SHIRLEY Oneerlijke concurrentie de Couden Eeuw PANDA EN DE MEESTER-LEERLING Wk flMnl TRIUMPH DEALER in door Charlotte Brontë Dode hond herleeft Of: hoe de Oprechte Haerlemse Courant in 1664 een krantemonopolie verwierf Indringer richtte ravage aan in aquarium 11 Ons vervolgverhaal K OSRAM mi m Oprechte Haerlemfe No: 2 Saterdaegfe Courant. WOENSDAG 23 SEPTEMBER 1964 HARRY OOMEN -- ff* ems*: WÊ w ,,,Jp I MRP SPANGIEN. 43eö;uc6ttot5&afriemb» abraham casteleyn, ^taïtfö©ait6«/ op De mmthtiinte 3&l(ic ©iutft. ©tn 12 ^anuatfj 1664. In Ouwehands Dierenpark 'v.' -- l J 13) „Waarom bent u zo gehecht aan die stoel, mijnheer Yorke?" vroeg Moore, terwijl hij met langzame bewegingen het bevel om de stoel vrij te maken, opvolgde. „Mijn vader was dat al vóór mij en dat is het enige antwoord, dat u van me krijgt; en 't is een even goeie reden als mijnheer Helstone kan ge ven voor de voornaamste inhoud van zijn ideeën." „Moore, zullen we gaan?" vroeg de dominee. „Nee, Robert is nog niet klaar; of liever ik ben nog niet klaar om hem te laten gaan: hij is een slechte kerel en hij moet een berisping hebben." „Waarojn, mijnheer? Wat heb ik gedaan?" „Je hebt overal vijanden gemaakt." „Wat kan mij dat schelen? Wat maakt het voor verschil voor mij of uw Yorkshire-pummels een afkeer van mij hebben of mij graag mo gen?" „Aha, daar heb je het. De vent is een vreemdeling onder ons: zijn va der zou nooit op die manier gepraat hebben. Ga terug naar Antwerpen, waar je geboren en getogen bent, mauvaise tête!" „Mauvaise tête vous-même; je ne fais que mon devoir: quant a vos lourdands de Paysans, je m'en moque!" „En revanche mon gargon, nos lourdauds de paysans se moqueront de toi; sois en certain," antwoordde Yorke met een bijna even zuiver Frans accent als Robert Moore. „C'est bon! c'est bon! Et puisque cela m'est égal, que mes amis ne s'en inquiétent pas." „Tes amis! Oü sont-ils, tes amis?" „Je fais écho, oü sont-ils? et je suis fort aise que l'écho seul y ré- pond. Au diable les amis! Je me sou- viens encore du moment oü mon père et mes oncles Gérard appellèrent autour d'eux leurs amis, et Dieu sait si les amis se sont empressés, d'ac- courir a leur secours! Tenez, M. Yorke, ce mot, ami, m'irrite trop; ne m'en parlez plus." „Comme tu voudras." En toen zweeg de heer Yorke; en terwijl hij in zijn driehoekige, met snijwerk versierde eikenhouten stoel zit te leunen, neem ik de gelegenheid waar het portret van deze Frans sprekende heer uit Yorkshire te schetsen. HOOFDSTUK IV DE HEER YORKE (vervolg) Hij was, par excellence, een heer uit Yorkshire. Ongeveer vijfenvijftig jaar oud, maar op het eerste gezicht leek hij nog ouder want zijn haar was zilverwit. Zijn voorhoofd was breed, niet hoog; zijn gezicht fris en ge zond; men zag het harde klimaat in zijn gelaatstrekken en hoorde het in zijn stem; iedere trek was door en door Engels, er was geen spoor van Normandische afkomst te bekennen; het was een niet-mooi, niet-klassiek, niet-aristocratisch type. Deftige men sen zouden het misschien vulgair ge noemd hebben; gevoelige mensen zou den het met „eigenaardig" betiteld hebben; schrandere mensen zouden genoten hebben van de kracht, de wijsheid en het verstand, de onbe schaafde maar echte oorspronkelijk heid, die in iedere gelaatstrek duide lijk te zien was en in iedere rimpel verborgen lag. Maar het was een on- gezeggelijk, een honend en sarcas tisch gezicht; het gezicht van een man die men moeilijk kon beïnvloe den en die men onmogelijk tot volg zaamheid kon dwingen. Zijn gestalte was tamelijk groot, hij was goed ge vormd en gespierd en hij had een statige onkreukbaarheid in zijn hou ding; er was geen spoor van een clown in hem. Ik vond het niet gemakkelijk de persoon van de heer Yorke te schet sen, maar het is nog moeilijker zijn geest te beschrijven. Indien gij, lezer, verwacht dat ik u een Volmaaktheid, of zelfs maar een welwillende, mens lievende oude heer zal opdienen, ver gist gij u. Hij sprak wel verstandig en met gevoel tegen de heer Moore; maar daaruit moet gij niet de gevolg trekking maken, dat hij altijd recht vaardig en vriendelijk sprak en dacht. In de eerste plaats wist de heer Yorke niet wat Verering was een groot gebrek, waardoor een mens op ieder punt waar verering vereist is, de verkeerde kant op gaat. Ten twee de miste hij de gave van Vergelijking een leemte, die sympathie onmo gelijk maakt en ten derde bezat hij te weinig Welwillendheid en Verbeel ding, hetgeen de heerlijkheid en de zachtheid uit zijn karakter wegnam en voor hem deze goddelijke eigen schappen in de gehele wereld vermin derden. Het gebrek aan verering maakte hem onverdraagzaam tegenover hen, die boven hem stonden; koningen, edelen en priesters, dynastieën en in stellingen, hun vormen, rechten, aan spraken, waren hem een gruwel allemaal onzin; hij zag er het nut en het genoegen niet van in en hij geloof de, dat het zuivere winst zou zijn en de wereld geen schade zou berokke nen wanneer de hoge plaatsen met de grond gelijk gemaakt werden en degenen, die er op zaten, in die val verpletterd werden. Het gebrek aan verering maakte hem ook ongevoelig voor de plotselinge verrukking over wat bewonderenswaardig is; duizen den bronnen van zuiver genot droog den daardoor op; duizenden levendi ge genoegens verschrompelden daar door. Hij was niet ongodsdienstig, of schoon hij geen lid was van een sek te; maar zijn godsdienst kon met ver ering niets te maken hebben. Hij ge loofde in God en in de hemel; maar zijn God en zijn hemel waren die van 'n man, die niet weet wat ontzag, verbeelding en tederheid zijn. De zwakheid van zijn vermogen om te vergelijken, maakte hem inconse quent; terwijl hij enige uitstekende leerstellingen van wederzijdse ver draagzaamheid en toegevendheid aan hing, koesterde hij tegenover bepaal de klassen een starre antipathie; hij sprak van „zwartrokken" en alles wat daarbij behoorde, over „hoge he ren" en hun aanhang, met een grof heid, soms onbeschaamdheid, die zo wel onrechtvaardig als onverdragelijk was. Hij kon zich niet in de plaats stellen van hen, die hij beschimpte; hij kon hun dwalingen niet met de verleidingen waaraan zij bloot ston den, hun gebreken niet met hun on gunstige omstandigheden vergelijken; hij kon er zich geen rekenschap van geven wat voor uitwerking dergelijke omstandigheden op hemzelf zouden hebben gehad, indien hij in een zelfde situatie verkeerd had, en hij gaf dik wijls uiting aan de wreedste en tiran- niekste wensen ten opzichte van hen, die volgens hem wreed en tiranniek waren opgetreden. Wanneer men af ging op zijn dreigementen, zou hij willekeurige, zelfs wrede middelen hebben gebruikt om de zaak van vrij heid en gelijkheid te bevorderen. Ge lijkheid ja, de heer Yorke praatte over gelijkheid, maar in zijn hart was hij een trots man, zeer vriendelijk tegen zijn arbeiders, zeer goed voor allen die beneden hem stonden en zich daar rustig aan onderwierpen, maar hooghartig als Beëlzebub tegen over iedereen, die de wereld als zijn meerdere beschouwde (want hij zelf erkende het van niemand). Opstand zat hem in het bloed; hij kon geen toezicht velen, zijn vader, zijn groot vader vóór hem, konden dat ook niet velen, en zijn kinderen na hem heb ben het nooit gekund. De leemte van algemene welwil lendheid maakte hem zeer ongeduldig tegenover onnozelheid en alle gebre ken, die zijn sterke, schrandere na tuur prikkelden; zijn snijdend sarcas me kende geen grenzen. Daar hij geen genade kende, bracht hij telkens weer wonden toe zonder te merken hoeveel pijn hij deed of er om te geven hoe diep hij stak. Wat zijn ge ringe verbeeldingskracht aangaat, dat kan nauwelijks een gebrek genoemd worden; een zuiver gehoor voor mu ziek, een juiste kijk op vorm en kleur, maakten hem tot een fijnproever op dit gebied en wie geeft er wat om verbeelding? Wie vindt dat niet een tamelijk gevaarlijk, onzinnig attribuut verwant aan zwakheid mis schien deelhebbend aan waanzin eerder een ziekte dan een gave van de geest? (Wordt vervolgd) Advertentie In het Moskouse laboratorium voor experimentele biologie heeft prof. Negovsky (met witte muts) maandag voor een aantal genodigden gedemon streerd, hoe hij en zijn assistenten een „klinisch dode" hond, twee uur na het overlijden van het dier tengevolge van hartstilstand, kunnen doen herleven. De gasten waren er getuige van dat het proefdier (op operatietafel) na de ingreep de ogen opende, weer begon te ademen en zich probeerde te be wegen. Verdere bijzonderheden zijn niet bekendgemaakt. Advertentie voor Haarlem en Omstreken AUTOBEDRIJF LANGE MOLENSTRAAT 12 - TEL. 19000 DEZE MAAND is het driehonderd jaar geleden dat onze zeventiende- eeuwse voorganger Abraham Casteleyn, courantier en Stads Drucker tot Haer- lem, voor zijn gerenommeerde Oprechte Haerlemse Courant, een monopolie ver wierf dat hem moest vrijwaren tegen mededingers-courantenuitgevers. In een Resolutie van Burgemeesteren, uitgevaardigd den 16. September 1664, hadden stadsbestuurderen van Haarlem n.l. „verordineerd" dat in den vervolge aan een iegelijk verboden was, „eenige couranten of Nieuws, onder wat naem of pretext ook, te drucken, ofte laten drucken, maer hetselve alleenlijck gedaen te mogen worden bij Abraham Casteleyn, tot Haerlem". „Oprechte" wilde in Abrahams dagen al leen tot uitdrukking brengen dat déze courant de enige echte en authentieke was ergo: dat de lezer zich hoeden moest voor naemaeck. Want ook toen al was het in 't courantiersbedrijf niet alles botertje tot de boom. Copyright en be roepsethiek waren onbekende begrippen, en derhalve plachten de nieuwsgaarders en uitgevers eikaars „tijdingen" naar har telust te gappen. Men nam niet eens de moeite, zulke nieuwsdiefstallen te camou- ABRAHAMS fameuze krant bestond toe al meer dan acht jaar, zij het dat de naam van het blad in die korte tijdspan ne reeds driemaal met tussenpozen van twee jaar! gewijzigd was. Het eerste nummer van wat thans, gefuseerd met Haarlems Dagblad, de oudste nog bestaan de courant ter wereld is, kwam op 8 januari 1656 onder de titel „Weeckelijcke Couran te van Europa" van de (hand)pers. In jü- ni 1658 begon Abraham Casteleyn naast Heren, laat Staan de bron te vermelden, maar drukte ze zonder blikken of blozen J.. y 9 t* 7 ■ÉËÉËÉliËËKKMC r deze zaterdagse uitgave een dinsdageditie, die „Haerlemse Courant" werd gedoopt. Weer twee jaar later verschenen beide edi ties onder het hoofd Saterdaeghse, (respec tievelijk) Dingsdaeghse Haerlemse Cou rant, aan welke kopregel kort daarna het vermaarde epitheton „Oprechte" werd toe gevoegd. DIE AANDUIDING is later vaak misver staan en wordt dat veelal nóg. Het woord over uit de Haerlemse Courant, wijl die reeds destijds, in haar tienerjaren, een reputatie van betrouwbaarheid gevestigd had, welke tot ver over de landsgrenzen reikte. y <r AP*. {Vj/- L. ,v> ym. y /y EN WIE WAREN dan wel de oneerlijke concurrenten waarmee Abraham Caste leyn blijkbaar zoveel te stellen had? U raadt het nooit: zijn eigen bloedverwan ten. Ook dat blijkt uit de hierboven geci teerde Resolutie van Burgemeesteren an no 1664, waarin zij met naam en toe naam aan de kaak gesteld werden: hoe dat voor desen (Abraham) bij sijn broeders, Pieter, en naderhant Johan nes Casteleyn, ende Vincent Casteleyn (een neef van A.) binne deser Stadt wer den gedruckt couranten, onder de naem. van Posttijdingen ofte Extraordinaris Nou- velles, strijdende tegens (lees: strijdig vincent uitgegeven, slechts een enkel be- met) de goede meninge en intenties van wjjs bewaard gebleven is (archief Joh. En- J ff y v» «&y y y •y C de Ed. Heren Burgemeesters DAT ER VAN DIT SOORT plagiaat in de couranten, door Pieter, Johannes en „Kop" en datumregel van een der eerste bewaard gebleven exemplaren van de Oprechte Haerlemse Courant, No. 2 van de jaargang 1664, geda teerd 12 januarij. Het blad bevatte toen nog in hoofdzaak internationale „tijdingen", o.a. uit „Spangiën" en „Vranckrijck".. Stadsnieuws vonden de lezers toen nog slechts bij hoge uitzondering in hun lijfblad. schede en Zonen), te weten „het Nieus uyt Engelandt, Copia uyt London Den 28. Augusti 1659, gedruckt bij Pieter Cas teleyn op de Marckt tot Haerlem, in de Goude Keijzerskroon," dat doet weinig af aan het evidente feit dat Abraham een harde dobber gehad moet hebben om zich tegen de concurrentie van zijn verwanten te verweren al had hij dan ook als „Stadts Drucker" een pre, en al heette zijn drukkerij heel optimistisch „In de blije Druck...." Van je familie moet je maar hebben! Tekst van de Resolutie van Burge meesteren d.d. 16 september 1664, waarin stadsdrukker Abraham Cas teleyn een monopolie kreeg voor zijn krant. VANDAAR dan ook dat hij tussen me dio 1662 en januari 1964 de naam van ABRAHAM CASTELEYN 31. Dapper snelde de agent het bankgebouw binnen, waar een opgewonden loketbeambte hem vertelde, dat er een hoop geld was verdwenen. „Hier is het!" riep Panda, die de agent gevolgd was, maar deze duwde hem ongeduldig terug. „Ga weg!" bromde hij. „Jij stoort!" Hij wendde zich tot de bankbediende en ver volgde: „Dus het verdween zomaar onder uw handen? Vreemd! Heel vreemd! Was het een groot bedrag?" „Ja", antwoordde de bediende. „Ongeveer evenveel als dat ventje daar vasthoudt." „Vreemd!" zei de wets- dienaar. „Zo'n groot bedrag kan toch niet zomaar on opgemerkt verdwijnen?" Hij dacht diep na en plots kwam er een scherpzinnige gedachte. „Is DAT soms het gestolen geld?" vroeg hij, zich wantrouwend tot Panda wendend. „Ja!" antwoordde Panda. „Dat pro beer ik al de hele tijd te zeggen!" „Aha!" riep de agent triomfantelijk. „Dus je bekent?!" „Hij bekent!" beaamde de bankbediende, tenvijl hij de bankbiljetten uit Panda's handen griste. „Ik beken niets!" antwoord de Panda verontwaardigd. „Ik zeg alleen, dat dit het gestolen geld is!" „Dat is voldoende," bromde de agent. „Je bent op heterdaad betrapt, mannetje!" En hij pak te Panda in een stevige politiegreep. Cjitiixdex 9 Dicemb. Seker Schip, uyt Ini«n knrr.cn- detrm6oooHuydenisdoordeTurckiè Roverste zCiihraltfr ia-ghq«eg!itHierisoockTijdinghe tan drie Schepen, die in de Straet door dito Rovertfoude genomen lijnalsdeMomen, dc Guide Hies,en de Keyfer Odkirianus. M.iiriddtn rp Dtctmb. De CeremonievandeCipitulttievan'iHu- vreiijck van dr latime met denKeyftr irgüïerenliy den Raedt van Sta len gecelcbrecrr, dicdaey op haieMajcileyt tijo wef-'n begroeten ende dei Avjnti wierdeo Vreugde-vieren aengefteecken, Defer Dagen ii hier gbetroutdeDochter vandenovcrledcrvDon Louijide Ifaro metden Óravc van Lona,outfte8 ion van den Grave van Btnevento. DenHar- aogh van S:. Garmain,gedeftmeert tot Viceroy van Navarreheeft eerft fwarigheytgeaiaeckt,om aijn LuytenantGeneraeliPlaetjtcquiteeren; doch ia nu aireede vercrocken van DagadoanaerSafraom van Dan Jan zijn geesteskind uitbreidde tot „Oprechte Haerlemse Courant". Toen dat ook niet afdoende bleek, zocht en vond hij tenslotte bescherming bij „Burgemeesteren" van Haarlem, die hem uit erkentelijkheid voor het zijn uitnemende verrichtingen als couran tier en stadsdrukker, op die zestiende september 1664 het begeerde octrooi ver leende, waardoor „De Oprechte" in feite een monopolie kreeg. Al heeft Abraham ook aan die uitzonderingspositie niet veel plezier beleefd. Maar dat is weer een an der verhaal. 'lijck fiadile ghencmcn, dat Iiy lijnCuardeliaddeglicl'aff de loden dier over tc flraffèn i en was gevolglit met de Dooc vmyei'fcheydevandehaere, en alfoobeloont een Fceft, dii hseroverdc 14000 Ducaren ghekoft hadde. DeKJcedingt in Pracht en Prael hier geduurig toenemende, fou wel ond:i de Manncnals Vrouwen wacrdoorde Uiydcnhaerfelf: confumeeren.f io heeft de Regeering daerin willen vooi Hen en heeft derhalven een fèer (Irengh l'lsccaet daerttgensdoer p.ubliceercnte meer, om dat de Vaflen-avondenordinarii uytfleeckendeinosgebondentheydtvoor de handt zijn. VRANCKRYCK, Marftiljtrfe» i?rue/mi. (CotffioiilontoertalfePflgcr ©tic 6c SBraufojt bertoarfot/ om tact 8 jèchcpm ban <©oj log in Zk te gaert j bact bp not!) 6 atiDte apt rócjl-Eiaucit Mtt.I, rullen ItAHVAH I b-n .tll'h. n-fv >»«llUMi MvivuiiMs ir> fÉCsdfn D^ferhirrfoudewtren ommeooderfoeckte komendoen vau dffrtScidilokomfteo; mterdeRegeeringe hier heefi laten weten» da: fy hem roc dieneynd«i all inrijdende tegena hare Priliiegicnniet en (ouden om far gen. Duytslant en d'aengrenfende Rycken, Cotmrra dtn 19 Dtcembir. De Ruyteiy binnen Newheu- tcl foudeop 100 Man ghereduceert werdendeswegen men weynigh meer vooreen Stropery vrecfl; dan verfchcydcTar tars legghen noch tuflchenGran en Offcn, die men acht, fulckx noch van voornemen te zijn.foo drae als de Revieren 4oor 'c Ys maer konnen overkomen. Ranb dtn 10 Dccemh. ©til Curclt ÏJCCft «tt ©ttlflagh/ bp fojmc ban j&ctinojllcen-gelt in gfjeflelot/ bat toe! 10 ÏBillioen fotibc bcöjagen©en fhimo têiOer ftccft fuieft4/ «pt bjefe ban Bcbdlicgetracht af tc raörn; man bergeeft). truiirgh des 10 Decemt. Htot j&cjjclta ^pl 6r ©ppet- ©nganffciffiagnatcij/ ncbcttflbcn ^alat^a/ turirber: 5 AMIWCKKMil-f IOOY.VU vcgMmjrroan^r.Qupfttif iyai6Mtflh'pfmöc©aïtoo?tc Jrarrfeff Oabcrg gfjenommbet? fclbfnabtofrcrt ïjw er barrariörft 6eEiKraenmeton^»ckhomfp;mgen toieltometwpnfgniiipt- öwnöcnto ton toaer jti jijn f enDe bpfonbftföeii ben ^cbipper I to ©oeten r farm grfrQ;orfir fjefcbriiöc bcctjrjrh oitbcr belDocr fabbett gmtolorh om Oen toa^/en «b?e ra^fianbeïfngeu mrir. •Amfierdvw dtn 11 luimtj. Mer JBricvrr. uyt d«r Motkou v*n den iNuvrmbcr, heeft nnn, «lat den Cwar veel Volckacacde Fronr j«ren fondti om e« n ijrooc Leger teformcerea, en.de T >len te iluyernfoo fy een Invagie in 'c Lam tr.eynden te doea 5 Knees Jacob Dodcncki was als GeneradaInaeSaioleniktver:rycken; foo dat men noch wel vaneen gfOtkt noc^t. Tet utmfttrüAm by B. Geêfleveltughtdrucbi tn wtrdt uyigbtgevt» haens Batckhtndens Sf»e*(deur in vertoont voord,-, mtmtrnuh ende rrtét* bc ttbs vjft.dn rechten Stijl ende korte Methodt ven toernaeme Ccephtdtn, yyndt j tp rajf ijmrt na er eygtn bevinding,van vetltejhjletrde Aerortemi en, met ten Voor looper van eer. H&tckcoudtns Toet fieen.icaer by etn ml-thé- êtjfcnt Boeckhctoderttkennen ts,oock mtdo by-^evoe^hl cetuju Err41 i ende Drttcb fonten,benevens een nodig" H'aerfchoHvctng' e oen dx litf hekptrt, voor het leugen- ende Lajler boock v*n D. de Hollandervoatrop fh'iürt me er volgen fal\fyn mede te bekomen by di We dwat^tn Taunn lacobz*. Een of meer onbekenden hebben zich 's nachts toegang verschaft tot het aqua rium van Ouwehands dierenpark en er een onvoorstelbare chaos aangericht. Alles wat niet aan de muren of de vloer vast zat was in de aquariumbakken ge smeten, van kledingstukken en gereed schappen tot serviesgoed toe. De maniak had verschillende vissoorten verwisseld waardoor enkele kostbare exemplaren ver loren gingen: ze kwamen in de bakken van de roofvissen terecht en werden prompt verorberd. Ook waren stukken ko raal uit de zoutwaterbakken gebroken en in het zoete water gesmeten. De indringer had bovendien de central» verwarminginstallatie uitgeschakeld waar op ook het nijlpaarden- en het olifanten- verblijf zijn aangesloten. Vermoedelijk zul len deze dieren er geen nadelige gevol gen van ondervinden. De politie heeft nog geen enkele aan wijzing maar acht het mogelijk dat een geestelijk gestoorde aan het werk is ge weest

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 11