SHIRLEY HITLERS EINDE Ir. Bijvoets plan voor Opera gebouw ook de prullenbak in? PANDA EN DE MEESTER.LEERLING n a door Charlotte Brontë Problemen om Panda 13 Boek van Sovjet- auteur opent geen nieuwe gezichtspunten B. EN W. VAN AMSTi RDAM ZOUDEN NIEUW STADHUIS-PROJEKT ANNEX „MUZIEK-THEATER VOORSTAAN. Geslaagd Jordaan-feest Kunst in de taveerne WOENSDAG 30 SEPTEMBER 1964 r Laatste strohalm In bomtrechter Merkwaardige omissie 19) Als de enige overlevende vertegenwoordigers van hun in ver val geraakte familie, waren zij beiden bijna heilige personen in haar ogen: van Louis echter wist zij minder dan van Robert; hij was naar Engeland gestuurd toen hij nog maar een jon gen was en hij had zijn opvoeding op 'n Engelse school genoten. Daar deze opvoeding hem niet geschikt maakte voor de handel en zijn natuurlijke aanleg hem misschien ook niet in de richting van de koopmansbezigheden dreef, had hij, toen de vernietiging van zijn vooruitzichten op een erfenis hem dwongen zijn eigen kost te ver dienen, het zeer zware en bescheiden beroep van onderwijzer gekozen. Hij was ondermeester geweest op een school en men zei, dat hij nu gouver neur was in een particulier gezin. Wanneer Hortense over Louis sprak, beschreef zij hem als iemand, die „des moyens" had, maar te schuch ter en stil was. Haar loftuitingen op Robert waren van een heel andere aard, zonder enig voorbehoud; zij was heel trots op hem, zij beschouwde hem als de belangrijkste man in Europa; alles wat hij zei of deed was merkwaardig in haar ogen en zij ver wachtte dat andere mensen op dezelf de manier over hem zouden denken; niets kon onredelijker, monsterachti ger en schandelijker zijn dan tegen werking van Robert, uit welke hoek die ook kwam. tenzij men haarzelf zou tegenwerken. Zodra dus de ge noemde Robert aan de ontbijttafel was gezeten en zij hem een portie gestoofde peren had opgeschept en een flinke Belgische boterham voor hem had afgesneden, begon zij in een lang relaas haar verbazing en af schuw te luchten over wat er de vori ge nacht was gebeurd: het vernielen van de machines. „Quelle idéé! ze kapot te maken. Quelle action honteuse! On voyait bien que les ouvriers de ce pays étaient a la fois bêtes et méchants. C'était absolument comme les domes- tiques Anglais, les servantes surtout: rien d'insupportable comme cette Sara, par exemple!" „Zij ziet er netjes en vlijtig uit," merkte de heer Moore op. „Uitzien! Ik weet niet hoe ze er uit ziet en ik zeg ook niet, dat ze zo smerig of lui is, maar ze is van een brutaliteit! Ze heeft gisteren wel een kwartier tegen mij staan redeneren over het klaarmaken van vlees; zij zei dat ik het kapot kookte, dat Engelse mensen nooit een gerecht zo als onze „bouilli" zouden kunnen eten, dat de bouillon niet veel beter was dan vettig warm water en wat de zuurkool betreft, zij beweert, dat ze die niet door haar keel kan krij gen. Het vat, dat wij in de kelder hebben dat ik zo heerlijk met mijn eigen handen heb ingemaakt noem de zij een ton varkensvoer. Ik weet geen raad met die meid en toch kan ik haar niet wegsturen, want dan krijg ik er misschien een, die nog erger is. Jij bent in dezelfde positie met je arbeiders pauvre cher frère!" „Ik vrees dat je niet erg gelukkig bent in Engeland, Hortense." „Het is mijn plicht om gelukkig te zijn waar jij bent, broeder; maar af gezien daarvan zijn er zeker wel dui zend dingen, die mij "naar onze ge boortestad doen terugverlangen. Alle mensen lijken mij hier slecht opge voed. Ik merk, dat ze mijn gewoon ten belachelijk vinden. Als een meisje uit je weverij toevallig in de keuken komt en ziet hoe ik in mijn onderrok en jak het middageten klaarmaak (want je weet dat ik Sara geen enkel gerecht kan toevertrouwen), lacht zij honend. Als ik een uitnodiging aan neem om ergens te gaan theedrinken, wat ik een of twee keer gedaan heb, bespeur ik dat ik geheel op de achter grond word gezet; men schenkt mij niet de aandacht waarop ik ongetwij feld recht heb. Tot welk een uitste kende familie behoren de Gérards, zo als wij weten, en de Moores ook! Ze hebben het recht een zekere eerbied te eisen en zich gekwetst te voelen wanneer deze hun onthouden wordt. In Antwerpen werd ik altijd met on derscheiding behandeld; hier zou men denken, als ik mijn mond open doe in gezelschap, dat ik met een bespotte lijk accent Engels spreek, terwijl ik ervan overtuigd ben, dat ik het per fect uitspreek." „Hortense, in Antwerpen wist men dat wij rijk waren; in Engeland heeft men ons niet anders dan arm ge kend." „Juist en zo op geld belust zijn de mensen. Ook dit nog, beste broeder, de vorige zondag weet je het nog was erg regenachtig: daarom ging ik naar de kerk op mijn keurige zwarte klompen, die men in een def- tige-stad natuurlijk niet zou dragen, maar die ik op het platteland altijd aan had op modderige wegen. Geloof me maar, toen ik het gangpad op kwam, kalm en beheerst als altijd, waren er vier heren en evenveel da mes, die lachten en hun gezicht ach ter hun gebedenboek verborgen." „Zo, zo! Ik zou die klompen maar niet meer aan doen. Ik heb je al eer der gezegd, dat ik ze niet geschikt vond voor dit land." „Maar broeder, het zijn geen ge wone klompen, zoals de boeren dra gen. Het zijn zwarte klompen, zeg ik je, trés propres, trés convenables. In Mons en Leuze steden die niet zo ver van de elegante hoofdstad Brussel af liggen ziet men keurige mensen zelden iets anders dragen wanneer ze er in de winter op uit gaan. Laat iemand maar eens proberen door de modder van de Vlaamse chaussées te waden met een paar Parijse brode- quins aan, on m'en dirait des nou- velles!" „Laat Mons en Leuze en de chaus sées nu maar met rust; in Rome moet je doen als de Romeinen! Wat dat jak en die onderrok betreft, daar ben ik ook niet zeker van. Ik zie nooit een Engelse dame in zulke kleren. Vraag het Caroline Helstone maar." „Caroline! Ik iets aan Caroline vra gen? Ik haar raadplegen over mijn kleding? Zij zou mij in alle dingen moeten raadplegen; ze is nog maar een kind." „Ze is achttien, of op zijn minst zeventien; oud genoeg om alles af te weten van japonnen, onderrokken en schoeisel." „Ik smeek je, broeder, verwen Caroline niet; hecht niet meer ge wicht aan haar dan ze verdient. Ze is nu bescheiden en zonder pretenties, laten we haar zo houden." „Van ganser harte. Komt ze van morgen?" „Ze komt om tien uur, zoals ge woonlijk, voor haar Franse les." „Je merkt toch niet dat zij je uit lacht, is 't wel?" „Dat doet ze niet, zij waardeert mij meer dan iemand anders hier; maar zij heeft dan ook meer de gelegenheid om mij goed te leren kennen; zij ziet dat ik ontwikkeling, verstand, manie ren, principes heb; alles kortom wat bij iemand behoort, die uit een goede familie komt en een goede opvoeding heeft gehad." „Ben jij eigenlijk wel op haar ge steld?" „Op haar gesteld dat kan ik niet zeggen; ik ben niet iemand die ge neigd is tot heftige voorliefdes, en daarom is mijn vriendschap des te betrouwbaarder. Ik mag haar wel omdat zij familie van mij is; haar positie wekt ook mijn belangstelling en haar gedrag als mijn leerling heeft er tot nu toe mee toe bijgedra gen om de gehechtheid, die uit ande re oorzaken voortkwam, te versterken dan te verzwakken." „Gedraagt zij zich nogal goed op de les?" „Tegenover mij gedraagt zij zich heel goed; maar je weet wel, broe der, dat mijn houding er op berekend is al te grote vertrouwelijkheid in toom te houden, achting en respect af te dwingen. Maar toch, met het inzicht dat ik bezit, zie ik duidelijk dat Caroline niet volmaakt is, dat zij nog veel te wensen overlaat." „Geef mij mijn laatste kop koffie en amuseer me, terwijl ik die leeg drink, met een verslag van haar fouten." (Wordt vervolgd) (Van onze correspondent) ADOLF HITLER is dood, daaraan twijfelt niemand meer. Hij pleegde met zijn maitresse Eva Braun zelfmoord op de middag van de 30ste april 1945 in de bunker van zijn Rijkskanselarij in het door de Russen vrijwel overmeesterde Berlijn. De laatste dagen van Hitier en vooral diens laatste uren zijn sindsdien door tal van geschied schrijvers onder de loep genomen. Een van hen is de Rus G. L. Rosa- nov, die twee jaar geleden onder de titel „Poslednie dni Gitlera" de ondergang van nazi-Duitsland beschreef. Het boek is thans onder de titel „Hitiers laatste dagen" bij de uitgeverij Pegasus te Amster dam in het Nederlands verschenen. f5 vj HET BOEK brengt geen onthullingen', die zijn nauwelijks meer te verwachten. Het geeft wel een boeiend overzicht van de gebeurtenissen in Duitsland na de mis lukte aanslag op Hitler in de „Wolfschan- ze" op 20 juli 1944 tot de ondertekening van de onvoorwaardelijke capitulatie van het „derde rijk". De ondergang van Hit- Ier is al vele malen uitvoerig beschreven en zal in de toekomst nog door talloze auteurs worden geanalyseerd. Maar Rosa- nov is een Rus en zijn verhaal steunt op Rosanovs boek bevat diverse nog niet eerder gepubliceerde onbekende foto's van Hitier. Een daarvan is de plaat van de „Führer" na zijn zelfmoord, vóór de crematie. Russische gegevens. En omdat het de Rus sen waren, die als eersten de rijkskanse larij bereikten, komen die gegevens dus uit de eerste hand. APRIL 1945. Berlijn is een vuurzee, ge bouwen storten krakend ineen, overal ont ploffen granaten en mijnen. Maar in de bunker van de rijkskanselarij blijven de nazi leiders hopen op een wonder. De dag tevoren is de radioverbinding tussen de bunker en de buitenwereld door een vol treffer vernield. Enige uren later wordt gemeld, dat de omsingeling van de kan selarij een feit is. Adolf Hitler kan het noodlot niet meer ontlopen. Een dierlijke angst maakt zich van hem meester. Hij tiert over verraad, waarvan hij slachtof fer is geworden en laat iedereen in de bunker ampullen met vergif uitreiken. Kort na middernacht, op die 29ste april, wordt in de bunker een schouwspel opgevoerd dat zelfs Hitiers vertrouwelin gen met verbijstering slaat. Hitier kondigt zijn huwelijk met Eva Braun aan. Goeb- bels ontbiedt Gauleiter Walter Wagner, die even later in uniform de plechtigheid verricht. De ceremonie heeft plaats in de kleine vergaderkamer van de bunker en duurt maar een paar minuten. Na afloop zetten Goebbels en zijn jonge vrouw, Mar tin Bormann en twee secretaressen zich met de jonggehuwden aan het bruilofts maal, dat voor de meesten hunner tevens het galgemaal zou worden. Hij heeft niet meer geslapen, die nacht, Adolf Hitler. Terwijl de „bruiloftsgas ten" hun roes uitsliepen, dicteerde hij aan een secretaresse zijn testament, waarin Hermann Goering uit de partij wordt ge stoten, groot-admiraal Dönitz tot rijkspre sident wordt uitgeroepen en Himmler uit alle regeringsfuncties wordt gezet. Om 12 uur vergadert Hitler met zijn medewer kers. Geen hunner kent de toestand aan het front, noch die in de stad zelf. Als drenkelingen klampen zij zich aan elke strohalm vast. Ordonnansen worden gezon den naar de resten van de Duitse legers met de opdracht onverwijld opnieuw Ber lijn aan te vallen en de rijkskanselarij te ontzetten. Maar de boodschappers grijpen hun laatste kans en nemen de benen. In de namiddag is het Hitier duidelijk, dat de hulp niet zal komen. Hij aarzelt niet zijn politieke testament aan te vullen met het verdoemen van de generaals Keitel en Jodl. Als :s avonds van westelijke radio stations wordt vernomen, dat Mussolini bij het Comomeer door partisanen is ge pakt en samen met zijn minnares Clara Petacci is terechtgesteld vraagt Eva Braun nauwelijks hoorbaar om vergif. Maar Hit- Ier aarzelt nog. Tenslotte, op 30 april, kort na het mid daguur, neemt Hitier een besluit. Zijn kamerdienaar Linge roept Kempka, de chauffeur, en geeft hem opdracht 200 liter benzine te halen en naar de tuin van de (Van onze correspondent) Wee de architect, die van de gemeente Amsterdam opdracht krijgt, een groot openbaar gebouw te ontwerpen. Dat ontwerp kan een „levenswerk" worden, maar of het ooit zal worden gebouwd, moet de bouwmeester maar afwachten, zoals het stadhuisdrama en nu ook de operatragedie aantonen. De afgelopen jaren heeft het gemeentebestuur zich min of meer enthousiast getoond over iet plan voor „het" operagebouw dat door architect ir. Bijvoet op papier is gezet. Er is ook nog critiek geweest, maar men mag niet vergeten dat de plaats die is aangewezen (het oude RAI-gebouw) weinig mogelijkheden liedt. In vakkringen is men het er wel over eens dat ir. Bijvoet de aangewezen man is om zon schouwburg voor mu ziekdramatische kunst te bouwen. Maar plotseling is er een kink in de kabel ge komen. De Nederlandse Opera gaat ve- dwijnen en de „Staatsopera", die dit in stituut moet opvolgen, zal van een be perkte omvang zijn en niet eens be schikken kunnen over een eigen orkest. ïïids-i- 37. „Kom, jeugdige Dongadil," zei de advocaat drin gend. „Laat het recht zijn beloop hebben. Als meester in de rechten heb ik de verdachte reeds uitvoerig verde digd en de beslissing is thans aan de wijze rechter." „Reuzengeklets!" zei Dongadil. „Je bent geen meester, maar de rare reus Joris met een pruik op. De enige meester hier is meester Panda en die heeft veel te veel geduld met jullie. Het wordt tijd, dat de ingebeelde reus achter het bureau eens een lesje krijgt!" En hij strekte zijn vingers uit naar de rechter, die juist bezig was een vonnis uit te spreken. „Hier moet gestraft worden," sprak de magistraat. „Streng gestraft! Ik veroordeel de verdachte tot Hè!? Wat is dat?! Het lekt hier! Waar komt dat water vandaan?!" „Uw pruik, edelacht bare!" riep de agent. „Uit uw pruik komt „Ik heb het niet over mijn pruik!" riep de rechter driftig. „Ik wil weten, waar dat lek is!" En met stijgende verbazing keek hij rond, zonder de bron van al dat water te kun nen ontdekken. Panda was de enige, die begreep wat er aan de hand was. „Waar zit Dongadil?" dacht hij. „Die heeft vast een wets gefupt!" s s 3 ittiiimiiun!>uiuu!niiiuiiuiuiimiiu!i!uiiiiii!iiiuiuiiiiiuiiiiimiiniuuii)iiiiiuiiiiiuiiuui!itiiiui!iiiiiuiiuiiiiiiiiiiiMiiiiuuk>iiiiiKiiu)iiiiuiiwu!uuiiö EN NU ZIT Amsterdam dus met het probleem dat het de staatsopera huisves ting wil bieden, maar geen operagebouw heeft en dat men geen operagebouw kan bouwen, omdat men nog maar moet af wachten of de staatsopera haar kinder ziekten zal overleven. In de officiële stuk ken wordt niet eens meer gesproken van een operagebouw, maar van een muziek theater „dat met de nieuwe opera zal kun nen meegroeien tot een volwassen opera theater." Het schijnt dat zij, die nooit hebben geloofd in de realisering van een operagebouw gelijk krijgen. In het stadhuis wordt al gefluisterd dat het gemeentebestuur al heel andere plan nen in het achterhoofd heeft. Een van die plannen zou zijn het bekroonde stadhuis plan van de architecten Berghoef en Veg- ter zowel als het operagebouw van ir. By- voet in de prullenmand deponeren en op de plaats waar het stadhuis moet komen (het Waterlooplein) een indrukwekkend centrum bouwen, waarin plaats is voor een stadhuis, maar ook voor een groot thea ter dat voor opera, musicals enz. geschikt zal zijn. De parkeerruimte die overdag voor het stadhuis wordt gebruikt, zou dan 's avonds dienen voor de schouwburgbe zoekers. Bovendien zal het centrum 's avonds geen dode hoek in de binnenstad vormen. En nu maar afwachten of dit ge rucht zal worden bevestigd, ontkend of in de lucht zal blijven hangen. DE JORDAAN HEEFT WEER „festi val" gevierd. Ieder najaar wordt er in de oude buurt achter de Westertoren een se rie volksfeesten gehouden met een sponta neïteit die zelfs voor Amsterdammers verbazingwekkend is. De Jordaanfeesten, die een week duren, met kinderfeesten, ge zellige avonden voor bejaarden, cabaret voorstellingen, kermisvermaak, dansen in café's en op het asfalt van de kleine straatjes, en allerlei wedstrijden, is jaren lang eer. attractie geweest voor de gehele stad. Uit alle wijken stroomden de feest gangers 's avonds naar de Jordaan om zich daar uit te leven op een wijze die men in eigen buurt nauwelijks zou durven. Sinds enkele jaren echter zijn de Jordaan feesten weer voor de Jordaners zelf. Aan de drukte is het nauwelijks te merken, want iedere buurtbewoner doet mee. Hoog tepunt was ook ditmaal weer de viswed strijd in de Brouwersgracht naar vissen van hout die op het wateroppervlak drij ven. Het is steeds weer een bron van dol vermaak Het feest is nu weer voorbij. Straks zal deze legendarische buurt ook verleden tijd zijn, als de saneringsplannen worden uitgevoerd en dat zal dan tevens het definitieve einde zijn van de traditie der Jordaanfestivals. SINDS EEN PAAR honderd jaar kan men aan de Rozengracht in Amsterdam het gebouw vinden van Lucas Bols. In dat gebouw is een proeflokaal en die „Bols- taverne" komt steeds meer in de belang stelling te staan. Niet in de eerste plaats doordat er drankjes worden geserveerd, maar omdat er kunst wordt verkocht. U behoeft geen koopplannen te hebben om er binnen te stappen. Iedereen is welkom. Er zijn steeds interessante tentoonstellin gen van kunstwerken, die zonder enige verplichting te bezichtigen zijn. Het kunst centrum bij Bols is het initiatief van dr. L. Gans, oud-conservator van het Stede lijk Museum. Dr. Gans heeft gezegd: „Het is vaak een gevoel van grote onzekerheid, dat de mensen ervan weerhoudt, kunst van eigen tijd te kopen. In vel? gevallen maakt de aanvankelijke bereidheid tot kopen plaats voor twijfel, om tenslotte gehéél te verdwijnen. Meestal komt dat doordat de aspirant-koper in het onzekere wordt gelaten over de vraag of dat, wat als kunst wordt aangeboden ook werkelijk kunst is en verder of het bedrag wat hij voor het kunstwerk moet betalen wel in overeenstemming is met de artistieke waarde daarvan." Daar op de Rozen gracht echter heeft dr. Gans gezorgd voor deskundige informatie, die de koper weg wijs maakt. Men kan alles vernemen over de exposanten, over de betekenis van het kunstwerk, over stijlen en richtingen in de hedendaagse kunst en over de verschillen de technieken, eventueel onder het genot van een pittig drankje een faciliteit die men in de reguliere kunsthandel en op verkoop-exposities bijna altijd ontberen moet. Hitier en Eva Braun aan hun bruilofts maal, tevens galgemaal (29 april 1945). De Russische troepen waren vlak bij de „Führerbunker". rijkskanselarij te brengen. De man slaagt erin, 180 liter benzine te bemachtigen. Rosanov schrijft: „Tijdens het middag maal, waaraan zoals gewoonlijk wordt deelgenomen door de lieden uit Hitiers di recte omgeving, heerst de stilte van het graf. De aanwezigheid van een levend lijk werkt beklemmend. Allen wachten onge duldig op het moment, dat Hitier hun de vrije hand geeft. Tenslotte nemen Hitier en Eva Braun afscheid en begeven zich naar hun privé-vertrekken. Eerst doodt Hitier, om de uitwerking van het vergif ta controleren, zijn hond en haar vier jongen. Maar hij aarzelt nog steeds. Tenslotte ech ter worden alle bedenkingen weggevaagd door de vrees om levend in handen van da geallieerden te vallen. Voor de deur wach ten vol ongeduld Bormann, Axmann en Hitiers kamerdienaar Linge. Eindelijk, op de horloges is het negen minuten over drie, horen zij een schot." Tijdens het proces in Neurenberg ver klaarde „Reichsjugendführer" Arthur Ax mann, dat hij onmiddellijk na het schot de kamer van Hitier binnenging. „Wij za gen de Führer. Hij zat voorovergezakt op de divan, Eva Braun naast hem met het hoofd op zijn schouder. De Führer was dood. Zijn onderkaak hing naar beneden, het pistool lag op de vloer". Hitler had zich in de mond geschoten, Eva Braun had vergif ingenomen. Rosanov vervolgt: „een groep SS-officie= ren, Linge, Günsche en anderen tillen Hitiers lijk van de divan en wikkelen het in het vloerkleed. Vervolgens slepen ze dit door de nooduitgang over vier trappen naar de tuin van de kanselarij. Bormann volgt hen hijgend, hij heeft het lichaam van Eva Braun op zijn schouder. In de tuin vórmen de SS-ers een levende ketting en geven de lijken door naar een bom trechter. Daar leggen zij ze in en gieten er dan ijlings benzine over. Met doffe nieuwsgie righeid zien de SS-ers hoe de rook opwalmt en hoe stinkend verbrandt wat twaalf jaar lang de wereld heeft verpest..." ROSANOVS BOEK LEVERT over de dood van Hitier geen nieuwe feiten op. Zij waren reeds bekend uit o.a. „Die letzten Tage der Reichskanzlei" van Gerhardt Boldt en „The last days of Hitler" van Trevor-Roper. Nadat het boek in het Russisch is ver schenen kwam uit Moskou het bericht, dat maarschalk Sokolovski (tijdens de oorlog chef operaties in Sjoekov's leger) zou hebben onthuld dat Russische militairen Hitiers lijk in een bunker hebben aange troffen. In de Nederlandse uitgave wordt hieraan niet herinnerd. MISSCHIEN dat men voor nieuwe onthullingen zo die er mochten zijn moet wachten op Cornelius Ryan, de schrijver van „De laatste dag", die Hit- Iers ondergang gaat beschrijven in een nieuw boek, dat „Het laatste gevecht" zal heten. Ryan was onlangs in Moskou, waar hij grote medewerking verkreeg bij het vergaren van documentatie en foto's van het Russische slot offensief. MOSKOU (AP) In Moskou maakt men zich zorgen over een mogelijk huwelijk van een prominente weduw naar: de reuzen-panda in de Moskouse dierentuin, die al lange tijd alleen is. In het voorjaar deed de Londense Zoo het voorstel, de Sovjet-Panda „in con nectie" te brengen met het reuzen- pandawijfje dat deze Britse dierentuin bezit. Er werd lang en breed onder handeld, maar tenslotte liet Moskou het afweten. Men vreesde n.l. dat de beide panda's mogelijk niets van elkaar zouden willen weten en in dat geval zouden zij elkaar ernstig kunnen toe takelen. Nu heeft de directie van de dieren tuin in Regents Park haar Moscoviti- sche collega's opnieuw benaderd met huwelijksvoorstellen. Gisteren ant woordden de Russen, dat zij het plan in principe aanvaarden. Maar het huwelijk zou dan in Moskou „voltrok ken" moeten worden, omdat men geen enkel risico wil lopen. „De panda weduwnaar is bijzonder zeldzaam en miljoenen roebels waard," zeggen de Russen, „en het dier mag dan ook onder geen beding naar elders vervoerd worden." Panda's, die in westelijk China voor komen, zijn pas ongeveer 30 jaar in ge vangenschap gehouden. Men heeft wei nig ervaring met het fokken van de reuzensoort.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 13