Sprekende
vuilnisbak
in New York
Het is alles klatergoud wat er blinkt
in de nieuwe griezelfilm „Goldfinger
PANDA EN DE PETTENJACHT
Het Turkse bad (dat helemaal niet
Turks is!) verdwijnt in Turkije
Het Vale Paard
13
Ons vervolgverhaal
2?e/i detectiveroman
door Agatha Christie
Anderhalf jaar
voor mishandeling
Fitmactrice Shirley Eaton
werd van top tot teen met
goudverf bestreken
m nmiio ,A<:y
Vv
DONDERDAG 2 JULI 1964
J'
„Epateerdécors"
Riskante stunt
Drie zones
Pak slaag
Russische gast
muwfimiwwifwififw
wwwwwwwir
3)
Ik trok mijn wenkbrauwen op, met
een veelbetekenend -gebaar,- en Milly
beantwoordde mijn onuitgesproken
vraag met een heftig knikken.
„U moest maar dadelijk naar boven
gaan, meneer Mark," zei ze. „Ze is
me in een humeur vanmorgen! Mis
schien kunt u haar eraf helpen."
Ik liep twee trappen op, klopte zacht
jes op een deur, maar wachtte niet
tot ik werd binnen genood.
De werkkamer van .mevrouw Oliver
was er een van zeer ruime afmetin
gen. Op het behang stonden exotisch
uitziende vogels afgebeeld, die nestel
den in tropisch gebladerte. Mevrouw
Oliver ijsbeerde in zichzelf mompe
lend door de kamer, kennelijk in een
staat des geestes, die nagenoeg aan
krankzinnigheid grensde. Zij wierp me
even een blik toe die van uitermate
weinig belangstelling getuigde en
beende onverdroten verder door het
vertrek. Haar ogen dwaalden onbe
stemd langs de wanden, keken uit
het raam en gingen ook zo nu en dan
dicht, alsof zij aan pijnaanvallen ten
prooi was.
„Maar waarom," wilde mevrouw
Oliver van het heelal te weten zien
te komen, „waarom heeft de idioot
niet direct gezegd dat hij de kakatoe
heeft gezien? Waaróm niet? Hij moet
hem wel hebben gezien! Maar wan
neer hij dat zegt, bederft het de hele
boel. Daar moet een oplossing voor te
vinden zijn
Zij kreunde, woelde met al haar vin
gers door haar kortgeknipte grijze
haar, dat ze als in razernij vastpak
te. Maar toen concentreerde zij haar
aandacht opeens op mij, en ze zei:
„Hé, dag Mark! Ik word er gek van."
Toen ging ze klagend voort: „En dan
heb je die Monica ook nog. Hoe aar
diger ik haar wil maken, des te on
uitstaanbaarder wordt zeZo'n
dom kindEn zo tevreden met
zichzelf! Monica? Nee, die naam
deugt natuurlijk niet. Nancy? Klinkt
dat beter? Joan? Iedereen heet altijd
Joan. Met Anne is het al net zo. Su
san? Ik heb al eens een Susan ge
had. Lucia? Lucia? Lucia! Ja, nou zie
ik haarMet rood haar. Een jum
per met een boothalsEen zwarte
maillot? Zwarte kousen, in ieder ge
val!"
Deze tijdelijke opgewekte bui werd
weer verdreven door het urgente pro
bleem van de kakatoe, Want mevrouw
Oliver begon de kamer weer rond te
draven, pakte allerlei voorwerpen op,
zonder eigenlijk te zien wat ze deed,
en legde ze ergens anders weer neer.
Met de nodige voorzichtigheid stopte
ze haar brillehuis in een doosje van
lakwerk, dat reeds een Chinese waai
er bevatte, slaakte een diepe zucht en
sprak toen: „Blij jóu te zien."
„Dat vind ik aardig van je!"
„Het had ook best iemand anders
kunnen zijn. De een of andere onbe
nullige dame, die kwam vragen of ik
een bazaar zou willen openen, of de
man van Milly's ziekenfondskaart, die
ze eenvoudig weigert te accepteren.,
of de loodgieter (maar dat zou een al
te groot buitenkansje wezen, vind je
niet?). Of ja, misschien iemand voor
een interview.die je al die lastige
vragen stelt, die altijd en overal ge
steld worden. „Hoe bent u tot schrij
ven gekomen? Hoeveel boeken zijn er
al van u verschenen? En hoeveel ver
dient u ermee?" Enzovoort, enzovoort.
Ik weet nooit wat ik daarop moet ant
woorden en dat staat dan zo ontzet
tend dom. Niet dat dit er wat op aan
komt, want ik geloof dat ik beslist
stapel word.van die geschiedenis
met die kakatoe.
Ik prevelde iets van meegevoel en
stelde voor maar gauw weer weg te
gaan.
„O, nee, blijf alsjeblieft!" riep zij
in wanhoop. „Je bent in ieder geval
een goede afleiding."
Ik aanvaardde het twijfelachtige
compliment. „Wil je een sigaret?"
vroeg mevrouw Oliver met enigszins
onbestemde gastvrijheid. „Ik heb ze
wel ergens. Kijk maar eens in de dek
sel van mijn schrijfmachine."
„Dank je, ik rook mijn eigen merk.
Hier, steek eens op. O, nee, je rookt
niet."
„Ik drink ook niet," vulde mevrouw
Oliver aan. „Deed ik het maar. Net
als al die Amerikaanse detectives, die
altijd een half flesje whisky in hun
achterzak meedragen. Daar schijnen
ze al hun problemen mee op te lossen.
Weet je, Mark, ik snap niet hoe
iemand in het werkelijke leven ooit
ongestraft een moord kan plegen. Ik
vind dat je zodra je een moord ge
pleegd hebt, onmiddellijk in de gaten
loopt."
„Onzin. Hoeveel heb jij er al in
elkaar gezet!"
„Op z'n minst vijfenvijftig," gaf
mevrouw Olivier ten antwoord. „Zo'n
moord zet je gauw genoeg in elkaar.
Maar wat het lastigste is, dat is hem
zo te verhullen dat niemand 'm door
ziet. Ik bedoel, hoe blijf je buiten ver
denking? Je valt onmiddellijk op als
de dader."
„Niet in het voltooide produkt",
hield ik vol.
„O, maar dat kost me ook m'n har-
tebloed," verzekerde mevrouw Oliver
somber. „Je kunt zeggen wat je wilt,
maar het is niet natuurlijk, dat vijf
of zes lui zich ter plaatse bevinden
als B vermoord wordt, die allemaal
een gegronde reden hebben om die
B om zeep te helpen.tenzij, na
tuurlijk, die B een volstrekt onuit
staanbaar individu is. Maar in dat
geval kan het geen mens wat sche
len hoe hij aan zijn eind gekomen is
of wie dat heeft opgeknapt".
„Ja, ik begrijp je moeilijkheid,"
antwoordde ik. „Maar aangezien je
dat nu al vijfenvijftig maal hebt ge
leverd, zul je je er nu ook wel uit
weten te redden."
„Dat probeer ik mezelf ook al voor
te houden," verzucht mevrouw Oli
ver. „Ik doe niet anders.maar ik
geloof er telkens geen steek van.
vandaar al die zielepijn."
Zij greep haar haren vast en rukte
er heftig aan.
„Pas op!" riep ik uit. „Straks trek
je ze nog uit je hoofd, met wortel en
al!"
„Onzin!" verzekerde mevrouw Oli-
Ofschoon toen ik op mijn veertien
de jaar mazelen had gehad en hoge
koorts, zijn al m'n haren rondom
m'n voorhoofd uitgevallen. Ik schaam
de me zo. En het heeft toen wel een
half jaar geduurd voordat ze weer
behoorlijk waren aangegroeid. Af
schuwelijk voor één meisje.... die
trekken het zich zo aan. Gisteren
moest ik er nog aan denken, toen ik
Mary Delafontaine in de kliniek heb
opgezocht Haar haren „vallen name
lijk net zo uit als de mijne indertijd.
Ze zei nog dat ze een chignon zou ko
pen als ze weer beter was. Wanneer
je zestig bent, groeit dat niet altijd
meer aan, geloof ik."
„Ik heb eens gezien dat een meis
je een ander meisje de haren met
wortel en al uit het hoofd trok," ver
telde ik haar. Ik merkte dat er uit
mijn woorden iets van trots sprak,
als bij iemand, die het echte, rauwe
leven had leren kennen..
„In wat voor wonderlijke etablis
sementen houd jij je dan op?" infor
meerde mevrouw Oliver.
„Dit was een espresso-bar in Cle-
sea."
„O, Chelsea!" riep mevrouw Oliver.
„Daar gebeurt nou letterlijk alles, ge
loof ik. Nozems en braspartijen en
zo. Daar schrijf ik niet vaak over,
omdat ik nooit zeker ben van de juis
te vaktaal. Het is veiliger, vind ik,
je te houden aan wat je uit eigen er
varing kent."
„Wat dan allemaal?"
„Lui op een zeereis, of in een mo
tel. en wat er zo al voorvalt in zie
kenhuizen of een kerkeraadof
bij veilingen en bij grote muziekfes-
heidscomités, werkvrouwen en jonge
mannen en mesjes, die te voet de
hele wereld rond trekken voor een
of ander wetenschappelijk doel.
Zij snakte even naar adem.
„Dat lijkt me omvangrijk genoeg
om mee voor de dag te komen,"
stemde ik toe.
„Niettemin, jij moet me bij gele
genheid toch eens meenemen naar
z»'n espresso-bar in Chelseaalleen
om mijn horizon te verruimen," sprak
mevrouw Oliver in alle ernst.
(Wordt vervolgd)
NEW YORK geldt, terecht of ten on
rechte, als een der onzindelifkste steden
van het Westen. De stadsreiniging be
schikt over een leger straatvegers, die
goeddeels gemotoriseerd zijn en de mo
dernste hulpmiddelen hebben. Maar noch
deze ijverige beambten, noch ook de
met bekeuringen slingerende politie zijn
er ooit in geslaagd, de burgers van deze
miljoenenstad tot netheid te bekeren.
Overal, en tot in de duurste wijken, slin
geren papieren drinkbekers, popcorn-
zakjes, vruchtenschalen, lege flessen en
ander afval rond. TV, radio, pers en bio
scopen voeren regelmatig „opgeruimd
staat netjes"-acties, er zijn honderddui
zenden pamfletten verspreid met slag
zinnen als „Houdt uw stad rein gelijk
uw eigen woning". Het helpt allemaal
weinig of niets.
Dwangmaatregelen halen ook al niet veel
uit. Wordt men betrapt op het weggooien
van een stuk papier of een bananeschil
dan kost u dat 25 dollar (negentig gulden)
boete, direct te betalen aan de verbali
serende politieman. Maar als je even
wacht tot die de hoek om is, dan kun ie
vrijelijk je rommel op straat dumpen; geen
van je medeburgers die er aanstoot aan
schijnt te nemen.
DE NIEUWSTE VONDST van het De
partment of Sanitation (alias de stadsrei
niging) is nu een sprekende vuilnisbak,
„Lively Louie" gedoopt, die de Newyor-
kers met luider stem aanmaant, om hem
toch niet te vergeten.
„Vrolijke Louie" is daartoe uitgerust
met een radio-ontvanger een versterker en
een luidspreker en tussen zijn reklame-
boodschappen door kan hij desgewenst ook
nog een vrolijk mopje muziek produceren
om de aandacht van de voorbijgangers te
trekken.
LOUIE heeft geen vaste standplaats, zo
als zijn collegae-afvalbakken; hij reist van
het ene „strategische" punt naar het an
dere en blijft meestal niet langer dan twee
dagen op een standplaats. Dat kan een bus
station zijn, een halte van de underground
of de „El"-spoorweg, naast een kranten
kiosk of voor een koffiebar, een drugstore,
een groot warenhuis. Louie spreekt met de
stem van de heer Hector Vasquez, voor
lichtingschef van de stadsreiniging, die in
zijn auto of op zijn kantoor achter de
„vuilnisbakkenzender" zit. Soms ziet mr.
v Ég
t
:v.
-*■ v
Het Haags gerechtshof heeft een 32-jari-
ge Leidse wegenbouwer wegens poging tot
zware mishandeling veroordeeld tot ander
half jaar gevangenisstraf en voorwaarde
lijke terbeschikkingstelling.
In juli van het afgelopen haar heeft de
man, die onder invloed van sterke drank
verkeerde, een hem onbekende voorbijgan
ger mishandeld nadat deze geweigerd had
een bosje bloemen af te geven. Hij heeft
de man enkele keren met het hoofd te
gen de stoeprand geslagen.
Vasquez zijn „publiek" en dan past hij
zijn tekst naar behoefte aan: „Hedaar, me
neer, gooit u dat lege sigarettendoosje nou
niet op straat hier moet u zijn!" Maar
meestal is Lively Louie buiten zijn ge
zichtskring en dan kan een bandje zon
der eind de netheidsboodschap overbren
gen.
Vasquez heeft ervaren, dat de spreken
de prullenbak waarvan er thans vier
in dienst zijn meer effect sorteert dan
welke andere propagandastunts ook. „De
mensen kijken verrast op, ontdekken het
foefje en glimlachen. Sommigen beginnen
zelfs hun zakken af te zoeken naar een
stukje papier, een oude enveloppe of iets
dergelijks om Louie wat te kunnen „aan
bieden" ongeveer net zoals je in de
dierentuin een grappig aapje een stukje
brood of een pinda offreert. Maar laat nie
mand zich illusies maken; als ze een straat
verder zijn, zijn ze de hele zaak alweer
vergeten en een half uur later smijten ze
ai hun rommel weer even vrolijk op de
plavuizen."
Hij zucht even, bijna alsof hij al dat
straatvuil zelf moet oprapen. „Maar we
gaan dóór," zegt hij, „al moeten we op
iedere straathoek een stem-van-de-reus
Soms richt „speaker" Vasquez (inzet)
zich via de sprekende prullenbak tot
één voorbijganger in het bijzonder:
„Hallo meneer gooi uw popcorn-
zakje niet op straat!" De reacties van
de op heterdaad betrapten variëren
van schaamte tot een geamuseerde
glimlach, maar er zijn ook mensen
die na zo'n openbare aanmaning half
op de vlucht slaan, zoals de man op
de voorgrond, die zich kennelijk voelt
alsof hij in zijn hemd gezet is.
posteren, want New York moet en zal een
schone stad worden, ik hoop net zo schoon
als in uw land Amsterdam is."
Het bleek ons dat mr. Vasquez Amster
dam nog niet uit eigen aanschouwing ken
de, maar dat hij wel hoopt, er deze zomer,
in de vakantie, een kijkje te gaan nemen.
Laat hij dan vooral zijn oog ook eens la
ten dwalen over onze propere hoofdstede
lijke grachten, waar gemeenlijk ook nog
wel een kleinigheid in ronddrijft, oude ma
trassen, stukken meubilair, potten en pan
nen en wat dies meer zij. Misschien doet
hij ons na zijn vakantie wel een sprekende
Louie cadeau.
(Van onze correspondent)
LONDEN. Wij hebben zojuist een plek betreden waar
een buitenstaander nog nooit een voet heeft gezet, namelijk
het inwendige van de op geraffineerde wijze bewaakte
schatkamer der Verenigde Staten, Fort Knox, waar zelfs de
president van dat land als een ongewenst element wordt
geweerd! Dat ons dat toch is gelukt komt eenvoudig omdat
net interieur van het grootste Huizencomplex op aarde, dat
zich nabij Louisville in Kentucky bevindt, voor de nieuwe
James Bond-film „Goldfinger" is nagebootst in de Pinewood-
studio's in Iver Heath, in het Engelse graafschap Bucking
hamshire. Het is echter allerminst een natuurgetrouwe
reproduktie van de binnenzijde van Fort Knox, omdat de
ontwerper, de bekwame Ken Adam, daar evenmin is toe
gelaten. De enige concessie waartoe de Amerikaanse autori-
teiten bereid waren, was dat hij het fort tot op honderc
meter mocht naderen in plaats van tot op de gebruikelijke
vijfhonderd meter. In deze strook grond, waar anders zich
niemand ongestraft kan wagen, heeft Adam vier dagen met
zijn camera mogen rondlopen zodat hij althans net uit
wendige van het fort zo nauwgezet mogelijk kon copiëren
IN JAN FLEMING'S gelijknamige boek
brengen de schurk-miljonair Goldfinger
(gespeeld door Gert Froebe) en zijn hel
pers, die het op Amerika's goud hebben
gemunt, het niet verder dan de buiten
kant van het fort, waar hun aanval op
het laatste moment wordt verijdeld door
de gentleman-krachtpatser James Bond,
de vermaarde „Britse agent 007". In de
film wordt het nog veel spannender, om
dat zij erin slagen, het fort binnen te
dringen.
Ken Adam, die ook de decors voor „Dr.
Strangelove" en van het pseudo-weten-
schappelijke onderaardse laboratorium
van de boosaardige „Dr. No" ontwierp,
moest helemaal volgens zijn verbeeldings
kracht te werk gaan. Hij maakte daar
voor een uitgebreide studie van bankklui
zen die hij wel mocht bezichtigen met
COP. MARTEN TOONOU
L—-1
206. Joris nam nu de leiding over. „Om de „operatie
pet" te doen slagen," sprak hij, „moeten wij doelmati
ger te werk gaan. Niet meer zomaar in het wilde weg
hier en daar een kraakje, maar volgens een welover
wogen plan. Een „modus operandi", zoals wij latinis
ten zeggen, wannéér wij een model operatie bedoelen.
Vooruit dus, op naar hotel Ambassador!" „Waarom
fuist hier?" vroeg Panda, toen de auto even later de
statige oprijlaan van het hotel opreed. Omdat hotel
Ambassador het trefpunt is van militaire attachés,"
antwoordde Joris. „Hier zullen we dus vele buitenlandse
officieren aantreffen, die we achter elkaar kunnen af
werken. Een machtig terrein voor de pettenjacht." „Ja,
je hebt gelijk," zei Panda, terwijl hij het adressenlijstje
raadpleegde. Hier wonen de meesten." „En de rijk
stenmompelde Joris. Maar dit laatste zei hij niet
hardop!
inbegrip van die van de Bank van Enge
land.
HET RESULTAAT is imposant. Adam
schiep vijftien meter hoge gewelven waar
men zich nauwelijks in een filmstudio
waant. Alles moest zo ruim, hoog en na
tuurlijk mogelijk zijn om de spelers bij
hun sensationele acties zoveel mogelijk
bewegingsvrijheid te geven. Even voor on
ze komst was een hunner (of beter zijn
plaatsvervanger, de stuntman) bij een
achtervolging over de balustrade van de
bovenste gaanderij naar beneden gewor
pen, waar hij veilig op een stapel karton
nen dozen belandde, inplaats van zo
als op het doek te zien zal zijn te plet
ter te vallen op de betraliede open vloer
boven de goudschat. Even later stapte
de als altijd onberispelijk geklede tenge
re James Bond, (gespeeld door Seam Con-
nery) uit de speciaal gebouwde lift, het
angstzweet nog op het gelaat. Hij zeult
rond met een kernbom, waaraan hij even
tevoren nog zat vastgeklonken. Griezel
materiaal genoeg dus!
HET LIJKT allemaal heel realistisch
want van kunst- en vliegwerk bespeurt
men alleen iets wanneer men een klopje
geeft tegen het „triplex"-beton. Maar de
dikke tralies, die het goud beschermen
zijn van echt staal. De filmstudio zelf
heeft 24.000 „goudstaven" (van gips), ter
grootte van een kolenbriket laten, ver
vaardigen die langs chemische weg van
een fel glinsterende goudkleur zijn voor
zien het is een technicolorfilm en
dragen.
„Ik wilde de indruk geven van een ka
thedraal van goud", zegt Adam. Daarin
is hij zeker geslaagd, want de ruimte is
imposant als een kerkgebouw en waar
men kijkt schittert het goud. „Het is ei
genlijk een gevangenis, maar dan een
waar goud achter de tralies zit, inplaats
van geboefte, dat juist zoveel mogelijk
hier vandaan moet worden gehouden.
„Eigenlijk ben ik blij dat ik het echte
goudfort niet heb gezien", zegt Adam.
„Het ziet er waarschijnlijk erg saai uit
betonnen tunnels, stalen deuren, zwak
ke verlichting. Maar nu ik mijn fantasie
kon botvieren, heb ik een tafereel kun
nen scheppen dat boven de werkelijkheid
uitstijgt en dat onontbeerlijk is in deze
film". De goudstaven zijn niet in gewicht,
maar wel in omvang en kleur gelijk aan
die welke in het internationale ruilverkeer
worden gebruikt. De filmstaven zijn be
dekt met een laagje aluminium met daar
bovenop goudkleurig emaille. In het mid
den van de ruimte staat een goudweeg
schaal zoals die door de Londense han
del in edelmetaal wordt gebruikt.
De James Bond-films zijn overal enorm
ingeslagen tot dusver „Dr. No" en
„From Russia, with love". Vandaar dat
men bij „Goldfinger", de drieste figuur
die eerst Engelands goudvoorraad uit het
land tracht te smokkelen en daarna zijn
operaties in Amerika voortzet, nog min
der op de produktiekosten lette dan ge
woonlijk. Die kosten zijn op acht miljoen
gulden geraamd en niet minder dan de
helft hiervan komt voor rekening van de
decors. De buitenopnamen geschieden in
Zuid-Engeland. Ken Adam vertelt ons, dat
het grote filmpubliek dat al zo verwend
is door de televisie, nog veel waardering
koestert voor gfootse en ingenieuze de
cors. Gaan we misschien terug naar het
expressionisme van Fritz* Lang?
GOUD SPEELT de hoofdrol in deze film.
Vandaar ook dat het in goud gedompelde
lichaam van de Britse actrice Shirley
Eaton als blikvanger voor de „Goldfinger"-
reclames dient. Zij speelt Jill Masterson,
Goldfingers aantrekkelijke secretaresse die
hij met goudverf om het leven brengt na
zijn ontdekking van haar affaire met
James Bond. Dit goud is slechts studio-
make up en niet de zware goudplakverf
uit Flemings verhaal.
Desondanks heerste er, toen de asblonde
Shirley zich in haar gouden omhulsel be
vond, bezorgdheid dat de poriën van haar
huid zouden verstikken en haar leven daar
door in gevaar zou worden gebracht, in
dien de verfilming van deze scène niet bin
nen de door de dokters voorgeschreven
tijdslimiet van een uur kon worden opge
nomen. Echt geen klusje om „verguld"
mee te zijn, vond Shirley dan ook.
„Goldfinger" wordt geregisseerd door
Guy Hamilton. De even aantrekkelijke
als atletische Honor Blackman, onder an
dere bekend uit „The Avengers" speelt
Pussy Galore, de mannenhatende pilote
van de sadist Goldfinger. De film zal be
gin volgend jaar in omloop worden ge
bracht door United Artists.
ISTANBOEL. Het Turkse
bad, toevluchtsoord van lie
den met een kater en van
dikzakken die vermageren
willen, wordt schaars in het
land waaraan het zijn naam
ontleent.
Er is een tijd geweest dat
er alleen al in Istanboel meer
dan 300 Turkse baden waren.
Tegenwoordig zijn er geen
50 meer. De moderne warm
watervoorziening in de wo
ningen zal het Turkse bad
hier wellicht even radicaal
doen verdwijnen als destijds
de Ottomaanse sultans ver
dwenen.
Merkwaardigerwijze is het
Turkse bad of „Hamam"
helemaal niet Turks. Men
neemt aan, dat het ontstaan
is in het oude Egypte, van
waar het zich verbreidde over
Midden-Azië en tenslotte door
het gehele Romeinse impe
rium.
Turkse nomadenstammen,
die in de richting van Europa
trokken, kregen er een voor
liefde voor en brachten het
mee.
Zijn grootste bloei bereikte
het in de zeventiende eeuw
door de invloed van de Is
lam, die reinheid ongeveer als
iets goddelijks beschouwt.
HET TURKSE BAD zoals
dat thans bekend is, heeft zich
ontwikkeld na de verovering
van Konstantinopel de
Byzantijnse naam voor Istan
boel door de Turken, 500
jaar geleden.
De „Hamam" het woord
is oud-Hebreeuws en betekent
„hitte" of „heet worden"
bestaat in de regel uit drie
zönes een koele, een lauw
warme en een hete.
De klant ontkleedt zich in
het koele gedeelte, gaat dan
in een warmere over en komt
tenslotte in het binnenste ge
deelte van de Hamam, waar
het nooit minder warm is dan
140 graden Fahrenheit. Als de
klant die hitte niet kan ver
dragen, kan hij zijn bad be
perken tot de lauw-warme
afdeling.
Het binnenste gedeelte van
de Hamam is gewoonlijk een
grote marmeren zaal met mar
meren bekkens aan de kan
ten. In het midden bevindt
zich een op een podium lijken
de marmeren plaat, de „buik-
steen" genaamd.
NADAT DE BADER daarop
ongeveer een kwartier heeft
liggen zweten, gaat een mas
seur op zeer spectaculaire
wijze aan het werk. Om te
beginnen legt hij de klant met
het gezicht omlaag en wan
delt dan met blote voeten over
zijn rug. Daarop volgt een
krachtige massage, gelardeerd
met verscheidene flinke op
stoppers.
Na dit pak slaag, gevolgd
door vijf minuten rust, strom
pelt de bader van de „buik
plaat" naar een lage houten
stoel naast een der bekkens,
waarop hij gaat zitten.
De masseur schrobt hem van
het hoofd tot de voeten met
een speciale, vezelachtige
plant. Daarna doopt de mas
seur een harde boender in
een speciale zeepoplossing die
sterk schuimt, en zeept de
klant drie keer van hoofd tot
voeten in Heet water uit het
bekken wordt over zijn hoofd
uitgegoten om de zeep weg
te spoelen.
Het eind van de behande
ling bestaat uit een rust
periode in de lauw-warme
afdeling of een half uur slaap.
Gemengd baden, zoals bij
het Finse zusje van de Ha
mam, het saunabad, bestaat
niet in het Turkse bad in Tur
kije. De grote Hamams heb
ben afzonderlijke afdelingen
voor mannen en vrouwen, de
kleinere op het platteland zijn
overdag voor de vrouwen en
's avonds voor de mannen ge
opend
VELE BUITENLANDERS
hebben op doorreis door Istan
boel de Hamams bezocht. Eén
van hen was Kroesjtsjevs
schoonzoon Alexei Adzjoebei,
de hoofdredacteur van de
„Izwestia", die, op weg naar
de Middellandse Zee, een
haastig maar grondig gebruik
maakte van de Turkse gast
vrijheid. Het beviel hem in de
Hamam kennelijk zo goed, dat
hij bijna zijn boot miste.
Maar de oude Hamam, waar
buren elkaar ontmoetten en
met elkaar babbelden, is in
de meeste grote steden bezig
te verdwijnen als gevolg van
de bouw van talloze flats met
warm en koud stromend wa
ter. De Turk behoeft zijn
kwalen en zijn zorgen niet
meer uit te zweten in de
plaatselijke Hamam; hij kan
het thuis doen, in zijn eigen
badkamer.