BARBARA RIJFKOGEL
In New York staat 's werelds grootste winkel
van Sinkel
ANNET,
DE
KAPSTER
Niet rimpelloos
PROEFSCHRIFT OVER
VROEGGEBOORTE
ZATERDAG 6 JUNI 1964
Erbij
PAGINA VIJF
-
tortvrouwe van
de Drommedaris
PERSONEEL: 12 DUIZEND MAN
OMZET: 3 MILJARD DOLLAR
SOORT ARTIKELEN: ALLES
Marti Swagers had eigenlijk aan het toneel gewild. Ze deed examen voor de
toneelschool in Arnhem, maar werd afgewezen. Ze was te jong en moest eerst
maar eens spraaklessen nemen. Daarna een jaar later mocht ze het nog
wel eens proberen. Marti Swagers zocht een baantje en kwam in een boek
handel. Een gesprekje met een kennisje haalde haar uit de proza en poëzie.
Het kennisje werkte bij „Drommedaris", het internationaal studentencentrum
toen nog in beginstadium, in Enkhuizen. Marti Swagers luisterde gretig naar
de verhalen die zij hoorde en het leek haar aantrekkelijker en ondernemender
dan het werk in de boekhandel. Ze nam enthousiast ontslag en schreef Johan
Rijfkogel, die directeur was, dat ze kwam. Ze was bij voorbaat al ingenomen
met haar toekomstige werkkring. Johan Rijfkogel niet zo erg. „Hij vond me
helemaal ongeschikt voor het werk".
Nu, een paar jaar later, heet Marti
Swagers mevrouw Rijfkogel. Ze is di
rectrice van het studentencentrum en
met haar 21 jaar waarschijnlijk wel
de jongste vrouw op zo'n post in Ne
derland. Het toneel heeft ze opgege
ven. Ze heeft nu een andere rol, die
in het romantische fort dagelijks wordt
opgevoerd. Tegen een prachtig decor
dat van het fort waartegen het
drukke twintigste-eeuwse leven zich
afspeelt. De hoofdrolspeelster: Barbara
Rijfkogel fortvrouwe van Enkhuizen.
Het studentencentrum is bij velen wel
bekend. Voor hen die er weinig of niets
van weten geldt de informatieDe
Drommedaris in Enkhuizen is 'n fort uit
1540. Het staat tussen drie havens aan
de oever van het IJsselmeer. Het is
een strategisch en hoog bouwwerk dat
van bovenaf gezien op een klaverblad
lijkt. In het interieur zijn met moder
ne hand wat veranderingen aangebracht
maar desondanks blijft het een fort,
met een aparte historische attractie.
Er wordt onderdak verleend aan stu
denten, kunstenaars en journalisten en
mensen die zich in deze groepen thuis-
voelen.
's Zomers een rustoord: er kan ge
luierd (of gewerkt!) worden op het
dakterras waar vanaf men een beeld
schoon uitzicht heeft over Enkhuizen
en het IJsselmeer. Er kan ook worden
gezwommen, gezeild, geroeid, 's Win
ters wordt er veel aan cultuur gedaan:
toneel, muziek, cabaret, pantomime,
film. Er zijn conferenties, studiegroe
pen, kunstacademie-leerlingen studeren
er, er worden feesten gehouden (geen
kroegjolen, breekfuiven of andere de
structieve uitingen, aldus de brochure).
Vanaf het moment dat Marti Swagers
haar plaats in de Drommedaris innaam
werd ze Barbara genoemd. Door een
hoorfout bij het voorstellen is het zo
gebleven. Meestal ook wordt ze zo door
de gasten aangesproken. Voor anderen
is ze mevrouw en ook wel juffrouw.
Want Barabara Rijfkogel is klein, ten
ger en heel jong. Ze heeft niet in het
minst iets van de directrice die je in
dit vak als een zelfbewuste vrouw in
mantelpak met een iedere-dag-naar-de-
kapper coiffure voorstelt.
Johan Rijfkogel begin 30 was
degene die „aan het fort kwam". Hij
(student biologie) speurde in 1959 met
wat Amsterdamse studenten naar een
zomerhuisje buiten Amsterdam waar
de tentamens rustig konden worden
voorbereid. Het lukte niet erg; het eni
ge lichtpuntje tijdens het speuren was
de kolos de Drommedaris. De burge
meester van Enkhuizen bleek zeer wel
willend en schreef dat ze het fort voor
f 1 per jaar konden huren.
Maar terug in Amsterdam dacht Jo
han Rijfkogel er nog eens over na. De
rustieke sfeer van de Drommedaris was
eenvoudig ideaal voor een studenten
oord. Met studente Lyda Baerveldt
opende hij in 1.961 het internationaal
studentencentrum. Zijn droom was
werkelijkheid geworden. Er kwam een
staf van tien man: voornamelijk werk
studenten en scholieren en een hoofd
van de huishouding. In 1962 kwam Mar
ti Swagers. „De eerste tijd was afschu
welijk. Johan mocht me helemaal niet.
We hadden vaak ruzie".
Later sloeg de verstandhouding om
en in 1963 werden Johan Rijfkogel en
Barbara Swagers een paar. Begin van
dit jaar kwam de post van secretaris
van het stichtingsbestuur vrij en Jo
han Rijfkogel voorzag zelf in die vaca
ture, waardoor zijn plaats als direc
teur vrij kwam. De oplossing: zijn
vrouw werd directrice. Hoe onhandig
haar eerste-begin-periode ook geweest
zal zijn, ze is in de praktijk tot een
échte directrice geworden, die' alle ve-
antwoordelijkheden zelf draagt. Wel
knapt ze, met de anderen alle klussen
op („We doen allemaal hetzelfde werk.
We lachen om status en titels"), ze
koopt in het groot in en speelt gast-
vrouwe voor de gasten. Ze is zelfs zo
economisch geworden dat ze nu 30 per
cent voordeliger kan leven, terwijl de
levensmiddelen-prijzen flink gestegen
zijn. Dat vertelde Johan Rijfkogel
en niet zonder trots.
Barbara zegt zelf: „De eerste tijd
was het moeilijkst. Nu loopt alles goed
omdat je economischer bent geworden.
Vroeger kocht ik maar raak. Maar je
bent financieel zo gebonden dat je wel
móet uitrekenen en daar regel je je in
kopen naar. 't Scheelt veel. Heb je bij
voorbeeld restjes eten, dan verzin je
er iets op om het ergens in te verwer
ken of er iets lekkers van te maken.
Of je eet er zelf een week van.In
het begin was dat verschrikkelijk. Ik
kon wel koken. Maar alleen de gewo
ne dingen. Toen ging het hoofd van de
huishouding het eerste weekend dat ik
er was, weg. Ze liet een briefje ach
ter waarop stond wat er moest worden
gegeten. Maar de jongensgroep die er
toen was wilde vis! Ik in de keuken
en fileren.Het werd een volkomen
mislukking. Ik vond het zo vernederend
dat ik aan tafel ben gegaan en alles
zelf opat. Toen heb ik een kookboek ge
pakt en vanaf die tijd gaat het pri
ma".
Ze maakt haar gerechten nu met veel
fantasie aan een piepklein aanrecht
achter de bar op de begane grond. Hoe
het mogelijk is dat ze daar tot zul
ke prestaties komt (de schotels met
eten zijn vaak als een kleurenplaat in
een geïllustreerd blad) is zelfs voor
haar man nog een raadsel. En er gaat
heel wat eten door: gala-diners, bui
tenlanders voor wie ze op z'n Hollands
kookt, de Groningers die zoveel eten
(„Wel een-kilo aardappelen de man")
de studenten uit Delft die er evenals
de jongensgroepen weg mee weten.
De vaste staf bestaat nog uit Cor
Buisman (24), die eigenlijk graficus is,
en Peter van der Veen (22), die voor
z'n eindexamen (avond-)gymnasium
zit. Tijdens de weekeinden worden ze
geassisteerd door kennissen en komt
ook cultureel-directeur Paul Metz (25)
kijken, die in zijn dagelijkse doen op
een reclamebureau werkt. Hij is de
man die de tentoonstellingen organi
seert. Zijn opmerking, „Ik doe weinig
kultureels. Sinds m'n aanstelling heb ik
nog niets anders gedaan dan kopjes
drogen en trappen sjouwen", getuigt
ervan dat alles in de Drommedaris sa
men wordt gedaan.
Of Barbara liever een gewoon huis
houden, voor haar en haar man, op po
ten had gezet? Ze zegt pertinent: „Nee.
Ik zie het als een ideaal om samen
met je man te werken. En bovendien
heb ik er altijd bij willen werken. Hier
heb je een sfeer van gelijkheid, de
mensen zijn even oud. We willen dit
werk echt nog een poosje blijven doen".
Dat is hun van harte gegund. Ze heb
ben een waagstuk ondernomen om van
de Drommedaris iets te maken. Van
de grond af aan moest worden begon
nen. Er was niets de staf werd niet
betaald. Toch druppelden bedragen bin
nen waarmee dan weer een en ander
kon worden gedaan, maar al het geld
werd opgeslokt door de gulzige Drom
medaris. Nog is het geen vetpot; wat
wel bereikt is, is dat het centrum 75
percent van het totaal aantal overnach
tingen in Enkhuizen heeft geregistreerd.
Dat is dan bij de gratie van een paar
ambitieuze jonge mensen, die met een
groot en positief doorzettingsvermogen
iets reëels hebben gepresteerd.
Henny Schoute
Aan de Rijksuniversiteit te Utrecht is
de Eindhovense vrouwenarts J. L. M.
H. Specken onlangs gepromoveerd tot
doctor in de geneeskunde op het proef
schrift „vroeggeboorte" (premature
birth)" V." i
Van 723 baringen, waarbij een kind
met een gewicht van ten hoogste 2500
gram ter wereld kwam, stelde hij een
zo groot mogelijk aantal eigenschappen
in hun onderling verband vast.
Dr. Specken ging na of deze eigen
schappen gebonden zijn aan de vroegge
boorte als zodanig, dan wel aan de oor
zaken, die tot de vroeggeboorte heb
ben geleid. Hij komt in zijn dissertatie
tot de conclusie, dat er weinig stoornis
sen in de algemene gezondheidstoestand
van de moeder voor het begin van de
zwangerschap zijn, die aanleiding ge
ven tot het ontstaan van vroeggeboorte.
In dit verband noemt hij een bestaand
vaat-nierlij den, afwijkingen van de
baarmoeder en suikerziekte
Voorts stelde dr. Specken statistisch
talrijke factoren vast, die aan de vroeg
geboorte zijn gebonden en die meer uit
gesproken zijn, naarmate de zwanger-
schapsduur korter is. Een van de be
langrijkste feiten is, volgens hem, dat
het te vroeg geboren kind betere le
venskansen heeft, als de vruchtvliezen
vroegtijdig gebroken zijn. Om te trach
ten dit feit te bewijzen bespreekt dr.
Specken in het tweede deel van zijn
dissertatie de vele onderzoekingen, die
verricht zijn over de wijzigingen in de
bloedstroom van het kind voor, tijdens
en na de geboorte.
(Van. onze speciale verslaggever)
NEW YORK. „If you haven't
seen Macy's, you haven't seen New
York" als u Macy's niet hebt ge
zien, hebt u New York niet gezien.
Het is een slagzin, die men in New
York niet kan ontwijken. Hij staat
geschreven op de stations en de
luchthavens, op reclamezuilen, in
flitsende lichtreclames, in de bussen
en in de ondergrondse. En tenslotte
staat hij op het veertien verdiepingen
hoge gebouw zelf in de 34ste straat.
Macy's is zonder overdrijving
's werelds grootste warenhuis. Door de
draaideuren stappen per jaar niet min
der dan vijftig miljoen mensen binnen,
die daar 2.200.000 vierkante meter win
kelruimte vinden, waar 12.000 man per
soneel gereed staat om het 't publiek
zoveel mogelijk naar de zin te maken.
Omzet: 3 miljard
Wie alles wil zien bij Macy's zou een
paar dagen moeten uittrekken. Maar
zelfs degene, die met het doel komt er
iets te kopen, heeft daar geruime tijd
voor nodig. Want het is het enorme as
sortiment, dat de koper vaak besluite
loos maakt. Wie een koffiepot wil heb
ben moet een keuze maken uit meer
dan honderd verschillende modellen.
Ieder artikel is verkrijgbaar in diver
se prijsklassen, maar Macy's verkoopt
alleen goede kwaliteiten. Nieuwe artike
len worden uitvoerig getest in de eigen
laboratoria en werkplaatsen, waar jaar
lijks meer dan 7500 artikelen worden
onderzocht. Die artikelen komen uit al
le delen van de wereld. Bij de inkoop
werkt men samen met grote Europese
warenhuizen als Lafayette in Parijs
en de Bijenkorf in Amsterdam, maar
er zijn eigen inkoopkantoren in heel
Europa en zelfs in Azië. Behalve de
hoofdvestiging in het hart van New
York's Manhattan zijn er nog zeven fi
lialen in New York en in zeven ver
schillende Amerikaanse staten. De om
zet bedroeg in 1963 bijna drie miljard
gulden.
'n Krokod'illetje, alstublieft
Men kan bij Macy's alles kopen wat
denkbaar is. „Als het moet. leveren
we een olifant", aldus de directie. Maar
daarin onderscheidt het zich in feite
niet van een bekend Nederlands wa
renhuis, dat immers eens een giraffe
heeft verkocht. Het meest opvallende
in 's werelds grootste winkel is ech
ter, dat het assortiment onvoorstelbaar
groot is, of het nu op het gebied van
vlees in blik, auto-onderdelen, schoenen,
meubels of kleding is. Het kleinste
au toped je tot de zwaarste motorfiets,
het degelijke ondergoed voor de op het
land werkende boerin tot de pikantste
lingerie is er te koop.
Wie rondsnuffelt bij Macy's stuit
steeds weer op artikelen, die men in
een warenhuis niet verwacht, zoals een
levende kaaiman een kleine kroko
dil die voor 2.49 te koop is, zang
vogels met de schriftelijke garantie dat
zij inderdaad zingen, miniatuur schild
padden, echte kikkers en plastic mie
renhuizen, waarbij de mieren u worden
thuisgestuurd, waar ook ter wereld.
De kledingafdelingen beperken zich
In 1958 vierde Macy's zij n honderdjarig bestaan.
niet tot de mensen. Er is een speciale
hondenafdeling, waar jasjes verkrijg
baar zijn voor ieder honderas in alle
maten: van de ranke dwergpincher tot
de zware Deense dog. Een indruk van
de Amerikaanse woninginrichting krijgt
men op de negende etage, waar 218
kamers zijn ingericht, van de eenvou
dige doorsneehuiskamer tot het weelde
rige slaapvertrek k la Jane Mansfield.
Men vindt er de laatste snufjes op het
gebied van de woninginrichting, maar
ook een uitgebreide, voornamelijk uit
Europa geïmporteerde, verzameling an
tiek. Een rijtuiglantaarn, die op het
Amsterdamse Waterlooplein misschien
50,— kost, ligt hier geprijsd voor
98,dus ruim 360,
Viermaal failliet
Macy's als warenhuis bestaat sinds
1858, maar de oprichter, de Engels
man Rowland Macy, een zeevarende
Quaker, was reeds jaren daarvoor ac
tief. Na vier faillissementen probeerde
hij zijn geluk in New York. In zijn
boekhouding uit 1845 leest men, dat hij
op 13 mei 64 cent ontving, maar vier
dollar tien aan de melkboer moest be
talen. Op de volgende pagina staat dan
ook de wanhoopskreet: „Ik heb hier 2
jaar lang voor niets gewerkt. Verdom
me!"
Macy's van 1964 wordt gevormd door
Het was heel stil in huis. Baby sliep
in haar wieg en op het balkon, in een
luie stoel, lag mama te zonnen. „Ik
wil nu eens van de zon genieten", had
ze gezegd. „Wees jij nu lief Annet
en vraag of Miaatje bij je komt spe
len. Dan kunnen jullie koken op
jouw fornuisje". Of mama niets leu
kers wist, had Annet gedacht. Nu
moest ze met dat saaie kind weer
theetje zetten en nèt echte pannekoe
ken van lucht bakken. Maar natuur
lijk had ze dat niet gezegd, want ma
ma vond Mia een heel lief meisje.
Want Mia was nooit stout en altijd
verschrikkelijk netjes. Annetje had 't
al zo vaak van mama moeten horen:
„Kijk eens naar Mia. Zie je die wei
eens met een gat in haar spijkerbroek?
Of met afgetrapte schoenen? En die
zegt toch ook geen kenijne, maar keu
rig konijnen".
NeeAnnetje had maar gedaan
alsof ze dat fornuisje-spelen een
prachtig plan vond en was heel ge
hoorzaam bij Mia op de deur gaan
bonzen. „Ik heb je al zo vaak gezegd,
dat je niet zo'n lawaai moet maken",
zei Mia, toen ze eindelijk opendeed.
„Mijn moeder zegt altijd: Annet is
net de schillenman. Ze maken alle
twee evenveel herrie." Maar toen ze
Annets beteuterde gezicht zag, zei ze:
„Nou vooruit, ik ga wel met je mee,
maar niet te lang hoor".
„La-te-me verstoppertje spelen",
had Annet nog voorgesteld, maar na
tuurlijk had Mia daar geen zin in en
dus zaten ze heel saai achter Annetjes
fornuis. Maar net toen Mia haar vier
de kopje thee opdronk, kreeg Annet- aan", zei Mia, die nooit eens zo maar
je een énig plannetje. En terwijl haar
oogjes, zoals pappie altijd zei, ondeu
gend begonnen te glimmen, fluisterde
ze: „Ga je mee naar mama's toilet
tafel? Dan spelen we kapstertje. Dat
mag best". „Als het mag, hoef je toch
niet te fluisteren", zei Mia snibbig,
maar ze ging toch maar mee naar
mama's grote spiegel met de rode
kruk ervoor.
„Nou ben ik de kapster", zei An
net, die vlug de baas ging spelen
voor Mia het zou gaan doen. „Gaat
u zitten, mevroi. Hoe wilt u het ge
had hebben? Los of met een toet op
uw hoofd?" vroeg ze. „Stel je niet zo
gek wilde doen. Maar toch ging ze zit
ten en keek in de spiegel. Ze ziet er
heel wat netter uit dan ik, dacht An
net een beetje spijtig, terwijl ze naar
haar eigen slordige vlechtjes en afge
trapte sandaaltjes keek. Dat nare kind
ook met haar schone witte plooirok.
„En nou verder?", vroeg Mia. „Mijn
moeder heeft een kast vol lippenstiften
en„O, maar wij ook", zei An
net, terwijl ze van opwinding een
beetje stotterde. „Nu gaan we fijn
spelen, hè? Jij moest uit, naar een
héél groot feest en ik moest zorgen,
dat je er leuk uitzag. Kijk in die la
ligt alles. Mammie vindt dat best
goed. Die zegt altijd: Als jullie maar
lief spelen en geen ruzie maken."
Voor ze verder kon gaan, pakte An
netje mama's dure, gouden lippen
stift en daar had Mia al een keurig,
roze mondje.
,,'t Staat heel aardig, hoor", zei An
net. „Ja, nu nog een beetje wenk
brauwenspul" en daar had Mia twee
grote zwarte strepen boven haar
blauwe oogjes. „Nou, maak ik vlug
een frisse kleur". Ze lijkt precies op
Pipo de Clown, dacht Annetje, alleen
maakt die meer grapjes. „Mijn moe
der doet ook nog altijd wat met haar
wimpers", zei Mia, die haar halsje
rekte, in de spiegel om zichzelf beter
te bekijken. „Tuurlijk, dat hebben wij
ook. Kijk, ik lik met mijn tong aan
dit borsteltje, dan smeert het beter
uit. Nou, nog wat odeklonje op je
hoofd. Gut, wat ruik je lekker. Als
jij je haar nou kamt met mama's
mooie, nieuwe borstel, dan haal ik in
de keuken nog wat limonaaie".
„LI-MO-NA-DE", verbeterde Mia
en misschien kwam het daardoor, dat
Annet de keukendeur maar open
maakte en met een lief, zacht stem
metje naar buiten lispelde: „Mam..,
Mia heeft nou een leuk spelletje. Ze
speelt met je lippenstift en al die an
dere mooie spullen". Stap-stap-stap,
daar liep mama al de gang door. En
terwijl Annet wat water uit de kraan
dronk, hoorde ze wat mama tegen
Mia zei. En dat klonk helemaal niet
zo leuk! „Waaaat, maar Mia, dat mag
toch niet. Om'n nieuwe lippen
stift gebroken en m'n schone borstel
in je haar. Nee, dat is helemaal niet
lief, ik zou maar vlug naar huis
gaan". En Mia ging, terwijl ze tussen
twee snikken door riep dat Annetje
het allemaal had gedaan.
,,'t Is waar, mam. Ik kijk woensdag
wel weer niet naar de televisie", zei
Annet maar vlug, toen mama met de
lippenstift nog in haar hand de keu
ken binnenkwam. „Wwwie zegt dat
nou, malle meid", zei ze en toen be
gon ze heel hard te lachen, waardoor
Annetje ook maar begon. Eerst heel
zachtjes, maar toen steeds harder en
harder
Marijcke van Overbeeke
een directie van vijftien personen. Da
grote baas is David L. Yunich, 64 jaar,
die iedere dag begint met een wande
ling door zijn onmetelijke winkel. Hij
kent uiteraard niet alle medewerkers
persoonlijk, maar zeer velen toch wel:
meer dan 1000 personeelsleden werken
al langer dan 25 jaar Macy's. Het is
een feit, dat steeds wordt herhaald in
de reclame naar buiten, waar Macy's
jaarlijks tonnen aan uitgeeft. De dienst
baarheid aan het publiek neemt bij Ma
cy's een zeer belangrijke plaats in. Het
personeel kan bij elkaar de klanten in
42 talen te woord staan. Overal in het
gebouw komt de verdwaalde klant
spreekapparaten tegen, die verbinding
geven met een speciale afdeling die de
weg Wijst of adviezen geeft. Bij Ma
cy's kan men betalen in iedere soort
geld, die waar ook tér wereld geldife is,
en kan men zonder bijkomende kosten
kaartjes kopen voor het theater, de bio
scoop. de trein of het vliegtuig. Het laat
ste nieuwtje is een nagebouwde minia
tuur-wereldtentoonstelling, compleet
met gidsen.
Hondewacht
Maar het meest uniek is Macy's als
's avonds om negen uur de deuren slui
ten en de toonbanken in hoezen wor
den verpakt. Als de lichten doven,
treedt er een perfect veiligheidsappa
raat in werking tegen inbrekers of die
ven, die zich hebben laten insluiten.
Voor deze beveiliging heeft Macy's een
merkwaardige oplossing gekozen: in
plaats van nachtwakers, die de ronde
doen, wordt het gebouw bewaakt door
honden. Als de laatste klant de deur
uit is, gaan de tientallen honden, die
overdag in een kennel op het dak wo
nen (hun juiste aantal wordt geheim
gehouden), aan het werk. Ieder dier
heeft zijn eigen afdeling, snuffelt daar
doorlopend rond, begint te blaffen als
er onraad is en zet desnoods zijn tan
den in de broek van de inbreker in af
wachting van de komst van de huispo-
litie. De eigen politiedienst wordt na
melijk via een microfooninstallatie door
de honden op de hoogte gehouden van
de toestand op de afdelingen. De er
varing heeft geleerd, dat het honde
ras, dat het best voor deze taak is
berekend, dat van de Dobbermann pin
chers is. De dieren krijgen een uitge
breide opleiding, waarvan 'n voornaam
onderdeel is het in geval van hoge nood
niet de poot omhoog te tillen tegen de
toonbank maar naar de speciale hon-
den-w.c.'s te gaan. Een belangrijk voor
deel van de hondenbewaking is, dat
de dieren watervlug zijn en geen in
breker ontkomen kan.
Twee maanden geleden schreven ws
op deze pagina over een nieuw schoon
heidsmiddel, dat in Amerika werd ont
wikkeld: een anti-rimpelpreparaat, sa
mengesteld uit de eiwitten van koeie-
bloed. Het snufje heeft inmiddels ook
Nederland bereikt. Het wordt hier ge
ïntroduceerd onder de naam „Touch
of youth". De resultaten, die wij er
mee hadden, waren echter bijzonder te
leurstellend.
We probeerden de lotion op vijf men
sen, die lichte tot zware rimpels had
den. We hielden ons daarbij precies
aan de handleiding, die dicteert: 1. ge
zicht goed schoon maken en grondig
laten opdrogen. 2. een druppel lotion
over rimpels en kraaiepootjes uitstrij
ken. 3. het gezicht stil houden (dus,
niet lachen of praten) tot het onzicht
bare laagje op de huid is gedroogd. Na
een kwartier, zegt dezelfde handleiding,
verdwijnen de rimpels zienderogen.
Hoe wij ook keken, wij zagen nauwe
lijks resultaat. De rimpels op het voor
hoofd waren niet verdwenen. Kraaie
pootjes bleven. Alleen de haarfijne lijn
tjes aan de slapen, waar de huid dus heel
dun is, waren wèl opgelost. We begrij
pen dan ook niet de ophef, die er rond
dit preparaat wordt gemaakt. De uit
gave van f 22,50 voor deze wonderlotion
lijkt ons dan ook een dwaze verspilling.