GROEN CO
W0
als vader dit boekje opendoet ontdekt hij 10 geurige
sigaren! Doe het deze vaderdag anders. Geef hem die doos
met-boekomslag vol lichte CI "C1 TVTé^lT"?
en geurige Senator sigaren! GRANDIOOS f 2,50 - REGENT f 2,70 PER DOOS VAN 10 STUKS
VRIJDAG 12 JUNI 1964
4
VI
Dierenbescherming I
Dierenbescherming II
Dierenbescherming III
Dierenbescherming IV
Fluoridering I
Fluoridering II
Centrale verwarming
Duiker oliebranders
Fluoridering III
Vooralsnog niet
Beatles
VSV contra Telstar I
VSV contra Telstar II
Eigen (wijze) uitleg
Angstige geschiedenis
LEUKE
SAN0VITE
VERRASSING
Korporaal bij Lissabon
verdronken
De Nederlandsche Vereniging tot Be
scherming van Dieren afdeling Enschede
verzoekt ons publikatie van de vol
gende circulaire, die aan de ieden van
deze afdeling is toegezonden.
„Een tegen de voorzitter van onze af
deling, de heer L. Maas, opgezette laster
campagne noodzaakt ons u op de hoogte
te stellen van enkele feiten, die voor u
van belang zijn om zich een juist oordeel
over deze aangelegenheid te kunnen vor
men.
Een aantal leden van onze afdeling heeft
zoals u bekend zal zijn kortgeleden
van de heer G. J. van Diermen, lid van
onze vereniging, een uittreksel ontvangen
van een door F. B. Koekenberg in overleg
met hem op 2 juni 1963 aan mevrouw Po
lak geschreven brief, waarin een ernstige
beschuldiging aan het adres van de heer
Maas wordt gericht. Deze beschuldiging
komt in het kort hierop neer, dat de heer
Maas medewerking zou verlenen aan het
fokken van honden met de wetenschap,
dat de daaruit geboren dieren aan hon
denhandelaren worden verkwanseld en
weer worden doorverkocht aan vivisectie
laboratoria.
Alleen reeds de wijze, waarop deze be
schuldiging wordt gepubliceerd, stelt de
oprechte lezer aanstonds voor de vraag,
waarom de klacht niet zoals in een
vereniging gebruikelijk eerst aan het be
stuur is gericht. Het tegendeel is echter
gebeurd. Al maandenlang is getracht door
middel van deze brief, achter de rug van
het bestuur om, leden en niet-leden te be
invloeden.
De diepere oorzaak van deze weinig hoog
staande en hoogst ongepaste handelwijze
moet worden gezocht in een verschil van
mening, dat zich tussen de heren Van
Diermen en Koekenberg beiden lid van
de Kynologenvereniging enerzijds en
het volledige bestuur van de Kynologen
vereniging met de heer Maas als voorzit
ter anderzijds, in 1962 heeft voorgedaan
omtrent een in de genoemde vereniging
met betrekking tot een bepaald punt te
volgen gedragslijn.
De Raad van Beheer op Kynologisch Ge
bied in Nederland kon zich met de opvat
ting van genoemd bestuur verenigen en
stelde de heren Van Diermen en Koeken
berg in het ongelijk.
Thans trachten deze heren dit persoonlij
ke conflict te gebruiken om de heer Maas
in de Nederlandsche Vereeniging tot Be
scherming van Dieren onmogelijk te ma
ken en hem te dwingen als voorzitter af
te treden.
Opgemerkt zij nog, dat de heer Maas
sinds 1948 lid van onze vereniging en sinds
1956 voorzitter van de afdeling Enschede
is. Toen de heer Maas in 1962 onder
meer in aanwezigheid van de heer Van
Diermen als voorzitter van onze afde
ling werd herbenoemd, kwam vanuit de
ledenvergadering hiertegen geen enkel be
zwaar, ook niet van de heer Van Dier
men.
Inmiddels heeft de heer Maas tegen de
heren Van Diermen en Koekenberg bij de
Officier van Justitie te Almelo een aan
klacht wegens smaad ingediend.
Het volledige bestuur van de Kynologen
vereniging met wie over deze aangele
genheid overleg is gepleegd heeft thans
aan de Raad van Beheer op Kynologisch
Gebied in Nederland voorgesteld de heren
G. J. van Diermen en F. B. Koekenberg
als leden van deze vereniging te royeren.
Inmiddels heeft de Raad van Beheer de
heren G. J. van Diermen en F. B. Koe
kenberg hangende het onderzoek ge
schorst.
Reeds eerder werd de heer Van Dier
men drie jaar als lid van deze vereniging
geschorst wegens belediging van een keur
meester.
Voor de Nederlandsche Vereeniging tot
Bescherming van Dieren is de heer Van
Diermen als lid niet meer te handhaven
omdat hij de belangen van deze vereni
ging ernstig heeft geschaad. Ook bij vroe
gere gelegenheden heeft de heer Van Dier
men blijk gegeven niet doordrongen te zijn
van de loyaliteit, waarmede een lid moet
zijn toegerust. Dit werd hem in april 1962
nog schriftelijk onder ogen gebracht.
In zijn vergadering van 22 mei j.l. be
sloot het bestuur daarom, met de stem
men van de hieronder genoemde bestuurs
leden voor en met de stemmen van me
juffrouw J. H. Schoemaker en de heer J.
Wegerink tegen en met instemming van
de propaganda-commissié de heer Van
Diermen met ingang van die datum van
het lidmaatschap van de Nederlandsche
Vereeniging tot Bescherming van Dieren
vervallen te verklaren.
De heer F. B. Koekenberg is geen lid
van deze vereniging.
Het bestuur van de Nederlandsche
Vereeniging tot Bescherming van
Dieren, afdeling Enschede.
L. MAAS, voorzitter
R. J. VAN DIJK, secretaris
H. E. BENNINK, penningmeester."
Over het door u in de krant van vrijdag
5 juni geplaatste stuk Dierenbescherming
ben ik werkelijk erg ontdaan. Ik had niet
verwacht een dergelijk stuk ooit in uw
krant te vinden en dan te weten dat het
allemaal onjuist is. Toevallig dat ik hier het
een en ander over weet, anders had ik er
misschien wel waarde aan gehecht, omdat
ik uw blad nooit als sensatieblad heb ge
zien en over het algemeen aan uw arti
kelen of aan door u geplaatste artikelen
wel geloof hechtte.
Ik hoop dat u een objectief onderzoek
zult willen instellen naar deze belasterde
personen en deze op waardige manier zult
rehabiliteren in uw blad.
J. C. GELAUDI, Haarlem.
Naschrift: Het gewraakte ingezonden
stuk valt onder de nadrukkelijke bepaling,
„dat opneming niet betekent, dat de redac
tie het met de inhoud eens is". De redactie
verleent plaatsruimte in deze rubriek aan
lezers, die menen iets van belang te zeg
gen te hebben. Of die mening anderen on
sympathiek of sympathiek aandoet, kan
geen maatstaf zijn. De voorwaarde dat
brieven met de volle naam moeten zijn
ondertekend, doet de inhoud ervan voor
rekening van de inzender blijven. Van
onderzoek of rectificatie van redactiewege
kan geen sprake zijn. Redactie.
Met grote verwondering heb ik het in
gezonden stuk „Dierenbescherming" in uw
blad van vrijdag 5 juni gelezen.
In dit stuk worden oude ruzies opge
haald, welke enige jaren geleden in de
Vereniging tot Bescherming van Dieren te
Enschede hebben plaats gehad.
De heer Maas, tegen wie het stuk gericht
was, heeft zich kunnen rehabiliteren en
enige leden van de tegenpartij zijn ge
royeerd.
In dierenbeschermerskringen is dit stuk
onsympathiek ontvangen, daar ieder met
de klompen voelt, uit welke koker dit
schoons komt. Weet u, geachte redactie,
wat wij veel belangrijker en sympathieker
zouden vinden, wanneer uw blad het licht
eens liet schijnen op de vivisectie?
Mevrouw A. A. REHWINKEL-
VAN DEN BERG,
Heemstede
Naschrift: Wat w ij sympathieker
zouden vinden? Als de dierenbeschermers
en anti-vivisectie-propagandisten zich eens
zouden herinneren, welke grote mate van
medewerking ons blad in de vergane jaren
altijd heeft geboden aan alle acties die ten
bate van het dier zijn gevoerd. In het
beleid onzer redactie ten aanzien van
publikaties en de handhaving van het
recht der openbare meningsuiting wenst
die redactie echter tegenover iedereen
meesteres in eigen huis te blijven. Redactie.
Met diepe verontwaardiging las ik het
stuk „Dierenbescherming" in uw krant
van 5 juni, waarin de voorzitter van de
Dierenbescherming Enschede belasterd
wordt.
Toevallig weet ik dat dit stuk vol staat
met leugens. Ook uit publicaties over pro
cessen, die tegen mevrouw Polak gevoerd
zijn en nog gevoerd worden door mensen
uit verschillende delen van Nederland
weet ik wat voor waarde gehecht moet
worden aan mededelingen van die zijde.
Is dit u dan nog steeds niet bekend?
Ik ben dan ook stomverbaasd dat u dit
artikel geplaatst hebt. De dieren zullen
door deze publicatie wel weer de dupe
worden, want de Dierenbescherming krijgt
weer een slechte naam.
Het minste wat u nu jiog doen kan (en
ik hoop dat dat zal gebeuren) is, dat er
een behoorlijke rectificatie zal volgen,
waarin de voorzitter van de Dieren
bescherming in Enschede gerehabiliteerd
wordt.
Ik zal dit met belangstelling tegemoet
zien.
MEJ. H. JANSEN, Zandvoort.
Naschrift: Rectificatie van een inge
zonden stuk ligt niet op de weg van de
redactie. Zij geeft volledig gelegenheid aan
degenen, die een bepaalde bewering van
inzenders menen te kunnen weerleggen,
om in deze rubriek het woord te voeren.
Redactie.
Laten wij nu eens even heel eerlijk
trachten te zijn! Als er in Hitier Duits
land of in Rusland tegen de zin van het
volk het fluorgehalte in het drinkwater
werd verhoogd zouden wij zeker veront
waardigd reageren en zeggen: „Zie je wel
die krijgen daar vergif in het water en
dat hebben ze maar te nemen"! Wat
blijft er hier in Nederland van de per
soonlijke vrijheid over als je en masse ge
dwongen wordt zulk drinkwater te gebrui
ken? Nu slechts 28 mensen van de gehele
stad Haarlem in de raad hebben besloten
het fluor-gehalte te verhogen in het drink
water, zijn over de 100.000 mensen ver
plicht zich hieraan te onderwerpen, want
natuurlijk is het een dooddoener te bewe
ren, dat men ook nog wel zuiver water kan
krijgen, maar wie zal dat volhouden?, om
maar niet te spreken van ouden van da
gen en zieke mensen! Betekent vrijheid al
leen maar politieke vrijheid? Ik vind het
een droevig gedoe!
J. CORSTEN, Haarlem.
In uw redactioneel commentaar op een
tweetal ingezonden stukken van zaterdag
6 juni stelt u ondermeer, dat de gemeente
raden „in vele gevallen besluiten tot
fluoridering omdat ze zich verplicht' ge
voelen, te doen wat anderen doen. Een
overtuigend argument pro of contra is er
niet" In een ander commentaar heet het
dat door de fluoridering „de gezondheids
zorg een zaak van politiek gokken" wordt.
Ik maak ernstig bezwaar tegen het peil
waarop uw commentaar zich beweegt. Een
ieder die zich in het vraagstuk van de
fluoridering enigszins verdiep* kan weten
dat:
a. gebleken is, dat in streken, waar in
het water van nature fluoride voorkomt,
het tandbederf veel minder is dan elders,
terwijl enige nadelige invloed daar nim
mer is vastgesteld;
b. ook uit een, zich over vele jaren
uitstrekkend, experimenteel onderzoek in
ons land (Culemborg, Tiel) de gunstige
invloed van de toevoeging aan het drink
water van een kleine hoeveelheid fluoride
overduidelijk is gebleken;
c. de Gezondheidsraad in een tweetal
rapporten, na onderzoek van het gehele
vraagstuk en de daarover bestaande
litteratuur, tot fluoridering heeft geadvi
seerd. De betreffende commissie zegt in
haar rapport ondermeer: „Voor geen
andere tot nu toe ingevoerde maatregel
van de volksgezondheid bestonden er ten
tijde van de invoering van de maatregel
zoveel gegevens omtrent de onschadelijk
heid als voor de waterfluodering nu reeds
't geval zou zijn". De commissie bespreekt
tevens uitvoerig de vraag waarom juist de
toediening van fluor aan het drinkwater
het meest aanbeveling verdient;
d. de Provinciale Raad voor de Volks
gezondheid in Noord-Holland unaniem tot
invoering van de fluoridering heeft ge
adviseerd alsook het ministerie van Sociale
Zaken bij herhaling.
Natuurlijk zijn er ook thans nog men
sen, die twijfelen, of vrees hebben voor
overigens nog nergens gebleken of aange
toonde gevaren. Mr. Wensing heeft zich
daarvan in een ingezonden stuk tolk ge
maakt. Het uiten van twijfel naar mijn
gevoelen onvoldoend gefundeerd is
echter heel wat anders dan hetgeen uw
onderschrift suggereert, namelijk dat de
invoering van de fluoridering 'n onweten
schappelijk toegeven aan de waan van deze
dag zou zijn, waarbij de beslissing een
politieke gok zou betekenen. Gezien het
omvangrijke en deugdelijke onderzoe'k dat
is gebeurd is een dergelijk commentaar uw
blad onwaardig.
J. HARMSEN, Velsen.
Naschrift: Het fluorideren draagt
duidelijke kenmerken van modeverschijn
sel! Men behoeft slechts de argumenten van
de voorstemmers in de raadscolleges te ver
nemen om te weten dat hun „ja" geen on
voorwaardelijke overtuiging ten aanzien van
de noodzaak tot fluoridering inhoudt, doch
slechts een toegeven aan de aandrang,'die
dan nog slechts door e e n d e el der weten
schappelijke deskundigen wordt uitge
oefend. Dat de beslissing in dergelijke
zaken wordt overgelaten aan niet-deskun-
dige, politiek genuanceerde colleges, die
niet unaniem doch slechts in meerderheid,
beslissen tot invoering van de fluoridering,
geeft ons naar onze mening het recht om
van een „gok" te spreken. De vraag van
schadelijkheid of nut, of van beide, afge
wogen tegen elkaar, kan onmogelijk in zo'n
betrekkelijk kort aanta l jaren absoluut
worden beantwoord. Wat u twijfel of vrees
noemt, is wetenschappelijk gefundeerd op
vrijwel even sterke of zwakke gronden als
de overtuiging dat het fluorideren onver
wijld moet geschieden. De onzekere factor
maakt de politieke beslissing riskant.
Redactie
Advertentie
BLOEMENDAAL
TELEFOON 54855
Afgezien van de vraag of men tegen de
wil van een grote minderheid (of meer
derheid?) van het publiek in een bijmeng
sel in het drinkwater kan doen, waarvan
de uitwerking slechts eenzijdig tandheel
kundig is vastgesteld en dan nog alleen
maar aan de hand van statistische analy
ses, moet iedere gemeente zich ernstig be
raden op het feit of zij wel een voldoende
deskundige staf heeft, die voortdurend de
samenstelling van het drinkwater kan
controleren op inwerkingen van fluor op
andere chemicaliën. Voorbeelden elders
ter wereld zijn waardeloos, aangezien de
andere bijmengingen van het drinkwater
verschillen. Scheikundige reacties tussen
fluor en andere stoffen in het water kun
nen gif produceren. En tenslotte, degene
ratie van het gebit is in de eerste plaats
een gevolg van de voedingswijze en de
cultuur. Daartegen is met fluor niets te
doen!
H. v. d. EEREBEEMDT, Bennebroek
In uw rubriek „Schrijvende lezers" van
vrijdag 5 juni staat een ingezonden brief
van mr. H. J. M. Tonino te Santpoort over
een vermeende tariefverhoging op onze
lijn 71. Inderdaad vermeend, want wat mr.
Tonino stelt is onjuist: het overstaprecht
van deze lijn op een Haarlemse stadslijn
bleef vooralsnog gehandhaafd.
Het is niet uitgesloten dat mr. Tonino
de dupe is geworden van een verkeerde
tarieftoepassing door een van onze chauf
feurs. In dat geval zou het misverstand
snel zijn opgehelderd en het teveel be
taalde onder aanbieding van onze veront
schuldigingen gerestitueerd indien de
heer Tonino even de moeite had genomen
te bevoegder plaatse te informeren. Ook
de redactie had zulks, naar goed journa
listiek gebruik, kunnen doen alvorens tot
opneming van de brief van mr. Tonino te
besluiten.
Ook de overige grieven van de inzender
hadden dan wellicht gemakkelijk weerlegd
kunnen worden. Zo is de vernummering
van lijn 8 geen „in alle haast" toegepast
„juridisch trucje" geweest, zoais deze ju
rist stelt, maar een interne maatregel wel
ke onderdeel vormde van de maandenlan
ge voorbereiding van de nieuwe dienstre
geling.
Directie Noord-Zuid-Hollandse
Vervoer Maatschappij n.v.
Haarlem
Naschrift: Aangezien de vastgestel
de ervaring van de heer Tonino in tegen
spraak was met wat de directie van de
N.Z.H. blijkbaar heeft bepaald, was met
hij onjuist maar de N.Z.H. Het woord
vooralsnog" wijst er trouwens op, dat
de heer Tonino met zijn term „tariefver
hoging" alleen maar vooralsnog geen ge
lijk heeft. Opneming van brieven over ech
te of vermeende onregelmatigheden heeft
het voordeel, dat ook andere klanten van
dè N.Z.H. wij nemen aan dat niet al
leen de heer Tonino van Santpoort naar
Haarlem wordt vervoerd op de hoogte
komen van vergissingen en weten wat zij
ertegen kunnen ondernemen. Tevoren in
formeren is, zoals voor ieder gebruik
geldt, voor een redactie niet altijd moge
lijk. Redactie.
Ik vond de recensies van de Beatles
overweldigend. Maar een maand geleden
was Cliff in Nederland en daarvan heeft
niets in uw kranf gestaan. Vele Cliff-fans
zullen zich teleurgesteld voelen nu er wel
zo'n grote reportage in stond van de
Beatles.
ANKIE VOOREN Haarlem.
Naschrift: Als de Cliff-fans*dezelf de
furie hadden weten te ontketenen als de
Beatles-vereerders, zou het wel in de
krant hebben gemoeten. Niet de Beatles,
maar de herrie eromheen dwingt tot be
richtgeving. Redactie.
In deze rubriek worden eenmaal per
week brieven opgenomen, die met uit
drukkelijk verzoek tot publikatie aan de
redactie worden toegezonden: voorwaar
den tot publikatie zijn:
Het onderwerp dient van genoegzaam
algemeen belang te zijn en uit het oog
punt van dat algemeen belang te zijn
beschouwd.
De Inzender moet de brief met zijn
volle naam en adres ondertekenen en
instemmen met de vermelding van zijn
naam en woonplaats. (Dus geen pseudo
niem of Initialen).
De brief moet gesteld zijn in behoorlijk
Nederlands en in begrijpelijke, beknopte
vorm.
De redactie behoudt zich het recht voor
de brief ter publikatie te bekorten op
niet essentiële punten, of opneming te
weigeren.
Opneming van een bepaalde brief be
tekent allerminst, dat de redactie het
eens is met daarin vervatte meningen of
argumenten.
Advertentie
Ondergetekende, voormalig jeugdbe-
stuurder VSV, bevreemdt het ten zeerste
dat de huidige voorzitter van VSV, de heer
A. J. v. Leusen, nu al enige malen in
het strijdperk treedt met de door hem ge
uite grieven ten aanzien van VSV contra
Telstar.
De heer Van Leusen toch was na de ver
schillende mislukte pogingen voor een fu
sie tussen VSV en Stormvogels, als advi
seur weer tot in het VSV-bestuur doorge
drongen en heeft met die mensen die hij
nu als verraders beschouwt aan één tafel
gezeten. Hem toch moest, gelijk onderge
tekende bekend was, bekend zijn' geweest
dat wij VSV-ers al verraden werden op de
bewuste fusie-vergadering, waarvoor de
heer Van Leusen zich op die bewuste
avond zo naarstig beijverde.
Was het niet ondergetekende die toen
zijn grieven ten aanzien van het bestuur en
fusie an de heer Van Leusen voorlegde, en
zijn wantrouwen uitsprak t.a.v. de door
de heer Van Leusen geuite prachtige voor
stellen, alleen om de vergadering toen te
bewegen zich voor fusie uit te spreken.
Ondergetekende merkte toen op aan het
adres van penningmeester de heer Kocks,
(nu penningmeester van Telstar) naar het
amateurisme terug te keren en de spelers
zelf te verkopen om zodoende uit de fi
nanciële nood te komen en als schatrijke
amateurvereniging verder te gaan. Er
werd vanaf de bestuurstafel incluis de
beer van Leusen honend op gereageerd
(o.a. met de woorden dat ondergetekende
er niets van wist en „wat zijn onze spe
lers nou waard"). Men hield zich toen
halsstarrig vast aan de door de heer Kocks
neergelegde cijfers als zou de vereniging
op bankroet staan, ook toen ondergeteken
de de vergadering er op wees dat men
pas dan failliet is, als ook de inventaris
opbrengst de schulden niet meer dekt
(spelers verkoop).
De heer Van Leusen vond het voorstel
indertijd belachelijk en hield het op een
tekort aan inzicht. Nu echter bekent de
heer van Leusen tot grote verwondering
van ondergetekende, zich schuldig te be
vinden, en dat als alle spelers toen ver
kocht waren VSV nu een schatrijke ama
teurvereniging zou zijn. Bij ondergeteken
de rijst de vraag: Moest VSV in de boot
genomen worden? Het toenmalige VSV
bestuur kon toch van normaal denkende
mensen geen vertrouwen meekrijgen ge
zien ook de wijze waarop men zijn mede
bestuurders o.a. de toenmalige secretaris
manager de heer Feldmeyer verried en
wipte (hij is nu bij VSV teruggekeerd in
het bestuur) Deze zou normaal in het Tel-
starbestuur gekozen zijn waarmee dan ten
minste één goede vertegenwoordiging voor
VSV in Telstar gezeten zou hebben.
Dit echter moest niet gebeuren. Ook de
heer Van Leusen stelde zich geen kandi
daat. Dit toch was voor de heer Van Leu
sen de betere plaats geweest om zich voor
goede naleving van de overeenkomsten te
beijveren. Wel stelde hij zich kandidaat
voor het presideren van het bij fusie tot
amateurvereniging gebombardeerde VSV.
Nu tracht men Telstar dat zo'n prachtig
succes behaald heeft, te dwarsbomen.
Telstar is nu een profclub, het verbrandt
alle oude schepen achter zich, laat het
nu maar varen, en wees sportief, leg U
bij uw toentertijd genomen besluiten
neer. Dat dit zou komen kon een kind
zien. Telstar is een zakelijke koers gaan
varen, met financiers die geen blok aan
hun been wensen, dat was te voorzien.
H. J. TULCKENS, IJmuiden-Oost.
Na net lezen van het artikel van de
sportredactie, naar aanleiding van het ge
houden gesprek met de voorzitter van
V.S.V., d.d. 5 juni 1964, bekroop mij (als
buitenstaander) het gevoel, dat de voor
zitter (dr. Van Leusen), het -ergens niet
kan verwerken, dat het met Telstar tot
nu toe redelijk goed gaat, gezien de resul
taten. Want het is wel vreemd, dat de
kwestie juist nu opgehaald wordt. Dit
geeft volgens mij te denken. Verder dacht
ik, dat mijn mening bevestigd wordt door
de tegensprekingen in het bovengenoemd
artikel. Hier citeer ik enige zinnen uit
dit artikel: „Ik voel me schuldig, dat ik
indertijd, als groot voorstander van de
fusie, de algemene vergadering heb aan
gezet om door te zetten". Even verder leest
men: „Wij hadden V.S.V. als we in
dertijd 20.000,hadden gehad en die
kon ik krijgen (waarom niet genomen?)
net zo ver kunnen krijgen als Telstar
nu. Is Telstar niet een versterkt V.S.V."?
Gelet op de laatste zin, vraag ik mij
af, wanneer de voorzitter voor de fusie
was, waarom hij dan steeds het V.S.V.-
element naar voren haalt! Ten slotte wil
ik nog dit zeggen, naar aanleiding van
de laatste zin, laat dat vasthouden aan
het V.S.V.-supporter en Stormvogels-sup
porter zijn, varen (niet wat betreft de
amateurverenigingen V.S.V. en Storm
vogels natuurlijk). Maar laten we één weg
bewandelen en laten we niet vervallen
in de bovengenoemde ideeën. We hebben
nu de club Telstar en daar moeten we
achter staan. Er is al narigheid genoeg
geweest. Ik hoop dan ook, dat de te houden
vergadering van 26 juni a.s. op een rustige
wijze en na rijp beraad zal plaatsvinden.
F. v. PUTTEN, Driehuis.
In uw blad van vrijdag 5 juni las ik
een stukje over „Eigen(wijze) uitleg". Als
weggebruiker die dagelijks enige malen
over de Zeeweg, waar dit bord geplaatst
is, gaat, moet ik de schrijver van dit ar
tikel er op wijzen dat er bijna dagelijks
auto's uit de bochten vliegen en over de
kop slaan.
Maar nimmer zie ik een bromfietser aan
de kant of in de berm van de Zeeweg
liggen. Als weggebruiker met 35 jaar er
varing moet ik vaststellen dat niet het
bord met het opschrift „Rijwielen met
hulpmotor toegestaan" de haat van de
schrijver heeft opgewekt, maar wel het
bord 70 km.
Men spreekt wel van bromnozems en
die zijn er velen. Maar vergeet vooral niet
de autonozems en de zondagsruiters. Die
vormen mijns inziens wel het grootste ge
vaar langs de weg. Want het is nu toeval
lig de Zeeweg, die ook voor bromfietsers
toegankelijk is. Maar op al die wegen,
die niet door bromfietsers gebruikt mogen
worden, maar alleen door autosnelverkeer,
vallen dagelijks vele slachtoffers. En
meestal door een eigen (wij ze) uitleg. Ik
hoop hiermee de schrijver geholpen te
hebben om een goed chauffeur te worden.
J. KLOOSTER, Haarlem
Naschrift. Als er geen auto's van
wegpiraten over de kop sloegen met een
angstwekkende regelmaat, dan was er
nooit een maximumsnelheid voor de Zee
weg ingesteld. Schrijver van het stukje
heeft niets tegen deze beperking. Zoveel te
meer echter tegen die automobilisten en
andere weggebruikers welke of opzettelijk
of uit onwetendheid maar raak rossen (of
sukkelen) en het eigen leven en dat van
anderen voortdurend in gevaar brengen.
Het bijschrift bij de foto is curieus omdat
de combinatie van de beide borden een
tikje aan de dwaze kant is. Op deze wijze
uitgelegd heeft 't de schrijver en vele an
deren niet geholpen om een goed chauf
feur c.q. bromfietser te zijn of te blijven.
Redactie.
Uit Het Weekblad van 29 mei (orgaan
van VHMO-leraren) blijkt dat de minister
van O. K. en W. het Dalmunder-rapport
handhaaft als „richtlijn" waarin staat dat
„het tekort aan geschiedenisleraren rond
1965 zal zijn opgeheven, waarna het aan
bod de vraag sterk zal overtreffen."
Professor dr. F. W. N. Hugenholtz, de
Utrechtse hoogleraar in de geschiedenis
en lid van de examencommissie geschiede
nis MO uit ook zijn bedenkingen tegen de
geschiedenisstudie in de Utrechtse Stu
denten Almanak 1964 en merkt naar aan
leiding van de hausse van het geschiede
nis-studeren op aangaande het aantal vaca
tures bij het VHMO: „In het vak geschie
denis is iedere plaats bezet „en" groot aan
bod op de markt bij een geringe vraag".
Uitgave: Universiteit van Utrecht.
In Bonaventura, het rooms-katholieke
lerarenblad van 9 augustus 1963 staat dat
van de kandidaten geschiedenis MO maar
15 percent slaagde, van alle MO-examens
het laagste percentage. Voor Duits BO-B
bijvoorbeeld slaagde51 percent.
In hetzelfde nummer wordt gezegd, dat
er talenleraren bij het VHMO werkzaam
zijn die nog niet eens hun MO-A of kan
didaats hebben, een studie van ongeveer
drie jaar. Tezelfdertijd konden de vaca
tures voor geschiedenis voor 92 percent
met volledig bevoegden bezet worden.
In deze tijd van superhoogcunjunctuur
is er een groot gebrek aan personeel op
allerlei gebied. U kunt dus alles met een
gerust hart studeren, behalve geschiedenis,
want als u dat doet komt u heel slecht
terecht. Mijn opinie doet in dezen niet
ter zake, iedereen die wil kan de boven
genoemde officiële stukken zelf raadplegen
en er zijn conclusies uit trekken.
A. P. BRANDES
Leraar geschiedeni»
Advertentie
Vraag uw leverancier
het smaakvol uitgevoerde
SANOVITE TAFELBLIKJE
Gevuld met
origineel pak Sanovite,
samen slechts f 1,48
(Ook geschikt voor
zoutarme Sanovite)
Sanovite regelt
de spijsvertering,
bestrijdt "overwicht".
De 27-jarige korporaal-machinist P. H.
J. Clerx uit Vlissingen, die vorige week in
de nacht van woensdag op donderdag aan
boord van de jager „Rotterdam" in dè
haven van Lissabon werd vermist, blijkt
verdronken te zijn. Zijn stoffelijk over
schot is nabij Lissabon aangespoeld
De heer Clerx was gehuwd en vader
van drie kinderen.