Reeks vergissingen m.s. „Porto" aan en fouten deed de grond lopen Navigatiebeleid aan de wal overlaten is gevaarlijk Rioolwaterzuivering Beverwijk wordt aanzienlijk opgevoerd De eerste gladiolen van dit jaar werden geveild A. R. de BOER NDSM bouwt aan reuze-tanker In de Vishal en op zee Van der Kuil bij T elstar-r eserves MILJOENENPROJECT AAN WIJKERMEERWEG Nu voor 80.000straks voor ruim 300.000 inwoners in IJtnond-Noord Land- en tuinbouw loopt leeg W. Gorter voor VVD in raad van Velsen Schaap niet gestolen maar verdronken Hardhandig stoeipartij A.s. Bruidspaar! BEATRIX Bloemsierkunst VRIJDAG 9 OKTOBER 1964 Antilliaan strandde Wij tonen u een grote kollektie kleurendia's van bruidsboeketten Berisping CONSTANT verlovingsringen Kort nieuws Vijzelpompen Op 23 december 1963 is het Duitse motorschip „Porto" tijdens de reis van Leixoes naar Rotterdam bij de zuiderpier te Hoek van Holland aan de grond gelopen. De „Porto heeft tot de volgende dag 8.30 uur geboeid gezeten en is toen met sleepboothulp losgekomen. De Raad voor de Scheepvaart te Amsterdam schrijft de ramp toe aan een samenloop van omstandigheden, vergissingen en fouten en vestigt er de aandacht op, hoe gevaarlijk het is wanneer men aan boord van een schip in feite het navigatiebeleid aan de wal gaat overlaten zoals hier is gebeurd. Deze zaak is belangrijk .vooral omdat er lering uit te trekken is in het belang van de veiligheid. Het oordeel van de raad luidt als volgt De aan de „Porto" overkomen ramp dient te worden toegeschreven aan een samen loop van ongunstige omstandigheden, ver gissingen en fouten. Waren de fouten niet gemaakt, dan zouden de vergissingen zijn voorkomen of tijdig opgehelderd en dan zou de ramp ondanks de ongunstige om standigiheid niet zijn geschied. Kern is de vergissing van de (wal-) radarwaarnemer P. die de echo van de „Porto" hield voor die van de „Olivier van Noort" en omgekeerd. De beide be trokken loodsboten hebben ongeveer gelijk tijdig bericht, dat zij een loods aan een inkomend schip hadden afgegeven. De ra darwaarnemer wist wel, dat de „Betel- geuze" op de westpost was en de „Algol op de oostpost, maar hij heeft de namen van de beloodste schepen verwisseld. Deze vergissing is zonder twijfel in de hand gewerkt door de toevallige omstan digheid, dat beide loodsboten ongeveer ge lijktijdig zulk een mededeling deden. Toch kan zulk een vergissing ook zonder zo'n coïncidentie voorkomen. Immers, de beide loodsboten wisselen van tijd tot tijd van post en het is gewoonte noch voor schrift, dat zij bij hun gesprekken met de radarpost laten weten, welke post zij be dienen. In de praktijk weet de radarwaar nemer dat wel. Vangt hij zijn dienst ach ter het scherm aan, dan krijgt hij de si tuatie over van zijn voorganger en gedu rende zijn werk houdt hij die echo's in het oog, zodat hij ook van de verwisseling van post op de hoogte is. Toch lijkt het raadzaam de vraag onder ogen te zien of het niet goed zou zijn de loodsboten te verplichten zich bij de wal- radarpost te melden niet alleen met de naam, maar ook met een positieaandui ding; in de meeste gevallen zullen daartoe kunnen dienen aanduidingen als „De Betel- geuze op de westpost" of iets dergelijks Geheel te voorkomen is een vergissing als zich thans heeft voorgedaan niet. De radarwaarnemers schrijven zulke berich ten gewoonlijk meteen op, ten einde ge heugenverwisselingen te voorkomen, en dat is ook in dit geval gedaan. Toch is dat niet afdoende. Wij hebben hier te maken met een eigenaardig voor beeld van de bijkans onvermijdelijke men selijke fout, die kan voorkomen, ook zon der dat er sprake is van vermoeidheid, omdat zij voortspruit uit de invloed van de routine op de geestelijke vermogens. Daarom moet men steeds, waar enigs zins mogelijk, waarborgen voorzien, opdat zo'n vergissing aan de dag treedt voordat zij gevaarlijk wordt. Zulk een waarborg was in dit geval aanwezig, maar hij heeft gefaald doordat de loods van de „Porto' een fout maakte. Uit deze zaak is in verschillend opzicht lering te trekken in het belang van een verhoging van de veiligheid van het door de walradardienst gesteunde verkeer voor en op de Nieuwe Waterweg. In de eerste plaats vestigt deze zaak de aandacht op het grote belang van een be hoorlijke identificatie van de binnenko mende schepen en op het belang, dat in verband daarmede moet worden toege kend aan een juiste plaatsbepaling, aan boord en op de wal, van de loodsboten en van de inkomende schepen. In de tweede plaats blijkt eens te meer, hoe gevaarlijk het is, wanneer men aan boord van het schip in feite het navigatiebeleid aan de wal gaat overla ten. De walradardienst is niet bestemd voor het leiden van de navigatie der sche pen. Zij is ingericht voor het verstrekken van inlichtingen nopens posities en bewe gingen der schepen. De Raad voor de Scheepvaart te Amster dam heeft kapitein F. L. v. B. van het Advertentie KENNEMERLAAN 56-58 - TEL. 6083 BURGERLIJKE STAND VAN VELSEN BEVALLEN: J. E. van Bakelvan Op- loo, d., Bonekampstraat 6, IJmuiden-Ó.; A. P. RemmerswaalRemmerswaal, d., Berglaan 10, Santpoort; L. M. Wagemans Uiterwijk Winkel, z., Eenhoornstraat 85, IJmuiden; A. StoopKramer ,z., Oostein- derweg 3, Velsen-Z.; M. Regelinkvan der Beek, z., Pleiadenstraat 67, Haarlem; J. P. LindemanJoosten, z., Iepenlaan 40, Bloemendaal. ONDERTROUWD: C. J. van der Lem en C. T. C. de Jong; G. van de Watering en J. H. Beunder; K. Klok en G. Schol; J. B. de Looze en M. A. Sneek; J. Nlerop en A. C. Klerk; P. A. Gerrits en J. M. Bos; H. Mensink en E. Pranger; J. G. van Bruggen en F. J. M. Brouwer; J. H. Kubiak en W. A. Koster; W. F. Huider en E. Pronk. GETROUWD: F. M. Jacobs en M. T. G. Walthaus, Meerssen, Holtstraat 102; T. J. M. Nijssen en M. T. W. van Zijl, Haarlem, Graaf Willemstraat 30; J. M. A. Koele- meijer en L. W. van Geemen, IJmuiden- O., Dennenstraat 8; W. J. Versteege en A. J. H. Oudendijk, Driehuis, Valeriuslaan 39; J. de Jong en A. M. van den Bos, Alkmaar, Huibert Pootlaan 142; S. E. Tevreden en S. S. Plokker, IJmuiden, Bik en Arnold- kade 45; E. F. Dekker en A. Schol. IJmui- den-O., Van Speijkstraat 4; J. Bruisschaart en T. Twisk, IJmuiden, Lange Nieuwstraat Antilliaanse motorpassagierschip „Antilia' tijdens de reis van St. Maarten naar Anti gua nabij Antigua (St. Johns Harbour) aan de grond is gestoten, gestraft door hem de bevoegdheid om als kapitein te varen op zeeschepen te ontnemen voor de tijd van een maand. De „Antilia" heeft op 8 augustus 1963 na 7.10 uur in de buurt van St. John de grond geraakt. Dat 'blijkt uit het feit, dat de motor, toen deze op achteruit gesteld werd, in tegenstelling tot tevoren, niet meer het volle aantal toeren kon maken, alsmede uit de nadien aan de bodem en de schroef geconstateerde beschadigingen. Hoewel zulks niet met zekerheid is vast te stellen, zo is het niettemin zeer waar schijnlijk, dat het schip de grond geraakt heeft aan de noordzijde van de Saltfish- tail. Dat ongeval dient te worden toegeschre ven aan tekortkomingen in de navigatie van de betrokkene F. L. v. B. De kapitein verwachtte om 5.00 uur nog 10 mijl van Sandy Point verwijderd te zijn. Hij was vanaf 4.30 uur op de brug; het zich was door zware regen slecht en hoewel hij generlei verkenning kreeg van de wal, bleef hij tot 6.00 uur volle kracht doorstomen. Eerst toen minderde hij tot langzame vaart en veranderde hij koers tot ongeveer recht in de wind (65 gr.). Ook toen had hij nog geen inzicht in de po sitie van zijn schip. Met betrekking tot het tot dit moment door de kapitein gevoerde beleid is de raad van oordeel, dat de kapitein reeds lang vóór 6.00 uur had behoren te minderen en het lood gaande had behoren te houden. Uit een oogpunt van goede zeemanschap was dit onder de gegeven omstandigheden geboden. Te 6.40 uur werd Hodgepoint waargeno men. Ook het beleid vanaf 6.40 uur is te laken. De kapitein was toen op grond van een enkele peiling tot de conclusie ge komen, dat het schip niet om de west, maar om de oost was gezet; ook toen had hij nog geen zekerheid omtrent de juiste plaats van zijn schip. Hij draaide over stuurboord rond naar koers west. De raad is van oordeel, dat de kapitein onder de gegeven omstandigheden over bakboord had behoren rond te draaien naar tegenkoers (304 graden z.w.) en daar bij het lood gaande had behoren te houden totdat hij zekerheid zou hebben omtrent de plaats van zijn schip. Kapitein v. B. is schuldig aan het stoten van zijn schip en dient disciplinair te wor den gestraft. Bij het bepalen van de straf nam de raad de leeftijd en de goede staat van dienst van deze zeeman in aanmerking. Op 1 maart van dit jaar is het motor schip „Sagitta" tijdens de reis van St. Brieux naar Rotterdam op circa 200 me ter O.N.O. van La Foraine nabij Cape de la Hague (Normandië) aan de grond gelo pen. Kapitein F. B. kreeg hiervoor een be risping van de Raad voor de Scheep vaart te Amsterdam. Blijkens de getijtafel was het op 1 maart 1964 te 1.30 uur (M.E.T.) hoogwa ter te Dover. De stroomatlas en de zee mansgids geven aan, dat de vaart tussen Cape de la Hague en het eiland Aldemey enkele uren na hoogwater te Dover aller minst gemakkelijk is. Niet alleen worden hoge stroomsnelheden genoemd van 5 a 6 mijl per uur tot 8 mijl per uur nabij de kaap, maar de stroom zet ook om de kaap heen in Z.Z.O. richting. Weliswaar heeft kapitein B. stuurman D. erop gewezen, dat hij op 't traject van de Blanchard-boei naar Cape de la Hague moest zorgen niet oost van de koerslijn te komen, maar de hiervóór vermelde moeilijkheden zijn blijkbaar óf door de kapitein niet voldoende met de stuurman besproken óf onvoldoende tot de stuurman doorgedrongen. De stuurman, die met dispensatie als zo danig voer, had niet veel ervaring. Hij heeft aanvankelijk regelmatig gepeild, maar na 4.00 uur, toen hij de kaap na derde en daarmede het gebied, waar de „Sagitta" het meest om de oost zou drei gen te worden verzet, heeft hij niet meer gepeild tot 4.50 uur. Deze pelling wees uit, dat de „Sagitta" een flink eind oost van de koerslijn stond en dat het schip in 50 minuten tijd één mijl naar het oosten was verzet. De stuurman heeft toen de ge stuurde koers 5 graden naar bakboord ver legd om uit te sturen. Dit was echter veel te weinig om weer op de koerslijn te ko men. Hij had de kapitein moeten roepen, maar zag daartoe geen aanleiding. Wellicht zou de stranding zijn voorko men, indien de stuurman kort na 4.50 uur weer had gepeild, want dan zou hij heb ben bemerkt, dat de „Sagitta" steeds meer naar de kaap toe werd verzet, dat de koerswijziging van 5 graden te gering was en dat hij de kapitein moest roepen. De stuurman heeft echter na 4.50 uur geruime tijd geen peiling genomen. Toen te 5.15 uur de roerganger hem waarschuwde, was hij juist bezig een peiling uit te rekenen. De stuurman heeft schuld aan de stranding doordat hij te weinig uitstuurde, de kapi tein niet riep en te lang wachtte met een volgende peiling, maar in aanmerking ne mende, dat hij niet gediplomeerd en oner varen was, acht de raad geen termen aan wezig voor een tuchtrechtelijke correctie. De koers van 27 graden r.w. liep vrij dicht langs Cape de la Hague, maar gelet op het mooie weer en de vele peilpunten, keurt de raad het beleid van de kapitein te dezen niet zonder meer af. De kapitein heeft echter de bekwaamheid van de stuur man overschat en wellicht de gevaren van de stromingen onderschat; hij had de navigatie daar ter plaatse niet aan de stuurman moeten overlaten. De raad begrijpt, dat de indeling van de wachten op een schip als de „Sagitta", waarop slechts één stuurman is, niet altijd gemakkelijk is, doch de veiligheid vereist, dat de kapitein op moeilijke trajecten de navigatie zelf voert. Dit geldt te meer, wanneer de stuurman ongediplomeerd en onervaren is. Het schip bleek niet lek te zijn, wel zaten er enige deuken in 't vlak, terwijl enige wrangen verbogen waren. De ze laatste werden versterkt en na deze re paratie kreeg het schip een certificaat van zeewaardigheid tot de eerstvolgende droog- zetting (december 1964)". Bij de Nederlandsche Dok- en Scheeps bouw Maatschappij (NDSM) te Amster dam is de kiel gelegd van een motortank schip van 63.500 tons draagvermogen, dat gebouwd wordt in opdracht van Shell Tan kers N.V. te Rotterdam. Met een lengte van ruim 230 m. en een breedte van 33,5 m zal dit het grootste schip worden dat tot dusver bij de NDSM is gebouwd. Een motor met een vermo gen van 18.900 pk zal het schip op de proef tocht een snelheid geven van 16V« knoop. Donderdag werden in IJmuiden aange voerd: 5750 kisten vis, waarvan 115 kisten tong en tarbot; 441 kisten schol; 5 kisten bot; 3850 kisten haring; 12 kisten makreel; 990 kisten schelvis; 191 kisten wijting; 90 kisten kabeljauw en gul; 3 kisten haai; 4 poon en 42 diversen. Per kilogram werd, in guldens, betaald voor: Grote tong 7.607.20; grootmiddel tong 6.316.05; kleinmiddel tong 6.23 5.88; kleine tong I 7.08—6.60; kleine tong II 6.586.13; tarbot I 54.40. Per 50 kilogram: Grote schol 73; groot middel schol 70; Kleine schol II 57—26; schar 21; bot 13; verse haring 22.4013.60; makreel 47—39 grote schelvis 52—42; grootmiddel schelvis 52—27; kleinmiddel schelvis 4025; kleinmiddel schelvis I 38 22; kleinmiddel schelvis II 208; wijting 27—8; grote gul 73—55; middel gul 63—59; kleine gul 2815; kleine haai 11, kl. rode poon II 4030. Per 125 kilogram: Grote kabeljauw 208 —171. In IJmuiden werden donderdag de vol gende besommingen, in guldens, gemaakt: KW 142 740; KW 26 1120; KW 72 1130; KW 80 10.780; KW 55 3610; KW 107 8490; IJM 154 7740; IJM 2 2750; IJM 7 1700; IJM 4 4405. Aanvoer van vrijdag Twintig vaartuigen hebben vrijdagmor gen in IJmuiden aangevoerd: 5390 kisten vis, 220 stijve kabeljauwen en 4000 kilo gram tong. Bij de aanvoer waren: 950 kisten schelvis, 200 radio, 180 wijting, 180 gul en kabeljauw, 40 koolvis, 2950 haring, 610 makreel, 120 schol, 5 tarbot en 75 varia. Prijzen van vrijdag Per kilogram, in guldens: heilbot 5,70- 4,40, tarbot 5,20-4,50, gr. tong 7,56-7,27, grm. tong 6,65-6,38, kim. tong 7,28-6,71, tong I 8,31-7,51, tong II 7,61-6,82. Per 125 kilogram: gr. kabeljauw 166-120, middel kabeljauw 140-132, gr. witte kool- vis 190, gr. koolvis 80, middel koolvis 94, gr. leng 106. Per tien stuks: gr. kabeljauw 126-94, middel kabeljauw 61-59. Per hoop: vleet 142. Per 50 kilogram: gr. schelvis 41-37, mid del schelvis 41-36, kim. schelvis 40-27, schelvis I 40-22, schelvis II 22-8, schelvis III 11-7, koolvis wit 47, koolvis I 34, kool vis II 25, gul I 65-54, gul II 58-42, gul III 31-7, gr. en middel schol 76-65, kim. schol 67, schol I 82-68, schol II 68-54, schol III 61-43, poontjes 16, haai 20-17, gestripte wijting 21-10, dichte wijting 13-11, tarbot 232-148, haring 24,40-14, makreel 57-9, ham 150. Scheveningen De aanvoer te Scheveningen bestond hedenmorgen uit: 160 kisten schelvis, 10 wijting, 20 gul en kabeljauw ,900 haring, 20 schol en 500 kilogram tong. Advertentie ALLE MODELLEN LANGE NIEUWSTRAAT 413 - TELEF. 6321 Doordat MVV, Feijenoord, Excelsior en PSV alle dus clubs, die tot vóór zon dag nog op betere resultaten konden bo gen dan de Telstar reserves één of twee punten verspeelden en de Whites ADO 2 met niet minder dan 1-4 aan hun zegekar bonden, heeft Telstar 2 zich met 10 punten uit 7 wedstrijden bij de kop groep, bestaande uit MVV, Feijenoord, PSV en Telstar, gevoegd. Ongetwijfeld een uitstekend resultaat voor het in dit milieu voor het eerst uitkomende IJmui- der team! Voor zondag is vastgesteld de uitwedstrijd tegen Heracles 2. Met het oog op de tot dusver door deze Almeloërs bereikte resul taten 4 punten uit 7 wedstrijden zou men allicht geneigd zijn zonder meer een Telstar overwinning te voorspellen, maar wanneer we bedenken, dat de Heracles- reserves de vorige zondag het tot die dag nog ongeslagen MVV 10 punten uit 6 wedstrijden op eigen terrein nog wel een 1-2 nederlaag toebrachten, dan ligt het voor de hand, dat de Whites deze ontmoe ting zeker niet lichtvaardig mogen opvat ten. Het elftal, dat zal trachten op beide pun ten beslag te leggen, is als volgt samen gesteld: Nieuwenhuizen; Jager en Van Kampen; Hendrikse, Rijnders en Swinkels; Gerrits, Van Wooning, Bakker, Glas en Van der Kuil. André is geblesseerd. Het bestuur van de federatie van werk nemersorganisaties (FEWO), waarbij ruim tien categorale vakorganisaties zijn aangesloten, heeft de heer W. F. de Hondt uit Zwolle van de Nederlandse Handelsreizigers Vereniging tot tijdelijk voorzitter benoemd. De voorzitter van de FEWO, de heer J. w. Hamers, werd vrijdag zwaar gewond bij een auto-ongeluk. Met het heien van de eerste paal voor het nieuwe gemaal is vandaag op het ter rein van Openbare Werken aan de Wijker- meerweg in Beverwijk een begin gemaakt met de voorbereidingen voor de aanzien lijke uitbreiding van de rioolwaterzuive ringsinstallatie. De eerste van de in vijf of zes fasen uit te voeren uitbreiding houdt in de vergroting van de pompcapaciteit en van het aantal aan- en afvoerriolen. Op het ogenblik is de Beverwijkse riool waterzuivering berekend op 80.000 inwo ners van Beverwijk, Wijk aan Zee en Heemskerk. In de naaste toekomst zal de capaciteit van de zuiveringsinstallatie ge leidelijk worden opgevoerd tot 325.000 in wonerequivalenten. Een dezer dagen zal Het terrein van Openbare Werken aan de Wijkermeerweg in Beverwijk waar vandaag de eerste paal is ge slagen voor het nieuwe gemaal van de rioolzuiveringsinstallatie. de raad van Uitgeest beslissen of ook de inwoners van deze gemeente van de riool waterzuiveringsinstallatie, die een der grootste van ons land zal zijn in Beverwijk zullen kunnen profiteren. Met de uitvoering van de diverse uit breidingen is een bedrag van verscheidene miljoenen gemoeid waarvan de Beverwijk- se raad inmiddels kredieten tot bijna twee miljoen gulden beschikbaar heeft gesteld. De Beverwijkse rioolwaterzuiveringsin stallatie is in 1952 door de toenmalige Com missaris der Koningin in bedrijf gesteld. Het inwonertal van Beverwijk heeft zich daarna zo snel uitgebreid dat een vergro ting van de capaciteit van de inrichting dringend noodzakelijk werd. Deze nood zaak klemde temeer met het oog op de realisering van het streekplan voor IJ- mond-Noord. Momenteel zou de zuiverings installatie al berekend moeten zijn op over de honderduizend inwonerequivalen ten. Behalve het rioolwater in de parti culiere sector wordt ook al het afvalwater van de in Beverwijk gevestigde industriën van schadelijke stoffen gezuiverd. Helaas is het nog niet zo dat elk bedrijf wettelijk verplicht is zijn afvalwater te zuiveren met alle kwalijke gevolgen van dien voor de rivieren en kanalen waarin dit lang niet altijd ongevaarlijke industriewater in grote hoeveelheden wordt geloosd. Het nieuwe gemaal waarvan de bouw vandaag is begonnen wordt 21 meter lang. De vier negen meter lange vijzelpompen kunnen per uur vijfduizend kubieke meter water verwerken. De installatie wordt ge leverd door de firma Spaans uit Hoofd dorp. Verwacht wordt dat het nieuwe gemaal omstreeks augustus 1965 in bedrijf Tussen 1950 en eind 1962 is de arbéids- bezetting in land- en tuinbouw met 25,6 percent verminderd. In de perioden 1950- 1953 en 1953-1956 bedroeg die daling nog ongeveer vijf percent, in de periode 1959- 1962 echter ongeveer tien percent. Dit blijkt uit een publikatie van het Cen traal Bureau voor de Statistiek, waarin de resultaten zijn weergegeven van de in december 1962 gehouden driejaarlijkse tel ling van arbeidskrachten vóór land- en tuinbouwwerkzaamheden. kan komen. Intussen zal het stelsel van aan- en afvoerriolen aan de capaciteits vergroting worden aangepast. Alleen al in Beverwijk heeft het rioleringsnet een totale lengte van 110 kilometer. Daar komen nog 50 kilometer riool van Heems kerk bij. In de komende jaren men denkt het gehele project in twintig jaar te ver wezenlijken zal de capaciteit van de Beverwijkse rioolwaterzuiveringsinstalla tie steeds met 50.000 inwonerequivalenten toenemen. Zoals wij reeds hebben gemeld is donderdag een begin gemaakt met het bergen van de lading van de in de derde rijksbinnenhaven te Velsen gezonken „WATU", welke lading uit 730 ton rollen plaatstaal bestaat. De berging geschiedt met een op het ber gingsvaartuig „Antiloop" geplaatste bok, waarbij een duiker, die zich op de bodem van de haven bevindt, tel kens een rolstaal aan de hijskraan bevestigt. Men is donderdag tot des avonds elj uur met het werk door gegaan, waarbij 73 rollen naar boven zijn gebracht, met een totaal gewicht van 350 ton. Wanneer vandaag in hetzelfde tempo kan worden door gewerkt, hoopt men nog hedenavond de gehele lading te hebben geborgen. Zo spoedig mogelijk zal daarop' ook de „Watu" boven water worden gebracht. Op de komende openbare gemeente raadsvergadering te Velsen, die vastge steld is op woensdag 14 oktober, zal da raad een onderzoek instellen naar de ge loofsbrief van de heer W. Gorter, die in de V.V.D.fractie de plaats van de heer N. van der Kolk (die Velsen gaat verlaten) zal innemen. De heer Gorter heeft zijn benoeming tot lid van de gemeenteraad van Velsen aan genomen, nadat mevrouw G. L. Heijkoop- van Reekum en de heer J. D Hooglandt hun benoeming niet hebben aangenomen. Het nieuwe raadslid werd 26 maart 1917 in Rotterdam geboren en vestigde zich in 1945 in IJmuiden, waar hij tot 1953 be drijfsleider is geweest bij de N.V. „VEM". In 1954 werd de heer Gorter benoemd tot directeur van de N.V. chemische fabriek „De Toekomst" in IJmuiden, waar dit jaar de functie van waarnemend directeur van de N.V. Verenigde Koelhuizen en Ijsfa brieken aan werd toegevoegd. De heer Gorter woont thans in Santpoort. Het is nog niet bekend wie van de drie leden van de V.V.D. in de raad als fractie leider zal optreden. Het jonge schaap van een veehouder in Velsen, dat enige dagen geleden als ver mist werd opgegeven, blijkt niet gestolen te zijn. Het dier is in een sloot aangetrof fen waar het is verdronken. Tijdens een stoeipartij in een meubel fabriek in Santpoort is een 66-jarige meu- belschuurder dusdanig gevallen, dat hij enige gekneusde ribben opliep. De onge- vallendienst heeft hem behandeld en naar huis gebracht. Holands Bloembollenhuis in Lisse veilde donderdagmiddag de eerste gladiolen van dit jaar De andere veiling, het Hollands Bloembollenkwekers Genootschap vlak daar tegenover volgt der traditiegetrouw een dag later. De eerste paar honderd manden zijn over het algemeen niet anders dan wat marktverkenning. De handel in gladiolen was tot nu toe slap, daar men een grote aanvoer verwacht. Dat bleek ook uit de prijzen, die dit weekend worden be steed. Ze liggen zo'n vijftig percent bene den die van verleden jaar. De gladiolen, die nu worden aangeboden, zijn nog niet best en het is vroeg in het seizoen. Dat neemt niet weg, dat ze bij een vermoede schaarste goede prijzen zou den opbrengen. Dat is nu niet het geval geweest. De veilingmeesters hebben nogal wat moeten ophouden en die partijen die gekocht werden haalden de vijf gulden per honderd niet. Er waren er bij, waarin de grootste knollen een beetje op vliegende schotels leken, zo'n omvang hadden ze. Men kan zich enigszins een beeld vormen door de prijzen met verleden jaar te ver gelijken. De niveaus zijn wel erg verschil lend. Memorial Day, de dikke knollen, bracht verleden jaar 8,65 op in het be gin van het seizoen, nu werden ze op f 4,30 opgehouden. Life Flame, verleden jaar 8,25 kwam nu tot 4,05 Oscar bracht maar 3,60 op. Verleden jaar zijn ze duur geweest, maar wat wil men als men nu in de statistiek van de Nederlandse Gladiolus Vereniging ziet, dat er maar liefst zes keer zoveel is opgeplant van een ras als Oscar? De ex porteurs zullen wel erg hun best moeten doen om die hoeveelheden weg te werken. Van Concordia staat meer dan twee keer zoveel en zo is er een heel rijtje op te noemen. In totaal hebben de kwekers 23 pet. meer opgezet dan verleden jaar. Bo vendien is het een prachtige zomer ge weest voor de groei, zodat men enorme hoeveelheden gladiolen verwacht. Niemand behoeft zich te haasten bij de inkoop. Er zijn rassen, die „zijn ingekrompen". Een korte uitdrukking om aan te duiden, dat er minder is opgeplant dan verleden jaar. Dat behoeft helemaal niet te bete kenen, dat deze duur worden. Gladiolen worden veel op kleur verkocht, zodat men de goedkoopste knollen kan zenden. In an dere gevallen liggen kleur en kwaliteit dik wijls zo dicht bij elkaar, dat men gemak kelijk de een voor de ander kan verkopen. Niemand ondervindt daarvan enig nadeel, ook de afnemers niet, die dikwijls de keuze aan de exporteurs overlaten. Men maakt zich niet zo verschrikkelijk druk ook, want de export van gladiolen is hoofdzakelijk bedoeld om de algemene kos ten van de bedrijven te drukken Men kan het personeel aan het werk houden, zodat het de eigen kost verdient. Zonder die uit voer zouden volwaardige vakmensen im- produktief werk moeten verrichten om de tijd te doden. Men is dus over het alge meen al blij als men quitte speelt. Dat neemt niet weg, dat men graag winst pakt. We hebben voor 1960 de ex port van het ene jaar van vijf tot bijna negenhonderdmiljoen stuks zien stijgen. Er was een veel te groot aanbod en aangezien er wel een minimum exportprijs is, waar onder men niet mag factureren en geen binnenlandse minimum prijs zit er wel eens een stevig stukje winst tussen. Men moet minstens 7,50 per honderd vragen en als die bollen hier dan 3,50 tot 4,00 per honderd inkoop kosten, wel, dan wil je wel eens wat gaan „wegdrukken". Een jaar later lagen de prijzen ongunstiger en prompt zakte de uitvoer met tweehonderd miljoen stuks. Men handelt zuiver naar het moment en daardoor is niet te voorspellen, wat er gaat gebeuren. Loopt het, zoals we nu vermoe den, dan hebben de exporteurs een mooi extraatje en de kwekers ontdekken, dat da teelt van bloembollen maar zelden een ge makkelijk rijkmakerijtje is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 7