DE tv - VAN BACH TOT GILLESPIE Ward Swingle en zijn groep op het moderne en klassieke pad .Lelijk met een dwingende stem IN DE KOMENDE WEEK EDISON-WINNARES BARBRA STREISAND: VRIJDAG 21 AUGUSTUS 1964 Erbij PAGINA VIER Stiefbeen op de planken Drie langspeelplaten Wat doet Barbra! „The greatest star „Aanhankelijk meisje" „Een groot zangeres" Liefhebbers van het Wilde Westen kunnen deze week hun hart ophalen. Voor zondag-, dinsdag-, woensdag en vrijdagavond staan er cowboyfilms op het programma, t Is wel wat erg veel van het goede Toch is er ook aardig wat variatie deze week. Klas sieke muziek, ballet maar ook een ge zellige show met tienersterren, een enkele documentaire een spannend detectiveverhaal sport en een toneel stuk, met tenslotte als klapstuk van de week het optreden van de vermaarde Belgische chansonnier Jacques Brei. Tiener-amusement in Metronoom n^??NDAG' De kerkdienst, die het IKOR zondagmiddag uitzendt, komt uit Het Grote Bos, het openluchtheater bij Doorn, dat onderdeel is van het recrea tiecentrum, dat de Nederl. Hervorm de Kerk daar exploiteert. Voorganger in deze dienst voor vakantiegangers is Ds. A. Klamer. Het avondprogram ma van de AVRO opent na het Weekjournaal en Sport in Beeld met een verslag van de eerste ronde van de voetbalcompetitie. Hierna volgt Kunstgrepen, waarvoor Pierre Janssen nog steeds tekent. De Metronoom is de titel van een gezellig non-stop amuse- mentsprogramma met populaire jonge artiesten. Hier zijn hun namen'; zz en de Maskers, die onder leiding van Bob Bouber uitgegroeid zijn tot 'n even suc cesvol als origineel ensemble; de Four- yos, die van Sleeswijk veel geleerd hebben, maar die er bij de tieners een tikkeltje uit liggen; de Limburgse Zusjes; het jonge zangeresje Karin Kent; de veelbelovende chansonnière Liesbeth List; de Blue Diamonds, die hard proberen hun populariteit van vroeger te heroveren; Ria Valk, die ook niet meer zo vurig wordt aanbe- den door haar fans als een jaar of wat geleden; Rita Hovink, die sinds Knokke wel in de gunst staat; de Mari- chica's, twee bijzonder muzikale meis jes met een programma, dat eigenlijk lang niet bekend genoeg is; Anita Ber ry en Johnny Lion. De avond wordt be sloten met een aflevering van Naked City: twee jongelui van goede huize ste len een duur beeldhouwwerk uit een museum met de bedoeling het te ver kopen aan de miljonair, die toch nooit naar de herkomst informeert. Adam Flint zit hen achter de broek. De JVereldtentoonstelling te New York MAANDAG. In het voorprogramma van deze filmavond, de tekenfilmpjes. Huckleberry Hound en Chucke Head. Na het journaal Walt Disney op de We reldtentoonstelling. De grote Walt heeft een belangrijk deel van het materiaal geleverd, dat op de New Yorkse expo sitie de aandacht trekt. Hij heeft het er jaren druk mee gehad, maar wie het resultaat ziet, verbaast zich daar niet over. Disney heeft getracht zijn le vensgrote poppen zo „menselijk" mo gelijk te maken. Daarom heeft hij een systeem ontworpen, waarbij de lippen en gelaatsuitdrukkingen van zijn pop pen corresponderen met de tekst op een geluidsband, waardoor de poppen nog meer dan voorheen „net echte mensen" lijken. De kijkers krijgen ook opna men te zien van de fabricage van de poppen en van een rondgang over het tentoonstellingsterrein. Hoogtepunt is het bezoek aan het Unesco-paviljoen, waarvoor de man van Wonderland een aantal figuren creëerde in de nationale klederdrachten van vele landen. Drie kwartier duurt de film van en met Walt Disney, daarna gaan we lachen om een Duitse filmcomedie: der Gauner und der liebe Gott, ofwel Meneer Pastoor zet een kraak. Dat is natuurlijk niet écht zo. De kraker is ene Paul, een onderwereldfiguur, die onschuldig ver oordeeld is en de benen neemt. Hij vlucht naar een kerk, waar hij zich verkleedt als pastoor. In dat gewaad raakt hij verzeild in een landelijke pas torie, waar een jonge pastoor hem aan ziet voor een afgezant van hogerhand, die op inspectie komt. Uiteraard ko men daar dolle verwikkelingen van die tenslotte hun ontknoping krijgen als de echte pastoor z'n namaakcollega op het goede pad terug brengt. Gerd Fröbe en Carl Heinz Böhm spelen de hoofdrol len. Anneke Grönloh is te gast in „Midzomeravondserenade" (vrijdagavond). Gerard Hartkamp in het t.v.-spel „De macht van nul" (donderdagavond). Vlaamse documentaire over Shakespeare Dinsdag. Van half acht tot acht uur geeft de grote cellist, Pablo Casals, weer een van de leerlingen uit zijn meesterklas les. Uitgevoerd wordt een concert van Saint Saëns. Na het jour naal uiteraard Achter het Nieuws en dan een aflevering van de populaire za terdagmiddag-serie Rawhide, een cow boyfilm. „Betoverde heuvels" is de ti tel. Het gaat over een dorstige kudde. Maar Indianen zijn de baas op het ter rein, waar het begeerde water is te vin den. Enfin, de rest spreekt voor zichzelf. In scherp contrast met dit oppervlak kige amusement staat het volgende pro gramma-onderdeel: een documentaire van de Vlaamse televisie over de grote Engelse toneelschrijver en dichter Wil liam Shakespeare, wiens geboortedag we dit jaar herdenken. In de aandacht staat vooral de intense belangstelling die Shakespeare aan de dag legde voor de karakterologische eigenschappen van zijn figuren. Hij was per slot van rekening een der eersten, die „de mens" als hoofdthema voor al z'n stukken ge bruikte. Het Nationaal Ballet danst „La Bayadere" WOENSDAG. De NCRV-bijdrage aan de wild west rage van deze week is een tamelijk vreedzame. De Beverley Hill billies komen na Barend de Beer, Las sie en het journaal, de aandacht vra gen. Jeth redt een huwelijk, is de on dertitel. De ruzie tussen tante Pearl en Granny schijnt nog niet te zijn bij gelegd, maar Pearl zingt wel weer als een vogeltje. Ze komt dichter bij het succes in haar pogingen Mr. Drysdale aan de haak te slaan dan menigeen zou hebben verwacht, 'n Klein half uur is vervolgens uitgetrokken voor de jon ge begaafde pianiste Mariètte van Wijk uit Noordwijk, die op verschillende con course belangrijke onderscheidingen verwierf. Het charmante meisje speelde ook eens in het programma van Wil lem Duys en zei toen, dat ze graag eens in een eigen programmaatje zou wil len optreden. Vanavond geeft regisseur Jan Duiveman haar deze kans. Mariët- te speelt etudes van Chopin en Franz Liszt en een toccata van Maurice Ravel. Van de fraaie vleugel met een talent vol meisje erachter, terug naar de wil de prairie, waar hoogstens een gamme le pianola in de saloon staat. Hard te gen hard heet de cowboy-film uit de se rie Desilu Playhouse. Hoofdpersoon is Gilbert Roland. Motief: een schatrijke veehouder terroriseert een gebied tus sen Mexico en Arizona. Velen komen daartegen in opstand. De sheriff be handelt de zaak niet alleen met het wetboek in de hand, maar vooral ook met zijn hart. „Border justice" is de Engelse titel. Tenslotte een overstap je naar de kunst. Marianne Hilarides en Scott Douglas zijn de solisten in het ballet La Bayadère op muziek van Leon Minkus en op een choreografie van Ma- rius Petipa. Het is een gedeeltelijke uit voering van het bekende ballet (tien minuten) door leden van het Nationaal Ballet. Toneel „De macht van nul" DONDERDAG. Dat de zomervakan ties ten einde lopen is te zien aan het donderdagavondprogramma van de VARA. Jac van Belle maakte nl. een documentaire over de overgang van leerlingen van de lagere naar de mid delbare school. Na het journaal, Achter het Nieuws en een half uurtje met Thom Keiling. Een echt amusements programma brengt de sympathieke zanger-gitarist-televisie-regisseur niet. Zijn bijdrage aan deze donderdag is voor een deel ook instructief. Hij ver telt nl. over de vele aspecten van de Zuid-Amerikaanse muziek. Waar komt de calypso vandaan? Welke instrumen ten worden gebruikt bij de samba? Dat zijn enkele vragen, die Thom Kelling zal beantwoorden, waarbij hij zelf voor de muzikale illustraties zorgt. Het tv- spel is getiteld „De macht van nul". Het is een stuk van de Engelsman Giles Cooper, dat werd vertaald door Nel Bakker. De Engelse Nederlander Herman Fortuin tekende voor de regie. Medespelenden zijn o.m. Frans v.d. Lingen, Ton van Duinhoven, Gerard Hartkamp, Annet Nieuwenhuyzen, An nie Leenders en Trins Snijders. In „De macht van nul" behandelt Cooper het probleem van de wetenschap zonder ethiek. Een wiskundige, die bijna me chanisch denkend problemen oplost, wordt door duistere figuren misbruikt. Aan het einde van het stuk komt al les weer op zijn pootjes terecht. Anneke Grönloh in midzomersfeer VRIJDAG. De KRO is vrijdagavond aan bod. En wéér zitten de revolver bij zonder los in de holsters. Nu die van vader en zoon Cartwright van de ranch Bonanza. Opnieuw staat het water in de belangstelling, dat in die droge prai ries altijd goud waard bleek. Bitter wa ter is de ondertitel. Maar eerst het twee de deel van de documentaire over de Dalai Lama, het journaal en Brand punt. Vervolgens de Midzomeravondse renade, waarin we sinds geruime tijd weer eens kunnen kijken en luisteren naar de George Mitchell Singers. Mid zomeravondserenade is altijd een der beste amusementsprogramma's van de Nederlandse televisie. Beschaafd amu sement, dat muzikaal op een zeer bij zonder peil staat en dat er ook qua aankleding en regie altijd mag zijn. Soliste is deze keer Anneke Grönloh, bijna Mevr. van der Laan, wier echtge noot in vaste dienst is bij de REM. Na Bonanza weer een reuzenzwaai en wel naar het Concilie. De laatste aflevering van de Amerikaanse serie over de con cilies door alle tijden. Ik ben met U. Deze keer het tijdperk van de vernieu wing. Totaan de dag van vandaag. DAT DE GROEP Franse zangers die de Amerikaanse zanger en musi cus Ward Swingle om zich heen ver zameld heeft, tot iets anders in staat is dan het vertolken van moderne ar rangementen van klassieke werken van Bach, Vivaldi en Handel, be wijzen zij op een langspeelplaat die onlangs is uitgebracht onder de titel „Dizzy Gillespie The Double Six of Paris". Ongeveer tegelijkertijd pre senteerde Ward Swingle met zijn „Swingle Singers" de langspeler „Go ing Baroque". Om met de eerste te beginnen: voor een opname met Diz zy Gillespie, Bud Powell en Kenny Clark formeerde Ward Swingle uit zijn „singers" een gedegen groep jazz- vocalisten onder de naam „The Dou ble Six of Paris". OP DEZE LANGSPELER staan een aantal composities van de beroemde Amerikaanse bop-trompettist, waaron der ook enige, die hij met Charlie Par ker componeerde. De opnamen met deze groep Franse vocalisten werden gemaakt in New York, Chicago en Pa rijs. Evenals de Swingle Singers op de eerder verschenen plaat „Jazz Sébas- tien Bach" vormen de „Double Six" een fantastische muzikale eenheid; hun be heersing, muzikaliteit en flexibiliteit zijn voortreffelijk. Een belevenis is het be luisteren van stukken als „Anthropolo gy" van Parker, „Groovin' high" van Gillespie en het strak gearrangeerde „Oo-shoo-be-doo-be". De begeleiders zoals pianist Bud Po well, slagwerker Kenny Clark en de bassist van de Swingle Singers, Pierre Michelot zijn bijzonder op dreef. Het geheel heeft geleid tot een verzameling intens swingende jazz-stukken waarop, zowel voor de arrangementen als voor de solistische en vocale prestaties nage noeg geen kritiek mogelijk is. IN DE OUDE BEZETTING van de „Swingle Singers" presenteert de tenor Ward Swingle zijn groep „Going Ba roque", met de sopraan Jeannette Bau- comont, de bas-bariton Jean-Claude Briodin en de tenor Claude Germain. Uit de titel van de plaat valt reeds af te leiden dat het deze keer niet alleen de composities van Johann Sebastian Bach zijn die door de Swingle Singers worden vertolkt. In dit Barok-reper- toire zijn behalve belangrijke werken van Johann Sebastian ook composities van Carl Philip Emanuel Bach en Wil helm Friedemann Bach opgenomen. De plaat wordt gecompleteerd met werken van Handel, zoals het Concerto Grosso OP. no.4 en van Antonio Vivaldi, waar van de Fuga uit de Estro Harmonico Op. 3 no. 11 wordt vertolkt. De werken van deze grote meesters zijn gehand haafd zoals ze gecomponeerd werden. Ward Swingle verandert geen noot in de partituur van de componisten; slechts het ritme wordt anders, het wordt swingend. Zowel de jazz-mensen als de klassie ke muziek-liefhebbers zullen respekt hebben voor de wijze waarop Swingle zijn groep de uiterst moeilijke compo sities laat vertolken. Wanneer men be denkt dat vele van de uitgevoerde wer ken voor piano of orgel geschreven zijn en dat de menselijke stem nu eenmaal het bereik van deze instrumenten bij lange na niet omvatten kan slechts een enkele keer zoekt de groep zijn heil in het transponeren van de werken dan valt vast te stellen dat de voca listen van Swingle eveneens grootmees ters zijn. Bijzonder mooi en fijn ge nuanceerd zijn de vertolkingen van de Prelude no. 7 uit het Wohl temperierte Klavier van J. S. Bach en Der Frühling van W. F. Bach. Ondanks het feit dat vele minnaars van de klassieke muziek elke aantasting van oude composities ten stelligste afwijzen zullen evenveel of wellicht meer liefhebbers van de lichte muze zich gaan interesseren voor de Barok-periode die ongeveer 150 jaar geduurd heeft. Een verdienste van de Swingle Sin gers is zeker dat zij de liefhebbers van de klassieke muziek dichter bij de jazz en de jazz-fans dichter bij de klassieke muziek brengen. „Dizzy Gillespie The Double Six of Paris" en „The Swingle Singers going Baroque", Uitgave: Pho nogram resp. 652038 BL en B 77804 L. Label: Philips. Waardering: goed tot zeer goed. OP HET FRANSE Decca-label is een langspeelplaat verschenen van alt-saxo- onist Benny Carter met de Ramblers en met zijn eigen orkest. De opnamen dateren uit 1937, dus de liefhebbers van de goede oude swing kunnen hun hart ophalen. Op enkele stukken wordt Car ter bijgestaan door de beroemde tenor saxofonist Coleman Hawkins, die in de vooroorlogse jaren dikwijls in Neder land te gast was. Op stukken als „Ram blers Rhythm" en „Black Bottom" ho ren we Carter bijgestaan door de late re jongens van Theo Uden Masman zo als trombonist Marcel Thielemans, trompettist Jack Buiterman, saxofonist Wim Poppin en drummer Kees Kranen burg. Het strekt de Ramblers tot eer dat zij reeds voor de oorlog de naam van dé Nederlandse jazz ook in het buitenland een goede klank gaven. Benny Carter speelt met zijn eigen orkest waarin ook enkele Nederlandse namen voorkomen; composities van Buiterman, zoals de „New Street Swing". De Decca langspeler is een unieke verzameling groot orkestrale swingmu ziek geworden, waarop we dank zij de Ramblers, met recht chauvinistisch trots mogen zijn. De opnamen werden gemaakt in Hamdorff, Laren en in Den Haag. Label: Decca 154062. Uitgave: Phono gram. Waardering: goed. ONDER DE TITEL: „Woody Her man: 1964" presenteert de bekende Amerikaanse bandleader Woody Her man zijn nieuwe orkest voor de tweede maal. Evenals de eerste plaat „Woody Herman 1963" is zijn nieuwste langspe ler waarbij de bezetting van zijn orkest slechts iets veranderd werd, een collec tie van enorm-swingende opnamen ge worden, waarbij Herman weer zijn toe vlucht heeft gezocht tot het uitvoeren in moderne arrangementen gestoken oude jazz-stukken. Alle opnamen op de 1964-uitgave werden gearrangeerd door Nat Pierce, de pianist van het orkest en trompettist Bill Chase. Met verwoe de pogingen tracht Herman nu al jaren achtereen aan te tonen dat er in de hedendaagse jazzmuziek nog plaats is voor grote orkesten. Met het doorzet tingsvermogen van de ras-artiest pre senteerde hij zijn verschillende „Herds" en zijn nieuwe orkesten. HERMAN HEEFT HET in tegenstel ling tot Ellington en Basil met zijn or kesten veel moeilijker gehad. Deson danks hebben zijn formaties zich altijd onderscheiden door een grote originali teit en een verantwoorde muzikaliteit. Voor zijn nieuwe orkest waarvan in 1963 de eerste plaatopnamen werden gemaakt, zocht Woody Herman zijn toe vlucht tot het aantrekken van een aan tal goede, doch onbekende jazzmusici. Evenals de eerder verschenen plaat is zijn „1964" weer een verzameling van prachtige, swingende jazzstukken geworden met zeer goede solistische bijdragen van de leider zelf, van trom pettist Bill Chase en trombonist Phil Wilson. Stukken als „Hallelujah time" van Oscar Peterson, het aloude „Deep purple", het nog oudere „After you've gone" en Ellington's mooie compositie „Satin Doll' krijgen een eminente uit voering. Evenals vroeger zoekt Herman nog steeds zijn heil in heel vlugge tempi, maar de kwaliteit van zijn orkest is steeds weer zodanig dat de afwerking niets te wensen overlaat. Mede door de originele bewerkingen zijn de nummers op Herman's nieuwe plaat voor de lief hebbers van de groot-orkestrale jazz zeer zeker het beluisteren waard. Label: Philips 652042 BL. Uitgave: Phonogram. Waardering: goed. Berry Zand Scholten De volgende maand maken vader en zoon Stiefbeen hun rentree voor de NCRV Piet Römer en Rien van Nunen hebben de negen afleveringen van hun populaire serie in de afgelopen maan den reeds opgenomen. Ze kwamen er ook voor buiten de studio's, zoals in een bejaardentehuis, waar de zoon zijn vader wil onderbrengen en in het Am sterdamse bos, waar het tweetal lood koopt, dat van een diefstal afkomstig bleek te zijn. De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat de beide Engelse Stief- beens als gasten zullen optreden in een van de Nederlandse uitzendingen en dan wel als neven van „onze" Stiefbeens. Er is zelfs sprake van een tegenbezoek van Piet Römer aan de BBC studio's om een gastrol te spelen in de Engel se versie. Rien van Nunen gaat in het komende seizoen ook de planken op als Stiefbeen en wel in een jubileum show van André Carrell, die als titel meekrijgt „Stiefbeen en show". Het is de bedoeling van de NCRV nog meer te profiteren van de zo in de smaak ge vallen humor van de beide Stiefbeen- schrijvers. De omroep heeft nog een tv-serie in petto van deze auteurs over een echtpaar, dat zal worden gespeeld door musical-ster Mieke Bos en Maxim Hamel. '"'"''""'"■■"""■■nnnnnnnnnnnnnnnnnnn „Zij is een dwingende persoonlijkheid, die de vocale, de theatrale en de nuan ceringsmogelijkheden heeft om te blijven boeien. Haar mogelijkheden zijn op geen stukken na uitgeput." Zo motiveerde de jury van 't Grand Gala du Disque de reden waarom de 22-jarige Amerikaanse zangeres Barbra Streisand de „Edison" 1964 in het populaire genre werd toegekend. Over het fenomeen Barbra Streisand hebben we op 4 juli in de rubriek „Gevarieerd disconieuws/Uit de groef" al (lovend) ge schreven. Nu de Edison „erdoor" is, meer over deze zangeres, die de moeite waard is om over geschreven te worden. Met Barbra Streisand maakten we vorig jaar kennis, toen haar eerste plaatje, „My coloring book" verscheen. Het was 'n uitstekende vocale prestatie, die de belofte inhield dat we meer van haar zouden horen. En van Barbra Streisand hoorden we meer. Ze explo deerde in maart 1963 meteen maar met 'n album. Amerika lag aan haar voeten en het streven al sinds haar jonge jeugd iets op de planken te bereiken, het bleef haar gelijk of dat nu toneel spelen of zingen was, werd beloond. Nu zegt ze: „Of ik goed of slecht ben ...ik heb een geweldige tijd!" Om op haar langspeelplaten terug te komen: het zijn er drie. De derde ver schijnt binnenkort in Nederland deze was in Amerika zo snel uitver kocht dat het album nog niet in ons land kon worden uitgebracht. Op haar eerste langspeelplaat toont ze evenveel talent als op plaat twee die wel al bespraken. Iemand uit de gram- mofoonplatenwereld typeerde haar kwa liteiten als: Je moet niet te lang naar haar luisteren! Hij bedoelde ermee: De intensiteit en het boeiende van deze zangeres grijpt je zo, dat het moeilijk is haar achter elkaar aan te horen en te vatten. Op een gegeven moment heeft haar stem een geladenheid die lang zaam moet worden getransformeerd tot ze „draagdijk" is. Een van de meest opvallende liedjes op deze plaat Is het kinderversje „Who's afraid of the big bad wolf". Haar inter pretatie stelt je voor de vraag: Speelt ze maar wat met haar stem? Zoekt ze monstreert een zang- en plankenerva ring als men zou verwachten van een routinée als Judy Garland of Lena Horn, om maar even in haar genre te blijven. De tweede explosie was haar rol van Fanny in de musical „Funny Girl" 'n biografie van de vermaarde artieste Fanny Brice die vorig jaar december op Broadway in première ging. Met 'n ongelooflijke geroutineerd heid zette ze Fanny op de planken, en dat met een plankenervaring van totaal 20 minuten in haar hele leven! Dat was in de show „I can get it for you whole sale". Barbra Streisand domineert in de musical „Funny Girl", die ruim twee uur duurt en waarin ze op 20 minuten na doorlopend op het toneel is en aan dacht dicteert. Barbra Streisand ergens om een vocaal evenwicht te vin den? Of zingt ze doelbewust zo dartel en onstabiel, waardoor het versje een emotioneel-banale vertolking krijgt? Of is 't technische virtuositeit? De Edison- jury zei: Haar mogelijkheden zijn op geen stukken na uitgeput. Ik geloof dat „Who's afraid'' hier een typisch voor beeld van is. En dit was nog maar haar eerste langspeelplaat! Ze kon zich toen al veel permitteren. Ze stond op een niveau dat maar weinigen binnen zo'n korte tijd bereiken. Barbra Streisand is nog maar 22! Maar ze heeft een geweldige flair; de- Ze geeft een stuk „vuurwerk" weg van toneelspel, show, zang, dans en mime. Een spel van onschuld, subtili teit, geraffineerdheid en rijpheid. Ze toont zich de meesteres, die Barbra Streisand combineert met Fanny. Mis schien omdat haar eigen ik een groot deel uitmaakt van deze toneel-Fanny, komt zij tot zo'n sublieme vertolking. Als zij zingt „I'm a great big clump of talent" of „I've got 36 expressions, sweet as pie and tough as leather" of „I'm the greatest star" dan is daarmee geen woord teveel gezegd. Dan vergeten we even dat zij geen ode aan zichzelf brengt, maar dat dit uit de mond van „Fanny Brice" komt. En Barbra? Zij beweert Fanny nooit gezien (film) of gehoord te hebben. Ze beschikt dus wel over een groot improvisatie- en voor stellingsvermogen om een persoon als Fanny zo'n levensechtheid mee te geven, dat het publiek als gehypnoti seerd op de stoel zit. Onder alle goede kritieken blijft Bar bra Streisand uiterlijk onverschil lig .Ze accepteert haar succes op een manier of ze het dagelijkse flesje melk van de melkboer aanneemt. Komt deze haast onverschillig-lijkende houding al leen maar voort uit 'n drang om anders te willen zijn? Of is ze gewoon anders? Koel, misschien hautain? Haar echt genoot, Elliott Gould (25), de knappe hoofdrolspeler uit „I can get it for you wholesale", met wie ze bijna twee jaar is getrouwd, noemt haar een „aanhan kelijk meisje dat bescherming nodig heeft." Hij weet dat ze zich niet makkelijk aanpast, waardoor waarschijnlijk die gereserveerdheid. „Men" zegt, dat Elliott Gould de enige is die haar begrijpt. Hij zegt: „Ze is verschrikkelijk onzeker. Ze heeft altijd gedacht dat ze een lelijk eendje was, waardoor ze in een harnas kroop. Ze mocht mij en ik was de eerste bij wie ze wederzijdse sympathie vond." Dat ze zichzelf als een lelijk eendje beschouwde zit 'm in haar grote neus. Plastische chirurgie? Nee, zei Barbra, toen ze hoorde dat die ingreep mogelijk haar stem kon beïnvloeden. Die schaamte is niet gerechtvaardigd. Haar profiel is dat van 'n Egyptische schone. Een Nederlands journalist zei eens in zijn radio-praatje over het bijwonen van een opname van Barbra Streisand: „Ineens kwam er een lelijk, dik meisje van achter de coulissen. Ik dacht, wat moet dat worden. Maar toen ze begon te zingenDat meisje was Barbra Streisand, een groot zangeres!" Zó zag Barbra Streisand eruit: wat onverzorgd, de lange haren slierend langs haar gezicht en met een expressie van „wat kan het mij schelen; het gaat om de zaag." Maar als ze zich verzorgt, is ze een aantrekkelijke jonge vrouw met en face het gezirht van een Joods- Amerikaanse en van opzij van een Nefertite. Maar nog aaals ze vindt zich zelf niet oelangrijk. Het gaat om de zangeres. En die blijft (ook) boeien. De platen van Barbra Streisand wor den uitgegeven door CBS/Artone- Haarlem. Henny Schoute

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 16