FfI.ATFJ.IF. De pottenbakker is een benijdenswaardig mens I 1 Dammen e ZATERDAG OKTOBER 1964 PAGINA ACHT 1 m m. JÉ* z KVHovia av i Mivaovia av J Begrippen Jacques Levij PS-A*;:Alïe FRANKRIJK. Op 2 november zal een postzegel van 1 jr., uitgevoerd in veelkleurendmk, verkrijgbaar worden gesteld met als voorstelling „De dame met de eenhoorn", een detail van een tapijt uit de vijftiende eeuw. De zegel is ontworpen en gegraveerd door Pierre Gandon. (Afbeelding) POLEN. Honderd jaar geleden werd de Poolse romanschrijver Stefan Ze- romski (1864-1925) geboren. Een her denkingszegel van 60 groszy (olijfgroen) is uitgegeven, waarop zijn portret is af gebeeld. Er zijn vier miljoen exempla ren gedrukt. CANADA. Ter gelegenheid van het bezoek van koningin Elizabeth II van Engeland aan Charlottetown en Que bec deze maand is een postzegel van 5 cents (purper) verschenen. De zegel toont het portret van de koningin naar een foto van Anthony Buckley te Londen. DAHOMEY. Voor de Olympische Spelen 1964 te Tokio zal binnenkort een serie van drie waarden, 10, 25 en 100 fr., in roulatie worden gebracht. De volgende takken van sport zijn erop voorgesteld: wielrennen, hardlopen en boksen. De ontwerpen zijn van de hand van de Israëliër M. Shamir. (Afbeel ding). OOSTENRIJK. Her veertigjarig be staan van de Oostenrijkse radio-omroep is op 28 september gevierd met een postzegel van 1 s. (zwartbruin en rood). Afgebeeld zijn een auto transistor ont vangtoestel, waarboven het embleem van de Oostenrijkse omroep en symbo lisch voorgestelde ethergolven. De zegel is ontworpen door Adalbert Pile* BELGIË. De Belgische posterijen hebben twee speciale velletjes het licht doen zien ter herdenking van de vijf honderdste sterfdag van de kunst schilder Rogier van der Weyden 1399- 1464). Het ene velletje, met een toeslag van 8 fr., bevat drie zegels 1, 2 en 3 fr. Het andere velletje bevat één zegel van 8 fr. en heeft eveneens een toeslag van 8 fr. De zegels stellen de volgende werken van de kunstenaar voor: 1 fr. Philips de Goede, 2 fr. „Portret van een vrouw", 3 fr. (Afbeelding) „De man met de pijl" en 8 fr. „Kruisafneming". WEST-DUITSLAND. Ter gelegenheid van het Olympisch Jaar 1964 zal op 10 oktober een postzegel van 20 pf. uit gevoerd in veelkleurendruk, in omloop worden gebracht. De zegel toont twee judoërs in actie. Het ontwerp is van Heinz en Hella Schillinger uit Neuren berg. De oplage bedraagt dertig miljoen exemplaren. OOST-DUITSLAND. De honderdste verjaardag van de stichting van de Eerste Internationale is gevierd door de uitgifte van twee zegels. Het zijn een 20 pf. (rood en zwart) en een 25 pf. (blauw en zwart). Beide zegels ver tonen een stempelafdruk van deze organisatie. GHamA. Een Olympische serie van zeven waarden is uitgegeven: 1 d. hor den loop, 2V<i d. hardlopen, 3 d. boksen, 4 d. verspringen, 6 d. voetbal, 1 sh. 3 d. een Ghanese atlete, die de Olympische vlam draagt en 5 sh. het Olympische embleem en vlaggen. Een souvenir velletje, dat de waarden 6 d., 1 sh. 3 d. en 5 sh. bevat, is eveneens ver schenen. (Afbeelding) EUROPA. De Italiaanse Europa- zegels zijn verschenen in de waarden 30 lire (roodviolet) en 70 lire (blauw groen). De zegels zijn in dezelfde teke ning uitgevoerd als de Nederlandse Europa-zegels. DE WINTER ALS COMPONIST Vorige week gaven wij een staaltje van de prestaties van onze Hollandse „schaak ambassadeur" in Mexico, Willy de Winter, als partij speler. Het komt slechts zelden voor dat een partijspeler van behoorlijke sterkte tevens probleemcomponist is. In ons land was de veel te jong overleden schaakmeester en probleemkenner van internationaal formaat Weenink een van de weinige voorbeelden dezer zeldzame combinatie. Zeldzaam, omdat partij spel en problematiek eigenlijk niets met elkander gemeen hebben, behalve de spelregels. De essentie van partijsspel is strijd, botsing van twee persoonlijkheden, de essentie der problematiek is aesthetica en een perma nente worsteling met de materie. De struc tuur van het individu, zijn aanleg, zijn ka rakter, dat de schaakstrijd, respectievelijk het componeren beoefent, is dan ook vol komen verschillend in het ene en het an dere geval. Daarom ziet men onzes inziens bedoelde combinatie zo weinig. De niet-schaker begrijpt van dit alles niets. Dat het schaakbord vele werelden bergt, ontgaat hem volkomen. Iedere toer- nooispeler kent wel het verschijnsel van de liefhebbende grootmoeder of oud-tante, die hem regelmatig probleemdiagrammen toezendt in de mening, dat hij daarin ten zeerste geïnteresseerd zal zijn, terwijl die problemen in feite geheel buiten zijn ter rein liggen. Dit alles is anders bij De Winter. Hij Wit speelt en wint, met de volgende op lossing. 1) 22-17 dwingt 11x33. 2) 38x20 36x27. 3) 35x24 19x30. A. 4) 20-15 13x22. 5) 15x2 30-35 of? en wint met 2-11. Maar de situatie verandert wanneer zwart niet H V 9 3) 19x30. maar eens met 3) 13x22 zou slaan, C? H en na 4) 24x15 het volgend zeer boeiend A 8 6 5 5 V 10 5 3 •C> H V 3 4» H V B 10 8 eindspel. A 9 7 6 3 XX3000CC CO OOOOOOC CCCOOOOOOOOOOOOOOOCXDO oooooooooooocx A 8 4 3 2 C> 9 8 6 4 2 <3> 10 2 4» 2 B 10 7 6 A B 7 B 9 7 4 54 5ooooooooooooocccooocooooooc)oooococooooooooocooooóoooc3oc Zwart: drie stukken op 8, 22, 27. Wit: drie Stukken op 15, 20, 48. Zwart is aan zet. Wit wint. De zeer moeilijke tempowinst kwam tot stand met medewerking van H. Laros. De beste en langste verdediging voor zwart is de volgende. 1)22-28. 2) 15-10 West gever, niemand kwetsbaar. Toen Nederland OW speelde, ging het bieden: west één klaver noord één harten oost één schoppen zuid vier harten wat moest west nu doen?? West bood vier schoppen, welk contract (gedoubleerd door zuid) drie down ging. Ik ben geneigd west vrij te pleiten van schuld: als oost in schoppen A B 10 7 6 gehad zou hebben (en hartenaas niet) is vier schoppen een prima contract terwijl vier harten voor NZ er best in kan zitten. De fout ligt bij oost, of misschien beter gezegd bij de kadaverdiscipline van het gevolgde systeem, om „een vierkaart in een hoge kleur in elk geval te bieden". Er zijn talloze situaties, waarin het bieden van zo'n vierkleur goed is en er zijn andere situaties, waarin men het beter kan nalaten. Het gegeven oostspel is een stan daardvoorbeeld van een situatie, waarin men de vierkleur niet moet bieden. Na: west één klaver noord één harten be hoort oost één SA te bieden; dat bod om staat zijn mannetje in de schaakstrijd, 28"33- 3> 10"5 27"31- 4) 48"43 31-36. Dwingt schriift ziin snel véél beter'dan het bod v 5.37 of 46 wegens offer 33-38. 5) 5-37 8-13 scnrl:>11 zljn spel veel Deler aan net Doa maar hij componeert ook problemen. Een drietal daarvan bieden wij onze 28-15 13-18 of? Op 13-19 33-38 36-41 goede° bHclgeSerdtede 'situati^ondei1' 14-19. 7) 37-46 18-22 of? 8) 46-37 22-27 I ormgespeier, cue de situaties onüer- 9) 37-14 27-31 of? 10) 14-19 en de slotstand ke"V Waann hlJ'We\en Waa"n me! wit dam op 19, stukken op 43, 15. Zwart ^t een slap vierkaartje op de markt moet 31, 33, 36 met zwart aan zet is voor wit komen; Men moet bridge met spelen als gewonnen een ^tomaat die alleen maar volgens be- In de eerste ronde van het provinciaal paaldeA egeltjes antwoord geeft, maar als damtoernooi 1964, dat in september te Uit- een m^ePl§er)^ mens die beslissingen neemt geest is aangevangen, speelde ik met de w op l°êica gebaseerd zijn. sterke hoofdklassespeler H. van Westerloo Natuurlijk komen de anti's aandragen uit Amsterdam een zeer boeiend en niet- met de vraag: „En als west nu óók een alledaags openingspel. Op een bepaald mo- vierkaart schoppen heeft?" Het antwoord ment, met de 13de zet, stond ik voor de daarop luidt, dat het niet bij de wet ver keuze: vereenvoudigen, of het spel laten boden is om deze dan alsnog (en zo nodig) vastlopen. Ik koos het laatste. Doch Wes- te bieden. Ten tweede zijn er héél wat lezers ter oplossing aan. OCQOCCCCOJQCOOOOOCC"~COOOOOOC terloo had beter gezien: hij verraste mij door een keurige damzet. Het werd ten slotte nog remise. Het korte partijtje ging als volgt. Wit: H. van Westerloo. Zwart: B. Dukel d4. Wit: Ka6, Df8. Rel, Pc5-f4, pion: b3-b4- Zwart: Kcl, Pb6, pion: a7-c2. Tweezet. ocooocoooooccooooooccccooooo-c CCCCCOOOOCCOOOOOO spellen waarin men met acht schoppens (of hartens! samen, toch beter (of net zo goed) drie SA kan spelen. Had oost het betere bod gedaan van één SA en zou de Engelse zuid zijn hoofd dan 1) 34-29 19-23. 2) 40-34 14-19. 3) 45-40 in vier harten gestoken hebben, west zou 10-14. 4) 33-28 17-22. 5) 28x17 11x22. 6) 38-33 die overtreding met een doublet (en twee 7-11. 7) 42-38 5-10. 8) 48-42 1-7. 9) 50-45 down) afgestraft hebben. li1',,36,!1 fn Wellicht had zuid het dan echter bij drie 15^ 38-32 2-7^ V-2S47-42 ®elaten- OW hadden daartegen geen 14-19? Ook op 13-19 volgt dam. Stand na 14-19. B. DUKEL xrooooocococooooococ codöboocoo -cc ocö&yyyyyyyyyyyxyyyyyoi XXX300000000000000000000000000000C Wit: Kh8, De5, Tdl-g8, Pb5-d3. Zwart: Kd7, Db3, Tbl, Ral, pion: e6-e7. Tweezet. Heel wat meer hoofdbrekens kost de vierzet, weergegeven in ooooocoooooooooooocoococoococoocoo redelijk bod meer gehad, maar hadden niettemin 50 plus geschreven (een heel verschil met 500 minus). Aan de andere tafel boden de Engelsen: west één klaver oost één SA (ook hier de schoppens niet!) west twee ruiten (een vreemd bod) oost drie SA (zwaar overboden). Noord doubleerde en daar hij niets had geboden (en dus geen sterke kleur anders dan klaver kon hebben), had zuid met klaver moeten uitkomen. Maar zelfs bij schoppenuitkomst (of harten) is oost nog lang niet thuis, mits zuid ook de tweede schoppen weigert en als noord maar duidelijk in klaver signaleert (of harten afsignaleert). Laten wij hopen, dat-de jeugd de Engel se les ter harte neemt! Bridgevraag dezer week: West gever, al len kwetsbaar. Viertallenwedstrijd. Zuid heeft: A93 5 ÓVB94 V 9 8 6 4 Biedverloop: west past noord past oost één ruiten zuid past west één harten oost twee ruiten west twee SA oost drie SA. Moet west doubleren of passen? DOOOOOOCCCCCOCOOOOOCCOOOO(X>DCOOOOOOOO<XXXXX)OOCC300C)OOOOOC OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOCOOOCODOOOCCOOOOOCCOCOC Wit: Kei, Te2, Re7-f3, pion: b2-b3-g6. Zwart: Kd4, pion f5-f6-g7. De idee, welke tot mat voert, is zeer verrassend. Teneinde het onze puzzelaars niet te ge makkelijk te maken, publiceren wij de op lossingen elders op deze pagina. Succes en veel genoegen! Mr. Ed. Spanjaard De vraag rond het volgend vraagstuk, van de hand van de heer N. R. Keessen, is: „Winst of remise?" N. R. KEESSEN, Aalsmeer XyOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOÖOOOOCOOOCODOOOOOOOOOC&yXXXK H. VAN WESTERLOO Zwart: 3, van 6 tot en met 13, 15 tot en met 20, 22 tot en met 25. Wit: 26, 27, 29, 31 tot en met 45, 49. 18) 35-30 24x35. 19) 33-29 22x24. 20) 27-22 18x27. 21) 31x22 17x28. 22) 34-30 25x34. 23) 40x18 12x23. 24) 44-40 35x33. 25) 38x18 'tbui gp^i 'ga^l idejS 13x22. 26) 32x5 7-12. 27) 37-31 8-13 en met ap si jea iiSdH (g 'Qj iiaj, (z 'f-J gps (I gelijk spel pakt zwart de dam af. :aiiuajajjajut aqtqaisoq uaa do paaaseqag Tegen de heer Van der Sluis liet ik mij si Sutssoido aa ua3utpu3A\;Bui apuassqs in de volgende positie verrassen. -aq jeeu uaqaoz soojap'uia uaui ueq jaiH S WVHOVId ijeui goa z 1bb3 'si puadpro nu autep aUÏAi ap jep piaqSipue;suio ap Ctz JjUBa •pieeui ga do pjaAjqoniA uaa iep 'ga-ga (I BU JgjOA JUBIJBA ajsSipJBB 9Q gpQ jo ga do ubbjs bu ;3joa qoo ;bm ';bui gaj (Z iSiaap iga-gaa (I ripmx Suissojdo aa ■ga^ do aaapue aapuo tibbj iuea (I ap -ua33;i pueq ap jooa jan apuaopjoAuo ufiz gPd 13U1 sqBBqasqajjjB aiapue ua qCqaS -oui ;aiu Suiqa^suiBjSBip ap ui si gaj jbbjvi •uawaziBiu spuo^suBB gaj (x qeéqasxaqqnp iaq ;aui ;iav uoq usp 'pjoq jaq do aurep ailiM uaaS ua puo;s 'jaouj ajouS sjubmz ';uad auiep a;jiA\ ap aip 'jsy; si uaiH '(teejs ptapaS nu {.q jepuio) jbui (3 ')az TIiav d(I ua (gqd uba 3uiu -uad ap Ciz quep) ;bui gpd Z "MH(I aiZ '19op uauapuoM j.q do ufiz jqauaS jaq buubbav 'jgq-8jQ (X SI xazpinaxs aa qsiu 3ou xazpuBBd uaa io x.qyi (x bu 'tb-hu V' ^u's: 4' 44> 22, 23, jbbuoSbtp ap sSubj auiep ap jaui jbbpj xbui loocMOooootxoooooooaxMoooooóooooooooocboooooococóooooa ÖOOOOCOOOOOCOC 26, 27. Wit: 20, 25, 33, 34, 35, 36, 37, 42, 48. Met wit aan zet kon ik de doorbraak 34-29 33-28 en 37-31 nemen. Ik speelde 1) 42-38 23-28? Nu moet 35-30 met remise. 2) 37-32? 28x30. 3) 32x12 14-19 de clou. 4) 35x13 9x7. 5) 38-32? 22-27 en ik verloor. Is 5) 38-33 remise? uaa ua jSq :x,py£ (x e>x -aiup ap uba ais[aduqs jaq Sijjajs si afduiaaxqoud pQ NSONISSOTdO »00<X)0(>30000000000000000<>D000000CO0O00<X)00000OC)0b00000C Zwart: negen stukken op 8, 9, 10, 11, 13, 19, 24, 30, 36. GEEN AUTOMAAT Toen onlangs een redelijk sterk Engels team in Nederland op bezoek was, speelde ook een Nederlands jeugdteam tegen de Britten. De jeugd werd in meerdere spel len door de agressief spelende tegenstan ders uitgerangeerd en leed ook een fikse Wit: negen stukken op 18, 22, 28, 32, 35. nederlaag. Een partij die bijzonder leer 38, 41, 42, zaam geweest is, was de volgende; ÏWastl uapueq ui ua§Bfs jCia Ciq uuebm. 'uaqads do uauaxqnop ;aui uajqaBAv B Dukel UB5t 'uauiau uaAunp pO^spa/A uaa ui uajads apaoS uaa jaoui oaisiu juoos azaa 'uajaAnaus jbz ua§B[s aiup jo aaA\j afsuBS siup u,oz utubbaa 'uaqads uaqejuaij ua;qoa uaAouaSapiBBp uebjs ua uauioq UBq ua§Bis uagau xoj quaMSaqA ua xsunq laui xsaM. CiquBBM. uajanujsuoo a; jads uaa ua ;iba uaiqassij^ juaqBui uaqnz xaju uajqoa avo atp 'uagBisuaqnu axaA do dooq ap ui qfqauuaq VS a up Sou qocq Ciq pooq uaguiupuBB sjsaM do jbbui 'uaddojs a; uajinu aaMj do piauaq sea\ jsoo qjaaq uaga; IOApueq uaa ua puoou jBp 'uaqaz ;aq si snp punajsag jaiu ;soo uoop uapua'/A suapiBq ufiz '(;suaa ajsBd fiq) jads quajs gua uaag ijaaq isajw 'uauuiM a; pfujspaA\ uaa uaaui uauiuiiu n juaipuaA ';uaaxqnop ^aiu qp n sjv :SBBJAaSpiuq do puooMjuy „POTTENBAKKEN is als een fuik: je kunt er argeloos in verzeild raken en voor je het weet kun je er niet meer van loskomen, zo boeiend is het. Je begint voor de grap iets uit klei te vormen, ont dekt wat een bron van genoegen zulke eigengevormde dingen kun nen opleveren en de belangstelling in de verdere mogelijkheden van bakken en glazuren leidt er al spoedig toe dat uit een speelse gril een nieuwe hobby groeit". DEZE enthousiaste en voor zich zelf sprekende belijdenis vormt de inleiding van het voortreffelijk boek „Zelf pottenbakken", een handlei ding voor allen die zich de eeuwen oude en veelzijdige kunst van dit handwerk willen eigenmaken, ge schreven door H. Bakker en H. van Veen. Talloze werktekeningen en vele foto's van Bob van dér Spek verluchten deze uitgave van Ploegs- ma. Het werken met klei en het steeds weer ontdekken van nieuwe wegen waartoe de eigen creativiteit kan Vroeg-Grieks terracottabeeldfe „Zelf pottenbakken" kan hem(of haar) daarbij onschatbare diensten bewijzen. De schrijvers leiden hun lezers als het ware een nieuwe we reld binnen. Zij doen dat zonder pa thos, enthousiast en met grote ken nis van zaken. Reeds het historisch overzicht dat aan het begin van het boek staat, noodt de lezers tot een verdere bestudering door zijn zake lijk verslag van de geschiedenis van de ceramiek, waarvan de oorspron gen zich verliezen in het halfduister van de menselijke geschiedenis. VELE wetenswaardigheden over het handvormen van de klei, het draaien, het procédé van het glazu ren, de geheimenissen van het bak ken, het gieten in gipsvormen, het maken van plastieken en sieraden en het scheppen van mozaïeken, worden in het boek behandeld. De lezer wordt op de hoogte gebracht van de eigenschappen van het ma teriaal waarmee hij wil gaan wer ken. Een voorbeeld. „Wat is eigenlijk klei, We kennen klei als de zware, taaie grondsoort, die in ons land op vele plaatsen langs de rivieren en de zee te vin den is. De vindplaatsen wijzen er duidelijk op dat deze klei door het water wordt aangevoerd. Eeuw in, eeuw uit werd telkens een klein laagje slib aan het rivierbed toege voegd, zodat ten slotte een meters dikke laag de bodem bedekte. Klei bestaat uit microscopisch kleine steentjes." Stap voor stap bewandelen de auteurs de lange weg die tenslotte voert naar het doel: als amateur aanvankelijk met heel weinig hulp middelen en door middel van een voudige technieken, betrekkelijk snel verantwoorde ceramische produkten maken. GELEIDELIJK aan kan hij zich dan verder bekwamen. Uitgeleerd raakt men in deze hobby nooit. Het boek is een handleiding voor de be ginnende leek, maar bevat ook vele gegevens die een gevorderde zich niet zal willen laten ontgaan. leiden en stimuleren, biedt de mo derne mens gevangen in een me chanische tredmolen ongekende mogelijkheden. Klei en leem vragen er als het ware om door de mense lijke hand gevormd te worden. Het is dan ook geen wonder dat reeds in de oertijd de mens ontdekte welke voorwerpen hij voor zijn da gelijks gebruik van klei kon maken. OOK IN DE twintigste eeuw is de pottenbakker nog een benijdenswaar dig man. Het gehele scheppingspro ces berust bij hem nog in één hand. Uit de vormloze weke kleimassa schept hij door „met zijn handen te denken" een veelal bekoorlijk eindprodukt. Hij is nog geheel am bachtelijk werkzaam in een eeuw die van de mens bijna een onbete kenend verlengstuk van de machi ne heeft gemaakt. De handgevormde ceramiek biedt de moderne mens volop gelegenheid zichzelf terug te vinden in een schep pingsproces dat hem dwingt de eigenschappen van de grondstoffen die hij gebruikt te leren doorgron den en zich de technieken eigen te maken die hem op den duur in staat stellen de materie de vormen te ge ven die hem voor de geest staan. EEN AFZONDERLIJK hoofdstuk is gewijd aan het maken van cera mische sieraden. Vaak geven die juist de mens volop gelegenheid zich als individu van zijn medemensen te onderscheiden. Deze sieraden zijn meestal enig in hun soort. Tech nisch vragen zij als regel niet al te veel vaardigheid en bovendien zijn zij veel minder kostbaar dan juwe len. Kralen, staafjes, plaatjes en vele andere vormen kunnen worden saamgevoegd tot hangers of arm banden. Broches van ceramiek, kun nen, evenals oorknoppen en gespen, een bijzondere charme hebben, voor al als zij kundig zijn geglazuurd. „ZELF POTTENBAKKEN" is een waardevol boek, dat ook hun die er niet voor voelen zelf ceramische produkten te gaan maken, instruc tieve informatie kan geven over de veelzijdige aspecten van de cera miek, waardoor zij met veel meer kennis van zaken de esthetische be tekenis kunnen gaan waarderen van wat het verleden ons aan „aarde werk" heeft nagelaten. H. Bakker en H. van Veen: „Zelf pottenbakken". 183 pag. Uitg. Ploegsma.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 20