PANDA EN DE PETTENJACHT Het Vale Paard „Oma" van Olffen bekrachtigt nog besluiten Ottobeurens befaamde abdij viert twaalfde eeuwfeest Bakermat van vele schone en opzienbarende zaken.. TRIUMPH DEALER Ons vervolgverhaal Presidente-commissaris van 90 jaar WOENSDAG 29 JULI 1964 9 Een detectiveroman door Agatha Christie Uit diepe armoede naar miljoenenbedrijf Varkenskot als woning Het begin Monnik-ballonvaarder Pastoor-genezer HARRY OOMEN Nieuw beeld van Miletic Jaap Stigter V V -:v 229. Ontsteld keerde Joris zich om en staarde in het gelaat van de portier van hotel Ambassador. Dit stond nu niet treurig, maar streng toen hij sprak: „Ik dacht wel dat ik jullie hier zou vinden, als ik dat rare ding volgde. Jullie dachten er tussenuit te knijpen, zonder de hotelrekening te betalen, hè? Maar dat gaat zomaar niet! En geef nu eerst mijn pet terug!!" Ver wezen gaf Joris hem zijn eigendom; maar nauwelijks had de portier het hoofddeksel weer op of zijn houding veranderde als bij toverslag. Zijn gezicht kreeg weer een droevige uitdrukking en hij knikte begrijpend. „Ach ja," zei hij, „ik mag het u niet kwalijk nemen. Zo is de wereld nu eenmaal. De een tracht de ander te plukken. Overal staat men dadelijk met rekeningen klaar. Het is steeds: plukt u of wordt u geplukt. Jaja, ik begrijp u. U hoort liever tot de plukkers dan de geplukten." Joris was aangenaam verrast door het be grip, dat de portier opeens voor hem opbracht. „En dat begrip is met de pet gekomen," stelde hij bij zich zelf vast. Zodra hij die op zette, werd hij weer zoals ik hem in het hotel leerde kennen: ruim van opvatting en met een wonderlijk inzicht in andermans standpunt. itHm„De wereld gaat aan wanbegrip ten onder," vervolgde de portier. „Overal heerst wantrouwen. Men beloert en belaagt elkanderDaar had de oude gelijk aan; want achter hem week langzaam een gor dijn vaneen..-. Iemand, die Sidney Harmondsroth heet is aan een hersenbloeding over leden. De politie verdenkt hem ervan dat hij van chantage leefde. Ettelijke hooggeplaatste personen voelen zich door zijn dood aanmerkelijk opge lucht." „Hetgeen er dus op neerkomt dat al deze sterfgevallen heel goed van pas zijn gekomen. En hoe staat het met Corrigan?" Corrigan lachte. „Een heel alledaag se naam. Er zijn er troepjes van ge storven. maar niet speciaal ten voordele van een bepaalde persoon, voor zover wij hebben kunnen nagaan. „Goed, dan is het een uitgemaakte zaak: dan ben jij het eerstvolgende slachtoffer! Neem je terdege in acht, Jim!" „Ik zal heus wel op mezelf passen. Maar denk vooral niet dat jouw Heks van Endor de kans zal krijgen mij met een darmkanker of een Spaanse griep naar de andere wereld te hel pen. Dat lukt niet bij een doorgewin terde medicus!" „Luister eens, Jim. Ik wens die be wering van Thyrza Grey tot op de bodem te onderzoeken. Wil jij me daar bij helpen?" „Nee, vast niet! Ik snap niet dat een intelligent en ontwikkeld man als jij je door zulke waanzin hebt laten inpalmen." Ik slaakte een zucht. „Noem het an ders! Ik kan dit woord niet meer ho ren!" „Lariekoekals je dat mooier vindt!" „Nee, niet bepaald!" „Wat een stijfkop ben je nog altijd, Mark!" „Zoals ik de zaken zie," besloot ik, „is dat in dit geval ook noodzakelijk." HOOFDSTUK X Glendower Close was nog maar net voltooid. Het vormde een ongelijke halve cirkel. Aan het uiteinde daar van was men nog met bouwen bezig. Zo ongeveer halverwege bevond zich een hek, waarop de naam „Everest" te lezen stond. De ronde rug die zichtbaar werd, van iemand die bollen in de border plantte, wist inspecteur Lejeune zon der moeite te herkennen als die van de heer Zacharias Osborne. Hij deed het hekje open en liep de tuin bin nen. - De heer Osborne richtte zich uit zijn gebogen houding op en draaide zich om, om te kijken wie er zijn do mein betrad. Bij het zien van zijn bezoeker werd zijn gezonde gelaats kleur nog iets roder van plezier. De heer Osborne zag er ten platte- lande precies eender uit als meneer Osborne in de grote stad. Hij had wel iswaar stevige laarzen aangetrokken en stond in hemdsmouwen, maar zelfs deze nonchalante kleding deed weinig afbreuk aan zijn keurig uiterlijk. Een lichte transpiratie stond hem op het hooggewelfde, kale hoofd. Deze wiste hij zorgvuldig af, voor en aleer hij zijn bezoeker tegemoet trad. „Inspecteur Lejeune!" riep hij ver heugd. „Dit beschouw ik als een on derscheiding. Werkelijk waar, inspec teur. Ik heb wel uw ontvangstbeves tiging op mijn brief gekregen, maar ik had nooit verwacht u persoonlijk te zien verschijnen. Welkom in mijn stulpje. Welkom in Everest! De naam verwondert u misschien? Ik heb altijd bijzondere belangstelling voor het Hi- malayagebergte gekoesterd. Ik heb de expedities naar de Mount Everest tot in details gevolgd. Wat een onge looflijke prestatie is dat geweest! Sir Edmund Hillary! Wat een kerel! Wat een uithoudingsvermogen.Doordat ik zelf nooit ontbering geleden heb, heb ik de grootste bewondering voor lieden die onvermoeid voortgaan on overwonnen toppen te beklimmen, of ijszeeën te doorklieven om de pool zijn geheimen te ontfutselen. Maar komt u toch binnen en maak het u gemak kelijk. Wat wilt u gebruiken?" De heer Osborne ging inspecteur Le jeune voor. De bungalow was klein, maar bleek het toppunt van netheid, ofschoon schaars gemeubeld. „Ik ben nog niet helemaal op orde," verklaarde de heer Osborne veront schuldigend. „Ik loop zoveel mogelijk dé veilingen af. Op die manier kom je vaak aan goede spullen, tegen een kwart van de prijs die je in een winkel betalen moet. En wat mag ik u nu eens aanbieden? Een glas sherry? Of bier soms? Een kopje thee? Ik heb het zó klaar!" Lejeune verklaarde een voorkeur te hebben voor bier. „Kijk eens aan!" zei de heer Osbor ne, toen hij enkele ogenblikken later met twee gevulde, met een witte man chet bekroonde tinnen pullen binnen kwam. „We zullen er eens rustig bij gaan zitten. Ha, Ha! Everest al tijd rust! De naam van mijn huisje is voor tweeërlei uitleg vatbaar. Ik houd van zo'n grapje." Toen deze plichtplegingen waren vol bracht, boog de heer Osborne zich vol verwachting naar voren. „Hebt u aan mijn inlichtingen iets gehad?" Lejeune verzachtte de klap zoveel hij kon. „Tot mijn spijt niet zoveel als wij wel hadden gehoopt." „Och! Dat is echt een teleurstel ling voor me", bekende Osborne. „Maar ja, het is natuurlijk ook hele maal niet gezegd dat een man die in dezelfde richting liep als pastoor Gor man per se zijn moordenaar moest zijn. Het was te mooi om waar te zijn. En deze meneer Venables is een rijk, zeer geacht man, die in de beste kringen verkeert, heb ik gehoord." „Het belangrijkste is," zei Lejeune, „dat het onmogelijk is dat u de heer Venables daar gezien heeft." „O, maar hij was het. Dat weet ik absoluut zeker. Ik vergis me nooit in een gezicht." „Het spijt me, maar ditmaal moet het toch wel zo geweest zijn," zei Lejeune vriendelijk. „Ziet u, de kwes tie is dat mener Venables het slacht offer is van kinderverlamming. Hij is al meer dan drie jaar beneden zijn middel verlamd en kan zijn benen ab soluut niet gebruiken." „Kinderverlamming! Mijn hemel riep de heer Osborne uit. „Neen, dan is dat volkomen uitge sloten. Maar tochneemt u mij niet kwalijk, inspecteur, dat ik het zeg: bent u daar absoluut zeker van? Ik bedoel hebt u daarvoor afdoende me dische bewijzen?" „Ja zeker, meneer Osborne. Die hebben wij. De heer Venables is pa tiënt van Sir William Dugdale, een specialist uit Harley Street, een voor treffelijk medicus." „Natuurlijk, natuurlijk! Een heel bekende naam. Hemeltje.wat is dat een slechte beurt voor me! Ik was zo volkomen zeker van mijn zaak. En wat heb ik u dan een moeite voor niets veroorzaakt.." „O, zo moet u het zich niet aantrek ken," haastte Lejeune zich te zeggen. „Uw inlichtingen blijven desondanks waardevol. We weten in elk geval dat de persoon die u achter pastoor Gor man hebt zien aanlopen een sterke ge lijkenis moet vertonen met de heer Venables.en doordat de heer Vena bles iemand is, die er beslist opvallend uitziet, is uw verklaring voor ons van grote waarde. Er kunnen onmogelijk veel mensen rondlopen die aan dit zelfde signalement beantwoorden." „Da's waar, da's waar!" De heer Osborne vrolijkte weer wat op. „Een misdadiger dus, die gelijkenis ver toont met de heer Venables! Heeft u die niet in uw archief van Scotland Yard?" Hoopvol zag hij inspecteur Lejeu ne aan. „Zo eenvoudig is dat niet!" gaf de inspecteur langzaam te kennen. „De man kan een blanco strafregister heb ben. En ook staat het niet vast dat hij iets te maken heeft gehad met de moord op pastoor Gorman." Nu keek de heer Osborne weer ver slagen voor zich uit. „U moet het mij maar vergeven. Misschien is de wens hier de vader van de gedachte ge weest Ik zou het zo leuk gevonden hebben nog eens als getuige in een moordzaak op te treden, weet u? En men zou mij nooit van mijn stuk heb ben kunnen brengen, dat verzeker iik u." (Wordt vervolgd) Waarom zou ik niet doorgaan als presidente-commissarisP Ik voel me toch nog best.Ik hoop het nog zover te brengen, dat ik op mijn honderdste ook nog de voorzittershamer hanteer Aldus de blijkens deze woorden nog midden in het leven staande weduwe Geertruida Mechelina van Olffen-Harte- mink te Amsterdam, die vandaag met een grote receptie in het Apollopaviljoen haar 90ste verjaardag heeft gevierd. En indien men haar stem aan de telefoon zou horen, zou men makkelijk kunnen geloven, met een vrouw van 40 te doen te hebben. ,Oma" van Olffen zoals ze in de wandeling genoemd wordt mag er te recht trots op zijn, dat de miljoenen, die bij de n.v. Lindbergh Toeringcar- bedrijf te Amsterdam (met vestigingen te Arnhem en Haarlem) omgaan, bij haar onder de hamer doormoeten". Natuurlijk gaat het om een ere-functie, maar ze bekrachtigt toch de besluiten inzake de aankoop van nieuw materieel, de vast stelling van de balans, enz. Het bloeiende heden met 37 moderne toeringcars in rode kleur (commentaar van oma: „Een groter aantal mag je niet hebben van de regering, maar het is nor maal, dat we er in het seizoen tien bussen per dag bijhurenstaat in een felle tegenstelling met de diepe armoede, toen ze in haar jonge jaren met hard ploeteren hielp het bedrijf op te bouwen. Want het eerste rollend materieel van haar man, de heer H. J. A. van Olffen (die kort voor het uitbreken van de jongste oorlof stierf) bestond uit zegge en schrijve één handkar a raison van15,—. Hiermede werden kolen en zelf gezaagd brandhout uit het eigen brandstoffenbe- drijfje aan de Bickersgracht vervoerd. Maar toen was al een zekere welstand bereikt, want hier ging een donkere pe riode aan vooraf. Tegen het einde van deze eeuw, ,toen de heer Van Olffen als expeditieknecht geen droog brood kon verdienen, kon hij als houtbewerker in Duisburg werk krijgen. In Duitsland was echter geen woning en zo moest hij met vrouw en eerste kind genoegen nemen met een naast een boerderij gelegen var kenskot. Tijdens deze harde leerschool der ar moede zal oma weiing vermoed hebben, dat ze al 88-jarige nog eens de gouden medaille als ridder in de orde van Oranje- Nassau zou ontvangen Omstreeks 1900 bracht de dienstplicht het gezin weer naar ons land, waarna de man rangeerder werd bij de Hollandse IJzeren Spoorwegmij. De baten van deze betrekking waren voor het tot zes koppen uitgegroeide gezin te karig. Daarom dreef oma een kléine brandstoffenhandel en nam naast de negotie van groenten en fruit ook nog allerlei karweitjes aan, zoals de verzorging van was- en strijk goed- In 1913, toen het kindertal tot acht gestegen was, verwondde ze haar hand aan de zaagmachine, waarmede het aan- maakhout klein gemaakt werd. „Het was een naar gevaarlijk ding mijn hand is nooit meer goed gekomenik heb er zelfs nu nog last van In de eerste wereldoorlog werd haar man ernstig ziek en na zijn herstel met vervroegd pensioen a raison van 2, per week naar huis gestuurd. „We hebben daarna samen heel hard aangepakt en dag en nacht gewerkt. Aan een toerbedrijf dachten we in de verste verte nietdit is eigenlijk min of meer vanzelf ontstaan Na de genoemde handkar voor het ver voer van kolen naar bakkers en zo, kwam er een paard en wagen. („Ik zie het dier nog voor mij he,t luisterde naar de naam Truusgevolgd door een vrachtauto. En hiermee begon het. Van Olffen had een goed zakelijk instinct en kon niet aanzien, dat die dure auto's zondags ren teloos stond. Dus plaatste hij er voor deze dag banken op, die hij met zeildoek afdekte en nodigde de buurt uit voor een „dagje Scheveningen". Het werd een evenement, waarover steeds lang nage sproken werd ook al vanwege de lekke banden, die schering en inslag waren Dit initiatief leidde tot de aankoop van een eerste autobus, waarmede het huidige bedrijf in feite geboren werd. En om streeks 1928, toen de bekende oceaanvlieger Lindbergh de wereld met zijn stunt in de beroering bracht, koos men zijn naam voor de nieuwe onderneming. Een eigen kantoor aan het Damrak en een modern garagebedrijf brachten de zaak sterk op de voorgrond. Het is nu een familievennootschap, waarin zes broers Van Olffen onder het (nog steeds) toeziende oog van oma de belanghebbenden zijn en nauw samen werken met de reeds jarenlang aan het roer zijnde directeur, de heer P. van Sit- teren. BONN. Wie over Ottobeuren, een plaatsje met rond 500 inwoners in het Zwabisclie deel van Beieren gaat vertellen, vervalt al gauw in superlatieven: hier is de oudste abdij en het grootste barokklooster van Duitsland gevestigd met de mooiste orgels ter wereld. Hier is de bakermat van de Duitse ballonvaart en hier werd pastoor Sebastian Kneipp geboren, de vader van de homopatische genees wijze en van de befaamde Kneipp-waterkuren. mnnnrnnnnnnnnnr- Al deze feiten spelen een rol in de fees telijke herdenking van het 1200-jarig be staan van deze abdij, die medio juli be gonnen is en, met tussenpozen, de hele zomer zal voortduren. In een lofzang op deze beroemde Benedictijnse abdij, die in 764 werd opgericht, mag niet ontbreken, dat dit rijksklooster ook na de secularisa tie tot op de huidige dag zijn grondbegin sel: bidden en werken in het dagelijkse leven te verenigen, trouw is gebleven. OTTOBEUREN werd opgericht tijdens de heerschappij van Pepijn, de koning der Franken, wiens vader Karei Martel de Zwaben bij de „huismacht" der Franken had ingelijfd. Door zijn zege over de Mo hammedanen tussen Tours en Poitiers had hij aan een verdere opmars van de Islam een eind gemaakt en de grondslag gelegd voor de politiek der Karolingen. Tien jaar na de dood van de Heilige Bo- nifacius stichtte Graaf von Sdlach uit Fran ken de cel in Ottobeuren, ongeveer dertig kilometer ten noordoosten van Kempten in het Allgau gelegen. De eerste monniken trokken hierheen uit het gebied van de Reichenau. Karei de Grote bevestigde het stift, dat nog uitgebreid werd door Hilde- gard, zijn Zuidduitse gemalin. De grote bloeiperiode van het klooster is echter ver bonden met bisschop Ulrich von Augsburg, afkomstig uit het vermaarde klooster van Sankt Gallen, die van zijn vriend Otto de Grote buitengewone voorrechten voor Ot tobeuren wist te verkrijgen. De faam van geleerdheid en wijsheid der monniken van Ottobeuren komt tot uit drukking in het feit, dat de eerste zes hoogleraren aan de universiteit der Bene dictijnen in Salzburg (opgericht in 1616) uit Ottobeuren afkomstig waren. In de eer ste helft van de achttiende eeuw wordt de abdij ook een centrum van de kunst. Pater Christof Vogt bouwt een kloostercomplex van enorme afmetingen, Josef Effner en Johann Michael Fischer de kerk met zijn twee torens. Meesters van Italiaanse barok zoals Carlone, Maini, Bossi en Amiconi maken het prachtige interieur, dat sedert dien kunstkenners zowel als leken in gro ten getale trekt. Op 22 januari 1784 laat de monnik Ulrich Schliegg een met hete lucht gevulde ballon opstijgen. Hij is door eigen berekeningen en „overpeinzingen" tot de overtuiging ge komen, dat zulks mogelijk moet zijn. Hij wist niets af van de nauwelijks zes maan den tevoren met succes bekroonde proeven van de gebroeders Montgolfier, die dan ook als uitvinders van de ballonvaart de ge schiedenis der mensheid zijn ingegaan. Toch wordt Ottobeuren als bakermat van de ook in Duitsland nog altijd bedreven ballonvaart beschouwd en dit feit is half juni met een internationale ballonwedstrijd gevierd. Op 31 mei begonnen de herdenkings feesten met onder andere een concert door het Concertgebouw-orkest onder leiding van Eugen Jochum in de Basiliek. Een an der hoogtepunt zal de vertolking zijn van de vijfstemmige mis van William Bird door het knapenkoor van de Sint Michaels- Kathedraal van Coventry en het kamer koor van Zürich alsmede van het „War Requiem" van Benjamin Britten door het koor van de Sint Hedwigs-kathedraal in Berlijn en het knapenkoor van Coventry. Deze opvoeringen vinden op 5 en 6 sep tember plaats. De langste dag van het jaar 21 juni was gewijd aan het eens zo belangrijke werk van Ottobeuren in het prioraat Feld- kirch en Liechtenstein. Vele andere evene menten volgden en volgen nog. Zo zal b.v. 23 augustus in het teken staan van de in 1144 door Ottobeuren in Mariënberg in Zuid-Tirool gestichte dochter-abdij. Ook gebeurtenissen uit recentere tijden zijn of werden herdacht. Zo was er een wedstrijd der stenografen van Opper-Zwa- ben en Opper-Beieren, dat dit ter her denking van Franz Xaver Gabelsberger, de uitvinder van het in Duitsland gebruik te stenografische systeem, die een leerling van de kloosterschool van Ottobeuren is geweest. Aan postoor Sebastian Kneipp werd een tentoonstelling gewijd. Deze Kneipp werd in Ottobeuren geboren. Zijn vermaarde waterkuren worden vooral in het nabijgelegen Bad Wörrishofen toege past. Er is een gedenkpenning in goud Advertentie voor Haarlem en Omstreken AUTOBEDRIJF LANGE MOLENSTRAAT 12 - TEL. 19000 en zilver geslagen, de filatelisten kregen een speciale herinneringspostzegel van het jubileum van de abdij, alsmede een post zegeltentoonstelling. Het enorme kloostercomplex in barok stijl is schitterend gelegen in het prachtige landschap langs het kleine riviertje de Günz. Toch zal menige bezoeker zich af vragen of het vroegere in Romaanse stijl opgetrokken klooster in zijn strakke een voud niet meer in overeenstemming was met traditie en landschap. Onlangs heeft men in het oudste handschrift van het klooster in het Britse Museum een afbeel ding ontdekt van dit eerste Romaanse ge bouw, dat later werd vervangen door een in renaissance-stijl opgetrokken klooster. Het in beton vervaardigde beeld „Pour- quoi" van de Joegoslavische beeldhouwer Slavomir M. Miletic zal op maandagavond 3 augustus worden onthuld in de Breestraat te Koog aan de Zaan. Het beeld, dat veel gelijkenis vertoont met het omstreden en inmiddels in stukken gevallen gipsen beeld „De Houtwerker" dat door Zaandam werd geweigerd, is bij raadsbesluit van 26 juni aangekocht door het gemeentebestuur van Koog aan de Zaan. Het beeld stelt een voortschrijdende mannenfiguur voor, die de armen vragend omhoog heft. De kunst criticus drs. H. Redeker zal de onthulling verrichten. Ondanks haar jaren heeft oma nog alle reisschema's in haar hoofd en dat zijn er wel een paar. Ze heeft tal van reizen met „haar" bussen kriskras door Europa meegemaakt en weet precies, hoe laat b.v. een bus uit Zwitserland, Vorarlberg of Italië om maar eens iets te noemen op een bepaald uur 's avonds bjj de ga rage verwacht kan worden. „Tot voor twee jaar bleef ik altijd laat op want je leeft toch mee, nietwaar? Vaak zette ik dan nog voor een vermoeide chauffeur een kopje koffie. Maar mijn oudste zoon Willem zei: Oma, denk nu eens aan je nachtrustje gaat tenslotte naar de 90. Ik zei: „Jaja, jongen, je hebt gelijk maar het kost me toch nog vaak moeite om in slaap te komen, wanneer ik het vertrouwde geluid van een bepaalde bus nog niet gehoord heb L

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 9