Jan Janssen: „ik had een
prachtige ploeg om me heen"
Post en Geldermans dansten in
't rond om kopman te bejubelen
Geen Wilhelmus maar hymne
voor de snelle Nederlander
Jan Janssen spurtte onhoudbaar in
Sallanches naar wereldkampioenschap
I
'«ét*
Nederlandse ploeg niet door
fabrieksbelangen verscheurd
SPOR TIEF
BEZIEN
Belg Merckx reed zijn rivalen
in laatste kilometers vlot los
Rangschikking
wielerkrachten
Nederlandse amateurs waren er steeds,
behalve op het beslissende moment
Wereldkampioen
van 19 jaar
MAANDAG 7 SEPTEMBER 1964
9
„Ik ben de jongens ontzettend dankbaar"
Anglade vooraan
Niet verontrust
Groen tegen een sterke
Russische achtervolger
Arie van Vliet gaat naar
Tokio als jurylid
Erkenning van sterkte van
Janssen in klassement
Van een speciale verslaggever)
„Ik had een prachtige ploeg om me
heen", zei Jan Janssen. Het leek alsof de
woorden hem automatisch ontsnapten. Wat
verbijsterd keek hij rond, naar al die du
wende en schreeuwende mensen om hem
heen. „Ze hebben me meer gesteund dan
de mannen uit mijn fabrieksploeg. Ik ben
de jongens ontzettend dankbaar". Vlak
bij hem stond Cora, zijn vrouw. Twee
mensen uit Nootdorp, zo hoog in het
Franse land, die hun geluk niet op konden.
Voor de eerste maal was mevrouw Jans
sen naar een wielerwedstrijd komen kij
ken, sinds haar man in dit voorjaar
zijn ze getrouwd vier jaar geleden koos
voor een carrière als professional
wielrenner. Die keuze was niet ondoor
dacht geweest. Als nieuweling en als ama
teur had Jan Janssen laten zien, dat strijd
lust en eerzucht waarborgen zijn voor een
(Van onze speciale verslaggever)
Post en Geldermans smeten driftig hun fietsen in de armen
van verzorgers. Ze wierpen zich in een hossende groep en
drongen door tot het middelpunt. Ze omhelsden de potige
coureur in de beslijkte oranje trui. Ze vielen om zijn hals en
schreeuwden hem schorre kreten van ongecompliceerde
vreugde toe. Post en Geldermans huldigden hun ploeg-
makker Jan Janssen, de nieuwe wereldkampioen. Meer
Nederlandse renners wrongen zich naar de jonge man, die
nu eindelijk zijn donkere bril had afgezet. Een Nederlands
feest in het grauwe dal van Sallanches. Nederland begroette
een wereldkampioen.
Vierentwintig jaar is Jan Janssen. Op die jonge leeftijd
greep hij de hoogste eer in de wielersport. Zijn prachtige
eindsprint, geslepen in de Tour de France en de grote, klas
sieke wegwedstrijden, bezorgden hem de wereldtitel op de
dag, dat zijn jonge vrouw Cora voor het eerst naar haar
Jan kwam kijken; voor het eerst sinds die gebrilde jongen
uit het vlakke Zuidhollandse land een carrière als professio
nal begon. Jan Janssen.Hollandser kan die naam al niet
zijn. In hem mondde de greep naar de macht uit, die de
Nederlandse wielersport enkele jaren lang zorgvuldig voor
bereidde. Zeven ploegmakkers zetten zich, dwars door alle
afspraken en combines heen, achter een jonge landgenoot.
En ze brachten hem de zege, ze brachten Nederland de
zege.
p^nrnmnnnornrmnnnnfumiuu
De pure vreugde van Post en Gelder
mans en al die anderen onthulde, wat bij
de laatste passage voor de finish al was
vermoed: de Nederlandse ploeg was niet
verscheurd door fabrieksbelangen. Toen
daar Jan Janssen en Jo de Haan bij een
groep van elf renners de laatste, de beslis
sende jacht naar de wereldtitel ingingen,
stopten Post en Geldermans, twee man
nen van verschillende fabrieksploegen
toch, de rest van de meute af. Toen Jan
Janssen zijn bombardement op de elf
daar vooraan inzette, roerde ook Jo de
Haan zich niet. Jan Janssen moest de man
zijn, die zou zegevieren. En voor Jan Jans
sen werd na 20 slopende kilometers op de
flanken van de Mont Blanc een hymne
gespeeld. „Ik had nog zo graag het Wil
helmus gehoord", zei Janssen, die het
maar niet kon geloven, dat hij de wereld
titel rijk was en dat waren ongeveer de
enige woorden die hij kon uitbrengen in
de veldslag die om hem heen werd gele
verd en die een wereldkampioen nu een
maal altijd heeft te doorstaan.
Op 25 minuten na acht uur lang hebben
73 professionals meer dan 60.000 mensen
langs het parcours hoop en twijfel be
zorgd. Ze hebben dat gedaan, zoals pro
fessionals in de wielersport betaamt: voor
zichtig, berekenend, werkend naar een
slotapotheose. Een finale waarin dan ein
delijk op de bodem van het krachtenreser
voir werd getast.
Een wereldkampioenschap der profs
wordt in de laatste veertig hooguit vijftig
kilometers beslist. In Sallanches anno
1964, was dat niet anders. Toen pas kre
gen duizenden Belgen gelegenheid zich
verbijsterend af te vragen, waar dan toch
Rik van Looy wel bleef. Toen pas kon
den bijna evenveel Italianen zich opwin
den om de verrassende aanvallen van de
Azurri. Toen pas toonde het veld zijn
ware gezicht. Het was Jan Janssen die
ongeschonden uit de heksenketel van de
laatste kilometers kwam. En op slag wa
ren al die andere namen vergeten. Tussen
de tweestrijd Van Looy-Beheyt en het
andere duel, dat tussen Anquetil en Pou
lidor, tussen eindelijk op erkenning' belus
te Italianen, tussen eerzuchtige Spanjaar
den, tussen al die renners door koerste
Jan Janssen naar de wereldtitel.
Wereldkampioen. Dat werd niet Henri
Anglade, die al na 22 kilometer de groep
ontvluchtte en die, met steeds wisselende
strijdmakkers, 220 kilometer lang het veld
heeft aangevoerd. Anglade had in het sei
zoen waarin hij 31 jaar werd, het wereld
kampioenschap uitgezocht als de wedstrijd
waarin hij zou terug komen. Daarom zocht
de man uit Lyon al na twintig minuten
koersen het gezelschap van de olijk weg
gesprongen Bas Maliepaard. Ze gingen
door, die twee, en hun rijk duurde bijna
70 kilometer Toen vonden wat mannen in
het peloton, dat er meer rust moest ko
men. Niet voor lang. Zes renners waren
Dr. P. van Dijk, voorzitter van de
K.N.W.V. helpt Janssen bij het aan
trekken van de regenboogtrui, ter
wijl rechts de president van de
V.C.I., Auguste Rodoni, staat te wach
ten met de gouden medaille.
rond de 90ste kilometer niet van plan in
de schaduw van de groten hun ronden te
draaien. Weer was dat Anglade en hij
kreeg nu gezelschap van ploegmakker
Foucher, de Zwitser Bingelli, de Duitser
Tueller, de Italiaan Tacone en zowaar de
enige Australiër in het gezelschap: Veale.
De groep liet hen begaan en uren lang
bleef de situatie ongewijzigd.
Niemand in het peloton was verontrust
en eigenlijk had Simpson het ook niet
moeten zijn. Maar Simpson wilde een on
opvallend seizoen tenslotte cachet geven
en hij sprong naar de kop toe. Vele kilo
meters duurde zijn solo en met nog 70 ki
lometers te rijden had de Brit zijn doel
bereikt.
Het drietal dat nu de kop nam, Angla
de, Tacone en Simpson, bracht gefronste
wenkbrauwen teweeg bij de mannen die
de koers wensten te bepalen.
Het peloton versnelde onder de druk
van Van Looy en zijn helpers Seis en
Sorgeloos en daarmee was dan meteen
de eigenlijke strijd om de wereldtitel be
gonnen. Twee Italianen, Adorni en Motta,
en de Spanjaard Suarez bereikten het
eerst de drie voorop. Maar achter hen
werden wilde charges uitgevoerd. Pouli-
dor rende naar boven en Jan Janssen. Ze
werden de springplank voor het peloton
en vlak voordat de laatste ronde inging
smolt het veld ineen.
Nog twaalf kilometer. Vergeten was An
glade, vergeten ook Simpson. Want nu
barstte de laatste ren naar de wereldti
tel los. Van Looy, eindelijk, spleet de
groep met een demarage. Altig kon vol
gen, Poulidor, Bocklandt, Manzaneque
en ook twee Nederlanders: Jan Janssen
en Jo de Haan, de twee die de eindsprint
niet mochten missen
Nauwelijks was een afscheiding teweeg
gebracht of Poulidor legde al zijn eer
zucht in een woeste klim naar het hoog
ste punt van het circuit. Drie man slechts
konden hem volgen. Weer was Jan Jans
sen erbij en weer Simpson. In de afda
ling bereikte ook de Italiaan Adorni in
een wanhopige rush de koplopers nog.
Toen al waren Nederlanders, veel Neder
landers juichend naar de finishlijn gedron
gen. Dit kon Janssen niet meer verliezen?
Janssen zelf, die toch in de Tour mannen
als Darrigade, Seis en Altig had bedwon
gen, was het minst overtuigd. Hij nam
geen enkel risico. De man in de oranje
trui sprintte, zonder op of om te kijken,
300 meter voluit. En hij bezorgde Neder
land een wereldtitel. Achter hem finish
ten de vele, vele favorieten ontluisterd.
amateur-achtervolging van het
wereldkampioenschap heeft de Nederland
se kanshebber Tiemen Groen in de vier
de serie de sterke Rus Moskvin als te
genstander geloot. De tweede Nederlander
Oele rijdt in de twaalfde serie eveneens
tegen een Rus, namelijk Tereschenkov.
In de series kwalificeert men zich niet
via een overwinning op de directe tegen
stander. De gemaakte tijd is van doorslag
gevend belang.
sprong naar hogere eer dan winnaar te
zjjn in een rit voor favorieten van
een aantal dorpelingen. Eerzucht
dat vooral tekent Jan Jansen.
Jan Janssen heeft veel geleerd, van het
ogenblik, dat de jongen die 24 jaar gele
den in Nootdorp onder de rook van Den
Haag werd geboren en opgroeide in een
gezin van zeven kinderen, aan wielrennen
begon te doen.
Jan Janssen kocht in 1956 een racefiets,
ging na het werk op het land de weg
op in plaats van naar huis, en werd een
gevreesde amateur in twee seizoenen tijd.
Winst in de ronde van Noord-Holland, in
die van Limburg en in nog een aantal gro
te wedstrijden (1960), deden hem in het
volgende jaar besluiten naar de onafhanke-
lijken over te stappen. Hij reed in de
Tour d'Avenir en deed dat zeer opvallend.
Maar nog was de tijd niet rijp. Nog kon
Janssen zijn eerzucht en geldingsdrang
niet beperken. Hij won geen enkele etap
pe ofschoon de kansen daarop toch duide
lijk aanwezig waren. Janssen verspeeldde
ritten door gebrek aan inzicht. In 1962
startte Janssen weer in de toekomstron
de. En nu had zijn coureurschap meer
vorm gekregen: hij won drie etappes en
kreeg een plaats in een Franse fabrieks
ploeg.
Vorig seizoen debuteerde Janssen in de
Tour. Niet gelukkig, want na een zege in
de tiende etappe, brak hij in de elfde zijn
heupbeen. Niettemin, de aandacht van de
internationale wielerwereld was op Jans
sen gevestigd. Dit jaar won hij in 't voor
jaar de grote klassieke Parijs-Nice. Dat
was vlak nadat hij uit Nootdorp naar Os-
sendrecht in Brabant was verhuisd.
Janssen telde volledig mee in het inter
nationale wielercircus, zeker toen hij in de
Tour de France van dit jaar de groene
trui ongeschonden in het Prinsenpark in
Parijs bracht. En nu is dan op die car
rière de kroon van het wereldkampioen
schap gekomen. Jan zal er nog lang over
nadenken, over hoe hij in die laatste kilo
meter Poulidor moest bevechten en alles
moest geven om in die beslissende sprint
het Wilhelmus te horen spelen. Dat was
dan de enige teleurstelling die Janssen bij
dit wereldkampioenschap ondervond: hij
is dit jaar een wereldkampioen voor wie
het volkslied niet werd gespeeld. Men had
een verkeerde grammofoonplaat klaar ge
legd.
De uitslag bij de profs was: 1. Jansen (Ne
derland) 290 km in 7 uur 35 min. 52 sec. (gem.
snelheid 38.074 'km/uur), 2. Adorni (Italië) z.t.,
3. Poulidor (Frankrijk) z.t., 4. Simpson (gr.
Brittannië) op 6 sec., 5. Zilioli (Italië) z.t., 6.
De Haan (Nederland) z.t., 7. Anquetil (Frank
rijk) z.t., 8. Manzaneque (Spanje) z.t., 9. Sta-
blinski (Fr.) op 38 seconden, 10. Cribiori (It.),
11. Beheyt (Belg), 12. Oldenburg (Did), 13.
Wright (G.B.), 14. Durante (It.), 15. Junker-
mann (Did), 17. Post (Ned.), 18. Altig (Did),
21. Bockland (Belg), 23. Mealli (It.), 25. Geor
ges Groussard (Fr.), 27. Zilverberg (Ned.), 29.
Geldermans (Ned.), 32. Van Looy (Belg.), 33.
Anglade (Fr.) alien in dezelfde tijd als Sta-
tyfriski, 35. Haast (Ned.) op 1 min:. 11 sec, 36.
Setts (Belg.) z.t., 37. Den Hartog (Ned.) z.t.
De uitstag by de amateur-s.was zaterdag: 1.
l\frerkck>x (België)-4.39.10~over de 185,6 km, 2.
op 27 sec.: Planckaert (België), 3. Goesta
Petterson (Zweden), 4. Bazire (Frankrijk), 5.
Raymond (Frankrijk) 4.39.37, 6. Petriv (Rus
land), 7. Steevens (Nederland), 8. Van der
Vleuten (Nederland), 9. Zanin (Italië), 10. Ar
mani (Italië), 11. Kudra (Polen), 12. Riemann
(Duitsland), 13. Hojlund (Denemarken), 15.
Cornelissen (Nederland), 16. Spruyt (België),
17. Godefroot (België), 18. Wuillemin (Fr.), 19.
Eric Pettersin (Zweden), 20. Rodriquez (Span
je), 21. Lewis (G.B.), 22. West (G.B.), 23. Jour-
den (Fr.), 24. Julo (Hongarije), 25. Gimondi
(Italië), allen z.t. als Raymond, 44. Tummers
(Nederland) op 1.56, 46. Karstens (Nederland)
op 2.18.
Het is een schitterend weekeinde ge
weest voor de Nederlandse sport. In
Frankrijk behaalde Jan Janssen als twee
de Nederlander in de wielergeschiedenis
het wereldkampioenschap van de beroeps
renners op de weg. Deze triomf, behaald
op eigen kracht en los van combines (we
denken aan het schandaal van vorig jaar
Van LooyBeheyt) kan van grote beteke
nis zijn voor de ontwikkeling van de wiel
rennerij in Nederland.
Er is dit jaar al een begin gemaakt
met de sponsoring van een team Neder
landse coureurs. Iedereen heeft het ech
ter spijtig gevonden, dat er geen Neder
landse formatie van de sterkste vader
landse renners op de been gebracht kon
worden. Nu gebleken is, dat Nederland
inderdaad op de hoogste tree van de
wielrensport kan plaats nemen, zal de
kans op het formeren van een sterke Ne
derlandse ploeg zeker vergroot worden.
Jan Janssen zal daar niet bij zijn. Hij
heeft wel de sprint aangetrokken voor
zijn Nederlandse collega's door dit we
reldkampioenschap te winnen.
In Milaan heeft het Nederlands honk
balteam opnieuw het Europese honkbal
kampioenschap veroverd. Dat geeft reden
tot verheugenis. Bij dit kampioenschap
zijn echter ook bedenkingen. Er zal een
andere formule gevonden moeten worden.
Daarover is de Europese Honkbal Federa
tie het wel eens. Het heeft geen zin om
op de oude voet door te gaan. Nederland
en Italië zijn te sterk. Zoals het nu is
gegaan is het toernooi tot een aanfluiting
geworden. Zolang de andere landen ver
achter blijven zullen Nederland en Italië
in een tweekamp van meerdere wedstrij
den tegen elkaar om de titel moeten strij
den.
In dit zo verheugend verlopen weekeinde
heeft de TV duidelijk tekort geschoten.
Van het honkbal hebben we alleen op de
TV een niet te verstaan telefoongesprek
kunnen „zien" en de foto van een Ita
liaans zitvlak. C'était tout. Van het wiel
rennen was er een heel klein stukje met
net-aan de finish, wel uitgebreide uitrei
kingen van atletiekprijzen. Het commen
taar van Barendse was onder de maat
Arie van Vliet zal, zo heeft NOC-voor
zitter ir. A. Paulen in Sallanches meege
deeld, voor rekening van het Nederlandsch
Olympisch Comité naar de Olympische
wielerwedstrijden van Tokio reizen. De
Nederlander, die bij de wereldkampioen
schappen in Sallanches als commissaris op
de weg en de baan debuteerde, zal in
Tokio zitting nemen in de jury van de
wielerwedstrijden. Deze mogelijkheid was
opengesteld door de UCI (Internationale
wieier federatie) die zelf de Zwitser
Stampfli, de Belg Wouters en- de Frans
man Chesal al had aangewezen.
Door het behalen van de wereldtitel is
Jan Janssen opgerukt naar de tweede
plaats in het klassement Super Prestige
Pernod. Onze landgenoot behaalde 180
punten, 50 minder dan Raymond Poulidor
die de ranglijst aanvoert. Jacques Anque
til is derde met 165 punten.
Grauwer dan de uren tevoren werden
opeens de wolkenmassa's voor Eddie Beu
gels. De jongen uit Sittard veegde de mod
derspatten nog eenmaal uit zijn ogen.
Krampachtig grepen zijn handen in de
bocht van zijn stuur. Hij grauwde naar
de Spanjaard die naast hem zwoegde.
Vergeefs zochten zijn vingers naar een pas
sende versnelling in dit machtige en mee
dogenloos uitputtende tweegevecht Voor
Beugels reed in prachtige cadans, de ne
gentienjarige Belg Eddie Merckx. Vijf mi
nuten later werd de Belgische Eddie als
de nieuwe wereldkampioen van de ama
teurs gehuldigd. Onstuitbaar was de jonge
Belg in zijn laatste rush geweest. Precies
op het juiste ogenblik sloeg hij toe, zoals
zijn leermeester het hem moet hebben
verteld in die lange gesprekken, thuis,
in het kleine Sint Pieters Woluwe, vlak bij
Brussel. Zijn leermeesterFelicien Ver-
vaecke. De glorieuze bergkoning uit voor
oorlogse toerjaren, de slimme Felicien,
die groot werd door zijn toerinzicht. „Een
type als uw Post" zeiden de Belgen trots.
Een coureur met stijl dus en n, die bril
jant kan zjjn door koele berekening en ex
plosies van ongebreidelde kracht.
Zestien maal besprongen de amateurs
de flanken van de Mont Blanc. Meer dan
170 kilometer lang werd het veld aange
voerd door steeds weer andere, jonge en
vaak nog zo onervaren coureurs. En al
tijd was daar 'n Nederlander bij. De oran-
jeploeg heeft het wereldkampioenschap
der amateurs gemaakt, zij regelde de koers,
schoof steeds weer nieuwe pionnen naar
voren. Altijd en overal waren er die oran
je truien, driftig sleurend aan 'n kopgroep-
je en, daarachter, hqt tempo van het pe
loton drukkend. Maar op het beslissende
ogenblik ontbrak Nederland. Toen Eddie
Merckx achterom keek, zag hij een land
genoot als tweede finishen. Toen gedesillu
sioneerde oranjerenners het traditionele
„toch goed gereden jongens" te horen kre
gen, toen zei Harry Steevens alleen maar:
„Och, wat heb je aan een zevende plaats
in een wereldkampioenschap?"
Een zevende plaats. Meer leverde het
niet op, dat Jos van der Vleuten al bij
de eerste doorkomst (na 11 kilometer) al
leen was weggesprongen. Dat Cornelissen
in de volgende ronde het peloton aanvoer
de. Dat Steevens, Karstens en Van der
Vleuten na 44 kilometer comfortabel in een
kopgroep van 10 man zetelden. Al die Ne
derlandse wapenfeiten het wordt een
Eddy Merkx
lange lijst: Karstens op avontuur met da
Rus Vjaravas, die kampioen van zijn land
is. Beugels voorop, met de Franse kam
pioen Raymond in zijn kielzog en de Zwit
ser Jaisli als derde man. Eddie Merckx
nam het zekere voor het onzekere. Hij
wipte uit het peloton en opeens was daar
een kopgroepje met inhoud ontstaan. Dat
vond tenminste Henk Cornelissen, die, na
dat hij al viermaal van fiets moest ver
wisselen, onstuimig demareerde en aan
sluiting vond. Nederland mocht tevreden
zijn: twee man voorop. Maar wat heet te
vredenheid, als nog 70 klimmende en da
lende kilometer wachten? Na elf ronden
(120 kilometer) was alles weer bijeen. En
ervaren renners in de groep wachtten glim
lachend op nieuwe initiatieven. Die kwa
men o.a. van Van der Vleuten.
Eddie Beugels bracht, met de Spanjaard
Tares, de Italiaan Armani en de Belg Her
man van Loo tekening in de slotfase. Het
werd een machtig eindspel. De vier voor
op namen twintig seconden op een waak
zaam peloton. Toen demonstreerde Merckx
zijn pure kracht in een perfecte wip Hij
legde het veld zijn wil op, zoals hij dat
vorig seizoen in dertig gewonnen Belgi
sche koersen deed.
Merckx bereikte de kop na een machtige
rush. Karstens sprong hem achterna. Ook
Karstens zou de kop bereiken.maar
op het moment dat de enige coureur, die
wellicht Merckx van de regenboogtrui
had kunnen afhouden, bijna aansluiting
kreeg, liep zijn band leeg. Karstens moest
van de fiets, kreeg uit de materiaalwagen
een veel te kleine machine in ruil en viel
ver terug.
Vijf renners voorop in de laatste ronde.
Prachtig speelden de twee Belgen Van Loo
en Merckx het spel. Van Loo sprong weg,
Beugels ging hem halen. Nog eens en nog
eens tastten de Belgen de krachten van
de Limburger aan. Het werd allemaal te
veel voor Beugels. „Het was erop of er
onder", vertelde hij later. „Ik dacht: ik
probeer het zelf ook nog een paar keer,
misschien storten die Belgen wel in, niet
ik". Maar toen hij dat uiteen zette stond
Eddie Merckx op het erepodium.