Sprekende vuilnisbak in New York Het is alles klatergoud wat er blinkt in de nieuwe griezelfilm „Goldfinger PANDA EN DE PETTENJACHT Het Turkse bad (dat helemaal niet Turks is!) verdwijnt in Turkije Het Vale Paard 13 Ons vervolgverhaal 2?e/i detectiveroman door Agatha Christie Anderhalf jaar voor mishandeling Fitmactrice Shirley Eaton werd van top tot teen met goudverf bestreken m nmiio ,A<:y Vv DONDERDAG 2 JULI 1964 J' „Epateerdécors" Riskante stunt Drie zones Pak slaag Russische gast muwfimiwwifwififw wwwwwwwir 3) Ik trok mijn wenkbrauwen op, met een veelbetekenend -gebaar,- en Milly beantwoordde mijn onuitgesproken vraag met een heftig knikken. „U moest maar dadelijk naar boven gaan, meneer Mark," zei ze. „Ze is me in een humeur vanmorgen! Mis schien kunt u haar eraf helpen." Ik liep twee trappen op, klopte zacht jes op een deur, maar wachtte niet tot ik werd binnen genood. De werkkamer van .mevrouw Oliver was er een van zeer ruime afmetin gen. Op het behang stonden exotisch uitziende vogels afgebeeld, die nestel den in tropisch gebladerte. Mevrouw Oliver ijsbeerde in zichzelf mompe lend door de kamer, kennelijk in een staat des geestes, die nagenoeg aan krankzinnigheid grensde. Zij wierp me even een blik toe die van uitermate weinig belangstelling getuigde en beende onverdroten verder door het vertrek. Haar ogen dwaalden onbe stemd langs de wanden, keken uit het raam en gingen ook zo nu en dan dicht, alsof zij aan pijnaanvallen ten prooi was. „Maar waarom," wilde mevrouw Oliver van het heelal te weten zien te komen, „waarom heeft de idioot niet direct gezegd dat hij de kakatoe heeft gezien? Waaróm niet? Hij moet hem wel hebben gezien! Maar wan neer hij dat zegt, bederft het de hele boel. Daar moet een oplossing voor te vinden zijn Zij kreunde, woelde met al haar vin gers door haar kortgeknipte grijze haar, dat ze als in razernij vastpak te. Maar toen concentreerde zij haar aandacht opeens op mij, en ze zei: „Hé, dag Mark! Ik word er gek van." Toen ging ze klagend voort: „En dan heb je die Monica ook nog. Hoe aar diger ik haar wil maken, des te on uitstaanbaarder wordt zeZo'n dom kindEn zo tevreden met zichzelf! Monica? Nee, die naam deugt natuurlijk niet. Nancy? Klinkt dat beter? Joan? Iedereen heet altijd Joan. Met Anne is het al net zo. Su san? Ik heb al eens een Susan ge had. Lucia? Lucia? Lucia! Ja, nou zie ik haarMet rood haar. Een jum per met een boothalsEen zwarte maillot? Zwarte kousen, in ieder ge val!" Deze tijdelijke opgewekte bui werd weer verdreven door het urgente pro bleem van de kakatoe, Want mevrouw Oliver begon de kamer weer rond te draven, pakte allerlei voorwerpen op, zonder eigenlijk te zien wat ze deed, en legde ze ergens anders weer neer. Met de nodige voorzichtigheid stopte ze haar brillehuis in een doosje van lakwerk, dat reeds een Chinese waai er bevatte, slaakte een diepe zucht en sprak toen: „Blij jóu te zien." „Dat vind ik aardig van je!" „Het had ook best iemand anders kunnen zijn. De een of andere onbe nullige dame, die kwam vragen of ik een bazaar zou willen openen, of de man van Milly's ziekenfondskaart, die ze eenvoudig weigert te accepteren., of de loodgieter (maar dat zou een al te groot buitenkansje wezen, vind je niet?). Of ja, misschien iemand voor een interview.die je al die lastige vragen stelt, die altijd en overal ge steld worden. „Hoe bent u tot schrij ven gekomen? Hoeveel boeken zijn er al van u verschenen? En hoeveel ver dient u ermee?" Enzovoort, enzovoort. Ik weet nooit wat ik daarop moet ant woorden en dat staat dan zo ontzet tend dom. Niet dat dit er wat op aan komt, want ik geloof dat ik beslist stapel word.van die geschiedenis met die kakatoe. Ik prevelde iets van meegevoel en stelde voor maar gauw weer weg te gaan. „O, nee, blijf alsjeblieft!" riep zij in wanhoop. „Je bent in ieder geval een goede afleiding." Ik aanvaardde het twijfelachtige compliment. „Wil je een sigaret?" vroeg mevrouw Oliver met enigszins onbestemde gastvrijheid. „Ik heb ze wel ergens. Kijk maar eens in de dek sel van mijn schrijfmachine." „Dank je, ik rook mijn eigen merk. Hier, steek eens op. O, nee, je rookt niet." „Ik drink ook niet," vulde mevrouw Oliver aan. „Deed ik het maar. Net als al die Amerikaanse detectives, die altijd een half flesje whisky in hun achterzak meedragen. Daar schijnen ze al hun problemen mee op te lossen. Weet je, Mark, ik snap niet hoe iemand in het werkelijke leven ooit ongestraft een moord kan plegen. Ik vind dat je zodra je een moord ge pleegd hebt, onmiddellijk in de gaten loopt." „Onzin. Hoeveel heb jij er al in elkaar gezet!" „Op z'n minst vijfenvijftig," gaf mevrouw Olivier ten antwoord. „Zo'n moord zet je gauw genoeg in elkaar. Maar wat het lastigste is, dat is hem zo te verhullen dat niemand 'm door ziet. Ik bedoel, hoe blijf je buiten ver denking? Je valt onmiddellijk op als de dader." „Niet in het voltooide produkt", hield ik vol. „O, maar dat kost me ook m'n har- tebloed," verzekerde mevrouw Oliver somber. „Je kunt zeggen wat je wilt, maar het is niet natuurlijk, dat vijf of zes lui zich ter plaatse bevinden als B vermoord wordt, die allemaal een gegronde reden hebben om die B om zeep te helpen.tenzij, na tuurlijk, die B een volstrekt onuit staanbaar individu is. Maar in dat geval kan het geen mens wat sche len hoe hij aan zijn eind gekomen is of wie dat heeft opgeknapt". „Ja, ik begrijp je moeilijkheid," antwoordde ik. „Maar aangezien je dat nu al vijfenvijftig maal hebt ge leverd, zul je je er nu ook wel uit weten te redden." „Dat probeer ik mezelf ook al voor te houden," verzucht mevrouw Oli ver. „Ik doe niet anders.maar ik geloof er telkens geen steek van. vandaar al die zielepijn." Zij greep haar haren vast en rukte er heftig aan. „Pas op!" riep ik uit. „Straks trek je ze nog uit je hoofd, met wortel en al!" „Onzin!" verzekerde mevrouw Oli- Ofschoon toen ik op mijn veertien de jaar mazelen had gehad en hoge koorts, zijn al m'n haren rondom m'n voorhoofd uitgevallen. Ik schaam de me zo. En het heeft toen wel een half jaar geduurd voordat ze weer behoorlijk waren aangegroeid. Af schuwelijk voor één meisje.... die trekken het zich zo aan. Gisteren moest ik er nog aan denken, toen ik Mary Delafontaine in de kliniek heb opgezocht Haar haren „vallen name lijk net zo uit als de mijne indertijd. Ze zei nog dat ze een chignon zou ko pen als ze weer beter was. Wanneer je zestig bent, groeit dat niet altijd meer aan, geloof ik." „Ik heb eens gezien dat een meis je een ander meisje de haren met wortel en al uit het hoofd trok," ver telde ik haar. Ik merkte dat er uit mijn woorden iets van trots sprak, als bij iemand, die het echte, rauwe leven had leren kennen.. „In wat voor wonderlijke etablis sementen houd jij je dan op?" infor meerde mevrouw Oliver. „Dit was een espresso-bar in Cle- sea." „O, Chelsea!" riep mevrouw Oliver. „Daar gebeurt nou letterlijk alles, ge loof ik. Nozems en braspartijen en zo. Daar schrijf ik niet vaak over, omdat ik nooit zeker ben van de juis te vaktaal. Het is veiliger, vind ik, je te houden aan wat je uit eigen er varing kent." „Wat dan allemaal?" „Lui op een zeereis, of in een mo tel. en wat er zo al voorvalt in zie kenhuizen of een kerkeraadof bij veilingen en bij grote muziekfes- heidscomités, werkvrouwen en jonge mannen en mesjes, die te voet de hele wereld rond trekken voor een of ander wetenschappelijk doel. Zij snakte even naar adem. „Dat lijkt me omvangrijk genoeg om mee voor de dag te komen," stemde ik toe. „Niettemin, jij moet me bij gele genheid toch eens meenemen naar z»'n espresso-bar in Chelseaalleen om mijn horizon te verruimen," sprak mevrouw Oliver in alle ernst. (Wordt vervolgd) NEW YORK geldt, terecht of ten on rechte, als een der onzindelifkste steden van het Westen. De stadsreiniging be schikt over een leger straatvegers, die goeddeels gemotoriseerd zijn en de mo dernste hulpmiddelen hebben. Maar noch deze ijverige beambten, noch ook de met bekeuringen slingerende politie zijn er ooit in geslaagd, de burgers van deze miljoenenstad tot netheid te bekeren. Overal, en tot in de duurste wijken, slin geren papieren drinkbekers, popcorn- zakjes, vruchtenschalen, lege flessen en ander afval rond. TV, radio, pers en bio scopen voeren regelmatig „opgeruimd staat netjes"-acties, er zijn honderddui zenden pamfletten verspreid met slag zinnen als „Houdt uw stad rein gelijk uw eigen woning". Het helpt allemaal weinig of niets. Dwangmaatregelen halen ook al niet veel uit. Wordt men betrapt op het weggooien van een stuk papier of een bananeschil dan kost u dat 25 dollar (negentig gulden) boete, direct te betalen aan de verbali serende politieman. Maar als je even wacht tot die de hoek om is, dan kun ie vrijelijk je rommel op straat dumpen; geen van je medeburgers die er aanstoot aan schijnt te nemen. DE NIEUWSTE VONDST van het De partment of Sanitation (alias de stadsrei niging) is nu een sprekende vuilnisbak, „Lively Louie" gedoopt, die de Newyor- kers met luider stem aanmaant, om hem toch niet te vergeten. „Vrolijke Louie" is daartoe uitgerust met een radio-ontvanger een versterker en een luidspreker en tussen zijn reklame- boodschappen door kan hij desgewenst ook nog een vrolijk mopje muziek produceren om de aandacht van de voorbijgangers te trekken. LOUIE heeft geen vaste standplaats, zo als zijn collegae-afvalbakken; hij reist van het ene „strategische" punt naar het an dere en blijft meestal niet langer dan twee dagen op een standplaats. Dat kan een bus station zijn, een halte van de underground of de „El"-spoorweg, naast een kranten kiosk of voor een koffiebar, een drugstore, een groot warenhuis. Louie spreekt met de stem van de heer Hector Vasquez, voor lichtingschef van de stadsreiniging, die in zijn auto of op zijn kantoor achter de „vuilnisbakkenzender" zit. Soms ziet mr. v Ég t :v. -*■ v Het Haags gerechtshof heeft een 32-jari- ge Leidse wegenbouwer wegens poging tot zware mishandeling veroordeeld tot ander half jaar gevangenisstraf en voorwaarde lijke terbeschikkingstelling. In juli van het afgelopen haar heeft de man, die onder invloed van sterke drank verkeerde, een hem onbekende voorbijgan ger mishandeld nadat deze geweigerd had een bosje bloemen af te geven. Hij heeft de man enkele keren met het hoofd te gen de stoeprand geslagen. Vasquez zijn „publiek" en dan past hij zijn tekst naar behoefte aan: „Hedaar, me neer, gooit u dat lege sigarettendoosje nou niet op straat hier moet u zijn!" Maar meestal is Lively Louie buiten zijn ge zichtskring en dan kan een bandje zon der eind de netheidsboodschap overbren gen. Vasquez heeft ervaren, dat de spreken de prullenbak waarvan er thans vier in dienst zijn meer effect sorteert dan welke andere propagandastunts ook. „De mensen kijken verrast op, ontdekken het foefje en glimlachen. Sommigen beginnen zelfs hun zakken af te zoeken naar een stukje papier, een oude enveloppe of iets dergelijks om Louie wat te kunnen „aan bieden" ongeveer net zoals je in de dierentuin een grappig aapje een stukje brood of een pinda offreert. Maar laat nie mand zich illusies maken; als ze een straat verder zijn, zijn ze de hele zaak alweer vergeten en een half uur later smijten ze ai hun rommel weer even vrolijk op de plavuizen." Hij zucht even, bijna alsof hij al dat straatvuil zelf moet oprapen. „Maar we gaan dóór," zegt hij, „al moeten we op iedere straathoek een stem-van-de-reus Soms richt „speaker" Vasquez (inzet) zich via de sprekende prullenbak tot één voorbijganger in het bijzonder: „Hallo meneer gooi uw popcorn- zakje niet op straat!" De reacties van de op heterdaad betrapten variëren van schaamte tot een geamuseerde glimlach, maar er zijn ook mensen die na zo'n openbare aanmaning half op de vlucht slaan, zoals de man op de voorgrond, die zich kennelijk voelt alsof hij in zijn hemd gezet is. posteren, want New York moet en zal een schone stad worden, ik hoop net zo schoon als in uw land Amsterdam is." Het bleek ons dat mr. Vasquez Amster dam nog niet uit eigen aanschouwing ken de, maar dat hij wel hoopt, er deze zomer, in de vakantie, een kijkje te gaan nemen. Laat hij dan vooral zijn oog ook eens la ten dwalen over onze propere hoofdstede lijke grachten, waar gemeenlijk ook nog wel een kleinigheid in ronddrijft, oude ma trassen, stukken meubilair, potten en pan nen en wat dies meer zij. Misschien doet hij ons na zijn vakantie wel een sprekende Louie cadeau. (Van onze correspondent) LONDEN. Wij hebben zojuist een plek betreden waar een buitenstaander nog nooit een voet heeft gezet, namelijk het inwendige van de op geraffineerde wijze bewaakte schatkamer der Verenigde Staten, Fort Knox, waar zelfs de president van dat land als een ongewenst element wordt geweerd! Dat ons dat toch is gelukt komt eenvoudig omdat net interieur van het grootste Huizencomplex op aarde, dat zich nabij Louisville in Kentucky bevindt, voor de nieuwe James Bond-film „Goldfinger" is nagebootst in de Pinewood- studio's in Iver Heath, in het Engelse graafschap Bucking hamshire. Het is echter allerminst een natuurgetrouwe reproduktie van de binnenzijde van Fort Knox, omdat de ontwerper, de bekwame Ken Adam, daar evenmin is toe gelaten. De enige concessie waartoe de Amerikaanse autori- teiten bereid waren, was dat hij het fort tot op honderc meter mocht naderen in plaats van tot op de gebruikelijke vijfhonderd meter. In deze strook grond, waar anders zich niemand ongestraft kan wagen, heeft Adam vier dagen met zijn camera mogen rondlopen zodat hij althans net uit wendige van het fort zo nauwgezet mogelijk kon copiëren IN JAN FLEMING'S gelijknamige boek brengen de schurk-miljonair Goldfinger (gespeeld door Gert Froebe) en zijn hel pers, die het op Amerika's goud hebben gemunt, het niet verder dan de buiten kant van het fort, waar hun aanval op het laatste moment wordt verijdeld door de gentleman-krachtpatser James Bond, de vermaarde „Britse agent 007". In de film wordt het nog veel spannender, om dat zij erin slagen, het fort binnen te dringen. Ken Adam, die ook de decors voor „Dr. Strangelove" en van het pseudo-weten- schappelijke onderaardse laboratorium van de boosaardige „Dr. No" ontwierp, moest helemaal volgens zijn verbeeldings kracht te werk gaan. Hij maakte daar voor een uitgebreide studie van bankklui zen die hij wel mocht bezichtigen met COP. MARTEN TOONOU L—-1 206. Joris nam nu de leiding over. „Om de „operatie pet" te doen slagen," sprak hij, „moeten wij doelmati ger te werk gaan. Niet meer zomaar in het wilde weg hier en daar een kraakje, maar volgens een welover wogen plan. Een „modus operandi", zoals wij latinis ten zeggen, wannéér wij een model operatie bedoelen. Vooruit dus, op naar hotel Ambassador!" „Waarom fuist hier?" vroeg Panda, toen de auto even later de statige oprijlaan van het hotel opreed. Omdat hotel Ambassador het trefpunt is van militaire attachés," antwoordde Joris. „Hier zullen we dus vele buitenlandse officieren aantreffen, die we achter elkaar kunnen af werken. Een machtig terrein voor de pettenjacht." „Ja, je hebt gelijk," zei Panda, terwijl hij het adressenlijstje raadpleegde. Hier wonen de meesten." „En de rijk stenmompelde Joris. Maar dit laatste zei hij niet hardop! inbegrip van die van de Bank van Enge land. HET RESULTAAT is imposant. Adam schiep vijftien meter hoge gewelven waar men zich nauwelijks in een filmstudio waant. Alles moest zo ruim, hoog en na tuurlijk mogelijk zijn om de spelers bij hun sensationele acties zoveel mogelijk bewegingsvrijheid te geven. Even voor on ze komst was een hunner (of beter zijn plaatsvervanger, de stuntman) bij een achtervolging over de balustrade van de bovenste gaanderij naar beneden gewor pen, waar hij veilig op een stapel karton nen dozen belandde, inplaats van zo als op het doek te zien zal zijn te plet ter te vallen op de betraliede open vloer boven de goudschat. Even later stapte de als altijd onberispelijk geklede tenge re James Bond, (gespeeld door Seam Con- nery) uit de speciaal gebouwde lift, het angstzweet nog op het gelaat. Hij zeult rond met een kernbom, waaraan hij even tevoren nog zat vastgeklonken. Griezel materiaal genoeg dus! HET LIJKT allemaal heel realistisch want van kunst- en vliegwerk bespeurt men alleen iets wanneer men een klopje geeft tegen het „triplex"-beton. Maar de dikke tralies, die het goud beschermen zijn van echt staal. De filmstudio zelf heeft 24.000 „goudstaven" (van gips), ter grootte van een kolenbriket laten, ver vaardigen die langs chemische weg van een fel glinsterende goudkleur zijn voor zien het is een technicolorfilm en dragen. „Ik wilde de indruk geven van een ka thedraal van goud", zegt Adam. Daarin is hij zeker geslaagd, want de ruimte is imposant als een kerkgebouw en waar men kijkt schittert het goud. „Het is ei genlijk een gevangenis, maar dan een waar goud achter de tralies zit, inplaats van geboefte, dat juist zoveel mogelijk hier vandaan moet worden gehouden. „Eigenlijk ben ik blij dat ik het echte goudfort niet heb gezien", zegt Adam. „Het ziet er waarschijnlijk erg saai uit betonnen tunnels, stalen deuren, zwak ke verlichting. Maar nu ik mijn fantasie kon botvieren, heb ik een tafereel kun nen scheppen dat boven de werkelijkheid uitstijgt en dat onontbeerlijk is in deze film". De goudstaven zijn niet in gewicht, maar wel in omvang en kleur gelijk aan die welke in het internationale ruilverkeer worden gebruikt. De filmstaven zijn be dekt met een laagje aluminium met daar bovenop goudkleurig emaille. In het mid den van de ruimte staat een goudweeg schaal zoals die door de Londense han del in edelmetaal wordt gebruikt. De James Bond-films zijn overal enorm ingeslagen tot dusver „Dr. No" en „From Russia, with love". Vandaar dat men bij „Goldfinger", de drieste figuur die eerst Engelands goudvoorraad uit het land tracht te smokkelen en daarna zijn operaties in Amerika voortzet, nog min der op de produktiekosten lette dan ge woonlijk. Die kosten zijn op acht miljoen gulden geraamd en niet minder dan de helft hiervan komt voor rekening van de decors. De buitenopnamen geschieden in Zuid-Engeland. Ken Adam vertelt ons, dat het grote filmpubliek dat al zo verwend is door de televisie, nog veel waardering koestert voor gfootse en ingenieuze de cors. Gaan we misschien terug naar het expressionisme van Fritz* Lang? GOUD SPEELT de hoofdrol in deze film. Vandaar ook dat het in goud gedompelde lichaam van de Britse actrice Shirley Eaton als blikvanger voor de „Goldfinger"- reclames dient. Zij speelt Jill Masterson, Goldfingers aantrekkelijke secretaresse die hij met goudverf om het leven brengt na zijn ontdekking van haar affaire met James Bond. Dit goud is slechts studio- make up en niet de zware goudplakverf uit Flemings verhaal. Desondanks heerste er, toen de asblonde Shirley zich in haar gouden omhulsel be vond, bezorgdheid dat de poriën van haar huid zouden verstikken en haar leven daar door in gevaar zou worden gebracht, in dien de verfilming van deze scène niet bin nen de door de dokters voorgeschreven tijdslimiet van een uur kon worden opge nomen. Echt geen klusje om „verguld" mee te zijn, vond Shirley dan ook. „Goldfinger" wordt geregisseerd door Guy Hamilton. De even aantrekkelijke als atletische Honor Blackman, onder an dere bekend uit „The Avengers" speelt Pussy Galore, de mannenhatende pilote van de sadist Goldfinger. De film zal be gin volgend jaar in omloop worden ge bracht door United Artists. ISTANBOEL. Het Turkse bad, toevluchtsoord van lie den met een kater en van dikzakken die vermageren willen, wordt schaars in het land waaraan het zijn naam ontleent. Er is een tijd geweest dat er alleen al in Istanboel meer dan 300 Turkse baden waren. Tegenwoordig zijn er geen 50 meer. De moderne warm watervoorziening in de wo ningen zal het Turkse bad hier wellicht even radicaal doen verdwijnen als destijds de Ottomaanse sultans ver dwenen. Merkwaardigerwijze is het Turkse bad of „Hamam" helemaal niet Turks. Men neemt aan, dat het ontstaan is in het oude Egypte, van waar het zich verbreidde over Midden-Azië en tenslotte door het gehele Romeinse impe rium. Turkse nomadenstammen, die in de richting van Europa trokken, kregen er een voor liefde voor en brachten het mee. Zijn grootste bloei bereikte het in de zeventiende eeuw door de invloed van de Is lam, die reinheid ongeveer als iets goddelijks beschouwt. HET TURKSE BAD zoals dat thans bekend is, heeft zich ontwikkeld na de verovering van Konstantinopel de Byzantijnse naam voor Istan boel door de Turken, 500 jaar geleden. De „Hamam" het woord is oud-Hebreeuws en betekent „hitte" of „heet worden" bestaat in de regel uit drie zönes een koele, een lauw warme en een hete. De klant ontkleedt zich in het koele gedeelte, gaat dan in een warmere over en komt tenslotte in het binnenste ge deelte van de Hamam, waar het nooit minder warm is dan 140 graden Fahrenheit. Als de klant die hitte niet kan ver dragen, kan hij zijn bad be perken tot de lauw-warme afdeling. Het binnenste gedeelte van de Hamam is gewoonlijk een grote marmeren zaal met mar meren bekkens aan de kan ten. In het midden bevindt zich een op een podium lijken de marmeren plaat, de „buik- steen" genaamd. NADAT DE BADER daarop ongeveer een kwartier heeft liggen zweten, gaat een mas seur op zeer spectaculaire wijze aan het werk. Om te beginnen legt hij de klant met het gezicht omlaag en wan delt dan met blote voeten over zijn rug. Daarop volgt een krachtige massage, gelardeerd met verscheidene flinke op stoppers. Na dit pak slaag, gevolgd door vijf minuten rust, strom pelt de bader van de „buik plaat" naar een lage houten stoel naast een der bekkens, waarop hij gaat zitten. De masseur schrobt hem van het hoofd tot de voeten met een speciale, vezelachtige plant. Daarna doopt de mas seur een harde boender in een speciale zeepoplossing die sterk schuimt, en zeept de klant drie keer van hoofd tot voeten in Heet water uit het bekken wordt over zijn hoofd uitgegoten om de zeep weg te spoelen. Het eind van de behande ling bestaat uit een rust periode in de lauw-warme afdeling of een half uur slaap. Gemengd baden, zoals bij het Finse zusje van de Ha mam, het saunabad, bestaat niet in het Turkse bad in Tur kije. De grote Hamams heb ben afzonderlijke afdelingen voor mannen en vrouwen, de kleinere op het platteland zijn overdag voor de vrouwen en 's avonds voor de mannen ge opend VELE BUITENLANDERS hebben op doorreis door Istan boel de Hamams bezocht. Eén van hen was Kroesjtsjevs schoonzoon Alexei Adzjoebei, de hoofdredacteur van de „Izwestia", die, op weg naar de Middellandse Zee, een haastig maar grondig gebruik maakte van de Turkse gast vrijheid. Het beviel hem in de Hamam kennelijk zo goed, dat hij bijna zijn boot miste. Maar de oude Hamam, waar buren elkaar ontmoetten en met elkaar babbelden, is in de meeste grote steden bezig te verdwijnen als gevolg van de bouw van talloze flats met warm en koud stromend wa ter. De Turk behoeft zijn kwalen en zijn zorgen niet meer uit te zweten in de plaatselijke Hamam; hij kan het thuis doen, in zijn eigen badkamer.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 13