Kennedy is nu al een legende Boeken over zijn leven op bestsellerlijsten Australische arbeiders willen delen in de welvaartsstijging Sociale hervormingen stuiten in Zuid- Amerika steeds op reactionair verzet Bestrijding van armoede heet |^JML meteen communisme Apartheid, ook in de wetenschap Doorgaand verkeer nu om stad heen Staking is er soms beter doel waardig Twentsche Bank Vooruitzichten beter „Communist, fascist Franse hulp aan Tunesië gestopt griep? WITTE KRUIS MAAKT U VLOT WEER FIT! krijg ik een hoge spaarrente? op een TermijnspaarBrief van De WOENSDAG 13 MEI 1964 15 Publiciteit Levensbeschrijvingen Verblindend witte tanden Begaafde medewerkers Hoger loon Stakingsrecht Schade President-generaal H. Castello Branco. Ex-president Goulart (Van onze correspondent) WASHINGTON De golf van emotie, die het Amerikaanse volk naar aanleiding van de moord op John Fitzgerald Kennedy overspoelde, heeft tot op de dag van van daag, bijna zes maanden na de gebeurte nis, uitlopers. De naaste medewerkers van de dode president kunnen hun ontroe ring nauwelijks bedwingen als zij over hem spreken of schrijven, zijn bewonde raars verheerlijken zijn nagedachtenis en zijn vroegere critici uiten posthume lof of onthouden zich van elk negatief oordeel. Jack Kennedy, zoals hij in de wandeling genoemd werd, is reeds nu een legendari sche figuur, die posthuum nog meer tot de verbeelding blijkt te spreken dan bij zijn leven. Dat komt niet door de gruwelijke ma niet waarop hij stierf: er zijn in de Ame rikaanse geschiedenis meer presidenten vermoord en zij zijn op Lincoln na nooit legendes geworden. Het komt al evenmin door de grote resultaten van het Kenne- dy-bewind, dat tenslotte nog geen drie jaar (van januari 1961 tot eind november 1963) geduurd heeft, waarin vele initiatieven niet tot rijpheid kwamen en de legislatieve successen ronduit gering waren. De be handeling van de Cuba-crisis geldt als om streden. Vietnam is nog steeds een pro bleem evenals Berlijn, terwijl de overeen komst over het stopzetten van kernproe ven eigenlijk niet meer is geweest dan een eerste stap op een weg naar verdere ont spanning, die door het uitblijven van over eenstemming over wederzijdse inspectie nog relatief blijft. NEEN, DE LEGENDE, die overigens nog ten dele in de maak is, is eerder af komstig van Kennedy's jeugd, zijn rijk dom, zijn stralende familie, zijn humor en zijn inspirerende wijze van werken, denken en praten. Over deze aspecten van de ver moorde president handelen de vele boeken, die van de persen rollen en de naam Ken nedy in hun titel dragen. Het zijn deze facetten die naar voren komen uit de hon derden foto's, die deze boeken verfraaien. Dat is geen toeval. Kennedy was er zich van bewust zijn sinds 1960 sterk gestegen populariteit te danken te hebben aan zijn persoonlijkheid. Hij deed veel voor zijn persoonlijkheidsbeeld, was bijzonder han dig in publiciteitskwesties en had het gro te voordeel er altijd goed uit te zien: zowel In smoking als in tennisbroek, zowel in zwempak als in rok. Wanneer hij naar voren trad als rede naar wapende hij zich steeds met een uit gebalanceerde tekst, vaak geschreven door de brillante Ted Sorensen, terwijl hij elke gelegenheid aangreep voor openbaar vraag- en antwoordspel op persconferen ties, wel wetend dat de snelle reactie, de geestige inval en het parate antwoord tot zijn sterkste kwaliteiten behoorden. Kenne dy zag kans altijd intelligent, altijd geestig en briljanUen altijd op de hoogte te lijken. Een verbluffende prestatie in een wereld met meedogenloze nieuwsmedia, zoals ra dio en televisie. DRIE BOEKEN, die aan de legendevor ming in bovengenoemde zin bijdragen, staan op de Amerikaanse bestsellerlijs ten: „Four Days", een overzicht, voorna melijk aan de hand van foto's, van de dag van Kennedy's dood en de drie daaropvol gende dagen inclusief de begrafenis. „A Day in the Life of President Kennedy" van Jim Bishop, dat 'n minutieus tableau is van een dag in het Witte Huis, geschreven nadat Bishop met zijn vrouw bij de Ken nedy's had gelogeerd een week voor de moord. En „Profiles in Courage", van Kennedy zelf, een aantal essays uit 1956, die in totaal nu al 112 weken op de best sellerslijst van de New York Times heb ben gestaan. Nog niet tot de toplijsten doorgedrongen zijn „The John F. Kenedy's", 'n familie fotoboek van Mark Shaw, „The Torch is passed" een samenvatting van de Associa ted Press reportages over de dood van de president, „John F. Kennedy, Presi dent", een herdenkingsboek van Hugh Si- dey, dat eigenlijk een studie van vorig jaar over Kennedy is met een slothoofd stuk over het einde van de era, en tenslot te „That special Grace" van Benjamin Bradlee, een persoonlijke vriend van de Kennedy's, die in Washington woont niet ver van het huis, waarin Kennedy jaren geleden als senator zijn intrek nam. Dit laatste boekje is het meest typerend voor de manier, waarop Kennedy's vrien den over hem praten: vol verering, vol emotie en nog steeds met een ondertoon van diepe treurigheid over het plotselinge afbreken van Kennedy's presidentschap. VOOR DEZE VRIENDEN, aanhangers, bewonderaars en geestverwanten was Kennedy niet alleen maar jong, rijk, gees tig en kundig. Voor hen was hij een voort durende inspiratie, een logenstraffer van de bij vele intellectuelen bestaande me ning dat politiek een ondoorzichtige, vaak dubieuze aangelegenheid is. Zoals Kenne dy's perschef Pierre Salinger dezer dagen zei: „door hem werden wij ervan over tuigd dat politiek niet iets middelmatigs voor middelmatige figuren behoeft te zijn. Met Kennedy nam het beste, wat de Ame rikaanse natie had voort kunnen brengen, het roer in handen". Niemand kan ontkennen dat dit laatste waar is. Nog nooit was het Witte Huis zo gevuld met een toplaag van begaafde men sen als tijdens de Kennedy-era. Nooit tevo ren deden zoveel briljante lieden afstand van hoge salarissen elders om een rege ring te dienen tegen veel slechtere betaling als toen. Men beseft dat vooral, sinds John son president is en een ander soort lieden de touwtjes in handen hebben genomen. De middelmatigheid is teruggekeerd en één voor één gaan de Kennedymensen weer naar hun oude veel beter betalende betrek kingen, ook al zijn er op dit moment nog een aantal over. Dit vertrekken is geen motie van wan trouwen tegen Johnson, maar een erken ning 'van het onbetwistbare feit dat er een andere atmosfeer heerst, dat het doen weer op de allereerste plaats is gekomen. Het denken op lange termijn, waaraan Kennedy zo veel waarde hechtte en waar voor zovele intellecten zich ter beschikking stelden, is in waarde gedaald. En bovendien is het een erkenning van het verschil tussen de persoonlijkheid van de gewiekste, banaal grappige, soms pa thetische partijpoliticus Johnson en die van de koele, kritische, sceptisch-progres- sieve Kennedy, die wellicht als eerste pre sident van de Verenigde Staten zich zelf relativeerde en om zich zelf kon lachen zonder een ogenblik zijn verantwoordelijk heid of politieke doeleinden te vergeten. De jeugdige president met zijn jonge ge zin, die geboren werd in een gouden wieg en op jonge leeftijd, lachend met verblin dend witte tanden, het hoogste ambt ter wereld bereikte, is het alledaagse deel van de legende en het minst ware. Aan het intellectuele en historisch voor al belangrijke gedeelte dragen nog dage lijks mensen bij en niet de eerste de bes ten: Kennedy's begaafdste medewerkers, Ted Sorensen, Mcgeorge Bundy, Kenneth O'Donnell, Arthur Schlesinger, Walt Ros- tow, Kenneth Galbraith zijn allen bezig aan het uitwerken van aantekeningen en gedachten over het Kennedy-tijdperk. Pierre Salinger redigeerde al een boek over de dode president, dat deze maand verschijnt. Familieleden, vrienden, jour nalisten en anderen lijken nog meer te wil len publiceren. Een Kennedy-legende is in de maak. Zr stralend en uniek dat het abrupte einde er van des te droeviger wordt en dat men zich afvraagt of het op zichzelf begrijpe lijke melancholieke terugzien van veel Kennedymensen niet juist met- zich mee brengt dat veel intellectuele energie zich van Washington afwendt, waardoor dit middelpunt van de Westelijke macht die per dan nodig dreigt tprug te valien in de kleffe middelmatigheid van Amerika's dagelijkse politieke leven. KAAPSTAD (Reuter) Het Zuidafri- kaanse ministerie van Onderwijs Kunsten en Wetenschappen heeft dinsdag bekend gemaakt, dat alle wetenschappelijke in stellingen in het land het verzoek hebben gekregen, de statuten zo te wijzigen dat er geen niet-blanken lid van kunnen zijn. Volgens het ministerie is onlangs bij een aantal verenigingen, zoals het Genootschap van Vogelvriende, geïnformeerd of zij niet-blanken van het lidmaatschap hebben uitgesloten. BONN (AP) Ter ontlasting van het enorm drukke verkeer in Bonn is gisteren een nieuwe autosnelweg geopend. De vierbaansweg, die ten doel heeft een einde te maken aan de geweldige ver keersopstoppingen bij de gebouwen waar kanselier en parlement zetelen, wordt ge kruist door een voetgangerstunnel. De plannen voor het nieuwe stuk snel weg, waardoor het verkeer uit het cen trum van de stad wordt geweerd, zijn vijf tien jaar geleden al gemaakt. Met de uit voering werd een begin gemaakt, nadat iedereen een tiental jaren lang de tijd had gehad er iets over te zeggen. Voor de oorlog was Bonn 'n rustige uni versiteitsstad. De grootste drukte veroor zaakten de studenten die van het ene naar het andere college holden. Maar de auto cratische Adenauer maakte er de bonds- hoofdstad van, ten dele omdat hij vlak te genover de stad aan de andere zijde van de Rijn woonde. Op het ogenblik is Bonn met één auto op de 4,3 inwoners de stad met de grootste autodichtheid van de Bondsrepubliek. Al die autos mceten zich door de nauwe stra ten wringen, waarbij zich nog het verkeer voegt dat zich over de Rijnbrug in de stad uitstort. Aangezien het doorgaande verkeer van de nieuwe weg gebruik zal maken, blijft het centrum van de stad voor de 140.000 inwoners. Advertentie (Van onze correspondent) SYDNEY Het is begrijpelijk dat in een welvaartsstaat, zoals Australië de drang naar „gelijktrekking" van lonen en arbeidsvoorwaarden een van de voor naamste doelstellingen van de vakbewe ging vormt. Er is in Australië echter een opvallend verschil te constateren in de op vattingen van zo'n vijftien jaar geleden en van nu. In 1950 kwam het salaris van bij voorbeeld een universiteitsprofessor nau welijks uit boven dat van een geschoold vakman. Die periode is voorbij, want de salarissen van zulke docenten staan thans op een veel hoger peil. Dit wil niet zeggen, dat de beloningen van andere intellectuelen ten achter zijn gebleven. Integendèel, ook de hogere amb tenaren hebben deel aan de „optrekking" van de salarissen gehad en semi-intellec- tuelen, zoals we de overige „witte-boord" werkers mogen noemen, varen er niet min der wel bij. Ook de lonen van de geschoolde arbei ders zijn niet onveranderd gebleven. Er is echter in de afgelopen twee tot drie jaar niet veel verandering in de prijsindex op getreden, wat er op wijst, dat de economie in het land tamelijk stabiel is gebleven. Het gemiddelde minimum loon staat nu op 120 gulden per week en het gemiddelde loon, dat volgens de arbeidsovereenkomst wordt betaald, 144 gulden per week. Maar het wekelijkse gemiddelde loon, dus met overwerkuren, bedraagt bijna 200 gulden. Toch eisen de vakverenigingen hoger loon, want, zo zeggen haar woordvoerders de lonen zijn niet aangepast aan de ver hoogde welvaart sinds 1960. Anders ge zegd de werknemers hebben geen aandeel gehad in de stijging van die welvaart. De vakbonden eisen daarom een loonsverho ging van 20 gulden per week. Zulke eisen worden in de regel voor de verzoenings- en arbitragerechter gebruikt En nu is het verwonderlijk te zien hoe de werknemers de laatste tijd verhit raken over de arbeidsvoorwaarden en tot wilde Stakingen overgaan. In enkele gevallen gaan zelfs de vakbonden over tot het uitroepen van een staking, hoewel zij we ten, dat zij daardoor een boete krijgen, die tot ettelijke tienduizenden guldens kan op lopen. Zo heeft de transportarbeidersbond een boete opgelopen van meer dan 20.000,-. De bond is daarover zó gebelgd, dat be sloten is op een nader te bep&len datum een staking uit te roepen. Hierbij zijn 60.000 leden betrokken. De vakbonden heb ben van alles geprobeerd om de gehate boetebepalingen uit de wet geschrapt te krijgen. Zij wensen met andere woorden een volkomen vrij stakingsrecht. Afgezien hiervan vechten de vakbonden dikwijls voor kleinigheden. Voorbeelden hiervan zijn de stakingen van het overheidsvervoerpersoneel, waar door het gehele openbare vervoer (behal ve de treinen in Sydney en New Castle) tot stilstand kwam. Het doel van deze sta king betrof verkorting van de maximum onafgebroken diensttijd met een half uur. Zo'n staking is een beter doel waardig, maar terwijl de regering van Nieuw Zuid Wales op dit punt weigert te zwichten, heeft zij anderzijds, nog voor enige druk op haar is uitgeoefend, besloten de jaar lijkse vakantie van het overheidspersoneel wettelijk werd verlengd van twee tot drie weken. De jongste stap van de regering zal er wel toe moeten leiden, dat andere staten dit voorbeeld zullen volgen, zoals in het verleden het geval is geweest met de veertig-urige arbeidsweek. Het personeel van de posterijen in Syd ney heeft het werk het sorteren van de brieven en postpakketten gedurende zes dagen neergelegd, omdat het meende dat de avondploeg om half elf inplaats van elf uur behoorde „af te nokken". De scha de die deze staking aan het bedrijfsleven en aan particulieren heeft berokkend, valt bij benadering niet te schatten. Nadat de stakers het werk hadden hervat, zou het, volgens de deskundigen, nog wel vier we ken duren voor het postverkeer weer nor maal was. De vrees is niet ongegrond, dat de golf van stakingen een bedreiging vormt voor het bestaande systeem van „verzoening en arbitrage." Het bestuur van de federatie van vak bonden maakt zich zorgen, dat er zoveel „wilde stakingen" voorkomen, waarover de federatie geen controle heeft. Hefnaw Abdel Fayed, kampioen piramidebestormer van Egypte, ver toonde gisteren zijn kunnen voor premier Kroesjtsjev op de piramide van Cheops (in vier minuten heen en weer naar de 146 meter hoge top) en kreeg daarvoor vier kussen. Vijf maanden geleden kreeg hij als be loning van de Chinese premier Tsjoe- en-Lai een pen cadeau, maar de kampioen was niet teleurgesteld: „Het is voldoende dat hij mij omhelsde. Een kus is wel duizend pond waard. Ik vond het leuker Kroesjtsjev te ont moeten want ik vind hem aardiger". Rechts mevrouw Kroesjtsjev die haar man op zijn zeventiendaags staats bezoek vergezelt. (Telefoto) Advertentie Waar... Vermeerdert Uw spaargeld met een kwart, koopt Termijnspaar- Brieven van De Twentsche Bank. Een TermijnspaarBrief groot 100 gulden is op 1 oktober 1969 inwisselbaar tegen 125 gulden. Verkrijg baartot 50.000 gulden per persoon, bij alle kantoren van De Twentsche Bank en de met haar geaffilieerde banken Van Mierlo en Zoon en de Alphensche Bank. (Van onze correspondente) MEXICO De reacties van Latijns- Amerika op de staatsgreep in Brazilië va riëren al naar gelang de politieke kleur van voorzichtige goedkeuring tot de al- lerscherpste spot en cynisme. Een conser vatief Mexicaans dagblad toonde de kari katuur van twee met ridderorden bedek te generaals met reuze petten: „Wat de volgende revolutie betreft", zegt de een tegen de ander, je weet, je kunt me altijd vinden op de club!". Met dat al is in commentaar van links en rechts een zekere vermoeidheid te be speuren. „Ons kent ons" langzamerhand te goed en over vicieuze cirkels valt uit eindelijk weinig meer te zeggen. Sinds 1961 is het aantal rechtse dictaturen in Latijns- Amerika van drie tot negen gestegen. Al leen in Paraguay, Haïti en Nicaragua be stonden reeds begin 1961 rechtse dictatu ren. Sindsdien hebben militaire staatsgre pen daaraan zes andere toegevoegd na melijk Guatemala, Honduras, El Salvador, Dominicaanse Republiek, Ecuador en nu Brazilië. Na de staatsgreep in Brazilië zond president Johnson zijn „warmste goe de wensen" aan de nieuwe president. De fundamentele redenen voor die staatsgrepen zijn vrijwel altijd dezelfde: eindloze intrigues in de nooit ophoudende manoeuvres van enkele groepen burgers en militairen om machtsworstelingen. On opgeloste economisch-structurele proble men, die verschrikkelijke wanverhoudin gen meebrengen. Uitblijvende sociale her vormingen met ideologische gisting en politieke instabiliteit als gevolg ervan. Po gingen tot hervormingen stuitten telkens weer op verzet en verwijten als „te pro gressief, te links, te rood, communistisch geïnspireerd". Het is tragisch dat Latijns-Amerika in de koude oorlog wordt betrokken. Want het betekent dat Latijns-Amerikaanse landen niet gemakkelijk iiun eigen natuurlijke ont wikkelingsweg kunnen gaan. In dit ver band is de opmerking van minister Luns interessant. Hij zei onlangs in Mexico over Cuba: „Als Cuba de weg had ge volgd van Mexico, dan zou het er vandaag anders uitzien". Maar Mexico had een geluk dat Cuba niet had: Mexico was namelijk de Russen zeven jaar voor met zijn revolutie. Geen perscampagnes konden de noodzakelijke Mexicaanse revolutie van 1910 als „com munistisch geïnspireerd" doodverven. Wanner nü Latijns-Amerikaanse landen aan hetzelfde toe zijn als Mexico in 1910, is het bijna een gewoonte geworden om zelfs pogingen tot sociale hervormingen te frustreren door ze als van „links" ko mend, als „rood" en „gevaarlijk", te brandmerken. Dat de ultra-conservatieven en reactionairen steeds opnieuw slagen in het verijdelen van de zo noodzakelijke her vormingen, komt omdat zij als bevoorrech te bevolkingsgroep het geld en dus de macht bezitten voor de nodige tegenzetten. Machtige buitenlandse maatschappijen zijn ook niet altijd geïnteresseerd bij her vormingen. „Amerikaanse farmaceutische maatschappijen in Brazilië zouden op 7 april onteigend zijn, als Goulart's regering niet omver was geworpen", heeft de Ame rikaanse fabrikant P. B. Hofmann, direc teur van Johnson en Johnson verklaard. Hofmann zei, dat er al een getekend de creet gereed lag om Amerikaanse farma ceutische ondernemingen in Brazilië te onteigenen. Hij beschreef de ondernemin gen van Johnson en Johnson in Brazilië (2.200 man personeel) als „ons probleem" en voegde er aan toe: „De vooruitzichten met de nieuwe Braziliaanse regering, zijn veel beter". Het conservatieve Braziliaanse dagblad „Estado de Sao Paulo" dat Goulart on ophoudelijk heeft aangevallen, noemde diens pogingen om door middel van pre sidentiële decreten de weigeringen van het congres te ontkrachten „een gevaarlijk pad". Maar met het voortdurende verzet tegen zijn hervormingen bleven Goulart niet veel andere mogelijkheden tot invoe ring ervan. Intussen, al vóór zijn ambtsaanvaarding werd in Goulart een grootgrondbezitter op wiens bezittingen het beste vee van Brazilië wordt gefokt a priori een links radicaal en een communist gezien. Dit on- PARIJS (AP). De Franse regering heeft met ingang van 2 mei haar econo mische hulp aan Tunesië opgeschort, tot dat er overeenstemming zal zijn bereikt over de kwestie van de onteigening van de landbouwgronden van Franse staats burgers in Tunesië. Hiermee heeft het conflict tussen Frank rijk en Tunesië een beslissend stadium be reikt. Op 28 april had de president van Tunesië, Habib Bourguiba, gewaarschuwd dat hij buitenlandse voornamelijk Franse landbouwgronden zou nationaliseren. Het gaat hier om ongeveer 240.000 hectaren. De Tunesische autoriteiten hebben nu overwogen welke maatregelen zij kunnen treffen om de stopzetting van de Franse hulpverlening aan Tunesië op te vangen. De Franse hulp zou dit jaar ongeveer 55 miljoen gulden bedragen. Er is voorspeld dat de stopzetting van de Franse financiële hulp zou kunnen lei den tot een kettingreactie die mogelijk tot verdere moeilijkheden zal leiden voor de Franse kolonisten in Tunesië. danks het feit dat hij een overtuigd» rooms-katholiek is, die altijd zijn Maria- medaille om de hals draagt. Hetzelfde werd gezegd van zijn zwager, Leonel Bri- zola, de controversiële gouverneur van de zuidelijkste staat van Brazilië. Deze zoon van een arme Italiaanse immigrant, in alle opzichten een self made man, is een sierke nationalist, een goede rooms-katho liek en een anti-communist. Maar hij is ook een man, die heeft leren begrijpen dat in een gebied waar een sprong van middeleeuwse naar moderne tijden moet gemaakt worden, een vorm van socialis me niet kan worden vermeden. En daar Brizola niet geleerd heeft naar iemands pijpen te dansen en met zijn doorzettings vermogen allerlei hervormingen in zijn staat heeft doorgevoerd, heeft hij zich bit tere vijandschap op de hals gehaald. Al naar gelang maakt men hem uit voor com munist, fascist, demagoog, revolutionair, enzovoort. Voor Goulart is het spel nu uit. Maar het politieke spel gaat door. En terwijl Latijns- Amerika oplettend het doen en laten van generaal H. Castello Branco volgt, Brazi- lië's nieuwe president, wordt tegelijkertijd het debat over de eeuwige controverse voortgezet: of politieke stabilisatie in La tijns-Amerika een voorwaarde is voor ra tionele economische en sociale verbeterin gen, óf dat die verbeteringeneen voor waarde zijn voor de politieke stabiliteit! Misschien dat Brazilië in de nabije toe komst hierop het antwoord kan geven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 15