Op de lente van '56 volgde nog steeds geen zomer Polen trokken wissel op het dubbelzinnige Potsdam-pact Avontuur in Polen slot vooroordeel ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1964 Erbij PAGINA DRIE nut #- m I 1 Gelag betalen 7 w Wroclaw, de puinstad Heterogeen Lente Valse basis LEIDRAAD VOOR PAEDAGOGEN EN LERAREN L. L. iiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiDU DE ONDUIDELIJKE verklaringen van de Grote Drie op de bijeenkomst van Potsdam in augustus 1945 zijn het feitelijke begin van het zonderlinge Poolse avontuur, dat nog steeds voortduurt en pas zijn definitieve be slag kan krijgen in een verdrag, waarbij de grenzen eindelijk bepaald zullen worden. In Potsdam werd immers, op aandringen van de Sovjet-Unie gezegd, dat de Westgrens van Polen in afwachting van een definitieve beslissing voorlopig langs de Oder en de Neisse zou lopen. Het akkoord bepaalde ech ter ook, dat de Duitsers, die in Polen, Tsjecho- slowakije en Hongarije woonden naar Duits land overgebracht zouden worden, en de Polen hebben dat onmiddellijk en niet erg zachtzinnig gedaan. Zij hebben alle Duitsers uit het gebied tussen de vroegere grens en de Oder-Neisse en uit het gebied van de vrij stad Danzig uitgedreven. Ze werden ver vangen door Polen, die door de Russen van achter de Curzonlijn waren opgejaagd. De Polen stellen zich op het standpunt, dat de Oder-Neisselijn definitief is en zij handelden dienovereenkomstig, toen zij aan de weder opbouw begonnen van dit zwaar geteisterde febied, er nieuwe industrieën vestigden en e landbouw moderniseerden: een wissel op de toekomst. v UPllBk w Voor deze Poolse zusters heeft het regime-Gomoelka het godsdienst onderwijs veel gemakkelijker ge maakt, maar het catechismus-onder richt op de scholen is niet hersteld. Een staaltje van de Poolse bureau cratie. Het wemelt in Warschau van de overheidskantoren. RAS DE POLEN verwachten, dat deze terzij nertijd gehonoreerd zal worden. Voor hen is het een uitgemaakte zaak. Danzig, Posen, Stettin, Breslau zijn in het puin van de tweede wereld oorlog begraven en in hun plaats zijn de steden Gdansk, Poz- nan, Szczecin en Wroclaw verrezen met Poolse namen en door Polen bevolkt. EEN ORGANISATIE, Zachodnin Agencja Prasowa, houdt zich bezig met de desbetreffende propaganda en een bestendige anti-Duitse campagne. Men beseft in Warschau zeer goed, dat West-Duitsland de ontwikkeling van de toestand met lede ogen aanschouwt. Oost-Duitsland waarschijnlijk ook, maar dit satellietgebied kan zich bezwaarlijk verzetten tegen een door de Sovjet-Unie bewust doorgevoerde landverschuiving. De bezorgdheid van de Polen om dit gewezen Duitse gebied in handen te houden, verplicht Warschau bovendien aan te leunen tegen dezelfde Russen, die hun een ander gebied ontstolen hebben. Ik heb de genaaste gebieden bezocht en er gesproken met allerlei mensen de man in de straat zowel als de offi ciële ambtenaars en ik moet eerlijk bekennen, dat het mij minder dan ooit duidelijk is, hoe het door Potsdam in het leven geroepen kwaad nog ooit te herstellen is. DIT KWAAD BESTAAT in de dubbelzinnigheid van het akkoord. Ik wil geen partij kiezen in het al dan niet gemoti veerd historisch argument dat dit gebied oorspronkelijk Pools was, noch de stelling voorstaan of afwijzen, dat de Pruisen eindelijk maar eens het gelag moeten betalen van een eeuwen lange Poolse gebiedsroof en van de afschuwelijke verwoes tingen, die in de jongste oorlog in Polen zijn aangericht. Zelfs wens ik geen oordeel te vellen over de bewering, dat de Polen een vergoeding verdienden na het verlies van hun Oostgebied aan Rusland. Trouwens niet alleen is men gruwelijk tekort geschoten m Potsdam door niet uitdrukkelijk te bepalen of dat westgebied al dan niet definitief Pools zal zijn, maar men heeft de Polen aanvankelijk rustig laten begaan, met het gevolg, dat men nu min of meer voor een voldongen feit staat Wanneer men de toestand nu nuchter bekijkt, is de situatie zo dat er een stuk Poolse natie tot stand is gekomen ten koste van zeer hoge offers en dat de Polen dit nooit vrijwillig zullen afstaan. Er zijn ruim achttien jaar verlopen en elk jaar heeft de Polen gesterkt in hun opvatting, dat de Oder-Neisse-lijn definitief zou blijven. YV\ Dit is geen pleidooi! Het is de vast stelling van een feit en meer dan dat: het geeft ook de reden aan, waarom de Polen, ondanks hun oriëntatie op West-Europa toch een diep wantrouwen hebben tegenover het Westen, dat zij dubbelzinnigheid verwijten en dit mag openlijk erkend worden niet ten onrechte. Dit is een wat lange maar noodzake lijke inleiding tot een vluchtige be schouwing van de opbouw van dit west- gebied waarvoor ik mij moest beperken tot twee centra: Wroclaw en Gdansk, omdat deze voorbeelden het meest ty pisch zijn, ook wat de opbouw in een volksdemocratie betreft. IK KWAM MIDDEN IN DE NACHT in Wroclaw aan na een zeer vermoeien de reis, staande in de gang van een winderige versleten treinwagon: de volgende morgen was een troosteloze grijze zondagmorgen en het was vrij laat voor ik de straat op ging. Toen ik naar de dichtstbijzijnde kerk vroeg, ontving ik een keurige plattegrond met een duidelijk uitgestippelde wandeling langs alle monumenten grotendeels kerken van de stad. Ik overdrijf een beetje als ik schrijf, dat er behalve een paar nieuwe straten en de herstelde historische markt niet veel meer was dan die monumenten èn min of meer opge ruimde puinhopen. Vooral in dat mis tige grijs zag deze puinstad er triest uit. Verzakte muren met kogelgaten, grote open plekken, bouwvallige gevels en de kale oevers van de Oder met zijn ijzeren bruggen van eilandje tot eilandje. De twee stompe kathedraal torens in de verte, de melaatse gevel van de universiteit en lange rijen men sen op weg naar of van de kerk. Tot de vroege avond viel, heb ik verbijsterd rondgedwaald in deze puin stad, zoveel na haar verwoesting is nog niet hersteld. En nu moet ik toe geven, dat mijn eerste indruk ver wrongen was. Naast de ruïne-stad is namelijk een nieuwe stad aan het verrijzen, die ik de volgende dag ontdekte na een bezoek aan de voorzitter van de gemeenteraad, Boleslaw Iwaszkiewicz, die mij een eerste beeld gaf van de opbouw van zijn stad. Wroclaw was in 1945 één van de meest geteisterde steden van Europa. Niet alleen het verschrikkelijke beleg, dat twee en een halve maand heeft geduurd, maar ook de door de Duitsers toegepaste politiek van verschroeide aard, maakten van Wroclaw één puin hoop. Men schat, dat ongeveer achttien miljoen kubieke meter puin alleen in het midden van de stad opgeruimd moest worden; pas daarna kon men beginnen aan het herstel In de eerste plaats dienden toen woongelegenheden geschapen te worden, vervolgens moes ten de historische monumenten wor den hersteld behalve die uit de Duitse periode, zegt mijn gastheer, die verduidelijkt, dat hij drie periodes onderscheidt: de middeleeuws-Poolse, de Oostenrijkse in barokstijl en daarna de Pruisische. Tegelijk met de opbouw wordt de stad weer bevolkt. Zij telde vóór de oorlog ruim 600.000 inwoners en nu, nadat de Poolse vluchtelingen er zich hebben gevestigd en er reeds een nieuwe generatie is geboren, 450 000 inwoners! IWASZKIEWICZ VERTELT MIJ, dat er vlak voor de oorlog nog vrjj veel Pools werd gesproken in Breslau zoals het toen nog heette. In 1920 woonden er zeker nog 20.000 Polen in de stad. De huidige bevolking is aangevoerd uit het oostgebied, dat Polen aan Rusland moest afstaan en uit Warschau en Krakov. Veertig percent was afkom stig uit dorpen, veertig percent uit kleine steden en twint'g percent uit grote steden. Deze heterogene gemeen- Zo zette de lente in. Tanks in de straten van Poznan. schap moest geleidelijk een werkelijke stadsgemeenschap gaan vormen en dit experiment is nu geslaagd. Bovendien is veertig percent van de huidige be volking in Wroclaw geboren. De stad wordt op het ogenblik vol gens een groots opgezet urbanisatieplan uitgebouwd. Ik heb de nieuwe woon wijken bezocht; zij zien er fraai uit, al zijn de appartementen naar onze begrippen erg klein. Rondom de ge havende stadskern groeit de nieuwe stad met haar open bouwtrant in lichte tinten. De stad krijgt talrijke scholen naast de universiteit en de technische instituten; de industrie is aanzienlijk ontwikkeld en een nieuwe industrie is ontstaan na de vondst van belangrijke hoeveelheden kopererts. Er is inderdaad van het oude Breslau niet veel meer over maar het nieuwe en zeer Poolse Wroclaw groeit onweer staanbaar en het zal niet lang meer duren of meer dan de helft van de bevolking kan er zich op beroemen in deze stad te zijn geboren. In het vroegere Danzig, de gewezen vrijstad, word ik ontvangen door de havendirecteur Franciszek Skwierawsk; en hier krijg ik weer hetzelfde verhaal van zinloze verwoesting te horen, 75 tot 80 percent van de haven vernield, geen aanlegkade meer, geen kranen, geen werktuigen en een verwoeste stad, die inmiddels geheel in haar historische fraaiheid is herbouwd. Belangrijker is de modernisering van de haven, die een bredere en diepere havengeul heeft gekregen en uitstekend wordt toegerust met elektrische werk tuigen. Er zijn nieuwe en belangrijke scheepswerven gekomen en op dit ogenblik bezit Gdansk 28 kilometer kaaimuur. De uitbouw gaat nog steeds voort. De havendirectie is quasi-autonoom; zij werkt haar plannen uit en vraagt de nodige kredieten aan de staat, die grif worden toegekend, want Gdansk en de zusterstad Gdynia en ook de haven van Cczecin bekleden een zeer belangrijke plaats in de Poolse econo mie. Ook wat dit betreft hebben de Polen een wissel op de toekomst ge waagd, waar ze zeker geen afstand van willen doen! DE LENTE, waar de Polen het zo graag over hebben, was een politieke lente. Bedoeld wordt het einde van het Stalinistische tijdperk na een korte opstand en de daarop volgende ver soepeling van het regime. In april 1956 zette in Polen een zuive ringsactie in als onmiddellijk gevolg van de dood van de partij-secretaris Bierut; de déstalinisatie begon met de vrijlating van Gomoelka en werd ge volgd door een grootscheepse amnestie in mei van hetzelfde jaar; een geest van vrijheid scheen het land te bezielen. Men kwam in verzet tegen de Sovjet inmenging en dit verzet culmineerde in bloedige betogingen, die in juni los barstten in Poznan, waar de Russen tanks gebruikten om een staking te onderdrukken. De opstand werd neergeslagen en massa-aanhoudingen volgden maar de onrust nam toe. In die periode werd Gomoelka in 1948 veroordeeld om dat hij een „nationaal communisme" voorstond in ere hersteld en kort daarna weer in het partijbestuur opge nomen. Dit verwekte blijkbaar paniek in Mos kou. Kroesjtsjev kwam, vergezeld van Molotov, Mikojan en Kaganovitsj naar Warschau; er volgde een hevige scène tussen Kroesjtsjev en Gomoelka, waar bij de Sovjet-leider dreigde met gewa pend ingrijpen. De nieuwe Poolse partij secretaris hield echter voet bij stuk en hij eiste bovendien het vertrek van de Russische maarschalk Rokossovski, be velhebber van het Poolse leger en mi nister van Landsverdediging. In het ge hele land werden er betogingen gehou den en opeens verdwenen de Russische troepen uit het openbare leven; Rokos sovski werd naar Rusland teruggeroe pen en tegelijkertijd liet de Poolse re gering kardinaal Wyszynski sedert twee jaar onder bewaking vrij, om zijn primaatschap te hervatten. Eind 1956 braken onlusten uit in Hon garije en de onrust in Polen laaide toen ook weer op. Tot een opstand kwam hel echter niet meer en toen Gomoelka in mei 1957, na de verkiezingen, die voor al voor de partijlozen een succes werd, bekendmaakte, dat de weg van het Poolse socialisme niet die van de Sov jets was, werd er voor het eerst ge sproken over de nieuwe lente, die voor Polen begonnen was! Niettemin braken er in oktober 1957 weer onlusten uit. Deze keer in War schau, waar studenten betoogden. Go moelka ging nu een stap verder. Hij kondigde grootscheepse zuiveringen aan, die alle stalinisten en revisionis ten zouden uitschakelen. En een feit is, dat er in Polen heel wat meer vrij heid kwam, maar uit die prille lente is toch nooit een echte zomer gegroeid, 't Land wordt nog steeds bestuurd door een communistische minderheid, die weliswaar nationaler denkt dan het zui vere communisme feitelijk zou mogen toelaten, maar toch nog te veel gebon den is aan allerlei marxistische begin selen om het land naar een werkelijke welvaart te kunnen leiden. Iedereen in Polen spreekt graag over de kentering, die in de jaren 1956-1957 inzette. Sommigen hebben het openlijk over de „opstand", anderen formuleren het voorzichtiger als „liberalisatie" en de mensen van de partij hebben het gewoonlijk over de „beweging". Veel van wat Gomoelka in het vooruitzicht stelde, is nooit uitgevoerd. Het cate chismus-onderricht op de scholen is niet hersteld en de rooms-katholieke kerk is even zwaar belast gebleven als vroe ger. Als de regering erg voorzichtig is ten opzichte van de kerk, mag men niet uit het oog verliezen, dat het bewind nauwelijks zou kunnen veroorloven meer dan 80 percent van de bevolking tegen zich in het harnas te jagen. Als er zoveel kerken zijn hersteld, is dat zeker niet om het katholicisme te bevorderen maar vooral omdat het his torische monumenten betrof en goede gezindheid ten opzichte van de overgro te meerderheid van de bevolking nood zakelijk is voor een regering, die geen feitelijke basis heeft. ZIJ STEUNT IMMERS niet op de werkelijke verhoudingen van de politie ke of ideologische opinies, zoals de Landdag trouwens ook willekeurig is sa mengesteld op basis van een eenheids- lijst, waarop weliswaar ook katholieken SPREKEN en schrijven over rassen kwesties is een gevaarlijke bezigheid. In de eerste plaats, omdat men zelf al sprekende en schrijvende vaak niet duidelijk en met zekerheid kan oor delen over bepaalde facetten van ras en rassenmoeilijkheden, in de tweede plaats omdat overwegingen van humaniteit, ethiek en idealisme vaak doorkruist en verscheurd worden door politieke en maatschappelijke incidenties, en in de derde plaats om dat zowel voor- als tegenstanders van rassengelijkheid zich vaak vastbijten in argumenten met een onredelijk heid, die verwijding en verbreiding van beter begrip onmogelijk maakt. Het is moeilijk, dikwijls onmogelijk, om voorstanders van apartheid van hun noodlottig ongelijk te overtuigen. Wie van jongsaf met vooroordelen is opgegroeid, is later niet meer in staat deze vooroordelen als zodanig te onderscheiden", aldus de klacht van een Nederlands voorvechter der rassengelijkheid. „Redelijke argumen ten hebben bij hem geen enkel effect". ZO IS HET, maar men kan deze klacht ook omkeren. Voorvechters van rassenintegratie missen immers ook dik wijls de visie, die hen in staat zou moe ten stellen de argumenten van tegen standers te begrijpen en te aanvaar den, voor zover deze argumenten niet het principe van de gelijkheid der men sen aantasten, maar afgestemd zijn op lokale, van oudsher vergroeide situa ties. Er is bij dit alles één punt, dat meestal in het gedrang komt: de vraag, waarover zij het eigenlijk hebben. Zij spreken beiden van „rassen" van „ras zuiverheid", van „negers", „blanken", „kleurlingen", „gemengd bloed", „Afri kanen", „Europees ras", „Aziaten", enzovoort, zonder zich duidelijk te rea liseren wat die woorden en aanduidin gen eigenlijk betekenen. Kinderen wor den op school reeds vertrouwd ge maakt met begrippen ten aanzien van rassenindelingen en ras-kenmerken, die staan. Het feit, dat deze lijst echter ar bitrair is opgesteld, berooft de verkie zingen van hun waarde. Wat de katho lieke deelneming aan deze eenheids- lijst betreft, zijn er drie leden van de Christelijk Sociale Vereniging en drie leden van de in kerkelijke ogen ver dachte PAX-beweging, die het enige ka tholieke dagblad uitgeeft en, dank zij haar connecties met het bewind, over de meeste middelen beschikt. De machtigste katholieke groep is ZNAC „Teken" die de steun heeft van kardinaal Wyszynski en vijf leden telt in de Landdag. Er zijn in het geheel 49 partijlozen, waaronder de katholie ken worden gerekend; van de andere Landdagleden zijn 225 leden van de Poolse Arbeiderspartij en 39 leden van de Democratische Partij. Deze partij verenigt onafhankelijke ambachtslieden en de bescheiden middenstand. Dit is ten opzichte van het Sovjetstelsel on getwijfeld reeds een stapje in de rich ting van de democratie, zoals wij die verstaan, maar het blijft toch de com munistische partij, die de macht in handen heeft en zij steunt tenslotte slechts op een zeer kleine minderheid. „Ik voel mij als Diogenes" vertrouw de een diplomaat mij toe, die Polen goed kent. „Ik zoek met een lantaarn naar een communist maar ik heb er nog geen gevonden". Ze zijn er natuur lijk wel maar toch erg sporadisch en heel dikwijls zijn zij van een openhartig soort, dat zich onmiddellijk heroept op de volledige godsdienstvrijheid en het ontbreken van politieke gevangenissen. „Helemaal anders dan in de Sovjet- Unie", voegen ze er dan aan toe. Een andere in het vooruitzicht gestel de verbetering, de verhoging van de le vensstandaard, is ook niet verwezenlijkt en hier is het wel degelijk het systeem, dat in gebreke is gebleven. Als de boe ren wel in betere doen zijn en de ar beiders nog steeds worstelen om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen, ligt dat uitsluitend aan het trage staats apparaat, dat zich met alles heeft belast, wat in onze maatschappij door particu lieren in onderlinge wedijver tot stand wordt gebracht. De ambitie ontbreekt; de lusteloos heid van de ambtenarij drukt een stem pel op de staatsondernemingen en er is een economische stilstand ingetreden, die feitelijk reeds achteruitgang bete kent. Men is niet meer tevreden, men moppert. Gomoelka laat het volk mop peren, omdat dit een uitlaatklep is; maar zal dit altijd goed gaan? Ik geloof niet, dat er nog openlijk ver zet te verwachten is. De inzet is niet groot genoeg tenzij het verschil tussen lonen en prijzen nog veel groter wordt. Maar gevaarlijk is ook de toestand zo- zij later als vaststaande normen mee dragen en waaraan zij hun mening over rassenproblemen hun leven lang blij ven vastknopen. In dat opzicht schiet het onderwijs in alle landen ter wereld óf danig tekort, óf het richt zich wel bewust op misleiding. Ook daar, waar in alle oprechtheid de biologie wordt gedoceerd in het licht van een ethische werkelijkheid, die de gelijkwaardigheid aller mensen predikt, worden schrome lijke vergissingen begaan die jammer lijke misverstanden wekken. Het is uiterst belangrijk, dat een nieuw geslacht vrij blijft van vooroor delen en zich een universele humani teit eigen maakt bij de beoordeling van de verhouding der rassen. Bij ouderen is het vaak een hopeloze zaak, voor oordelen weg te nemen. Onze jeugd dient echter al van het begin af aan doordrongen te worden van de waar heden, die op dit gebied des levens gelden: de waarheid van de biologie, van de ethiek, van de religie en van de sociologie, die alle wijzen naar een en het zelfde punt; alle mensen zijn gelijk. In het licht van die onomstote lijk te bewijzen waarheden zijn de mis standen te herkennen, die op de wereld zijn gegroeid en de vooroordelen te on derscheiden, die sinds oudsher ge tracht hebben de waarheid te zetten naar hun eigen hand om andere belan gen te dienen. DIT ALLES was een inleiding ter be spreking van een onlangs verschenen boekwerkje, dat in opdracht van de UNESCO is uitgegeven onder de titel: „Ras vooroordeel en opvoeding". Het is geschreven door de Engelse dr. Cyril Bibby met de bedoeling, leraren en opvoeders te helpen bij hun voor lichting van de jeugd, over rassenkwes ties, en in Nederlandse vertaling (van G. Heins-Voskuil en drs. M. Brouwer) door Muusses te Purmerend gedrukt en verspreid. HET BOEKJE is bij uitstek geschikt om opheldering over dit onderwerp te verschaffen en het verklaart in eenvou dige taal de noodzakelijke gegevens, die de jonge mensen verlangen om een inzicht te krijgen in de werkelijkheid der rassen. Het begint bij het begin: aan het gebruik van het woord „ras" is het eerste hoofdstuk gewijd en het bespreekt vervolgens de gecompliceerd heid van het begrip „ras" en van de situatie der rassen in biologisch en ethnologisch opzicht. In dertien hoofd stukken ontleedt het boekje de rassen kwestie tot in haar details, en in ieder hoofdstuk stuit men op de vooroordelen en misverstanden, die deze aangelegen heid door de eeuwen heen tot een on ontwarbaar kluwen hebben doen ver groeien. Onontwarbaar, wanneer men met een of meer van die misverstan den behept blijft. Ontwarbaar alleen, indien men uitgaat van 't beginsel dat men eerlijk, objectief en op basis van 'n zuivere overtuiging een weg wil zoe ken, die leidt naar een zelfstandig oor deel. Die basis van zuivere overtuiging is, dat de lezer bij het ter hand nemen van dit boekje uitgaat van de zeker heid dat uitroeiing van Joden, slaver nij van negers, onderdrukking van men sen om hun huidskleur of ethnische oorsprong fundamenteel verkeerd zijn. Wie deze overtuiging niet heeft en dus daarvan nog overtuigd zou moeten wor den, mist de aansluiting tot dit boekj» maar voor hem zijn weinig of geen recepten te schrijven, die enige gene- zende uitwerking beloven. HET IS te hopen dat vele scholen en paedagogen zullen overgaan tot aan schaffing en behandeling van dit boek je, om biologie, ethnologie en sociale aardrijkskunde te doceren onder inacht neming van datgene, wat het document van dr. Bibby als fundamentele verkla ringen levert. Opdat ons komende ge slacht minder moeite en teleurstellingen zal ondervinden op het stuk van de uni versele menswaardigheid in haar toe passing op sociale, politieke en andere maatschappelijke omstandigheden. als die nu evolueert en die de mensen verplicht in hun vrije tijd voor de no dige bijverdiensten te zorgen om rond te kunnen komen. Hieronder moeten de andere prestaties lijden en geleidelijk zou hierdoor een vertraging van het produktieproces kunnen worden veroor zaakt. IN VERTROUWELIJKE gesprekken geven ook de min of meer officiële auto riteiten toe, dat er iets hapert maar van de voor de hand liggende oplossing willen zij niets horen. „Wij zijn een socialistisch land", be weren zij. Maar is dat zo? Is het niet veeleer zo, dat zij hun land tegen beter weten in socialistisch willen houden? En vooral tegen de opi nie van de meerderheid in? Het liberalisatieproces, dat onder Go- moula is begonnen, is niet ver genoeg gegaan. Men vertelde mij daarover in Warschau: „Gomoelka is geen econoom maar hij is een zonderlinge combinatie van ideologisch overtuigd communist en sentimenteel hartstochtelijk nationa list. Zijn hoofdzorg is het in evenwicht houden van nationalisme en communis me en verder hoopt hij op zijn mede werkers om de zaak economisch ge zond te maken." Als dan onder Gomoelka de fameuze lente is begonnen in Polen, dan zou den het dus de economen van het re gime zijn, die door hun marxistische stijfkoppigheid de komst van de zomer hebben belet? Ik zou het niet durven beweren. Tenslotte staat Polen nog niet zo los van Moskou éls Joegoslavië; het moet nog steeds over zijn schouders naar die machtige en veeleisende buur man kijken en er rekening mee hou den of deze zich wel verenigen kan met het verdere verloop van het avontuur. Want het Poolse avontuur is nog niet geëindigd en misschien komt er toch wel eens een zomer voor dit land, dat zich zo bewonderenswaardig uit zijn puin heeft geworsteld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 15