GEZEGEND IS HET LEVEN DE KERMIS IS NOG SPRINGLEVEND PANDA EN DE MEESTER*MEESTER N.S.~„paradepaardj es" in het zilver Nederland en Pakistan stichten een school I Uit unieke collectie 200 spaarpotten gebroken Een oorspronkelijke roman door Klaas van der Geest Maar zij moet wel met tijd meegaan, zegt P. Nieuwe attractie kostte drie ton Kwarteeuw dienstbetoon door keurkorps van lieftallige en bekwame stationsinformatrices MAANDAG 11 MEI 1964 9 Hels lawaai O Steeds sneller Jaap Stipter Haarlem had bijna de primeur Gewoon doorgaan Inplaats van spoorboekjes... Instructiereizen Animo genoeg Nieuwe taken Gekke vragen Henk Bouwman 29) In het begin gaf hij zich er geen rekenschap van, maar was ze slechts een van de jongens en meisjes van wie hij de gezichten nog niet onderscheidde. Pas toen hij enke le terloops gemaakte, schampere op merkingen over haar had opgevangen opmerkingen, die hij beschouwde als geroddel en waaraan hij geen ge loof wilde hechten, maar die zich toch in zijn gedachten vastzetten werd hij zich ervan bewust, dat zij een van de weinigen onder zijn gehoor was tot wie hij het woord richt'te. Hij was eerlijk genoeg om tegenover zichzelf te erkennen, dat hij zich in zijn ij del heid gestreeld voelde door haar aan dacht. En toen zij op een keer na afloop van de catechisatie voor de kerk op hem wachtte om hem iets te vragen, werd hij daardoor aange naam getroffen. De catechisaties werden door de op geschoten jongens en meisjes voorna melijk beschouwd als een welkome gelegenheid om er op de lange win teravonden eens uit te gaan en elkaar te ontmoeten. Het viel hem dan ook altijd moeilijk de orde te bewaren, al slaagde hij daarin beter dan zijn voorgangers of de oudere predikanten op de dorpen in de omtrek. De haast, waarmee de hele troep aan het eind van de les opstond en naar buiten stommelde, maakte hem echter wel duidelijk, dat het hoogtepunt van de avond voor die jonge mensen pas aanbrak als ze in groepjes langs de landweggetjes naar huis gingen. Dat had hem altijd een beetje gehinderd. Hij was steeds voor de kerk blijven staan zolang hij hun luid gejoel en gelach in de verte kon horen. Maar toen Liesje hem eens na afloop van de catechisatie opwachtte ging hij meteen naar binnen en liet haar mee komen. Die eerste keer, dat hij haar sprak zonder dat er anderen bij wa ren, viel hem al op, hoe goed ze haar gedachten wist uit te drukken. Ze was wel een beetje schuchter, maar niet schuw, zoals andere meisjes van haar leeftijd en minder terughoudend dan de volwassenen in de kolonie. En ze maakte op hem de indruk, dat ze ern stig, hoewel misschien nog wat kin derlijk naar de diepere ondergrond van het menselijk bestaan zocht, naar iets, dat het leven zin en inhoud kon geven, maar daarbij steeds werd be vangen door twijfel, die ze telkens weer moest overwinnen. Wanneer hij naar haar luisterde of als hij tegen haar sprak, vergat hij het verschil in leeftijd. Na die eerste keer werd het al gauw gewoonte, dat hij haar elke avond, als er catechisatie was ge geven, nog even meenam naar de pastorie, waar ze bleef napraten, ter wijl de huishoudster, die met hem naar de kolonie was gegaan omdat zijn moeder liever in de stad bleef wonen, koffie schonk of chocolade gaf met een plakje koek. De oude vrouw, die hem van jongsaf verwend en vereerd had en niet wist welke duistere hartstochten en begeerten er in het wezen van een mens kunnen schuilen, zag er geen kwaad in. De jonge dominee zelf kwam niet op het idee, dat hij te vertrouwelijk met het meisje omging. Omdat Liesje er op een avond, toen het erg laat was ge worden, tegenop scheen te zien om alleen naar huis te gaan, besloot hij even met haar mee te lopen. Ze kwam er overigens niet openlijk voor uit, dat ze er tegenop zag om alleen te gaan, maar liet het wel dui delijk merken. Onderweg gaf ze, na lang aandringen toe, dat ze bang was om lastig te worden gevallen door een paar jongens. Als hij haar een beetje beter had gekend, zou hij ge weten hebben, dat het niet waar was. Liesje Tadema was geen meisje, dat lastig gevallen werd zonder het zelf uit te lokken. Het deed hem echter goed haar in bescherming te kunnen nemen en terwijl ze tussen de bos walletjes door over de zandweg gingen sloeg hij een arm om haar heen. Hoog boven hen flonkerden de sterren in de heldere hemel. Het was laat in de herfst en in de lucht hing de bitterzoete geur van verdorrende eikebladeren. Ergens in de verte kwaakte een troep eenden, die juist op een drassig weiland neergestreken was. Bij een hoeve, waar ze langs kwamen, blafte een hondje. Hij was veel ouder dan het meisje, maar zij was niet veel kleiner dan hij. En hij voelde de warmte van het jonge lichaam, dat zich tegen hem aan vlij de. Bij de Tademas brandde het licht nog in de huiskamer, toen ze afscheid namen. Ze was heel bedeesd, omdat hij daarbij even langs haar blozende wang streelde. Maar hij deed dat ook niet zoals een volwassene een kind langs de wangen streelt. En het was ook geen kind, dat een beetje plagend zei: „Dag domineetje „Dag domineetje "De woor den en de toon, waarop ze gezegd waren, bleven hem nog in de oren klinken, toen hij op die late avond terug liep. Ze wekten gevoelens zoals hij die tot nog toe niet had gekend. Gevoelens van jongensachtige opwin ding en blijdschap, die hem echter verwarden en tegelijkertijd vervulden met een vage angst. Die nacht werd het erg laat, eer hij sliep. En toen sliep hij nog onrustig ook. De volgen de morgen was hij echter tot bezin ning gekomen en had hij zich voorge nomen een andere houding aan te ne men tegenover het meisje. Maar in de loop van de dag begon hij zich af te vragen, wat er dan verkeerd was in zijn houding en waarom. Daarop bleef hij het antwoord schuldig. En de volgende week bracht hij Liesje na de catechisatie weer naar huis, alsof dit vanzelf sprak. De herfst verstreek. Het werd win ter met helder vriezend weer en maanlichte avonden. Avonden, waar op de jongens en meisjes niet meer in groepjes naar de kerk kwamen, daar een tijdlang stonden te stoeien en later ook weer tezamen weg gin gen, maar twee aan twee, één jongen en één meisje. Die winter liet de huishoudster bij de Tademas vragen of ze er bezwaar tegen hadden, dat Liesje op de pastorie kwam; zelf werd ze te oud om daar alles nog alleen te kunnen doen en ze zou graag hulp hebben, al was het maar voor een paar dagen per week. Hanne stemde dadelijk toe. Ook Gosse was er nogal mee ingenomen. Maar zodra hij met de Oele alleen was en het hem vertelde, waarschuwde de jongen: „Dat moet je niet toelaten, oom Gosse!" Hij zei het op een toon van iemand, die heel goed wist, waar hij het over had. En Gosse stond op het punt hem te vragen, wat er t tegen kon zijn, maar toen hij de Oele aan keek, zweeg hij. Pas de volgende dag begon hij er weer over, alsof hij het toen goed tot zich door had laten dringen. „Je wilt toch niet beweren, Oele zei hij. Het was nogal moeilijk de juiste woorden te vinden. Hij viel zichzelf in de rede. „Wat zou Liesje kunnen overkomen bij de dominee?" „Haér niets," zei de Oele, nogal ruw. „Maar je zult zien, dat er een hoop narigheid van komt!" En omdat Gosse dit toch moeilijk kon geloven, ging de jongen nog de volgende avond zelf naar de pastorie. Als Gosse en Hanne Tadema hem daar bij de do minee hadden gezien, zouden ze hem nauwelijks herkend hebben. Hij zag er uit als een oud, bezadigd man. En hij zei onomwonden, wat hij te ver tellen had. Als de dominee het van anderen nog niet gehoord had, zou hij het van hem horen. Ze ging al jaren lang met jongens om, Liesje, en het was ook waar, dat ze met mannen, volwassen mannen ging. Er werd zelfs al over gepraat, dat de dominee haar een keer of wat 's avonds naar huis gebracht had. Liesje had het zelf verteld, aan hem, en aan andere jongens. Een paar van hen waren zelfs achter haar en de dominee aan geslopen en hadden hen afgeluisterd, terwijl ze zich schuil hielden in een boswal. Toen kon de dominee zich nog even groot houden en vragen: (Wordt vervolgd) L/VVVVVMVVV/VVVVVVVAAAAWVVWfVVVfVVVWWVVVVVVVVVVVVVVVVVVVfVVVVVVVVVVVMMVMMVVVVVVUVVVVVVtfVtfW! „DE KERMIS leeft en zal blijven leven. Dit nieuwe sei zoen gaat het weer bewijzen. Er is geen sprake van, dat dit volksvermaak verwatert en ten dode opgeschreven is en dat nu reeds de dure attracties ongemerkt verdwijnen. Integen deelje moet op de kermis van vandaag iets durven. Met nieuwe stunts komen en er niet bij stilstaan, dat je bij een mislukking geheel geruïneerd bent. Mijn broer Jan Bakker introduceerde vorig jaar zijn reuzenrad van 26 m hoogte. het grootste, dat ooit op een kermis te zien geweest is. Hij heeft het dus in de hoogte gezocht en is niet bedrogen uit gekomen. Ik heb het nu maar eens gewaagd met de snelheid", aldus Frans Bakker (28) uit Apeldoorn, wiens kostbare „Himalaja-draaimolen" als een razende tol in de rondte davert. „ER BESTAAT geen snellere attractie. Toen we er voor het eerst dit koude voor jaar op de grote kermis te Enschede mee gingen draaien we komen trouwens dit seizoen nagenoeg in alle hoeken van het land hoorde ik zeggen: „Dat gaat veel te hard.daar durven de mensen niet in. Maar ze durfden wél. Het liep zelfs storm. Er waren ook enkele klanten van minstens zestig jaar, die tussen de teeners in het als een ijspaleis aangeklede carrou sel om een plaatsje vochten. Kortom: het werd een succes. „De mensen zijn in deze tijd van super sonische vliegtuigen en raketten gebiolo geerd door snelheid Zij houden van din gen, die zo hard gaan, dat zij geen tijd hebben om beroerd te worden. Vroeger pak weg een goede 25 jaar geleden was dit anders. Toen waren er ook reeds snelle attracties, maar de mensen moesten er niet veel van hebben en de molens ver dwaalden in vergeten brokstukken naar al lerlei pakhuizen. Ze waren hun tijd ver vooruit. maar ik heb begrepen, dat de instelling van het publiek veranderd is. u moet straks maar eens gaan kijken, hoe jong en oud reageert We braken het gesprek in de gezellig in gerichte woonwagen af en gingen kijken naar de over rails met een hels lawaai rond razende gondels- in-sleemodel, ge plaatst in een décor van bergen en sneeuw en oversch^nen door een zee van lampen. We zagen, hoe de passagiers over de door „berg en dal" voerende rails vlo gen en hoe de gondels op het toppunt van de snelheid „uitwaaierden" dus naar bui ten gingen zweven waarbij het hele draaifestijn voor 't oog tot één bonte streep werd, waarin geen enkel gezicht meer te herkennen viel. En we begrepen ineens, dat de door Frans Bakker gebruikte woorden „iets durven" niet zomaar gezegd waren, want er is stellig moed voor nodig om iets der gelijks door een constructiebedrijf te la ten bouwen. (Kosten van de molen, bui ten het wagenpark en alle verdere be nodigdheden, ongeveer drie ton). Want het publiek had ook alle veiligheidskabels ten spijt unaniem kunnen verklaren: „Dat ding is me veel te griezelig Nu geloven we niet, dat iemand zonder een aangeboren feeling voor de psychologi sche kant van de kermis zich tot een der gelijk experiment zou hebben laten verlei den. Maar Frans en zijn vrouw Suzanne, die hem trouw in zijn werk terzijde staat, Nederland en Pakistan zijn overeen gekomen samen een technische opleidings school op te richten. De school zal in Muitan komen, 640 kilo meter ten zuiden van Rawalpindi, en meer dan 80.000 dollar kosten. Nederland zal uitrusting en technici leveren en Pakistan zal het land en de gebouwen verschaffen. De school zal voor het einde van 1965 gereed zijn en tegelijkertijd 350 leerlingen opleiden. it rOfcMAWEH TOONDE* 162. „Stel mijn geduld niet teveel op proef, vriend 'Jolliepop," sprak Joris streng. „Ik heb nu reeds en kele malen verzocht mij cognac te brengen. En in plaats van u te reppen om mij van het gevraagde te voorzien, spreekt ge maar door over het vernietigen van een rechtsgeldig document. Foei! Hebt ge nu nog niet voldoende ondervonden, dat dergelijke gedachten naar de gevangenis leiden?" „Mijn gevangenname was een misverstand," zei Jolliepop met onderdrukte erger nis. „En wat dat document betreft: uit uw weigering om het te vernietigen maak ik op, dat u tegen de be langen van meneer Panda ingaat. Ik moet u dan ook verzoeken dit huis te verlaten. U hebt het recht niet om hier te zitten en bevelen te geven." „Welaan," sprak Joris, „als ge er zo over denkt, wens ik hier niet langer te blijven. Kom, Panda, we gaan terug naar de Bengelboei." „We?" herhaalde Panda. „Ik ga daar niet meer heen, hoor. Ik blijf hier." „O neen, ge gaat mede!" riep Joris streng. „Als uw knecht mij het recht ontzegt om hier te zitten en een cognacje te drinken, sta ik op mijn wettelijke rechten. En als hoofd van de school, waarop uw wettige voogd u plaat ste, heb ik het recht om u mede te nemen. Dus geen getreuzel. Pak uw tandenborstel en ga mee." Frans Bakker in een van zijn Himalaja- gondels, die over aan de binnenzijde gelegde rails lopen en op het hoogte punt van de snelheid naar buiten kun nen „uitvliegen". zijn geboren kermiskinderen. Zij zagen beide „op de reis" het levenslicht hij in Den Haag en zij in Zuid-Laren. En daarom is het geheel begrijpelijk, dat ze na rijp echtelijk beraad over de eventuele bouw van een snelheidsmolen goed gewe ten hebben, wat ze gingen doen. DAAR KOMT bij dat de familie Bakker in het bijzonder dan de twee vooruit strevende broers Jan en Frans, waarvan de laatste de jongste is evenzeer ook onver valst kermisbloed in de aderen heeft als de familie Sipkema, waarvan Suzanne een telg is. Toen we weer in de woonwagen terug wa ren, achter welks glas-in-lood-ramen we het verlichte reuzenrad van broer Jan vro lijk tegen een donkere hemel konden zien toen hij op 20-jarige leeltijd een rupsbaan pendelen, zei Suzanne ons: „Mijn vader was C.V. Sipkema.zeer bekend als ker- misfiguur. Zijn roepnaam was Ceevee hij had de laatste stoomcarrousel van ons land. Het heeft me als kind veel verdriet gedaan, dat deze attractie moest verdwij nen. FRANS BAKKER begon zijn carrière INCASSO WEEKABONNEMENTEN De incasso van het abonnementsgeld iedere week kost veel geld en moeite, aan u en aan onze bezorgers. Er zijn twee mogelijkheden om het ongemak in dit opzicht te vermijden a. Overgang op een kwartaalabonne ment. b. Betaling aan de bezorger voor een periode van 4—5 weken. U krijgt dan een door de bezorger onder tekend ontvangstbewijs. Misver stand over de betaling is daardoor uitgesloten. Het resultaat voor u Minder geloop naar en gebel aan de deur; in uw wijk daardoor een vlottere bezorging. Voor de bezorger minder last. Probeert u het eens. DE ADMINISTRATIE van zijn vader overnam, die later omge bouwd werd tot een draaimolen, beplant met maanraketten Maar het succes van deze attractie „in de geest des tijds" bleek minder groot dan verwacht was, zo dat het geheel weer werd omgetoverd in een rupsbaan. Hierna werd een „para trooper" in bedrijf genomen oftewel een scheef hangende parachutemolen. („Die heb ik verkocht en die staat nu ginds naast de autoscooter. Vorig jaar ging Frans van snel en nog sneller dromen. Maar nog voordat hij aan de uitwerking van zijn idee begonnen was, kreeg hij te horen: „Dat moet je nooit doen. „Maar," zo zei hij ons, „nooit ligt bij mij onder de wagen 'Overigens reali seert hij zich heel goed, dat hij met zijn attractie nergens zou zijn, indien de ande re kermisexploitanten ook niet hun best» beentje zouden voorzetten. Zonder steil- wand, vlooientheater, achtbaan, auto scooter en noem verder maar op maakt noch het hoogste, noch het snelste rad een kermis tot een succes. „Aan de exploitatie van mijn Himalaja hebben tien mensen hun handen vol. verder heb ik voor het transport in het geheel acht wagens nodigaldus zei de jonge ondernemende kermisman ons bij het einde van het gesprek. IN DE VIJFENTWINTIG JAAR dat ze bestaan, hebben ze al vele namen gehad: de „Goudriaan-girls" bijvoorbeeld en de „dochters van Versteeg en ook: de. „paradepaardjes van de N.S.". Wij houden het maar op die laatste naam, u:ant we vinden dat ze daarmee het best gekenschetst worden Want parade paardjes zijn het, de informatrices van de inlichtingenbureaus van de Neder landse Spoorwegen, die dag in dag 'uit reizigers met hulp èn goede raad têr zijde staan. Hun werk is afwisselend en veelomvattend: ze reserveren plaatsen ih internationale treinen, boeken voor speciaal vakantievervoer (boot en trein) naar het buitenland, geven verbindingen op in binnen- en buitenland en infor meren de reiziger op alle gebieden, die met het spoorwegvervoer te maken hebben. Zij zijn het visitekaartje van de N.S. Dit jaar is voor de Nederlandse Spoor wegen een bijzonder jaar: het is name lijk 125 jaar geleden dat de eerste trein in ons land reed. Dit feit zal feestelijk herdacht worden. Daarnaast viert een van de afdelingen van N.S. een jubileum: het instituut van de inlichtingenbureaus, dat op 9 mei 25 jaar bestaat. Als in spoorwegkringen het woord in lichtingenbureau valt, denkt men direct aan nu wijlen de heer J. Wolterbeek, de geestelijke vader van dit thans zo veel omvattende service-apparaat. Van deze heer Wolterbeek, die in leven deel uit maakte van „EZ4" (Dienst van Econo mische Zaken, 4e afdeling), is namelijk het plan uitgegaan, op de grote stations inlichtingenbureaus te vestigen, waar aan het reizend publiek service kon worden geboden. In de jaren 1938 en 1939 had overleg plaats met de toenmalige presi dent-directeur van N.S., prof. dr. ir. J. Goudriaan, en dit resulteerde in de op richting van het eerste N.S. Inlichtingen bureau op het Centraal Station te Amster dam op 6 jni 1939. Er werd begonnen met drie informatrices („INF", in het spoorwegjargon), die alras met de naam „Goudriaan-girls" werden aangeduid. Het initiatief viel bij het publiek zeer in de smaak, en die eerste drie meisjes, Nel Molenaar, Anneke Kampschmidt en Riet Snoek, kwamen dan ook handen tekort om alle belangstellenden van dienst te zijn. De heer Wolterbeek, en zelfs de stations chef van C.S., posteerden zich bij tijd en wijle achter de balie om assistentie te ver lenen. Intussen werden met spoed nog enkele sollicitanten aangenomen en opge leid. HET SUCCES van „Inlichtingen Amster dam" maakte dat nog in datzelfde jaar Ruim tweehonderd spaarpotten uit de unieke collectie van de heer N. M. A. ter Wolbeek, procuratiehouder van de spaar bank voor de stad Amsterdam, zijn ge broken of onherstelbaar beschadigd toen een schilder tegen de kast stootte waarin zij stonden. De heer Ter Wolbeek is uitermate scep tisch gestemd over de hem toegezegde mogelijkheden tot restauratie van een aantal der deels in scherven uiteen ge vallen spaarpotten. De gehele collectie, op één na de groot ste ter wereld, omvat niet minder dan 3.800 spaarpotten, waarbij ook zeer oude, uit alle delen van de wereld. op twee andere stations een informatie bureau werd geopend: in Haarlem gebeur de dat op 24 juli en in Den Haag (H.S.) op 4 augustus. Intussen pakten zich boven Europa dreigende oorlogswolken samen en in 1940 barstte de bom. Ons land werd overrom peld en ook de Spoorwegen ondervonden grote schade. Het Rotterdamse D.P.-sta- tion werd op 14 mei tijdens het beruchte bombardement herschapen in een gebla kerde puinhoop (de dag erna had daar het vierde informatiebureau zullen worden ge opend). Maar ondanks de sombere tijden ging de opbouw van de N.S. Informatie dienst gestaag door. In 1940 verrezen maar liefst 9 nieuwe kantoren: Utrechts C.S., Den Haag S.S., Rotterdam Mathenesser- laan Arnhem, Groningen, Maastricht, Hilversum, Leeuwarden en Nijmegen. De oorlogsjaren waren moeilijke jaren, ook voor de meisjes, die hun informatieve taak zo goed mogelijk probeerden uit te voe ren. Treinen reden met vertraging of he lemaal niet, ze werden vaak beschoten, verbindingen vielen uit, reizigers raakten zoek. Op de N.S.informatiebureaus drom den de mensen samen om de meest uiteen lopende inlichtingen te verkrijgen. Maar ondanks de vele moeilijkheden bleef het apparaat intact. Tot op 17 september via de Engelse zender het befaamde bevel klonk: „De kinderen van Versteeg moe ten onder de wol", de codeafspraak aan alle spoormensen om tot staking over te gaan. Deze staking, waaraan ook alle in formatrices deelnamen, zou bijna acht maanden duren. OP 5 MEI 1945 kon N.S. de balans op maken na vijf jaar oorlog. De toestand was allerminst rooskleurig: het bedrijf was gedesorganiseerd, aan materieel en installaties was enorme schade toege bracht, vele employés waren omgekomen (onder wie informatrice Ada Guurink, die bij een treinbeschieting tussen Haarlem en Amsterdam het leven liet). Het zou ja ren duren voor het bedrijf weer normaal en efficiënt zou kunnen functioneren. In tussen wachtte de informatrices een grote taak. Reisgidsen waren er in die dagen niet, het publiek was geheel en al aange wezen op de inlichtingenbureaus, die, zo dra ze weer in bedrijf waren, werden overstroomd. De heer Wolterbeek en zijn medewerksters zetten alles op alles om de zo hoog nodige service te bieden. Toen hij op 1 augustus 1946 zijn 25-jarig ambtsju bileum vierde, kon hij met trots wijzen op een in ere herstelde en belangrijke uit gebreide informatiedienst. NA DE OORLOG werd het reizen naar het buitenland steeds populairder hetgeen betekende, dat de inlichtingenbureaus ook op dit gebied steeds meer diensten moes ten gaan verlenen. Men zag bovendien in, dat het voor de meisjes volstrekt on doenlijk was inlichtingen te geven over plaatsen, vakantiemogelijkheden en accom modatie in het buitenland indien zij daar zelf nooit geweest waren. Om die reden werd besloten, instructie-reizen voor groe pen informatrices (voor de oorlog al op zeer bescheiden schaal in het binnenland uitgevoerd) te organiseren. Mei 1947 had de eerste buitenlandse excursie (naar De nemarken) plaats. In de loop der jaren is dit plan verder uitgebouwd en nu ma ken de informatrices regelematig excur sies in binnen- en buitenland. Het insti tuut van de inlichtingenbureaus groeide tussen 1945 en heden uit tot een machtig apparaat, dat voor N.S. èn reizend pu bliek van grote waarde is. Toen de heer Wolterbeek eind 1957 overleed, was het ideaal waaraan hij in 1939 was begonnen te werken, volledig verwezenlijkt. HET VAK van informatrice is veelom vattend en zwaar, maar ook zeer bege renswaardig. Dit bleek onder andere toen in 1962 de N.S., zoals bijna alle Neder landse bedrijven te kampen kreeg met personeelsgebrek. In vrijwel alle takken van het bedrijf waren vacatures, die niet konden worden aangevuld. De enige uit zondering vormden de informatiebureaus. Voor de betrekking van informatrice meldden zich in dat jaar naar liefst. 250 sollicitanten! Uiteraard moest men het merendeel afwijzen. De eisen die aan een informatri ce gesteld worden, zijn vrij streng. Als vooropleiding is middelbare school ver eist, terwijl de leeftijd van 17 jaar moet zijn bereikt. Uiteraard moeten de meis jes beschikken over improvisatie-vermo gens, prettige manieren, een goed voor komen en dienen zij enkele moderne ta len te beheersen. Na indiensttreding vol gen ze een opleiding in het bedrijf, die zes maanden duurt en met een examen wordt afgesloten. Daarna volgt plaatsing op een van de bureaus in het land. VIJFENTWINTIG jaar informatiedienst markeren een periode, waarin de reisge- woonten totaal zijn veranderd, waarin rei zen naar en vakantie in het buitenland gemeengoed zijn geworden, waarin af standen zijn weggevallen, maar ook waar in toerisme en alles wat daarmee sa menhangt een zeer ingewikkeld geheel is geworden, waarin alleen terdege geschool de krachten thuis zijn. De N.S. Inlichtin gendienst en zijn informatrices hebben zich in die tijd voortdurend moeten aanpassen aan wisselende omstandigheden, waarbij hun werkzaamheden alleen maar zijn uit gebreid en de taak zwaarder is gewor den. De huidige kantoren met hun efficiën te accommodatie zijn het bewijs dat de dienst de „aansluiting niet heeft gemist". VIJFENTWINTIG jaar inlichtingendienst betekent ook een schat aan gekke voor vallen, uitspraken en gebeurtenissen, die in de loop van de tijd op de diverse kanto ren werden opgetekend en nu te vinden zijn in een brochure, die door N.S. ter gelegenheid van het feest is verspreid. Ge vleugelde woorden zijn erbij, zoals de ze met betrekking tot de zondagsdienst: „Juffrouw, zo'n trein met een overlijdens- tekentje ervoor, rijdt die vandaag (bureau Haarlem); of: „Juffrouw is het waar dat op zaterdag de treinen door de militairen verstopt zijn?" (Amsterdam); of: „Juffrouw, ziet u mijn zuster daar staan, daórginds bij die koffers? Moet zij nou overstappen in Zwolle?" (Rotterdam); of: „Dus u moet om 11.15 in Velsen zijn? Maar waar moet u zijn? In Velsen-IJmui- den, Velsen-Zeeweg of Velsen-Hoogovens?' „Ik denk Hoogovens, want het is voor een crematie!"; of (en hier schuilt een com pliment in): „Je hoort hier meer dan bij de R.V.D." (Utrecht).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 9