SHIRLEY
HITLERS EINDE
Ir. Bijvoets plan voor Opera
gebouw ook de prullenbak in?
PANDA EN DE MEESTER.LEERLING
n
a
door Charlotte Brontë
Problemen om
Panda
13
Boek van Sovjet- auteur opent
geen nieuwe gezichtspunten
B. EN W. VAN AMSTi RDAM ZOUDEN
NIEUW STADHUIS-PROJEKT ANNEX
„MUZIEK-THEATER VOORSTAAN.
Geslaagd Jordaan-feest
Kunst in de taveerne
WOENSDAG 30 SEPTEMBER 1964
r
Laatste strohalm
In bomtrechter
Merkwaardige omissie
19) Als de enige overlevende
vertegenwoordigers van hun in ver
val geraakte familie, waren zij beiden
bijna heilige personen in haar ogen:
van Louis echter wist zij minder dan
van Robert; hij was naar Engeland
gestuurd toen hij nog maar een jon
gen was en hij had zijn opvoeding op
'n Engelse school genoten. Daar deze
opvoeding hem niet geschikt maakte
voor de handel en zijn natuurlijke
aanleg hem misschien ook niet in de
richting van de koopmansbezigheden
dreef, had hij, toen de vernietiging
van zijn vooruitzichten op een erfenis
hem dwongen zijn eigen kost te ver
dienen, het zeer zware en bescheiden
beroep van onderwijzer gekozen. Hij
was ondermeester geweest op een
school en men zei, dat hij nu gouver
neur was in een particulier gezin.
Wanneer Hortense over Louis sprak,
beschreef zij hem als iemand, die
„des moyens" had, maar te schuch
ter en stil was. Haar loftuitingen op
Robert waren van een heel andere
aard, zonder enig voorbehoud; zij was
heel trots op hem, zij beschouwde
hem als de belangrijkste man in
Europa; alles wat hij zei of deed was
merkwaardig in haar ogen en zij ver
wachtte dat andere mensen op dezelf
de manier over hem zouden denken;
niets kon onredelijker, monsterachti
ger en schandelijker zijn dan tegen
werking van Robert, uit welke hoek
die ook kwam. tenzij men haarzelf
zou tegenwerken. Zodra dus de ge
noemde Robert aan de ontbijttafel
was gezeten en zij hem een portie
gestoofde peren had opgeschept en
een flinke Belgische boterham voor
hem had afgesneden, begon zij in een
lang relaas haar verbazing en af
schuw te luchten over wat er de vori
ge nacht was gebeurd: het vernielen
van de machines.
„Quelle idéé! ze kapot te maken.
Quelle action honteuse! On voyait
bien que les ouvriers de ce pays
étaient a la fois bêtes et méchants.
C'était absolument comme les domes-
tiques Anglais, les servantes surtout:
rien d'insupportable comme cette
Sara, par exemple!"
„Zij ziet er netjes en vlijtig uit,"
merkte de heer Moore op.
„Uitzien! Ik weet niet hoe ze er uit
ziet en ik zeg ook niet, dat ze zo
smerig of lui is, maar ze is van een
brutaliteit! Ze heeft gisteren wel een
kwartier tegen mij staan redeneren
over het klaarmaken van vlees; zij
zei dat ik het kapot kookte, dat
Engelse mensen nooit een gerecht zo
als onze „bouilli" zouden kunnen
eten, dat de bouillon niet veel beter
was dan vettig warm water en wat
de zuurkool betreft, zij beweert, dat
ze die niet door haar keel kan krij
gen. Het vat, dat wij in de kelder
hebben dat ik zo heerlijk met mijn
eigen handen heb ingemaakt noem
de zij een ton varkensvoer. Ik weet
geen raad met die meid en toch kan
ik haar niet wegsturen, want dan
krijg ik er misschien een, die nog
erger is. Jij bent in dezelfde positie
met je arbeiders pauvre cher
frère!"
„Ik vrees dat je niet erg gelukkig
bent in Engeland, Hortense."
„Het is mijn plicht om gelukkig te
zijn waar jij bent, broeder; maar af
gezien daarvan zijn er zeker wel dui
zend dingen, die mij "naar onze ge
boortestad doen terugverlangen. Alle
mensen lijken mij hier slecht opge
voed. Ik merk, dat ze mijn gewoon
ten belachelijk vinden. Als een meisje
uit je weverij toevallig in de keuken
komt en ziet hoe ik in mijn onderrok
en jak het middageten klaarmaak
(want je weet dat ik Sara geen enkel
gerecht kan toevertrouwen), lacht zij
honend. Als ik een uitnodiging aan
neem om ergens te gaan theedrinken,
wat ik een of twee keer gedaan heb,
bespeur ik dat ik geheel op de achter
grond word gezet; men schenkt mij
niet de aandacht waarop ik ongetwij
feld recht heb. Tot welk een uitste
kende familie behoren de Gérards, zo
als wij weten, en de Moores ook! Ze
hebben het recht een zekere eerbied
te eisen en zich gekwetst te voelen
wanneer deze hun onthouden wordt.
In Antwerpen werd ik altijd met on
derscheiding behandeld; hier zou men
denken, als ik mijn mond open doe in
gezelschap, dat ik met een bespotte
lijk accent Engels spreek, terwijl ik
ervan overtuigd ben, dat ik het per
fect uitspreek."
„Hortense, in Antwerpen wist men
dat wij rijk waren; in Engeland heeft
men ons niet anders dan arm ge
kend."
„Juist en zo op geld belust zijn de
mensen. Ook dit nog, beste broeder,
de vorige zondag weet je het
nog was erg regenachtig: daarom
ging ik naar de kerk op mijn keurige
zwarte klompen, die men in een def-
tige-stad natuurlijk niet zou dragen,
maar die ik op het platteland altijd
aan had op modderige wegen. Geloof
me maar, toen ik het gangpad op
kwam, kalm en beheerst als altijd,
waren er vier heren en evenveel da
mes, die lachten en hun gezicht ach
ter hun gebedenboek verborgen."
„Zo, zo! Ik zou die klompen maar
niet meer aan doen. Ik heb je al eer
der gezegd, dat ik ze niet geschikt
vond voor dit land."
„Maar broeder, het zijn geen ge
wone klompen, zoals de boeren dra
gen. Het zijn zwarte klompen, zeg ik
je, trés propres, trés convenables. In
Mons en Leuze steden die niet zo
ver van de elegante hoofdstad Brussel
af liggen ziet men keurige mensen
zelden iets anders dragen wanneer ze
er in de winter op uit gaan. Laat
iemand maar eens proberen door de
modder van de Vlaamse chaussées te
waden met een paar Parijse brode-
quins aan, on m'en dirait des nou-
velles!"
„Laat Mons en Leuze en de chaus
sées nu maar met rust; in Rome
moet je doen als de Romeinen! Wat
dat jak en die onderrok betreft, daar
ben ik ook niet zeker van. Ik zie nooit
een Engelse dame in zulke kleren.
Vraag het Caroline Helstone maar."
„Caroline! Ik iets aan Caroline vra
gen? Ik haar raadplegen over mijn
kleding? Zij zou mij in alle dingen
moeten raadplegen; ze is nog maar
een kind."
„Ze is achttien, of op zijn minst
zeventien; oud genoeg om alles af te
weten van japonnen, onderrokken en
schoeisel."
„Ik smeek je, broeder, verwen
Caroline niet; hecht niet meer ge
wicht aan haar dan ze verdient. Ze is
nu bescheiden en zonder pretenties,
laten we haar zo houden."
„Van ganser harte. Komt ze van
morgen?"
„Ze komt om tien uur, zoals ge
woonlijk, voor haar Franse les."
„Je merkt toch niet dat zij je uit
lacht, is 't wel?"
„Dat doet ze niet, zij waardeert mij
meer dan iemand anders hier; maar
zij heeft dan ook meer de gelegenheid
om mij goed te leren kennen; zij ziet
dat ik ontwikkeling, verstand, manie
ren, principes heb; alles kortom wat
bij iemand behoort, die uit een goede
familie komt en een goede opvoeding
heeft gehad."
„Ben jij eigenlijk wel op haar ge
steld?"
„Op haar gesteld dat kan ik niet
zeggen; ik ben niet iemand die ge
neigd is tot heftige voorliefdes, en
daarom is mijn vriendschap des te
betrouwbaarder. Ik mag haar wel
omdat zij familie van mij is; haar
positie wekt ook mijn belangstelling
en haar gedrag als mijn leerling
heeft er tot nu toe mee toe bijgedra
gen om de gehechtheid, die uit ande
re oorzaken voortkwam, te versterken
dan te verzwakken."
„Gedraagt zij zich nogal goed op
de les?"
„Tegenover mij gedraagt zij zich
heel goed; maar je weet wel, broe
der, dat mijn houding er op berekend
is al te grote vertrouwelijkheid in
toom te houden, achting en respect
af te dwingen. Maar toch, met het
inzicht dat ik bezit, zie ik duidelijk
dat Caroline niet volmaakt is, dat zij
nog veel te wensen overlaat."
„Geef mij mijn laatste kop koffie
en amuseer me, terwijl ik die leeg
drink, met een verslag van haar
fouten."
(Wordt vervolgd)
(Van onze correspondent)
ADOLF HITLER is dood, daaraan twijfelt niemand meer. Hij
pleegde met zijn maitresse Eva Braun zelfmoord op de middag van
de 30ste april 1945 in de bunker van zijn Rijkskanselarij in het door
de Russen vrijwel overmeesterde Berlijn. De laatste dagen van Hitier
en vooral diens laatste uren zijn sindsdien door tal van geschied
schrijvers onder de loep genomen. Een van hen is de Rus G. L. Rosa-
nov, die twee jaar geleden onder de titel „Poslednie dni Gitlera" de
ondergang van nazi-Duitsland beschreef. Het boek is thans onder
de titel „Hitiers laatste dagen" bij de uitgeverij Pegasus te Amster
dam in het Nederlands verschenen.
f5 vj
HET BOEK brengt geen onthullingen',
die zijn nauwelijks meer te verwachten.
Het geeft wel een boeiend overzicht van
de gebeurtenissen in Duitsland na de mis
lukte aanslag op Hitler in de „Wolfschan-
ze" op 20 juli 1944 tot de ondertekening
van de onvoorwaardelijke capitulatie van
het „derde rijk". De ondergang van Hit-
Ier is al vele malen uitvoerig beschreven
en zal in de toekomst nog door talloze
auteurs worden geanalyseerd. Maar Rosa-
nov is een Rus en zijn verhaal steunt op
Rosanovs boek bevat diverse nog niet
eerder gepubliceerde onbekende foto's
van Hitier. Een daarvan is de plaat
van de „Führer" na zijn zelfmoord, vóór
de crematie.
Russische gegevens. En omdat het de Rus
sen waren, die als eersten de rijkskanse
larij bereikten, komen die gegevens dus
uit de eerste hand.
APRIL 1945. Berlijn is een vuurzee, ge
bouwen storten krakend ineen, overal ont
ploffen granaten en mijnen. Maar in de
bunker van de rijkskanselarij blijven de
nazi leiders hopen op een wonder. De dag
tevoren is de radioverbinding tussen de
bunker en de buitenwereld door een vol
treffer vernield. Enige uren later wordt
gemeld, dat de omsingeling van de kan
selarij een feit is. Adolf Hitler kan het
noodlot niet meer ontlopen. Een dierlijke
angst maakt zich van hem meester. Hij
tiert over verraad, waarvan hij slachtof
fer is geworden en laat iedereen in de
bunker ampullen met vergif uitreiken.
Kort na middernacht, op die 29ste
april, wordt in de bunker een schouwspel
opgevoerd dat zelfs Hitiers vertrouwelin
gen met verbijstering slaat. Hitier kondigt
zijn huwelijk met Eva Braun aan. Goeb-
bels ontbiedt Gauleiter Walter Wagner, die
even later in uniform de plechtigheid
verricht. De ceremonie heeft plaats in de
kleine vergaderkamer van de bunker en
duurt maar een paar minuten. Na afloop
zetten Goebbels en zijn jonge vrouw, Mar
tin Bormann en twee secretaressen zich
met de jonggehuwden aan het bruilofts
maal, dat voor de meesten hunner tevens
het galgemaal zou worden.
Hij heeft niet meer geslapen, die nacht,
Adolf Hitler. Terwijl de „bruiloftsgas
ten" hun roes uitsliepen, dicteerde hij aan
een secretaresse zijn testament, waarin
Hermann Goering uit de partij wordt ge
stoten, groot-admiraal Dönitz tot rijkspre
sident wordt uitgeroepen en Himmler uit
alle regeringsfuncties wordt gezet. Om 12
uur vergadert Hitler met zijn medewer
kers. Geen hunner kent de toestand aan
het front, noch die in de stad zelf. Als
drenkelingen klampen zij zich aan elke
strohalm vast. Ordonnansen worden gezon
den naar de resten van de Duitse legers
met de opdracht onverwijld opnieuw Ber
lijn aan te vallen en de rijkskanselarij te
ontzetten. Maar de boodschappers grijpen
hun laatste kans en nemen de benen. In
de namiddag is het Hitier duidelijk, dat
de hulp niet zal komen. Hij aarzelt niet
zijn politieke testament aan te vullen met
het verdoemen van de generaals Keitel en
Jodl. Als :s avonds van westelijke radio
stations wordt vernomen, dat Mussolini
bij het Comomeer door partisanen is ge
pakt en samen met zijn minnares Clara
Petacci is terechtgesteld vraagt Eva Braun
nauwelijks hoorbaar om vergif. Maar Hit-
Ier aarzelt nog.
Tenslotte, op 30 april, kort na het mid
daguur, neemt Hitier een besluit. Zijn
kamerdienaar Linge roept Kempka, de
chauffeur, en geeft hem opdracht 200 liter
benzine te halen en naar de tuin van de
(Van onze correspondent)
Wee de architect, die van de gemeente
Amsterdam opdracht krijgt, een groot
openbaar gebouw te ontwerpen. Dat
ontwerp kan een „levenswerk" worden,
maar of het ooit zal worden gebouwd,
moet de bouwmeester maar afwachten,
zoals het stadhuisdrama en nu ook de
operatragedie aantonen. De afgelopen
jaren heeft het gemeentebestuur zich
min of meer enthousiast getoond over
iet plan voor „het" operagebouw dat
door architect ir. Bijvoet op papier is
gezet. Er is ook nog critiek geweest,
maar men mag niet vergeten dat de
plaats die is aangewezen (het oude
RAI-gebouw) weinig mogelijkheden
liedt. In vakkringen is men het er wel
over eens dat ir. Bijvoet de aangewezen
man is om zon schouwburg voor mu
ziekdramatische kunst te bouwen. Maar
plotseling is er een kink in de kabel ge
komen. De Nederlandse Opera gaat ve-
dwijnen en de „Staatsopera", die dit in
stituut moet opvolgen, zal van een be
perkte omvang zijn en niet eens be
schikken kunnen over een eigen orkest.
ïïids-i-
37. „Kom, jeugdige Dongadil," zei de advocaat drin
gend. „Laat het recht zijn beloop hebben. Als meester in
de rechten heb ik de verdachte reeds uitvoerig verde
digd en de beslissing is thans aan de wijze rechter."
„Reuzengeklets!" zei Dongadil. „Je bent geen meester,
maar de rare reus Joris met een pruik op. De enige
meester hier is meester Panda en die heeft veel te veel
geduld met jullie. Het wordt tijd, dat de ingebeelde reus
achter het bureau eens een lesje krijgt!" En hij strekte
zijn vingers uit naar de rechter, die juist bezig was een
vonnis uit te spreken. „Hier moet gestraft worden,"
sprak de magistraat. „Streng gestraft! Ik veroordeel de
verdachte tot Hè!? Wat is dat?! Het lekt hier!
Waar komt dat water vandaan?!" „Uw pruik, edelacht
bare!" riep de agent. „Uit uw pruik komt „Ik heb
het niet over mijn pruik!" riep de rechter driftig. „Ik
wil weten, waar dat lek is!" En met stijgende verbazing
keek hij rond, zonder de bron van al dat water te kun
nen ontdekken. Panda was de enige, die begreep wat er
aan de hand was. „Waar zit Dongadil?" dacht hij.
„Die heeft vast een wets gefupt!"
s
s
3
ittiiimiiun!>uiuu!niiiuiiuiuiimiiu!i!uiiiiii!iiiuiuiiiiiuiiiiimiiniuuii)iiiiiuiiiiiuiiuui!itiiiui!iiiiiuiiuiiiiiiiiiiiMiiiiuuk>iiiiiKiiu)iiiiuiiwu!uuiiö
EN NU ZIT Amsterdam dus met het
probleem dat het de staatsopera huisves
ting wil bieden, maar geen operagebouw
heeft en dat men geen operagebouw kan
bouwen, omdat men nog maar moet af
wachten of de staatsopera haar kinder
ziekten zal overleven. In de officiële stuk
ken wordt niet eens meer gesproken van
een operagebouw, maar van een muziek
theater „dat met de nieuwe opera zal kun
nen meegroeien tot een volwassen opera
theater." Het schijnt dat zij, die nooit
hebben geloofd in de realisering van een
operagebouw gelijk krijgen.
In het stadhuis wordt al gefluisterd dat
het gemeentebestuur al heel andere plan
nen in het achterhoofd heeft. Een van die
plannen zou zijn het bekroonde stadhuis
plan van de architecten Berghoef en Veg-
ter zowel als het operagebouw van ir. By-
voet in de prullenmand deponeren en op
de plaats waar het stadhuis moet komen
(het Waterlooplein) een indrukwekkend
centrum bouwen, waarin plaats is voor een
stadhuis, maar ook voor een groot thea
ter dat voor opera, musicals enz. geschikt
zal zijn. De parkeerruimte die overdag
voor het stadhuis wordt gebruikt, zou dan
's avonds dienen voor de schouwburgbe
zoekers. Bovendien zal het centrum
's avonds geen dode hoek in de binnenstad
vormen. En nu maar afwachten of dit ge
rucht zal worden bevestigd, ontkend of in
de lucht zal blijven hangen.
DE JORDAAN HEEFT WEER „festi
val" gevierd. Ieder najaar wordt er in de
oude buurt achter de Westertoren een se
rie volksfeesten gehouden met een sponta
neïteit die zelfs voor Amsterdammers
verbazingwekkend is. De Jordaanfeesten,
die een week duren, met kinderfeesten, ge
zellige avonden voor bejaarden, cabaret
voorstellingen, kermisvermaak, dansen in
café's en op het asfalt van de kleine
straatjes, en allerlei wedstrijden, is jaren
lang eer. attractie geweest voor de gehele
stad. Uit alle wijken stroomden de feest
gangers 's avonds naar de Jordaan om
zich daar uit te leven op een wijze die
men in eigen buurt nauwelijks zou durven.
Sinds enkele jaren echter zijn de Jordaan
feesten weer voor de Jordaners zelf. Aan
de drukte is het nauwelijks te merken,
want iedere buurtbewoner doet mee. Hoog
tepunt was ook ditmaal weer de viswed
strijd in de Brouwersgracht naar vissen
van hout die op het wateroppervlak drij
ven. Het is steeds weer een bron van dol
vermaak Het feest is nu weer voorbij.
Straks zal deze legendarische buurt ook
verleden tijd zijn, als de saneringsplannen
worden uitgevoerd en dat zal dan tevens
het definitieve einde zijn van de traditie
der Jordaanfestivals.
SINDS EEN PAAR honderd jaar kan
men aan de Rozengracht in Amsterdam
het gebouw vinden van Lucas Bols. In dat
gebouw is een proeflokaal en die „Bols-
taverne" komt steeds meer in de belang
stelling te staan. Niet in de eerste plaats
doordat er drankjes worden geserveerd,
maar omdat er kunst wordt verkocht. U
behoeft geen koopplannen te hebben om
er binnen te stappen. Iedereen is welkom.
Er zijn steeds interessante tentoonstellin
gen van kunstwerken, die zonder enige
verplichting te bezichtigen zijn. Het kunst
centrum bij Bols is het initiatief van dr.
L. Gans, oud-conservator van het Stede
lijk Museum. Dr. Gans heeft gezegd: „Het
is vaak een gevoel van grote onzekerheid,
dat de mensen ervan weerhoudt, kunst
van eigen tijd te kopen. In vel? gevallen
maakt de aanvankelijke bereidheid tot
kopen plaats voor twijfel, om tenslotte
gehéél te verdwijnen. Meestal komt dat
doordat de aspirant-koper in het onzekere
wordt gelaten over de vraag of dat, wat
als kunst wordt aangeboden ook werkelijk
kunst is en verder of het bedrag wat hij
voor het kunstwerk moet betalen wel in
overeenstemming is met de artistieke
waarde daarvan." Daar op de Rozen
gracht echter heeft dr. Gans gezorgd voor
deskundige informatie, die de koper weg
wijs maakt. Men kan alles vernemen over
de exposanten, over de betekenis van het
kunstwerk, over stijlen en richtingen in de
hedendaagse kunst en over de verschillen
de technieken, eventueel onder het genot
van een pittig drankje een faciliteit
die men in de reguliere kunsthandel en op
verkoop-exposities bijna altijd ontberen
moet.
Hitier en Eva Braun aan hun bruilofts
maal, tevens galgemaal (29 april 1945).
De Russische troepen waren vlak bij
de „Führerbunker".
rijkskanselarij te brengen. De man slaagt
erin, 180 liter benzine te bemachtigen.
Rosanov schrijft: „Tijdens het middag
maal, waaraan zoals gewoonlijk wordt
deelgenomen door de lieden uit Hitiers di
recte omgeving, heerst de stilte van het
graf. De aanwezigheid van een levend lijk
werkt beklemmend. Allen wachten onge
duldig op het moment, dat Hitier hun de
vrije hand geeft. Tenslotte nemen Hitier
en Eva Braun afscheid en begeven zich
naar hun privé-vertrekken. Eerst doodt
Hitier, om de uitwerking van het vergif ta
controleren, zijn hond en haar vier jongen.
Maar hij aarzelt nog steeds. Tenslotte ech
ter worden alle bedenkingen weggevaagd
door de vrees om levend in handen van da
geallieerden te vallen. Voor de deur wach
ten vol ongeduld Bormann, Axmann en
Hitiers kamerdienaar Linge. Eindelijk, op
de horloges is het negen minuten over drie,
horen zij een schot."
Tijdens het proces in Neurenberg ver
klaarde „Reichsjugendführer" Arthur Ax
mann, dat hij onmiddellijk na het schot
de kamer van Hitier binnenging. „Wij za
gen de Führer. Hij zat voorovergezakt op
de divan, Eva Braun naast hem met het
hoofd op zijn schouder. De Führer was
dood. Zijn onderkaak hing naar beneden,
het pistool lag op de vloer". Hitler had
zich in de mond geschoten, Eva Braun
had vergif ingenomen.
Rosanov vervolgt: „een groep SS-officie=
ren, Linge, Günsche en anderen tillen
Hitiers lijk van de divan en wikkelen het
in het vloerkleed. Vervolgens slepen ze dit
door de nooduitgang over vier trappen
naar de tuin van de kanselarij. Bormann
volgt hen hijgend, hij heeft het lichaam
van Eva Braun op zijn schouder. In de
tuin vórmen de SS-ers een levende ketting
en geven de lijken door naar een bom
trechter.
Daar leggen zij ze in en gieten er dan
ijlings benzine over. Met doffe nieuwsgie
righeid zien de SS-ers hoe de rook opwalmt
en hoe stinkend verbrandt wat twaalf jaar
lang de wereld heeft verpest..."
ROSANOVS BOEK LEVERT over de
dood van Hitier geen nieuwe feiten op. Zij
waren reeds bekend uit o.a. „Die letzten
Tage der Reichskanzlei" van Gerhardt
Boldt en „The last days of Hitler" van
Trevor-Roper.
Nadat het boek in het Russisch is ver
schenen kwam uit Moskou het bericht, dat
maarschalk Sokolovski (tijdens de oorlog
chef operaties in Sjoekov's leger) zou
hebben onthuld dat Russische militairen
Hitiers lijk in een bunker hebben aange
troffen. In de Nederlandse uitgave wordt
hieraan niet herinnerd.
MISSCHIEN dat men voor nieuwe
onthullingen zo die er mochten zijn
moet wachten op Cornelius Ryan, de
schrijver van „De laatste dag", die Hit-
Iers ondergang gaat beschrijven in een
nieuw boek, dat „Het laatste gevecht"
zal heten. Ryan was onlangs in Moskou,
waar hij grote medewerking verkreeg
bij het vergaren van documentatie en
foto's van het Russische slot offensief.
MOSKOU (AP) In Moskou maakt
men zich zorgen over een mogelijk
huwelijk van een prominente weduw
naar: de reuzen-panda in de Moskouse
dierentuin, die al lange tijd alleen is.
In het voorjaar deed de Londense Zoo
het voorstel, de Sovjet-Panda „in con
nectie" te brengen met het reuzen-
pandawijfje dat deze Britse dierentuin
bezit. Er werd lang en breed onder
handeld, maar tenslotte liet Moskou
het afweten. Men vreesde n.l. dat de
beide panda's mogelijk niets van elkaar
zouden willen weten en in dat geval
zouden zij elkaar ernstig kunnen toe
takelen.
Nu heeft de directie van de dieren
tuin in Regents Park haar Moscoviti-
sche collega's opnieuw benaderd met
huwelijksvoorstellen. Gisteren ant
woordden de Russen, dat zij het plan
in principe aanvaarden. Maar het
huwelijk zou dan in Moskou „voltrok
ken" moeten worden, omdat men geen
enkel risico wil lopen. „De panda
weduwnaar is bijzonder zeldzaam en
miljoenen roebels waard," zeggen de
Russen, „en het dier mag dan ook onder
geen beding naar elders vervoerd
worden."
Panda's, die in westelijk China voor
komen, zijn pas ongeveer 30 jaar in ge
vangenschap gehouden. Men heeft wei
nig ervaring met het fokken van de
reuzensoort.