t HUURDERS IN AMSTERDAM-NOORD NU AL DE DUPE VAN BIJLMERMEER-IMPASSE PANDA EN DE PETTENJACHT Michael Gees. wonderkind Het Vale Paard P Ons vervolgverhaal yverhaal Amsterdams Allerlei I* v. DUIVENB0DEN N.V. „HET HOGE DUIN" BIJZONDERE VISGERECHTEN VRIJDAG 17 JULI 1964 23 M Wmü Een detectiveroman door Agatha Christie ^ogriaJ Kippenkuren met een politiek staartje Afwachten maar Exit: 't Kalfje X X X Studiebeurs van Mozarteum voor een tienjarige A IWWWWWWMWWW iwiiii 16) Rhoda stelde ons voor. Venables keek mevrouw Oliver glimlachend aan. „Deze dame heb ik gisteren al ont moet in haar kwaliteit van schrijf ster," zei hij. „Zes van haar boeken, met hagr eigen handtekening. Dat zijn even zoveel kerstcadeaus. U schrijft uitstekend, mevrouw. Geef ons nog maar meer daarvan! Daar krijgen we heus niet gauw genoeg van". Hij lachte Roodje toe. „U hebt me bijna met een levende eend opge knapt, lieve juffrouw." Toen hij mij aansprak, zei hij: „Ik heb vorige maand uw artikel in De Revue met heel veel genoegen gelezen". „Het was verschrikkelijk aardig van u, meneer Venables, op onze bazaar te komen," verzekerde Rhoda. „Na die prachtige cheque, die u ons al had gestuurd, had ik niet durven hopen dat u ook nog persoonlijk zou ver schijnen." „O, ik vind zulke dingen verbazend prettig. Zij vormen een bestanddeel van het buitenleven, waar of niet? Ik ben thuisgekomen met 'n afschu welijke negerpop in de hand, die ik uit de tombola getrokken hadplus de prachtigste, maar irreële toe komstvoorspelling van onze Sybil, die een met klatergoud versierde tul band had opgezet en kilo's imitatie Egyptische kralen had omgehangen." „Die. beste Sybil!" viel kolonel Des- pard in. „Wij gaan vanmiddag bij haar en Thyrza theedrinken. Het is zo'n interessant oud huis". „Het Vale Paard"? Dat zal waar zijn! Toch zou ik liever hebben ge zien dat het een herberg gebleven was. Ik heb altijd zo'n gevoel dat die kroeg een geheimzinnige en ver dorven historie moet hebben. Het kan niet met smokkelhandel in verband hebben gestaan, want daarvoor lag hij veel te ver van de kust. Maar een verzamelplaats voor struikrovers misschien? Of hebben vermogende reizigers daar weieens de nacht door gebracht, om vervolgens spoorloos te verdwijnen? Om de een of andere reden vind ik het maar een saai einde om tot woning te dienen voor drie oude vrijsters!" „O, maar zo denk ik nooit aan ze!" riep Rhoda uit. „Ja, Sybil Stamfoord is misschien wel een beetje eigen aardig met haar sari's en scarabeeën en dan ziet ze altijd aura's bij de mensen, ja, dat is wel wat belache lijk. Maar Thyrza heeft werkelijk iets dat jé"ontzag inboezemt, vindt u ook niet? Je hebt zo'n gevoel dat ze pre cies weet wat je denkt! Zij praat er nooit over dat ze de gave van hel derziendheid bezit maar iedereen zegt toch dat ze die hééft!" „En Bella heeft bepaald niets van een oude vrijster, ze is al voor de tweede maal weduwe," liet kolonel Despard erop volgen. „Dan hoop ik dat ze het me niet kwalijkt neemt!" sprak Venables lachend. „Zij met haar sinistere verklarin gen voor de dood van de buren," voegde Despard er nog aan toe. „Men zegt dan dat ze haar niet aanstonden en dat ze hen maar hoefde aan te kijken om te maken dat zij langza merhand ziek werden en wegkwijn den!" „Dat is waar, zij is de heks van het dorp, is 't niet?" „Dat zegt mevrouw Dane Calthrop tenminste." „Tovenarij is wel interessant," ging Venables voort, zijn herinneringen na gaande. „Over de hele wereld vind je daarvan allerlei variëteitenIk herinner me, toen ik nog in Oost-Afri ka was. Hij vertelde gemakkelijk en onder houdend over het onderwerp. Over de medicijnmannen in Afrika; over wei nig bekende erediensten op Borneo. Hij voegde er de belofte aan toe, dat hij ons, na de lunch, enkele maskers zou laten zien van Westafrikaanse to venaars. „In dit huis is letterlijk alles te vin den!" verklaarde Rhoda met een lachje. „Och, nou ja," hij haalde de schou ders op. „Wanneer je zelf ook niet meer uit kunt gaan dan moet je al les maar zoveel mogelijk naar je toe halen." Even klonk er wat verbitte ring in zijn stem. Zijn ogen rustten daarbij op zijn verlamde benen. „De wereld is zo boordevol van in teressante dingen," citeerde hij. „Dat is geloof ik mijn ongeluk ge weest. Er was zoveel dat ik weten wilde, zien wilde! Maar ik mag wer kelijk niet mopperen, ik heb in mijn tijd niet stilgezeten. En ook nu nog, biedt het leven zijn vertroostingen." „Waarom juist hier?" informeerde mevrouw Oliver onverwachts. De anderen hadden zich niet erg op hun gemak gevoeld, zoals dat gaat als er iets van tragiek valt te be speuren. Alleen mevrouw Oliver had zich daar niets van aangetrokken. Zij had haar vraag gesteld, eenvoudig om dat zij er een antwoord op wilde ho ren. En haar openhartige nieuwsgie righeid bracht meteen de luchtige sfeer terug. Venables zag haar onderzoekend aan. „Ik bedoel", verduidelijkte mevrouw Oliver, „hoe bent u ertoe gekomen hier te gaan wonen, juist in deze buurt? Zover van de roezige wereld? Was dat omdat u hier vrienden had wonen?" „Neen. Dit plekje heb ik gekozen nu u dat zo vraagt omdat ik hier juist geen enkele vriend had wonen." Een zwak ironisch lachje speelde om zijn lippen. Ik vroeg mij af hoe ernstig hij zich zijn lichaamsgebrek zou hebben aan getrokken. Had het verlies van zijn bewegingsvrijheid van de macht om de wereld te onderzoeken, hem zo diep in de ziel aangetast? Of zou hij erin zijn geslaagd zich tamelijk wel aan de gewijzigde omstandigheden aan te passen waarvoor een grote mate van geestkracht vereist was; Alsof hij mijn gedachten geraden had, richtte Venables op datzelfde mo ment het woord tot mij. „U hebt in uw artikel het begrip „grootheid" aan een kritisch onderzoek onderworpen, alsook de totaal verschillende beteke nissen die aan het woord worden ge hecht in Oost en West. Maar wat bedoelen wij hier te lande allemaal, wanneer we het hebben over een „groot man?" „Stellig een intelligent man," gaf ik hem ten antwoord, „maar die tevens een grote zedelijke kracht bezit." Hij keek me met stralende ogen aan. „Maar er bestaat toch ook nog zoiets als grootheid in het kwade?" „Dat spreekt vanzelf!" riep Rhoda uit. „Napoleon en Hitier en zoveel an dere historische figuren. Die kun je toch zeker ook allemaal „groot" noe men." „Vanwege de gevolgen die hun op treden heeft veroorzaakt?" vroeg Despard. „Maar ik betwijfel of je, wanneer je ze van nabij gekend had, ook nog onder de indruk zou zijn ge komen van hun „grootheid". Nu boog Roodje zich voorover, met haar handen door haar krullebol woe lend. „Dat vind ik interessant," zei ze. „Zouden het niet even goed mee lijwekkende, kleine mannetjes kunnen zijn geweest? Die zichzelf tot abnor male proporties hebben opgeblazen om een houding aan te nemen lou ter uit een gevoel van eigen minder waardigheid, vastbesloten „groot" te zijn, al zou de hele wereld om hen heen in stukken vallen?" „O, vast niet!" klonk het vrij fel uit Rhoda's mond. „Want dan hadden ze nooit de gevolgen in het leven kun nen roepen, die hun optreden heeft veroorzaakt!" „Dat weet ik nog zo niet," merkte mevrouw Oliver op. „Per slot van rekening kan het eerste het beste stomme kind toch heel makkelijk een huis in brand steken?" „Nou, nou," bracht Venables in het midden, „ik kan het niet eens zijn met die moderne opvatting, alsof het kwaad in werkelijkheid geen bestaan de grootheid zou zijn. Het is wel dege lijk een realiteit, die soms overmach tig is. Vaak zelfs machtiger dan het Goede. Dat is een feit. Het dient te worden onderkend en bestreden. An ders "en hierbij spreidde hij beide handen uit, „anders wordt het Licht door de Duisternis overwonnen." (Wordt vervolgd Zes „volgseigen" kippen, die onlangs uit de Duitse Oostzone vluchtten, be reikten door mijnenvelden en prikkel draadversperringen veilig het vrije Westen en brachten daarmede de West- duitse douanebeambten in een pijnlijke situatie. Toen zij eindelijk gevangen en in een kist gestopt waren, was er geen mogelijkheid de dieren zonder meer naar het Oosten te doen terugkeren. Pas na uren kreeg men contact met het slechts op enkele kilometers van de grens gelegen Oostduitse dorp waar de kippen thuis hoorden en wel via een omweg van vele honderden kilometers door middel van een der laatste tele foonverbindingen, die nog tussen Oost en West bestaan. Toen de Westduitse douanebeamten met de kakelende vluchtelingen naar de grens trokken teneinde ze uit te leveren, lagen de Oostduitse grenswachten met de ge weren in de aanslag in volle dekking en lieten de ongewapende Westduitsers wachten. Dertig minuten later kwam er een met machinegeweren bewapende vrachtwagen van het Oostduitse leger met een majoor, twee offcieren en drie soldaten voorrijden. Zonder iets te zeg gen, zonder ook maar de groet van de Westelijke beambten te beantwoorden, schoven de Oostduitsers de prikkel draadversperringen opzij, namen de kippen zwijgend in ontvangst en ver dwenen (D.a.D.) (Van onze correspondent) Men kan het burgemeester Van Hall moeilijk kwalijk nemen dat de Bijlmermeer- gal hem dezer dagen, bij de opening van het Europa-huis, weer eens publiekelijk overgelopen is. Er gaat trouwens geen dag voorbij of burgemeester en wethouders van Amsterdam worden in hun bestuurszaken geconfronteerd met deze zo langza merhand wel bijzonder onverkwikkelijke affaire. Er is in het verleden tot vervelens toe aangetoond waarom het voor Amsterdam een levensbelang is dat de status van dit nieuwe woongebied wordt vastgesteld. Het opschorten van de beslissing heeft er inmiddels toe geleid, dat de woningbouw in de hoofdstad ernstig wordt geremd. „MAAR ER IS TOCH NOG RUIMTE om binnen de stadsgrenzen te bouwen", heeft minister Toxopeus al enige malen uitgeroepen. Jawel, men kan nog wel één a twee jaar voort eer men tot de Bijlmer meer zijn toevlucht moet nemen. De mi nister vergeet echter een praktische kant van het woningbouwbeleid in een grote stad. In Amsterdam werkt het gemeente bestuur bij voorkeur met grote bouw maatschappijen, die bijvoorbeeld com plexen van 500 woningen tegelijk bouwen. Zo'n groot bedrijf kan efficiënter werken als het weet, waar het 't volgend jaar en het jaar daarop kan bouwen en welk type woningen dat moet worden. Die zekerheid kan Amsterdam niet geven, omdat het evenmin als welke andere ge meente in het gebied van de Bijlmer ver plichtingen kan aangaan voor de Bijlmer meer, waarvan niemand weet wie er straks zal regeren. De woningen die thans in Amsterdam- Noord worden gebouwd, zijn door de bouwers gecalculeerd op een bepaald be drag, dat vermoedelijk hoger is dan wan neer die bouwers toezegging zouden heb ben gekregen dat hun produktie-apparaat over twee jaar in dezelfde gemeente kan blijven. En het gevolg hiervan: hogere huren. DIT IS MAAR één aspect van de kwes tie. Een ander is bijvoorbeeld, dat het ten of aan de meer dan 100.000 Amster damse families die reikhalzend naar een groter huis uitzien. bouwplan voor de Bijlmermeer niet kan worden voorbereid omdat men niet weet welke ideeën de toekomstige bestuurders van dat gebied (Amsterdam, één van de randgemeenten of een nieuw gecreëerd gemeentebestuur) hebben over de stede- bouwkundige opzet. Amsterdam weet het alleen maar van zichzelf. Men zou nu verwachten dat het Bijlmermeer-wets ontwerp met spoed in de Kamer zou komen. Maar nee, het komt niet voor op de lijst van zaken die vóór het" zomer- recès in behandeling komen. Amsterdam zal wel wachten. Het heeft wel wachten geleerd. Dat kan men vragen aan de 34.000 gezinnen die op een woning wach- '"■«■'■min 219. Om vijf minuten over twaalf begon de vol-auto- matische inbraak in Hotel Ambassador. De deur van Kalker's kamer werd op een kier geopend om doorgang te verlenen aan wetenschappelijk samengestelde appa raten van allerlei soort. Al spoedig ritselden de gangen dan ook van de metalen hotelratjes, die zich overal door het hotel verspreidden om hun slag te slaan! Zij deden hun werk eenvoudig en rechtlijnig, ieder volgens zijn specialiteit. Eerst kapten deurkappertjes een opening in de deuren; vervolgens begaven de pettenpakkertjes zich door deze gaten om in de daarachter liggende vertrek ken petten te verzamelen en rustbewaardertjes klikten waakzaam rond. Deze nachtelijke bedrijvigheid bleef niet geheel onopgemerkt. Hier en daar klonk de ijle kreet van een gestoorde slaper. Maar dan repten kal meermachientjes zich naar zijn sponde, om de nodige rust te handhaven. En als ergens een licht werd ont stoken, kwamen lichtdovertjes in actie, die de lamp buiten werking stelden. Op deze wijze werd het ver maarde hotel in een diepe en rustige duisternis gedom peld waarin de grootste pettenronf van deze eeuw snel kon worden uitgevoerd. ALS GEBOREN AMSTERDAMMER hebben wij in onze romantische jaren op zachte zomeravonden menigmaal met een meisje langs de Amstel gewandeld. Voor talloze Amsterdamse huwelijken is de basis gelegd in het malse gras van de Amsteloevers. Die traditie blijkt nog steeds te worden voortgezet, ondanks de concurrentie van het voor verliefde paren meer isolerings kansen biedende Amsterdamse Bos. Wandelen langs de Amstel met een meisje betekende in de meeste gevallen ook een knus samenzijn op het terras van de aloude uitspanning ,,'t Kalfje", dat sinds 1610 een geliefde attractie is ge weest. Sinds enkele weken echter is er geen terrasje meer en zelfs de deuren van de oude herberg zijn voorgoed ge sloten. Volgend jaar zal het (op koeie- huiden gefundeerdegebouw er vermoe delijk helemaal niet meer staan, 't Kalfje, welks muren nog door stutten overeind worden gehouden, is zo oud dat aan res tauratie niet meer valt te denken. Dan een nieuw Kalfje, zal men zgegen. Maar wij leven niet meer in de zeven tiende eeuw. Men kan wel een rendabel Horecabedrijf ontwerpen dat op deze plaats in een grote behoefte zou voor zien, maar er zijn tegenwoordig strenge voorschriften die de stedebouw beheersen en tot dusver is het niet mogelijk geble ken binnen de letter van die voorschriften een cafe-restaurant te ontwerpen. De Amsteloevers zijn namelijk bestemd om recreatiegebied te worden. Maar mis schien dat er toch nog een uitweg wordt gevonden voor een romantisch café, dat opnieuw de naam ,,'t Kalfje" verdient. Advertentie aluminium jaloezieën De beste service bij Ged Oude Gracht 108 110 Haarlem Telefoon 17165 - 13608 - 16657 Kruisstraat 22 - Haarlem - Tel. 17206 Vraagt prijsopgaaf DE STIJGING van de welvaart is onder meer te zien aan de toeneming van het huisvuil. In Amsterdam is de bevolking sinds de laatste oorlog vrijwel constant gebleven, maar het huisvuil is sindsdien meer dan verdubbeld. Voor een deel wordt dat afval afgevoerd naar vuilnisbelten buiten de stad. Het grootste deel wordt echter verbrand en van de vrijkomende energie wordt dan nog en passant wat elektrische stroom geproduceerd. De Amsterdamse vuilverbranding, die dateert uit 1919, is oud en met zijn 800 ton per dag te beperkt van capaciteit. Binnenkort zal de gemeenteraad moeten beslissen over een plan voor een nieuwe vuilverbranding in Amsterdam-Noord, die niet minder dan 1900 ton vuil per dag aan zal kunnen, in ruil waarvoor 300.000 kilowatt-uren per dag kunnen worden geleverd. Met de bouw van de nieuwe installatie is een uitgave van 46,5 mil joen gemoeid. EEN TIENJARIGE jongen brengt op het ogenblik de muziekminnaars in de Bondsrepubliek, in Oostenrijk en in Tsjechoslowakije in vervoering. De jeug dige pianist, Michael Gees uit de West duitse industriestad Bielefeldschijnt een wonderkind te zijn, dat deze naam waarachtig verdient. Zelfs strenge mu ziekcritici protesteren niet meer als de jongen de „Westfaalse Mozart" ge noemd wordt. EEN VERGELIJKING die vele ver plichtingen met zich brengt. Zoals men weet ondernam Mozart reeds als zesjarige zijn eerste grote concertreis. Hij was nog maar een kind toen hij al in alle grote Europese steden speelde. De kleine Westfaalse musicus heeft het (nog) niet zo ver gebracht. Maar ook Michael heeft al een hele reeks concerten gegeven, onder andere in Salzburg, Wenen, Königs- gratz en Praag. Waar de jongen tot nu toe speelde, was men enthousiast over zijn enorme muzikaliteit en zijn fijnge voelige interpretatie. Wat lag meer voor de hand dan dat dit kind ook speelde voor zulke strenge critici als de profes soren van het wereldberoemde Morzarteüm in Salzburg, het centrum van het Mozart- onderzoek. Ook die waren getroffen door de begaafdheid van de jongen. Men be sloot hem als verreweg jongste in de kring van élite-leerlingen op te nemen. DOOR DIT BESLUIT ontstonden er voor de ouders van Michael onvermoede moeilijkheden. Michaels vader is logope dist en beschikt niet over grote financiële middelen. Tot zijn tiende levensjaar speel de Michael op een gehuurde piano. Pas onlangs kreeg hij zijn eerste eigen in strument cadeau van een grote piano- fabriek, waar de jongen voor de arbeiders Advertentie 't Sprookje van de Noordzeekust Specialiteit recepties - diners - vergaderingen WIJK AAN ZEE Tel. 02517 - 322 een concert gegeven had. Toen Michael voor de eerste maal naar Salzburg reis de, beschikte hij over een beurs van zijn woonplaats van 4000 mark. Maar al spoe dig bleek dat vader Gees in de Mozart- stad geen werk kon vinden. Het hielp niets, dat de jongen zijn eerste semester als meest begaafde leerling van het in stituut afsloot, het. geld was op, de vader werkeloos en zo keerde het gezin zonder hoop naar Bielefeld terug. IN DE DAAROP VOLGENDE WEKEN meldden zich velen die bereid waren te helpen. Maar de aangeboden bijdragen waren niet' voldoende om een verdere op leiding van de jongen mogelijk te maken. Het Noordrijn-Westfaalse ministerie van O.K. en W. kon geen middelen voor in dividuele beurzen ter beschikking stellen en verwees de ouders naar de Muziek academie in Detmold. De vroede vaderen van Bielefeld zochten eveneens naar een oplossing. Toen strekte Salzburg, in de gestalte van burgemeester Beek, de veel belovende leerling de helpende hand toe. De stad zegde de jongen een maandelijks» toelage van 460 mark toe om hem in staat te stellen zijn studie aan het Mo- zarteüm voort te zetten. Toen de familie Gees opnieuw naar Oostenrijk vertrokken was, kwam er ook bericht uit Bielefeld: de stad verstrekte hem een beurs voor het tweede semester. Is dit wonderkind op weg een vooraan staand concertpianist te worden, mis schien wel een toekomstige componist? of toch alleen maar, zoals zo velen voor hem, een kort oplichtende komeet aan het muziekfirmament, niet in staat de in hem gestelde hoop te vervullen? Mi chael Gees, een vrolijke jongen met een zacht gezicht maakt zich gelukkig over al deze kwesties nog niet druk. Kenners menen, dat juist deze natuurlijkheid ge koppeld aan een grote begaafdheid, hem zal helpen een succesvolle carrière op te bouwen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 23