Reeks vergissingen
m.s. „Porto" aan
en fouten deed
de grond lopen
Navigatiebeleid aan de wal
overlaten is gevaarlijk
Rioolwaterzuivering Beverwijk
wordt aanzienlijk opgevoerd
De eerste gladiolen van
dit jaar werden geveild
A. R. de BOER
NDSM bouwt
aan reuze-tanker
In de Vishal
en op zee
Van der Kuil bij
T elstar-r eserves
MILJOENENPROJECT AAN WIJKERMEERWEG
Nu voor 80.000straks voor ruim
300.000 inwoners in IJtnond-Noord
Land- en tuinbouw
loopt leeg
W. Gorter voor VVD
in raad van Velsen
Schaap niet gestolen
maar verdronken
Hardhandig stoeipartij
A.s. Bruidspaar!
BEATRIX Bloemsierkunst
VRIJDAG 9 OKTOBER 1964
Antilliaan strandde
Wij tonen u een grote kollektie
kleurendia's van bruidsboeketten
Berisping
CONSTANT verlovingsringen
Kort nieuws
Vijzelpompen
Op 23 december 1963 is het Duitse motorschip „Porto" tijdens de reis van
Leixoes naar Rotterdam bij de zuiderpier te Hoek van Holland aan de grond
gelopen. De „Porto heeft tot de volgende dag 8.30 uur geboeid gezeten en is
toen met sleepboothulp losgekomen. De Raad voor de Scheepvaart te Amsterdam
schrijft de ramp toe aan een samenloop van omstandigheden, vergissingen en
fouten en vestigt er de aandacht op, hoe gevaarlijk het is wanneer men aan
boord van een schip in feite het navigatiebeleid aan de wal gaat overlaten
zoals hier is gebeurd. Deze zaak is belangrijk .vooral omdat er lering uit te
trekken is in het belang van de veiligheid.
Het oordeel van de raad luidt als volgt
De aan de „Porto" overkomen ramp dient
te worden toegeschreven aan een samen
loop van ongunstige omstandigheden, ver
gissingen en fouten. Waren de fouten niet
gemaakt, dan zouden de vergissingen zijn
voorkomen of tijdig opgehelderd en dan
zou de ramp ondanks de ongunstige om
standigiheid niet zijn geschied.
Kern is de vergissing van de (wal-)
radarwaarnemer P. die de echo van de
„Porto" hield voor die van de „Olivier
van Noort" en omgekeerd. De beide be
trokken loodsboten hebben ongeveer gelijk
tijdig bericht, dat zij een loods aan een
inkomend schip hadden afgegeven. De ra
darwaarnemer wist wel, dat de „Betel-
geuze" op de westpost was en de „Algol
op de oostpost, maar hij heeft de namen
van de beloodste schepen verwisseld.
Deze vergissing is zonder twijfel in de
hand gewerkt door de toevallige omstan
digheid, dat beide loodsboten ongeveer ge
lijktijdig zulk een mededeling deden.
Toch kan zulk een vergissing ook zonder
zo'n coïncidentie voorkomen. Immers, de
beide loodsboten wisselen van tijd tot tijd
van post en het is gewoonte noch voor
schrift, dat zij bij hun gesprekken met de
radarpost laten weten, welke post zij be
dienen. In de praktijk weet de radarwaar
nemer dat wel. Vangt hij zijn dienst ach
ter het scherm aan, dan krijgt hij de si
tuatie over van zijn voorganger en gedu
rende zijn werk houdt hij die echo's in het
oog, zodat hij ook van de verwisseling van
post op de hoogte is.
Toch lijkt het raadzaam de vraag onder
ogen te zien of het niet goed zou zijn de
loodsboten te verplichten zich bij de wal-
radarpost te melden niet alleen met de
naam, maar ook met een positieaandui
ding; in de meeste gevallen zullen daartoe
kunnen dienen aanduidingen als „De Betel-
geuze op de westpost" of iets dergelijks
Geheel te voorkomen is een vergissing
als zich thans heeft voorgedaan niet. De
radarwaarnemers schrijven zulke berich
ten gewoonlijk meteen op, ten einde ge
heugenverwisselingen te voorkomen, en
dat is ook in dit geval gedaan.
Toch is dat niet afdoende. Wij hebben
hier te maken met een eigenaardig voor
beeld van de bijkans onvermijdelijke men
selijke fout, die kan voorkomen, ook zon
der dat er sprake is van vermoeidheid,
omdat zij voortspruit uit de invloed van
de routine op de geestelijke vermogens.
Daarom moet men steeds, waar enigs
zins mogelijk, waarborgen voorzien, opdat
zo'n vergissing aan de dag treedt voordat
zij gevaarlijk wordt. Zulk een waarborg
was in dit geval aanwezig, maar hij heeft
gefaald doordat de loods van de „Porto'
een fout maakte.
Uit deze zaak is in verschillend opzicht
lering te trekken in het belang van een
verhoging van de veiligheid van het door
de walradardienst gesteunde verkeer voor
en op de Nieuwe Waterweg.
In de eerste plaats vestigt deze zaak de
aandacht op het grote belang van een be
hoorlijke identificatie van de binnenko
mende schepen en op het belang, dat in
verband daarmede moet worden toege
kend aan een juiste plaatsbepaling, aan
boord en op de wal, van de loodsboten en
van de inkomende schepen.
In de tweede plaats blijkt eens te
meer, hoe gevaarlijk het is, wanneer
men aan boord van het schip in feite het
navigatiebeleid aan de wal gaat overla
ten. De walradardienst is niet bestemd
voor het leiden van de navigatie der sche
pen. Zij is ingericht voor het verstrekken
van inlichtingen nopens posities en bewe
gingen der schepen.
De Raad voor de Scheepvaart te Amster
dam heeft kapitein F. L. v. B. van het
Advertentie
KENNEMERLAAN 56-58 - TEL. 6083
BURGERLIJKE STAND VAN VELSEN
BEVALLEN: J. E. van Bakelvan Op-
loo, d., Bonekampstraat 6, IJmuiden-Ó.;
A. P. RemmerswaalRemmerswaal, d.,
Berglaan 10, Santpoort; L. M. Wagemans
Uiterwijk Winkel, z., Eenhoornstraat 85,
IJmuiden; A. StoopKramer ,z., Oostein-
derweg 3, Velsen-Z.; M. Regelinkvan
der Beek, z., Pleiadenstraat 67, Haarlem;
J. P. LindemanJoosten, z., Iepenlaan 40,
Bloemendaal.
ONDERTROUWD: C. J. van der Lem en
C. T. C. de Jong; G. van de Watering en
J. H. Beunder; K. Klok en G. Schol; J. B.
de Looze en M. A. Sneek; J. Nlerop en A.
C. Klerk; P. A. Gerrits en J. M. Bos; H.
Mensink en E. Pranger; J. G. van Bruggen
en F. J. M. Brouwer; J. H. Kubiak en W.
A. Koster; W. F. Huider en E. Pronk.
GETROUWD: F. M. Jacobs en M. T. G.
Walthaus, Meerssen, Holtstraat 102; T. J.
M. Nijssen en M. T. W. van Zijl, Haarlem,
Graaf Willemstraat 30; J. M. A. Koele-
meijer en L. W. van Geemen, IJmuiden-
O., Dennenstraat 8; W. J. Versteege en A.
J. H. Oudendijk, Driehuis, Valeriuslaan 39;
J. de Jong en A. M. van den Bos, Alkmaar,
Huibert Pootlaan 142; S. E. Tevreden en
S. S. Plokker, IJmuiden, Bik en Arnold-
kade 45; E. F. Dekker en A. Schol. IJmui-
den-O., Van Speijkstraat 4; J. Bruisschaart
en T. Twisk, IJmuiden, Lange Nieuwstraat
Antilliaanse motorpassagierschip „Antilia'
tijdens de reis van St. Maarten naar Anti
gua nabij Antigua (St. Johns Harbour) aan
de grond is gestoten, gestraft door hem
de bevoegdheid om als kapitein te varen
op zeeschepen te ontnemen voor de tijd
van een maand.
De „Antilia" heeft op 8 augustus 1963
na 7.10 uur in de buurt van St. John de
grond geraakt. Dat 'blijkt uit het feit, dat
de motor, toen deze op achteruit gesteld
werd, in tegenstelling tot tevoren, niet
meer het volle aantal toeren kon maken,
alsmede uit de nadien aan de bodem en
de schroef geconstateerde beschadigingen.
Hoewel zulks niet met zekerheid is vast
te stellen, zo is het niettemin zeer waar
schijnlijk, dat het schip de grond geraakt
heeft aan de noordzijde van de Saltfish-
tail.
Dat ongeval dient te worden toegeschre
ven aan tekortkomingen in de navigatie
van de betrokkene F. L. v. B.
De kapitein verwachtte om 5.00 uur nog
10 mijl van Sandy Point verwijderd te
zijn. Hij was vanaf 4.30 uur op de brug;
het zich was door zware regen slecht en
hoewel hij generlei verkenning kreeg van
de wal, bleef hij tot 6.00 uur volle kracht
doorstomen. Eerst toen minderde hij tot
langzame vaart en veranderde hij koers
tot ongeveer recht in de wind (65 gr.). Ook
toen had hij nog geen inzicht in de po
sitie van zijn schip.
Met betrekking tot het tot dit moment
door de kapitein gevoerde beleid is de raad
van oordeel, dat de kapitein reeds lang
vóór 6.00 uur had behoren te minderen en
het lood gaande had behoren te houden.
Uit een oogpunt van goede zeemanschap
was dit onder de gegeven omstandigheden
geboden.
Te 6.40 uur werd Hodgepoint waargeno
men. Ook het beleid vanaf 6.40 uur is te
laken. De kapitein was toen op grond
van een enkele peiling tot de conclusie ge
komen, dat het schip niet om de west,
maar om de oost was gezet; ook toen had
hij nog geen zekerheid omtrent de juiste
plaats van zijn schip. Hij draaide over
stuurboord rond naar koers west.
De raad is van oordeel, dat de kapitein
onder de gegeven omstandigheden over
bakboord had behoren rond te draaien
naar tegenkoers (304 graden z.w.) en daar
bij het lood gaande had behoren te houden
totdat hij zekerheid zou hebben omtrent
de plaats van zijn schip.
Kapitein v. B. is schuldig aan het stoten
van zijn schip en dient disciplinair te wor
den gestraft.
Bij het bepalen van de straf nam de
raad de leeftijd en de goede staat van
dienst van deze zeeman in aanmerking.
Op 1 maart van dit jaar is het motor
schip „Sagitta" tijdens de reis van St.
Brieux naar Rotterdam op circa 200 me
ter O.N.O. van La Foraine nabij Cape de
la Hague (Normandië) aan de grond gelo
pen. Kapitein F. B. kreeg hiervoor een be
risping van de Raad voor de Scheep
vaart te Amsterdam.
Blijkens de getijtafel was het op 1
maart 1964 te 1.30 uur (M.E.T.) hoogwa
ter te Dover. De stroomatlas en de zee
mansgids geven aan, dat de vaart tussen
Cape de la Hague en het eiland Aldemey
enkele uren na hoogwater te Dover aller
minst gemakkelijk is. Niet alleen worden
hoge stroomsnelheden genoemd van 5 a 6
mijl per uur tot 8 mijl per uur nabij de
kaap, maar de stroom zet ook om de
kaap heen in Z.Z.O. richting.
Weliswaar heeft kapitein B. stuurman D.
erop gewezen, dat hij op 't traject van de
Blanchard-boei naar Cape de la Hague
moest zorgen niet oost van de koerslijn
te komen, maar de hiervóór vermelde
moeilijkheden zijn blijkbaar óf door de
kapitein niet voldoende met de stuurman
besproken óf onvoldoende tot de stuurman
doorgedrongen.
De stuurman, die met dispensatie als zo
danig voer, had niet veel ervaring. Hij
heeft aanvankelijk regelmatig gepeild,
maar na 4.00 uur, toen hij de kaap na
derde en daarmede het gebied, waar de
„Sagitta" het meest om de oost zou drei
gen te worden verzet, heeft hij niet meer
gepeild tot 4.50 uur. Deze pelling wees uit,
dat de „Sagitta" een flink eind oost van
de koerslijn stond en dat het schip in 50
minuten tijd één mijl naar het oosten was
verzet. De stuurman heeft toen de ge
stuurde koers 5 graden naar bakboord ver
legd om uit te sturen. Dit was echter veel
te weinig om weer op de koerslijn te ko
men. Hij had de kapitein moeten roepen,
maar zag daartoe geen aanleiding.
Wellicht zou de stranding zijn voorko
men, indien de stuurman kort na 4.50 uur
weer had gepeild, want dan zou hij heb
ben bemerkt, dat de „Sagitta" steeds meer
naar de kaap toe werd verzet, dat de
koerswijziging van 5 graden te gering was
en dat hij de kapitein moest roepen. De
stuurman heeft echter na 4.50 uur geruime
tijd geen peiling genomen. Toen te 5.15 uur
de roerganger hem waarschuwde, was hij
juist bezig een peiling uit te rekenen. De
stuurman heeft schuld aan de stranding
doordat hij te weinig uitstuurde, de kapi
tein niet riep en te lang wachtte met een
volgende peiling, maar in aanmerking ne
mende, dat hij niet gediplomeerd en oner
varen was, acht de raad geen termen aan
wezig voor een tuchtrechtelijke correctie.
De koers van 27 graden r.w. liep vrij
dicht langs Cape de la Hague, maar gelet
op het mooie weer en de vele peilpunten,
keurt de raad het beleid van de kapitein
te dezen niet zonder meer af. De kapitein
heeft echter de bekwaamheid van de stuur
man overschat en wellicht de gevaren
van de stromingen onderschat; hij had de
navigatie daar ter plaatse niet aan de
stuurman moeten overlaten.
De raad begrijpt, dat de indeling van de
wachten op een schip als de „Sagitta",
waarop slechts één stuurman is, niet altijd
gemakkelijk is, doch de veiligheid vereist,
dat de kapitein op moeilijke trajecten de
navigatie zelf voert. Dit geldt te meer,
wanneer de stuurman ongediplomeerd en
onervaren is. Het schip bleek niet lek te
zijn, wel zaten er enige deuken in 't vlak,
terwijl enige wrangen verbogen waren. De
ze laatste werden versterkt en na deze re
paratie kreeg het schip een certificaat van
zeewaardigheid tot de eerstvolgende droog-
zetting (december 1964)".
Bij de Nederlandsche Dok- en Scheeps
bouw Maatschappij (NDSM) te Amster
dam is de kiel gelegd van een motortank
schip van 63.500 tons draagvermogen, dat
gebouwd wordt in opdracht van Shell Tan
kers N.V. te Rotterdam.
Met een lengte van ruim 230 m. en een
breedte van 33,5 m zal dit het grootste
schip worden dat tot dusver bij de NDSM
is gebouwd. Een motor met een vermo
gen van 18.900 pk zal het schip op de proef
tocht een snelheid geven van 16V« knoop.
Donderdag werden in IJmuiden aange
voerd: 5750 kisten vis, waarvan 115 kisten
tong en tarbot; 441 kisten schol; 5 kisten
bot; 3850 kisten haring; 12 kisten makreel;
990 kisten schelvis; 191 kisten wijting; 90
kisten kabeljauw en gul; 3 kisten haai;
4 poon en 42 diversen.
Per kilogram werd, in guldens, betaald
voor: Grote tong 7.607.20; grootmiddel
tong 6.316.05; kleinmiddel tong 6.23
5.88; kleine tong I 7.08—6.60; kleine tong
II 6.586.13; tarbot I 54.40.
Per 50 kilogram: Grote schol 73; groot
middel schol 70; Kleine schol II 57—26;
schar 21; bot 13; verse haring 22.4013.60;
makreel 47—39 grote schelvis 52—42;
grootmiddel schelvis 52—27; kleinmiddel
schelvis 4025; kleinmiddel schelvis I 38
22; kleinmiddel schelvis II 208; wijting
27—8; grote gul 73—55; middel gul 63—59;
kleine gul 2815; kleine haai 11, kl. rode
poon II 4030.
Per 125 kilogram: Grote kabeljauw 208
—171.
In IJmuiden werden donderdag de vol
gende besommingen, in guldens, gemaakt:
KW 142 740; KW 26 1120; KW 72
1130; KW 80 10.780; KW 55 3610;
KW 107 8490; IJM 154 7740; IJM 2
2750; IJM 7 1700; IJM 4 4405.
Aanvoer van vrijdag
Twintig vaartuigen hebben vrijdagmor
gen in IJmuiden aangevoerd: 5390 kisten
vis, 220 stijve kabeljauwen en 4000 kilo
gram tong. Bij de aanvoer waren: 950
kisten schelvis, 200 radio, 180 wijting, 180
gul en kabeljauw, 40 koolvis, 2950 haring,
610 makreel, 120 schol, 5 tarbot en 75 varia.
Prijzen van vrijdag
Per kilogram, in guldens: heilbot 5,70-
4,40, tarbot 5,20-4,50, gr. tong 7,56-7,27,
grm. tong 6,65-6,38, kim. tong 7,28-6,71,
tong I 8,31-7,51, tong II 7,61-6,82.
Per 125 kilogram: gr. kabeljauw 166-120,
middel kabeljauw 140-132, gr. witte kool-
vis 190, gr. koolvis 80, middel koolvis 94,
gr. leng 106.
Per tien stuks: gr. kabeljauw 126-94,
middel kabeljauw 61-59.
Per hoop: vleet 142.
Per 50 kilogram: gr. schelvis 41-37, mid
del schelvis 41-36, kim. schelvis 40-27,
schelvis I 40-22, schelvis II 22-8, schelvis
III 11-7, koolvis wit 47, koolvis I 34, kool
vis II 25, gul I 65-54, gul II 58-42, gul
III 31-7, gr. en middel schol 76-65, kim.
schol 67, schol I 82-68, schol II 68-54, schol
III 61-43, poontjes 16, haai 20-17, gestripte
wijting 21-10, dichte wijting 13-11, tarbot
232-148, haring 24,40-14, makreel 57-9,
ham 150.
Scheveningen
De aanvoer te Scheveningen bestond
hedenmorgen uit: 160 kisten schelvis, 10
wijting, 20 gul en kabeljauw ,900 haring,
20 schol en 500 kilogram tong.
Advertentie
ALLE MODELLEN
LANGE NIEUWSTRAAT 413 - TELEF. 6321
Doordat MVV, Feijenoord, Excelsior en
PSV alle dus clubs, die tot vóór zon
dag nog op betere resultaten konden bo
gen dan de Telstar reserves één of
twee punten verspeelden en de Whites
ADO 2 met niet minder dan 1-4 aan hun
zegekar bonden, heeft Telstar 2 zich met
10 punten uit 7 wedstrijden bij de kop
groep, bestaande uit MVV, Feijenoord,
PSV en Telstar, gevoegd. Ongetwijfeld
een uitstekend resultaat voor het in dit
milieu voor het eerst uitkomende IJmui-
der team!
Voor zondag is vastgesteld de uitwedstrijd
tegen Heracles 2. Met het oog op de tot
dusver door deze Almeloërs bereikte resul
taten 4 punten uit 7 wedstrijden zou
men allicht geneigd zijn zonder meer een
Telstar overwinning te voorspellen, maar
wanneer we bedenken, dat de Heracles-
reserves de vorige zondag het tot die dag
nog ongeslagen MVV 10 punten uit 6
wedstrijden op eigen terrein nog wel
een 1-2 nederlaag toebrachten, dan ligt het
voor de hand, dat de Whites deze ontmoe
ting zeker niet lichtvaardig mogen opvat
ten.
Het elftal, dat zal trachten op beide pun
ten beslag te leggen, is als volgt samen
gesteld: Nieuwenhuizen; Jager en Van
Kampen; Hendrikse, Rijnders en Swinkels;
Gerrits, Van Wooning, Bakker, Glas en
Van der Kuil. André is geblesseerd.
Het bestuur van de federatie van werk
nemersorganisaties (FEWO), waarbij ruim tien
categorale vakorganisaties zijn aangesloten,
heeft de heer W. F. de Hondt uit Zwolle van
de Nederlandse Handelsreizigers Vereniging tot
tijdelijk voorzitter benoemd. De voorzitter van
de FEWO, de heer J. w. Hamers, werd vrijdag
zwaar gewond bij een auto-ongeluk.
Met het heien van de eerste paal voor
het nieuwe gemaal is vandaag op het ter
rein van Openbare Werken aan de Wijker-
meerweg in Beverwijk een begin gemaakt
met de voorbereidingen voor de aanzien
lijke uitbreiding van de rioolwaterzuive
ringsinstallatie. De eerste van de in vijf of
zes fasen uit te voeren uitbreiding houdt
in de vergroting van de pompcapaciteit
en van het aantal aan- en afvoerriolen.
Op het ogenblik is de Beverwijkse riool
waterzuivering berekend op 80.000 inwo
ners van Beverwijk, Wijk aan Zee en
Heemskerk. In de naaste toekomst zal de
capaciteit van de zuiveringsinstallatie ge
leidelijk worden opgevoerd tot 325.000 in
wonerequivalenten. Een dezer dagen zal
Het terrein van Openbare Werken
aan de Wijkermeerweg in Beverwijk
waar vandaag de eerste paal is ge
slagen voor het nieuwe gemaal van
de rioolzuiveringsinstallatie.
de raad van Uitgeest beslissen of ook de
inwoners van deze gemeente van de riool
waterzuiveringsinstallatie, die een der
grootste van ons land zal zijn in Beverwijk
zullen kunnen profiteren.
Met de uitvoering van de diverse uit
breidingen is een bedrag van verscheidene
miljoenen gemoeid waarvan de Beverwijk-
se raad inmiddels kredieten tot bijna twee
miljoen gulden beschikbaar heeft gesteld.
De Beverwijkse rioolwaterzuiveringsin
stallatie is in 1952 door de toenmalige Com
missaris der Koningin in bedrijf gesteld.
Het inwonertal van Beverwijk heeft zich
daarna zo snel uitgebreid dat een vergro
ting van de capaciteit van de inrichting
dringend noodzakelijk werd. Deze nood
zaak klemde temeer met het oog op de
realisering van het streekplan voor IJ-
mond-Noord. Momenteel zou de zuiverings
installatie al berekend moeten zijn op
over de honderduizend inwonerequivalen
ten. Behalve het rioolwater in de parti
culiere sector wordt ook al het afvalwater
van de in Beverwijk gevestigde industriën
van schadelijke stoffen gezuiverd. Helaas
is het nog niet zo dat elk bedrijf wettelijk
verplicht is zijn afvalwater te zuiveren
met alle kwalijke gevolgen van dien voor
de rivieren en kanalen waarin dit lang
niet altijd ongevaarlijke industriewater in
grote hoeveelheden wordt geloosd.
Het nieuwe gemaal waarvan de bouw
vandaag is begonnen wordt 21 meter lang.
De vier negen meter lange vijzelpompen
kunnen per uur vijfduizend kubieke meter
water verwerken. De installatie wordt ge
leverd door de firma Spaans uit Hoofd
dorp. Verwacht wordt dat het nieuwe
gemaal omstreeks augustus 1965 in bedrijf
Tussen 1950 en eind 1962 is de arbéids-
bezetting in land- en tuinbouw met 25,6
percent verminderd. In de perioden 1950-
1953 en 1953-1956 bedroeg die daling nog
ongeveer vijf percent, in de periode 1959-
1962 echter ongeveer tien percent.
Dit blijkt uit een publikatie van het Cen
traal Bureau voor de Statistiek, waarin de
resultaten zijn weergegeven van de in
december 1962 gehouden driejaarlijkse tel
ling van arbeidskrachten vóór land- en
tuinbouwwerkzaamheden.
kan komen. Intussen zal het stelsel van
aan- en afvoerriolen aan de capaciteits
vergroting worden aangepast. Alleen al
in Beverwijk heeft het rioleringsnet een
totale lengte van 110 kilometer. Daar
komen nog 50 kilometer riool van Heems
kerk bij. In de komende jaren men denkt
het gehele project in twintig jaar te ver
wezenlijken zal de capaciteit van de
Beverwijkse rioolwaterzuiveringsinstalla
tie steeds met 50.000 inwonerequivalenten
toenemen.
Zoals wij reeds hebben gemeld is
donderdag een begin gemaakt met
het bergen van de lading van de in
de derde rijksbinnenhaven te Velsen
gezonken „WATU", welke lading uit
730 ton rollen plaatstaal bestaat. De
berging geschiedt met een op het ber
gingsvaartuig „Antiloop" geplaatste
bok, waarbij een duiker, die zich op
de bodem van de haven bevindt, tel
kens een rolstaal aan de hijskraan
bevestigt. Men is donderdag tot des
avonds elj uur met het werk door
gegaan, waarbij 73 rollen naar boven
zijn gebracht, met een totaal gewicht
van 350 ton. Wanneer vandaag in
hetzelfde tempo kan worden door
gewerkt, hoopt men nog hedenavond
de gehele lading te hebben geborgen.
Zo spoedig mogelijk zal daarop' ook
de „Watu" boven water worden
gebracht.
Op de komende openbare gemeente
raadsvergadering te Velsen, die vastge
steld is op woensdag 14 oktober, zal da
raad een onderzoek instellen naar de ge
loofsbrief van de heer W. Gorter, die in
de V.V.D.fractie de plaats van de heer N.
van der Kolk (die Velsen gaat verlaten)
zal innemen.
De heer Gorter heeft zijn benoeming tot
lid van de gemeenteraad van Velsen aan
genomen, nadat mevrouw G. L. Heijkoop-
van Reekum en de heer J. D Hooglandt
hun benoeming niet hebben aangenomen.
Het nieuwe raadslid werd 26 maart 1917
in Rotterdam geboren en vestigde zich in
1945 in IJmuiden, waar hij tot 1953 be
drijfsleider is geweest bij de N.V. „VEM".
In 1954 werd de heer Gorter benoemd tot
directeur van de N.V. chemische fabriek
„De Toekomst" in IJmuiden, waar dit jaar
de functie van waarnemend directeur van
de N.V. Verenigde Koelhuizen en Ijsfa
brieken aan werd toegevoegd. De heer
Gorter woont thans in Santpoort.
Het is nog niet bekend wie van de drie
leden van de V.V.D. in de raad als fractie
leider zal optreden.
Het jonge schaap van een veehouder in
Velsen, dat enige dagen geleden als ver
mist werd opgegeven, blijkt niet gestolen
te zijn. Het dier is in een sloot aangetrof
fen waar het is verdronken.
Tijdens een stoeipartij in een meubel
fabriek in Santpoort is een 66-jarige meu-
belschuurder dusdanig gevallen, dat hij
enige gekneusde ribben opliep. De onge-
vallendienst heeft hem behandeld en naar
huis gebracht.
Holands Bloembollenhuis in Lisse veilde
donderdagmiddag de eerste gladiolen van
dit jaar De andere veiling, het Hollands
Bloembollenkwekers Genootschap vlak
daar tegenover volgt der traditiegetrouw
een dag later. De eerste paar honderd
manden zijn over het algemeen niet anders
dan wat marktverkenning. De handel in
gladiolen was tot nu toe slap, daar men
een grote aanvoer verwacht. Dat bleek ook
uit de prijzen, die dit weekend worden be
steed. Ze liggen zo'n vijftig percent bene
den die van verleden jaar.
De gladiolen, die nu worden aangeboden,
zijn nog niet best en het is vroeg in het
seizoen. Dat neemt niet weg, dat ze bij
een vermoede schaarste goede prijzen zou
den opbrengen. Dat is nu niet het geval
geweest. De veilingmeesters hebben nogal
wat moeten ophouden en die partijen die
gekocht werden haalden de vijf gulden per
honderd niet. Er waren er bij, waarin de
grootste knollen een beetje op vliegende
schotels leken, zo'n omvang hadden ze.
Men kan zich enigszins een beeld vormen
door de prijzen met verleden jaar te ver
gelijken. De niveaus zijn wel erg verschil
lend. Memorial Day, de dikke knollen,
bracht verleden jaar 8,65 op in het be
gin van het seizoen, nu werden ze op f 4,30
opgehouden. Life Flame, verleden jaar
8,25 kwam nu tot 4,05 Oscar bracht
maar 3,60 op.
Verleden jaar zijn ze duur geweest, maar
wat wil men als men nu in de statistiek
van de Nederlandse Gladiolus Vereniging
ziet, dat er maar liefst zes keer zoveel is
opgeplant van een ras als Oscar? De ex
porteurs zullen wel erg hun best moeten
doen om die hoeveelheden weg te werken.
Van Concordia staat meer dan twee keer
zoveel en zo is er een heel rijtje op te
noemen. In totaal hebben de kwekers 23
pet. meer opgezet dan verleden jaar. Bo
vendien is het een prachtige zomer ge
weest voor de groei, zodat men enorme
hoeveelheden gladiolen verwacht. Niemand
behoeft zich te haasten bij de inkoop.
Er zijn rassen, die „zijn ingekrompen".
Een korte uitdrukking om aan te duiden,
dat er minder is opgeplant dan verleden
jaar. Dat behoeft helemaal niet te bete
kenen, dat deze duur worden. Gladiolen
worden veel op kleur verkocht, zodat men
de goedkoopste knollen kan zenden. In an
dere gevallen liggen kleur en kwaliteit dik
wijls zo dicht bij elkaar, dat men gemak
kelijk de een voor de ander kan verkopen.
Niemand ondervindt daarvan enig nadeel,
ook de afnemers niet, die dikwijls de keuze
aan de exporteurs overlaten.
Men maakt zich niet zo verschrikkelijk
druk ook, want de export van gladiolen is
hoofdzakelijk bedoeld om de algemene kos
ten van de bedrijven te drukken Men kan
het personeel aan het werk houden, zodat
het de eigen kost verdient. Zonder die uit
voer zouden volwaardige vakmensen im-
produktief werk moeten verrichten om de
tijd te doden. Men is dus over het alge
meen al blij als men quitte speelt.
Dat neemt niet weg, dat men graag
winst pakt. We hebben voor 1960 de ex
port van het ene jaar van vijf tot bijna
negenhonderdmiljoen stuks zien stijgen. Er
was een veel te groot aanbod en aangezien
er wel een minimum exportprijs is, waar
onder men niet mag factureren en geen
binnenlandse minimum prijs zit er wel
eens een stevig stukje winst tussen. Men
moet minstens 7,50 per honderd vragen
en als die bollen hier dan 3,50 tot 4,00
per honderd inkoop kosten, wel, dan wil
je wel eens wat gaan „wegdrukken". Een
jaar later lagen de prijzen ongunstiger en
prompt zakte de uitvoer met tweehonderd
miljoen stuks.
Men handelt zuiver naar het moment en
daardoor is niet te voorspellen, wat er gaat
gebeuren. Loopt het, zoals we nu vermoe
den, dan hebben de exporteurs een mooi
extraatje en de kwekers ontdekken, dat da
teelt van bloembollen maar zelden een ge
makkelijk rijkmakerijtje is.