Op de lente van '56 volgde nog steeds geen zomer
Polen trokken
wissel op het
dubbelzinnige
Potsdam-pact
Avontuur
in Polen
slot
vooroordeel
ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1964
Erbij
PAGINA DRIE
nut
#-
m
I 1
Gelag betalen
7
w
Wroclaw, de puinstad
Heterogeen
Lente
Valse basis
LEIDRAAD VOOR
PAEDAGOGEN
EN LERAREN
L. L.
iiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiDU
DE ONDUIDELIJKE verklaringen van de
Grote Drie op de bijeenkomst van Potsdam
in augustus 1945 zijn het feitelijke begin van
het zonderlinge Poolse avontuur, dat nog
steeds voortduurt en pas zijn definitieve be
slag kan krijgen in een verdrag, waarbij de
grenzen eindelijk bepaald zullen worden. In
Potsdam werd immers, op aandringen van de
Sovjet-Unie gezegd, dat de Westgrens van
Polen in afwachting van een definitieve
beslissing voorlopig langs de Oder en de
Neisse zou lopen. Het akkoord bepaalde ech
ter ook, dat de Duitsers, die in Polen, Tsjecho-
slowakije en Hongarije woonden naar Duits
land overgebracht zouden worden, en de
Polen hebben dat onmiddellijk en niet erg
zachtzinnig gedaan. Zij hebben alle Duitsers
uit het gebied tussen de vroegere grens en
de Oder-Neisse en uit het gebied van de vrij
stad Danzig uitgedreven. Ze werden ver
vangen door Polen, die door de Russen van
achter de Curzonlijn waren opgejaagd. De
Polen stellen zich op het standpunt, dat de
Oder-Neisselijn definitief is en zij handelden
dienovereenkomstig, toen zij aan de weder
opbouw begonnen van dit zwaar geteisterde
febied, er nieuwe industrieën vestigden en
e landbouw moderniseerden: een wissel op
de toekomst.
v UPllBk w
Voor deze Poolse zusters heeft het
regime-Gomoelka het godsdienst
onderwijs veel gemakkelijker ge
maakt, maar het catechismus-onder
richt op de scholen is niet
hersteld.
Een staaltje van de Poolse bureau
cratie. Het wemelt in Warschau van
de overheidskantoren.
RAS
DE POLEN verwachten, dat deze terzij nertijd gehonoreerd
zal worden. Voor hen is het een uitgemaakte zaak. Danzig,
Posen, Stettin, Breslau zijn in het puin van de tweede wereld
oorlog begraven en in hun plaats zijn de steden Gdansk, Poz-
nan, Szczecin en Wroclaw verrezen met Poolse namen en
door Polen bevolkt.
EEN ORGANISATIE, Zachodnin Agencja Prasowa, houdt
zich bezig met de desbetreffende propaganda en een bestendige
anti-Duitse campagne. Men beseft in Warschau zeer goed, dat
West-Duitsland de ontwikkeling van de toestand met lede
ogen aanschouwt. Oost-Duitsland waarschijnlijk ook, maar dit
satellietgebied kan zich bezwaarlijk verzetten tegen een door
de Sovjet-Unie bewust doorgevoerde landverschuiving. De
bezorgdheid van de Polen om dit gewezen Duitse gebied in
handen te houden, verplicht Warschau bovendien aan te leunen
tegen dezelfde Russen, die hun een ander gebied ontstolen
hebben. Ik heb de genaaste gebieden bezocht en er gesproken
met allerlei mensen de man in de straat zowel als de offi
ciële ambtenaars en ik moet eerlijk bekennen, dat het mij
minder dan ooit duidelijk is, hoe het door Potsdam in het
leven geroepen kwaad nog ooit te herstellen is.
DIT KWAAD BESTAAT in de dubbelzinnigheid van het
akkoord. Ik wil geen partij kiezen in het al dan niet gemoti
veerd historisch argument dat dit gebied oorspronkelijk Pools
was, noch de stelling voorstaan of afwijzen, dat de Pruisen
eindelijk maar eens het gelag moeten betalen van een eeuwen
lange Poolse gebiedsroof en van de afschuwelijke verwoes
tingen, die in de jongste oorlog in Polen zijn aangericht. Zelfs
wens ik geen oordeel te vellen over de bewering, dat de Polen
een vergoeding verdienden na het verlies van hun Oostgebied
aan Rusland.
Trouwens niet alleen is men gruwelijk tekort geschoten m
Potsdam door niet uitdrukkelijk te bepalen of dat westgebied
al dan niet definitief Pools zal zijn, maar men heeft de Polen
aanvankelijk rustig laten begaan, met het gevolg, dat men
nu min of meer voor een voldongen feit staat
Wanneer men de toestand nu nuchter bekijkt, is de situatie
zo dat er een stuk Poolse natie tot stand is gekomen ten koste
van zeer hoge offers en dat de Polen dit nooit vrijwillig zullen
afstaan. Er zijn ruim achttien jaar verlopen en elk jaar heeft
de Polen gesterkt in hun opvatting, dat de Oder-Neisse-lijn
definitief zou blijven.
YV\
Dit is geen pleidooi! Het is de vast
stelling van een feit en meer dan dat:
het geeft ook de reden aan, waarom
de Polen, ondanks hun oriëntatie op
West-Europa toch een diep wantrouwen
hebben tegenover het Westen, dat zij
dubbelzinnigheid verwijten en dit
mag openlijk erkend worden niet ten
onrechte.
Dit is een wat lange maar noodzake
lijke inleiding tot een vluchtige be
schouwing van de opbouw van dit west-
gebied waarvoor ik mij moest beperken
tot twee centra: Wroclaw en Gdansk,
omdat deze voorbeelden het meest ty
pisch zijn, ook wat de opbouw in een
volksdemocratie betreft.
IK KWAM MIDDEN IN DE NACHT
in Wroclaw aan na een zeer vermoeien
de reis, staande in de gang van een
winderige versleten treinwagon: de
volgende morgen was een troosteloze
grijze zondagmorgen en het was vrij
laat voor ik de straat op ging. Toen
ik naar de dichtstbijzijnde kerk vroeg,
ontving ik een keurige plattegrond met
een duidelijk uitgestippelde wandeling
langs alle monumenten grotendeels
kerken van de stad.
Ik overdrijf een beetje als ik schrijf,
dat er behalve een paar nieuwe
straten en de herstelde historische
markt niet veel meer was dan die
monumenten èn min of meer opge
ruimde puinhopen. Vooral in dat mis
tige grijs zag deze puinstad er triest
uit. Verzakte muren met kogelgaten,
grote open plekken, bouwvallige gevels
en de kale oevers van de Oder met
zijn ijzeren bruggen van eilandje tot
eilandje. De twee stompe kathedraal
torens in de verte, de melaatse gevel
van de universiteit en lange rijen men
sen op weg naar of van de kerk.
Tot de vroege avond viel, heb ik
verbijsterd rondgedwaald in deze puin
stad, zoveel na haar verwoesting is
nog niet hersteld. En nu moet ik toe
geven, dat mijn eerste indruk ver
wrongen was.
Naast de ruïne-stad is namelijk een
nieuwe stad aan het verrijzen, die ik de
volgende dag ontdekte na een bezoek
aan de voorzitter van de gemeenteraad,
Boleslaw Iwaszkiewicz, die mij een
eerste beeld gaf van de opbouw van
zijn stad.
Wroclaw was in 1945 één van de
meest geteisterde steden van Europa.
Niet alleen het verschrikkelijke beleg,
dat twee en een halve maand heeft
geduurd, maar ook de door de Duitsers
toegepaste politiek van verschroeide
aard, maakten van Wroclaw één puin
hoop. Men schat, dat ongeveer achttien
miljoen kubieke meter puin alleen in
het midden van de stad opgeruimd
moest worden; pas daarna kon men
beginnen aan het herstel In de eerste
plaats dienden toen woongelegenheden
geschapen te worden, vervolgens moes
ten de historische monumenten wor
den hersteld behalve die uit de
Duitse periode, zegt mijn gastheer, die
verduidelijkt, dat hij drie periodes
onderscheidt: de middeleeuws-Poolse,
de Oostenrijkse in barokstijl en daarna
de Pruisische.
Tegelijk met de opbouw wordt de
stad weer bevolkt. Zij telde vóór de
oorlog ruim 600.000 inwoners en nu,
nadat de Poolse vluchtelingen er zich
hebben gevestigd en er reeds een
nieuwe generatie is geboren, 450 000
inwoners!
IWASZKIEWICZ VERTELT MIJ, dat
er vlak voor de oorlog nog vrjj veel
Pools werd gesproken in Breslau zoals
het toen nog heette. In 1920 woonden
er zeker nog 20.000 Polen in de stad.
De huidige bevolking is aangevoerd uit
het oostgebied, dat Polen aan Rusland
moest afstaan en uit Warschau en
Krakov. Veertig percent was afkom
stig uit dorpen, veertig percent uit
kleine steden en twint'g percent uit
grote steden. Deze heterogene gemeen-
Zo zette de lente in. Tanks in de
straten van Poznan.
schap moest geleidelijk een werkelijke
stadsgemeenschap gaan vormen en dit
experiment is nu geslaagd. Bovendien
is veertig percent van de huidige be
volking in Wroclaw geboren.
De stad wordt op het ogenblik vol
gens een groots opgezet urbanisatieplan
uitgebouwd. Ik heb de nieuwe woon
wijken bezocht; zij zien er fraai uit,
al zijn de appartementen naar onze
begrippen erg klein. Rondom de ge
havende stadskern groeit de nieuwe
stad met haar open bouwtrant in lichte
tinten. De stad krijgt talrijke scholen
naast de universiteit en de technische
instituten; de industrie is aanzienlijk
ontwikkeld en een nieuwe industrie is
ontstaan na de vondst van belangrijke
hoeveelheden kopererts.
Er is inderdaad van het oude Breslau
niet veel meer over maar het nieuwe
en zeer Poolse Wroclaw groeit onweer
staanbaar en het zal niet lang meer
duren of meer dan de helft van de
bevolking kan er zich op beroemen in
deze stad te zijn geboren.
In het vroegere Danzig, de gewezen
vrijstad, word ik ontvangen door de
havendirecteur Franciszek Skwierawsk;
en hier krijg ik weer hetzelfde verhaal
van zinloze verwoesting te horen, 75
tot 80 percent van de haven vernield,
geen aanlegkade meer, geen kranen,
geen werktuigen en een verwoeste stad,
die inmiddels geheel in haar historische
fraaiheid is herbouwd.
Belangrijker is de modernisering van
de haven, die een bredere en diepere
havengeul heeft gekregen en uitstekend
wordt toegerust met elektrische werk
tuigen. Er zijn nieuwe en belangrijke
scheepswerven gekomen en op dit
ogenblik bezit Gdansk 28 kilometer
kaaimuur. De uitbouw gaat nog steeds
voort.
De havendirectie is quasi-autonoom;
zij werkt haar plannen uit en vraagt
de nodige kredieten aan de staat, die
grif worden toegekend, want Gdansk
en de zusterstad Gdynia en ook de
haven van Cczecin bekleden een zeer
belangrijke plaats in de Poolse econo
mie. Ook wat dit betreft hebben de
Polen een wissel op de toekomst ge
waagd, waar ze zeker geen afstand
van willen doen!
DE LENTE, waar de Polen het zo
graag over hebben, was een politieke
lente. Bedoeld wordt het einde van het
Stalinistische tijdperk na een korte
opstand en de daarop volgende ver
soepeling van het regime.
In april 1956 zette in Polen een zuive
ringsactie in als onmiddellijk gevolg
van de dood van de partij-secretaris
Bierut; de déstalinisatie begon met de
vrijlating van Gomoelka en werd ge
volgd door een grootscheepse amnestie
in mei van hetzelfde jaar; een geest
van vrijheid scheen het land te bezielen.
Men kwam in verzet tegen de Sovjet
inmenging en dit verzet culmineerde
in bloedige betogingen, die in juni los
barstten in Poznan, waar de Russen
tanks gebruikten om een staking te
onderdrukken.
De opstand werd neergeslagen en
massa-aanhoudingen volgden maar de
onrust nam toe. In die periode werd
Gomoelka in 1948 veroordeeld om
dat hij een „nationaal communisme"
voorstond in ere hersteld en kort
daarna weer in het partijbestuur opge
nomen.
Dit verwekte blijkbaar paniek in Mos
kou. Kroesjtsjev kwam, vergezeld van
Molotov, Mikojan en Kaganovitsj naar
Warschau; er volgde een hevige scène
tussen Kroesjtsjev en Gomoelka, waar
bij de Sovjet-leider dreigde met gewa
pend ingrijpen. De nieuwe Poolse partij
secretaris hield echter voet bij stuk en
hij eiste bovendien het vertrek van de
Russische maarschalk Rokossovski, be
velhebber van het Poolse leger en mi
nister van Landsverdediging. In het ge
hele land werden er betogingen gehou
den en opeens verdwenen de Russische
troepen uit het openbare leven; Rokos
sovski werd naar Rusland teruggeroe
pen en tegelijkertijd liet de Poolse re
gering kardinaal Wyszynski sedert
twee jaar onder bewaking vrij, om
zijn primaatschap te hervatten.
Eind 1956 braken onlusten uit in Hon
garije en de onrust in Polen laaide toen
ook weer op. Tot een opstand kwam hel
echter niet meer en toen Gomoelka in
mei 1957, na de verkiezingen, die voor
al voor de partijlozen een succes werd,
bekendmaakte, dat de weg van het
Poolse socialisme niet die van de Sov
jets was, werd er voor het eerst ge
sproken over de nieuwe lente, die voor
Polen begonnen was!
Niettemin braken er in oktober 1957
weer onlusten uit. Deze keer in War
schau, waar studenten betoogden. Go
moelka ging nu een stap verder. Hij
kondigde grootscheepse zuiveringen
aan, die alle stalinisten en revisionis
ten zouden uitschakelen. En een feit is,
dat er in Polen heel wat meer vrij
heid kwam, maar uit die prille lente is
toch nooit een echte zomer gegroeid, 't
Land wordt nog steeds bestuurd door
een communistische minderheid, die
weliswaar nationaler denkt dan het zui
vere communisme feitelijk zou mogen
toelaten, maar toch nog te veel gebon
den is aan allerlei marxistische begin
selen om het land naar een werkelijke
welvaart te kunnen leiden.
Iedereen in Polen spreekt graag over
de kentering, die in de jaren 1956-1957
inzette. Sommigen hebben het openlijk
over de „opstand", anderen formuleren
het voorzichtiger als „liberalisatie" en
de mensen van de partij hebben het
gewoonlijk over de „beweging". Veel
van wat Gomoelka in het vooruitzicht
stelde, is nooit uitgevoerd. Het cate
chismus-onderricht op de scholen is niet
hersteld en de rooms-katholieke kerk
is even zwaar belast gebleven als vroe
ger. Als de regering erg voorzichtig is
ten opzichte van de kerk, mag men niet
uit het oog verliezen, dat het bewind
nauwelijks zou kunnen veroorloven
meer dan 80 percent van de bevolking
tegen zich in het harnas te jagen.
Als er zoveel kerken zijn hersteld, is
dat zeker niet om het katholicisme te
bevorderen maar vooral omdat het his
torische monumenten betrof en goede
gezindheid ten opzichte van de overgro
te meerderheid van de bevolking nood
zakelijk is voor een regering, die geen
feitelijke basis heeft.
ZIJ STEUNT IMMERS niet op de
werkelijke verhoudingen van de politie
ke of ideologische opinies, zoals de
Landdag trouwens ook willekeurig is sa
mengesteld op basis van een eenheids-
lijst, waarop weliswaar ook katholieken
SPREKEN en schrijven over rassen
kwesties is een gevaarlijke bezigheid.
In de eerste plaats, omdat men zelf
al sprekende en schrijvende vaak niet
duidelijk en met zekerheid kan oor
delen over bepaalde facetten van ras
en rassenmoeilijkheden, in de tweede
plaats omdat overwegingen van
humaniteit, ethiek en idealisme vaak
doorkruist en verscheurd worden
door politieke en maatschappelijke
incidenties, en in de derde plaats om
dat zowel voor- als tegenstanders van
rassengelijkheid zich vaak vastbijten
in argumenten met een onredelijk
heid, die verwijding en verbreiding
van beter begrip onmogelijk maakt.
Het is moeilijk, dikwijls onmogelijk,
om voorstanders van apartheid van
hun noodlottig ongelijk te overtuigen.
Wie van jongsaf met vooroordelen is
opgegroeid, is later niet meer in staat
deze vooroordelen als zodanig te
onderscheiden", aldus de klacht van
een Nederlands voorvechter der
rassengelijkheid. „Redelijke argumen
ten hebben bij hem geen enkel
effect".
ZO IS HET, maar men kan deze
klacht ook omkeren. Voorvechters van
rassenintegratie missen immers ook dik
wijls de visie, die hen in staat zou moe
ten stellen de argumenten van tegen
standers te begrijpen en te aanvaar
den, voor zover deze argumenten niet
het principe van de gelijkheid der men
sen aantasten, maar afgestemd zijn op
lokale, van oudsher vergroeide situa
ties. Er is bij dit alles één punt, dat
meestal in het gedrang komt: de vraag,
waarover zij het eigenlijk hebben. Zij
spreken beiden van „rassen" van „ras
zuiverheid", van „negers", „blanken",
„kleurlingen", „gemengd bloed", „Afri
kanen", „Europees ras", „Aziaten",
enzovoort, zonder zich duidelijk te rea
liseren wat die woorden en aanduidin
gen eigenlijk betekenen. Kinderen wor
den op school reeds vertrouwd ge
maakt met begrippen ten aanzien van
rassenindelingen en ras-kenmerken, die
staan. Het feit, dat deze lijst echter ar
bitrair is opgesteld, berooft de verkie
zingen van hun waarde. Wat de katho
lieke deelneming aan deze eenheids-
lijst betreft, zijn er drie leden van de
Christelijk Sociale Vereniging en drie
leden van de in kerkelijke ogen ver
dachte PAX-beweging, die het enige ka
tholieke dagblad uitgeeft en, dank zij
haar connecties met het bewind, over
de meeste middelen beschikt.
De machtigste katholieke groep is
ZNAC „Teken" die de steun heeft
van kardinaal Wyszynski en vijf leden
telt in de Landdag. Er zijn in het geheel
49 partijlozen, waaronder de katholie
ken worden gerekend; van de andere
Landdagleden zijn 225 leden van de
Poolse Arbeiderspartij en 39 leden van
de Democratische Partij. Deze partij
verenigt onafhankelijke ambachtslieden
en de bescheiden middenstand. Dit is
ten opzichte van het Sovjetstelsel on
getwijfeld reeds een stapje in de rich
ting van de democratie, zoals wij die
verstaan, maar het blijft toch de com
munistische partij, die de macht in
handen heeft en zij steunt tenslotte
slechts op een zeer kleine minderheid.
„Ik voel mij als Diogenes" vertrouw
de een diplomaat mij toe, die Polen
goed kent. „Ik zoek met een lantaarn
naar een communist maar ik heb er
nog geen gevonden". Ze zijn er natuur
lijk wel maar toch erg sporadisch en
heel dikwijls zijn zij van een openhartig
soort, dat zich onmiddellijk heroept op
de volledige godsdienstvrijheid en het
ontbreken van politieke gevangenissen.
„Helemaal anders dan in de Sovjet-
Unie", voegen ze er dan aan toe.
Een andere in het vooruitzicht gestel
de verbetering, de verhoging van de le
vensstandaard, is ook niet verwezenlijkt
en hier is het wel degelijk het systeem,
dat in gebreke is gebleven. Als de boe
ren wel in betere doen zijn en de ar
beiders nog steeds worstelen om de
eindjes aan elkaar te kunnen knopen,
ligt dat uitsluitend aan het trage staats
apparaat, dat zich met alles heeft belast,
wat in onze maatschappij door particu
lieren in onderlinge wedijver tot stand
wordt gebracht.
De ambitie ontbreekt; de lusteloos
heid van de ambtenarij drukt een stem
pel op de staatsondernemingen en er is
een economische stilstand ingetreden,
die feitelijk reeds achteruitgang bete
kent. Men is niet meer tevreden, men
moppert. Gomoelka laat het volk mop
peren, omdat dit een uitlaatklep is;
maar zal dit altijd goed gaan?
Ik geloof niet, dat er nog openlijk ver
zet te verwachten is. De inzet is niet
groot genoeg tenzij het verschil tussen
lonen en prijzen nog veel groter wordt.
Maar gevaarlijk is ook de toestand zo-
zij later als vaststaande normen mee
dragen en waaraan zij hun mening over
rassenproblemen hun leven lang blij
ven vastknopen. In dat opzicht schiet
het onderwijs in alle landen ter wereld
óf danig tekort, óf het richt zich wel
bewust op misleiding. Ook daar, waar
in alle oprechtheid de biologie wordt
gedoceerd in het licht van een ethische
werkelijkheid, die de gelijkwaardigheid
aller mensen predikt, worden schrome
lijke vergissingen begaan die jammer
lijke misverstanden wekken.
Het is uiterst belangrijk, dat een
nieuw geslacht vrij blijft van vooroor
delen en zich een universele humani
teit eigen maakt bij de beoordeling van
de verhouding der rassen. Bij ouderen
is het vaak een hopeloze zaak, voor
oordelen weg te nemen. Onze jeugd
dient echter al van het begin af aan
doordrongen te worden van de waar
heden, die op dit gebied des levens
gelden: de waarheid van de biologie,
van de ethiek, van de religie en van
de sociologie, die alle wijzen naar een
en het zelfde punt; alle mensen zijn
gelijk. In het licht van die onomstote
lijk te bewijzen waarheden zijn de mis
standen te herkennen, die op de wereld
zijn gegroeid en de vooroordelen te on
derscheiden, die sinds oudsher ge
tracht hebben de waarheid te zetten
naar hun eigen hand om andere belan
gen te dienen.
DIT ALLES was een inleiding ter be
spreking van een onlangs verschenen
boekwerkje, dat in opdracht van de
UNESCO is uitgegeven onder de titel:
„Ras vooroordeel en opvoeding".
Het is geschreven door de Engelse dr.
Cyril Bibby met de bedoeling, leraren
en opvoeders te helpen bij hun voor
lichting van de jeugd, over rassenkwes
ties, en in Nederlandse vertaling (van
G. Heins-Voskuil en drs. M. Brouwer)
door Muusses te Purmerend gedrukt en
verspreid.
HET BOEKJE is bij uitstek geschikt
om opheldering over dit onderwerp te
verschaffen en het verklaart in eenvou
dige taal de noodzakelijke gegevens,
die de jonge mensen verlangen om een
inzicht te krijgen in de werkelijkheid
der rassen. Het begint bij het begin:
aan het gebruik van het woord „ras"
is het eerste hoofdstuk gewijd en het
bespreekt vervolgens de gecompliceerd
heid van het begrip „ras" en van de
situatie der rassen in biologisch en
ethnologisch opzicht. In dertien hoofd
stukken ontleedt het boekje de rassen
kwestie tot in haar details, en in ieder
hoofdstuk stuit men op de vooroordelen
en misverstanden, die deze aangelegen
heid door de eeuwen heen tot een on
ontwarbaar kluwen hebben doen ver
groeien. Onontwarbaar, wanneer men
met een of meer van die misverstan
den behept blijft. Ontwarbaar alleen,
indien men uitgaat van 't beginsel dat
men eerlijk, objectief en op basis van
'n zuivere overtuiging een weg wil zoe
ken, die leidt naar een zelfstandig oor
deel.
Die basis van zuivere overtuiging is,
dat de lezer bij het ter hand nemen
van dit boekje uitgaat van de zeker
heid dat uitroeiing van Joden, slaver
nij van negers, onderdrukking van men
sen om hun huidskleur of ethnische
oorsprong fundamenteel verkeerd zijn.
Wie deze overtuiging niet heeft en dus
daarvan nog overtuigd zou moeten wor
den, mist de aansluiting tot dit boekj»
maar voor hem zijn weinig of geen
recepten te schrijven, die enige gene-
zende uitwerking beloven.
HET IS te hopen dat vele scholen en
paedagogen zullen overgaan tot aan
schaffing en behandeling van dit boek
je, om biologie, ethnologie en sociale
aardrijkskunde te doceren onder inacht
neming van datgene, wat het document
van dr. Bibby als fundamentele verkla
ringen levert. Opdat ons komende ge
slacht minder moeite en teleurstellingen
zal ondervinden op het stuk van de uni
versele menswaardigheid in haar toe
passing op sociale, politieke en andere
maatschappelijke omstandigheden.
als die nu evolueert en die de mensen
verplicht in hun vrije tijd voor de no
dige bijverdiensten te zorgen om rond
te kunnen komen. Hieronder moeten de
andere prestaties lijden en geleidelijk
zou hierdoor een vertraging van het
produktieproces kunnen worden veroor
zaakt.
IN VERTROUWELIJKE gesprekken
geven ook de min of meer officiële auto
riteiten toe, dat er iets hapert maar
van de voor de hand liggende oplossing
willen zij niets horen.
„Wij zijn een socialistisch land", be
weren zij. Maar is dat zo?
Is het niet veeleer zo, dat zij hun
land tegen beter weten in socialistisch
willen houden? En vooral tegen de opi
nie van de meerderheid in?
Het liberalisatieproces, dat onder Go-
moula is begonnen, is niet ver genoeg
gegaan. Men vertelde mij daarover in
Warschau: „Gomoelka is geen econoom
maar hij is een zonderlinge combinatie
van ideologisch overtuigd communist
en sentimenteel hartstochtelijk nationa
list. Zijn hoofdzorg is het in evenwicht
houden van nationalisme en communis
me en verder hoopt hij op zijn mede
werkers om de zaak economisch ge
zond te maken."
Als dan onder Gomoelka de fameuze
lente is begonnen in Polen, dan zou
den het dus de economen van het re
gime zijn, die door hun marxistische
stijfkoppigheid de komst van de zomer
hebben belet? Ik zou het niet durven
beweren. Tenslotte staat Polen nog niet
zo los van Moskou éls Joegoslavië; het
moet nog steeds over zijn schouders
naar die machtige en veeleisende buur
man kijken en er rekening mee hou
den of deze zich wel verenigen kan met
het verdere verloop van het avontuur.
Want het Poolse avontuur is nog niet
geëindigd en misschien komt er toch
wel eens een zomer voor dit land, dat
zich zo bewonderenswaardig uit zijn
puin heeft geworsteld.