Ik vind dit.
r
■Mil
Zo is het! gezellige mensen stoken
WOENSDAG 29 APRIL 1964
15
Buitenlandse Zaken
Justitie
«M
Binnenlandse Zaken
vii
'Als ik thuis geen echte kolenhaard zou
hebben, dan zou ik zelfs in mijn eigen tijd
'kantoorlucht' inademen! Niemand (ook de
baas niet) kan mij kwalijk nemen, dat ik daar
voor pas. Daarom hebben wij anderhalf jaar
geleden, toen wij trouwden, geen moment ge
aarzeld. Een kolenhaard!' Deze bekentenis
doet de heer N. Gerritse, Emmakade 12 in
Amstelveen. En hij voegt er aan toe: 'Dag in
dag uit zit ik op kantoor. Daar is kantoor
verwarming. Centraal dus, met warme buizen
en radiatoren. Erg efficient, maar de hele dag
zit je in de warme droge lucht die omhoog
blaast. Wilt u geloven, dat het dan een ver
ademing is om thuis te komen? Een kamer
met lééfwarmte! Dat is pas echt thuis-zijn. De
kamer waar je in leeft, met warmte waar je
wat aan beleeft. Kolen - en niks anders!'
O., K. en W.
Talrijke Nederlanders onderscheiden
Ter gelegenheid van haar verjaardag heeft koningin Juliana weer tal van
verdienstelijke Nederlanders onderscheiden. Hun namen zijn vermeld in een
buitengewone editie van de Nederlandse Staatscourant, die vandaag is uit
gegeven en die bijna veertien pagina's omvat. Wij geven er een uittreksel van.
De namen van de gedecoreerden, woonachtig in het verschijningsgebied van
onze bladen, zijn in een afzonderlijke lijst vermeld.
De lijst in de Staatscourant opent met
het Koninklijk Besluit, waarbij jhr. mr.
A. J- M. van Nispen tot Pannerden, secre
taris-generaal van het ministerie van
Maatschappelijk Werk, is benoemd tot
ridder in de orde van de Nederlandse
Leeuw.
Daarna volgen gedecoreerden in de
Nederlandse Antillen.
Sjoukje Dijkstra, ridder Oranje-Nassau
Tot officier in de orde van Oranje-
Nassau zijn benoemd: de leden van de
Staten der Antillen E. R. Finck, S. D.
Abbad en J. A. O. Bikker; G. J. Botter-
weg, hoofdcommissaris van politie; P. Co-
hen Henriquez, gewezen raadadviseur van
de T.E.R.N.A/; H. W. J. M. van der Made,
algemeen secretaris en secretaris van de
Raad van Ministers; H. J. Roefstra, ge
wezen voorzitter van de Algemene Reken
kamer van de Nederlandse Antillen.
Tot ridder in de orde van Oranje-
Nassau: I. Bouwman, landsontvanger; F.
J. C. Broekman, onderdirecteur; B. Croes,
directeur van een bouwbedrijf; L. M. Ha-
vermans (zuster Magdala), hoofd der
school; A. Kooyman, koopman; C. van
der Mark, adjunct-inspecteur der belas
tingen; E. R. R. Palm, muziekpedagoog;
J. N. J. Rojer, eilandsontvanger; A. C.
Schellens, hoofd der school; C. van de
Ven (broeder Rigobertus), overste van de
Broeder van Dongen; P. O. Willems, be
stuurslid van de N.A. Voetbal Unie.
Tot officier in de orde van Oranje-
Nassau, bjj bevordering: R. E. C. Doth,
praeses der Evangelische Broedergemeente
in Suriname.
Tot officier in de orde van Oranje-
Nassau: G. K. Lub, gewezen directeur van
onderwijs en A. E. G. Zaal, directeur van
volksgezondheid.
Tot ridder in de orde van Oranje-
Nassau: M. M. Abrahams, eigenaar Goud
smederij en Bijouterieënhandel „De
Arend" H. M. C. Bergen, secretaris van
de Voogdijraad; S. F. Helstone, voorzitter
van het bestuur der Stichting Eerste Su
rinaamse Huishoud- en Industrieschool;
C. R. van Leesten, tandarts; M. H. G.
Mattes, hoofdonderwijzer, hoofd der
Gaineschool; V. P. N. Orna, directeur van
de C. R. Froweinschool, mulo-school der
Evangelische Broedergemeente; M. I.
Ramdjan, voorzitter van de Surinaamse
Moslim Associatie; R. E. L. Robles de
Medina, leraar aan de St. Paschalisschool
voor Mulo; C. J. Schroder, superintendant
bij de Suralco te Moengo; A. L. Seedorf,
hoofd aan de Comeniusschool.
Benoemd zijn:
Tot commandeur in de orde van Oranje-
Nassau, bij bevordering: mr. dr. R. H.
Pos, Hr. Ms. ambassadeur te Havana; mr.
C. W. A. Schürmann, ambassadeur te
Washington.
Tot ridder in de orde van de Nederlandse
Leeuw: jhr. mr. G. Beelaerts van Blok
land, ambassadeur te New Delhi; mr. W.
J. G. baron Gevers, ambassadeur te Je
ruzalem; A. H. Hasselman, ambassadeur
te Teheran; mr. R. B. baron van Lynden,
chef der Directie Kabinet en Protocol van
het Ministerie van Buitenlandse Zaken;
Ir. Vos, commandeur Oranje-Nassau
jhr. mr. E. V. E. Teixeira de Mattos,
ambassadeur te Karatsji; prof. dr. B. H.
M. Vlekke, te 's-Gravenhage; mr. J. A. G.
baron de Vos van Steenwijk, directeur-
generaal Politieke Zaken van het Ministe
rie van Buitenlandse Zaken.
Tot officier in de orde van Oranje-
Nassau, bij bevordering: G. Th. Jeansson,
vice-consul te Kalmar, Zweden; J. W.
M. Martinot, hoofdredecteur van het ANP;
E. van Toornburg, consul te Sdnderborg,
Denemarken en prof. dr. A. A. Cense,
directeur van het Nederlands Historisch-
Archeologisch Instituut te Istanboel, Tur
kije.
Tot officier in de orde van Oranje-
Nassau: mgr. J. J. M. Blomjous, bisschop
van Mwanza in Tanganyika; H. P. K. den
Boesterd, consul-generaal te Djedda; prof.
G. Bras, hoogleraar aan de „University
of the West-Indies" te Kingston, Jamaica;
drs. P. H. Ie Clercq, directeur van de
„Allgemeine Philips G.m.b.H." te Ham
burg; mr. P. W. A. G. Cort van der Lin
den, administrateur, gedetacheerd bij de
Gecombineerde Nederlandse Permanente
Vertegenwoordiging bij de Noord-Atlan
tische Raad en bij de Organisatie voor
Economische Samenwerking en Ontwik
keling te Parijs; G. J- Dissevelt, ambtenaar
aan de ambassade te Bangkok; jhr. B. J.
Elias, ambassadeur te Quito; drs. J. J.
Fekkes, administrateur bij het Ministerie
van Buitenlandse Zaken; L. J. Goedhart,
hoofd van de afdeling Politieke Aange
legenheden en Militaire Hulpverlening der
Directie NAVO- en WEU-zaken van het
Ministerie van Buitenlandse Zaken; E.
L. Hechtermans, ambassadeur te Accra,
Ghana; J. E. Höglund, vice-consul te
Vaasa, Finland; mr. J. H. O. Insinger,
ambtenaar aan de ambassade te Bonn;
pater H. Kaarsgaren, rector van het Ethio-
pisch College te Vaticaanstad; J. B. S.
Lankamp, ambassaderaad te Rio de Ja
neiro; P. V. C. E. Liebenschutz, voor
malig honorair consul te Swatow; Th. H.
de Meester, plaatsvervangend verkeers-
adviseur van het Ministerie van Buiten
landse Zaken; drs. Tj. A. Meurs, ambas
saderaad aan de ambassade te Mexico;
W. J. Moormans, secretaris-penningmeester
van de Stichting „Nederland ter Zee" te
New York; dr. W. A. van Ravesteyn, oud
directeur van de „Industrial and Mining
Development Bank of Iran" te Teheran;
Ph. H. Rogaar, consul-generaal te Cal
cutta; W. R. M. Seifert von Eichenstark,
president-directeur van de „österreichi-
sche Unilever G.m.b.H." te Wenen; pater
A. F. M. Switzar, te Poa, Brazilië; M. J.
Ulvért, consul-generaal te Managua, Nica
ragua; B. H. de Waal, directeur-generaal
te Milaan; P. Th. van der Weide, directeur
van de N.V. Philips te Brussel.
Tot ridder in de orde van Oranje-
Nassau: Ch. Ailion. te Kobe, correspondent
Jan Derksen, ridder Oranje-Nassau
voor West-Japan van de Nederlands-
Japanse Vereniging te 's-Gravenhage; M.
C. van Breda, voormalig consul te Free
town (Sierra Leone); D. F. Cartwright,
vice-consul te Lowestoft, Gr.-Brittannië;
A. H. M. Daguzan, vice-consul te Saint-
Nazaire, Frankrijk; J. G. Eldering, consul
te Gothenburg, Zweden; A. van den En
den, vice-consul te Manizales, Columbia;
A. van Eyck, vice-consul te Tampa, Flo
rida; ds. P. Fagel, predikant der Neder
lands-Evangelische Kerk te Brussél; mr.
E. R. Gerritsen Plaggert, ambtenaar aan
het consulaat te Brisbane, Australië; J.
A. de Goeijen, consulair agent van Frank
rijk te Arnhem; M. J. P. van der Heyden,
gebiedsleider voor Canada van de N.V.
Koninklijke Luchtvaart Maatschappij te
Baie d'Urfe, Canada; mejuffrouw M. W.
Jurriaanse, administrateur-titulair bij het
Ministerie van Buitenlandse Zaken; pater
T. H. Koek, directeur van de Rooms-
Katholieke Missie te Parijs; F. A. de Kuy-
per, vice-consul te Nice; ir. L. H. M.
Lefébure, voormalig ambtenaar te Parijs;
G. C. J. van der Linden, bestuurslid van
de Hollandsche Club en van de Neder
landse Vereniging tot Hulpbetoon te Ant
werpen; C. Nethercot, vice-consul te
Bristol; J. Oppenheim, journalist te Parijs;
mejuffrouw C. J. de Roo van Alderwerelt,
ambassade-secretaris aan de ambassade te
Luxemburg; mejuffrouw E. Sack, kanse
lier aan de ambassade te Athene; T. A.
Snelders, bedrijfsleider van een rayon-
fabriek te Barcelona; drs. F. Tieleman,
hoofd van het Bureau Bijzondere Aan
gelegenheden van de afdeling Onderzoek
en Documentatie van het Ministerie van
Buitenlandse Zaken; mejuffrouw mr. W.
E. A. Veth, hoofd van het Bureau Sociaal-
Economische Zaken der Directie Algemene
Zaken van het Ministerie van Buitenlandse
Zaken; dr. J. Woltring, wetenschappelijk
ambtenaar bij het Ministerie van Buiten
landse Zaken; drs. W. J. Zwart, voor
malig consul te Durban.
Benoemd zijn:
Tot commandeur in de orde van Oranje-
Nassau: mr. F. J. de Jong, vice-president
van de Hoge Raad der Nederlanden en
Ko van Dijk, officier Oranje-Nassau
lid van het driemanschap, dat belast was
met het ontwerpen van een gedeelte van
het nieuwe Burgerlijk Wetboek, wonende
te 's-Gravenhage.
Tot ridder in de orde van de Neder
landse Leeuw: mr. Ch. M. J. A. Moons,
advocaat-generaal bij de Hoge Raad; mr.
W. H. Ariëns, president van het gerechts
hof te 's-Hertogenbosch; mr. A. Maassen,
president van de rechtbank te Assen;
mr. J. E. Visser, officier van justitie te
Dordrecht; mr. C- B Reinhold, kanton
rechter te 's-Gravenhage; jhr. mr. P. G.
M. van Meeuwen, kantonrechter te Heer
len; mr. F. W. Adriaanse, deken van de
orde van advocaten in Middelburg; mgr.
M. A. P. J. Oomens, vicaris-generaal van
de bisschop van 's-Hertogenbosch; prof.
C. Veenhof, hoogleraar aan de Theolo
gische Hogeschool te Kampen; mr. H. E.
Scheffer, raadadviseur bij het Ministerie
van Justitie; prof. dr. W. Froentjes, direc
teur van het gerechtelijk laboratorium te
's-Gravenhage; mejuffrouw prof. mr. J.
C. Hudig, lid van de wetenschappelijke
commissie voor de justitiële kinderbescher
ming, te Rotterdam; mr. B. van der
Waerden, voorzitter van de afdeling Am
sterdam van het Nederlands Genootschap
tot Reclassering; mr. P. W. van der Ploeg,
notaris te Amsterdam; prof. mr. G. de
Grooth, lid van hét driemanschap dat
belast was met het ontwerpen van een
gedeelte van het nieuwe Burgerlijk Wet
boek, te Wassenaar.
Tot officier in de orde van Oranje-
Nassau, bij bevordering:; ds. J. H. Klein
Wassink, predikant in algemene dienst
van de Nederlandse hervormde kerk, te
Bergen; C. H. van den Berg, voorzitter
van het verbond van commissies van be
heer in de gereformeerde kerken in Ne
derland, te Hilversum.
Tot officier in de orde van Oranje-
Nassau: mr. E. B. van Delden, griffier
van het gerechtshof te Arnhem; mr. O.
Schreuder, oud-raadsheer-plaatsvervanger
in het gerechtshof te Amsterdam; mr. J.
S. Hoek, advocaat en procureur te
Rotterdam; J. H. A. A. Kalff, te
Wassenaar; ds. O. G. Bunjes, predikant
van de Nederlandse hervormde kerk te
Almelo; ds. J. H. Grolle, predikant in
bijzondere dienst van de Nederlandse her
vormde kerk, te Utrecht; ds. H. C. J. van
Deelen, directeur van de pensioenraad van
de Nederlandse hervormde kerk, te 's-Gra
venhage; jhr. L. de Geer, secretaris van
het college visitatoren generaal van de
Nederlandse hervormde kerk, te Zeist; ds.
H. A. Wiersinga, predikant in bijzondere
zendingsdienst van de gereformeerde kerk,
te Baarn; J. de Pooter, administrateur
bij het Ministerie van Justitie; mr. O. E.
van Schravendijk. administrateur-titulair
bij het Ministerie van Justitie; P. Oom,
territoriaal inspecteur van het Korps Rijks
politie in het ressort Arnhem, wonende
te Eindhoven; J. H. A. M. Anten, notaris
te Velsen; B. H. Vaags, oud-notaris te
Dordrecht; mr. D. P. S. Meerburg, ad
vocaat en procureur te Enschede.
Tot ridder in de orde van Oranje-
Nassau: mejuffrouw mr. S. J. Alma en
J. C.i P. van der Voort, referendarissen bij
het Ministerie van Justitie; P. J. L. Soons,
directeur bij het gevangeniswezen en de
psychopatenzorg bij de gevangenis .Nieuw-
Vosseveld te Vught; L. P. Bunt, directeur
bij het gevangeniswezen en de psycho
patenzorg bij de gevangenis Oostereiland
te Hoorn; K. H. Niekerk, sociaal hoofd
ambtenaar bij de strafgestichten te Veen-
huizen (Dr.); Y. van der Veen, adjunct
directeur bij het Rijksasiel Dr. S. van
Mesdag te Groningen.
Benoemd zijn:
Tot commandeur in de orde van Oranje-
Nassau, bjj bevordering: mr. C. Th. E,
graaf van Lijnden van Sandenburg, Com
missaris der Koningin in de provincie
Utrecht.
Tot commandeur in de orde van Oranje-
Nasau: ir. H. Vos, lid van de Eerste Kamer
te Wassenaar.
Tot ridder in de orde van de Nederlandse
Leeuw: H. van Eijsden, lid van de Tweede
Kamer te Rotterdam; mevrouw D. Heroma-
Meilink te Amstelveen; ir. S. A. Posthu
mus, idem, te Rotterdam; dr. C. N. M.
Kortmann, Commissaris der Koningin in
de provincie Noord-Brabant; mr. C. J. G.
Becht, burgemeester van Tilburg; mr. D.
Okma, lid van Gedeputeerde Staten van
Friesland; drs. J. J: Hangelbroek, griffier
der Staten van Groningen.
Tot officier in de orde van Oranje-
Nassau: L. W. von Liebenstein, arts bij de
Rijks Geneeskundige Dienst te Voorburg;
mr. J. Winters, raadadviseur van Staat, te
Delft; dr. J. C. du Pui, wiskundig adviseur
bij de Pensioenraad, te 's-Gravenhage; Th.
B. M. van Eupen, wethouder van Eind
hoven; H. L. Pijls, commissaris van ge
meentepolitie te Breda; mr. dr. J. P. D. van
Banning, burgemeester van Geleen; J. Th
J. Spaen, commissaris van gemeentepolitie
te Heerlen; mr. C. N. Renken, burgemees
ter van Epe; Z. Bruins Slot, burgemeester
van Alphen aan den Rijn; C. Slobbe, bur
gemeester van Zwijndrecht; J. F. Kok,
directeur van de gemeen te-apotheek te
's-Gravenhage; K. Rijpma, commissaris
van gemeentepolitie te Schiedam; A. M.
van der Ham, bureaudirecteur A bij de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten, te
's-Gravenhage; ir. W. IJbema, directeur
van het gemeentelijk vervoerbedrijf te
Amsterdam; S. P. baron Bentinck, burge
meester van Soest; W. Th. van der Meer,
hoofdadministrateur ter gemeentesecreta
rie te Utrecht; mr. F. R. Crommelin, bur
gemeester van Hellendoorn; S. H. de Groot,
irtivi1
'ir
Willem H. Noske, ridder Oranje-Nassau
Advertentie
fcMMüiiiiüm 1 iTQtmifii
'ia? óy'.'..
te Appingedam; ir. G. J. Hofman, technisch
directeur bij het provinciaal elektriciteits
bedrijf van Groningen; mr. P. P. Agter,
burgemeester van Assen;
Tot ridder in de orde van Oranje-
Nassau: W. C. J. Terborgh, inspecteur bij
de Algemene Rekenkamer te 's-Graven-
haige; J. M. Meuwese, burgemeester van
Hilvarenbeek; mr. A. Th. J H. van Tuijl,
burgemeester van Schijndel; C. J. Pijs,
wethouder van Etten en Leur; J. B. G. J.
M. van Hellenberg Hubar, te 's-Hertogen
bosch; C. H. Pieters, wethouder van Maas
tricht; W. J. H. Heusehen, secretaris der
gemeente Vaals; F. W. Vermède, burge
meester van Geldermalsen; mr. J. G. R.
Vos, burgemeester van Lienden; mr. P. F.
G. A. Geradts, burgemeester van Beunin-
gen; E. Zandbergen, wethouder van Barne-
veld; J. A. Wienholts, wethouder van
Didam; C. van der Grijn, wethouder van
Doetinchem; P. M. M. van der Weijden,
burgemeester van Noordwijkerhout; J. P.
M. Beelaerts van Ejmmichoven, burge
meester van Dubbeldam; C. A. Langerak,
ontvanger der gemeente Dordrecht; A.
Hensums, commissaris van gemeentepolitie
te Gouda; J. H. M. Baars, wethouder van
Delft; K. van Boeijen, secretaris van Was
senaar; H. P. van der Poel, wethouder van
Alkemade; J. A. Pesman, burgemeester van
Heiloo; S. H. J. Bosma, burgemeester van
Limmen; J. C. A. Provily, burgemeester
van Krommenie; mejuffrouw R. A. C. Tin-
holt, hoofdinspectrice van gemeentepolitie
te Amsterdam; C. P. G. van den Handel,
chef van de afdeling publiciteit bij de ge
meentelijke dienst der havens en handels-
inrichtingen te Amsterdam; mr. J. J. Ver-
sluijs, burgemeester van Oud-Vossemeer;
A. J. Berenpas, wethouder van Middel
burg; A, de Ruiter, wethouder van Vee-
nendaal; A. Oosterhoff, burgemeester van
Wonseradeel; G. Bramer, burgemeester
van Den Ham; H. van der Goot, burge
meester van Giethoorn; K. Ausma, burge
meester van Midwolda; G. A. Post Cleve-
ringa, burgemeester van Scheemda; F.
Roelink, secretaris van Meppel.
Benoemd zijn:
Tot ridder in de orde van de Nederlandse
Leeuw: prof. mr. H. F. W. D. Fischer, hoog
leraar te Leiden; prof. dr. J. C. van Dillen,
oud-hoogleraar te Utrecht; prof. dr. W. G.
Sillevis Smitt, hoogleraar te Utrecht; prof.
dr. T. C. Vriezen, hoogleraar te Utrecht;
prof. dr. R. W. Zandvoort, hoogleraar te
Groningen; prof. ir. J. W. Bonebakker,
oud-hoogleraar te Delft; prof. dr. ir. J. J.
Koch, oud-hoogleraar te Delft; prof. ir. C.
G. J. Vreedenburgh, hoogleraar te Delft;
prof. dr. K. Posthumus, rector-magnificut
van de technische hogeschool te Eind
hoven; prof. dr. J. Kok, rector-magnificus
van de universiteit van Amsterdam; prof.
dr. J. P. Slooff, hoogleraar te Nijmegen;
prof. dr. J. J. J. Dalmulder, hoogleraar te
Tilburg; prof. dr. H. Smitskamp, hoog
leraar aan de Vrije Universiteit te Amster
dam; ir. J. W. J. Beek, adviseur van de
Nederlandsche Centrale Organisatie voor
Toegepast-Natuurwetenschappelijk Onder
zoek. te 's-Gravenhage.
Tot officier in de orde van Oranje-Nas
sau, b(j bevordering: A. D. Copier, glas
kunstenaar, Den Dolder; mevrouw M. C.
Hendricks-Janssens, toneelspeelster te
Amsterdam; J. B. Broeksz, bestuurslid van
de Nederlandse Televisie Stichting en om-
roepsecretaris van de V.A.R.A.; K. G. Jong-
tien, administrateur bij het Ministerie van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen;;
drs. S. Roodenburg, oud-rector van het
P. C. Hooftlyceum te Amsterdam.
Tot officier in de orde van Oranje-Nas
sau: J. G. F. Altepost, inspecteur van het
lager onderwijs in de inspectie Delft; J. M.
Berrevoets, inspecteur voor de lichamelijke
opvoeding te Amsterdam; J. C. Kroese, in
specteur van het lager onderwijs te Hel
mond; R. J. Sipkens, inspecteur van het
A. van der Veen, ridder Oranje-Nassau.
lager onderwijs te Sneek; mejuffrouw A.
Stoll, inspectrice van de opleidingen voor
kleuterleidster, te Amsterdam; H. Venema,
inspecteur van het lager onderwijs te Mep
pel; dr. B. J. J. Duncker, inspecteur van
het gymnasiaal en middelbaar onderwijs,
te Rotterdam; dr. J. A. J. Jousma, rector
van het Eerste Vrijzinnig Christelijk
Lyceum te 's-Gravenhage; dr. S. van der
Meer, rector van het gereformeerd gym
nasium te Leeuwarden; ir. S. J. Richter,
rector van het Willem de Zwijgerlyceum te
Bussum: P. van Ringelestijn, directeur van
de Van Oldenbarnevelt-H.B.S. te Rotter
dam; mejuffrouw dr. A. M. M. Smit, rectrix
van het Stedelijk Gymnasium te Leiden;
dr. T. G. D. Stoelinga, rector van het r.-k.
lyceum te Hilversum; H. J. M. Basart,
directeur van de Academie van Beeldende
Kurlsten te Rotterdam; ir. J. A. Muller,
oud-directeur van de Academie „Minerva"
te Groningen; mejuffrouw J. A. Schrale,
inspectrice van het nijverheidsonderwijs,
te Amersfoort; G. H. van Veen, directeur
van de Gemeentelijke Hogere Zeevaart
school te Rotterdam; L. van Waegenidgh,
inspecteur van het nijverheidsonderwijs, te
de Bilt; dr. P. Boerwinkel, directeur van
de Academie „De Horst" te Driebergen-
Rij senburg; dr. P. J. van Eek, directeur
van de Katholieke School voor Maatschap
pelijk Werk te Eindhoven; mejuffrouw dr.
Zie vervolg pag. 17-19.