WERELD VAN STILTE EN ONBEKENDE VERTEN door Jacques Levij r-V, •A X r* :%ti Verpletteren Achting Plastisch \.Mosoel\ %^Damascus 'Jeruiolem Syrischtrsy/o cstijti V nnV J*./ Jf V#\ *7 f t .Koeweit Xn*kfHafu<l /,'V*.J? /fc'I >"«T Bahrain - ra/T^ '<*>7 ËiMuskof ^Medina j ,^ï.'<i>'' fid -'ïf lijk: de vele volken die rond de woes tijnen van Arabië wonen en de Bedoe die in die woestijnen leven, hebben zijn achting. Hij houdt van deze men- sen, niet verwekelijkt, niet sentimen teel. Daarvoor is in die harde wereld waar het „oog-om-oog, tand-om-tand" EGE SECTOR De lege aarde. De duinen zijn er 180 meter hoog. DE GESCHIEDENIS van de mens Is het verhaal van zijn nimmer ver sagende strijd om vrijheid. In zijn gang door de historie ontworstelde hij zich langzaam maar zeker aan de angstaanjagende greep van vele hem vijandige invloeden en machten. Naarmate hij de natuur steeds meer aan zijn wil onderwierp, groeide zijn zelfvertrouwen. Hij nam toe in ken nis. Hij zette zijn stempel op de aarde die hem gegeven was om te leven. Hij strekte zijn handen uit naar de sterren. Hij vernietigde daarmee vaak de wortels van zijn bestaan. Hij verloor zichzelf. En zijn opmars bracht hem steeds verder van zijn doel: vrijheid. Hij werd een slaaf van zijn eigen kennis en uitvindingen. Hij legde zichzelf steeds meer aan banden, perkte zijn vrijheid steeds verder in. Maar in zijn hart bleef de hun kering, het stille knagende verlangen onbegrepen en onuitgesproken veelal naar de bronnen van zijn be staan, naar de ongereptheid van de schepping waaraan hij de hand heeft geslagen. WILFRED THESIGER is een man die aan dit heimwee naar een wereld die verloren is gegaan, maar in ons haar sporen heeft achtergelaten, geen weerstand heeft kunnen en willen bie den. Hij werd in 1910 geboren in een lemen hut in Addis Abeba, zoon van een Britse gezant. Zijn vroegste herin neringen zijn die van de hoogopvlam- mende kampvuren in het bergland van Abessinië, het adembenemende dansen van de afschrikwekkende medicijnman nen, het opzwepende, kloppende ritme van de zilveren trommels, de opmars van de machtige legers van Ras Loei Seged en Negus Michail in 1916. Hij studeerde in Engeland, in Eton en Oxford. Hij voelde zich in Europa „staan tegenover een vijandige en on begrijpelijke wereld". Zo gauw hij kon twintig jaar oud keerde hij terug naar de ongerepte wouden en steppen, naar de mannen en vrouwen die nog leefden en streden volgens de onge schreven wetten van een traditie die zich verliest in het duister van een on naspeurlijk verleden, nog onbedorven door wat wij „de beschaving" believen te noemen. Die wereld is snel aan het verdwijnen. KEER OP KEER zag Thesiger, hoe moderne communicatiemiddelen de weg baanden voor de expansiedrift van de westerse industriële ontwikkeling. Daartegen stonden die primitieve ge meenschappen zonder verweer. Zij wer den verpletterd. Dat bracht verval en verpaupering. „Voor mij was het ontdekken een zui ver persoonlijk avontuur. Ik ben niet naar de Arabische woestijn gegaan om planten te verzamelen, of een land kaart te tekenen dat alles was slechts een toevallige bijzaak. In mijn diepste innerlijk wist ik, dat mijn pres tatie zijn waarde zou verliezen als ik er over zou schrijven of spreken. Ik ben naar de woestijn gegaan om in alle ontberingen van de woestijnreizen en in het samenzijn met de woestijnbewo ners vrede te vinden. Ik stelde mij zelf een doel voor die reizen en hoewel dat doel op zichzelf niet onbelangrijk was, moest het toch alle inspanningen en of fers waard zijn." Bitj Kabina, de jongen die Thesiger in zijn hart sloot. Een vertegenwoordiger van de Imam. 800 km Routê van Thomat m 1931 I Route van Philby In 1932 4KI Woestijn ETHIOPIË fjn dische Oceaan Thesiger werd een pelgrim, een man die alles waarvoor dat Westen stond aan gemechaniseerd vervoer en technisch vernuft, ging haten. Hij zocht naar de weinige gebieden die nog on bekend waren gebleven. Bereisde ze, moeizaam en vaak onder grote ont beringen, zich mengend onder de men sen die hij er vond, begrijpend, en als hun gelijke. Zo kwam hij na de oorlog in Arabië en trok er gedurende vijf jaren door woestijnen en gebergten, langs bronnen en rivieren, door dorpen en steden. Niet als Europeaan, maar als Bedoei onder de Bedoe, steeds de leegte zoekend. Hij verkende een gebied van 2% miljoen vierkante kilometer, trekkend met ka melen en zijn eigen kleine karavaan. OP AANDRANG van vrienden schreef hij over die reizen een boek. Dat is vorig jaar in Nederland uitge bracht door H. F. Leopolds Uitgevers maatschappij N.V. onder de veelzeg gende titel „WOESTIJNEN VAN ARA BIË." Het is een fascinerend verhaal, kundig vertaald door Willem Enzinck en verlucht met vele foto's die de schrijver zelf maakte. Thesiger onthult ons vrijwel aan het eind van zijn reisrelaas, waarom hij niet meer los kan komen van Arabië en de mensen die hij er leerde kennen. De omzwervingen van Thesiger eigenlijk een vrijwillige ballingschap brachten hem op vele plaatsen waar een Europeaan nog nimmer een voet had gezet. Heel wat witte plekken op de kaart vulde hij in. Hij trok door schier eindeloze woestijnen van zand en grint, over machtige bërgmassieven en door nauwe dalen. Hij ontmoette vrien den en vijanden. Hij beoordeelde de mensen niet naar hun uiterlijk, maar naar hun daden en de reputatie die ze hadden. Hij vond er bevestigd, wat hij reeds wist: onder de vodden van een bezitloze gaat menigmaal een per soonlijkheid schuil. Want één ding maakt hij ons duide- geldt geen plaats. Neen, de genegenheid van Thesiger richt zich op hun vrij heidszin, hun levensmoed en hun durf, op de trots op het eigen grootse verle den waarop ze kunnen terugzien, op hun hoffelijheid en hun gastvrijheid. Er gens schrijft hij over een jonge Bedoei die zijn vriend werd en hem op al zijn, vaak zeer gevaarlijke tochten, vergezel de, vijf jaar lang Salim bin Kabina-: „ik had hem in mijn hart gesloten." Dat is geen pose. Uit elke bladzijde van dit reisverhaal dat ongetwijfeld eens klassiek zal zijn. spreekt de eer bied van Thesiger voor de mensen wier landen hij doorkruist. Wij volgen hem ademloos, als maar verder trekkend, op de grote opvouwbare kaart achter in het boek. Wij zien hem zwoegen over de enorme zandheuvels, de kamelen dors tig, bijna stervend soms. Honger en dorst zijn de prijzen die hij moet beta len om het gevoel van absolute vrijheid te verwerven dat hij zoekt. Wij ervaren met hem de grote vreugde van een sim pel bivak onder de ijskoude naakte ster renhemel. De stad Shiham in Hadramaut, gezien van een bron af. Foto links: Water putten, op da voorgrond een Saarmeisje. Rechts: een Bin-Maaroef Saar, lid van het volk der woestijnwolven. THESIGER is geen man van grot* woorden. Zijn verhaal giet hij in kort* plastische zinnen. De woeste natuur treedt ons stralend en soms huivering wekkend tegemoet uit dat ongecompli ceerde proza. De Arabische namen en uitdrukkingen storen niet. Integendeel. Ze verhogen de sfeer van het boeiende verslag in hoge mate. Een enkel voorbeeld „Toen ik tegen het aanbreken van de dageraad wakker werd, kolkte de nevel in de dalen. Alleen de silhouetten van de duintoppen kwamen er boven uit al» (Vervolg zie pagina 6

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 15