DE
tv
-
VAN BACH TOT GILLESPIE
Ward Swingle en zijn groep op
het moderne en klassieke pad
.Lelijk
met een dwingende stem
IN DE KOMENDE WEEK
EDISON-WINNARES BARBRA STREISAND:
VRIJDAG 21 AUGUSTUS 1964
Erbij
PAGINA VIER
Stiefbeen op de planken
Drie langspeelplaten
Wat doet Barbra!
„The greatest star
„Aanhankelijk meisje"
„Een groot zangeres"
Liefhebbers van het Wilde Westen
kunnen deze week hun hart ophalen.
Voor zondag-, dinsdag-, woensdag
en vrijdagavond staan er cowboyfilms
op het programma, t Is wel wat erg
veel van het goede Toch is er ook
aardig wat variatie deze week. Klas
sieke muziek, ballet maar ook een ge
zellige show met tienersterren, een
enkele documentaire een spannend
detectiveverhaal sport en een toneel
stuk, met tenslotte als klapstuk van
de week het optreden van de
vermaarde Belgische chansonnier
Jacques Brei.
Tiener-amusement in
Metronoom
n^??NDAG' De kerkdienst, die het
IKOR zondagmiddag uitzendt, komt uit
Het Grote Bos, het openluchtheater bij
Doorn, dat onderdeel is van het recrea
tiecentrum, dat de Nederl. Hervorm
de Kerk daar exploiteert. Voorganger
in deze dienst voor vakantiegangers
is Ds. A. Klamer. Het avondprogram
ma van de AVRO opent na het
Weekjournaal en Sport in Beeld met
een verslag van de eerste ronde van
de voetbalcompetitie. Hierna volgt
Kunstgrepen, waarvoor Pierre Janssen
nog steeds tekent. De Metronoom is de
titel van een gezellig non-stop amuse-
mentsprogramma met populaire jonge
artiesten. Hier zijn hun namen'; zz en
de Maskers, die onder leiding van Bob
Bouber uitgegroeid zijn tot 'n even suc
cesvol als origineel ensemble; de Four-
yos, die van Sleeswijk veel geleerd
hebben, maar die er bij de tieners
een tikkeltje uit liggen; de Limburgse
Zusjes; het jonge zangeresje Karin
Kent; de veelbelovende chansonnière
Liesbeth List; de Blue Diamonds, die
hard proberen hun populariteit van
vroeger te heroveren; Ria Valk, die
ook niet meer zo vurig wordt aanbe-
den door haar fans als een jaar of
wat geleden; Rita Hovink, die sinds
Knokke wel in de gunst staat; de Mari-
chica's, twee bijzonder muzikale meis
jes met een programma, dat eigenlijk
lang niet bekend genoeg is; Anita Ber
ry en Johnny Lion. De avond wordt be
sloten met een aflevering van Naked
City: twee jongelui van goede huize ste
len een duur beeldhouwwerk uit een
museum met de bedoeling het te ver
kopen aan de miljonair, die toch nooit
naar de herkomst informeert. Adam
Flint zit hen achter de broek.
De JVereldtentoonstelling
te New York
MAANDAG. In het voorprogramma
van deze filmavond, de tekenfilmpjes.
Huckleberry Hound en Chucke Head.
Na het journaal Walt Disney op de We
reldtentoonstelling. De grote Walt heeft
een belangrijk deel van het materiaal
geleverd, dat op de New Yorkse expo
sitie de aandacht trekt. Hij heeft het er
jaren druk mee gehad, maar wie het
resultaat ziet, verbaast zich daar niet
over. Disney heeft getracht zijn le
vensgrote poppen zo „menselijk" mo
gelijk te maken. Daarom heeft hij een
systeem ontworpen, waarbij de lippen
en gelaatsuitdrukkingen van zijn pop
pen corresponderen met de tekst op een
geluidsband, waardoor de poppen nog
meer dan voorheen „net echte mensen"
lijken. De kijkers krijgen ook opna
men te zien van de fabricage van de
poppen en van een rondgang over het
tentoonstellingsterrein. Hoogtepunt is
het bezoek aan het Unesco-paviljoen,
waarvoor de man van Wonderland een
aantal figuren creëerde in de nationale
klederdrachten van vele landen. Drie
kwartier duurt de film van en met Walt
Disney, daarna gaan we lachen om een
Duitse filmcomedie: der Gauner und
der liebe Gott, ofwel Meneer Pastoor
zet een kraak. Dat is natuurlijk niet
écht zo. De kraker is ene Paul, een
onderwereldfiguur, die onschuldig ver
oordeeld is en de benen neemt. Hij
vlucht naar een kerk, waar hij zich
verkleedt als pastoor. In dat gewaad
raakt hij verzeild in een landelijke pas
torie, waar een jonge pastoor hem aan
ziet voor een afgezant van hogerhand,
die op inspectie komt. Uiteraard ko
men daar dolle verwikkelingen van die
tenslotte hun ontknoping krijgen als de
echte pastoor z'n namaakcollega op het
goede pad terug brengt. Gerd Fröbe en
Carl Heinz Böhm spelen de hoofdrol
len.
Anneke Grönloh is te gast in „Midzomeravondserenade" (vrijdagavond).
Gerard Hartkamp in het t.v.-spel „De
macht van nul" (donderdagavond).
Vlaamse documentaire
over Shakespeare
Dinsdag. Van half acht tot acht uur
geeft de grote cellist, Pablo Casals,
weer een van de leerlingen uit zijn
meesterklas les. Uitgevoerd wordt een
concert van Saint Saëns. Na het jour
naal uiteraard Achter het Nieuws en
dan een aflevering van de populaire za
terdagmiddag-serie Rawhide, een cow
boyfilm. „Betoverde heuvels" is de ti
tel. Het gaat over een dorstige kudde.
Maar Indianen zijn de baas op het ter
rein, waar het begeerde water is te vin
den. Enfin, de rest spreekt voor zichzelf.
In scherp contrast met dit oppervlak
kige amusement staat het volgende pro
gramma-onderdeel: een documentaire
van de Vlaamse televisie over de grote
Engelse toneelschrijver en dichter Wil
liam Shakespeare, wiens geboortedag
we dit jaar herdenken. In de aandacht
staat vooral de intense belangstelling
die Shakespeare aan de dag legde voor
de karakterologische eigenschappen
van zijn figuren. Hij was per slot van
rekening een der eersten, die „de mens"
als hoofdthema voor al z'n stukken ge
bruikte.
Het Nationaal Ballet
danst „La Bayadere"
WOENSDAG. De NCRV-bijdrage aan
de wild west rage van deze week is een
tamelijk vreedzame. De Beverley Hill
billies komen na Barend de Beer, Las
sie en het journaal, de aandacht vra
gen. Jeth redt een huwelijk, is de on
dertitel. De ruzie tussen tante Pearl
en Granny schijnt nog niet te zijn bij
gelegd, maar Pearl zingt wel weer als
een vogeltje. Ze komt dichter bij het
succes in haar pogingen Mr. Drysdale
aan de haak te slaan dan menigeen
zou hebben verwacht, 'n Klein half uur
is vervolgens uitgetrokken voor de jon
ge begaafde pianiste Mariètte van Wijk
uit Noordwijk, die op verschillende con
course belangrijke onderscheidingen
verwierf. Het charmante meisje speelde
ook eens in het programma van Wil
lem Duys en zei toen, dat ze graag eens
in een eigen programmaatje zou wil
len optreden. Vanavond geeft regisseur
Jan Duiveman haar deze kans. Mariët-
te speelt etudes van Chopin en Franz
Liszt en een toccata van Maurice Ravel.
Van de fraaie vleugel met een talent
vol meisje erachter, terug naar de wil
de prairie, waar hoogstens een gamme
le pianola in de saloon staat. Hard te
gen hard heet de cowboy-film uit de se
rie Desilu Playhouse. Hoofdpersoon is
Gilbert Roland. Motief: een schatrijke
veehouder terroriseert een gebied tus
sen Mexico en Arizona. Velen komen
daartegen in opstand. De sheriff be
handelt de zaak niet alleen met het
wetboek in de hand, maar vooral ook
met zijn hart. „Border justice" is de
Engelse titel. Tenslotte een overstap
je naar de kunst. Marianne Hilarides
en Scott Douglas zijn de solisten in het
ballet La Bayadère op muziek van Leon
Minkus en op een choreografie van Ma-
rius Petipa. Het is een gedeeltelijke uit
voering van het bekende ballet (tien
minuten) door leden van het Nationaal
Ballet.
Toneel „De macht van nul"
DONDERDAG. Dat de zomervakan
ties ten einde lopen is te zien aan het
donderdagavondprogramma van de
VARA. Jac van Belle maakte nl. een
documentaire over de overgang van
leerlingen van de lagere naar de mid
delbare school. Na het journaal, Achter
het Nieuws en een half uurtje met
Thom Keiling. Een echt amusements
programma brengt de sympathieke
zanger-gitarist-televisie-regisseur niet.
Zijn bijdrage aan deze donderdag is
voor een deel ook instructief. Hij ver
telt nl. over de vele aspecten van de
Zuid-Amerikaanse muziek. Waar komt
de calypso vandaan? Welke instrumen
ten worden gebruikt bij de samba? Dat
zijn enkele vragen, die Thom Kelling
zal beantwoorden, waarbij hij zelf voor
de muzikale illustraties zorgt. Het tv-
spel is getiteld „De macht van nul".
Het is een stuk van de Engelsman
Giles Cooper, dat werd vertaald door
Nel Bakker. De Engelse Nederlander
Herman Fortuin tekende voor de regie.
Medespelenden zijn o.m. Frans v.d.
Lingen, Ton van Duinhoven, Gerard
Hartkamp, Annet Nieuwenhuyzen, An
nie Leenders en Trins Snijders. In „De
macht van nul" behandelt Cooper het
probleem van de wetenschap zonder
ethiek. Een wiskundige, die bijna me
chanisch denkend problemen oplost,
wordt door duistere figuren misbruikt.
Aan het einde van het stuk komt al
les weer op zijn pootjes terecht.
Anneke Grönloh in
midzomersfeer
VRIJDAG. De KRO is vrijdagavond
aan bod. En wéér zitten de revolver bij
zonder los in de holsters. Nu die van
vader en zoon Cartwright van de ranch
Bonanza. Opnieuw staat het water in
de belangstelling, dat in die droge prai
ries altijd goud waard bleek. Bitter wa
ter is de ondertitel. Maar eerst het twee
de deel van de documentaire over de
Dalai Lama, het journaal en Brand
punt. Vervolgens de Midzomeravondse
renade, waarin we sinds geruime tijd
weer eens kunnen kijken en luisteren
naar de George Mitchell Singers. Mid
zomeravondserenade is altijd een der
beste amusementsprogramma's van de
Nederlandse televisie. Beschaafd amu
sement, dat muzikaal op een zeer bij
zonder peil staat en dat er ook qua
aankleding en regie altijd mag zijn.
Soliste is deze keer Anneke Grönloh,
bijna Mevr. van der Laan, wier echtge
noot in vaste dienst is bij de REM. Na
Bonanza weer een reuzenzwaai en wel
naar het Concilie. De laatste aflevering
van de Amerikaanse serie over de con
cilies door alle tijden. Ik ben met U.
Deze keer het tijdperk van de vernieu
wing. Totaan de dag van vandaag.
DAT DE GROEP Franse zangers
die de Amerikaanse zanger en musi
cus Ward Swingle om zich heen ver
zameld heeft, tot iets anders in staat
is dan het vertolken van moderne ar
rangementen van klassieke werken
van Bach, Vivaldi en Handel, be
wijzen zij op een langspeelplaat die
onlangs is uitgebracht onder de titel
„Dizzy Gillespie The Double Six
of Paris". Ongeveer tegelijkertijd pre
senteerde Ward Swingle met zijn
„Swingle Singers" de langspeler „Go
ing Baroque". Om met de eerste te
beginnen: voor een opname met Diz
zy Gillespie, Bud Powell en Kenny
Clark formeerde Ward Swingle uit
zijn „singers" een gedegen groep jazz-
vocalisten onder de naam „The Dou
ble Six of Paris".
OP DEZE LANGSPELER staan een
aantal composities van de beroemde
Amerikaanse bop-trompettist, waaron
der ook enige, die hij met Charlie Par
ker componeerde. De opnamen met
deze groep Franse vocalisten werden
gemaakt in New York, Chicago en Pa
rijs. Evenals de Swingle Singers op de
eerder verschenen plaat „Jazz Sébas-
tien Bach" vormen de „Double Six" een
fantastische muzikale eenheid; hun be
heersing, muzikaliteit en flexibiliteit zijn
voortreffelijk. Een belevenis is het be
luisteren van stukken als „Anthropolo
gy" van Parker, „Groovin' high" van
Gillespie en het strak gearrangeerde
„Oo-shoo-be-doo-be".
De begeleiders zoals pianist Bud Po
well, slagwerker Kenny Clark en de
bassist van de Swingle Singers, Pierre
Michelot zijn bijzonder op dreef. Het
geheel heeft geleid tot een verzameling
intens swingende jazz-stukken waarop,
zowel voor de arrangementen als voor
de solistische en vocale prestaties nage
noeg geen kritiek mogelijk is.
IN DE OUDE BEZETTING van de
„Swingle Singers" presenteert de tenor
Ward Swingle zijn groep „Going Ba
roque", met de sopraan Jeannette Bau-
comont, de bas-bariton Jean-Claude
Briodin en de tenor Claude Germain.
Uit de titel van de plaat valt reeds af
te leiden dat het deze keer niet alleen
de composities van Johann Sebastian
Bach zijn die door de Swingle Singers
worden vertolkt. In dit Barok-reper-
toire zijn behalve belangrijke werken
van Johann Sebastian ook composities
van Carl Philip Emanuel Bach en Wil
helm Friedemann Bach opgenomen. De
plaat wordt gecompleteerd met werken
van Handel, zoals het Concerto Grosso
OP. no.4 en van Antonio Vivaldi, waar
van de Fuga uit de Estro Harmonico
Op. 3 no. 11 wordt vertolkt. De werken
van deze grote meesters zijn gehand
haafd zoals ze gecomponeerd werden.
Ward Swingle verandert geen noot in
de partituur van de componisten;
slechts het ritme wordt anders, het
wordt swingend.
Zowel de jazz-mensen als de klassie
ke muziek-liefhebbers zullen respekt
hebben voor de wijze waarop Swingle
zijn groep de uiterst moeilijke compo
sities laat vertolken. Wanneer men be
denkt dat vele van de uitgevoerde wer
ken voor piano of orgel geschreven zijn
en dat de menselijke stem nu eenmaal
het bereik van deze instrumenten bij
lange na niet omvatten kan slechts
een enkele keer zoekt de groep zijn
heil in het transponeren van de werken
dan valt vast te stellen dat de voca
listen van Swingle eveneens grootmees
ters zijn. Bijzonder mooi en fijn ge
nuanceerd zijn de vertolkingen van de
Prelude no. 7 uit het Wohl temperierte
Klavier van J. S. Bach en Der Frühling
van W. F. Bach. Ondanks het feit dat
vele minnaars van de klassieke muziek
elke aantasting van oude composities
ten stelligste afwijzen zullen evenveel
of wellicht meer liefhebbers van de
lichte muze zich gaan interesseren voor
de Barok-periode die ongeveer 150 jaar
geduurd heeft.
Een verdienste van de Swingle Sin
gers is zeker dat zij de liefhebbers van
de klassieke muziek dichter bij de jazz
en de jazz-fans dichter bij de klassieke
muziek brengen. „Dizzy Gillespie The
Double Six of Paris" en „The Swingle
Singers going Baroque", Uitgave: Pho
nogram resp. 652038 BL en B 77804 L.
Label: Philips. Waardering: goed tot
zeer goed.
OP HET FRANSE Decca-label is een
langspeelplaat verschenen van alt-saxo-
onist Benny Carter met de Ramblers
en met zijn eigen orkest. De opnamen
dateren uit 1937, dus de liefhebbers van
de goede oude swing kunnen hun hart
ophalen. Op enkele stukken wordt Car
ter bijgestaan door de beroemde tenor
saxofonist Coleman Hawkins, die in de
vooroorlogse jaren dikwijls in Neder
land te gast was. Op stukken als „Ram
blers Rhythm" en „Black Bottom" ho
ren we Carter bijgestaan door de late
re jongens van Theo Uden Masman zo
als trombonist Marcel Thielemans,
trompettist Jack Buiterman, saxofonist
Wim Poppin en drummer Kees Kranen
burg.
Het strekt de Ramblers tot eer dat zij
reeds voor de oorlog de naam van dé
Nederlandse jazz ook in het buitenland
een goede klank gaven. Benny Carter
speelt met zijn eigen orkest waarin ook
enkele Nederlandse namen voorkomen;
composities van Buiterman, zoals de
„New Street Swing".
De Decca langspeler is een unieke
verzameling groot orkestrale swingmu
ziek geworden, waarop we dank zij de
Ramblers, met recht chauvinistisch
trots mogen zijn. De opnamen werden
gemaakt in Hamdorff, Laren en in Den
Haag.
Label: Decca 154062. Uitgave: Phono
gram. Waardering: goed.
ONDER DE TITEL: „Woody Her
man: 1964" presenteert de bekende
Amerikaanse bandleader Woody Her
man zijn nieuwe orkest voor de tweede
maal. Evenals de eerste plaat „Woody
Herman 1963" is zijn nieuwste langspe
ler waarbij de bezetting van zijn orkest
slechts iets veranderd werd, een collec
tie van enorm-swingende opnamen ge
worden, waarbij Herman weer zijn toe
vlucht heeft gezocht tot het uitvoeren
in moderne arrangementen gestoken
oude jazz-stukken. Alle opnamen op de
1964-uitgave werden gearrangeerd door
Nat Pierce, de pianist van het orkest
en trompettist Bill Chase. Met verwoe
de pogingen tracht Herman nu al jaren
achtereen aan te tonen dat er in de
hedendaagse jazzmuziek nog plaats is
voor grote orkesten. Met het doorzet
tingsvermogen van de ras-artiest pre
senteerde hij zijn verschillende „Herds"
en zijn nieuwe orkesten.
HERMAN HEEFT HET in tegenstel
ling tot Ellington en Basil met zijn or
kesten veel moeilijker gehad. Deson
danks hebben zijn formaties zich altijd
onderscheiden door een grote originali
teit en een verantwoorde muzikaliteit.
Voor zijn nieuwe orkest waarvan in
1963 de eerste plaatopnamen werden
gemaakt, zocht Woody Herman zijn toe
vlucht tot het aantrekken van een aan
tal goede, doch onbekende jazzmusici.
Evenals de eerder verschenen plaat
is zijn „1964" weer een verzameling
van prachtige, swingende jazzstukken
geworden met zeer goede solistische
bijdragen van de leider zelf, van trom
pettist Bill Chase en trombonist Phil
Wilson. Stukken als „Hallelujah time"
van Oscar Peterson, het aloude „Deep
purple", het nog oudere „After you've
gone" en Ellington's mooie compositie
„Satin Doll' krijgen een eminente uit
voering.
Evenals vroeger zoekt Herman nog
steeds zijn heil in heel vlugge tempi,
maar de kwaliteit van zijn orkest is
steeds weer zodanig dat de afwerking
niets te wensen overlaat. Mede door de
originele bewerkingen zijn de nummers
op Herman's nieuwe plaat voor de lief
hebbers van de groot-orkestrale jazz
zeer zeker het beluisteren waard.
Label: Philips 652042 BL. Uitgave:
Phonogram. Waardering: goed.
Berry Zand Scholten
De volgende maand maken vader en
zoon Stiefbeen hun rentree voor de
NCRV Piet Römer en Rien van Nunen
hebben de negen afleveringen van hun
populaire serie in de afgelopen maan
den reeds opgenomen. Ze kwamen er
ook voor buiten de studio's, zoals in
een bejaardentehuis, waar de zoon zijn
vader wil onderbrengen en in het Am
sterdamse bos, waar het tweetal lood
koopt, dat van een diefstal afkomstig
bleek te zijn. De mogelijkheid is niet
uitgesloten, dat de beide Engelse Stief-
beens als gasten zullen optreden in een
van de Nederlandse uitzendingen en dan
wel als neven van „onze" Stiefbeens.
Er is zelfs sprake van een tegenbezoek
van Piet Römer aan de BBC studio's
om een gastrol te spelen in de Engel
se versie. Rien van Nunen gaat in het
komende seizoen ook de planken op
als Stiefbeen en wel in een jubileum
show van André Carrell, die als titel
meekrijgt „Stiefbeen en show". Het is
de bedoeling van de NCRV nog meer te
profiteren van de zo in de smaak ge
vallen humor van de beide Stiefbeen-
schrijvers. De omroep heeft nog een
tv-serie in petto van deze auteurs over
een echtpaar, dat zal worden gespeeld
door musical-ster Mieke Bos en Maxim
Hamel.
'"'"''""'"■■"""■■nnnnnnnnnnnnnnnnnnn
„Zij is een dwingende persoonlijkheid, die de vocale, de theatrale en de nuan
ceringsmogelijkheden heeft om te blijven boeien. Haar mogelijkheden zijn op geen
stukken na uitgeput." Zo motiveerde de jury van 't Grand Gala du Disque de reden
waarom de 22-jarige Amerikaanse zangeres Barbra Streisand de „Edison" 1964 in
het populaire genre werd toegekend. Over het fenomeen Barbra Streisand hebben
we op 4 juli in de rubriek „Gevarieerd disconieuws/Uit de groef" al (lovend) ge
schreven. Nu de Edison „erdoor" is, meer over deze zangeres, die de moeite waard
is om over geschreven te worden.
Met Barbra Streisand maakten we
vorig jaar kennis, toen haar eerste
plaatje, „My coloring book" verscheen.
Het was 'n uitstekende vocale prestatie,
die de belofte inhield dat we meer van
haar zouden horen. En van Barbra
Streisand hoorden we meer. Ze explo
deerde in maart 1963 meteen maar met
'n album. Amerika lag aan haar voeten
en het streven al sinds haar jonge
jeugd iets op de planken te bereiken,
het bleef haar gelijk of dat nu toneel
spelen of zingen was, werd beloond. Nu
zegt ze: „Of ik goed of slecht ben ...ik
heb een geweldige tijd!"
Om op haar langspeelplaten terug te
komen: het zijn er drie. De derde ver
schijnt binnenkort in Nederland
deze was in Amerika zo snel uitver
kocht dat het album nog niet in ons
land kon worden uitgebracht.
Op haar eerste langspeelplaat toont
ze evenveel talent als op plaat twee die
wel al bespraken. Iemand uit de gram-
mofoonplatenwereld typeerde haar kwa
liteiten als: Je moet niet te lang naar
haar luisteren! Hij bedoelde ermee: De
intensiteit en het boeiende van deze
zangeres grijpt je zo, dat het moeilijk is
haar achter elkaar aan te horen en te
vatten. Op een gegeven moment heeft
haar stem een geladenheid die lang
zaam moet worden getransformeerd tot
ze „draagdijk" is.
Een van de meest opvallende liedjes
op deze plaat Is het kinderversje „Who's
afraid of the big bad wolf". Haar inter
pretatie stelt je voor de vraag: Speelt ze
maar wat met haar stem? Zoekt ze
monstreert een zang- en plankenerva
ring als men zou verwachten van een
routinée als Judy Garland of Lena
Horn, om maar even in haar genre te
blijven. De tweede explosie was haar
rol van Fanny in de musical „Funny
Girl" 'n biografie van de vermaarde
artieste Fanny Brice die vorig jaar
december op Broadway in première
ging. Met 'n ongelooflijke geroutineerd
heid zette ze Fanny op de planken, en
dat met een plankenervaring van totaal
20 minuten in haar hele leven! Dat was
in de show „I can get it for you whole
sale". Barbra Streisand domineert in de
musical „Funny Girl", die ruim twee
uur duurt en waarin ze op 20 minuten
na doorlopend op het toneel is en aan
dacht dicteert.
Barbra Streisand
ergens om een vocaal evenwicht te vin
den? Of zingt ze doelbewust zo dartel
en onstabiel, waardoor het versje een
emotioneel-banale vertolking krijgt? Of
is 't technische virtuositeit? De Edison-
jury zei: Haar mogelijkheden zijn op
geen stukken na uitgeput. Ik geloof dat
„Who's afraid'' hier een typisch voor
beeld van is. En dit was nog maar haar
eerste langspeelplaat! Ze kon zich toen
al veel permitteren. Ze stond op een
niveau dat maar weinigen binnen zo'n
korte tijd bereiken.
Barbra Streisand is nog maar 22!
Maar ze heeft een geweldige flair; de-
Ze geeft een stuk „vuurwerk" weg
van toneelspel, show, zang, dans en
mime. Een spel van onschuld, subtili
teit, geraffineerdheid en rijpheid. Ze
toont zich de meesteres, die Barbra
Streisand combineert met Fanny. Mis
schien omdat haar eigen ik een groot
deel uitmaakt van deze toneel-Fanny,
komt zij tot zo'n sublieme vertolking.
Als zij zingt „I'm a great big clump of
talent" of „I've got 36 expressions,
sweet as pie and tough as leather" of
„I'm the greatest star" dan is daarmee
geen woord teveel gezegd. Dan vergeten
we even dat zij geen ode aan zichzelf
brengt, maar dat dit uit de mond van
„Fanny Brice" komt. En Barbra? Zij
beweert Fanny nooit gezien (film) of
gehoord te hebben. Ze beschikt dus wel
over een groot improvisatie- en voor
stellingsvermogen om een persoon als
Fanny zo'n levensechtheid mee te
geven, dat het publiek als gehypnoti
seerd op de stoel zit.
Onder alle goede kritieken blijft Bar
bra Streisand uiterlijk onverschil
lig .Ze accepteert haar succes op een
manier of ze het dagelijkse flesje melk
van de melkboer aanneemt. Komt deze
haast onverschillig-lijkende houding al
leen maar voort uit 'n drang om anders
te willen zijn? Of is ze gewoon anders?
Koel, misschien hautain? Haar echt
genoot, Elliott Gould (25), de knappe
hoofdrolspeler uit „I can get it for you
wholesale", met wie ze bijna twee jaar
is getrouwd, noemt haar een „aanhan
kelijk meisje dat bescherming nodig
heeft."
Hij weet dat ze zich niet makkelijk
aanpast, waardoor waarschijnlijk die
gereserveerdheid. „Men" zegt, dat Elliott
Gould de enige is die haar begrijpt. Hij
zegt: „Ze is verschrikkelijk onzeker. Ze
heeft altijd gedacht dat ze een lelijk
eendje was, waardoor ze in een harnas
kroop. Ze mocht mij en ik was de eerste
bij wie ze wederzijdse sympathie vond."
Dat ze zichzelf als een lelijk eendje
beschouwde zit 'm in haar grote neus.
Plastische chirurgie? Nee, zei Barbra,
toen ze hoorde dat die ingreep mogelijk
haar stem kon beïnvloeden. Die
schaamte is niet gerechtvaardigd. Haar
profiel is dat van 'n Egyptische schone.
Een Nederlands journalist zei eens in
zijn radio-praatje over het bijwonen
van een opname van Barbra Streisand:
„Ineens kwam er een lelijk, dik meisje
van achter de coulissen. Ik dacht, wat
moet dat worden. Maar toen ze begon
te zingenDat meisje was Barbra
Streisand, een groot zangeres!"
Zó zag Barbra Streisand eruit: wat
onverzorgd, de lange haren slierend
langs haar gezicht en met een expressie
van „wat kan het mij schelen; het gaat
om de zaag." Maar als ze zich verzorgt,
is ze een aantrekkelijke jonge vrouw
met en face het gezirht van een Joods-
Amerikaanse en van opzij van een
Nefertite. Maar nog aaals ze vindt zich
zelf niet oelangrijk. Het gaat om de
zangeres. En die blijft (ook) boeien.
De platen van Barbra Streisand wor
den uitgegeven door CBS/Artone-
Haarlem.
Henny Schoute