VAN DAG TOT DAG Naasting van Brits bezit in Indonesië jagroag! OAS-er krijgt 15 jaar voor wrede moord Ellende SANDALEN J Wereldnieuws r Anti-sabotagewet in Zuid-Afrika niet verlengd? Maxitniliaan onthoofd cQraatótoel jk. v.. DONDERDAG 11 JUNI 1964 3 Juist a/s man kun je dat zo waarderen Een lekkere Amerikaanse sigaret hewsteia:"" de Elias maten 29 t/m 48 vanaf f 17.50 Het ideale model met het zachtverende voetbed 99 99 Soevanna Phoema, de neutralistische prins-premier van Laos, heeft met zijn eis dat er onmiddellijk een einde moet komen aan de Amerikaanse verkenningsvluchten boven het door de communisten bezette gebied van zijn land, een nieuwe knuppel gegooid in het toch al rommelige hoender hok van de Amerikaanse politiek in Zuid- Oost-Azië. Het is wel duidelijk dat ook bij hem de wens om met de communistische Pathet Lao tot een overeenkomst te geraken ster ker wordt naarmate de praktijk het steeds duidelijker maakt dat Washington eigen lijk geen vastomlijnde politiek heeft voor dit gebied. Het beste wat de heer Phoema nog kan bereiken is dat hij voor het nog niet door de communisten bezette deel van zijn land een soort neutraliteitsgaran- tie krijgt. Tot die ontdekking is overigens het Cambodjaanse staatshoofd, een colle- ga-in-de-nood van Phoema dus, voor zijn land reeds veel eerder gekomen. De eis van Phoema heeft, zo luiden de berichten, de Amerikaanse ambassade in Vientiane „geschokt". De ambassadeur maakte zelfs de nogal onnozele opmerking niet de indruk te hebben dat de vluchten reeds onnodig waren geworden. Dat zijn ze natuurlijk niet, maar ze zijn voor het huidige regime in Laos politiek onverteer baar. Ze dragen het gevaar in zich uit te groeien tot een oorlog in de volle zin van het woord. Als die eenmaal aan de gang is men glijdt bijna ongemerkt daarnaar afis er voor Phoema geen schijn van kans meer nog iets voor zichzelf te red den. Het voorbeeld van Zuid-Vietnam staat hem duidelijk voor ogen. De vraag is maar, of de Amerikanen dit nieuwe échec van hun weifelende houding in Zuid-Oost-Azië zonder meer zullen aan vaarden. Er zijn heel wat generaals in Laos die voorstander zijn van een „harde" politiek tegen de Pathet Lao. Als zij door Phoema niet in het regeringsgareel kun nen worden gehouden of gebracht, zouden zij kunnen proberen een regering aan het bewind te helpen, die bereid is hun opvat tingen te onderschrijven. Phoema heeft abrupt besloten de Ame rikaanse vluchten boven de „Vlakte der Kruiken" niet langer met zijn gezag naar buiten te legaliseren. Dat maakt het voor de Amerikanen vrijwel onmogelijk er mee door te gaan zonder hun principe van hulpverlening aan de regering van Laos geweld aan te doen. Dat principe is-tot nu toe steeds door Washington in het open baar beleden. Dat een enkel woord van een staats hoofd dat die hulp krijgt voldoende is po litiek en militair een heel moeilijke situatie te scheppen, bewijst opnieuw dat de Ame rikanen in Zuid-Oost-Azië op drijfzand proberen te bouwen. DJAKARTA (Reuter) Het officiële Indonesische persbureau Antara heeft woensdag bekendgemaakt dat de Indone sische regering gereed is om 102 Britse plantages over te nemen die over het hele land verspreid liggen. Het bureau zei er niet bij uit welke bron het dit nieuws had maar wel dat het voor naamste probleem op het ogenblik de fi nanciering van de plantages is. De Indonesische regering heeft onlangs de Britse rubber- en theeplantages van P. and T. Lands overgenomen. Er gingen al enige tijd geruchten dat stappen voor de overwinning van de resterende bezittingen werden gedaan. De Indonesische minister van Onroerend Goed, Frans Seda, heeft verklaard dat de overneming van buitenlandse plantages voor de Indonesische regering een princi pekwestie is en afhankelijk is van poli tieke factoren en van de betrekkingen tus sen Indonesië en de betrokken landen. KAAPSTAD (Reuter) Vermoedelijk zal de anti-sabotagewet in Zuid-Afrika bui ten werking blijven wanneer haar geldig heid dertig juni afloopt. Zij kan echter weer van kracht worden onmiddellijk na dat de regering zulks nodig oordeelt. Minister van Justitie, Vorster, zei in het parlement te geloven dat hij er in zal sla gen het kabinet te overreden de wet niet onmiddellijk na dertig juni bij decreet te verlengen. De anti-sabotagewet stelt de regering in staat mensen voor een periode van negen tig dagen in arrest te houden, waarna zij opnieuw in hechtenis kunnen worden genomen. Zij kwam vorig jaar mei tot stand, waarbij de regering verklaarde dat de wet ten doel had sabotage en terroris me tegen te gaan. De wet voerde voorts de doodstraf in voor Zuidafrikanen die uit het land vluch ten om in het buitenland te worden opge leid in het plegen van sabotagedaden. Nadat de wet in recordtijd door het par lement was gejaagd werd zij onmiddel lijk toegepast op de leider van het ver boden Panafrikaanse Congres, Robert So- boekwe. De vraag of men sympathiek dan wel afwijzend staat tegenover een T.V.-onder- neming die buiten de grenzen van het land opereert en het modernste communicatie middel dienstbaar gaat maken aan de commerciële reclame, wordt overschaduwd door de veel dringender vraag wat er ge daan moet worden aan de duidelijke kort sluiting tussen parlement en publiek in de ze kwestie. Het is een zeer ernstig verschijnsel, dat in de Kamers pogingen worden onderno men om de bevoegdheden die men als ver tegenwoordigers heeft, te exploiteren ten bate van de omroepverenigingen. Wat men op dit stuk ook wil beweren, de omroepen zijn niet synoniem met, noch representa tief voor „het volk." Dat zij zulke duize lingwekkende ledentallen hebben, is een gevolg van hun handige programmapubli- katies via hun omroepbladen. In de Ka mers zitten volksvertegenwoordigers, die zich niet vrij kunnen pleiten van banden met de diverse omroepen. En de objecti viteit ten opzichte van het „REM-eiland" is bij hen ver te zoeken. Als de Kamer erin slaagt, de regering tot ingrijpen te dwingen, dan kan men er van opaan dat dit niet op wens van het vertegenwoordigde volk, maar op wens van de omroepen is gebeurd. Een recent opinie-onderzoek van het NIPO heeft uit gewezen, dat er op zijn minst aan mag worden getwijfeld of de kiezers hun verte genwoordigers een opdracht tot ingrijpen tegen de REM zouden willen geven. Ook al is men niet dol op reclame-tele visie van zee uit onder auspiciën van een vrijbuiterige particuliere onderneming, dan nog kan men zich bezorgd afvragen of het niet tijd wordt dat onze volksverte genwoordigers die de schoen past zich wat meer losmaken van hun bijkomende be langen en zich realiseren dat zij niet voor zuilen, maar voor het algemeen belang in de Kamer zitten. Advertentie PARIJS (AP) Toen de leider van het Franse geheime leger (O.A.S.) Edmond Jouhaud twee jaar geleden gegrepen werd in Oran, waar de terreur hoogtij vierde, hebben vier woedende Europeanen een jonge links-geörienteerde secretaresse ontvoerd en haar verminkte lijk in een zak achtergelaten. Gisteren is een van deze mannen, de eni ge die tot nu toe gearresteerd werd, tot 15 jaar gevangenisstraf veroordeeld. Het meisje, Jeanne Tarlao, werd door het geheime leger beschuldigd Jouhaud bij de politie aangegeven te hebben. Maar in feite had zij, naar de verdediger van de verdachte vertelde, er niets mee te maken. Toch dwongen de vier mannen, waaron der de veroordeelde, Lucien Besse haar onder bedreiging met revolvers haar bu reau te verlaten. Besse had, toen hij een paar jaar geleden in Marseille gearres teerd werd, de politie eerst verteld dat zij de jonge vrouw gemarteld hadden, maar dat .zij niet wilde praten. Tijdens het. pro ces trok Besse die verklaring in en gaf slechts toe geholpen te hebben bij de ont voering. De verdediger van Besse zei: „Van net slachtoffer, voor wie ik eerbiedig het hoofd buig, was bekend dat zij lid was van de vereniging Frankrijk-Rusland. Doch ik ben er zeker van dat zij niets te maken had met het aanbrengen van Jouhaud. In de verschrikkelijke sfeer, die destijds in Oran heerste, konden de mensen van het geheime leger, en ook mijn cliënt, dit niet geloven". Met de zeemeermin van Kopenhagen als inspirerend voorbeeld hebben even onbe^ kende koppensnellers keizer Maximiliaan van Oostenrijk in Brabants hoofdstad ont hoofd. In vroeger tijden prijkte het beeld van de imperator op de oude Wilhelmina brug, daarna stond het in het Baselaarpark De onthoofde majesteit biedt op zijn stoere ros een allesbehalve vorstelijke aanblik en daarom hopen de Bosschenaren dat het standbeeld van Hildo Krop snel zal zijn. ctrhfirr>l2£)S-, Een onlangs verschenen boekje van zevenenveertig bladzijden, de titel „Spellings ellende" dragende, en ge schreven door dr. M. W. R. van Vollenhoven, kenmerkt zich door een prijzenswaardig kort en krachtig Woord Voor af. Woorden Vooraf zijn meestal nog vervelender dan Woorden Daarna en benemen de welwillende lezer niet zel den de lust om van deze laat ste kennis te nemen. Dr. Van Vollenhoven heeft dat euvel onderkend en zijn Woord Vooraf het karakter gegeven van een soort brisant- granaatkartets van klein for maat. Zoiets stimuleert de be langstelling uiteraard enorm. „Dit boekje heeft ten doel de aandacht te vestigen op de chaotische toestand waarin onze spelling verkeert. De ge zondheid, het geluk, de levens vreugde en de toekomst van uw kinderen staan op het spel. Ik roep alle ouders op zich in comités te verenigen ten einde dit gevaar te voorkomen. Ik spreek de hoop uit, dat de nieuwe spellingscommissie spoedig verbetering zal bren gen". Dat is, zoals u merkt, niet mis. De spelling van de Ne derlandse taal verkeert in een chaotische toestand. De oude ren onder ons kunnen daar nog wel tegenop. Zij hebben in '14'18 en in '40'45 wel voor hetere vuren gestaan, maar voor onze kinderen ziet het er troosteloos uit. Zij worden steeds bleker, eten niet meer, krijgen bof na bof, kromme beentjes en flaporen, kortom, de ongezonde spelling onder mijnt hun gestel en maakt hen tot wrakjes. Maar niet alleen hun gezondheid wordt aange tast. Hun geluk, hun levens vreugde en hun toekomst eveneens. Dan blijft er al niet veel meer over. Zij zitten lus teloos en chagrijnig bij het povere haardvuur en zelfs een grapje van Wim Kan wil er niet meer in. Vroeger, toen de spelling nog goed was, kon- de Nederlandse kinderen zo vrolijk en onbezorgd in het frisse gras spelen en draven, hun klaterende lach schalde tegen de muren der propere woninkjes en hun gebruinde wangen glommen als appels aan de bomen. Dat is nu alle maal voorbij, althans volgens dr. Van Vollenhoven. Maar hij ziet nog een lichtpuntje in de grauwe duisternis dezer generatie. Hij wil dat de ouders zich in comités ver enigen. Wat moeten die comités doen? Dat vertelt dr. Van Vollen hoven niet, maar ik vermoed dat hij spoedig een tweede boekje zal schrijven waarin dat haarfijn wordt uitgelegd. Waarmee alleen maar voor zichtig betoogd wil worden, dat men zelfs zoiets treurigs als het drama van de Neder landse spelling kan overdrij ven. Natuurlijk krioelt onze spelling van onlogische en on- geargumen teerde moeilijkhe den en die zijn zeker niet in de laatste plaats voortgeko men uit de ijverig doorgevoer de vereenvoudigingen van el kander opvolgende spellings commissies. Natuurlijk lijdt de culturele vorming van kind tot mens onder een gebrekkig taalonderwijs, maar de taal staat boven en los van de spelling; noch de communi catie, noch de artistieke im pressie die door de taal wordt nagestreefd lijdt onder een onlogische, moeilijke of zelfs onleerbare spelling. Dr. Van Vollenhoven vindt echter, dat het geluk, de le vensvreugde, de gezondheid en de toekomst van onze ko mende generaties afhangen van de vraag, of de gehele levende massa van het Neder landse en Vlaamse volk spoe dig alle woorden op dezelfde manier zal schrijven. Gebeurt dat niet, dan sterven wij uit. En dat lijkt mij bijzonder pes simistisch gezien. Er is echter iets anders, dat mij in het keurig uitgegeven boekje van dr. Van Vollen hoven treft. Het is iets dat al eens eerder en vaker bij mij is opgekomen, als ik verhan delingen van taal- en spelling meesters las. Het is de merk waardige constatering, dat op vrijwel geen enkel gebied de spreekwijze van „de hand in eigen boezem" zo toepasselijk is als op dat van de taal. Ook het boekje „Spellingsellende" getuigt ervan. Het zegt name lijk zoveel critische dingen over de spelling in zo'n er barmelijk Nederlands, dat ik na lezing geneigd ben te gaan schrijven over „Taalellende". Maar ik doe het niet, en ik zal het nooit doen. Want er is op de wereld, in welke taal ook, nog nooit een stuk ge schreven dat geen reden tot critiek gaf. Er is nog nooit een taalmeester van leer getrok ken tegen andere taalmees ters, in wiens stuk niet regel voor regel fouten en onnauw keurigheden konden worden aangewezen. Wie uwer zonder zonden is, werpe de eerste steen. Voor de televisie zei laatst iemand in antwoord op de vraag van een verslaggever: „Dat zal ik u in korte metten eens precies vertellen". De verslaggever glimlachte ver stolen, maar zei later: „En zo, dames en heren, hebben we dus gehoord hoe de vork in elkaar zit". Nu kan ik op mijn beurt glimlachen om die dom me verslaggever, maar dan moet ik ook voortaan in alle toonaarden zwijgen en de pen niet meer aanraken. Want wie zijn mond open doet of schrijft, levert stof tot critiek. Trouwens, hoe zou de taal zo rijk en welig hebben kun nen opbloeien in de onge- wiede hof onzer menselijke samenleving, als zij niet be vrucht en gevoed zou zijn ge worden door duizenden varia ties van oude en nieuwe ver grijpen tegen de regels? De spelling geheel en al in het midden latend, als vleeskluif voor dr. Van Vollenhoven, kunnen wij de taal onze taal koesteren als onze eigen dierbare zuigeling. Wat de rammelaar is voor de bore ling, is de spelling voor de taal. Op zekere leeftijd heeft hij geen rammelaar meer no dig om zich te doen horen. Als de mens de taal kent, is voor hem de spelling dood. Onze jeugd verschrompelt en verschraalt onder het ge brek aan een eenvormige spel ling. Hebt u daar al eens iets van gemerkt? Zou zij werke lijk lijden onder de vraag, of men een apostrof moet gebrui ken of niet? Dr. Van Vollen hoven pleit vurig voor bijvoor beeld het woord „temaas". Hij bedoelt niet te water gaan in de Maas, maar het meervoud van thema. De gezondheid van onze kinderen lijkt mij eerder nadelige gevolgen van temaas dan van thema's te zullen ondervinden, tenzij onze kin deren tijdens de pauzes in de aulaas meer vlaas eten. Door gaans echter zijn de school - menuus niet zo wijds. Neen, dr. Van Vollenhoven schrijft wijds, omdat hij de korte ei wenst uit te roeien behalve voor het woord ei tenzij men Y bedoelt. Doch dat laatste is alleen van belang voor Amsterdammers. „Onlangs," schrijft dr. Van Vollenhoven, „kreeg ik een brief van een oud-minister waarin hij schreef: wijfelen." Wij weten best dat oud ministers vaak de kluts kweit- raken, als zij ouder worden. En ze zijn meestal al oud, als ze minister worden. Maar die brief! Zou er gestaan hebben: „meneer Van Vollenhoven, ik laat u arresteren en ophangen als u ooit durft propageren „wijfelen" te schrijven inplaats van weifelen?" Weg met de onnodige uit zonderingen, roept de doctor uit. Waarom schrijven wij provincies en bacteriën? Waar om niet bacteries? En pories, en victualies? „Denkt men werkelijk," aldus dr. Van Vol lenhoven, „dat men zich in het latere leven zal afvragen of de klemtoon al of niet op de uit gang valt?" Ik weet niet of dr. Van Vollenhoven het volgende leven of het verdere leven be doelt. In het volgende leven zal men zich zoiets zeker niet afvragen, aangezien dat geen uitgang heeft. Maar afgezien van dit alles hebben we de ge leerde doctor nu helemaal in een net gevangen. Want wat hij hier doet, is niet meer knoeien aan de spelling, maar knoeien aan de taal. En men mag wel aan een rammelaar knutselen, maar niet aan een baby. Hij wil dat wij of onze kinderen ter vereenvoudiging van het onderwijs anders gaan praten! Liever dood dan zeg gen (of schrijven): „Het koude zweet brak hem uit alle pories, toen de melodies van de sym- fonies tot hem doordrongen. Al zijn antipaties tegen de com ponist verdwenen, toen de drie pianoos invielen.'' „Gemakshalve," zegt de doc tor, „moet men voortaan de m verdubbelen na een doffe klinker. Als ik Bussumer schrijf, klinkt mij dat als Bus- suumer." Dr. Van Vollenhoven schrijft dus nogal luidruchtig. Ik hoor nooit iets als ik schrijf. Laat staan dat mij iets klinkt als ik schrijf. Klinkt u wel eens iets als u schrijft? Klinkt u in het algemeen wel eens igts! Natuurlijk niet, want dan zou u een Duitser moeten zijn. Nog een citaat uit het leer zame boekje: „De Académie Franqaise heeft o.a. de taak om, als een woord burgerrecht heeft ver kregen, dit officieel te aan vaarden." Ik laat nu de tus senzin weg. Dat moet kunnen. Dan staat er: „De Académie Frangaise heeft o.a. de taak om dit officieel te aanvaarden." Wat? Het had moeten zijn: „De A.F. heeft o.a. de taak om een woord, zodra het burgerrecht heeft verkregen, officieel te aanvaarden." Verder: „In Nederland en Vlaanderen zou het aanbeve ling verdienen een dergelijk permanent orgaan in het leven te roepen die dergelijke woorden als Nederlandse zou kunnen erkennen.'' Dr. Van Vollenhoven wil dus een orgaan in het leven roepen, die (dat!) Franse woorden als Nederlandse zou moeten er kennen. Hij bedoelt waar schijnlijk: Het zou aanbeve ling verdienen in Nederland en Vlaanderen een soortgelijk orgaan als de A.F. in het leven te roepen dat woorden, die bij ons burgerrecht heb ben verkregen, als Nederland se zou kunnen erkennen." Nu ben ik helaas toch bezig met critiek en dat is de bedoe ling niet. Ik wil eindigen met een citaat uit het boekje, dat mij niet helemaal duidelijk is geworden, namelijk dit: „De taal dient om zich zowel mon deling als schriftelijk uit te drukken." Dat is iets geheel nieuws, lijkt mij. Ik heb nooit geweten, dat de taal zich zo graag mon deling zowel als schriftelijk wilde uitdrukken. Ik heb altijd gedacht, dat het de mensen waren die zich wilden uit drukken. En dan helemaal ten slotte nog iets: de chaoti sche toestand, waarin de „ver eenvoudigde" (sic) spelling verkeert." Wat betekent in vredesnaam dat „sic"? Zou dr. Van Vollenhoven op dat punt wellicht hebben moeten nie zen? En zo ja, waarom niest hij niet met een K? Ouderlijk huis HET IS een vreemde ervaring onver wacht in een huis te komen, waar je als kind gewoond en dan te bemerken dat je na zoveel jaren alles nog precies weet, van de zolder tot en met de kelder. Je hebt in al die tientallen jaren in veel huizen gewoond; enige van de zeven zee- en bevaren; een aantal levens geleefd; er zijn veel dingen gebeurd en veel namen vergeten. Alles is anders geworden en al die tijd is het huis, ongerept, het huis gebleven. Er zijn veel mensen in- en uit gegaan en veel levens zijn er geleefd. Maar de geur is gebleven. De geur blijft altijd. Alles is anders geworden en alles is het zelfde gebleven. De vreemde meubels en de andere in deling laten de herinnering onaangetast. Vaders kamer is nu een kantoor; tegen de lange wand stond een oude donkergroene canapé, waarop hij na tafel een kort slaap je deed en tussen de ramen stond zijn schrijfbureau met een sluiting als een ja loezie en met allerlei vakken en laden. Het witte ijzeren hekje voor het brede raam van de speelkamer is nog precies zo, maar er staan nu bedden van vreem de mensenEen speelgoedtreintje dat vlug over de rails ratelde, een seinhuis en een blikken tunnel, groen aan de buiten kant. Ik weet nog welke oom die tunnel uit Amsterdam heeft meegebracht. De zwart-witte tegels liggen nog in de keuken. Je kon er allerlei spelletjes op doen. Het schrale tuintje tussen de hoge huizen. We hebben eens een zwarte hond gehad. Zijn mand stond in het schuurtje bij de fietsen. Een groot, oud, geheimzinnig huis. Voor al de diepe, donkere kelder met de fles senrekken. Het rook er naar wijn, kurk en groente. Het ruikt er nog precies zo. Als je even goed denkt aan vroeger, ko men alle mensen van vroeger terug. Met de meubels, de spiegels, de schil derijen, de portretten op de piano. Wanneer ik buiten sta in dezelfde stille straat, die veel korter en smaller is gewor den, ben ik verward, omdat alles zo ver anderd is en alles hetzelfde is gebleven. Ik had er niet binnen moeten gaan. Er is geen reden voor om alles terug te zien en alles te herkennen, wat er al lang niet meer is. Advertentie QUiïtse* Honderdvijftiende. IJsland is het 115-da officiële lid van de organisatie voor on derwijs, wetenschap en cultuur van da Verenigde Naties (UNESCO) geworden. 1973. Engeland hoopt in 1973 een nieuw vliegdekschip in gebruik te nemen, dat 50.000 ton groot zal zijn en 60 miljoen pond sterling zal kosten. Verloving. Prinses Isabella van Frankrijk, de oudste dochter van de graaf van Pa rijs, de Franse troonpretendent, heeft zich verloofd met de Oostenrijkse graaf Frederik Karl von Schonborn Buckheim. Luchtbreukeling. De 32-jarige Amerikaan se vlieger kapitein James Davis is, op weg van de Verenigde Staten naar En geland, met zijn F-100-Sabre straalja ger in zee gestort. Hij werd, na dertien uur in een rubberbootje te hebben door gebracht in het zuiden van de Atlanti sche oceaan door het weerschip „Ju- liet" opgepikt. Davis is even later aan boord van de „Juliet" overleden. Montana. Bij de overstromingen in het gebied van Great Falls, in de Ameri kaanse staat Montana, zijn dertig men sen om het leven gekomen, terwijl er nog 38 vermist worden. Duizenden mensen zijn dakloos gewor den. De schade bedraagt meer dan tien miljoen dollar. Automobilistendroom In de Westduitse stad Bonn is een nieuw elektrisch con trolesysteem geïnstalleerd, dat de poli tie in staat stelt de verkeerslichten op de belangrijke routes door de hoofdstad stil te zetten. De officier van dienst krijgt een telefoontje van de kanselarij, drukt op een knop en Bondskanselier Erhard's limousine rijdt non-stop naar elke gewenste bestemming.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 3