IN 1963: 1.400 ZEESCHEPEN
EN 13.000 BINNENSCHEPEN
Aanleg van tweede zeehaven nodig
voor schepen boven de 60.000 ton
ZATERDAG 12 SEPTEMBER 1964
5
Centrale radiopost
Rijksbinnenhavens
Langere kade
Reportage: G. v. Berkel
Tweede zeehaven
IET 1
Veilig werken
Jj&0
De machtige, met glinsterend stof bepoederde stalen arm van de zwenkkraan
zweeft boven de ertstanker die zijn als afgronden zo diepe ruimen heeft open
gelegd. Met gapende kaken hangt de kolossale grijper zes kubieke meter in
één hap boven de schemerige diepte. Dan, als een door honger gekwelde
havik, schiet hij omlaag en begraaft zijn bek knersend in de berg groferts in de
buik van het schip. Even later stijgt en zwenkt de grijper triomfantelijk tot boven
de trechter naast de kraan waarin de tonnen zware last met een geraas als van
trommelvuur verdwijnt. Miljoenen tonnen grondstof voor de Koninklijke Neder -
landsche Hoogovens en Staalfabrieken in IJmuiden hebben al op deze wijze de
korte luchtreis tussen schip en wal gemaakt. Erts en kolen uit vrijwel alle wereld
delen vinden hun weg naar het gigantische bedrijf naast de deur van het Noord
zeekanaal. Ruwijzer, walsprodukten, schrot, kunstmest en cement worden er
in zeeschepen, lichters, Rijnaken en kustvaarders gestouwd voor het verdere
transport naar alle windstreken van het Europese vasteland. Rotterdam en
Amsterdam mogen havensteden van wereldfaam zijn, de havens van Hoogovens
komen in ons land wat het aantal aan- en afgevoerde tonnages betreft onbetwist
op de derde plaats. In 1963 werd in het havencomplex van Hoogovens door
1.400 zeeschepen en 13.000 binnenschepen 5.140.158 ton gelost en 2.493.000 ton
geladen.
Ter illustratie van de nog jaarlijks toe
nemende bedrijvigheid in deze havens ge
durende de laatste jaren vermelden wij
dat in 1953 bij Hoogovens 2.661.383 ton
goederen werden aangevoerd en 1.530.222
ton afgevoerd, totaal 4.191.605 ton. In tien
jaar tijds werd de hoeveelheid in de Hoog
ovens-havens behandelde goederen dus
bijna verdubbeld..
willen zij zich in het wereldgoederenver-
keer handhaven, een uitermate belangrijke
zaak is hun havenaccommodatie en -outil-
Gezicht op de Staalhoven waar
jaarlijks enkele duizenden binnen
schepen komen laden of lossen.
niet zo aan één plaats gebonden als zij
die in andere takken van het bedrijf wer
ken", aldus de heer Jongtien. „Het is dan
ook zo, dat mensen die eenmaal bij ons
havenbedrijf of bij het railvervoer werk
zaam zijn slechts node deze werkkring
verlaten".
In de centrale radiopost aan de buiten
haven gaat een zoemer. De grote vensters
bieden een onbelemmerd uitzicht op de
zeeschepen die aan de kade van hun lading
worden verlost of aan de meerpalen op
hun beurt liggen te wachten. De bedie
ningsman neemt de hoorn van de telefoon
op. Een stem geeft kort en zakelijk een
inlichting over de stand van zaken bij
een of ander karwei in de haven. Voor
de bedieningsman staat een maquette van
de kade met zijn vijf kranen, bijbehoren
de weegwagens en sporen. Op die manier
kan hij met één oogopslag zien over welk
onderdeel van het havenbedrijf het gaat
en waar zich een eventuele moeilijkheid
in het werk voordoet. Dit radio-commu
nicatiesysteem maakt het de bedrijfs
leiding mogelijk zich in de kortst moge
lijke tijd te oriënteren over iets dat zich
honderden meters van het bedrijfskantoor
afspeelt.
Op en boven het ertsveld opereren drie
enorme brag- of opslagkranen. Deze kra
nen zijn 30 meter hoog en hebben een
vrije overspanning van 60 meter. Eén van
de opslagkranen heeft een hefvermogen
van 21 ton, de twee andere van elk 40
ton. Langs het gehele bijna een kilometer
lange ertsveld loopt een transportband
voor net verplaatsen van de ertsen van
de opslagkranen naar de installaties waar
deze grondstoffen een verdere behandeling
ondergaan.
In de tweede Rijksbinnenhaven, en wel
in het westelijk gedeelte, worden voor
namelijk kolen uit Duitsland en België
per binnenschip aangevoerd. In 1963 losten
hier 584 schepen meer dan een half mil
joen ton kolen. Het oostelijk gedeelte heeft
de Cementfabriek Cemij in gebruik en
beheer.
De eerste Rijksbinnenhaven wordt hoofd
zakelijk gebruikt voor de afvoer van giet
ijzer en walserijprodukten. Aangevoerd
worden verschillende grondstoffen voor
de hoogovens en staalfabrieken. In 1963
laadden in deze haven 251 zeeschepen
totaal 185.977 ton en vertrokken 1380
lage aan deze ontwikkeling aan te passen.
Dat houdt in dat de havens ook voor de
gijootste ^èeschepép tq^gankelijk moeten
zijn en dat de havenuitrusting (kranen,
opslag, transportmiddelen) er op berekend
is de grootste lading in de kortst moge
lijke tijd te verwerken.
De in 1924 in bedrijf genomen buiten-
of zeehaven van Hoogovens staat in direc
te verbinding met de Noordzee. Een be
langrijk voordeel daarvan is dat de sche-
een draagvermogen tot 35.000 ton en met
een maximum toegestane diepgang van
34 voet.
Het goederentransport over zee eist
steeds grotere schepen. Het ligt dus voor
de hand dat het voor de grote havens,
Hoogovens in IJmuiden heeft een van
de drukst bevaren havens van ons
land. Vooral ertstankers zijn er een
vertrouwde verschijning. Op de ach
tergrond een van de reusachtige
brugkranen waarmee de schepen
van hun kostbare lading worden
verlost.
pen zich het tijdrovende schutten in een
sluis kunnen besparen. Een nadeel is dat
de waterstand in zo'n buitenhaven onder
hevig is aan het getij. De 12,5 meter diepe
buitenhaven van Hoogovens is op het
ogenblik toegankelijk voor schepen met
i:W*
De lengte van de kade in de buiten
haven is 330 meter. Al geruime tijd doet
zich hier de behoefte voelen aan een ver
lenging van de kade waardoor meer sche
pen dan thans het geval is tegelijk gelost
of geladen kunnen worden. Er worden dan
ook voorbereidingen getroffen om deze
wal met 80 meter te verlengen. Binnen af
zienbare tijd zullen hier twee grote of drie
kleinere schepen achter elkaar ligplaats
kunnen kiezen. Dit brengt met zich mee
dat ook de laad- en losuitrusting van de
buitenhaven een geduchte uitbreiding zal
moeten ondergaan wil het voordeel van een
ruimere afmeergelegenheid volledig uit
gebuit worden. Zo denkt men bijvoorbeeld
aan het plaatsen van speciale kolentrans-
portbanden die de huidige loscapaciteit
van 500 ton per uur kunnen opvoeren tot
1200 ton per uur.
Ook de kranen in de buitenhaven zullen
met de ontwikkeling naar grotere en bre
dere schepen mee moeten gaan. Een
vlucht van 22 meter voor een havenkraan
zal vrij spoedig niet meer toereikend zijn
voor schepen die een breedte van 28 tot
30 meter hebben.
De plannen van Hoogovens met betrek
king tot accommodatie van de buitenhaven
gaan zelfs nog aanzienlijk verder. Men
houdt er namelijk ernstig rekening mee
dat het in een niet zo verre toekomst nood
zakelijk zal zijn een tweede buitenhaven
te graven speciaal voor schepen van 60.000
en meer ton. Deze nieuwe buitenhaven zal
oostelijk van de bijleggershaven komen te
liggen. De bijleggershaven zelf zal dan
grotendeels worden gedempt.
Buiten de zeehaven die met haar water
oppervlakte van 17,5 hectare verreweg de
ovens over nog vier havenaccommodaties,
t.w. de drie Rijksbinnenhavens en de Staal-
haven. Het totale havencomplex beslaat
een wateroppervlakte van maar liefst
50 hectare. Dat is een zevende deel van het
Hoogoventerrein dat bebouwd is.
Ruim twintig kranen, in hefver
mogen variërend van 5 tot 25 ton, hel
pen de mens moeiteloos waar zijn krach
ten tekort schieten. De modernste tech
nische hulpmiddelen stellen hem in staat
een efficiënte werkwijze te koppelen aan
een grote mate van veiligheid.
WÊm I
In de centrale radiopost aan de zee
haven wordt dag en nacht over de
stand van zaken bij het laden of los
sen geïnformeerd. Op deze manier
kan een letterlijke of figuurlijke kink
in de kabel snel worden verholpen.
de man die van afwisseling en een zekere
mate van vrijheid houdt bijzonder aan
trekkelijke mogelijkheden. Door de aard
van hun werk zijn onze locodrijvers, kraan
drijvers, rangeerders, veiligheidslieden en
bootslieden om maar enkele te noemen
Het transport van de zware rollen
walsmateriaal vereist bijzondere zorg.
De geringste onoplettendheid kan
fatale gevolgen hebben.
binnenschepen met totaal 305.809 ton aan
lading.
In de derde Rijksbinnenhaven wordt
voornamelijk walsmateriaal verladen, ter
wijl de aanvoer bestaat uit blokken, plak
ken en warm gewalste rollen. Aanvoer
in 1963 door 92 zeeschepen 180.322 ton
en door 82 binnenschepen 362.993 ton. De
aanvoer in dat jaar was-481.337 ton door
495 zeeschepen en 362.993 ton door 1128
binnenschepen.
Het Staalhavencomplex dat min of meer
in het centrum van het Hoogovenbedrijf
is gelegen, staat via een binnenkanaal
in verbinding met het Noordzeekanaal.
Twee bruggen over het verbindingskanaal
versperren de doorvaart voor schepen die
hoger zijn dan 6,75 meter +NAP. In het
noordelijk gedeelte van de Staalhaven
wordt in hoofdzaak schrot aangevoerd
en in het zuidelijk deel diverse grond
stoffen voor o.a. de Mekog en staal
fabrieken. Aangevoerd werden hier in
1963 6.980 ton door 16 zeeschepen en
717.518 ton door 2682 binnenschepen. De
afvoer bedroeg 137.448 ton door 641 bin
nenschepen.
Het railvervoer neemt in de afdeling
Havens en Vervoer van Hoogovens een
zeer groot deel van de interne transporten
voor zijn rekening. Men beschikt over een
eigen spoorwegnet (normaal spoor) dat een
lengte van 148 kilometer heeft. Negen jaar
geleden was dat nog maar 60 kilometer,
In het spoorwegnet bevinden zich niet
minder dan 700 wissels waarvan een ge
deelte vanuit twee seinhuizen elektrisch
worden bediend.
Hoe druk het spoorverkeer bij Hoog
ovens is moge blijken uit het feit dat
bijvoorbeeld in het zgn. Elektrisch Em
placement West dagelijks ongeveer 800
treinen passeren, een gemiddelde van een
trein per 2 minuten.
Het wagenpark van. het railvervoer om
vat 786 bedrijfswagens met een totaal
draagvermogen van 50.000 ton.
Behalve deze bedrijfswagens rijden da
gelijks gemiddeld ongeveer 200 wagens
van de Nederlandse Spoorwegen af en
aan. Jaarlijks komen rond 45.000 N.S.-
wagens met hun lading het Hoogoven
complex binnenrijden. Het aantal N.S.-
wagens dat per .iaar beladen hef bedrijf
verlaat bedraagt circa 20.000. In 1963 werd
door de afdeling Railvervoer 15,5 miljoen
ton materiaal vervoerd, waarvan met
eigen wagens 13,5 miljoen ton en de rest
per N.S. In totaal werken er bij het
spoor van Hoogovens 590 man; ruim 95
percent van hen werkt in ploegendienst.
Bovenstaande cijfers tonen duidelijk aan
dat havens en vervoer bij een wijdvertakte
onderneming als Hoogovens van vitaal
belang zijn voor een goede bedrijfsorgani
satie, ja zelfs onmisbaar zijn voor een
industrie, waarvan velen bij haar vestiging
in 1918, ver verwijderd als zij lag van
kolen- en ijzermijnen, weinig gunstige
resultaten verwachtten. Hoe deze pes
simisten ongelijk hebben gekregen heeft
Hoogovens IJmuiden in de 46 jaar van
zijn bestaan meer dan afdoende bewezen.
Een vrachtschip wordt de buiten
haven van Hoogovens binnengesleept.
Deze haven staat in directe verbin
ding met de Noordzee, zodat het
schutten in een van de IJmuidense
sluizen niet nodig is.
HOOGOVENS HEEFT NA ROTTERDAM
EN AMSTERDAM DE DRUKSTE HAVEN
„Wij zijn er ons voortdurend van be
wust dat elke technische vooruitgang van
onze havenoutillage tevens een maximale
beveiliging van onze werknemers moet
inhouden. Zo niet dan is er van een wer
kelijke verbetering van de werkmethode,
al is die nog zo vernuftig, geen sprake.
Veiligheid gaat bij ons voor alles."
Dat zegt de heer F. E. Jongtien, hoofd
van de sector Havens en Vervoer van
Hoogovens waar 1200 man werkzaam zijn
verdeeld over het railvervoer, de havens,
de bedrijfsdienst en het wegvervoer.
„De transportsector bij Hoogovens biedt