SHIRLEY Sotheby's of London PUZZEL NUMMER 55 PANDA EN DE MEESTER-LEERLING Psychotechnisch onderzoek nog steeds een hangijzer door Charlotte Brontë Kunstveilingen met een grote K Ons vervolgverhaal M/g£ VRIJDAG 16 OKTOBER 1964 17 mm it If - mm mi a Kale boel Niet te diep graven Niet ideaal Eigen indruk domineert Intensiever contact 33) Juffrouw Helstone voelde haar on wetendheid en haar onmacht; daar zij dr. Broadbent niet had gezien kon zij haar mening niet zeggen. De derde pauze ving aan. Terwijl deze duurde was Caroline er zich in haar binnen ste van bewust welk een dwaze droomster zij was; welk een on praktisch leven zij leidde; hoe weinig zij geschikt was voor de gewone om gang met de gewone wereld. Zij voel de hoe zij zich uitsluitend aan het witte huisje in de Hollow gehecht had; hoe in het bestaan van een be woner van dat huisje haar heelal op gesloten lag; zij begreep dat dit niet ging en dat zij het de een of andere dag noodgedwongen zou moeten ver anderen: men kon niet beweren dat zij precies op de dames, die voor haar zaten, wilde gelijken, maar zij wilde boven haar tegenwoordige per soonlijkheid uit komen om minder te worden afgeschrikt door hun waardig heid. Het enige middel om het kwijnende gesprek weer te laten herleven was om hun te vragen of zij wilden blijven theedrinken; en het kostte haar gruwelijke strijd om dit beleefde ver zoek te doen. Mevrouw Sykes was juist begonnen „Wij vinden het zeer vriendelijk van u, maat" toen Fanny weer binnenkwam. „De heren blijven vanavond, juf frouw," was de boodschap, die zij van de heer Helstone moest over brengen. „Welke heren zijn er bij u," infor meerde mevrouw Sykes nu. Hun na men werden genoemd; zij en haar dochters wisselden een blik; de hulp predikanten betekenden voor haar niet wat zij voor Caroline betekenden. De heer Sweeting stond zeer bij hen in de gunst; de heer Malone eigenlijk ook,- omdat hij een geestelijke was. „Ja, daar u toch al bezoek hebt, vind ik dat wij maar moeten blijven," merkte mevrouw Sykes op. „Dat zal een heel gezellig partijtje worden: ik mag altijd graag de geestelijkheid ontmoeten." En nu moest Caroline haar naar boven geleiden, haar helpen met het afdoen van de omslagdoeken, het in orde brengen van het haar en het zich netjes maken, toen moest zij haar weer terug brengen naar de zit kamer, boeken met etsen onder haar verdelen of losse voorwerpjes, die uit de Jodenmand gekocht waren: zij was wel verplicht om te kopen hoewel zij maar weinig bijdroeg; en als zij veel geld had gehad zou zij liever wanneer het op de pastorie werd gebracht een afschuwelijke nachtmerrie de hele voorraad opgekocht hebben dan één enkel speldekussen bij te dragen. Het moet misschien in het voorbij gaan uitgelegd worden, voor hen die niet op de hoogte zijn van de myste ries van de „Jodenmand" en de „Zendingsmand", dat deze „meubles" rieten bewaarplaatsen zijn, van de grootte van een flinke wasmand voor een gezin, bestemd om van huis tot huis een geweldige verzameling spel- dekussens, naaldeboekjes, speelkaar tenrekjes, handwerktassen, zuigelin- genkleertjes enz. enz. enz. te vervoe ren, die gemaakt zijn door de gewilli ge of tegenstribbelende handen- van de christelijke dames uit een pa rochie en die heidense heren van die parochie moeten kopen tegen schaam teloos overdreven prijzen. De op brengst van zulke gedwongen verko pen wordt gebruikt voor de bekering van de Joden, het opsporen van de tien vermiste stammen, of voor de verheffing van de interessante ge kleurde bevolking van de aardbol. Iedere dame, die iets bijdraagt, neemt op zich de mand een maand te houden, ervoor te naaien en de in houd in de handen te stoppen van een terugdeinzend mannelijk publiek. Het is een opwindende tijd wanneer men aan de beurt komt: sommige actieve vrouwen, behept met handelsgeest, houden ervan en genieten uitermate van de pret hardhandige wolspinners te laten dokken voor vier- of vijfhon derd percent boven de kostprijs, voor artikelen waar zij niets aan hebben; andere zwakkere zielen hebben daar bezwaar tegen en zouden liever elke morgen de duivel zelf voor hun deur zien staan, dan die spookmand, die gebracht wordt „met de complimen ten van mevrouw Rouse en alstu blieft mevrouw, ze zegt dat het nou uw beurt is." Toen de plichten van juffrouw Hel stone als gastvrouw, meer zorgelijk dan opgewekt, vervuld waren, begaf zij zich naar de keuken om een korte geheime raad te houden met Fanny en Eliza over de thee. „Wat zijn er een massa!" riep Eliza, die keuken meid was, uit. „En ik heb het bak ken vandaag uitgesteld omdat ik dacht dat er meer dan genoeg brood was tot morgen; maar nou hebben we niet genoeg." „Zijn er geen koekjes voor bij de thee?" vroeg de jonge meesteres. „Maar drie en één grote. Ik wou dat die rijke mensen thuis bleven tot dat ze uitgenodigd worden; en ik wil mijn hoed verder afmaken" (zij be doelde haar kapothoed). „Dan," stelde Caroline voor, die door de belangrijkheid van de on voorziene gebeurtenis een zekere energie kreeg, „moet Fanny maar even naar Briarfield lopen en wat ge bakjes en plaatkoek kopen en bis cuits. En wees maar niet boos, Eliza, wij kunnen er niets aan doen." „En welk theeservies moeten we gebruiken?" „O, het mooiste, vind ik; ik zal het zilveren servies te voorschijn halen," en zij holde naar boven naar het ka mertje, waar het tafelzilver bewaard werd en kwam even later terug met de theepot, het roomkannetje en de suikerpot. „En moeten we de urn ook heb ben?" „Ja; en maak het nu zo vlug klaar als je kunt want hoe eerder we thee gehad hebben des te vlugger zijn ze weg tenminste, dat hoop ik. O hemeltje! Ik wilde dat ze al weg wa ren," zuchtte zij terwijl ze terug ging naar de zitkamer. „En toch," be dacht zij terwijl zij even bij de deur bleef staan voordat ze hem open deed, „als Robert nu maar kwam, wat zou alles dan heerlijk zijn! Wat zou het betrekkelijk gemakkelijk zijn om die mensen te vermaken als hij er bij was! Het zou boeiend zijn om hem te horen praten (hoe wel hij nooit veel zegt in gezelschap) en zelf te praten in zijn aanwezig heid; het kan nooit belangrijk zijn om een van hen aan te horen of iets tegen hen te zeggen. Wat zullen ze kwebbelen als de hulppredikanten binnenkomen en wat zal ik er genoeg van krijgen naar hen te luisteren! Maar ik geloof dat ik een zelfzuchtige dwaas ben: dit zijn zeer achtens waardige deftige mensen; ik moest er ongetwijfeld trots op zijn ze hier te zien; ik wil niet beweren dat ze slechter zijn dan ik bij lange na niet maar ze zijn anders." Zij ging naar binnen. In die dagen dronken de mensen in Yorkshire thee terwijl ze om de tafel heen zaten, dicht ertegen aan met hun knieën goed onder het mahonie hout. Het was noodzakelijk een menigte borden met brood en boter te hebben, van verschillende soorten en in grote hoeveelheden; men vond ook dat op het middenblad een gla zen kom met marmelade moest staan; onder de etenswaren verwacht te men een sortering van kaaskoek jes en gebak: als er ook een schotel was met dunne sneetjes roze ham, versierd met peterselie, zoveel te beter. Eliza, de keukenmeid van de pre dikant, verstond gelukkig haar vak als kokkin; zij was eerst een weinig uit haar humeur geweest toen de in vallers zo onverwacht en in zo groten getale verschenen, maar zij bleek haar opgewektheid terug te hebben gekregen toen zij aan de gang ging, want het duurde niet lang of de thee werd keurig opgediend, noch ham, noch gebak, noch marmelade ont braken bij de bestanddelen. De hulppredikanten die tot dit over vloedige maaal werden opgeroepen, kwamen verheugd binnen; maar toen zij de dames zagen, van wier aan wezigheid zij niet op de hoogte waren gesteld, bleven zij opeens in de ope ning van de deur staan. (Wordt vervolgd LONDEN. Een expert van So theby's in Londen waarschijnlijk het grootste veilingsbedrijf van kunst en kunstvoorwerpen ter wereld struikelde bij het verlaten van een Londense woning over een voorwerp op de grond. „Neem me a.u.b. niet kwalijk", ver ontschuldigde de huiseigenaar zich, „dat is die verwenste deurkeg weer. De heer A. J. B. Kiddel, de man van Sotheby's, bukte zich en bekeek het voorwerp, dat hem bijna op de vloer had doen belanden. „Wat is het?", vroeg hij. „Ik weet het niet precies", was het antwoord. „Gewoon een ding, dat we al jaren lang als deurwig gebruiken". „Deurkeg?", zei Kindel terwijl hij het voorwerp opraapte, ermee naar het raam liep en het in zijn handen ronddraaide. „Als ik me niet vergis is uw deurkeg een buffel van jade uit de Ming-periode". Een paar maanden later bracht de „deurkeg" op een veiling bij Sotheby's 6.000 pond sterling (ruim 60.000) op. EEN ANDERE keer ging Fred Rose van Sotheby's naar Berkeley Castle om het zilver in ogenschouw te nemen. Toen hij dit gedaan had, vroeg hij of er nog iets meer te zien was. „Alleen het eetservies", was het ant woord. „Is het de moeite waard?" vroeg Rose. „Niet bijzonder" werd hem geant woord, „het is op niet meer dan 3.000 pond getaxeerd." Toen het enkele dagen later door So theby's werd getaxeerd, werd het her kend als een Franse eetservies van vóór de revolutie, het enige ter wereld. Een verzamelaar, die ervan hoorde, bood de eigenaars 50.000 pond (500.000 gulden). De eigenaars waren zeer on der de indruk van dit bod en wilden verkopen, maar Sotheby's haalde hen over het bod af te wijzen en het ser vies bij hen in veiling te geven. Zij stemden toe en op 16 juni 1960 vond de veiling plaats. De Franse regering, die gaarne een dergelijk nationaal erfstuk terug wilde kopen, ging tot 206.000 pond sterling voor het servies, maar zij kreeg het niet. De scheepsmagnaat Stavros Niar- chos bood 1.000 pond meer en zag het zich voor 207.000 pond (2,07 miljoen gulden) toegewezen. Grootmoedig maakte Niarchos bekend, dat hij het aan Frankrijk zou nalaten. Intussen zal hij er vermoedelijk wel van eten. Deze twee gevallen de deurkeg en het servies „van weinig belang" ko men onder de noemer „deskundig ad vies", waarop Sotheby's in alle beschei denheid trots is. Sotheby en Co. want dat is de Hier gaat Frans Hals' „Onbekende ridder" een pendant van diens beter bekende „Lachende ridder" bij Sotheby's onder de hamer. Het doek bracht, in 1960, 1,82 miljoen gul den op; koper was de Nederlandse kunsthandelaar Leonard Koetser, die in Londen gevestigd is. r juiste naam kan tientallen gevallen opsommen waarin deskundigen van de firma van wie velen nog zeer jong zijn, eigenaars hebben ingelicht over de werkelijke waarde van kunstvoor werpen, die abusievelijk als van weinig belang werden beschouwd. De klanten van Sotheby's zijn beslist niet alleen edelen en rijken. Eens stap te 'n haveloze oude man met een in ge kreukeld pak bruin papier gewikkeld schilderij bij Sotheby's binnen. „Is dit een fiver (5 pond) waard?" vroeg hij. ©p dat ogenblik trad een der direc teuren het vertrek binnen. Hij wierp een snelle blik op het doek en zei: „Goede hemel, sir, u hebt daar een vroege Samuel Palmer." „Ik weet dat het een Samuel Palmer is", bromde de bejaarde bezoeker. „Hij heeft het zelf aan mijn grootmoeder gegeven. Maar wat ik wil weten is, of het een fiver waard is". Sotheby's heeft het doek voor de man geveild. Het bracht meer dan 56.000 gulden op. Schilderijen- en boekenveilingen naar men zegt een Nederlandse uitvin- Horizontaal: 1. af schuw hebben van, 6. jongensnaam, 13. Europese hoofdstad, 15. onzin, 16. muziek noot, 18. rivier in lyiesopotamië, 19. Turks bevelhebber, 20. slede, 21. aanw. vnw, 23. royaal, 24. radio omroepver. (afk.), 25. sportattri- buut, 26. insecten eter, 28. verbinding, 29. gevoel voor beta melijkheid, 30. uit- ruster van schepen, 32. houding, 33. vrouw met bescha ving (mv.), 34. voeg woord, 35. heden, 38. Sociaal Economische Raad (afk.), 40. voor, 41. vlaktemaat, 44. strafwerktuig, 46. kledingstuk (mv.), 49. pers. vnw., 50. zeer langzaam (muz.), 51. lokmiddel, 52. vrucht, 54. jongensnaam, 55. beet, 57. tijdrekening, 58. jongensnaam, 59. vervoermiddel, 60. doorgang, 62. landtong, 63. laatstleden (afk.), 64. meisjesnaam, 65. deel van het jaar, 67. deel van de bijbel (afk.), 68. rang telwoord, 70. beroep, 72. opdragen, 73. ge lukken. Verticaal: 1. gemeente in Gelderland, 2. bez. vnw., 3. samenstel van geldende rechtsvoorschriften, 4. uniek, 5. gesuikerde mumuiUL' üjuj lü^juitwijwiiuiuii^^i,^ 51. Joris merkte al gauw, dat hij door de rechercheur gevolgd werd. Hij verhoogde zijn snelheid, maar het mocht niet baten. Zijn achtervolger was dan ook nie mand minder dan Buldog Mulder en als die zich een maal in een spoor had vastgebeten, liet hij niet gauw los. Zelfs toen zijn prooi na het ronden van een hoek plots op onverklaarbare wijze was verdwenen, liet de bekwame politieman zich niet uit het veld slaan. „Hij kan onmogelijk ver weg zijn", bromde hij. „En als hij niet ver is, is hij dicht in de buurtNa deze scherpzinnige gevolgtrekking keek hij speurend rond. Aldus ontdekte hij, dat hij voor een kapperszaak stond. „Hm", bromde de speurder. „Hier zou de voortvluchtige zich wel eens kunnen verschuilen." Maar toen hij naar binnen keek, zag hij daar alleen een klant zitten, die pas was ingezeept. Hoorde u al van die juwelenroof?" vroeg de kapper, die graag een praatje maakte. „Vlak onder de ogen van een agent is een juwelierszaak ge plunderd. Een stug staaltje, hè? De boeven schijnen tegenwoordig voor niets meer bang te zijn!" warme wijn, 7. als 63 hor., 8. zoetwatervis, 9. bijgevolg (Lat.), 10. meisjesnaam, 11. voorzetsel, 12. soort koek, 14. meisjesnaam, 17. gewend, 20. bouwland, 22. gelofte, 24. eenheid van goudgehalte, 25. bij elkaar, 27. jongensnaam, 28. meisjesnaam, 29. bergplaats, 31. vlug, 32. teken in de heral diek, 36. Nederlandse Radio Unie (afk.), 37. meisjesnaam (afk.), 39. vrachtloon voor brieven etc., 42. tijdrekening, 43. bezwaren, 44. houten klepper, 45. ik (Lat.), 47. levens vocht, 48. plaats in België, 49. een schip vastleggen, 50. leuk, 53. schrijfwerktuig, 55. bijna, 56. plaats in Limburg, 59. vrucht, 60. kostuum, 61. vlug, 64. meisjesnaam, 66. spoedig, 68. oude maat, 69. voorzetsel, 71. gewicht (afk.). Oplossingen, uitsluitend per briefkaart, dienen voor woensdag a.s. in ons bezit te zijn. OPLOSSING PUZZEL NO. 54 Horizontaal: 1. maan, 4. olm, 6. eend, 9. kers, 11. iets, 13. si, 15 .do, 17. l.s., 18. er, 19. ten, 21. brink, 24. bes, 25. tot, 27. ale, 28. kam, 29. os, 30. sinopel, 33. sa, 35. kan, 36. dis, 37. af, 39. Angeren, 42. om, 43. Ier, 45. Ate, 46. kip, 48. eng, 49. kleed, 51. kei, 53. et, 54. l.o., 55. op, 57. n.m., 58. Lima, 60. Agen, 62. slap, 63. dal, 64. tree. Verticaal: 1. most, 2. A.K., 3. Ned., 4. os, 5. mi, 6. ets, 7. es, 8. dors, 10. rob, 12. elk, 14. iets, 16. silometer, 18. Eems, 20. no, 22. Ran, 23. nep, 24. ba, 26. tsaar, 28. klink, 29. oma, 31. Inn, 32. Ede, 34. alm, 38. fint, 40. gal, 41. ree, 42. open, 44. eg, 47. ik, 48. eens, 49. kom, 50. dog, 52. imme, 54. lip, 56. pet, 58. la, 59. A.D., 60. al, 61 nr. PRIJSWINNAARS PUZZEL NO. 54 7,50: A. Bruins, Duinlaan 23, Benne- broek. ƒ5,—: G. C. Visser, Adr. de Jongestraat 15, Haarlem. 2,50: S. Stekelenburg, Zeeweg 184, IJ- muiden. ding deden in 1676 hun intrede in Engeland. De eerste van deze „auc tions" waren boekenveilingen. Zij wer den gehouden door handelaars, die ge leidelijk hadden ontdekt, dat men van het Europese vasteland geïmporteerde zendingen vlugger en ook voordeliger kon kwijtraken door openbare verkoop bij opbod dan via de normale kleinhan del. PAS IN 1744 echter begon ene Sa muel Baker een geregeld veilingbedrijf in kunstvoorwerpen en boeken. Zijn om zet in het eerste jaar bedroeg slechts een schamele 826 pond. Maar Baker zette door en in 1767 nam hij een com pagnon, George Leigh genaamd. Na de dood van Baker trad diens neef, John Sotheby, tot de firma toe. Deze John was de eerste van 3 generaties van Sotheby's, die de onderneming bijna een eeuw hebben gedreven en de firma de faam hebben bezorgd, die in de wereld van de schone kunst een inter nationale talisman is geworden. De laatste van de Sotheby's overleed in 1861, maar zijn opvolgers hebben de firmanaam gehandhaafd. Van die bescheiden 826 pond in 1744 is de omzet van Sotheby's ondanks oor logen, branden en andere rampspoeden steeds gestegen. In het seizoen 1963-'64 bereikte het een recordcijfer van 12 miljoen pond 120 miljoen). Maar on danks de astronomische prijzen, die sommige van de in het seizoen 1962-'63 geveilde kunstwerken hebben opge bracht, zijn er ruim 13.000 voorwerpen verkocht voor 100 pond of minder per „nummer". Sotheby's geeft zich veel moeite om te doen uitkomen, dat zelfs de kleine verzamelaar op de veilingen iets van zijn gading kan verwerven. De stuwende kracht achter deze verbazing wekkende onderneming, die haar mede dingers in alle delen der wereld ver achter zich heeft gelaten, is de presi dent-directeur Peter Wilson, die samen met negen andere directeuren het be drijf bezit en beheert WILSON, die 51 jaar is, moet wel de kampioen-afslager van de wereld zijn. Hij is een prima veilingmeester en be zit „de snelste hamer van het westen." Als men hem op een veiling in actie ziet, herkent men de echte routinier. Onberispelijk gekleed, lijkt hij met zijn lange gestalte, zijn spitse neus, zijn hoog voorhoofd en zijn bril op een edel man, op de hertog van Bedford met na me, zegt men. „Je moet je publiek be spelen, maar onopvallend," legt hij uit. „Je moet ernstig zijn, geen grappen maken en in het voorwerp, dat je ver koopt geloven. Je moet niet schreeuwen noch teveel risico nemen." Zijn optreden als veilingmeester ge tuigt van veel psychologisch inzicht. Hij veilt de dure objecten op een rustige, ietwat nonchalante manier, bijna alsof het zeer alledaagse dingen zijn. Welke enorme sommen er vaak ook worden geboden, Wilson toont nooit de minste opwinding. HET VEILINGGEBOUW van Sothe by's is een uitermate sobere bedoening. Van buiten is het grauw en onopvallend, precies zoals de firma het wenst. Van binnen bestaat het uit een aantal onre gelmatige zalen en ruimten van een hoogst respectabele kaalheid. Het is ge legen in New Bondstreet op de num mers 35 en 36. Vroeger was er een wijnhandel gevestigd. Sotheby's heeft haar reputatie gevestigd op een onbe zoedelde blazoen van betrouwbaarheid en kennis. „Voorzover wij weten," zei een woordvoerder, „hebben wij slechts een maal een vervalsing gekocht. En dia is natuurlijk nooit geveild, stel je voor!" „HET UITBRENGEN van psycholo gische rapporten over sollicitanten aan de bedrijven is voor velen een heet hangijzer. Regelmatig duiken er pro testen op tegen wat men noemt het „uit leveren" van de intimiteit van een weer loze sollicitant aan het bedrijf. Terwijl de waarde van psychologische selectie in steeds breder kring wordt erkend, is de rapportering daaromtrent nog een om streden zaak". Drs. P. J. van Strien, wetenschappelijk ambtenaar eerste klasse voor de psycho logie aan de rijksuniversiteit te Groningen, constateert dit in een proefschrift over het probleem van de bedrijfspsychologische rapportering, waarop hij onlangs te Gro ningen promoveerde tot doctor in de sociale wetenschappen. HET PROEFSCHRIFT BEGINT met een overzicht over de gang van zaken bij de selectie en rapportering. De huidige vorm van rapporteren blijkt rond 1930 te zijn ontstaan tezamen met de nieuwe „per soonlijkheidstest" die in die tijd werden ontworpen. Er is een periode geweest waarin het rapport vrij diep op de per soonlijkheid van de onderzochte inging, maar de laatste tijd groeit er, blijkens een enquête door de auteur, een steeds zakelijker verstandhouding tussen psycho logen en bedrijf, waarbij men niet verder gaat dan nodig is voor de beoordeling van de te verwachten werkprestaties. Van een doorgeven van persoonlijke intimi teiten blijkt zelden sprake te zijn. „TOCH IS DE HUIDIGE rapportering nog verre van ideaal. Men blijkt het in vakkringen nog niet eens te zijn over de onderzoekmethoden, de indeling van het rapport, het taalgebruik en de vraag hoe ver men tegenover de onderzochte mag gaan. Maar ook al zou de psycholoog er in slagen een rapport te schrijven dat vanuit zijn standpunt volmaakt is, dan blijft er nog de vraag of de lezer er dat gene uithaalt wat de psycholoog bedoelt Er is nog weinig onderzoek gedaan naar het terrein van de communicatie bij d« rapportering", aldus het proefschrift. WELKE BIJDRAGE levert het rapport tot het uiteindelijke oordeel van een per soneelschef respectievelijk bedrijfsdirec teur, en tot de beslissing die hij neemtT Drs. Van Strien heeft een landelijk ex periment opgezet om dit probleem te onderzoeken. Het blijkt dat het beeld van de kandi daat dat zich uiteindelijk vormt bij de op drachtgever sterker wordt bepaald door de eigen indruk die men tijdens het sol licitatiegesprek heeft gekregen dan door het rapport van de psycholoog. De be slissing die men neemt komt echter meestal wel overeen met het advies van de psy choloog. Dit laatste zou er op kunnen wijzen dat men nog te veel „blind vaart" op het oordeel van de deskundige en het gebodene te weinig critisch verwerkt. „HET IS DE TAAK van de psycholoog naar een zodanige communicatie te stre ven dat het specifieke van iedere solli citant duidelijk naar voren komt", alduj wordt in het proefschrift gesteld. Er zou reeds veel zijn gewonnen wanneer er meer intensief onderling contact was waarin men samen afweegt in hoeverre de kan didaat aan de te stellen eisen voldoet. Verder zal de psycholoog er zich nog meer op toe moeten leggen, uitspraken te doen over het bij het vervullen van de toe komstige taak te verwachten gedrag. Be halve een betere kennis van de sollicitant is hiervoor een betere kennis van de functie en de sfeer op het werk nodig. Dit alles is slechts te verwezenlijken wanneer behalve de psycholoog ook het bedrijfsleven en het publiek het belang van een betere communicatie inzien en zich bereid tonen met nieuwe vormen te experimenteren, aldus drs. Van Strien.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 17