VAN DAG TOT DAG
Naasting van
Brits bezit
in Indonesië
jagroag!
OAS-er krijgt 15 jaar voor wrede moord
Ellende
SANDALEN
J
Wereldnieuws
r
Anti-sabotagewet
in Zuid-Afrika
niet verlengd?
Maxitniliaan
onthoofd
cQraatótoel
jk.
v..
DONDERDAG 11 JUNI 1964
3
Juist a/s man
kun je dat zo
waarderen
Een lekkere
Amerikaanse sigaret
hewsteia:""
de
Elias
maten 29 t/m 48
vanaf f 17.50
Het ideale model met het
zachtverende voetbed
99
99
Soevanna Phoema, de neutralistische
prins-premier van Laos, heeft met zijn eis
dat er onmiddellijk een einde moet komen
aan de Amerikaanse verkenningsvluchten
boven het door de communisten bezette
gebied van zijn land, een nieuwe knuppel
gegooid in het toch al rommelige hoender
hok van de Amerikaanse politiek in Zuid-
Oost-Azië.
Het is wel duidelijk dat ook bij hem de
wens om met de communistische Pathet
Lao tot een overeenkomst te geraken ster
ker wordt naarmate de praktijk het steeds
duidelijker maakt dat Washington eigen
lijk geen vastomlijnde politiek heeft voor
dit gebied. Het beste wat de heer Phoema
nog kan bereiken is dat hij voor het nog
niet door de communisten bezette deel
van zijn land een soort neutraliteitsgaran-
tie krijgt. Tot die ontdekking is overigens
het Cambodjaanse staatshoofd, een colle-
ga-in-de-nood van Phoema dus, voor zijn
land reeds veel eerder gekomen.
De eis van Phoema heeft, zo luiden de
berichten, de Amerikaanse ambassade in
Vientiane „geschokt". De ambassadeur
maakte zelfs de nogal onnozele opmerking
niet de indruk te hebben dat de vluchten
reeds onnodig waren geworden. Dat zijn
ze natuurlijk niet, maar ze zijn voor het
huidige regime in Laos politiek onverteer
baar. Ze dragen het gevaar in zich uit te
groeien tot een oorlog in de volle zin van
het woord. Als die eenmaal aan de gang
is men glijdt bijna ongemerkt daarnaar
afis er voor Phoema geen schijn van
kans meer nog iets voor zichzelf te red
den. Het voorbeeld van Zuid-Vietnam
staat hem duidelijk voor ogen.
De vraag is maar, of de Amerikanen dit
nieuwe échec van hun weifelende houding
in Zuid-Oost-Azië zonder meer zullen aan
vaarden. Er zijn heel wat generaals in
Laos die voorstander zijn van een „harde"
politiek tegen de Pathet Lao. Als zij door
Phoema niet in het regeringsgareel kun
nen worden gehouden of gebracht, zouden
zij kunnen proberen een regering aan het
bewind te helpen, die bereid is hun opvat
tingen te onderschrijven.
Phoema heeft abrupt besloten de Ame
rikaanse vluchten boven de „Vlakte der
Kruiken" niet langer met zijn gezag naar
buiten te legaliseren. Dat maakt het voor
de Amerikanen vrijwel onmogelijk er mee
door te gaan zonder hun principe van
hulpverlening aan de regering van Laos
geweld aan te doen. Dat principe is-tot nu
toe steeds door Washington in het open
baar beleden.
Dat een enkel woord van een staats
hoofd dat die hulp krijgt voldoende is po
litiek en militair een heel moeilijke situatie
te scheppen, bewijst opnieuw dat de Ame
rikanen in Zuid-Oost-Azië op drijfzand
proberen te bouwen.
DJAKARTA (Reuter) Het officiële
Indonesische persbureau Antara heeft
woensdag bekendgemaakt dat de Indone
sische regering gereed is om 102 Britse
plantages over te nemen die over het hele
land verspreid liggen.
Het bureau zei er niet bij uit welke bron
het dit nieuws had maar wel dat het voor
naamste probleem op het ogenblik de fi
nanciering van de plantages is.
De Indonesische regering heeft onlangs
de Britse rubber- en theeplantages van P.
and T. Lands overgenomen. Er gingen al
enige tijd geruchten dat stappen voor de
overwinning van de resterende bezittingen
werden gedaan.
De Indonesische minister van Onroerend
Goed, Frans Seda, heeft verklaard dat de
overneming van buitenlandse plantages
voor de Indonesische regering een princi
pekwestie is en afhankelijk is van poli
tieke factoren en van de betrekkingen tus
sen Indonesië en de betrokken landen.
KAAPSTAD (Reuter) Vermoedelijk
zal de anti-sabotagewet in Zuid-Afrika bui
ten werking blijven wanneer haar geldig
heid dertig juni afloopt. Zij kan echter
weer van kracht worden onmiddellijk na
dat de regering zulks nodig oordeelt.
Minister van Justitie, Vorster, zei in het
parlement te geloven dat hij er in zal sla
gen het kabinet te overreden de wet niet
onmiddellijk na dertig juni bij decreet
te verlengen.
De anti-sabotagewet stelt de regering in
staat mensen voor een periode van negen
tig dagen in arrest te houden, waarna
zij opnieuw in hechtenis kunnen worden
genomen. Zij kwam vorig jaar mei tot
stand, waarbij de regering verklaarde dat
de wet ten doel had sabotage en terroris
me tegen te gaan.
De wet voerde voorts de doodstraf in
voor Zuidafrikanen die uit het land vluch
ten om in het buitenland te worden opge
leid in het plegen van sabotagedaden.
Nadat de wet in recordtijd door het par
lement was gejaagd werd zij onmiddel
lijk toegepast op de leider van het ver
boden Panafrikaanse Congres, Robert So-
boekwe.
De vraag of men sympathiek dan wel
afwijzend staat tegenover een T.V.-onder-
neming die buiten de grenzen van het land
opereert en het modernste communicatie
middel dienstbaar gaat maken aan de
commerciële reclame, wordt overschaduwd
door de veel dringender vraag wat er ge
daan moet worden aan de duidelijke kort
sluiting tussen parlement en publiek in de
ze kwestie.
Het is een zeer ernstig verschijnsel, dat
in de Kamers pogingen worden onderno
men om de bevoegdheden die men als ver
tegenwoordigers heeft, te exploiteren ten
bate van de omroepverenigingen. Wat men
op dit stuk ook wil beweren, de omroepen
zijn niet synoniem met, noch representa
tief voor „het volk." Dat zij zulke duize
lingwekkende ledentallen hebben, is een
gevolg van hun handige programmapubli-
katies via hun omroepbladen. In de Ka
mers zitten volksvertegenwoordigers, die
zich niet vrij kunnen pleiten van banden
met de diverse omroepen. En de objecti
viteit ten opzichte van het „REM-eiland"
is bij hen ver te zoeken.
Als de Kamer erin slaagt, de regering
tot ingrijpen te dwingen, dan kan men er
van opaan dat dit niet op wens van het
vertegenwoordigde volk, maar op wens
van de omroepen is gebeurd. Een recent
opinie-onderzoek van het NIPO heeft uit
gewezen, dat er op zijn minst aan mag
worden getwijfeld of de kiezers hun verte
genwoordigers een opdracht tot ingrijpen
tegen de REM zouden willen geven.
Ook al is men niet dol op reclame-tele
visie van zee uit onder auspiciën van een
vrijbuiterige particuliere onderneming,
dan nog kan men zich bezorgd afvragen
of het niet tijd wordt dat onze volksverte
genwoordigers die de schoen past zich wat
meer losmaken van hun bijkomende be
langen en zich realiseren dat zij niet voor
zuilen, maar voor het algemeen belang in
de Kamer zitten.
Advertentie
PARIJS (AP) Toen de leider van het
Franse geheime leger (O.A.S.) Edmond
Jouhaud twee jaar geleden gegrepen
werd in Oran, waar de terreur hoogtij
vierde, hebben vier woedende Europeanen
een jonge links-geörienteerde secretaresse
ontvoerd en haar verminkte lijk in een
zak achtergelaten.
Gisteren is een van deze mannen, de eni
ge die tot nu toe gearresteerd werd, tot
15 jaar gevangenisstraf veroordeeld.
Het meisje, Jeanne Tarlao, werd door
het geheime leger beschuldigd Jouhaud
bij de politie aangegeven te hebben. Maar
in feite had zij, naar de verdediger van
de verdachte vertelde, er niets mee te
maken.
Toch dwongen de vier mannen, waaron
der de veroordeelde, Lucien Besse haar
onder bedreiging met revolvers haar bu
reau te verlaten. Besse had, toen hij een
paar jaar geleden in Marseille gearres
teerd werd, de politie eerst verteld dat zij
de jonge vrouw gemarteld hadden, maar
dat .zij niet wilde praten. Tijdens het. pro
ces trok Besse die verklaring in en gaf
slechts toe geholpen te hebben bij de ont
voering.
De verdediger van Besse zei: „Van net
slachtoffer, voor wie ik eerbiedig het hoofd
buig, was bekend dat zij lid was van de
vereniging Frankrijk-Rusland. Doch ik
ben er zeker van dat zij niets te maken
had met het aanbrengen van Jouhaud. In
de verschrikkelijke sfeer, die destijds in
Oran heerste, konden de mensen van het
geheime leger, en ook mijn cliënt, dit niet
geloven".
Met de zeemeermin van Kopenhagen als
inspirerend voorbeeld hebben even onbe^
kende koppensnellers keizer Maximiliaan
van Oostenrijk in Brabants hoofdstad ont
hoofd. In vroeger tijden prijkte het beeld
van de imperator op de oude Wilhelmina
brug, daarna stond het in het Baselaarpark
De onthoofde majesteit biedt op zijn stoere
ros een allesbehalve vorstelijke aanblik en
daarom hopen de Bosschenaren dat het
standbeeld van Hildo Krop snel zal zijn.
ctrhfirr>l2£)S-,
Een onlangs verschenen
boekje van zevenenveertig
bladzijden, de titel „Spellings
ellende" dragende, en ge
schreven door dr. M. W. R.
van Vollenhoven, kenmerkt
zich door een prijzenswaardig
kort en krachtig Woord Voor
af. Woorden Vooraf zijn
meestal nog vervelender dan
Woorden Daarna en benemen
de welwillende lezer niet zel
den de lust om van deze laat
ste kennis te nemen.
Dr. Van Vollenhoven heeft
dat euvel onderkend en zijn
Woord Vooraf het karakter
gegeven van een soort brisant-
granaatkartets van klein for
maat. Zoiets stimuleert de be
langstelling uiteraard enorm.
„Dit boekje heeft ten doel
de aandacht te vestigen op de
chaotische toestand waarin
onze spelling verkeert. De ge
zondheid, het geluk, de levens
vreugde en de toekomst van
uw kinderen staan op het spel.
Ik roep alle ouders op zich
in comités te verenigen ten
einde dit gevaar te voorkomen.
Ik spreek de hoop uit, dat
de nieuwe spellingscommissie
spoedig verbetering zal bren
gen".
Dat is, zoals u merkt, niet
mis. De spelling van de Ne
derlandse taal verkeert in een
chaotische toestand. De oude
ren onder ons kunnen daar
nog wel tegenop. Zij hebben in
'14'18 en in '40'45 wel voor
hetere vuren gestaan, maar
voor onze kinderen ziet het
er troosteloos uit. Zij worden
steeds bleker, eten niet meer,
krijgen bof na bof, kromme
beentjes en flaporen, kortom,
de ongezonde spelling onder
mijnt hun gestel en maakt hen
tot wrakjes. Maar niet alleen
hun gezondheid wordt aange
tast. Hun geluk, hun levens
vreugde en hun toekomst
eveneens. Dan blijft er al niet
veel meer over. Zij zitten lus
teloos en chagrijnig bij het
povere haardvuur en zelfs een
grapje van Wim Kan wil er
niet meer in. Vroeger, toen
de spelling nog goed was, kon-
de Nederlandse kinderen zo
vrolijk en onbezorgd in het
frisse gras spelen en draven,
hun klaterende lach schalde
tegen de muren der propere
woninkjes en hun gebruinde
wangen glommen als appels
aan de bomen. Dat is nu alle
maal voorbij, althans volgens
dr. Van Vollenhoven. Maar
hij ziet nog een lichtpuntje
in de grauwe duisternis dezer
generatie. Hij wil dat de
ouders zich in comités ver
enigen.
Wat moeten die comités
doen?
Dat vertelt dr. Van Vollen
hoven niet, maar ik vermoed
dat hij spoedig een tweede
boekje zal schrijven waarin
dat haarfijn wordt uitgelegd.
Waarmee alleen maar voor
zichtig betoogd wil worden,
dat men zelfs zoiets treurigs
als het drama van de Neder
landse spelling kan overdrij
ven. Natuurlijk krioelt onze
spelling van onlogische en on-
geargumen teerde moeilijkhe
den en die zijn zeker niet in
de laatste plaats voortgeko
men uit de ijverig doorgevoer
de vereenvoudigingen van el
kander opvolgende spellings
commissies. Natuurlijk lijdt de
culturele vorming van kind
tot mens onder een gebrekkig
taalonderwijs, maar de taal
staat boven en los van de
spelling; noch de communi
catie, noch de artistieke im
pressie die door de taal wordt
nagestreefd lijdt onder een
onlogische, moeilijke of zelfs
onleerbare spelling.
Dr. Van Vollenhoven vindt
echter, dat het geluk, de le
vensvreugde, de gezondheid
en de toekomst van onze ko
mende generaties afhangen
van de vraag, of de gehele
levende massa van het Neder
landse en Vlaamse volk spoe
dig alle woorden op dezelfde
manier zal schrijven. Gebeurt
dat niet, dan sterven wij uit.
En dat lijkt mij bijzonder pes
simistisch gezien.
Er is echter iets anders, dat
mij in het keurig uitgegeven
boekje van dr. Van Vollen
hoven treft. Het is iets dat al
eens eerder en vaker bij mij
is opgekomen, als ik verhan
delingen van taal- en spelling
meesters las. Het is de merk
waardige constatering, dat op
vrijwel geen enkel gebied de
spreekwijze van „de hand in
eigen boezem" zo toepasselijk
is als op dat van de taal. Ook
het boekje „Spellingsellende"
getuigt ervan. Het zegt name
lijk zoveel critische dingen
over de spelling in zo'n er
barmelijk Nederlands, dat ik
na lezing geneigd ben te gaan
schrijven over „Taalellende".
Maar ik doe het niet, en ik
zal het nooit doen. Want er
is op de wereld, in welke taal
ook, nog nooit een stuk ge
schreven dat geen reden tot
critiek gaf. Er is nog nooit een
taalmeester van leer getrok
ken tegen andere taalmees
ters, in wiens stuk niet regel
voor regel fouten en onnauw
keurigheden konden worden
aangewezen.
Wie uwer zonder zonden is,
werpe de eerste steen.
Voor de televisie zei laatst
iemand in antwoord op de
vraag van een verslaggever:
„Dat zal ik u in korte metten
eens precies vertellen". De
verslaggever glimlachte ver
stolen, maar zei later: „En zo,
dames en heren, hebben we
dus gehoord hoe de vork in
elkaar zit". Nu kan ik op mijn
beurt glimlachen om die dom
me verslaggever, maar dan
moet ik ook voortaan in alle
toonaarden zwijgen en de pen
niet meer aanraken. Want wie
zijn mond open doet of schrijft,
levert stof tot critiek.
Trouwens, hoe zou de taal
zo rijk en welig hebben kun
nen opbloeien in de onge-
wiede hof onzer menselijke
samenleving, als zij niet be
vrucht en gevoed zou zijn ge
worden door duizenden varia
ties van oude en nieuwe ver
grijpen tegen de regels? De
spelling geheel en al in het
midden latend, als vleeskluif
voor dr. Van Vollenhoven,
kunnen wij de taal onze
taal koesteren als onze
eigen dierbare zuigeling. Wat
de rammelaar is voor de bore
ling, is de spelling voor de
taal. Op zekere leeftijd heeft
hij geen rammelaar meer no
dig om zich te doen horen.
Als de mens de taal kent, is
voor hem de spelling dood.
Onze jeugd verschrompelt
en verschraalt onder het ge
brek aan een eenvormige spel
ling. Hebt u daar al eens iets
van gemerkt? Zou zij werke
lijk lijden onder de vraag, of
men een apostrof moet gebrui
ken of niet? Dr. Van Vollen
hoven pleit vurig voor bijvoor
beeld het woord „temaas". Hij
bedoelt niet te water gaan in
de Maas, maar het meervoud
van thema. De gezondheid van
onze kinderen lijkt mij eerder
nadelige gevolgen van temaas
dan van thema's te zullen
ondervinden, tenzij onze kin
deren tijdens de pauzes in de
aulaas meer vlaas eten. Door
gaans echter zijn de school -
menuus niet zo wijds. Neen,
dr. Van Vollenhoven schrijft
wijds, omdat hij de korte ei
wenst uit te roeien behalve
voor het woord ei tenzij men Y
bedoelt. Doch dat laatste is
alleen van belang voor
Amsterdammers.
„Onlangs," schrijft dr. Van
Vollenhoven, „kreeg ik een
brief van een oud-minister
waarin hij schreef: wijfelen."
Wij weten best dat oud
ministers vaak de kluts kweit-
raken, als zij ouder worden. En
ze zijn meestal al oud, als ze
minister worden. Maar die
brief! Zou er gestaan hebben:
„meneer Van Vollenhoven, ik
laat u arresteren en ophangen
als u ooit durft propageren
„wijfelen" te schrijven inplaats
van weifelen?"
Weg met de onnodige uit
zonderingen, roept de doctor
uit. Waarom schrijven wij
provincies en bacteriën? Waar
om niet bacteries? En pories,
en victualies? „Denkt men
werkelijk," aldus dr. Van Vol
lenhoven, „dat men zich in het
latere leven zal afvragen of de
klemtoon al of niet op de uit
gang valt?" Ik weet niet of dr.
Van Vollenhoven het volgende
leven of het verdere leven be
doelt. In het volgende leven
zal men zich zoiets zeker niet
afvragen, aangezien dat geen
uitgang heeft. Maar afgezien
van dit alles hebben we de ge
leerde doctor nu helemaal in
een net gevangen. Want wat
hij hier doet, is niet meer
knoeien aan de spelling, maar
knoeien aan de taal. En men
mag wel aan een rammelaar
knutselen, maar niet aan een
baby. Hij wil dat wij of onze
kinderen ter vereenvoudiging
van het onderwijs anders gaan
praten! Liever dood dan zeg
gen (of schrijven): „Het koude
zweet brak hem uit alle pories,
toen de melodies van de sym-
fonies tot hem doordrongen. Al
zijn antipaties tegen de com
ponist verdwenen, toen de drie
pianoos invielen.''
„Gemakshalve," zegt de doc
tor, „moet men voortaan de
m verdubbelen na een doffe
klinker. Als ik Bussumer
schrijf, klinkt mij dat als Bus-
suumer."
Dr. Van Vollenhoven schrijft
dus nogal luidruchtig. Ik hoor
nooit iets als ik schrijf. Laat
staan dat mij iets klinkt als
ik schrijf. Klinkt u wel eens
iets als u schrijft? Klinkt u in
het algemeen wel eens igts!
Natuurlijk niet, want dan zou
u een Duitser moeten zijn.
Nog een citaat uit het leer
zame boekje:
„De Académie Franqaise
heeft o.a. de taak om, als een
woord burgerrecht heeft ver
kregen, dit officieel te aan
vaarden." Ik laat nu de tus
senzin weg. Dat moet kunnen.
Dan staat er: „De Académie
Frangaise heeft o.a. de taak
om dit officieel te aanvaarden."
Wat?
Het had moeten zijn: „De
A.F. heeft o.a. de taak om een
woord, zodra het burgerrecht
heeft verkregen, officieel te
aanvaarden."
Verder: „In Nederland en
Vlaanderen zou het aanbeve
ling verdienen een dergelijk
permanent orgaan in het
leven te roepen die dergelijke
woorden als Nederlandse zou
kunnen erkennen.'' Dr. Van
Vollenhoven wil dus een
orgaan in het leven roepen,
die (dat!) Franse woorden als
Nederlandse zou moeten er
kennen. Hij bedoelt waar
schijnlijk: Het zou aanbeve
ling verdienen in Nederland
en Vlaanderen een soortgelijk
orgaan als de A.F. in het
leven te roepen dat woorden,
die bij ons burgerrecht heb
ben verkregen, als Nederland
se zou kunnen erkennen."
Nu ben ik helaas toch bezig
met critiek en dat is de bedoe
ling niet. Ik wil eindigen met
een citaat uit het boekje, dat
mij niet helemaal duidelijk is
geworden, namelijk dit: „De
taal dient om zich zowel mon
deling als schriftelijk uit te
drukken."
Dat is iets geheel nieuws,
lijkt mij. Ik heb nooit geweten,
dat de taal zich zo graag mon
deling zowel als schriftelijk
wilde uitdrukken. Ik heb altijd
gedacht, dat het de mensen
waren die zich wilden uit
drukken. En dan helemaal ten
slotte nog iets: de chaoti
sche toestand, waarin de „ver
eenvoudigde" (sic) spelling
verkeert." Wat betekent in
vredesnaam dat „sic"? Zou dr.
Van Vollenhoven op dat punt
wellicht hebben moeten nie
zen? En zo ja, waarom niest
hij niet met een K?
Ouderlijk huis
HET IS een vreemde ervaring onver
wacht in een huis te komen, waar je als
kind gewoond en dan te bemerken dat je
na zoveel jaren alles nog precies weet, van
de zolder tot en met de kelder.
Je hebt in al die tientallen jaren in veel
huizen gewoond; enige van de zeven zee-
en bevaren; een aantal levens geleefd; er
zijn veel dingen gebeurd en veel namen
vergeten. Alles is anders geworden en al
die tijd is het huis, ongerept, het huis
gebleven. Er zijn veel mensen in- en uit
gegaan en veel levens zijn er geleefd. Maar
de geur is gebleven. De geur blijft altijd.
Alles is anders geworden en alles is het
zelfde gebleven.
De vreemde meubels en de andere in
deling laten de herinnering onaangetast.
Vaders kamer is nu een kantoor; tegen de
lange wand stond een oude donkergroene
canapé, waarop hij na tafel een kort slaap
je deed en tussen de ramen stond zijn
schrijfbureau met een sluiting als een ja
loezie en met allerlei vakken en laden.
Het witte ijzeren hekje voor het brede
raam van de speelkamer is nog precies
zo, maar er staan nu bedden van vreem
de mensenEen speelgoedtreintje dat
vlug over de rails ratelde, een seinhuis en
een blikken tunnel, groen aan de buiten
kant. Ik weet nog welke oom die tunnel
uit Amsterdam heeft meegebracht.
De zwart-witte tegels liggen nog in de
keuken. Je kon er allerlei spelletjes op
doen. Het schrale tuintje tussen de hoge
huizen. We hebben eens een zwarte hond
gehad. Zijn mand stond in het schuurtje
bij de fietsen.
Een groot, oud, geheimzinnig huis. Voor
al de diepe, donkere kelder met de fles
senrekken. Het rook er naar wijn, kurk en
groente. Het ruikt er nog precies zo.
Als je even goed denkt aan vroeger, ko
men alle mensen van vroeger terug.
Met de meubels, de spiegels, de schil
derijen, de portretten op de piano.
Wanneer ik buiten sta in dezelfde stille
straat, die veel korter en smaller is gewor
den, ben ik verward, omdat alles zo ver
anderd is en alles hetzelfde is gebleven.
Ik had er niet binnen moeten gaan. Er
is geen reden voor om alles terug te zien
en alles te herkennen, wat er al lang niet
meer is.
Advertentie
QUiïtse*
Honderdvijftiende. IJsland is het 115-da
officiële lid van de organisatie voor on
derwijs, wetenschap en cultuur van da
Verenigde Naties (UNESCO) geworden.
1973. Engeland hoopt in 1973 een nieuw
vliegdekschip in gebruik te nemen, dat
50.000 ton groot zal zijn en 60 miljoen
pond sterling zal kosten.
Verloving. Prinses Isabella van Frankrijk,
de oudste dochter van de graaf van Pa
rijs, de Franse troonpretendent, heeft
zich verloofd met de Oostenrijkse graaf
Frederik Karl von Schonborn Buckheim.
Luchtbreukeling. De 32-jarige Amerikaan
se vlieger kapitein James Davis is, op
weg van de Verenigde Staten naar En
geland, met zijn F-100-Sabre straalja
ger in zee gestort. Hij werd, na dertien
uur in een rubberbootje te hebben door
gebracht in het zuiden van de Atlanti
sche oceaan door het weerschip „Ju-
liet" opgepikt. Davis is even later aan
boord van de „Juliet" overleden.
Montana. Bij de overstromingen in het
gebied van Great Falls, in de Ameri
kaanse staat Montana, zijn dertig men
sen om het leven gekomen, terwijl er
nog 38 vermist worden.
Duizenden mensen zijn dakloos gewor
den. De schade bedraagt meer dan tien
miljoen dollar.
Automobilistendroom In de Westduitse
stad Bonn is een nieuw elektrisch con
trolesysteem geïnstalleerd, dat de poli
tie in staat stelt de verkeerslichten op
de belangrijke routes door de hoofdstad
stil te zetten. De officier van dienst
krijgt een telefoontje van de kanselarij,
drukt op een knop en Bondskanselier
Erhard's limousine rijdt non-stop naar
elke gewenste bestemming.