SHIRLEY ft if f t HET DANSENDE SPEELGOED m PANDA EN DE MEESTER-LEERLING u f. Feestmiddag en prijsuitreiking op 21 oktober ff wmI I J door Charlotte Brontë 11...... y Kinder stripwedstrijd ZATERDAG 3 OKTOBER 1964 23 9ï Mélanie Cuypers 79 'V j GOUDEN VERTELLINGEN slaaft IS Drtlteend aan ae maar 'Y^N pASCHA Doen? I'T vervolgt; 22) „Die oude Kozak! Ik denk het ook niet", mompelde Moore, „blijf dan hier eten bij Hortense; zij zal het prettig vinden als je haar gezelschap houdt; ik kom niet laat terug. We gaan dan wat lezen vanavond, de maan komt om half negen op en ik breng je om negen uur naar de pastorie. Vind je dat goed?" Zij knikte en haar ogen glansden. Moore bleef nog een paar minuten; hij boog zich over de tafel van Caro line en wierp een blik op haar lees boek, hij speelde met haar pen, nam het boeketje op en bekeek het; zijn paard stond ongeduldig te stampen; Fred Murgatroyd schraapte zijn keel en kuchte bij het hek alsof hij zich afvroeg wat ter wereld zijn meester toch uitvoerde. „Tot ziens" zei Moore weer en verdween tenslotte. Toen Hortense tien minuten later binnenkwam zag zij tot haar verba zing, dat Caroline nog niet aan haar thema begonnen was. HOOFDSTUK VI Coriolanus Mademoiselle Moore had die mor gen een ietwat afwezige leerlinge. Tel kens weer vergat Caroline de verkla ringen, die haar gegeven werden; zij verdroeg echter in een kalme stem ming de standjes, die haar onoplet tendheid veroorzaakte. In de zonne schijn bij het raam gezeten, scheen zij van de warmte een weldadige invloed te ondergaan, waardoor zij zich gelukkig en gezond voelde. In de ze stemming zag zij er op haar voor deligst uit en dat was prettig om naar te kijken. De gave van de schoonheid was haar niet onthouden; het was niet be paald nodig haar te kennen om haar aardig te vinden; zij was bevallig ge noeg om in de smaak te vallen, zelfs op het eerste gezicht. Haar figuur behoorde bij haar leeftijd; zij was meisjesachtig, licht en lenig; iedere ronding was zuiver, iedere ledemaat in de goede verhouding, haar gezicht was expressief en vriendelijk; haar ogen waren mooi en vertoonden soms een schittering, die hartveroverend ums, en spraken een taal, die een be roep deed op het gevoel. Haar mond was heel lief; zij had een tedere huid en een prachtige bos bruin haar, dat zij smaakvol wist op te maken; krul len stonden haar goed en zij had er een schilderachtige overvloed van. Haar keuze van kleding bewees de smaak van de draagster; niet opval lend modieus, zeker niet van kostbaar materiaal vervaardigd, maar de kleur paste goed bij haar lichte gelaatskleur door het contrast en het model paste uitstekend bij het slanke figuurtje, dat er in gehuld was. Haar winterkleding van het ogenblik was van merinos, in dezelfde bruine tint als haar haar; het kraagje om haar hals lag over een roze lintje en was met een strik vastgemaakt; andere versieringen droeg zij niet. Tot zover over het uiterlijk van Caroline Helstone; wat haar karakter en intelligentie, indien zij die bezat, aangaat, die moeten maar voor zichzelf spreken wanneer het zo te pas komt. Haar familieverhoudingen zijn spoe dig verteld. Zij was het kind van ouders, die niet lang na haar geboor te uiteen waren gegaan, ten gevolge van een verschil in aanleg. Haar moe der was een half-zuster van de vader van de heer Moore; zo was zij dus al bestond er geen bloedverwant schap in de verte een nicht van Robert, Louis en Hortense. Haar va der was een broer van de heer Hel stone een man met een karakter, dat vrienden zich liever niet herinne ren, nadat de dood alle rekeningen vereffend heeft. Hij had zijn vrouw ongelukkig gemaakt; de verhalen over hem, die juist waren bevonden, had den enige waarschijnlijkheid gegeven aan andere, die als kwade geruchten de ronde deden over zijn broeder, die er betere beginselen op nahield. Ca roline had haar moeder nooit gekend, omdat zij in haar kinderjaren van haar weggehaald was en haar sinds dien niet meer had gezien; haar va der stierf op tamelijk jeugdige leef tijd en haar oom, de predikant, was al enkele jaren haar enige voogd. Hij was, zoals wij weten, niet bijzonder geschikt, wat zijn aard en gewoonten betreft, om de zorg voor een jong meisje op zich te nemen; hij had zich weinig om haar opvoeding bekom merd; waarschijnlijk zou hij er hele maal niets aan gedaan hebben, indien zij er zelf niet ongerust over was ge worden, toen zij bemerkte dat zij ver waarloosd werd, en hem nu en dan enige aandacht gevraagd had en de middelen, waarmee zij de allernood zakelijkste kennis kon verwerven. Toch had zij een neerdrukkend ge voel, dat zij minderwaardig was, dat haar ontwikkeling slechter was dan meisjes van haar leeftijd en stand ge woonlijk bezaten; en zij maakte met vreugde gebruik van het vriendelijke aanbod van haar nicht Hortense spoe dig nadat deze op Hollow's Hill aan gekomen was, om haar Frans en de fijnere naaldkunst te leren. Mademoi selle Moore van haar kant vond het een heerlijke taak, omdat zij er ge wicht aan ontleende. Zij hield ervan over haar volgzame, maar vlugge leerlinge een weinig de baas te spe len. Zij beoordeelde Caroline zoals deze het zelf deed, als een meisje, dat geen geregelde opleiding had ge had, dat zelfs onwetend was; en toen zij bemerkte dat Caroline snel en gre tig vooruitging, schreef zij de ver betering niet aan de begaafdheid en de ijver van de leerlinge toe, maar uitsluitend aan haar eigen bijzondere onderwijsmethode. Toen zij er achter kwam dat Caroline gebrek aan oefe ning had maar een gevarieerde, zij het onsamenhangende hoeveelheid kennis bezat, verraste die ontdekking haar niet, want zij verbeeldde zich nog steeds, dat het meisje deze schat ten zonder het te weten uit de ge sprekken met haar had opgevangen; dat dacht zij zelfs wanneer zij wel moest inzien dat haar leerlinge veel wist van onderwerpen, waar zij zelf weinig van wist; het denkbeeld was onlogisch, maar Hortense geloofde er onvoorwaardelijk aan. Mademoiselle, die er prat op ging dat zij een „esprit positif' bezat en dat zij een besliste voorkeur had voor droge studie, hield haar jonge nichtje zo strak mogelijk op dit terrein. Zij liet haar onverbiddelijk de gramma tica van de Franse taal bestuderen en droeg haar steeds eindeloze „ana lyses logiques" op, daar dit de nut tigste oefeningen waren, die zij kon verzinnen. Deze „analyses" waren al lerminst een bron van genoegen voor Caroline, zij meende dat ze het Frans even goed zonder deze oefeningen had kunnen leren en zij vond het een ver kwisting van haar tijd, wanneer zij die aan „propositions, principales et incidents" besteedde, aan het beslis sen over het „incidente déterminati- ve" en de „incidente applicative", aan het uitmaken of het voorzetsel „pleit te", „elliptique" of „implicite" was. Soms raakte zij verdwaald in de doolhof en als dat gebeurde nam zij nu en dan (terwijl Hortense boven in haar laden aan het rommelen was een onbegrijpelijke bezigheid, waar zij een groot deel van de dag aan besteedde, netjes neerleggen, weer op een andere manier neerleggen, nog eens veranderen en weer opnieuw in richten) haar boek mee naar Ro bert op het kantoor en dan hielp hij haar een moeilijke plaats te effenen. De heer Moore had van nature een helder, rustig brein; zodra hij naar de moeilijkheden van Caroline keek, schenen ze onder zijn ogen opgelost te zijn; in een paar minuten legde hij dan alles uit met twee woorden gaf hij haar een sleutel voor het raad sel. Kon Hortense maar lesgeven zo als hij, dacht zij, wat zou zij dan snel opschieten! Na hem met een be wonderende en dankbare glimlach bedankt te hebben, die meer aan zijn voeten gelegd dan tot zijn gezicht op geheven werd, verliet zij met tegen zin de weverij om naar het landhuis je terug te gaan en terwijl zij dan de thema afmaakte of de som uitre kende (want Mademoiselle Moore leerde haar ook wiskunde) wenste zij dat de natuur haar als jongen en niet als meisje had laten komen, zodat zij Robert kon vragen zijn bediende te mogen zijn, met hem op het kan toor te zitten in plaats van met Hor tense in de zitkamer. (Wordt vervolgd' ii i j iviivfii?n i II i i i i i i:i i I m n i ii iri i i i i. i i i i. i HELEMAAL alleen, op de rand van de stoep in een deftige straat, stond een propvolle as-emmer. Het was nacht. De maan keek nieuwsgierig vanachter een dikke wolk naar beneden, de sterren gaven elkaar kleine knipoogjes van ple zier en de wind zat in een hoge boom zijn wangen bol te blazen want hij had storm in de zin. Toen, plotseling, kwam er leven in die as-emmer. Bovenop, vlak onder het deksel, lagen allerlei stukken speelgoed. Oud speelgoed was 't en overal man keerde er iets aan. Kris-kras lag het door elkaar tussen lege soepblikjes, af gebrande lucifers en een hoopje natte theebladeren. Het was een zielig gezel schapje: een gummi hondje dat niet meer piepte als je in zijn kop kneep; een grote rode bal waar een lekje in zat; drie blokjes die op weg naar huis verdwaald waren; een beertje van wol waar de motten stiekem gaatjes in had den gebeten; een Donald Duck die je, toen hij nog nieuw was, op kon blazen; een prinsesse-pop met één oog en 'n gerafelde sluier en een eendje dat kwaakte als je in zijn buikje drukte maar helemaal onder de potloodstrepen zat. „Ik heb 't zo verschrikkelijk be nauwd", hijgde plotseling het hondje en zijn tong hing uit z'n bek. „Je moet niet zo zenuwachtig doen", antwoordde de prinsesse-pop die Caecilia heette. „Ik vind het hier ook niet om te scha teren van het lachen. Bovendien lig ik met mijn hoofd bovenop een aardappel schil en dat is echt niet alles. Maar laten we het ons gezellig maken, dan vliegt de tijd en vergeten we waar we zijn". Het beertje, dat allang een oog- je op haar had, was het onmiddellijk met haar eens. „Ik kom vast naast u zitten", riep hij en baande zich. dwars door twee verfrommelde kranten, een weg naar haar toe. „Wij weten wat, wij weten wat!", juichten de drie blok jes opeens. „Laten we een polonaise door de hele as-emmer maken". De enige die er iets op tegen had, was Donald Duck, maar die kon tóch niet meedoen, want alle lucht was uit zijn lijf verdwenen. Hij was zo plat als een dubbeltje en te slap om op zijn benen te staan. Verder vond iedereen het een reuze-idee. Het speelgoed gaf elkaar een hand, de bal die bijzonder muzikaal was, floot zomaar uit zijn gescheurde hoofd een mooi „wijsje" en daar gingen ze! Het was me een gelach van jewelste! Maar zo heel gemakkelijk was die po lonaise nu ook weer niet. Het bleek een hele toer om dwars door alle rommel heen te dringen. Het eendje viel met zijn snavel in een kartonnen doos en moest er door de drie blokjes worden uitgetrokken. Caecilia, die met een arm van het beertje om haar hals liep en alsmaar giechelde van opwinding, bleef met haar sluier haken aan een verlepte roos vol doornen en het beer tje bleef bijna aan een lege lijmpot plakken. Maar ze keken hun ogen wél uit onderweg. Ze kwamen een oude pan toffel tegen, een tandenborstel, een restje aardappelen dat zich blozend ver- 40. Diep in de nacht sloop iemand naar Panda's huis tn opende geruisloos een raam. Het was Joris Goed- bloed, die zich op deze manier toegang verschafte. „Het bedroeft mij, dat ik thans onwettige wegen moet be wandelen," mompelde hij. „Doch de halsstarrige hou ding van Panda dwingt me hiertoe. Als hij de opmer kelijke gaven van Dongadïl niet wil benutten, is dat nog geen reden om het mij te beletten. Maar ik moet dit voorzichtig aanpakken, want helaas ziet Dongadil in Panda nog steeds de wijze meester.Ho! Wat is dat?!" Boven piepte een deur en er klonken voetstap pen van iemand, die de trap afdaalde. Haastig trok Joris zich in een nis terug en wachtte in spanning af, wie er zo laat in de nacht door het huis dwaalde. Het bleek Panda te zijn. Hij liep rakelings langs Joris, zon der hem te zien en zijn ogen staarden vreemd voor zich uit. „Tut, tut, het lijkt wel of hij aan het slaap wandelen is," dacht Joris verbaasd. „Komaan, laat ik hem in stilte volgen. Er is hier iets vreemds aan de hand. ontschuldigde omdat het al zo vies rook, een kaarsstompje, en nog veel meer. Het speelgoed amuseerde zich koste lijk. Het was zó uitgelaten, dat de as- emmer af en toe openwipte als er een tegen het deksel aanbotste. De maan keek uit een vol gezicht verbaasd naar beneden, de sterretjes stootten elkaar met hun kleine elleboogjes aan en fluis terden: „Heb je dat gezien? Een as- emmer vol dansend speelgoed. Het is me op die aarde een wereldje wel". En de wind? Die had het hele spelle tje vanuit zijn hoge boom gadegesla gen. Toen, terwijl het feest nog in vol le gang was, klom hij naar beneden, sloop op dunne, platte voeten naderbij en blies. Meteen begon het verschrik kelijk hard te waaien. De as-emmer, die helemaal alleen op de rand van de stoep in de deftige straat stond, kon zich nog nét staande houden, maar zijn deksel flapte open. En dat was nu pre cies de bedoeling van de wind. Want een voor een blies hij het speelgoed de lucht in en voerde het met zich mee, ver, héél ver weg. Sindsdien weet nie mand waar ze gebleven zijn: Caecilia en de beer, de blokjes, het eendje en de hond, de rode bal en platte Donald Duck. Maar als je vandaag of morgen op straat een oud stukje speelgoed te genkomt, kan dat best uit die as-emmer zijn! 26' Wie is er zo bang voor een steek van Miep de Wesp Trek een lijn van 1 naar 2 en dan naar 3 en zo verder tot 52. Je zult verbaasd zijn «3 '25- 22' in 27 2o 18 12' 10 8 Heel veel jongens en meisjes hebben deelgenomen aan onze vakantie-kinderstripwedstrijd. Zij hebben zoveel mooie werk stukken ingezonden dat de jury er een hele kluif aan gehad heeft, de besten eruit te kiezen en de prijzen toe te kennen. Maar hoewel wij begrijpen dat jullie nu in spanning zitten wie er gewonnen hebben, verklappen wij de uitslag nog niet. Die be waren wij tot de feestmiddag, op woensdag 21 oktober, die het sluitstuk zal worden van onze vakantiewedstrijd en waarop alle kinderen die meegedaan hebben van harte welkom zijn. Elke deelnemer krijgt binnen kort een uitnodiging - voor zich zelf en voor begeleider of -ster voor die gezellige feestmiddag thuisbezorgd. Daar zullen niet alleen de win naars bekendgemaakt worden en hun prijzen uitgereikt krijgen; er komen ook tractaties en aller lei attracties voor alle niet-be- kroonde knutselaars en teke naars. Wat er allemaal precies gebeurt, blijft nog een verras sing, maar dat het een fijne mid dag wordt, daar kun je van op aan. Hou die woensdagmiddag dus maar vast vrij; je zult er stellig geen spijt van hebben! Let op nadere mededelingen! PETER'S PLAN BOZE WOL-P VANGEN PAKKEN PLOTSELING echter VAL. LEN JVAN EN PETER UIT, DE BOOM MET ALLE GEWELD TREK KEN PETEREN IVAN AAN HET TOUW RUIT. IVAN VOORUIT! 19J4,TT»It Diw>«y ProduAioa» «hu Kmo-rd DE WOLF HAPT TOE... MAAR Dê TWEE BLLL VEN JUIST BUITEN BE_ PEIK VAN ZUN GROTE BEK.. PETER EN IVAN TREKKEN ZO HARD ZE KUNNEN MAAR 'TLUKT DE WOLF ZICH OM DE BOOM TE SLINGEREN. EIN/G ..en ZICH OP DE TAK TE WERKEN "ET firrfi

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 23