hem zijn huis afgenomen
en zijn trouwe bediende weggejaagd. Dat heeft zijn
hartje verkild. Maar ondanks alles houdt ook hij nog
steeds van zijn voogd." „Nietes!" riep Panda. „Foei
Panda!" vermaande Joris. „Neem een voorbeeld aan je
kameraadjes. Moet ik U opsluiten, om U gevoel bij te
brengen?" „Laat hem!" riep de agent. ,Dat jong heeft
gelijk. Als er iemand moet opgesloten worden, dan is het
DEZE!" En met die woorden greep hij Mr. Vlijmen in
de kraag.
PORT MORESBY, 22
april (AP) Drie vlieg
tuigladingen shillingen
zijn sinds Kerstmis in het
gebied van Mounth Hagen
in Australisch Nieuw Gu-
nea verdwenen.
De daar woonachtige
stammen, die banken en
papiergeld in hoge mate
wantrouwen, hebben de
munten begraven.
Toen het Australische
bestuur besloot, de bevol
king in de westelijke
hooglanden 87.000 Austra
lische ponden te betalen
voor grond die voor een
landbouwproject nodig
was, werd de gehele som
in zilveren munten van
1 shilling voldaan. De
1.740.000 geldstukken wer
den met drie DC-3 vlieg
tuigen van de Common
wealth Bank te Lea naar
Mounth Hagen overge
bracht en vervolgens on
der de honderden papoea's
verdeeld.
Een woordvoerder van
de bank zegt thans: „Het
gehele bedrag is verdwe
nen. Het is verbijsterend."
Sindsdien zijn nog 20.000
pond van Lea naar
Mounth Hagen overge
bracht. Ook die zending
is verdwenen.
Nergens in de primitie
ve hooglanden van Nieuw
Guinea willen de papoea's
gebruik maken van de
aanwezige bankfacilitei-
ten. Zij schuwen papier
geld. Alle zaken moeten
afgewikkeld worden in
zilveren shillingen die
door de inheemse bevol
king koppig „marken" ge
noemd worden1 een
overblijfsel uit de Duitse
koloniale tijd van vóór
1914.
„Marken" ter waarde
van miljoen ponden zijn
in de bergen begraven.
Oude mannen sterven
zonder te vertellen waar
zij hun geld verstopt
hebben.
Dientengevolge branden
's nachts hier en daar
lampjes op afgelegen
plaatsen, waar zonen en
broederen in tuinen spit
ten naar begraven schat
ten".
Een zegsman van het
filiaal Lea van de Com
monwealth Bank raamt
dat op deze manier elke
zes weken zilver ter
waarde van 50.000 Austra
lische ponden verloren
gaat.
Onder-gouverneur John
G. Phillips van Australië'*
Nationale Bank noemt
Nieuw-Guinea „een zink
put voor zilver" en heeft
verklaard te hopen dat de
invoering van het nieuwe
tientallige muntstelsel op
9 februari 1966 een deel
van de naar raming 100
tot 200 miljoen shilling
stukken, die in de bergen
begraven moeten liggen,
te voorschijn zal brengen.
In sommige delen van
Nieuw-Guinea geloven de
stammen dat het geld
groeit, indien de munten
met ritueel aezang be
graven worden. Dit idee
is een gevolg van een ver
keerde opvatting over de
rentebepalingen die voor
spaarbankboekjes gelden.
Die papoea's, die de weg
naar de bank gevonden
hebben, weten namelijk
dat zij na een bepaalde
tijd meer geld terugkrij
gen dan zij naar de bank
gebracht hebben. Zij me
nen dan ook dat het
groeiten „vrucht
draagt", maar dan in de
meest letterlijke zin.
is een hoofddeksel, 9. in de tuin ging er
iets mis met mijn boezemvriend, 10. Nel en
Dien gaan naar die plaats, 11. sta niet op
die rots, dat mag jij als eerste plaatselijke
burger van Tsjechoslowakije niet doen,
14. dus je zag het riet in het donker be
wegen, 15. 't is toch zeer duidelijk dat ik
dit even moet doen, 16. dan nam mijn
maat het bevelschrift en verdween, 17. Jos
gaf aan zijn nakomeling een kledingstuk,
20. stellig zetten ze dat rek op z'n plaats,
21. in dat dorp kunnen ze altijd drinken.
Oplossingen, uitsluitend per briefkaart,
dienen voor donderdag in ons bezit te zjjn.
OPLOSSING PUZZEL NUMMER 29
Horizontaal: 1. abt, 3. tenue, 7. kap, 10.
da, 11. oog, 12. kei, 14. ra, 15. akant, 18. re
pel, 20. ent, 21. Bol, 23. pon, 24. alt, 25. label,
27. ral, 29. Isis, 31. geit, 33. er, 34. Ot, 35. ge,
36. ha, 37. smet, 39. sela, 41. Lea, 43. radijs,
45. ren, 47. ego, 49. mos, 50. Sam, 51. sloom,
53. deken, 55. id, 56. kat, 58. met, 59. Ie,
60. per, 61. linie, 62. ets.
Verticaal: 1. Ada, 2. Bakel, 3. tot, 4. eg,
5. uk, 6. eer, 8. arena, 9. pal, 11. ont, 13. iep,
16. anti, 17. rob, 19. port, 21. bas, 22. leg,
24. abeel. 25. liter, 26. leges, 28. liaan,
30. som, 32 .iel, 37. sago, 38. tam, 39. sijs,
40. arak, 42. Eelde, 44. dol, 46. emelt, 48. ook,
50. set, 51. sip, 52. mal, 53. Dee, 54. Nes,
57. Ti, 58. mi.
PRIJSWINNAARS PUZZEL No. 29
ƒ7.50: J van der Heide, Herculesstraat 27,
Haarlem.
5.00: J. Wempe, Papentorenvest no. 66,
Haarlem.
2.50: A. Bot, Duinweg 15 A, Santpoort-
Zuid.
Advertentie