PANDA EN DE PETTENJACHT
Dior i
Enkellaars
en
kousenschoen
zijn favoriet
HeiiiK
Lam vim
Het Vale Paard
De vrouw heeft komend
seizoen de broek aan
Alexandre schrijft
korte kapsels voor
Een detectiveroman
door Agatha Christie
Loflied op het buitenleven
in 194 modellen
Rimpeloze show sloot
met „elektrische schok"
VRIJDAG 31 JULI 1964
23
(Van onze moderedactrice)
Vakantiekinderkrant
Oplossing: Een reis om de wereld
met dit luchtschip.
Veel zwart
PARIJS, donderdag. De collectie van Dior was een complete verrassing.
Wat bleek? De komende winter gaan we aan de hand van Mare Bohan de boer
op. Wijde boerinnenrokken, wijde jasjes met schouderstukken en grote omslag
doeken met franje. Dat was wat Bohan ons voorschotelde. Een loflied dus op
het buitenleven. Het materiaal voor deze sportieve modellen was ruig en warm:
tweeds en mohair gaven de toon aan. Mare Bohan kon weer rekenen op een
uitverkocht huis. Het publiek vergaapte zich in de salon, op de trappen en in
de gang aan de langste show van de week. In twee uur tijd werden maar liefst
194 modellen getoond.
Barrière doorbroken
Malou Nozeman
MttTCN IOOMSW
r i'i ■'■E:
■tUAÓ.
28)
Hij zuchtte nog eens. „Daar blijkt
uit wat een gewoontedier een mens
toch eigenlijk is! Eerst verlangde ik
naar mijn pensioen, echt waar. Maar
wilt u wel geloven.dat ik nu al eens
heb uitgekeken of ik in Bournemouth
soms een apotheek kan vinden, waarin
ik een aandeel kan nemen., niet om
de hele dag gebonden te zijn, maar
om toch iets om handen te hebben,
waardoor je in contact met het ge
wone leven blijft. Zo zal het met u ook
wel gaan, denk ik. Op het ogenblik
droomt u van een rustig bestaan op uw
oude dag, maar wat zult u dan de
spanning en opwinding van uw beroep
missen!"
Lejeune glimlachte eens. „Het le
ven van een politieman is niet zo ro
mantisch opwindend als de meeste
mensen wel denken, meneer Osbor
ne. U bekijkt de misdaad met het oog
van een amateur. Het meeste is saai
sleurwerk. We loeren niet altijd op
misdadigers en geheimzinnige aanwij
zingen. Het is soms echt een saaie be
weging."
De heer Osborne keek alsof hij niet
overtuigd was. „U zult het wel beter
weten," zei hij. „Tot ziens, meneer
Lejeune. Ik vind het jammer dat ik
u niet op weg heb kunnen helpen.
Maar anders.als er iets is.te allen
tijde sta ik tot uw beschikking.
„Dan laat ik u stellig wat horen!"
beloofde Lejeune.
„Die dag op de bazar leek het, of ik
de kans van mijn leven kreeg," zei
Osborne zacht.
„Dat begrijp ik. Jammer dat de me
dische verklaring zo afdoende is. Maar
daar stap je nu eenmaal ,niet over
heen!"
„Nou.." De heer Osborne maakte
zijn zin niet af. Lejeune verdween mt
vlugge passen. In het tuinpoortje stond
Osborne hem na te kijken.
„Een medische verklaring.." mom
pelde hij. „Nou ja, als hij de helft
van mijn ervaring met dokters had..
Onnozel zijn ze soms! Beslist, dat zijn
die dokters!"
HOOFDSTUK XI
Mark Easterbrook vertelt
Eerst Hermia. Nu ook Corrigan.
Best, ik had me dus belachelijk ge
maakt. Ik nam kletskoek voor concre
te waarheden aan. Ik had mij laten
begoochelen door die halve gare Thyr-
za Grey, die mij een hoop onzin op
de mouw gespeld had. Ik was een
goedgelovige, bijgelovige ezel....
Ik nam het besluit de hele geschie
denis uit mijn gedachten tè verban
nen. Ik had er tenslotte ook niets mee
te maken.
Maar door de nevelen van mijn ont
goocheling heen drong de naklank
van mevrouw Dane Calthrops woor
den nog duidelijk tot mij door: „Daar
moet u beslist iets aan doen!"
Dat was gemakkelijk genoeg gezegd!
„U moet daarbij iemand te hulp roe
pen.
Daarvoor had ik Hermia nodig ge
had. En Corrigan. Maar geen van
tweeën wilden zij meedoen. Ik had
niemand anders. Tenzij.
Ik bleef de gedachte een tijdje bij
mezelf zitten overwegen. Toen pakte
ik in een opwelling de telefoon en
draaide het nummer van mevrouw
Oliver.
„Hallo! Je spreekt met Mark Easter
brook!"
„Ja?"
„Kun je mij ook de naam zeggen
van dat meisje, dat voor de bazar in
dat huis was komen logeren?"
„Zeker wel. Wacht eens.Ja, na
tuurlijk, Roodje. Dat was het!"
„Ja, dat wist ik ook. Maar zo heet
ze toch niet echt?"
„Daar heb je gelijk aan. Maar te
genwoordig noem je niemand haast
meer bij zijn doopnaam. Dit was trou
wens de eerste keer, dat ik haar heb
ontmoet." Zij wachtte een ogenblik en
toen zei ze: „Daar zul je Rhoda voor
moeten opbellen. Die weet het na
tuurlijk."
Daar schrok ik voor terug. Ik zou
niet kunnen zeggen waarom. „Nee,
dat doe ik liever niet," gaf ik ten
antwoord.
„Niets is anders eenvoudiger," be
weerde mevrouw Oliver. „Je zegt
maar dat je haar adres bent kwijt
geraakt en haar achternaam niet goed
meer weet en dat je hebt beloofd
haar een van je boeken te sturen, of
de winkel op te geven waar ze niet
al te dure kaviaar verkopen, of dat
je haar zakdoekje terug moet sturen,
dat ze je geleend heeft toen je opeens
een bloedneus kreeg, of haar adres
moet opgeven van een reuze rijke
vriend, die een schilderij wil laten
restaureren. Kun je daaruit een keus
doen? Als je wilt kan ik er nog wel
meer verzinnen!"
„Nee, dank je wel, één daarvan is
al meer dan genoeg," verzekerde ik
haar.
Ik belde af en draaide het nummer
van Rhoda, die ik even later aan de
lijn kreeg.
„Roodje?" vroeg Rhoda. „O, die
woont ergens op een flat. Calgary-
plein. Nummer 45. Wacht even! Dan
geef ik je ook haar telefoonnummer."
Zij ging even weg, maar was binnen
een minuut terug. „Dat is Capricorn
35987. Heb je het?"
„Ja, 'dank je wel. Maar nou nog
haar naam. Die heb ik nooit te ho
ren gekregen."
„Haar achternaam? O, Corrigan.
Katherine Corrigan.Zei je wat?"
„Nee, niets. Hartelijk dank, Rhoda."
Dit leek me een heel vreemde toe
valligheid. Corrigan! Twee Corri-
gans. Misschien een voorteken? Ik
draaide Capricorn 35987.
Roodje zat nu tegenover me aan ta
fel in „De Witte Kakatoe", waar we
elkaar ontmoet hadden en een glaas
je dronken. Het was verkwikkend te
zien dat ze er nog precies zo uitzag
als bij onze eerste ontmoeting in
Much Deeping een verwarde krul-
lebol van rossig haar, een lief, met
sproeten bezaaid gezichtje en wakke
re, lichtgroene ogen. Zij droeg dit
keer haar Londense werkpakje: strak
gespannen pantalon, een dikke Noor
se trui en zwarte wollen kóusen.
doch overigens was zij hetzelfde
Roodje. Ik zat haar met genoegen te
bekijken.
„Het heeft me moeite gekost je op
te sporen," vertelde ik haar. „Je ech
te naam en je adres plus telefoon
nummer.. daar wist ik allemaal
niks van. Ik zit met een grote moei
lijkheid, moet je weten."
„Dat zegt mijn werkvrouw ook al
tijd. Dat betekent meestal dat ik een
nieuwe pannekrabber of vloerborstel
voor haar moet kopen, of iets anders
al even saais.V antwoordde Roodje.,
„Nee, je hoeft in dit- geval niets te
kopen," stelde ik haar gerust.
Toen deed ik haar mijn verhaal.
Het duurde niet zo lang als met Her
mia, aangezien Roodje de geschiede
nis van „Het Vale Paard" en zijn be
woonsters al kende. Ik keek haar niet
aan, toen ik was uitgepraat. Ik wil
de niet onmiddellijk zien hoe zij rea
geerde. Ik wilde geen toegeeflijke spot
on haar ogen zien en ook geen dui
delijk ongeloof. De hele geschiedenis
had nu nog idioter geklonken dan ooit.
Geen mens behalve dan mevrouw
Dane Calthrop kon er dezelfde ge
voelens op na houden als ik. Ik te
kende figuurtjes op het plastic tafel
kleedje met een verdwaalde vork.
Levendig klonk de vraag van Rood
je.
„Is dat alles?"
„Ja, dat is alles!" bevestigde ik.
„Maar wat doe je eraan?"
„Jij vindt dus.dat ik hieraan
wat behoor te doen?
„Welzeker, natuurlijk! Iemand moet
hieraan toch iets doen! Je kunt toch
niet rustig toezien dat er een organi
satie aan het werk is die de mensen
stuk voor stuk uit de weg ruimt, en
dan niets doen?"
„Maar wat zou ik kunnen doen?"
Ik had haar wel om haar hals willen
vallen en willen knuffelen.
Zij nam een teugje van haar Per
nod en fronste het voorhoofd. Ik voel
de één warme gloed door mij heen
stromen. Ik was niet langer alleen.
Even later hernam zij: „Je moet
erachter zien te komen wat dit alles
te betekenen heeft."
„Dat ben ik met je eens. Maar hoe?"
(Wordt vervolgd)
231. „Ik moet nu toch ééns wijzer worden," bromde
Joris. „Als ik Panda red, dwarsboomt hij mijn plan
nen. Dat heb ik nu al zo vaak ondervonden. Komaan
dus. Laat ik mij met deze kostbare pet naar generaal
Köppenaer spoeden om enkele welverdiende penningen
In ontvangst te nemen. Ik.hola! Wat nu?" Het hoofd
deksel werd hem uit de hand gegrist en omkijkend zag
hij het pettenpakkertje, dat met de buit in de duistere
gangen van de ruïne verdween. „Welaan," zei Joris
met een zucht. „Dat neemt mij een moeilijke beslis
sing uit handen. Om die pet terug te krijgen, ben ik
wel gedwongen om de strijd aan te binden met de
duistere elementen van dat spookachtig slot. en als ik
daarbij Panda bevrijd, is dat tenminste niet uit zwak
te." Met onhoorbare tred keerde hij terug. „Thans zul
len we de rollen eens omkeren," mompelde hij. „Ik
ga de verborgen lieden, die daar voor spookje spelen,
eens een proefje geven van hun eigen medicijn.Als
een schaduw gleed hij de bouwval binnen en loste zich
op in het duister.
Dit goud- en zilverkleurig cocktail
toiletje van kant met bloezend lijfje
en lage taille is een boutiguemodel van
Dior. De klokkende wijde rok is
typerend voor zijn nieuwe winterlijn.
Zijn modieuze marathon werd geopend
met tailleurs. Veel wijde rokken, gerim
peld in de taille, met bloesende jersey
truitjes en drie-kwart lange jasjes met
raglan-mouwen. Daarnaast kwamen ook
portefeuille- en rechte rokken voor met
korte, vierkante jakjes. Bij deze japonnen
werd de taille keurig op de plaats gehou
den door kleine, smalle ceintuurtjes. Ook
hierbij veel bewegingsvrijheid: bloesende
lijfjes en wijde rokken. De stoffen werden
bij deze modellen platter in de vorm van
jersey en wol. Daarnaast kwamen ook
aansluitende japonnetjes voor die de buste
veel accent gaven maar die toch nooit een
tweede huid werden.
Karakteristiek voor de mantels waren:
kleine kraagjes matig gebruik van bont,
brede ronde mouwen en dansende rokken.
Veel aandacht kreeg bij Bohan ook het
hoofd. Heel grappig waren de hoge, platte
boevenpetten. die ver vooruit staken. Bo
han koos tevens grote, Russische omslag
doeken die met franje waren versierd.
Voor de avond voerde hij lange haarnetten
op, die diep in de hals afhingen en waren
opgesmukt met zwarte gitten of struisve
ren.
Voor de avondkleding was er veel zwart.
De taille schoot naar boven en vormde
vaak een empire-lijn. Met zijn gala-toilet
ten maakte hij veel furore. In Oosterse
stijl waren er lange, slanke japonnen van
geborduurde goudlamé. Andere creaties
om te onthouden waren die van zwart en
bruin fluweel met brede-, bollende rokken
en strakke keursjes. Ze konden zo zijn
weggestapt van een schilderijtje van
Velasquez. Het grote succes van het wap
perende mousseline toilet kreeg bij hem
een harnachtig effect door brede banden
over de mouwen en buste van grijze en
bruine franje.
Kousschoen met kousenband van
(Van onze moderedactrice)
marterbont. Dat is dè nieuwe mode
in schoenen van Roger Vivier.
Tailleur van grijs en rose pied de
poule uit de boutiquecollectie van
Dior. Kraag en mouwen zijn afgezet
met buidelrat bont. Het jasje is aan
de onderkant rond weggesneden en
wordt gesloten met een grijze
leren knoop.
Bij Jacques Heim heeft de vrouw het
komende seizoen de broek aan. Hij brengt
namelijk een amusante maar heel draag
bare vondst: broek-tailleur. Dat is een
soort zeven-achtste tunique, waaronder 'n
jersey kniebroek uitsteekt met een bont-
rand. Heim heeft met dit nieuwtje nogal
wat opzien gebaard, want hij heeft de
naam bijzonder conventioneel te zijn. Een
reden waarom mevrouw De Gaulle zich al
jarenlang door hem laat kleden.
Heim, of liever gezegd zijn ontwerper
Jean Pommarêde heeft die barrière dus
doorbroken. En met veel succes. Zijn col
lectie die hij toonde was verschrikkelijk
jong. Dat begon al bij de sportensembles.
Onder lange, zeven-achtste jasjes staken
Een bijna rimpelloze show bij Lanvin.
J. F. Crahay, die de collectie ontwierp,
was er kennelijk niet op uit om de mode-
verslaggeefsters aan „hot-news" te hel
pen. Hij ontwierp in de eerste plaats
voor zijn klanten, die hij dan ook een
mooie draagbare collectie voorzette zon
der excentriciteit.
Ook Crahay ontwierp voor de sportieve
jeugd een paar kniebroeken. Niet zo ge
raffineerd als bij Heim en duidelijk be
stemd voor het dragen binnenshuis. Ze
werden namelijk niet onder een tunique
gedragen of onder een jas, maar vast
aan een lijfje. Een soort korte maillot
dus. Voor een kleine verrassmt zorgde
hij bij de japonnen, waarvan de zoom
eindigde in kleine, uitspringende plooitjes
waarvan de banen opkropen. Het effect:
een ballonzo.
Heel stijlvol waren ook de japonnen met
omslagdoek, waarvan de punt op de rug
eindigde. De mantels waren een kruising
tussen de redingote en de rechte jas. Ze
waren ruim in de rug, hadden een brede
raglan-mouw en waren van voren getail-'
leerd. Aan het slot van zijn show zorgde
Crahay toch nog voor een elektrische
schok: een zwarte, lange avondjapon
van zijden mousseline, die volkomen door
zichtig was. Het publiek vroeg zich mi
nutenlang af, of het daaronder nu écht
bloot was. Dat was het niet. De manne
quin bleek een maillot te dragen.van
vleeskleurige mousseline.
MALOU NOZEMAN
PARIJS, DONDERDAG. Teeners en
twenner opgelet! Hier komt het laatste
schoenennieuws uit Parijs. Enkellaarsjes
en krokodillenleer zijn deze winter „in".
Berg de hoge laarzen dus maar op, want
die hebben afgedaan. Waarom? Schoenen
ontwerper Roger Vivier, die voor bijna
alle grote couturiers werkt, vindt ze te
mannelijk. De nieuwe laarsjes in zijn col
lectie sluiten nauw om de enkel en zijn
gemaakt van krokodillenleer. Maar ze zijn
er ook van stof: tweed, flanel en Schotse
ruit.
Een ander nieuwtje is de zogenaamse
kousenschoen: een plat instapschoentje
waaraan een gebreide kniekous vastzit. De
boord van de kous is afgezet met bont:
marter, astrakan of tijger. Ook de brede,
plompe schoenen van de vorige winter zijn
op hun retour. De leesten worden weer
smaller. De neuzen ovaal of vierkant. Vi
vier heeft opvallend veel schoenen, die op
de wreef een tong hebben met franje.
Ook schoenen met bandjes over de wreef
zijn er nogal wat. De hakken blijven breed
en vrij laag. Ze worden hooguit zes centi
meter.
Voor de schoenen is eveneens kroko
dil favoriet, alhoewel daarnaast ook wel
kalfsleer wordt gebruikt. De kleuren voor
deze winter zijn zwart, kastanjebruin en
donkerrood. De avondschoentjes van Vivier
zijn veelal van fluweel en hebben Louis
XV- of bokaalhakjes.
•Wat de kousen betreft: de lange gedes
sineerde sportkousen blijven in de mode.
Dior brengt nu ook op het gebied van de
kousenmode een nieuwtje: zwarte kousen
met een kantmotief.
„Whiskey" noemde Jacques Heim
deze matrozenbaret van zwart mar
terbont, die wordt gedragen bij een
astrakan mantel met marterkraag.
lange wollen kousen uit, waarvan het
boord in dezelfde kleuren was gebreid als
die van het jasje. Het materiaal was uiterst
geraffineerd: zebra-huisjes, luipaard en
Breitschwanz. Ze werden gecompleteerd
door cagoulen die tot op de schouders
reikten.
De tailleurs hadden losse, zeven-achtste
jasjes, waarvan de rok bijna volkomen
was vervangen door de kniebroek. Ook bij
de japonnen een nieuwtje: een laag over
de taille lopende soort ritssluiting van
goud- of zilvergalon. De middag-japon
netjes waren nauwsluitend als een foe
draal. Maar aan voor- en achterkant van
de rok uitgerust met twee losse, wappe
rende panden. De rechte of schuine man
tels onderscheidden zich door de prach
tige coupe.
Krokodillenleer is het materiaal voor
deze winter. Sportieve schoen van
krokodil, met brede hak.
Ontwerp: Dior.
De haren worden kort deze winter.
De befaamde Parijse kapper Alex
andre creëerde deze nieuwe haar
lijn, die als een helmpje om het
hoofd staat. De pony en de twee
speels naar voren gekapte krullen
geiden een vrouwelijke toets aan dit
jongensachtige kapsel.
PARIJS, donderdag. Kapper Alexan
dre schrijft voor het winterseizoen korte
kapsels voor. De nieuwe haarlijn laat het
voorhoofd vrij. De haren worden naar
achteren gekamd en licht getoupeerd op
de kruin. Ze staan als het ware als een
helmpje op het hoofd. De twee „rond het
oor" blijven ook deze winter nog in de
mode. Nieuw is, dat hij de haren in de nek,
laat eindigen in een punt. Geen mooi kap
sel dus, maar wel erg geëmancipeerd.