GEZEGEND IS HET LEVEN
DE KERMIS IS NOG
SPRINGLEVEND
PANDA EN DE MEESTER*MEESTER
N.S.~„paradepaardj es"
in het zilver
Nederland en Pakistan
stichten een school
I
Uit unieke collectie
200 spaarpotten
gebroken
Een oorspronkelijke roman
door Klaas van der Geest
Maar zij moet wel met
tijd meegaan, zegt P.
Nieuwe attractie
kostte drie ton
Kwarteeuw dienstbetoon door
keurkorps van lieftallige en
bekwame stationsinformatrices
MAANDAG 11 MEI 1964
9
Hels lawaai
O
Steeds sneller
Jaap Stipter
Haarlem had bijna de primeur
Gewoon doorgaan
Inplaats van spoorboekjes...
Instructiereizen
Animo genoeg
Nieuwe taken
Gekke vragen
Henk Bouwman
29) In het begin gaf hij
zich er geen rekenschap van, maar
was ze slechts een van de jongens en
meisjes van wie hij de gezichten nog
niet onderscheidde. Pas toen hij enke
le terloops gemaakte, schampere op
merkingen over haar had opgevangen
opmerkingen, die hij beschouwde
als geroddel en waaraan hij geen ge
loof wilde hechten, maar die zich toch
in zijn gedachten vastzetten werd
hij zich ervan bewust, dat zij een van
de weinigen onder zijn gehoor was
tot wie hij het woord richt'te. Hij was
eerlijk genoeg om tegenover zichzelf
te erkennen, dat hij zich in zijn ij del
heid gestreeld voelde door haar aan
dacht. En toen zij op een keer na
afloop van de catechisatie voor de
kerk op hem wachtte om hem iets te
vragen, werd hij daardoor aange
naam getroffen.
De catechisaties werden door de op
geschoten jongens en meisjes voorna
melijk beschouwd als een welkome
gelegenheid om er op de lange win
teravonden eens uit te gaan en elkaar
te ontmoeten. Het viel hem dan ook
altijd moeilijk de orde te bewaren, al
slaagde hij daarin beter dan zijn
voorgangers of de oudere predikanten
op de dorpen in de omtrek. De haast,
waarmee de hele troep aan het eind
van de les opstond en naar buiten
stommelde, maakte hem echter wel
duidelijk, dat het hoogtepunt van de
avond voor die jonge mensen pas
aanbrak als ze in groepjes langs de
landweggetjes naar huis gingen. Dat
had hem altijd een beetje gehinderd.
Hij was steeds voor de kerk blijven
staan zolang hij hun luid gejoel en
gelach in de verte kon horen. Maar
toen Liesje hem eens na afloop van
de catechisatie opwachtte ging hij
meteen naar binnen en liet haar mee
komen. Die eerste keer, dat hij haar
sprak zonder dat er anderen bij wa
ren, viel hem al op, hoe goed ze haar
gedachten wist uit te drukken. Ze was
wel een beetje schuchter, maar niet
schuw, zoals andere meisjes van haar
leeftijd en minder terughoudend dan
de volwassenen in de kolonie. En ze
maakte op hem de indruk, dat ze ern
stig, hoewel misschien nog wat kin
derlijk naar de diepere ondergrond
van het menselijk bestaan zocht, naar
iets, dat het leven zin en inhoud kon
geven, maar daarbij steeds werd be
vangen door twijfel, die ze telkens
weer moest overwinnen. Wanneer hij
naar haar luisterde of als hij tegen
haar sprak, vergat hij het verschil in
leeftijd. Na die eerste keer werd het
al gauw gewoonte, dat hij haar elke
avond, als er catechisatie was ge
geven, nog even meenam naar de
pastorie, waar ze bleef napraten, ter
wijl de huishoudster, die met hem
naar de kolonie was gegaan omdat
zijn moeder liever in de stad bleef
wonen, koffie schonk of chocolade
gaf met een plakje koek. De oude
vrouw, die hem van jongsaf verwend
en vereerd had en niet wist welke
duistere hartstochten en begeerten er
in het wezen van een mens kunnen
schuilen, zag er geen kwaad in. De
jonge dominee zelf kwam niet op het
idee, dat hij te vertrouwelijk met het
meisje omging. Omdat Liesje er op
een avond, toen het erg laat was ge
worden, tegenop scheen te zien om
alleen naar huis te gaan, besloot hij
even met haar mee te lopen. Ze
kwam er overigens niet openlijk
voor uit, dat ze er tegenop zag om
alleen te gaan, maar liet het wel dui
delijk merken. Onderweg gaf ze, na
lang aandringen toe, dat ze bang was
om lastig te worden gevallen door
een paar jongens. Als hij haar een
beetje beter had gekend, zou hij ge
weten hebben, dat het niet waar was.
Liesje Tadema was geen meisje, dat
lastig gevallen werd zonder het zelf
uit te lokken. Het deed hem echter
goed haar in bescherming te kunnen
nemen en terwijl ze tussen de bos
walletjes door over de zandweg
gingen sloeg hij een arm om haar
heen. Hoog boven hen flonkerden de
sterren in de heldere hemel. Het was
laat in de herfst en in de lucht hing
de bitterzoete geur van verdorrende
eikebladeren. Ergens in de verte
kwaakte een troep eenden, die juist
op een drassig weiland neergestreken
was. Bij een hoeve, waar ze langs
kwamen, blafte een hondje. Hij was
veel ouder dan het meisje, maar zij
was niet veel kleiner dan hij. En hij
voelde de warmte van het jonge
lichaam, dat zich tegen hem aan vlij
de. Bij de Tademas brandde het licht
nog in de huiskamer, toen ze afscheid
namen. Ze was heel bedeesd, omdat
hij daarbij even langs haar blozende
wang streelde. Maar hij deed dat ook
niet zoals een volwassene een kind
langs de wangen streelt. En het was
ook geen kind, dat een beetje plagend
zei:
„Dag domineetje
„Dag domineetje "De woor
den en de toon, waarop ze gezegd
waren, bleven hem nog in de oren
klinken, toen hij op die late avond
terug liep. Ze wekten gevoelens zoals
hij die tot nog toe niet had gekend.
Gevoelens van jongensachtige opwin
ding en blijdschap, die hem echter
verwarden en tegelijkertijd vervulden
met een vage angst. Die nacht werd
het erg laat, eer hij sliep. En toen
sliep hij nog onrustig ook. De volgen
de morgen was hij echter tot bezin
ning gekomen en had hij zich voorge
nomen een andere houding aan te ne
men tegenover het meisje. Maar in
de loop van de dag begon hij zich af
te vragen, wat er dan verkeerd was
in zijn houding en waarom. Daarop
bleef hij het antwoord schuldig. En
de volgende week bracht hij Liesje
na de catechisatie weer naar huis,
alsof dit vanzelf sprak.
De herfst verstreek. Het werd win
ter met helder vriezend weer en
maanlichte avonden. Avonden, waar
op de jongens en meisjes niet meer
in groepjes naar de kerk kwamen,
daar een tijdlang stonden te stoeien
en later ook weer tezamen weg gin
gen, maar twee aan twee, één jongen
en één meisje. Die winter liet de
huishoudster bij de Tademas vragen
of ze er bezwaar tegen hadden, dat
Liesje op de pastorie kwam; zelf
werd ze te oud om daar alles nog
alleen te kunnen doen en ze zou graag
hulp hebben, al was het maar voor
een paar dagen per week. Hanne
stemde dadelijk toe. Ook Gosse was
er nogal mee ingenomen. Maar zodra
hij met de Oele alleen was en het
hem vertelde, waarschuwde de jongen:
„Dat moet je niet toelaten, oom
Gosse!" Hij zei het op een toon van
iemand, die heel goed wist, waar hij
het over had. En Gosse stond op het
punt hem te vragen, wat er t tegen
kon zijn, maar toen hij de Oele aan
keek, zweeg hij. Pas de volgende dag
begon hij er weer over, alsof hij het
toen goed tot zich door had laten
dringen.
„Je wilt toch niet beweren, Oele
zei hij. Het was nogal moeilijk de
juiste woorden te vinden. Hij viel
zichzelf in de rede. „Wat zou Liesje
kunnen overkomen bij de dominee?"
„Haér niets," zei de Oele, nogal
ruw. „Maar je zult zien, dat er een
hoop narigheid van komt!" En omdat
Gosse dit toch moeilijk kon geloven,
ging de jongen nog de volgende avond
zelf naar de pastorie. Als Gosse en
Hanne Tadema hem daar bij de do
minee hadden gezien, zouden ze hem
nauwelijks herkend hebben. Hij zag
er uit als een oud, bezadigd man. En
hij zei onomwonden, wat hij te ver
tellen had. Als de dominee het van
anderen nog niet gehoord had, zou hij
het van hem horen. Ze ging al jaren
lang met jongens om, Liesje, en het
was ook waar, dat ze met mannen,
volwassen mannen ging. Er werd
zelfs al over gepraat, dat de dominee
haar een keer of wat 's avonds naar
huis gebracht had. Liesje had het zelf
verteld, aan hem, en aan andere
jongens. Een paar van hen waren
zelfs achter haar en de dominee aan
geslopen en hadden hen afgeluisterd,
terwijl ze zich schuil hielden in een
boswal. Toen kon de dominee zich
nog even groot houden en vragen:
(Wordt vervolgd)
L/VVVVVMVVV/VVVVVVVAAAAWVVWfVVVfVVVWWVVVVVVVVVVVVVVVVVVVfVVVVVVVVVVVMMVMMVVVVVVUVVVVVVtfVtfW!
„DE KERMIS leeft en zal blijven leven. Dit nieuwe sei
zoen gaat het weer bewijzen. Er is geen sprake van, dat dit
volksvermaak verwatert en ten dode opgeschreven is en dat
nu reeds de dure attracties ongemerkt verdwijnen. Integen
deelje moet op de kermis van vandaag iets durven. Met
nieuwe stunts komen en er niet bij stilstaan, dat je bij een
mislukking geheel geruïneerd bent. Mijn broer Jan Bakker
introduceerde vorig jaar zijn reuzenrad van 26 m hoogte.
het grootste, dat ooit op een kermis te zien geweest is. Hij
heeft het dus in de hoogte gezocht en is niet bedrogen uit
gekomen. Ik heb het nu maar eens gewaagd met de snelheid",
aldus Frans Bakker (28) uit Apeldoorn, wiens kostbare
„Himalaja-draaimolen" als een razende tol in de rondte
davert.
„ER BESTAAT geen snellere attractie.
Toen we er voor het eerst dit koude voor
jaar op de grote kermis te Enschede mee
gingen draaien we komen trouwens dit
seizoen nagenoeg in alle hoeken van het
land hoorde ik zeggen: „Dat gaat veel
te hard.daar durven de mensen niet
in.
Maar ze durfden wél. Het liep zelfs
storm. Er waren ook enkele klanten van
minstens zestig jaar, die tussen de teeners
in het als een ijspaleis aangeklede carrou
sel om een plaatsje vochten. Kortom: het
werd een succes.
„De mensen zijn in deze tijd van super
sonische vliegtuigen en raketten gebiolo
geerd door snelheid Zij houden van din
gen, die zo hard gaan, dat zij geen tijd
hebben om beroerd te worden. Vroeger
pak weg een goede 25 jaar geleden
was dit anders. Toen waren er ook reeds
snelle attracties, maar de mensen moesten
er niet veel van hebben en de molens ver
dwaalden in vergeten brokstukken naar al
lerlei pakhuizen. Ze waren hun tijd ver
vooruit. maar ik heb begrepen, dat de
instelling van het publiek veranderd is.
u moet straks maar eens gaan kijken, hoe
jong en oud reageert
We braken het gesprek in de gezellig in
gerichte woonwagen af en gingen kijken
naar de over rails met een hels lawaai
rond razende gondels- in-sleemodel, ge
plaatst in een décor van bergen en sneeuw
en oversch^nen door een zee van lampen.
We zagen, hoe de passagiers over de
door „berg en dal" voerende rails vlo
gen en hoe de gondels op het toppunt van
de snelheid „uitwaaierden" dus naar bui
ten gingen zweven waarbij het hele
draaifestijn voor 't oog tot één bonte streep
werd, waarin geen enkel gezicht meer
te herkennen viel.
En we begrepen ineens, dat de door
Frans Bakker gebruikte woorden „iets
durven" niet zomaar gezegd waren, want
er is stellig moed voor nodig om iets der
gelijks door een constructiebedrijf te la
ten bouwen. (Kosten van de molen, bui
ten het wagenpark en alle verdere be
nodigdheden, ongeveer drie ton). Want het
publiek had ook alle veiligheidskabels
ten spijt unaniem kunnen verklaren:
„Dat ding is me veel te griezelig
Nu geloven we niet, dat iemand zonder
een aangeboren feeling voor de psychologi
sche kant van de kermis zich tot een der
gelijk experiment zou hebben laten verlei
den. Maar Frans en zijn vrouw Suzanne,
die hem trouw in zijn werk terzijde staat,
Nederland en Pakistan zijn overeen
gekomen samen een technische opleidings
school op te richten.
De school zal in Muitan komen, 640 kilo
meter ten zuiden van Rawalpindi, en meer
dan 80.000 dollar kosten.
Nederland zal uitrusting en technici
leveren en Pakistan zal het land en de
gebouwen verschaffen.
De school zal voor het einde van 1965
gereed zijn en tegelijkertijd 350 leerlingen
opleiden.
it
rOfcMAWEH TOONDE*
162. „Stel mijn geduld niet teveel op proef, vriend
'Jolliepop," sprak Joris streng. „Ik heb nu reeds en
kele malen verzocht mij cognac te brengen. En in
plaats van u te reppen om mij van het gevraagde te
voorzien, spreekt ge maar door over het vernietigen
van een rechtsgeldig document. Foei! Hebt ge nu nog
niet voldoende ondervonden, dat dergelijke gedachten
naar de gevangenis leiden?" „Mijn gevangenname was
een misverstand," zei Jolliepop met onderdrukte erger
nis. „En wat dat document betreft: uit uw weigering
om het te vernietigen maak ik op, dat u tegen de be
langen van meneer Panda ingaat. Ik moet u dan ook
verzoeken dit huis te verlaten. U hebt het recht niet
om hier te zitten en bevelen te geven." „Welaan,"
sprak Joris, „als ge er zo over denkt, wens ik hier
niet langer te blijven. Kom, Panda, we gaan terug
naar de Bengelboei." „We?" herhaalde Panda. „Ik ga
daar niet meer heen, hoor. Ik blijf hier." „O neen,
ge gaat mede!" riep Joris streng. „Als uw knecht mij
het recht ontzegt om hier te zitten en een cognacje
te drinken, sta ik op mijn wettelijke rechten. En als
hoofd van de school, waarop uw wettige voogd u plaat
ste, heb ik het recht om u mede te nemen. Dus geen
getreuzel. Pak uw tandenborstel en ga mee."
Frans Bakker in een van zijn Himalaja-
gondels, die over aan de binnenzijde
gelegde rails lopen en op het hoogte
punt van de snelheid naar buiten kun
nen „uitvliegen".
zijn geboren kermiskinderen. Zij zagen
beide „op de reis" het levenslicht hij
in Den Haag en zij in Zuid-Laren. En
daarom is het geheel begrijpelijk, dat ze na
rijp echtelijk beraad over de eventuele
bouw van een snelheidsmolen goed gewe
ten hebben, wat ze gingen doen.
DAAR KOMT bij dat de familie Bakker
in het bijzonder dan de twee vooruit
strevende broers Jan en Frans, waarvan de
laatste de jongste is evenzeer ook onver
valst kermisbloed in de aderen heeft als
de familie Sipkema, waarvan Suzanne een
telg is.
Toen we weer in de woonwagen terug wa
ren, achter welks glas-in-lood-ramen we
het verlichte reuzenrad van broer Jan vro
lijk tegen een donkere hemel konden zien toen hij op 20-jarige leeltijd een rupsbaan
pendelen, zei Suzanne ons: „Mijn vader
was C.V. Sipkema.zeer bekend als ker-
misfiguur. Zijn roepnaam was Ceevee
hij had de laatste stoomcarrousel van ons
land. Het heeft me als kind veel verdriet
gedaan, dat deze attractie moest verdwij
nen.
FRANS BAKKER begon zijn carrière
INCASSO WEEKABONNEMENTEN
De incasso van het abonnementsgeld
iedere week kost veel geld en moeite,
aan u en aan onze bezorgers.
Er zijn twee mogelijkheden om het
ongemak in dit opzicht te vermijden
a. Overgang op een kwartaalabonne
ment.
b. Betaling aan de bezorger voor een
periode van 4—5 weken. U krijgt
dan een door de bezorger onder
tekend ontvangstbewijs. Misver
stand over de betaling is daardoor
uitgesloten.
Het resultaat voor u Minder geloop
naar en gebel aan de deur; in uw wijk
daardoor een vlottere bezorging. Voor
de bezorger minder last. Probeert u
het eens.
DE ADMINISTRATIE
van zijn vader overnam, die later omge
bouwd werd tot een draaimolen, beplant
met maanraketten Maar het succes van
deze attractie „in de geest des tijds"
bleek minder groot dan verwacht was, zo
dat het geheel weer werd omgetoverd in
een rupsbaan. Hierna werd een „para
trooper" in bedrijf genomen oftewel een
scheef hangende parachutemolen. („Die
heb ik verkocht en die staat nu ginds naast
de autoscooter.
Vorig jaar ging Frans van snel en nog
sneller dromen. Maar nog voordat hij aan
de uitwerking van zijn idee begonnen was,
kreeg hij te horen:
„Dat moet je nooit doen.
„Maar," zo zei hij ons, „nooit ligt bij
mij onder de wagen 'Overigens reali
seert hij zich heel goed, dat hij met zijn
attractie nergens zou zijn, indien de ande
re kermisexploitanten ook niet hun best»
beentje zouden voorzetten. Zonder steil-
wand, vlooientheater, achtbaan, auto
scooter en noem verder maar op
maakt noch het hoogste, noch het snelste
rad een kermis tot een succes.
„Aan de exploitatie van mijn Himalaja
hebben tien mensen hun handen vol.
verder heb ik voor het transport in het
geheel acht wagens nodigaldus zei de
jonge ondernemende kermisman ons bij
het einde van het gesprek.
IN DE VIJFENTWINTIG JAAR dat ze bestaan, hebben ze al vele namen
gehad: de „Goudriaan-girls" bijvoorbeeld en de „dochters van Versteeg en ook:
de. „paradepaardjes van de N.S.". Wij houden het maar op die laatste naam,
u:ant we vinden dat ze daarmee het best gekenschetst worden Want parade
paardjes zijn het, de informatrices van de inlichtingenbureaus van de Neder
landse Spoorwegen, die dag in dag 'uit reizigers met hulp èn goede raad têr zijde
staan. Hun werk is afwisselend en veelomvattend: ze reserveren plaatsen ih
internationale treinen, boeken voor speciaal vakantievervoer (boot en trein)
naar het buitenland, geven verbindingen op in binnen- en buitenland en infor
meren de reiziger op alle gebieden, die met het spoorwegvervoer te maken
hebben. Zij zijn het visitekaartje van de N.S.
Dit jaar is voor de Nederlandse Spoor
wegen een bijzonder jaar: het is name
lijk 125 jaar geleden dat de eerste trein
in ons land reed. Dit feit zal feestelijk
herdacht worden. Daarnaast viert een van
de afdelingen van N.S. een jubileum: het
instituut van de inlichtingenbureaus, dat
op 9 mei 25 jaar bestaat.
Als in spoorwegkringen het woord in
lichtingenbureau valt, denkt men direct
aan nu wijlen de heer J. Wolterbeek, de
geestelijke vader van dit thans zo veel
omvattende service-apparaat. Van deze
heer Wolterbeek, die in leven deel uit
maakte van „EZ4" (Dienst van Econo
mische Zaken, 4e afdeling), is namelijk
het plan uitgegaan, op de grote stations
inlichtingenbureaus te vestigen, waar aan
het reizend publiek service kon worden
geboden. In de jaren 1938 en 1939 had
overleg plaats met de toenmalige presi
dent-directeur van N.S., prof. dr. ir. J.
Goudriaan, en dit resulteerde in de op
richting van het eerste N.S. Inlichtingen
bureau op het Centraal Station te Amster
dam op 6 jni 1939. Er werd begonnen
met drie informatrices („INF", in het
spoorwegjargon), die alras met de naam
„Goudriaan-girls" werden aangeduid. Het
initiatief viel bij het publiek zeer in de
smaak, en die eerste drie meisjes, Nel
Molenaar, Anneke Kampschmidt en Riet
Snoek, kwamen dan ook handen tekort om
alle belangstellenden van dienst te zijn.
De heer Wolterbeek, en zelfs de stations
chef van C.S., posteerden zich bij tijd en
wijle achter de balie om assistentie te ver
lenen. Intussen werden met spoed nog
enkele sollicitanten aangenomen en opge
leid.
HET SUCCES van „Inlichtingen Amster
dam" maakte dat nog in datzelfde jaar
Ruim tweehonderd spaarpotten uit de
unieke collectie van de heer N. M. A. ter
Wolbeek, procuratiehouder van de spaar
bank voor de stad Amsterdam, zijn ge
broken of onherstelbaar beschadigd toen
een schilder tegen de kast stootte waarin
zij stonden.
De heer Ter Wolbeek is uitermate scep
tisch gestemd over de hem toegezegde
mogelijkheden tot restauratie van een
aantal der deels in scherven uiteen ge
vallen spaarpotten.
De gehele collectie, op één na de groot
ste ter wereld, omvat niet minder dan
3.800 spaarpotten, waarbij ook zeer oude,
uit alle delen van de wereld.
op twee andere stations een informatie
bureau werd geopend: in Haarlem gebeur
de dat op 24 juli en in Den Haag (H.S.)
op 4 augustus.
Intussen pakten zich boven Europa
dreigende oorlogswolken samen en in 1940
barstte de bom. Ons land werd overrom
peld en ook de Spoorwegen ondervonden
grote schade. Het Rotterdamse D.P.-sta-
tion werd op 14 mei tijdens het beruchte
bombardement herschapen in een gebla
kerde puinhoop (de dag erna had daar het
vierde informatiebureau zullen worden ge
opend). Maar ondanks de sombere tijden
ging de opbouw van de N.S. Informatie
dienst gestaag door. In 1940 verrezen maar
liefst 9 nieuwe kantoren: Utrechts C.S.,
Den Haag S.S., Rotterdam Mathenesser-
laan Arnhem, Groningen, Maastricht,
Hilversum, Leeuwarden en Nijmegen. De
oorlogsjaren waren moeilijke jaren, ook
voor de meisjes, die hun informatieve taak
zo goed mogelijk probeerden uit te voe
ren. Treinen reden met vertraging of he
lemaal niet, ze werden vaak beschoten,
verbindingen vielen uit, reizigers raakten
zoek. Op de N.S.informatiebureaus drom
den de mensen samen om de meest uiteen
lopende inlichtingen te verkrijgen. Maar
ondanks de vele moeilijkheden bleef het
apparaat intact. Tot op 17 september via
de Engelse zender het befaamde bevel
klonk: „De kinderen van Versteeg moe
ten onder de wol", de codeafspraak aan
alle spoormensen om tot staking over te
gaan. Deze staking, waaraan ook alle in
formatrices deelnamen, zou bijna acht
maanden duren.
OP 5 MEI 1945 kon N.S. de balans op
maken na vijf jaar oorlog. De toestand
was allerminst rooskleurig: het bedrijf
was gedesorganiseerd, aan materieel en
installaties was enorme schade toege
bracht, vele employés waren omgekomen
(onder wie informatrice Ada Guurink, die
bij een treinbeschieting tussen Haarlem en
Amsterdam het leven liet). Het zou ja
ren duren voor het bedrijf weer normaal
en efficiënt zou kunnen functioneren. In
tussen wachtte de informatrices een grote
taak. Reisgidsen waren er in die dagen
niet, het publiek was geheel en al aange
wezen op de inlichtingenbureaus, die, zo
dra ze weer in bedrijf waren, werden
overstroomd. De heer Wolterbeek en zijn
medewerksters zetten alles op alles om de
zo hoog nodige service te bieden. Toen hij
op 1 augustus 1946 zijn 25-jarig ambtsju
bileum vierde, kon hij met trots wijzen
op een in ere herstelde en belangrijke uit
gebreide informatiedienst.
NA DE OORLOG werd het reizen naar
het buitenland steeds populairder hetgeen
betekende, dat de inlichtingenbureaus ook
op dit gebied steeds meer diensten moes
ten gaan verlenen. Men zag bovendien
in, dat het voor de meisjes volstrekt on
doenlijk was inlichtingen te geven over
plaatsen, vakantiemogelijkheden en accom
modatie in het buitenland indien zij daar
zelf nooit geweest waren. Om die reden
werd besloten, instructie-reizen voor groe
pen informatrices (voor de oorlog al op
zeer bescheiden schaal in het binnenland
uitgevoerd) te organiseren. Mei 1947 had
de eerste buitenlandse excursie (naar De
nemarken) plaats. In de loop der jaren
is dit plan verder uitgebouwd en nu ma
ken de informatrices regelematig excur
sies in binnen- en buitenland. Het insti
tuut van de inlichtingenbureaus groeide
tussen 1945 en heden uit tot een machtig
apparaat, dat voor N.S. èn reizend pu
bliek van grote waarde is. Toen de heer
Wolterbeek eind 1957 overleed, was het
ideaal waaraan hij in 1939 was begonnen
te werken, volledig verwezenlijkt.
HET VAK van informatrice is veelom
vattend en zwaar, maar ook zeer bege
renswaardig. Dit bleek onder andere toen
in 1962 de N.S., zoals bijna alle Neder
landse bedrijven te kampen kreeg met
personeelsgebrek. In vrijwel alle takken
van het bedrijf waren vacatures, die niet
konden worden aangevuld. De enige uit
zondering vormden de informatiebureaus.
Voor de betrekking van informatrice
meldden zich in dat jaar naar liefst.
250 sollicitanten!
Uiteraard moest men het merendeel
afwijzen. De eisen die aan een informatri
ce gesteld worden, zijn vrij streng. Als
vooropleiding is middelbare school ver
eist, terwijl de leeftijd van 17 jaar moet
zijn bereikt. Uiteraard moeten de meis
jes beschikken over improvisatie-vermo
gens, prettige manieren, een goed voor
komen en dienen zij enkele moderne ta
len te beheersen. Na indiensttreding vol
gen ze een opleiding in het bedrijf, die
zes maanden duurt en met een examen
wordt afgesloten. Daarna volgt plaatsing
op een van de bureaus in het land.
VIJFENTWINTIG jaar informatiedienst
markeren een periode, waarin de reisge-
woonten totaal zijn veranderd, waarin rei
zen naar en vakantie in het buitenland
gemeengoed zijn geworden, waarin af
standen zijn weggevallen, maar ook waar
in toerisme en alles wat daarmee sa
menhangt een zeer ingewikkeld geheel is
geworden, waarin alleen terdege geschool
de krachten thuis zijn. De N.S. Inlichtin
gendienst en zijn informatrices hebben zich
in die tijd voortdurend moeten aanpassen
aan wisselende omstandigheden, waarbij
hun werkzaamheden alleen maar zijn uit
gebreid en de taak zwaarder is gewor
den. De huidige kantoren met hun efficiën
te accommodatie zijn het bewijs dat de
dienst de „aansluiting niet heeft gemist".
VIJFENTWINTIG jaar inlichtingendienst
betekent ook een schat aan gekke voor
vallen, uitspraken en gebeurtenissen, die in
de loop van de tijd op de diverse kanto
ren werden opgetekend en nu te vinden
zijn in een brochure, die door N.S. ter
gelegenheid van het feest is verspreid. Ge
vleugelde woorden zijn erbij, zoals de
ze met betrekking tot de zondagsdienst:
„Juffrouw, zo'n trein met een overlijdens-
tekentje ervoor, rijdt die vandaag
(bureau Haarlem); of: „Juffrouw is het
waar dat op zaterdag de treinen door de
militairen verstopt zijn?" (Amsterdam);
of: „Juffrouw, ziet u mijn zuster daar
staan, daórginds bij die koffers? Moet zij
nou overstappen in Zwolle?" (Rotterdam);
of: „Dus u moet om 11.15 in Velsen zijn?
Maar waar moet u zijn? In Velsen-IJmui-
den, Velsen-Zeeweg of Velsen-Hoogovens?'
„Ik denk Hoogovens, want het is voor een
crematie!"; of (en hier schuilt een com
pliment in): „Je hoort hier meer dan bij
de R.V.D." (Utrecht).