GEZEGEND IS HET LEVEN
Focus in het goud
iFOGÜSi
1
Een halve eeuw in dienst
van de amateur-fotografie
OVERHEMDEN
'IMhé Tm
PANDA EN DE MEESTER*MEESTER
I
s
A
A
J. JAK
m
Eert oorspronkelijke roman
door Klaas van der Geest
II
De sterrenhemel in mei
A,
VRIJDAG 1 MEI 1964
23
hw|||[||wiwii(iii[i|||>||w^^
DEZE WEEK lieeft de post ons, en duizenden andere
trouwe lezers, een extradikke „Focus" thuisbezorgd. Een
fotoblad boordevol prachtige platen en kleurenreproducties
met een keur van belangwekkende terug- en vooruitblikkende
artikelen. De vermaarde naam van het tijdschrift prijkt op
de omslag in een brede band van goud, want Focus jubileert.
Het bestaat dit jaar een halve eeuw en is daarmee een der
oudste fototijdschriften in Europa. Ook, naar onze smaak,
een der modernste want Focus is altijd „bij de tijd Het
signaleert en bespreekt nieuwe stromingen in de lichtbeeld
kunst zodra die de kop opsteken, het doet nieuwe technieken
en procédés recht wedervaren, maar het schroomt aan de
andere kant ook nimmer om smaakbedervetide tendenzen,
of minderwaardige hulpmiddelen aan de kaak te stellen als
daar aanleiding toe is.
!FIEHDMG5CB EOTOBGÏD
YOOR GROOT BEDEBUÖD
iii
Het Focushuis in Haarlem: meer licht in de fotografische
duisternis.
De staf van Focus
m
Herman Croesen
redactievergadering. Van links naar rechts Dick Boer, C. Woudstra
en S. G. F. Hageman.
ALLE MATEN
VOORAANSTAANDE MERKEN
Tricot nylon - Poplin
Bel-o-fast
bootes
wu-wn*z»
Official dealer N.S.U.:
HWWWWWUWVWMV
ïIUMMIHIMKWWWWMWI#*
22)
Het duurde nogal even en intussen
bekeek de dokter een plaat, die aan
de wit gekalkte muur hing. Het was
een plaat met een groene palmboom
er op en een soldaat, die het geweer
aan de voet hield. Er onder stond:
„Neem dienst!" En met kleinere
letters: „Aanmeldingen bij
Daar had met inkt gestaan, dat
iedere jongen, die zich geroepen voel
de om dienst te nemen in het Kolo
niale Leger zich bij de direkteur op
het kantoor kon melden, maar de inkt
was verbleekt. Het hoefde er trou
wens niet bij te staan. De jongens
van de pachters, die naar de Oost
wilden, wisten wel, waar ze zich kon
den opgeven. Bij de vorige direk
teur was het zelfs niet eens nodig ge
weest, dat ze zich opgaven; zodra ze
de leeftijd er voor hadden, kregen ze
wel een boodschap van hem, dat ze
koloniaal moesten worden. De nieuwe
direkteur drong daar nooit op aan.
Hij moet het enkele jongens zelfs
hebben afgeraden.
Toen hij eindelijk klaar was aan
het loket en weg wilde gaan, tikte de
dokter met zijn wandelstok op de
plaat. Hij had altijd een wandelstok
bij zich, een bergstok met een scherpe
ijzeren punt.
„Dat zou jijzelf zeker ook nog wel
willen, direkteur soldaat worden
hé?" veronderstelde hij op de toon
van iemand, die werkelijk meent, wat
hij zegt.
„Ik?" vroeg de direkteur. Natuur
lijk kon hij zoiets maar beter niet ge
vraagd hebben. „Ik? Waarom?" Hij
was met zijn gedachten bij iets
anders.
„O, dat dacht ik," zei de dokter,
achteloos, alsof het er ook niet zoveel
op aan kwam. En toen, opeens:
„Maar je bent er te oud voor, man
Veel te oud! Net als ik!" Dat zei hij
heel nadrukkelijk, alsof hij er zeker
van wilde zijn, dat het goed tot de
direkteur doordrong. En toen keerde
hij hem de rug toe om nog eens naar
het loketje te gaan en te vragen naar
een pakket, dat er toch beslist al had
moeten zijn. Pas toen hij buiten was,
begon de direkteur te grinniken en bij
zichzelf mompelde hij iets over een
rare kerel.
„Een verdraaid rare kerel!" De
volgende morgen troffen ze elkaar
ook weer, maar toen had de direkteur
de kantoorhouder al gezegd: „Denk
er aan, als ik hier voor het loket sta
en de dokter komt binnen, help je mij
het eerst! Is dat begrepen?" De kan
toorhouder begreep het heel goed.
Toen de dokter de direkteur opzij
drong en naar zijn post vroeg, zei hij
„Een ogenblikje, alstublieft!" Hij gaf
de direkteur de brieven, die er waren,
telde de zegels uit, die hij moest heb
ben en zou daarna pas de dokter ge
holpen hebben. Die stond echter al
weer naar de plaat aan de wand te
kijken, keek even over zijn schouder
naar de direkteur en zei, op scham
pere toon: „Te oud, man! Veel te
oud! En bovendien mankeer je iets
een hele hoop zelfs Je moest maar
eens bij me komen om je te laten
onderzoeken!"
„Bij je komen wil ik wel," ant
woordde de direkteur. „Maar door jou
laat ik me niet onderzoeken, nooit!"
En ze grinnikten allebei, alsof ze
elkaar al begrepen hadden. Daarna
kwamen ze zelfs heel dikwijls bij el
kaar. Soms bij de direkteur thuis,
soms bij de dokter. Alleen zaten ze
bij de dokter niet in de huiskamer,
want hij was ongetrouwd en zijn huis
kamer leek eerder een stal dan een
kamer om in te wonen. Ze bleven in
de spreekkamer, waar ze zaten te
praten en te roken tussen de nikkelen
instrumenten, tangen, scharen, injec
tiespuitjes, glazen kolven, dozen en
potten met medicijnen en de grote
platen aan de wand, die de dokter
zelf getekend of tenminste bloedrood,
gifgroen en paars bijgekleurd had.
Soms was de dokter een hele avond
aan het woord. Dan pakte hij zijn
bergstok met de ijzeren punt en wees
daarmee op de platen van verwoeste
menselijke organen, aangetaste lon
gen, opgezette nieren, gezwollen le
ver, terwijl hij de oorzaken van de
verwoesting beschreef en uitlegde hoe
weinig hij of welke arts ook kon doen
om het ziekteverloop te stuiten of te
vertragen.
„Als je zoiets hebt besloot hij
dan en hij keek de direkteur aan, als
of hij er vrij zeker van was dat die
op zijn minst verschillende van de
door hem beschreven kwalen tegelijk
had, als je zoiets hebt, kunnen
wij, heelmeesters, niets meer voor je
doen!"
Waarop de direkteur dan altijd ant
woordde, dat hij, als hij zoiets mocht
hebben, ook zeker niet bij een dokter
zou komen. Ze dronken op die avon
den nogal wat. En als de direkteur
eindelijk weg moest, liep de dokter
een eind met hem mee. Vaak liepen
ze nog urenlang samen onder de hoge
eiken langs de landweg of door de
bossen. Maar dan hadden ze niet veel
meer te praten. Ze luisterden zwij
gend naar het zingen van een nachte
gaal, het ruisen van de wind door de
kruinen van de ranke lariksen, het
geritsel van een opgeschrikt konijn in
de struiken of ze vroegen elkaar:
„Ruik je dat eikeblad? Zie je hoe
de sterren schitteren?"
Waarmee ze dan wilden zeggen, hoe
goed de wereld was, zoals God die
geschapen had en hoe verdomd jam
mer het was, dat de mensen, zijzelf
ook, daar zoveel aan verknoeiden.
Van wat er verknoeid werd, probeer
den ze, ieder op zijn manier, wel weer
iets te herstellen. Maar dat was vaak
nog moeilijker dan het ziekteverloop
stuiten in een ondermijnd lichaam. Ze
hadden dat allebei ervaren, de dokter
en de direkteur, aan anderen, maar
ook aan zichzelf. En ze deden telkens
weer die ervaring op. Maar daarom
gaven ze het nog niet op. Het verschil
tussen hen was alleen, dat de direk
teur altijd nog wel hoop koesterde en
de dokter er weinig heil in zag. Ten
minste, dat beweerde hij. Dat zei hij
tegen Hanne Tadema ook, toen ze bij
hem kwam om over de kleine jongen
te praten, die ze in huis wilde nemen.
„Dat kind is verpest, verknoeid,
mens! Het is geen weeskind. Zijn va
der zit in de gevangenis God mag
weten waarvoor en zijn moeder
heeft hem te vondeling gelegd, omdat
ze
Hij wees met zijn duim over zijn
schouder, alsof daar ergens de duiste
re buurt van een grote havenstad
was, waar die moeder zich ophield.
En hij herhaalde: „Verknoeid! Daar
kan geen mens meer iets aan doen!
Jij ook niet. Maar probeer het ik
moet ook elke dag weer van alles pro
beren, terwijl ik weet, dat het geen
zin heeft. Waarom zou jij dat dan
niet doen? Probeer het en als je
denkt, dat ik je ergens mee kan hel
pen, laat je me maar komen!"
En daar kon Hanne over nadenken,
toen ze over de landweggetjes en door
de bossen naar de bejaarde pachter
en zijn vrouw ging om de kleine jon
gen te halen. Maar ze was er geen
ogenblik door uit het veld geslagen.
Ze dacht:
„Het is een beste kerel, die dok
ter zulke dingen zegt hij alleen,
omdat hij medelijden heeft met dat
jongetje en het niet wil laten blij
ken Toch hoop ik, dat het niet no
dig zal zijn, hem te laten roepen
Ze was vol goede moed, vol vertrou
wen. Maar ze schrok wel, toen ze de
kleine jongen zag. Hij zat in het half
donkere kamertje voor het smalle
raam met de verweerde ruitjes en
keek niet naar buiten, waar vogels,
die in de boswalletjes nestelden af en
aan vlogen, de wilde wingerd bloeide
en de kamperfoelie geurde, maar
staarde voor zich uit met een wezen
loze blik, terwijl diep in zijn kinder
ogen toch nog iets smeulde. Door het
een of ander deed hij haar denken
aan de oude Tadema, zoals ze die
vaak had zien zitten, toen ze pas bij
Gosse en hem inwoonde.
(Wordt vervolgd
OHQER LEIDING VAM AORIAAH BOER ZHmSSSS
BU«iU VAN NEUACTIE [NUITOAAN "IIÜINCHDAAL tü MAAKIEH "Til 240S
raties „knipsers" de weg ge
wezen heeft tot een mooie,
creatieve hobby en daar
mee tot een stuk levens
vreugde.
VEEL is er veranderd in die
vijftig jaar sinds nu wijlen
Adriaan Boer, de oprichter en
eerste redacteur, in januari
1914, zijn eerste „Focus" in
Bloemendaal het levenslicht
schonk: een „tiendaags foto-
kiekje ligt; dat iets eigens van
zijn maker weerspiegelt.
Omslag van een der eerste
nummers: de illustratie was:
een lijntekening
OBJECTIEVE voorlichting op
fotogebied: dat is de formule
die de Focusredactie tot
richtsnoer diende, vijftig jaar
geleden zowel als nu. Een
dienende taak, die vele gene-
blad" dat hij goeddeels met
eigen pen en platencamera
in zijn eentje gevuld had. In
zijn ietwat plechtstatig Voor
woord tot dat eerste nummer
beleed hij dit credo: Dienen,
voorlichten, aanvuren tot het
bereiken van een hoog ideaal:
kunstfoto's, dat zie ik als de
taak voor dit blad. Vooral de
beginner moet gediend worden,
eerst met technische adviezen,
daarna om zijn motieven goed
te kiezen en aldus werk te ma
ken, dat boven het algemene
DAAROM heeft Focus altijd
vurig gepleit voor de nood
zaak, dat de amateurs hun
opnamen zelf zouden ontwik
kelen en vergroten, „dan pas
kunnen zij iets van zichzelf in
hun werk leggen". Daarom
ook heeft het al die jaren
maandelijkse prijsvragen ge
houden voor zijn abonnee's, de
ene maand met een vrij onder
werp, de andere met een ver
plicht motto om de aandacht
te richten op fotogenieke mo
tieven. Enorme lawines corres-
pondentie zijn over deze wed
strijden gevoerd want tot voor
enkele jaren gingen al de in
gezonden foto's met een per
soonlijke critiek van een der
redacteuren terug naar de
abonnees.
Direct nadat de eerste kleu
renfilms aan de markt kwa
men, organiseerde Focus een
nationale kleurendiawedstrijd,
die nu ook al vele jaren 'n vast
programmapunt is. Visuele
voorlichting vormden ook de
internationale Focussalons die
het tijdschrift jaarlijks organi
seert en waarop als lich
tend voorbeeld het beste
werk van buitenlandse vak- en
amateurfotografen geëxpo
seerd wordt. De „salon" anno
1936 had zelfs de wereldpri
meur van een aparte sectie
kleurendia's.
EEN BIJZONDER gewaar
deerde service vormen ook de
regelmatige besprekingen van
nieuwe camera's, films en
andere fotohulpmiddelen die
Focus sinds jaar en dag publi
ceert. Voor het testen hiervan
beschikt men in het Focushuis
aan de Koningin Wilhelmina-
laan te Haarlem over een com
pleet laboratorium met de
nieuwste meetapparatuur,
waar redacteur Cor Woudstra
tegenwoordig de scepter
zwaait.
MAAR OOK de meest-
gedetailleerde test zou geen zin
hebben, als de uitkomsten
daarvan geflatteerd of zelfs
verzwegen zouden worden.
Focus heeft zich daaraan nooit
bezondigd. Als er iets aan een
nieuw type camera, een film
soort of wat dan ook man
keert, dan wordt dat onver
huld in het tijdschrift neerge
schreven, een vorm van objec
tieve voorlichting, waarbjj het
belang van de abonnee steeds
prevaleerde boven dat van de
adverteerder. Veel amateurs
kopen dan ook pas een nieuw
toestel als Focus het getest en
goed bevonden heeft: nuttig
werk dat voor de Focusstaf
al gesneden koek was lang
voordat er sprake was van
consumentenbonden en -gid-
BEHALVE FOCUS tegen
woordig een veertiendaags
tijdschrift geeft de gelijk
namige uitgeverij in Haarlem
al sinds jaren ook een derge
lijk blad voor amateur-cineas
ten uit dat vroeger Het Vëer-
werk, tegenwoordig Smalfilm
heet en voorts een vakblad
voor handelaren, De Fotohan-
del genaamd.
Daarnaast verscheen een
lange reeks van boeken, be
gonnen met „De fotografie
vereenvoudigd" en „Het ver
groten" van Adriaan Boer
en tot op de huidige dag voort
gezet door diens zoon Dick
Boer, die tevens hoofdredac
teur van Focus is. Van zijn
hand verschenen onder meer
„Het Fotoboek" (15 drukken),
„Het Smalfilmboek" (14 druk
ken) en de beide vervolgen
daarop, „Het Tweede Foto
boek" en „Het Tweede Smal
filmboek". Uitgeverij en re
dactie bestaande uit Dick
Boer, S. G. F. Hageman en
C. Woudstra zetelen al
sinds jaren aan de rand van
de Haarlemmerhout, zodat wij
Focus met gerechtvaardigde
trots als een echt Haarlems
bedrijf mogen kwalificeren.
Een bedrijf dat, naar wij ho
pen, zijn dienende taak ook
in de komende halve eeuw
met evenveel geestdrift, objec
tiviteit en nauwgezetheid zal
kunnen voortzetten als in de
voorbije vijftig jaren die het
morgenmiddag op een feeste
lijke receptie in eigen huis gaat
herdenken. Proficiat, Focus-
triumviraat!
Advertentie
1
155. Joris hield woord. Hij belde het politiebureau op
en sprak: „U spreekt met doctor Goedbloed, het hoofd
van het instituut de Bengelboei.Juist, ja, het In
stituut voor Moeilijke Knapen. Ik wilde u even waar
schuwen, dat in een uwer cellen een zekere heer Jollie-
pop ten onrechte is opgesloten.Ten onrechte, ja,
want hij zit daar op aanklacht van het voormalige hoofd
van de Bengelboei en dat hoofd was een warhoofd.
Ik bedoel, wat ik zeg: een warhoofd. Niet toerekenings
vatbaar. Dit blijkt reeds uit het feit, dat dit hoofd
is opgenomen in het Tehuis voor Overspannen Leraren
en dat ik deswege zijn plaats heb ingenomen. Ja, in
formeert u maar bij dat tehuis, het betreft de heer
Ambrosius. En wilt u dan de heer Jolliepop onmiddellijk
vrij latenIk dank u." „Dank je, Joris," zei Panda,
die aandachtig had toegeluisterd. „Nu heb je toch wer
kelijk iets goeds gedaan!" Maar er was nóg iemand,
die had toegeluisterd. „Ambrosius.mompelde Mr.
Vlijmen. „In het Tehuis voor Overspannen Leraren?
Hm, dat moet ik eens onderzoeken. Er is iets niet in
de haak met dit plaatsvervangend hoofd. En als ik zou
kunnen aantonen, dat hij ten onrechte die positie in
neemt. en schoolgeld eistHa, dan is hij er
bij!" Het volgende ogenblik kwam een knaapje Joris
waarschuwen. „Die bleke heeft je afgeluisterd!" riep
hij. „En nou is-ie 'm gesmeerd! Met een loeigang!"
„Ai mij!" riep Joris verschrikt. „Trommel uw kame
raadjes bij elkaarl Vlug! Groot alarm! We gaan ach
ter hem aan!"
Mercurius staat voor waarnemers op het noordelijk half
rond ongunstig in de maand mei. Venus blijft een zeer helder
hemellichaam, 's avonds in het westen, maar begint de zon
te naderen. In de loop van de maand vermindert haar hoeks-
afstand tot de zon van 44 tot 26 graden. Een kleine kijker,
die minstens tien maal vergroot, toont u dat Venus net als
onze maan schijngestalten vertoont.
Mars is onzichtbaar wegens zijn nabijheid tot de zon. Ju
piter begint 's morgens in het oosten zichtbaar te worden,
aan het einde van de maand. Saturnus is 's morgens in de
Waterman zichtbaar. (Deze twee planeten zijn niet vermeld
op onze kaart, die alleen de hemel die 's avonds zichtbaar is,
weergeeft).
Op 6 mei 's morgens zal de maan in samenstand zijn met
Saturnus.
Van 13 tot 16 mei kunt u 's avonds het asgrauwe licht
van de maan observeren. Waarschijnlijk hebt u dit ver
schijnsel reeds opgemerkt: het „donkere" deel van de maan
is zwakjes verlicht.
In de avond van 14 mei zal de maansikkel nabij Venus
staan.
Vier dagen later is de maan in conjunctie met Regulus, de
hoofdster van de Leeuw. In feite heeft de samenstand over
dag plaats, 's Avonds zult u kunnen vaststellen dat de
maan inderdaad de ster is gepasseerd (die de kaart).
Op 22 mei 's avonds staat de maan nabij Spica, van het
sterrenbeeld Maagd. Hebt u reeds opgemerkt dat sterren zo
als Spica of Regulus wit zijn? De kleur van een ster hangt
nauw samen met haar oppervlaktetemperatuur. Wega en
Deneb zijn eveneens witte sterren. Maar Arcturus, die een
lagere temperatuur heeft, toont een
oranje kleur. Deze kleuren zijn met een
veldkijker beter te zien dan met het
POOLSTER
ARCTURUS
Om de kaart
deze boven het
blote oog.
Maan: Laatste Kwartier: 4 mei, te
23.20 uur.
Nieuwe Maan: 11 mei te
22.02 uur.
Eerste Kwartier: 18 mei, te
13.42 uur.
Volle Maan: 26 mei, te 10.29 uur.
te richten moet men
hoofd houden, en het
noorden laten samenvallen met de noor
delijke horizon. De stand van de hemel
is die op 15 mei te 22 uur. Voor vroegere
tijdstippen, de kaart draaien in de rich
ting van de wijzers van een uurwerk,
voor latere waarnemingen in tegenover
gestelde richting. De plaats van de maan
is voor enkele avonden aangegeven; de
getallen duiden de dag van de maand
aan. De schijnbare loop van Venus (V)
is eveneens aangeduid. De stippellijn
die door de Zwaan en de Voerman gaat
duidt de hartlijn van de Melkweg aan.
De andere gestippelde lijn is de eclip
tica (Dierenriem, of Zodiak): de zon, de
maan en de voornaamste planeten be
vinden zich steeds in de nabijheid van
deze lijn.
Advertentie
AUTOMOBIELBEDRIJF
LANGE HERENSTRAAT 31-32-34 - TEL. 13793
tussen station en Parklaan.
(VERBRUIK 1 OP 18 KM) ƒ4795.-
Moderne beeldhouwers. In de Nieuwe
Vleugel van het Stedelijk Museum te
Amsterdam wordt van 1 mei tot 8 juni
een tentoonstelling gehouden van beeld
houwwerken uit de collectie van de
Zweedse architect Bo Boustedt. De col
lectie omvat 85 werken van ruim 40 be
kende hedendaagse beeldhouwers o.m.
van Laurens, Moore, Arp, Butler, Cal-
der, César, Chadwick, Gabo, Giacometti,
Hepworth, Jacobsen, Lardera, Marini,
Minguzzi, Richier en Wotruba. De Ne
derlandse beeldhouwkunst is vertegen
woordigd met werk van Couzijn, Mooy
en Tajiri. De heer Boustedt zal bij de
opening der expositie aanwezig zijn.
i