SHIRLEY
I
LP's zijn Terry's
lievelingskostje
Het
van
ééndags^ wereldoorlogje
nazi*luitenant
PANDA EN DE MEESTER-LEERLING
PUZZEL NUMMER 51
U7
m
ga
xa
a
m
a
M22
n
a
a
a
■xa
m
J. BRIJS „TOTAL"
Kodak
M
M
B
IM
XB
M
XB
XM
M
M18
M"
M
M
XB
XM
XB
H
B
N
MMM
H^SI
door Charlotte Brontë
R9™"
SM19
M32
Ons vervolgverhaal
Merkwaardig voorspel
tot Poolse tragedie
v. DUIVENBQDEN N.V.
Hollywood en de a.s.
presidentsverkiezing
LJo
LJh
j
tpir
VRIJDAG 18 SEPTEMBER 1964
15
Verraad
„Met onze excuses...
BENZINE - SERVICESTATION
Wassen - smeren - reparatie
Dag en nacht
Zijlweg 39-41 - Haarlem
Tel. 14308
De weg terug
IN ONZE ETALAGE
KRUISSTRAAT 22
VELOURS
KENNERS
KOPEN
FILMS
1
2
3
4
ÜT
6
7
8
10
11
12
2
Léio
3
14
15~
26
Ljj3°
Ö34
W
M31
28~
LJ36
9)
Wat de slachtoffers
betreft, wier enige rijkdom uit hun
arbeid bestond en die deze rijkdom
verloren hadden die geen werk en
dus geen loon en dus geen brood kon
den krijgen men liet hen aan hun
droevig lot over, misschien was het
onvermijdelijk: men kon de weten
schap niet benadelen door haar ver
beteringen niet aan te moedigen; er
kon geen eind gemaakt worden aan
de oorlog, doelmatige steun kon niet
verstrekt worden: er was toen geen
hulp; dus moesten de werklozen hun
lot maar dragen zij aten as als
brood en vermengden hun drank met
tranen.
Psalm 102 (vert.).
Uit ellende komt haat voort: deze
lijders haatten de machines, waar
van zij geloofden dat ze hen brode
loos maakten: zij haatten de gebou
wen, waarin deze machines stonden;
zij haatten de fabrikanten, die deze
gebouwen in eigendom hadden. In de
parochie Briarfield, waarmee wij op
het ogenblik te maken hebben, was
Hollow's Mill de plaats, die het meest
verfoeid werd; Robert Moore was, in
zijn dubbele kwaliteit van halve bui
tenlander en doortastend man van de
vooruitgang, degeen die het meest
verafschuwd werd. En dit paste mis
schien wel goed bij het temperament
van Moore, beter dan in het algemeen
gehaat te worden; vooral omdat hij
overtuigd was, dat de zaak waarom
hij gehaat werd, rechtmatig en nut
tig was; en het was met een soort
krijgshaftige opwinding, dat hij deze
nacht in zijn kantoor op de aankomst
van zijn wagens met onderdelen zat
te wachten. De komst van Malone en
diens gezelschap waren hem wellicht
zeer weinig welkom: hij zou er de
voorkeur aan gegeven hebben om al
leen te zitten; want hij hield van een
stille, sombere, onveilige eenzaam
heid: het musket van zijn nachtwa
ker zou hem voldoende tot gezelschap
hebben gediend; de snel stromende
beek in het dal zou hem voortdurend
het gesprek verschaft hebben, dat zijn
oor het liefst hoorde.
Met de zonderlingste uitdrukking
ter wereld had de fabrikant zowat
tien minuten naar de Ierse hulppredi
ker zitten kijken terwijl deze zich vol
op van de punch bediende; toen op
eens die gestadige blik uit de grijze
ogen veranderde, alsof er iets anders
te zien was tussen hem en Malone.
Moore hief zijn hoofd op:
„Chut!" zei hij op zijn Franse ma
nier toen Malone een geluid maakte
met zijn glas. Hij luisterde nog een
ogenblik, stond toen op, zette zijn
hoed op en ging de deur van het kan
toor uit
Het was stil en donker buiten en er
bewoog niets; maar het water stroom
de in volle vaart door; het deed aan
een overstroming denken in de abso
lute stilte. Het oor van Moore echter
ving nog een ander geluid op heel
in de verte, maar ongelijk afge
broken en stotend; in het kort, een
geluid van zware wielen, die over een
steenachtige weg knarsten. Hij ging
terug naar het kantoor en stak een
lantaarn aan, daarmee liep hij de bin
nenplaats van de fabriek over en be
gon de hekken open te maken. De
zware karren kwamen er aan; de ge
weldige hoeven van de trekpaarden
kon men horen plassen in modder
en water. Moore riep hen aan:
„Hé daar, Joe Scott! Is alles in
orde?"
Waarschijnlijk was Joe Scott nog te
ver weg om de vraag te verstaan, hij
antwoordde niet.
„Is alles in orde, zeg ik!" vroeg
Moore weer, toen de neus van het
olifant-achtige eerste paard bijna te
gen de zijne aankwam.
Er sprong iemand uit de voorste
wagen op de weg, een stem riep
hardop: „Ja, ja, duivel, alles is in
orde! Wij hebben ze stukgesmeten."
En toen holde hij weg. De wagens
stonden stil; er was niemand meer in.
„Joe Scott!" Geen Joe Scott ant
woordde. „Murgatroyd! Pighills!
Sykes!" geen antwoord. De heer
Moore hief zijn lantaarn in de hoogte
en keek in de voertuigen; er waren
geen mannen en geen machines; ze
waren leeg en verlaten.
Nu hield de heer Moore van zijn
machines; hij had de laatste rest van
zijn kapitaal in de koop van deze ra
men en scheerders gestoken, die van
nacht verwacht werden; speculaties,
waarvan veel afhing voor zijn belan
gen, stonden in verband met de resul
taten van deze machines; waar wa
ren ze?
De woorden „Wij hebben ze stuk
gesmeten!" klonken nog in zijn oren.
Wat voor invloed had deze ramp op
hem? Bij het licht van de lantaarn,
die hij vasthield, kon men zien hoe
zijn gelaatstrekken zich in een
vreemde glimlach ontspanden; de
glimlach van een vastbesloten man,
die op een kritiek ogenblik in zijn
leven voelt, dat er zware eisen aan
hem gesteld worden, dat de spanning
moet worden doorstaan en de weer
stand vol moet houden of breken.
Toch bleef hij zwijgen en stond zon
der te bewegen; want op dat ogen
blik wist hij niet wat hij moest doen
of zeggen. Hij zette de lantaarn op
de grond, en stond met de armen
over elkaar geslagen, keek naar be
neden en dacht na.
Een ongeduldig getrappel van een
van de paarden maakte, dat hij even
later opkeek; zijn oog werd getroffen
door de glans van iets wits, dat aan
een stuk van het tuig was vastge
maakt. Toen hij het bij het licht van
de lantaarn onderzocht, bleek dit een
opgevouwen stuk papier te zijn een
briefje. Er stond geen adres op; bin
nenin was het opschrift:
„Aan de Duivel van Hollow's Mill".
Wij zullen de rest van de spelling,
die heel eigenaardig was, niet weer
geven, maar het leesbaar maken. Het
luidde als volgt:
„Uw helse machines liggen in
stukken op Stilbro' Moor en uw ar
beiders liggen aan handen en voeten
gebonden in een greppel aan de kant
van de weg. Neem dit als waarschu
wing van mannen die zelf honger lij
den en vrouwen en kinderen hebben,
die honger lijden, om naar toe te
gaan als ze deze daad verricht heb
ben. Als u nieuwe machines neemt of
op een andere manier doorgaat op
dezelfde wijze, zult u weer van ons
horen. Pas op!"
„Weer van jullie horen? Ja, ik zal
weer van jullie horen en jullie van
mij. Ik zal meteen met jullie spreken;
op Stilbro' Moor zullen jullie direct
iets van mij horen."
Nadat hij de wagens binnen het hek
had gebracht, haastte hij zich naar
de woning. Toen hij de deur had open
gedaan, zei hij vlug maar rustig een
paar woorden tegen de twee vrouws
personen, die door de gang aan kwa
men lopen. Hij kalmeerde de duide
lijke bezorgdheid van de ene met een
kort geruststellend verslag van wat
er gebeurd was; tegen de ander zei
hij: „Ga naar de fabriek, Sara
hier is de sleutel en luid de fa-
brieksbel zo hard als je kunt; daar
na moet je nog een lantaarn halen en
mij helpen de voorkant te verlichten."
Toen hij bij zijn paarden terug
kwam, spande hij ze uit, gaf ze voer
en zette ze snel maar zorgzaam op
stal, terwijl hij onder deze bezighe
den nu en dan ophield om te luisteren
of hij de fabrieksbel hoorde. Na een
poosje begon het luiden met een on
regelmatig, maar hard en onheilspel
lend lawaai; het haastige, zenuwach
tige schallen leek dringender dan
wanneer de oproep met een vaste, ge
oefende hand had plaats gevonden. In
die stille nacht, op dat ongewone uur,
werd het wijd en zijd in de buurt ge
hoord; de gasten in de keuken van
Redhouse schrokken op van het ge
galm: en verklaarden dat „er iets
anders dan gewoon te doen moest zijn
in Hollow's Mill", zij riepen om lan
taarns en kwamen allen tezamen
haastig aanlopen. En nauwelijks wa
ren zij met hun glimmende lantaarns
op de binnenplaats verzameld of er
werd paardegetrappel gehoord en een
kleine man met een schuithoed op,
kaarsrecht op de rug van een ruige
pony, kwam op zijn gemak aanrij
den, gevolgd door een aide-de-camp,
die op een groter paard gezeten was.
(Wordt vervolgd
Terry Smith, een veertigjarige Brit
uit Bournemouth heeft een benijdens
waardige spijsvertering. Behalve de ge
wone kost die de pot in den huize Smith
schaft, verschalkt Terry van tijd tot
tijd ook een paar borden, een kop-en-
schotel, een restje oude gloeilampen
of een scheermesje, die hij langzaam
en genietend tussen zijn tanden fijn-
maalt alvorens ze door te slikken. En
dat alles zonder dat hij er enige schade
aan zijn interieur van ondervindt.
Reeds vele malen is hij door artsen,
röntgenologen en andere experts onder
zocht, zonder dat er evenwel ooit een
verklaring voor dit „medisch raadsel"
gevonden is. Terry's maag- en slok
darm zijn naar alle waarschijnlijkheid
in geen enkel opzicht anders dan die
van een normale, gezonde volwassene
en van littekens of andere beschadi
gingen is nooit een spoor gevonden.
Vanwaar echter die vreemde liefheb-
berij? Och, zegt hij, „da's gewoon een
kwestie van gewoonte. Andere lui
kauwen lucifershoutjes, propjes papier
en draadjes, ik heb graag wat ste
viger kost.
Terry begon toen hij acht jaar was
met kauwen op stukjes glas en hij is
er sindsdien onverdroten mee doorge
gaan., ,Mijn vader was ook een bij
zonder man," onthult hij, „die wandel
de vaak over gloeiende kolen. Vandaar,
denk ik.
In de oorlog diende Terry Smith
onder andere in India, waar hij zich
in yoga oefende. Hij bracht het er
vrij ver in, zoals een gewaarmerkt ver
haal van zijn toenmalige commandant
(niemand minder dan de Britse atle-
tiekkampioen Jack Lovelock) bewijst.
Deze was er getuige van dat Terry
bij een bokswedstrijd twee vingers en
zijn neusbeen brak. Smith bokste de
partij ten einde alsof er niets aan de
hand was.
Smith heeft nooit geprobeerd, met
zijn vreemde hobby geld te verdienen;
zijn werk als lasser laat hem weinig
tijd voor schnabbels. Hij hoopt echter,
eenmaal voor de t.v. een staaltje van
zijn kunnen te tonen. „Dan eet ik met
een een paar van die langspeelplaten
op, waarmee de televisiejongens hun
pauzes plegen te vullen," belooft hij.
„LP-tjes zijn trouwens mijn lievelings
kostje, lekker knapperig en zo..."
(Van onze correspondent)
Hij heette Hans Albreeht Herzner en hij was luitenant in Hitiers weermacht.
Zijn naam zou voorgoed vergeten zijn, als niet onlangs in Duitsland gevonden,
geheime documenten een merkwaardig wapenfeit uit de nazi-annalen aan het
licht hadden gebracht. Herzner veroverde met een handjevol Duitse soldaten
in 1939 de Jablonkapas op de grens tussen Slowakije en Polen. Deze militaire
actie gebeurde geheel in overeenstemming met het beruchte „plan-wit", dat het
nazi-opperbevel voor de inval in Polen had opgesteld. Het merkwaardige echter
is, dat Herzner zijn verovering deed op de 26ste augustus 1939, zes dagen vóór
de tweede wereldoorlog officieel begon met de laffe Duitse inval in Polen.
Aanvankelijk had Hitier namelijk het plan gehad, op 26 augustus zijn agressieve
plannen ten aanzien van Polen ten uitvoer te brengen. Op het laatste ogenblik
echter veranderde hij van gedachten.
OM TWEE MINUTEN over drie in de
middag van de 25ste augustus 1939 gaf
Hitier zijn generaals opdracht naar Polen
op te marcheren. Vier uur later kwam de
tegenorder. Tweeënhalf miljoen soldaten
konden opgelucht ademhalen: de vrede
was blijkbaar toch nog gered.
Maar luitenant Herzner, die aan het
hoofd stond van een klein commando in
Cadca, Slowakije, wist van niets. De vol
gende ochtend, om twintig minuten over
vier was hij al druk bezig met de uitvoe
ring van zijn opdracht: het innemen van
de voor de opmars van het Duitse leger
zo belangrijke Jablonkapas. Op dat tijd
stip keken op het Poolse station van Mos-
ty, even voorbij de Pools-Tsjechische
grens enkele Poolse soldaten, douaniers en
spoormannen stomverbaasd en doodsbe
nauwd in de lopen van vier Duitse ma
chinegeweren. Buiten weerklonken ge
weerschoten: Poolse troepen waren reeds
met een tegenaanval begonnen. Een van
Herzners mannen werd dodelijk getroffen.
HERZNER WIST van de Duitse inlich
tingendienst, dat de Polen de Jablonka-
tunnel hadden volgestopt met explosieven
en dat deze dus ieder ogenblik kon wor
den opgeblazen. „Waar is de ontsteking?",
schreeuwde hij nerveus. Een Poolse ver
rader uit Jablonka, Anton Koelik, vertaal-
27. Opgetogen keek Joris naar het pakje bankbiljetten,
dat Dongadïl op zo'n geheimzinnige manier uit de han
den van een bankbediende had laten verdwijnen. „Dat
hebt ge uitstekend gefupt, wonderlijk baasje!" sprak
hij. „Van u kan een domme reus nog heel wat leren.
Komaan, doe het nog eens voor, dan zal ik dit even
vasthouden en Hij brak verschrikt af, want toen
hij begerig de hand uitstak, was het geld plotseling ver
dwenen. „Probeer jij het nu maar eens", zei Dongadil.
„Maar maar waar is het opeens gebleven?" stamel
de Joris onaangenaam verrast. „Dat kostelijke geld!
Waar is het?" „Bedoel je die papiertjes?" vroeg Donga
dil. „Die heb ik terug gefupt natuurlijk." En hij wees
op de bankbediende, in wiens handen de biljetten weer
plotseling waren teruggekeerd. De beambte zat doodstil
en stdarde. Het was duidelijk, dat hij aan zichzelf begon
te twijfelen
de zijn woorden. „In het andere gebouw",
antwoordde aarzelend een spoorwegem
ployé, maar Herzner geloofde hem niet
en besloot, een locomotief door de tunnel
te laten rijden om de springlading ter
plaatse onklaar te maken. „Jij gaat mee",
zei hij kortaf tegen de Poolse spoorweg
man.
Koelik gaf later een uitvoerig rapport
over de operatie-Jablonka aan de Duitse
inlichtingendienst. „Met een Poolse loco
motief en twee Poolse stokers vertrokken
we van het station van Mosty om vijf uur
's morgens. Al bij de ingang van de tunnel
werden wij beschoten door Poolse spoor
wegpolitie. Ik beantwoordde het vuur.
Toen wij voorbij de militaire post kwa
men, werden wij beschoten met machine
geweren. Ikzelf doodde een Poolse soldaat.
Toen wij door de tunnel reden, probeerde
ik de kabel van de springleiding te ver
nielen. Ik slaagde erin de leiding op zes
plaatsen met een ijzeren haak uit de rots
wand te trekken".
TEVERGEEFS, zoals spoedig bleek. Van
half zes af die morgen had de verbindings
officier van de zevende divisie, majoor
Paul Reichelt, gepoogd, in contact te ko
men met Herzner. De telefoon werd ech
ter niet beantwoord en de majoor die
Herzner moest meedelen, dat Hitiers oor
log nog niet kon beginnen, vertrok daar
om met grote spoed naar Cadca. Tot zijn
grote schrik ontdekte hjj daar, dat voor
Herzner de oorlog al lang en breed begon
nen was. Niet minder dan veertig Polen
hadden diens mannen gevangen genomen.
Onmiddellijk werden deze krijgsgevan
genen weer vrijgelaten. „Mijne heren, ik
bied u mijn verontschuldigingen aan", zei
Reichelt nederig. „U bent geen krijgsge
vangenen. Er is geen oorlog. Een betreu
renswaardig misverstand. De zaak zal
grondig worden onderzocht en de schuldi
gen worden gestraft.
Intussen bevond Herzner zich nog steeds
in Polen. Vanuit het kantoor van de sta
tionschef probeerde Reichelt met hem in
telefonisch contact te komen.
Tevergeefs: de telefoonverbindingen met
Mosty waren verbroken, de leidingen
doorgesneden.
Op hetzelfde ogenblik arriveerde Koelik
met zijn locomotief uit Polen. Een ver
twijfelde Reichelt hoorde zijn triomfante
lijke rapport over zijn „heldendaad" in de
tunnel somber aan. Inmiddels was ook de
telefoonverbinding met Mosty hersteld.
Advertentie
Herzner zelf belde op: „Majoor, ik spreek
vanuit het spoorwegstation van Mosty. Wij
hebben het station ingenomen en onze ge
vangenen daar opgesloten. Alles is volgens
plan verlopen". Zegevierend klonk zijn
stem door de telefoon. Reichelt kreeg haast
geen kans Herzner af te breken. „Luister,
luitenant, luister", riep hij vertwijfeld. „U
moet de gevangenen onmiddellijk loslaten
en zelf zo spoedig mogelijk Polen ver
laten".
Herzner snapte er niets van.
Reichelt: „Het contact kan ieder ogen
blik verbroken worden. U moet mijn or
ders onmiddellijk opvolgen. Kom terug, zo
vlug als mogelijk is".
KORTE TIJD later daverde opnieuw
een Poolse locomotief door de tunnel,
maar nu in omgekeerde richting. Aan
boord bevonden zich een beteuterde Herz
ner en de resten van zijn expeditie-leger
tje. Toen de locomotief zich nog tien me
ter van de tunneluitgang bevond, weer
klonk een hevige knal: de Polen hadden
de ingang van de tunnel opgeblazen. Herz
ner en zijn mannen renden voor hun le
ven. Om half twee 's middags bereikten
zij de Slowaakse grens.
HERZNER'S privé-oorlogje had toen
dertien uur geduurd. Later, toen Hitiers
„plan-wit" toch uitgevoerd was, werd
Herzner alsnog voor zijn Poolse avontuur
beloond: hij kreeg het ijzeren kruis, tweede
klasse. Hij heeft er niet lang van mogen
genieten: op 3 september 1942 sneuvelde
hij.
Advertentie
exposeren wij heden een zeer
exclusieve reeks
in 24 originele tinten.
Kreukherstellend, licht-, kleur
en wasecht. Prijs 15.90
Interieur-adviseurs
GED. O. GRACHT 108 - HAARLEM
Meubelshow: SPAARNE 11
HOLLYWOOD, (AP) De verkiezings
strijd voor het Amerikaanse president
schap, is ook tot de filmwereld doorge
drongen.
In Hollywood zijn de sterren en de
bazen in drie kampen verdeeld: voorstan
ders van Goldwater, Johnson-fans en da
stillen, die niet willen zeggen voor wie
ze zijn.
Achter Goldwater staan o.a.: Cesar Ro
mero, Robert Taylor, James Stewart,
June Allyson, Pat Boone, John Payne,
Irene Dunne, Hedda Hopper, Donna Reed,
Tony Martin en Walt Disney.
De voorstanders van Johnson zijn o.m.:
Burt Lancaster, Kirk Douglas, Tony Cur
tis, Marlon Brando, Paul Newman, Joan
Wood, Janet Leigh, Natalie Wood, Frank
Sinatra, Sammy Davis, Nat King Cole,
Harry Belafonte, Eddie Fisher, Henry Fon
da en Barry Sullivan.
Tot de stillen behoren: Bob Hope, Bing
Crosby en Cary Grant. De filmsterren van
deze groep zijn van mening dat partij
kiezen geen goede politiek is voor men
sen, die bij de show-bussiness zijn.
Jack L. Warner, in het verleden een
van de grootste beijveraars voor de re
publikeinse partij, zegt dat alleen God en
hij zullen weten op wie hij dit jaar stemt.
Producer-regisseur Mervyn Leroy, die
in 1952 en in 1960 openlijk achter Dwight
Eisenhower en Richard Nixon stond, zegt:
„dit jaar doe ik niet aan de politiek".
Arthur O'Connell is onlangs in 't huwe
lijk getreden met een vrouw die reeds
grote kinderen had. Een van zijn stiefdoch
ters deelde op een kostschool in Washing
ton een kamer met Peggy Goldwater.
Daardoor was de familie O'Connell on
langs aanwezig op de huwelijksreceptie
van Peggy.
„Ik weet dat ik de enige aanwezige was
op de bruiloft, die een democratische ach
tergrond had."
„Iedereen zei tegen de senator dat hij
of zij achter hem stonden. Mijn dochter
wilde dat ik dat ook zou zeggen en het
enige wat ik kon doen was letterlijk ach
ter de senator staan, toen ik hem dat zei".
„Dus heb ik niet gehuicheld. Ik stem
op L.B.J.", aldus O'Connell.
Advertentie
Horizontaal woor
den invullen die
verticaal dezelfde
betekenis hebben
1. Europeaan; 2. hoge
priester te Silo; 3.
verbond; 4. dun
weefsel; 5. modder;
6. plaats in de staat
Nevada; 7. verbond;
8. pluk; 9. oorlogs
god; 10. plaats in
Italië; 11. meisjes
naam; 12. bontsoort;
13. hoofddeksel; 14.
roemen; 15. omheinde
ruimte; 16. vloeistof;
17. druk; 18. jongens
naam; 19. aanspreek
titel van een koning;
20. deel van de voet;
21. natriumhydro
xide; 22. kelner; 23.
gekheid; 24. riool; 25.
dierenverblijf; 26.
fijn garen weefsel;
27. wier; 28. verdriet;
29. hoenderachtige
vogel; 30. opera van
Verdi; 31. rivier in
Italië; 32. vervelend;
33. zangstuk; 34. bolvormig; 35. meisjes
naam; 36. bloedvat.
Oplossingen, uitsluitend per briefkaart,
dienen voor woensdag a.s. in ons bezit te
zijn.
OPLOSSING PUZZEL NUMMER 50.
Horizontaal: 1. ma; 3. kalf; 7. eten; 10.
N.M.; 12. arm; 14. malaria; 16. reu; 17. tin;
18. gebit; 19. een; 20. ha; 21. epos; 23. semi;
26. ni; 27. mees; 29. lama; 31. Ede; 33. dom;
35. lei; 37 no.; 38. egel; 40. geld; 43. Ee; 44.
steur; 45. reëel; 46. li; 47. smak; 49. stal;
50. D.P.; 52. esp; 54. met; 56. Leo; 57. tong;
60. eend; 62. un; 64. stek; 66. Anlo; 67. mi;
68. aar; 70. leest; 72. net; 73. age; 74. per
kara; 76. adi; 77. na; 78. blik; 79. ferm; 80.
Ee.
Verticaal: 1. mathoen; 2. aria; 4. A.M.;
5. Lagos; 6. fles; 7. Eris; 8. titel; 9. e.a.; 10.
neen; 11. munitie; 13. Mn.; 15. A.B.; 16. re;
21. e.e.; 22. pergument; 24. malleabel; 25.
i.m.; 27. me; 28. do; 30 al; 32. dosis; 33 dl.;
34. mg.; 36. Eelde; 38. ees; 39. era; 41. ert;
42. del; 46. leguaan; 48. km; 49. st; 51.
positie; 53. pt.; 55. en; 56. Ld. 58. os; 59.
gelei; 60. entre; 61. no.; 63. naga; 65. kerk;
66. Asaf; 67. mede 69. re; 71. E.K.; 72. na;
74. pl.; 75. ar.
PRIJSWINNAARS PUZZEL no. 50
7,50: mevr. Ligtenberg, Previnaireweg
no. 6, Nieuw-Vennep; ƒ5.00: Th. Rooze,
Van Keulenstraat 51, Haarlem; 2,50:
mevr. Lanser, Velserduinweg no. 280,
IJmuiden.