Captain Cushman Wegbereider voor n.s. Savannah PANDA EN DE MEESTER*LEERLING Het Vale Paard Hulpactie voor „Berlijn's enige objectieve krant" Ons vervolgverhaal msmmmi Atv xm Bestseller-auteur Günther Grass als krantenverkoper te MAANDAG 7 SEPTEMBER 1964 6 Een detectiveroman door Agatha Christie :n V ifc - - 'kv- i y F- - L|' ya- tl UUR, - Q l&SSf V ffiliiiiii" "f 60) Het profiel van een haviksneus zou nog denkbaar zijn geweest. Maar een adamsappel niet. Dat ging iets te ver. Nu kan zo'n leugen op zichzelf onschuldig zijn. De heer Osborne had zich misschien gewichtig willen ma ken. Troepjes mensen doen dat. Maar daardoor heeft hij mijn aandacht op zich gevestigd. Ik vond hem een eigenaardig type. Hij begon al dadelijk van alles over zichzelf te vertellen. Heel onverstan dig van de man. Daardoor kwam al onmiddellijk tot uiting dat hij iemand was die zich belangrijker wenste voor te doen dan hij in werkelijkheid was Hij is er niet tevreden mee geweest zijn vader in de apotheek op te vol gen. Hij heeft als toneelspeler suc ces proberen te oogsten kennelijk te vergeefs. Dat lag voor de hand, want hij is geen type om zich aan ander mans regie te storen. Geen mens hoefde hem te vertellen hoe hij zijn rol moest spelen! Waarschijnlijk was het ook wel echt waar dat hij er naar verlangd had nog eens als kroon getuige in een vergiftigingsproces op te treden. Zijn gedachten zullen wel dikwijls in die richting zijn uitge gaan. Natuurlijk weten we niet op welk moment het onzalige idee bij hem is opgekomen dat hij zelf wei eens als een groot misdadiger zou kunnen optreden, een die zo volmaakt knap manoeuvreerde dat hij nooit voor de rechter zou kunnen komen. Dit zijn allemaal maar veronder stellingen. Maar om nu terug te ko men op het door hem gegeven signa lement dat was kennelijk de be schrijving van een bestaande figuur, die hij in zijn leven ontmoet had. Het is buitengewoon moeilijk, moet u we ten, een zó juiste beschrijving van iemand te geven. Ogen, neus, kin, oren, houding en de rest. Osborne be schreef duidelijk iemand met zeer op vallende kenmerken. Misschien heeft hij Venables een keer in Bournemouth gezien en heeft zijn voorkomen hem toen sterk getroffen. Als hij hem toen bijvoorbeeld in een auto heeft zien zitten, zal hij ook niet hebben ge merkt dat de man hulpbehoevend was. Een tweede reden waarom ik mijn belangstelling op Osborne gevestigd hield was dat hij apotheker was. Ik dacht dat het best mogelijk was dat het lijstje namen dat we gevpnden hadden in enig verband zou staan met nauucii lil CiiAg VCIUdllU ÓUU Ldctll Iliei 11 j de handel in verdovende middelen. en In feite was dat niet zo, en" "daar door zou ik die hele Osbome misschien vergeten zijn, wanneer hij er zelf niet voor gezorgd had dat hij binnen onze gezichtskring bleef. Hij wilde pre cies weten hoever wij al met het on derzoek gevorderd waren, begrijpt u, en daarom schreef hij dat briefje om ons te vertellen dat hij de man in kwestie op die kerkelijke bazar in Much Deeping gezien had. Hij wist toen nog altijd niet dat de heer Ven ables invalide was. Maar toen hij dat te horen kreeg, heeft hij tóch zijn mond niet derder dichtgehouden. Ty pische ijdelheid van de misdadiger, die niet wil erkennen dat hij 't mis heeft gehad. Hij heeft domweg voet bij stuk gehouden en alle mogelijke onzinnige theorieën uitgedacht. Ik heb hem toen nog eens in zijn bungalow in Bournemouth opgezocht. Dat was heel interessant. De naam van zijn huisje zou het hele spul heb ben kunnen verraden. Everest! Zo had hij het genoemd. En in de gang had hij een plaat van de Mount Everest opgehangen. Hij vertelde dat hij ver bazend veel belang stelde in de toch ten naar de Himalaya. Maar dat was nu juist het soort goedkope grappen makerij waarin de man plezier had. Ever rest: eeuwige rust. Dat was het, waarmee hij zijn geld verdiende. Hij schonk mensen tegen behoorlijke beta ling de eeuwige rust. Een luguber maar geslaagd grapje laten we dat toegeven. Maar ook wil ik eerlijk bekennen dat de hele opzet van zijn luguber bedrijf enorm geslepen ge weest is Bradley in Birmingham, Thyrza Grey seances houdende in Much Dee ping. En wie zou ooit verdenking heb ben opgevat tegen Osbome, die geen merkbare contacten onderhield met Men stelt zich de meester-misda- diger voor," zei ik, „als de een of andere grootse, angstwekkende ver persoonlijking van het kwaad." Lejeune schudde het hoofd. „Zo is het helemaal niet," verzekerde hij. „Het Kwaad is niet iets boven-men- selijks, maar iets on-menselijks. De misdadiger die jou voor ogen staat, is iemand die belangrijk wil zijn, maar het nooit worden zal, omdat hij altijd beneden de menselijke normen zal blijven." HOOFDSTUK XXV Mark Easterbrook besluit zijn relaas In Much Deeping ging alles op ver kwikkende wijze zijn gewone gang. Rhoda was druk doende haar hondën te bedokteren. Ditmaal was het, ge loof ik, ringworm. Zij keek even op bij mijn binnenkomst en vroeg of ik zin had haar een handje te helpen. Ik bedankte daarvoor feestelijk en in formeerde waar Roodje was. „Zij is even naar „Het Vale Paard". „Wat!" „Ze zei dat ze daar wat te doen had." „Maar het huis staat toch leeg!" „Dat weet ik!" „Zij zal oververmoeid raken! Zij 'is nog niet voldoende in conditie „Wat maak je je onnodig benauwd, Mark! Roodje is er best aan toe. Heb je het nieuwste boek van mevrouw Oliver al gezien? „De Witte Kakatoe" heeft het. Het ligt daarginds op het tafeltje." „God zegene haar! Maar Edith Binns niet minder!" „Wie is in 's hemelsnaam Edith Binns?" (Wordt vervolgd) Thyrza Grey, noch met Bradley en evenmin met zijn slachtoffers? De eigenlijke handgrepen, die het werk volvoerden, waren voor een apotheker kinderspel. Zoals ik al eerder gezegd heb, als Osborne maar zo verstan dig geweest was zich koest te houden." „Maar wat heeft de man met dat geld gedaan?" wilde ik weten. „Hij heeft het per slot van rekening toch gedaan om het geld?" „O, zeker, hij heeft het gedaan om het geld. Hij zal er ongetwijfeld visioenen op na hebben gehouden van wereldreizen, mensen ontvangen en leven als een rijk en gewichtig man. Maar het spreekt vanzelf dat hij he lemaal niet de figuur daarvoor was. Zijn gevoel van macht zal door het eigenlijke plegen van moorden sterk zijn aangewakkerd. Dat telkenmale straffeloos te kunnen doen, zal hem brooddronken hebben gemaakt. En bo vendien: hij zal genieten als hij in de beklaagdenbank moet verschijnen. Let maar eens op of dat niet het ge val zal zijn. Hij als de centrale fi guur, op wie de ogen van de hele wereld gericht zijn." „Ja, maar wat heeft de man met al dat geld gedaan?" herhaalde ik mijn vraag. „O, dat is heel eenvoudig. Ofschoon ik er toch niet aan gedacht zou heb ben, als ik niet gezien had op welke manier hij zijn bungalow heeft inge richt. Hij was een vrek, verzot op geld, alleen om het te hebben, maar niet om het weg te smijten. Dat huis je was uiterst karig gemeubileerd en dan nog met dingen die hij op vei lingen voor een prikje had kunnen ko pen." „Zou hij alles op de bank hebben staan?" „O nee!" antwoordde Lejeune. „Ik wed dat we het wel ergens zullen vin den. verstopt onder de vloer in zijn bungalow." Zowel Lejeune als ik zweeg minu tenlang, terwijl ik in gedachten bezig bleef met die zonderlinge figuur: Za- charias Osborne. „Corrigan," zei Lejeune wat drome rig, „zal natuurlijk zeggen dat het al lemaal is veroorzaakt door de ver keerde werking van een of andere klier in 's mans milt of zwezerik. Ik ben maar een eenvoudig mens, die gelooft dat hij alleen maar 'n misbak sel is. Ik sta er evenwel altijd op nieuw van te kijken dat zo'n misda diger enerzijds zo geslepen kan zijn >!Vi' In kamer 512 van Rotterdams Hil ton zat in burger een gewoon Ameri kaan: captain Austin D. Cushman jr., 53 jaar, die binnenkort in zijn kapi teinsuniform de meest unieke zeeman van de wereld zal zijn. Hij was acht tien toen hij zijn zeemansloopbaan begon op het USS opleidingsschip Nantucket, zo'n grote zeilende bark. Hij zal zijn carrière afsluiten als ge zagvoerder op de Savannah, het eer ste koopvaardijschip op de zeven zeeën, dat door atoomkracht wordt aangedreven. „Zie je hoe snel we leven?" vraagt hij. „In één mensenleven is science fiction werkelijkheid geworden. Vijfen dertig jaar geleden leek dat fantasie. Nu vaart de Savannah en mijn eerste reis zal die naar Rotterdam zijn." Captain Cushman heeft in Rotterdam een prentbriefkaart gekocht. De Park kade in vogelvlucht en in kleuren: de Nieuwe Maas, de Euromast, het park, de haven. Voor hem is dit Rotterdam. Met zijn ballpoint zette hij er een kruis je op en aan zijn rederij in New lork schreef hij er bij: „Hier komt-ie te lig gen." De kapitein is enthousiast. „Het is de mooiste plaats van heel Rotterdam om een schip te laten zien. Geen stad in de wereld heeft zo'n fantastisch plekje waar een schip zo uitkomt." Captain Cushman moet het bed sprei den voor de Savannah. Hij trekt door de hele wereld om de komst van het eerste commerciële atoomschip voor te bereiden. Hij moet de havens openbre ken voor zijn schip, dat geschiedenis maakt. „De Savannah zal met dezelfde bewondering de geschiedenis ingaan als de eerste stoomboot, de eerste auto en het eerste vliegtuig. De Savannah luidt een nieuw tijdperk in." Mysterieus woord En toch moeten die havens worden opengebroken. Alleen al het woord atoom heeft iets mysterieus. De wereld moet nog wennen aan het n.s. Savan nah. We weten dat s.s. stoomschip be tekent en m.s. motorschip. Maar.... n.s.? Nucleair schip. Het heeft nog iets onwezenlijks, we zijn er nog niet ver trouwd mee. Havens open breken.... Weken lang onderhandelde captain Cushman voor d Savannah de haven van New York mocht binnenlopen. In elke haven op de wereld, die hij bezoekt, moet hij tegen een zekere huiver opboksen, waarmee men de komst van het schip tegemoet ziet. Zijn werk is vertrouwen wekken, gerust stellen, overtuigen. In Amerikaanse havens aan de west kust zo goed als in Europa, in Oslo en Kopenhagen, Helsinki en Malmö. Toen het schip eindelijk in New York in Hoboken lag, heb ik gevraagd „Moet ik voor elk volgend bezoek weer die lange weg gaan," vertelt hij. Het antwoord was: „Geef ons alleen een te lefoontje hoe laat de Savannah komt en voor welke pier, waar je ook wilt lig gen, je meert." Dat is een ongelooflijke doorbraak, zegt captain Cushman met overtuiging, New York heeft het schip aanvaard. De port authority vindt het veiliger dan menig ander conventioneel schip, dat er in de haven ligt. Rotterdam? No troubles, geen moei lijkheden. Men wil weten, natuurlijk voorzorgen nemen, maar men is er trots op dat de Savannah naar de eerste ha ven van de wereld komt. Uw havendi recteur, uw havenmeester, al die ande re autoriteiten, ik heb ze allemaal ge sproken. First class men. Captain Cushman is al weer verder gegaan: naar Antwerpen, Le Havre, Captain A. Cushman Lissabon, Barcelona. Het bed spreiden voor de Savannah. Een paar maanden doet hij al niet anders. Hij verlangt er naar weer te gaan varen. „Ik ben zeeman, geen diplomaat". Het zit er in, dat de reis New York-Rotterdam eind september zijn eerste reis als gezag voerder op de Savannah zal zijn. Captain Cushman was voor het eerst in Rotterdam, zelfs voor het eerst in Nederland. Als kapitein (al 25 jaar) op de schepen van de American EDCC Ex port Isbrandtsen Lines, de generaal agent van de Savannah voer hij voor namelijk op de Middellandse Zee, op India, Pakistan en Birma. In de oor logsjaren maakte hij reizen naar Enge land, Frankrijk en Moermansk in Rus land. Hij is een dag of zes in Rotter dam geweest. „Te kort om alles te zien, Het N.S. „Savannah" te kort om alles te verwerken. Een fijn* stad." Het klinkt gemeend. Met de directeur van het havenbe drijf, ir. F. Postuma, heeft hij een vaar tocht door de havens gemaakt en hij heeft gezien hoe Rotterdam in Botlek en Europoort nieuwe havens graaft. „Rotterdam bouwt voor de toekomst," zegt hij. „It's a big scale". Ik heb het nieuwe graanoverslagbedrijf gezien, de faciliteiten voor de tankers en ertssche pen, ik heb de schaal gezien waarop de Eemhaven wordt gegraven en de maat waarin de bedrijven worden ge bouwd. Het is geen werk voor nu, maar voor de toekomst. Die ruime schaal boeit me, dat geeft je vertrouwen. Hier beseft men wat er in de wereld gaande is. Echt, ik vind het jammer dat ik niet langer kan blijven." De grootste haven van de wereld? New York en Rotterdam zijn onver gelijkbaar. Ik heb het nooit zo geloofd maar na wat ik gezien heb moet ik eerlijk zeggen: Rotterdam mag met het volste recht het predicaat van eer ste haven van de wereld claimen. Kapitein Cushman hij woont in New Yersey komt graag terug naar Nederland. Iedereen zal welkom zijn op zijn n.s. Savannah. Want daarom komen wij, zegt hij. Wij willen de wereld tonen hoe Amerika een vreedzaam gebruik van de kernenergie maakt. We willen het publiek vertrouwd maken met toe passingen waarmee zij in de toekomst moeten leven. Wij willen onze passa giers overtuigen dat het op een atoom schip even plezierig varen is (het n.s. Savannah heeft accommodatie voor zestig passagiers). We willen bewijzen dat onze 9400 ton vracht in dezelfde conditie uit het schip komt 'als uit welk ander schip ook". Daarom is het publiek welkom op deze goodwilltrip. Over het gehele schip hangen luidsprekers. Bandrecorders draaien er een steeds herhaalde uitleg in de taal van het ontvangende land uit. Het atoom verliest aan boord van het n.s. Savannah zijn geheimen. In vier havens hebben 150.000 bezoe kers die sensatie al beleefd. Want dat blijft het toch voor ons gewone men sen. Een sensatie, dat die Savannah, 22.000 ton groot, op één hoeveelheid van nog geen zestig kilo uranium 235 drie en een half jaar in vol bedrijf op zee is, en in die tijd niet minder dan zeshon derdduizend kilometer aflegt, vijftien maal de wereld rond. Een prestatie, waarvoor een „gewoon" schip bij een gelijke snelheid van 21 knopen meer dan negentigduizend ton olie nodig heeft. En de Savannah is maar een begin, zegt captain Cushman. Voor we tien jaar verder zijn weten we niet beter 17. Ondanks de moeilijkheden, die hij had ondervon den, was de plichtsgetrouwe bediende Jolliepop toch op tijd klaar met de bereiding van de maaltijd. „Kom, Dongadil", zei Panda, „we gaan aan tafel." „Aan tafel?" herhaalde het ventje verwonderd, „wat moeten we daar dan doen?" „Eten natuurlijk", antwoordde Panda. „Dat is nogal glad!" „Maar meester", zei Dongadil, „ik heb vanmorgen al morgendauw gehad!" Dat lijkt me wel wat weinig om van te leven", vond Panda. „Heb je dan helemaal geen trek?" En hij lichtte uitnodigend het deksel van een der dampende schalen. „Nee, nee!" hijgde het ventje terugdeinzend, „dat is reuzevoedsel! Ik zou niet meer van de grond komen, als ik die zware kost at! Kijk eens, wat een verpapte, ingedikte, onverteerbare knollenbrij!" „Stil toch", zei Panda, met een zijdelingse blik naar Jolliepop. Deze schreed echter met een verongelijkt gezicht de kamer uit. „Daar slooft men zich voor uit", mompelde hij bitter. „Bah. De tegenwoordige jeugd kent geen manieren." Maar gelukkig naderde nu iemand, die de kookkunst van de goede knecht beter kon waarderen. „Ei, ei!" mompelde de voorbijganger snuivend. „Ik geloof dat ik een gunstig moment heb gekozen, om Panda te bezoeken. Een voedzaam maal, van Jolliepop's meesterhand is nooit te versmaden. Vooral als men door omstandigheden gedwongen is geweest, enkele maaltijden over te slaan." En hij belde hunkerend aan. DE BERLIJNSE AUTEUR Günter Grass, op het ogenblik wel de bekendste ver tegenwoordiger van de jonge Westduitse schrijversgeneratie, kon men onlangs op de Westberlijnse Kurfürstendamm ont moeten als kranteverkoper. De 36-jarige besnorde auteur van romans als „Die Blechtrommel"„Hundejahre" en „Katz und Maus" ging het bij zijn vreemdsoor tige bezigheid minder om de verdienste dan om het maken van „mondreklame" voor de wijkkrant „Spandauer Volksblatt' Grass houdt dit locale dagblad (oplage on geveer 30.000) voor de enige Westberlijnse krant, „die mij objectieve inlichtingen ver schaft en niet alleen mijn mening wil vor men". Aan deze verkoop op straat, die het blad over de grenzen van de stadswijk Spandau heen bekendheid moest geven, namen ook deel de schrijver Uwe John son, alsmede de toneelspelers en cabare tiers Wolfgang Neuss, Wolfgang Gruner en Jo Herbst. Hun actie had succes! De op lage steeg met enige duizenden exem plaren. OM OOK de objectieve berichtgeving van het „Spandauer Volksblatt" te stimu leren en om het tegen de zogenaamde „unanieme mening" van de grote uit geversconcerns te beschermen, hebben auteur Grass, cabaretier Neuss en enige andere prominente vertegenwoordigers van kunst en cultuur de krant ook geeste lijke ondersteuning toegezegd. Voo* 30 cent per regel schrijven zij van tijd tot tijd litteraire beschouwingen, humoristi sche kan tekeningen en politieke commen taren, waarvoor zij zich door andere uit gevers veel meer zouden laten betalen. OF DE OPLAGE van de krant door deza prominente medewerkers ook in de toe komst zal blijven groeien, is nog niet zeker, want dit groepje idealisten schijnt nog niet helemaal vertrouwd te zijn met de journalistieke grondregels. Een door Günter Grass voor de Westberlijnse kunstacademie gehouden Shakespeare- herdenkingsrede over „Voor- en nage- schiedenis van de tragedie van Coriolan van Livius en Plutarchus over Shakespeare tot Brecht en mij" was met 27 getikte foliovellen toch wel wat te omvangrijk voor reproduktie in een wijkkrant. Toch heeft Grass grote journalistieke ambities. Hij wil als correspondent voor een van de grootste Westduitse radiostations ver slagen van de Olympische Spelen in Tokio verzorgen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 6