GROEN CO W0 als vader dit boekje opendoet ontdekt hij 10 geurige sigaren! Doe het deze vaderdag anders. Geef hem die doos met-boekomslag vol lichte CI "C1 TVTé^lT"? en geurige Senator sigaren! GRANDIOOS f 2,50 - REGENT f 2,70 PER DOOS VAN 10 STUKS VRIJDAG 12 JUNI 1964 4 VI Dierenbescherming I Dierenbescherming II Dierenbescherming III Dierenbescherming IV Fluoridering I Fluoridering II Centrale verwarming Duiker oliebranders Fluoridering III Vooralsnog niet Beatles VSV contra Telstar I VSV contra Telstar II Eigen (wijze) uitleg Angstige geschiedenis LEUKE SAN0VITE VERRASSING Korporaal bij Lissabon verdronken De Nederlandsche Vereniging tot Be scherming van Dieren afdeling Enschede verzoekt ons publikatie van de vol gende circulaire, die aan de ieden van deze afdeling is toegezonden. „Een tegen de voorzitter van onze af deling, de heer L. Maas, opgezette laster campagne noodzaakt ons u op de hoogte te stellen van enkele feiten, die voor u van belang zijn om zich een juist oordeel over deze aangelegenheid te kunnen vor men. Een aantal leden van onze afdeling heeft zoals u bekend zal zijn kortgeleden van de heer G. J. van Diermen, lid van onze vereniging, een uittreksel ontvangen van een door F. B. Koekenberg in overleg met hem op 2 juni 1963 aan mevrouw Po lak geschreven brief, waarin een ernstige beschuldiging aan het adres van de heer Maas wordt gericht. Deze beschuldiging komt in het kort hierop neer, dat de heer Maas medewerking zou verlenen aan het fokken van honden met de wetenschap, dat de daaruit geboren dieren aan hon denhandelaren worden verkwanseld en weer worden doorverkocht aan vivisectie laboratoria. Alleen reeds de wijze, waarop deze be schuldiging wordt gepubliceerd, stelt de oprechte lezer aanstonds voor de vraag, waarom de klacht niet zoals in een vereniging gebruikelijk eerst aan het be stuur is gericht. Het tegendeel is echter gebeurd. Al maandenlang is getracht door middel van deze brief, achter de rug van het bestuur om, leden en niet-leden te be invloeden. De diepere oorzaak van deze weinig hoog staande en hoogst ongepaste handelwijze moet worden gezocht in een verschil van mening, dat zich tussen de heren Van Diermen en Koekenberg beiden lid van de Kynologenvereniging enerzijds en het volledige bestuur van de Kynologen vereniging met de heer Maas als voorzit ter anderzijds, in 1962 heeft voorgedaan omtrent een in de genoemde vereniging met betrekking tot een bepaald punt te volgen gedragslijn. De Raad van Beheer op Kynologisch Ge bied in Nederland kon zich met de opvat ting van genoemd bestuur verenigen en stelde de heren Van Diermen en Koeken berg in het ongelijk. Thans trachten deze heren dit persoonlij ke conflict te gebruiken om de heer Maas in de Nederlandsche Vereeniging tot Be scherming van Dieren onmogelijk te ma ken en hem te dwingen als voorzitter af te treden. Opgemerkt zij nog, dat de heer Maas sinds 1948 lid van onze vereniging en sinds 1956 voorzitter van de afdeling Enschede is. Toen de heer Maas in 1962 onder meer in aanwezigheid van de heer Van Diermen als voorzitter van onze afde ling werd herbenoemd, kwam vanuit de ledenvergadering hiertegen geen enkel be zwaar, ook niet van de heer Van Dier men. Inmiddels heeft de heer Maas tegen de heren Van Diermen en Koekenberg bij de Officier van Justitie te Almelo een aan klacht wegens smaad ingediend. Het volledige bestuur van de Kynologen vereniging met wie over deze aangele genheid overleg is gepleegd heeft thans aan de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland voorgesteld de heren G. J. van Diermen en F. B. Koekenberg als leden van deze vereniging te royeren. Inmiddels heeft de Raad van Beheer de heren G. J. van Diermen en F. B. Koe kenberg hangende het onderzoek ge schorst. Reeds eerder werd de heer Van Dier men drie jaar als lid van deze vereniging geschorst wegens belediging van een keur meester. Voor de Nederlandsche Vereeniging tot Bescherming van Dieren is de heer Van Diermen als lid niet meer te handhaven omdat hij de belangen van deze vereni ging ernstig heeft geschaad. Ook bij vroe gere gelegenheden heeft de heer Van Dier men blijk gegeven niet doordrongen te zijn van de loyaliteit, waarmede een lid moet zijn toegerust. Dit werd hem in april 1962 nog schriftelijk onder ogen gebracht. In zijn vergadering van 22 mei j.l. be sloot het bestuur daarom, met de stem men van de hieronder genoemde bestuurs leden voor en met de stemmen van me juffrouw J. H. Schoemaker en de heer J. Wegerink tegen en met instemming van de propaganda-commissié de heer Van Diermen met ingang van die datum van het lidmaatschap van de Nederlandsche Vereeniging tot Bescherming van Dieren vervallen te verklaren. De heer F. B. Koekenberg is geen lid van deze vereniging. Het bestuur van de Nederlandsche Vereeniging tot Bescherming van Dieren, afdeling Enschede. L. MAAS, voorzitter R. J. VAN DIJK, secretaris H. E. BENNINK, penningmeester." Over het door u in de krant van vrijdag 5 juni geplaatste stuk Dierenbescherming ben ik werkelijk erg ontdaan. Ik had niet verwacht een dergelijk stuk ooit in uw krant te vinden en dan te weten dat het allemaal onjuist is. Toevallig dat ik hier het een en ander over weet, anders had ik er misschien wel waarde aan gehecht, omdat ik uw blad nooit als sensatieblad heb ge zien en over het algemeen aan uw arti kelen of aan door u geplaatste artikelen wel geloof hechtte. Ik hoop dat u een objectief onderzoek zult willen instellen naar deze belasterde personen en deze op waardige manier zult rehabiliteren in uw blad. J. C. GELAUDI, Haarlem. Naschrift: Het gewraakte ingezonden stuk valt onder de nadrukkelijke bepaling, „dat opneming niet betekent, dat de redac tie het met de inhoud eens is". De redactie verleent plaatsruimte in deze rubriek aan lezers, die menen iets van belang te zeg gen te hebben. Of die mening anderen on sympathiek of sympathiek aandoet, kan geen maatstaf zijn. De voorwaarde dat brieven met de volle naam moeten zijn ondertekend, doet de inhoud ervan voor rekening van de inzender blijven. Van onderzoek of rectificatie van redactiewege kan geen sprake zijn. Redactie. Met grote verwondering heb ik het in gezonden stuk „Dierenbescherming" in uw blad van vrijdag 5 juni gelezen. In dit stuk worden oude ruzies opge haald, welke enige jaren geleden in de Vereniging tot Bescherming van Dieren te Enschede hebben plaats gehad. De heer Maas, tegen wie het stuk gericht was, heeft zich kunnen rehabiliteren en enige leden van de tegenpartij zijn ge royeerd. In dierenbeschermerskringen is dit stuk onsympathiek ontvangen, daar ieder met de klompen voelt, uit welke koker dit schoons komt. Weet u, geachte redactie, wat wij veel belangrijker en sympathieker zouden vinden, wanneer uw blad het licht eens liet schijnen op de vivisectie? Mevrouw A. A. REHWINKEL- VAN DEN BERG, Heemstede Naschrift: Wat w ij sympathieker zouden vinden? Als de dierenbeschermers en anti-vivisectie-propagandisten zich eens zouden herinneren, welke grote mate van medewerking ons blad in de vergane jaren altijd heeft geboden aan alle acties die ten bate van het dier zijn gevoerd. In het beleid onzer redactie ten aanzien van publikaties en de handhaving van het recht der openbare meningsuiting wenst die redactie echter tegenover iedereen meesteres in eigen huis te blijven. Redactie. Met diepe verontwaardiging las ik het stuk „Dierenbescherming" in uw krant van 5 juni, waarin de voorzitter van de Dierenbescherming Enschede belasterd wordt. Toevallig weet ik dat dit stuk vol staat met leugens. Ook uit publicaties over pro cessen, die tegen mevrouw Polak gevoerd zijn en nog gevoerd worden door mensen uit verschillende delen van Nederland weet ik wat voor waarde gehecht moet worden aan mededelingen van die zijde. Is dit u dan nog steeds niet bekend? Ik ben dan ook stomverbaasd dat u dit artikel geplaatst hebt. De dieren zullen door deze publicatie wel weer de dupe worden, want de Dierenbescherming krijgt weer een slechte naam. Het minste wat u nu jiog doen kan (en ik hoop dat dat zal gebeuren) is, dat er een behoorlijke rectificatie zal volgen, waarin de voorzitter van de Dieren bescherming in Enschede gerehabiliteerd wordt. Ik zal dit met belangstelling tegemoet zien. MEJ. H. JANSEN, Zandvoort. Naschrift: Rectificatie van een inge zonden stuk ligt niet op de weg van de redactie. Zij geeft volledig gelegenheid aan degenen, die een bepaalde bewering van inzenders menen te kunnen weerleggen, om in deze rubriek het woord te voeren. Redactie. Laten wij nu eens even heel eerlijk trachten te zijn! Als er in Hitier Duits land of in Rusland tegen de zin van het volk het fluorgehalte in het drinkwater werd verhoogd zouden wij zeker veront waardigd reageren en zeggen: „Zie je wel die krijgen daar vergif in het water en dat hebben ze maar te nemen"! Wat blijft er hier in Nederland van de per soonlijke vrijheid over als je en masse ge dwongen wordt zulk drinkwater te gebrui ken? Nu slechts 28 mensen van de gehele stad Haarlem in de raad hebben besloten het fluor-gehalte te verhogen in het drink water, zijn over de 100.000 mensen ver plicht zich hieraan te onderwerpen, want natuurlijk is het een dooddoener te bewe ren, dat men ook nog wel zuiver water kan krijgen, maar wie zal dat volhouden?, om maar niet te spreken van ouden van da gen en zieke mensen! Betekent vrijheid al leen maar politieke vrijheid? Ik vind het een droevig gedoe! J. CORSTEN, Haarlem. In uw redactioneel commentaar op een tweetal ingezonden stukken van zaterdag 6 juni stelt u ondermeer, dat de gemeente raden „in vele gevallen besluiten tot fluoridering omdat ze zich verplicht' ge voelen, te doen wat anderen doen. Een overtuigend argument pro of contra is er niet" In een ander commentaar heet het dat door de fluoridering „de gezondheids zorg een zaak van politiek gokken" wordt. Ik maak ernstig bezwaar tegen het peil waarop uw commentaar zich beweegt. Een ieder die zich in het vraagstuk van de fluoridering enigszins verdiep* kan weten dat: a. gebleken is, dat in streken, waar in het water van nature fluoride voorkomt, het tandbederf veel minder is dan elders, terwijl enige nadelige invloed daar nim mer is vastgesteld; b. ook uit een, zich over vele jaren uitstrekkend, experimenteel onderzoek in ons land (Culemborg, Tiel) de gunstige invloed van de toevoeging aan het drink water van een kleine hoeveelheid fluoride overduidelijk is gebleken; c. de Gezondheidsraad in een tweetal rapporten, na onderzoek van het gehele vraagstuk en de daarover bestaande litteratuur, tot fluoridering heeft geadvi seerd. De betreffende commissie zegt in haar rapport ondermeer: „Voor geen andere tot nu toe ingevoerde maatregel van de volksgezondheid bestonden er ten tijde van de invoering van de maatregel zoveel gegevens omtrent de onschadelijk heid als voor de waterfluodering nu reeds 't geval zou zijn". De commissie bespreekt tevens uitvoerig de vraag waarom juist de toediening van fluor aan het drinkwater het meest aanbeveling verdient; d. de Provinciale Raad voor de Volks gezondheid in Noord-Holland unaniem tot invoering van de fluoridering heeft ge adviseerd alsook het ministerie van Sociale Zaken bij herhaling. Natuurlijk zijn er ook thans nog men sen, die twijfelen, of vrees hebben voor overigens nog nergens gebleken of aange toonde gevaren. Mr. Wensing heeft zich daarvan in een ingezonden stuk tolk ge maakt. Het uiten van twijfel naar mijn gevoelen onvoldoend gefundeerd is echter heel wat anders dan hetgeen uw onderschrift suggereert, namelijk dat de invoering van de fluoridering 'n onweten schappelijk toegeven aan de waan van deze dag zou zijn, waarbij de beslissing een politieke gok zou betekenen. Gezien het omvangrijke en deugdelijke onderzoe'k dat is gebeurd is een dergelijk commentaar uw blad onwaardig. J. HARMSEN, Velsen. Naschrift: Het fluorideren draagt duidelijke kenmerken van modeverschijn sel! Men behoeft slechts de argumenten van de voorstemmers in de raadscolleges te ver nemen om te weten dat hun „ja" geen on voorwaardelijke overtuiging ten aanzien van de noodzaak tot fluoridering inhoudt, doch slechts een toegeven aan de aandrang,'die dan nog slechts door e e n d e el der weten schappelijke deskundigen wordt uitge oefend. Dat de beslissing in dergelijke zaken wordt overgelaten aan niet-deskun- dige, politiek genuanceerde colleges, die niet unaniem doch slechts in meerderheid, beslissen tot invoering van de fluoridering, geeft ons naar onze mening het recht om van een „gok" te spreken. De vraag van schadelijkheid of nut, of van beide, afge wogen tegen elkaar, kan onmogelijk in zo'n betrekkelijk kort aanta l jaren absoluut worden beantwoord. Wat u twijfel of vrees noemt, is wetenschappelijk gefundeerd op vrijwel even sterke of zwakke gronden als de overtuiging dat het fluorideren onver wijld moet geschieden. De onzekere factor maakt de politieke beslissing riskant. Redactie Advertentie BLOEMENDAAL TELEFOON 54855 Afgezien van de vraag of men tegen de wil van een grote minderheid (of meer derheid?) van het publiek in een bijmeng sel in het drinkwater kan doen, waarvan de uitwerking slechts eenzijdig tandheel kundig is vastgesteld en dan nog alleen maar aan de hand van statistische analy ses, moet iedere gemeente zich ernstig be raden op het feit of zij wel een voldoende deskundige staf heeft, die voortdurend de samenstelling van het drinkwater kan controleren op inwerkingen van fluor op andere chemicaliën. Voorbeelden elders ter wereld zijn waardeloos, aangezien de andere bijmengingen van het drinkwater verschillen. Scheikundige reacties tussen fluor en andere stoffen in het water kun nen gif produceren. En tenslotte, degene ratie van het gebit is in de eerste plaats een gevolg van de voedingswijze en de cultuur. Daartegen is met fluor niets te doen! H. v. d. EEREBEEMDT, Bennebroek In uw rubriek „Schrijvende lezers" van vrijdag 5 juni staat een ingezonden brief van mr. H. J. M. Tonino te Santpoort over een vermeende tariefverhoging op onze lijn 71. Inderdaad vermeend, want wat mr. Tonino stelt is onjuist: het overstaprecht van deze lijn op een Haarlemse stadslijn bleef vooralsnog gehandhaafd. Het is niet uitgesloten dat mr. Tonino de dupe is geworden van een verkeerde tarieftoepassing door een van onze chauf feurs. In dat geval zou het misverstand snel zijn opgehelderd en het teveel be taalde onder aanbieding van onze veront schuldigingen gerestitueerd indien de heer Tonino even de moeite had genomen te bevoegder plaatse te informeren. Ook de redactie had zulks, naar goed journa listiek gebruik, kunnen doen alvorens tot opneming van de brief van mr. Tonino te besluiten. Ook de overige grieven van de inzender hadden dan wellicht gemakkelijk weerlegd kunnen worden. Zo is de vernummering van lijn 8 geen „in alle haast" toegepast „juridisch trucje" geweest, zoais deze ju rist stelt, maar een interne maatregel wel ke onderdeel vormde van de maandenlan ge voorbereiding van de nieuwe dienstre geling. Directie Noord-Zuid-Hollandse Vervoer Maatschappij n.v. Haarlem Naschrift: Aangezien de vastgestel de ervaring van de heer Tonino in tegen spraak was met wat de directie van de N.Z.H. blijkbaar heeft bepaald, was met hij onjuist maar de N.Z.H. Het woord vooralsnog" wijst er trouwens op, dat de heer Tonino met zijn term „tariefver hoging" alleen maar vooralsnog geen ge lijk heeft. Opneming van brieven over ech te of vermeende onregelmatigheden heeft het voordeel, dat ook andere klanten van dè N.Z.H. wij nemen aan dat niet al leen de heer Tonino van Santpoort naar Haarlem wordt vervoerd op de hoogte komen van vergissingen en weten wat zij ertegen kunnen ondernemen. Tevoren in formeren is, zoals voor ieder gebruik geldt, voor een redactie niet altijd moge lijk. Redactie. Ik vond de recensies van de Beatles overweldigend. Maar een maand geleden was Cliff in Nederland en daarvan heeft niets in uw kranf gestaan. Vele Cliff-fans zullen zich teleurgesteld voelen nu er wel zo'n grote reportage in stond van de Beatles. ANKIE VOOREN Haarlem. Naschrift: Als de Cliff-fans*dezelf de furie hadden weten te ontketenen als de Beatles-vereerders, zou het wel in de krant hebben gemoeten. Niet de Beatles, maar de herrie eromheen dwingt tot be richtgeving. Redactie. In deze rubriek worden eenmaal per week brieven opgenomen, die met uit drukkelijk verzoek tot publikatie aan de redactie worden toegezonden: voorwaar den tot publikatie zijn: Het onderwerp dient van genoegzaam algemeen belang te zijn en uit het oog punt van dat algemeen belang te zijn beschouwd. De Inzender moet de brief met zijn volle naam en adres ondertekenen en instemmen met de vermelding van zijn naam en woonplaats. (Dus geen pseudo niem of Initialen). De brief moet gesteld zijn in behoorlijk Nederlands en in begrijpelijke, beknopte vorm. De redactie behoudt zich het recht voor de brief ter publikatie te bekorten op niet essentiële punten, of opneming te weigeren. Opneming van een bepaalde brief be tekent allerminst, dat de redactie het eens is met daarin vervatte meningen of argumenten. Advertentie Ondergetekende, voormalig jeugdbe- stuurder VSV, bevreemdt het ten zeerste dat de huidige voorzitter van VSV, de heer A. J. v. Leusen, nu al enige malen in het strijdperk treedt met de door hem ge uite grieven ten aanzien van VSV contra Telstar. De heer Van Leusen toch was na de ver schillende mislukte pogingen voor een fu sie tussen VSV en Stormvogels, als advi seur weer tot in het VSV-bestuur doorge drongen en heeft met die mensen die hij nu als verraders beschouwt aan één tafel gezeten. Hem toch moest, gelijk onderge tekende bekend was, bekend zijn' geweest dat wij VSV-ers al verraden werden op de bewuste fusie-vergadering, waarvoor de heer Van Leusen zich op die bewuste avond zo naarstig beijverde. Was het niet ondergetekende die toen zijn grieven ten aanzien van het bestuur en fusie an de heer Van Leusen voorlegde, en zijn wantrouwen uitsprak t.a.v. de door de heer Van Leusen geuite prachtige voor stellen, alleen om de vergadering toen te bewegen zich voor fusie uit te spreken. Ondergetekende merkte toen op aan het adres van penningmeester de heer Kocks, (nu penningmeester van Telstar) naar het amateurisme terug te keren en de spelers zelf te verkopen om zodoende uit de fi nanciële nood te komen en als schatrijke amateurvereniging verder te gaan. Er werd vanaf de bestuurstafel incluis de beer van Leusen honend op gereageerd (o.a. met de woorden dat ondergetekende er niets van wist en „wat zijn onze spe lers nou waard"). Men hield zich toen halsstarrig vast aan de door de heer Kocks neergelegde cijfers als zou de vereniging op bankroet staan, ook toen ondergeteken de de vergadering er op wees dat men pas dan failliet is, als ook de inventaris opbrengst de schulden niet meer dekt (spelers verkoop). De heer Van Leusen vond het voorstel indertijd belachelijk en hield het op een tekort aan inzicht. Nu echter bekent de heer van Leusen tot grote verwondering van ondergetekende, zich schuldig te be vinden, en dat als alle spelers toen ver kocht waren VSV nu een schatrijke ama teurvereniging zou zijn. Bij ondergeteken de rijst de vraag: Moest VSV in de boot genomen worden? Het toenmalige VSV bestuur kon toch van normaal denkende mensen geen vertrouwen meekrijgen ge zien ook de wijze waarop men zijn mede bestuurders o.a. de toenmalige secretaris manager de heer Feldmeyer verried en wipte (hij is nu bij VSV teruggekeerd in het bestuur) Deze zou normaal in het Tel- starbestuur gekozen zijn waarmee dan ten minste één goede vertegenwoordiging voor VSV in Telstar gezeten zou hebben. Dit echter moest niet gebeuren. Ook de heer Van Leusen stelde zich geen kandi daat. Dit toch was voor de heer Van Leu sen de betere plaats geweest om zich voor goede naleving van de overeenkomsten te beijveren. Wel stelde hij zich kandidaat voor het presideren van het bij fusie tot amateurvereniging gebombardeerde VSV. Nu tracht men Telstar dat zo'n prachtig succes behaald heeft, te dwarsbomen. Telstar is nu een profclub, het verbrandt alle oude schepen achter zich, laat het nu maar varen, en wees sportief, leg U bij uw toentertijd genomen besluiten neer. Dat dit zou komen kon een kind zien. Telstar is een zakelijke koers gaan varen, met financiers die geen blok aan hun been wensen, dat was te voorzien. H. J. TULCKENS, IJmuiden-Oost. Na net lezen van het artikel van de sportredactie, naar aanleiding van het ge houden gesprek met de voorzitter van V.S.V., d.d. 5 juni 1964, bekroop mij (als buitenstaander) het gevoel, dat de voor zitter (dr. Van Leusen), het -ergens niet kan verwerken, dat het met Telstar tot nu toe redelijk goed gaat, gezien de resul taten. Want het is wel vreemd, dat de kwestie juist nu opgehaald wordt. Dit geeft volgens mij te denken. Verder dacht ik, dat mijn mening bevestigd wordt door de tegensprekingen in het bovengenoemd artikel. Hier citeer ik enige zinnen uit dit artikel: „Ik voel me schuldig, dat ik indertijd, als groot voorstander van de fusie, de algemene vergadering heb aan gezet om door te zetten". Even verder leest men: „Wij hadden V.S.V. als we in dertijd 20.000,hadden gehad en die kon ik krijgen (waarom niet genomen?) net zo ver kunnen krijgen als Telstar nu. Is Telstar niet een versterkt V.S.V."? Gelet op de laatste zin, vraag ik mij af, wanneer de voorzitter voor de fusie was, waarom hij dan steeds het V.S.V.- element naar voren haalt! Ten slotte wil ik nog dit zeggen, naar aanleiding van de laatste zin, laat dat vasthouden aan het V.S.V.-supporter en Stormvogels-sup porter zijn, varen (niet wat betreft de amateurverenigingen V.S.V. en Storm vogels natuurlijk). Maar laten we één weg bewandelen en laten we niet vervallen in de bovengenoemde ideeën. We hebben nu de club Telstar en daar moeten we achter staan. Er is al narigheid genoeg geweest. Ik hoop dan ook, dat de te houden vergadering van 26 juni a.s. op een rustige wijze en na rijp beraad zal plaatsvinden. F. v. PUTTEN, Driehuis. In uw blad van vrijdag 5 juni las ik een stukje over „Eigen(wijze) uitleg". Als weggebruiker die dagelijks enige malen over de Zeeweg, waar dit bord geplaatst is, gaat, moet ik de schrijver van dit ar tikel er op wijzen dat er bijna dagelijks auto's uit de bochten vliegen en over de kop slaan. Maar nimmer zie ik een bromfietser aan de kant of in de berm van de Zeeweg liggen. Als weggebruiker met 35 jaar er varing moet ik vaststellen dat niet het bord met het opschrift „Rijwielen met hulpmotor toegestaan" de haat van de schrijver heeft opgewekt, maar wel het bord 70 km. Men spreekt wel van bromnozems en die zijn er velen. Maar vergeet vooral niet de autonozems en de zondagsruiters. Die vormen mijns inziens wel het grootste ge vaar langs de weg. Want het is nu toeval lig de Zeeweg, die ook voor bromfietsers toegankelijk is. Maar op al die wegen, die niet door bromfietsers gebruikt mogen worden, maar alleen door autosnelverkeer, vallen dagelijks vele slachtoffers. En meestal door een eigen (wij ze) uitleg. Ik hoop hiermee de schrijver geholpen te hebben om een goed chauffeur te worden. J. KLOOSTER, Haarlem Naschrift. Als er geen auto's van wegpiraten over de kop sloegen met een angstwekkende regelmaat, dan was er nooit een maximumsnelheid voor de Zee weg ingesteld. Schrijver van het stukje heeft niets tegen deze beperking. Zoveel te meer echter tegen die automobilisten en andere weggebruikers welke of opzettelijk of uit onwetendheid maar raak rossen (of sukkelen) en het eigen leven en dat van anderen voortdurend in gevaar brengen. Het bijschrift bij de foto is curieus omdat de combinatie van de beide borden een tikje aan de dwaze kant is. Op deze wijze uitgelegd heeft 't de schrijver en vele an deren niet geholpen om een goed chauf feur c.q. bromfietser te zijn of te blijven. Redactie. Uit Het Weekblad van 29 mei (orgaan van VHMO-leraren) blijkt dat de minister van O. K. en W. het Dalmunder-rapport handhaaft als „richtlijn" waarin staat dat „het tekort aan geschiedenisleraren rond 1965 zal zijn opgeheven, waarna het aan bod de vraag sterk zal overtreffen." Professor dr. F. W. N. Hugenholtz, de Utrechtse hoogleraar in de geschiedenis en lid van de examencommissie geschiede nis MO uit ook zijn bedenkingen tegen de geschiedenisstudie in de Utrechtse Stu denten Almanak 1964 en merkt naar aan leiding van de hausse van het geschiede nis-studeren op aangaande het aantal vaca tures bij het VHMO: „In het vak geschie denis is iedere plaats bezet „en" groot aan bod op de markt bij een geringe vraag". Uitgave: Universiteit van Utrecht. In Bonaventura, het rooms-katholieke lerarenblad van 9 augustus 1963 staat dat van de kandidaten geschiedenis MO maar 15 percent slaagde, van alle MO-examens het laagste percentage. Voor Duits BO-B bijvoorbeeld slaagde51 percent. In hetzelfde nummer wordt gezegd, dat er talenleraren bij het VHMO werkzaam zijn die nog niet eens hun MO-A of kan didaats hebben, een studie van ongeveer drie jaar. Tezelfdertijd konden de vaca tures voor geschiedenis voor 92 percent met volledig bevoegden bezet worden. In deze tijd van superhoogcunjunctuur is er een groot gebrek aan personeel op allerlei gebied. U kunt dus alles met een gerust hart studeren, behalve geschiedenis, want als u dat doet komt u heel slecht terecht. Mijn opinie doet in dezen niet ter zake, iedereen die wil kan de boven genoemde officiële stukken zelf raadplegen en er zijn conclusies uit trekken. A. P. BRANDES Leraar geschiedeni» Advertentie Vraag uw leverancier het smaakvol uitgevoerde SANOVITE TAFELBLIKJE Gevuld met origineel pak Sanovite, samen slechts f 1,48 (Ook geschikt voor zoutarme Sanovite) Sanovite regelt de spijsvertering, bestrijdt "overwicht". De 27-jarige korporaal-machinist P. H. J. Clerx uit Vlissingen, die vorige week in de nacht van woensdag op donderdag aan boord van de jager „Rotterdam" in dè haven van Lissabon werd vermist, blijkt verdronken te zijn. Zijn stoffelijk over schot is nabij Lissabon aangespoeld De heer Clerx was gehuwd en vader van drie kinderen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 4