SHIRLEY I LP's zijn Terry's lievelingskostje Het van ééndags^ wereldoorlogje nazi*luitenant PANDA EN DE MEESTER-LEERLING PUZZEL NUMMER 51 U7 m ga xa a m a M22 n a a a ■xa m J. BRIJS „TOTAL" Kodak M M B IM XB M XB XM M M18 M" M M XB XM XB H B N MMM H^SI door Charlotte Brontë R9™" SM19 M32 Ons vervolgverhaal Merkwaardig voorspel tot Poolse tragedie v. DUIVENBQDEN N.V. Hollywood en de a.s. presidentsverkiezing LJo LJh j tpir VRIJDAG 18 SEPTEMBER 1964 15 Verraad „Met onze excuses... BENZINE - SERVICESTATION Wassen - smeren - reparatie Dag en nacht Zijlweg 39-41 - Haarlem Tel. 14308 De weg terug IN ONZE ETALAGE KRUISSTRAAT 22 VELOURS KENNERS KOPEN FILMS 1 2 3 4 ÜT 6 7 8 10 11 12 2 Léio 3 14 15~ 26 Ljj3° Ö34 W M31 28~ LJ36 9) Wat de slachtoffers betreft, wier enige rijkdom uit hun arbeid bestond en die deze rijkdom verloren hadden die geen werk en dus geen loon en dus geen brood kon den krijgen men liet hen aan hun droevig lot over, misschien was het onvermijdelijk: men kon de weten schap niet benadelen door haar ver beteringen niet aan te moedigen; er kon geen eind gemaakt worden aan de oorlog, doelmatige steun kon niet verstrekt worden: er was toen geen hulp; dus moesten de werklozen hun lot maar dragen zij aten as als brood en vermengden hun drank met tranen. Psalm 102 (vert.). Uit ellende komt haat voort: deze lijders haatten de machines, waar van zij geloofden dat ze hen brode loos maakten: zij haatten de gebou wen, waarin deze machines stonden; zij haatten de fabrikanten, die deze gebouwen in eigendom hadden. In de parochie Briarfield, waarmee wij op het ogenblik te maken hebben, was Hollow's Mill de plaats, die het meest verfoeid werd; Robert Moore was, in zijn dubbele kwaliteit van halve bui tenlander en doortastend man van de vooruitgang, degeen die het meest verafschuwd werd. En dit paste mis schien wel goed bij het temperament van Moore, beter dan in het algemeen gehaat te worden; vooral omdat hij overtuigd was, dat de zaak waarom hij gehaat werd, rechtmatig en nut tig was; en het was met een soort krijgshaftige opwinding, dat hij deze nacht in zijn kantoor op de aankomst van zijn wagens met onderdelen zat te wachten. De komst van Malone en diens gezelschap waren hem wellicht zeer weinig welkom: hij zou er de voorkeur aan gegeven hebben om al leen te zitten; want hij hield van een stille, sombere, onveilige eenzaam heid: het musket van zijn nachtwa ker zou hem voldoende tot gezelschap hebben gediend; de snel stromende beek in het dal zou hem voortdurend het gesprek verschaft hebben, dat zijn oor het liefst hoorde. Met de zonderlingste uitdrukking ter wereld had de fabrikant zowat tien minuten naar de Ierse hulppredi ker zitten kijken terwijl deze zich vol op van de punch bediende; toen op eens die gestadige blik uit de grijze ogen veranderde, alsof er iets anders te zien was tussen hem en Malone. Moore hief zijn hoofd op: „Chut!" zei hij op zijn Franse ma nier toen Malone een geluid maakte met zijn glas. Hij luisterde nog een ogenblik, stond toen op, zette zijn hoed op en ging de deur van het kan toor uit Het was stil en donker buiten en er bewoog niets; maar het water stroom de in volle vaart door; het deed aan een overstroming denken in de abso lute stilte. Het oor van Moore echter ving nog een ander geluid op heel in de verte, maar ongelijk afge broken en stotend; in het kort, een geluid van zware wielen, die over een steenachtige weg knarsten. Hij ging terug naar het kantoor en stak een lantaarn aan, daarmee liep hij de bin nenplaats van de fabriek over en be gon de hekken open te maken. De zware karren kwamen er aan; de ge weldige hoeven van de trekpaarden kon men horen plassen in modder en water. Moore riep hen aan: „Hé daar, Joe Scott! Is alles in orde?" Waarschijnlijk was Joe Scott nog te ver weg om de vraag te verstaan, hij antwoordde niet. „Is alles in orde, zeg ik!" vroeg Moore weer, toen de neus van het olifant-achtige eerste paard bijna te gen de zijne aankwam. Er sprong iemand uit de voorste wagen op de weg, een stem riep hardop: „Ja, ja, duivel, alles is in orde! Wij hebben ze stukgesmeten." En toen holde hij weg. De wagens stonden stil; er was niemand meer in. „Joe Scott!" Geen Joe Scott ant woordde. „Murgatroyd! Pighills! Sykes!" geen antwoord. De heer Moore hief zijn lantaarn in de hoogte en keek in de voertuigen; er waren geen mannen en geen machines; ze waren leeg en verlaten. Nu hield de heer Moore van zijn machines; hij had de laatste rest van zijn kapitaal in de koop van deze ra men en scheerders gestoken, die van nacht verwacht werden; speculaties, waarvan veel afhing voor zijn belan gen, stonden in verband met de resul taten van deze machines; waar wa ren ze? De woorden „Wij hebben ze stuk gesmeten!" klonken nog in zijn oren. Wat voor invloed had deze ramp op hem? Bij het licht van de lantaarn, die hij vasthield, kon men zien hoe zijn gelaatstrekken zich in een vreemde glimlach ontspanden; de glimlach van een vastbesloten man, die op een kritiek ogenblik in zijn leven voelt, dat er zware eisen aan hem gesteld worden, dat de spanning moet worden doorstaan en de weer stand vol moet houden of breken. Toch bleef hij zwijgen en stond zon der te bewegen; want op dat ogen blik wist hij niet wat hij moest doen of zeggen. Hij zette de lantaarn op de grond, en stond met de armen over elkaar geslagen, keek naar be neden en dacht na. Een ongeduldig getrappel van een van de paarden maakte, dat hij even later opkeek; zijn oog werd getroffen door de glans van iets wits, dat aan een stuk van het tuig was vastge maakt. Toen hij het bij het licht van de lantaarn onderzocht, bleek dit een opgevouwen stuk papier te zijn een briefje. Er stond geen adres op; bin nenin was het opschrift: „Aan de Duivel van Hollow's Mill". Wij zullen de rest van de spelling, die heel eigenaardig was, niet weer geven, maar het leesbaar maken. Het luidde als volgt: „Uw helse machines liggen in stukken op Stilbro' Moor en uw ar beiders liggen aan handen en voeten gebonden in een greppel aan de kant van de weg. Neem dit als waarschu wing van mannen die zelf honger lij den en vrouwen en kinderen hebben, die honger lijden, om naar toe te gaan als ze deze daad verricht heb ben. Als u nieuwe machines neemt of op een andere manier doorgaat op dezelfde wijze, zult u weer van ons horen. Pas op!" „Weer van jullie horen? Ja, ik zal weer van jullie horen en jullie van mij. Ik zal meteen met jullie spreken; op Stilbro' Moor zullen jullie direct iets van mij horen." Nadat hij de wagens binnen het hek had gebracht, haastte hij zich naar de woning. Toen hij de deur had open gedaan, zei hij vlug maar rustig een paar woorden tegen de twee vrouws personen, die door de gang aan kwa men lopen. Hij kalmeerde de duide lijke bezorgdheid van de ene met een kort geruststellend verslag van wat er gebeurd was; tegen de ander zei hij: „Ga naar de fabriek, Sara hier is de sleutel en luid de fa- brieksbel zo hard als je kunt; daar na moet je nog een lantaarn halen en mij helpen de voorkant te verlichten." Toen hij bij zijn paarden terug kwam, spande hij ze uit, gaf ze voer en zette ze snel maar zorgzaam op stal, terwijl hij onder deze bezighe den nu en dan ophield om te luisteren of hij de fabrieksbel hoorde. Na een poosje begon het luiden met een on regelmatig, maar hard en onheilspel lend lawaai; het haastige, zenuwach tige schallen leek dringender dan wanneer de oproep met een vaste, ge oefende hand had plaats gevonden. In die stille nacht, op dat ongewone uur, werd het wijd en zijd in de buurt ge hoord; de gasten in de keuken van Redhouse schrokken op van het ge galm: en verklaarden dat „er iets anders dan gewoon te doen moest zijn in Hollow's Mill", zij riepen om lan taarns en kwamen allen tezamen haastig aanlopen. En nauwelijks wa ren zij met hun glimmende lantaarns op de binnenplaats verzameld of er werd paardegetrappel gehoord en een kleine man met een schuithoed op, kaarsrecht op de rug van een ruige pony, kwam op zijn gemak aanrij den, gevolgd door een aide-de-camp, die op een groter paard gezeten was. (Wordt vervolgd Terry Smith, een veertigjarige Brit uit Bournemouth heeft een benijdens waardige spijsvertering. Behalve de ge wone kost die de pot in den huize Smith schaft, verschalkt Terry van tijd tot tijd ook een paar borden, een kop-en- schotel, een restje oude gloeilampen of een scheermesje, die hij langzaam en genietend tussen zijn tanden fijn- maalt alvorens ze door te slikken. En dat alles zonder dat hij er enige schade aan zijn interieur van ondervindt. Reeds vele malen is hij door artsen, röntgenologen en andere experts onder zocht, zonder dat er evenwel ooit een verklaring voor dit „medisch raadsel" gevonden is. Terry's maag- en slok darm zijn naar alle waarschijnlijkheid in geen enkel opzicht anders dan die van een normale, gezonde volwassene en van littekens of andere beschadi gingen is nooit een spoor gevonden. Vanwaar echter die vreemde liefheb- berij? Och, zegt hij, „da's gewoon een kwestie van gewoonte. Andere lui kauwen lucifershoutjes, propjes papier en draadjes, ik heb graag wat ste viger kost. Terry begon toen hij acht jaar was met kauwen op stukjes glas en hij is er sindsdien onverdroten mee doorge gaan., ,Mijn vader was ook een bij zonder man," onthult hij, „die wandel de vaak over gloeiende kolen. Vandaar, denk ik. In de oorlog diende Terry Smith onder andere in India, waar hij zich in yoga oefende. Hij bracht het er vrij ver in, zoals een gewaarmerkt ver haal van zijn toenmalige commandant (niemand minder dan de Britse atle- tiekkampioen Jack Lovelock) bewijst. Deze was er getuige van dat Terry bij een bokswedstrijd twee vingers en zijn neusbeen brak. Smith bokste de partij ten einde alsof er niets aan de hand was. Smith heeft nooit geprobeerd, met zijn vreemde hobby geld te verdienen; zijn werk als lasser laat hem weinig tijd voor schnabbels. Hij hoopt echter, eenmaal voor de t.v. een staaltje van zijn kunnen te tonen. „Dan eet ik met een een paar van die langspeelplaten op, waarmee de televisiejongens hun pauzes plegen te vullen," belooft hij. „LP-tjes zijn trouwens mijn lievelings kostje, lekker knapperig en zo..." (Van onze correspondent) Hij heette Hans Albreeht Herzner en hij was luitenant in Hitiers weermacht. Zijn naam zou voorgoed vergeten zijn, als niet onlangs in Duitsland gevonden, geheime documenten een merkwaardig wapenfeit uit de nazi-annalen aan het licht hadden gebracht. Herzner veroverde met een handjevol Duitse soldaten in 1939 de Jablonkapas op de grens tussen Slowakije en Polen. Deze militaire actie gebeurde geheel in overeenstemming met het beruchte „plan-wit", dat het nazi-opperbevel voor de inval in Polen had opgesteld. Het merkwaardige echter is, dat Herzner zijn verovering deed op de 26ste augustus 1939, zes dagen vóór de tweede wereldoorlog officieel begon met de laffe Duitse inval in Polen. Aanvankelijk had Hitier namelijk het plan gehad, op 26 augustus zijn agressieve plannen ten aanzien van Polen ten uitvoer te brengen. Op het laatste ogenblik echter veranderde hij van gedachten. OM TWEE MINUTEN over drie in de middag van de 25ste augustus 1939 gaf Hitier zijn generaals opdracht naar Polen op te marcheren. Vier uur later kwam de tegenorder. Tweeënhalf miljoen soldaten konden opgelucht ademhalen: de vrede was blijkbaar toch nog gered. Maar luitenant Herzner, die aan het hoofd stond van een klein commando in Cadca, Slowakije, wist van niets. De vol gende ochtend, om twintig minuten over vier was hij al druk bezig met de uitvoe ring van zijn opdracht: het innemen van de voor de opmars van het Duitse leger zo belangrijke Jablonkapas. Op dat tijd stip keken op het Poolse station van Mos- ty, even voorbij de Pools-Tsjechische grens enkele Poolse soldaten, douaniers en spoormannen stomverbaasd en doodsbe nauwd in de lopen van vier Duitse ma chinegeweren. Buiten weerklonken ge weerschoten: Poolse troepen waren reeds met een tegenaanval begonnen. Een van Herzners mannen werd dodelijk getroffen. HERZNER WIST van de Duitse inlich tingendienst, dat de Polen de Jablonka- tunnel hadden volgestopt met explosieven en dat deze dus ieder ogenblik kon wor den opgeblazen. „Waar is de ontsteking?", schreeuwde hij nerveus. Een Poolse ver rader uit Jablonka, Anton Koelik, vertaal- 27. Opgetogen keek Joris naar het pakje bankbiljetten, dat Dongadïl op zo'n geheimzinnige manier uit de han den van een bankbediende had laten verdwijnen. „Dat hebt ge uitstekend gefupt, wonderlijk baasje!" sprak hij. „Van u kan een domme reus nog heel wat leren. Komaan, doe het nog eens voor, dan zal ik dit even vasthouden en Hij brak verschrikt af, want toen hij begerig de hand uitstak, was het geld plotseling ver dwenen. „Probeer jij het nu maar eens", zei Dongadil. „Maar maar waar is het opeens gebleven?" stamel de Joris onaangenaam verrast. „Dat kostelijke geld! Waar is het?" „Bedoel je die papiertjes?" vroeg Donga dil. „Die heb ik terug gefupt natuurlijk." En hij wees op de bankbediende, in wiens handen de biljetten weer plotseling waren teruggekeerd. De beambte zat doodstil en stdarde. Het was duidelijk, dat hij aan zichzelf begon te twijfelen de zijn woorden. „In het andere gebouw", antwoordde aarzelend een spoorwegem ployé, maar Herzner geloofde hem niet en besloot, een locomotief door de tunnel te laten rijden om de springlading ter plaatse onklaar te maken. „Jij gaat mee", zei hij kortaf tegen de Poolse spoorweg man. Koelik gaf later een uitvoerig rapport over de operatie-Jablonka aan de Duitse inlichtingendienst. „Met een Poolse loco motief en twee Poolse stokers vertrokken we van het station van Mosty om vijf uur 's morgens. Al bij de ingang van de tunnel werden wij beschoten door Poolse spoor wegpolitie. Ik beantwoordde het vuur. Toen wij voorbij de militaire post kwa men, werden wij beschoten met machine geweren. Ikzelf doodde een Poolse soldaat. Toen wij door de tunnel reden, probeerde ik de kabel van de springleiding te ver nielen. Ik slaagde erin de leiding op zes plaatsen met een ijzeren haak uit de rots wand te trekken". TEVERGEEFS, zoals spoedig bleek. Van half zes af die morgen had de verbindings officier van de zevende divisie, majoor Paul Reichelt, gepoogd, in contact te ko men met Herzner. De telefoon werd ech ter niet beantwoord en de majoor die Herzner moest meedelen, dat Hitiers oor log nog niet kon beginnen, vertrok daar om met grote spoed naar Cadca. Tot zijn grote schrik ontdekte hjj daar, dat voor Herzner de oorlog al lang en breed begon nen was. Niet minder dan veertig Polen hadden diens mannen gevangen genomen. Onmiddellijk werden deze krijgsgevan genen weer vrijgelaten. „Mijne heren, ik bied u mijn verontschuldigingen aan", zei Reichelt nederig. „U bent geen krijgsge vangenen. Er is geen oorlog. Een betreu renswaardig misverstand. De zaak zal grondig worden onderzocht en de schuldi gen worden gestraft. Intussen bevond Herzner zich nog steeds in Polen. Vanuit het kantoor van de sta tionschef probeerde Reichelt met hem in telefonisch contact te komen. Tevergeefs: de telefoonverbindingen met Mosty waren verbroken, de leidingen doorgesneden. Op hetzelfde ogenblik arriveerde Koelik met zijn locomotief uit Polen. Een ver twijfelde Reichelt hoorde zijn triomfante lijke rapport over zijn „heldendaad" in de tunnel somber aan. Inmiddels was ook de telefoonverbinding met Mosty hersteld. Advertentie Herzner zelf belde op: „Majoor, ik spreek vanuit het spoorwegstation van Mosty. Wij hebben het station ingenomen en onze ge vangenen daar opgesloten. Alles is volgens plan verlopen". Zegevierend klonk zijn stem door de telefoon. Reichelt kreeg haast geen kans Herzner af te breken. „Luister, luitenant, luister", riep hij vertwijfeld. „U moet de gevangenen onmiddellijk loslaten en zelf zo spoedig mogelijk Polen ver laten". Herzner snapte er niets van. Reichelt: „Het contact kan ieder ogen blik verbroken worden. U moet mijn or ders onmiddellijk opvolgen. Kom terug, zo vlug als mogelijk is". KORTE TIJD later daverde opnieuw een Poolse locomotief door de tunnel, maar nu in omgekeerde richting. Aan boord bevonden zich een beteuterde Herz ner en de resten van zijn expeditie-leger tje. Toen de locomotief zich nog tien me ter van de tunneluitgang bevond, weer klonk een hevige knal: de Polen hadden de ingang van de tunnel opgeblazen. Herz ner en zijn mannen renden voor hun le ven. Om half twee 's middags bereikten zij de Slowaakse grens. HERZNER'S privé-oorlogje had toen dertien uur geduurd. Later, toen Hitiers „plan-wit" toch uitgevoerd was, werd Herzner alsnog voor zijn Poolse avontuur beloond: hij kreeg het ijzeren kruis, tweede klasse. Hij heeft er niet lang van mogen genieten: op 3 september 1942 sneuvelde hij. Advertentie exposeren wij heden een zeer exclusieve reeks in 24 originele tinten. Kreukherstellend, licht-, kleur en wasecht. Prijs 15.90 Interieur-adviseurs GED. O. GRACHT 108 - HAARLEM Meubelshow: SPAARNE 11 HOLLYWOOD, (AP) De verkiezings strijd voor het Amerikaanse president schap, is ook tot de filmwereld doorge drongen. In Hollywood zijn de sterren en de bazen in drie kampen verdeeld: voorstan ders van Goldwater, Johnson-fans en da stillen, die niet willen zeggen voor wie ze zijn. Achter Goldwater staan o.a.: Cesar Ro mero, Robert Taylor, James Stewart, June Allyson, Pat Boone, John Payne, Irene Dunne, Hedda Hopper, Donna Reed, Tony Martin en Walt Disney. De voorstanders van Johnson zijn o.m.: Burt Lancaster, Kirk Douglas, Tony Cur tis, Marlon Brando, Paul Newman, Joan Wood, Janet Leigh, Natalie Wood, Frank Sinatra, Sammy Davis, Nat King Cole, Harry Belafonte, Eddie Fisher, Henry Fon da en Barry Sullivan. Tot de stillen behoren: Bob Hope, Bing Crosby en Cary Grant. De filmsterren van deze groep zijn van mening dat partij kiezen geen goede politiek is voor men sen, die bij de show-bussiness zijn. Jack L. Warner, in het verleden een van de grootste beijveraars voor de re publikeinse partij, zegt dat alleen God en hij zullen weten op wie hij dit jaar stemt. Producer-regisseur Mervyn Leroy, die in 1952 en in 1960 openlijk achter Dwight Eisenhower en Richard Nixon stond, zegt: „dit jaar doe ik niet aan de politiek". Arthur O'Connell is onlangs in 't huwe lijk getreden met een vrouw die reeds grote kinderen had. Een van zijn stiefdoch ters deelde op een kostschool in Washing ton een kamer met Peggy Goldwater. Daardoor was de familie O'Connell on langs aanwezig op de huwelijksreceptie van Peggy. „Ik weet dat ik de enige aanwezige was op de bruiloft, die een democratische ach tergrond had." „Iedereen zei tegen de senator dat hij of zij achter hem stonden. Mijn dochter wilde dat ik dat ook zou zeggen en het enige wat ik kon doen was letterlijk ach ter de senator staan, toen ik hem dat zei". „Dus heb ik niet gehuicheld. Ik stem op L.B.J.", aldus O'Connell. Advertentie Horizontaal woor den invullen die verticaal dezelfde betekenis hebben 1. Europeaan; 2. hoge priester te Silo; 3. verbond; 4. dun weefsel; 5. modder; 6. plaats in de staat Nevada; 7. verbond; 8. pluk; 9. oorlogs god; 10. plaats in Italië; 11. meisjes naam; 12. bontsoort; 13. hoofddeksel; 14. roemen; 15. omheinde ruimte; 16. vloeistof; 17. druk; 18. jongens naam; 19. aanspreek titel van een koning; 20. deel van de voet; 21. natriumhydro xide; 22. kelner; 23. gekheid; 24. riool; 25. dierenverblijf; 26. fijn garen weefsel; 27. wier; 28. verdriet; 29. hoenderachtige vogel; 30. opera van Verdi; 31. rivier in Italië; 32. vervelend; 33. zangstuk; 34. bolvormig; 35. meisjes naam; 36. bloedvat. Oplossingen, uitsluitend per briefkaart, dienen voor woensdag a.s. in ons bezit te zijn. OPLOSSING PUZZEL NUMMER 50. Horizontaal: 1. ma; 3. kalf; 7. eten; 10. N.M.; 12. arm; 14. malaria; 16. reu; 17. tin; 18. gebit; 19. een; 20. ha; 21. epos; 23. semi; 26. ni; 27. mees; 29. lama; 31. Ede; 33. dom; 35. lei; 37 no.; 38. egel; 40. geld; 43. Ee; 44. steur; 45. reëel; 46. li; 47. smak; 49. stal; 50. D.P.; 52. esp; 54. met; 56. Leo; 57. tong; 60. eend; 62. un; 64. stek; 66. Anlo; 67. mi; 68. aar; 70. leest; 72. net; 73. age; 74. per kara; 76. adi; 77. na; 78. blik; 79. ferm; 80. Ee. Verticaal: 1. mathoen; 2. aria; 4. A.M.; 5. Lagos; 6. fles; 7. Eris; 8. titel; 9. e.a.; 10. neen; 11. munitie; 13. Mn.; 15. A.B.; 16. re; 21. e.e.; 22. pergument; 24. malleabel; 25. i.m.; 27. me; 28. do; 30 al; 32. dosis; 33 dl.; 34. mg.; 36. Eelde; 38. ees; 39. era; 41. ert; 42. del; 46. leguaan; 48. km; 49. st; 51. positie; 53. pt.; 55. en; 56. Ld. 58. os; 59. gelei; 60. entre; 61. no.; 63. naga; 65. kerk; 66. Asaf; 67. mede 69. re; 71. E.K.; 72. na; 74. pl.; 75. ar. PRIJSWINNAARS PUZZEL no. 50 7,50: mevr. Ligtenberg, Previnaireweg no. 6, Nieuw-Vennep; ƒ5.00: Th. Rooze, Van Keulenstraat 51, Haarlem; 2,50: mevr. Lanser, Velserduinweg no. 280, IJmuiden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 15