r
VAN DAG TOT DAG
7
ja graag!
Toch
vuurwerk
J
Wereldnieuws
IJK
Dreigement
Proces over damramp van Fr ejus is begonnen
c=^raatótoel
0p de
rozebotteljam
is zo
'gezond
DONDERDAG 2 2 O.KTOBER 1964
3
-
sr-*
Juist als man
kun je dat zo
waarderen
Een lekkere
Amerikaanse sigaret
van Zwaardemaker
NEEMT VAKER
ZWAARDEMAKER
Gisteren is in Den Haag de Commissie
Drinkwatervoorziening in de Randstad
Holland geïnstalleerd. De instalaltie werd
verricht door de Staatssecretaris van So
ciale Zaken en Volksgezondheid, dr. A. J.
H. Bartels. Voorzitter van de commissie
is prof. dr. P. Muntendam, reeds jaren
een vooraanstaand deskundige op het ge
bied van de volksgezondheid.
Uit de installatierede van de staatsse
cretaris en van prof. Muntendam is giste
ren pijnlijk duidelijk geworden dat het
drinkwaterprobleem in Nederland en met
name in de randstad Holland schrikbaren
de vormen aanneemt. Wanneer men be
denkt dat in het jaar 2000 voor de bevol
king en voor industriële doeleinden onge
veer vier miljard kubieke meter drinkwa
ter per jaar nodig zal zijn en slechts an
derhalf miljard kubieke meter daarvoor
uit onze bodem gehaald kan worden, dan
dient zich direct het eerste probleem aan:
Hoe moet de resterende 2Vt miljard ku
bieke meter rivierwater ons oppervlak
tewater biedt dan de enige uitweg tot
bruikbaar drinkwater worden gemaakt?
Het ministerie van Sociale Zaken en
Volksgezondheid wil een basisplan opstel
len voor de drinkwatervoorziening. Behal
ve door het Rijksinstituut voor de Drink
watervoorziening zal hieraan in de toe'
komst nu ook worden gewerkt door de
Commissie voor de Randstad, die gisteren
werd geïnstalleerd. Op onze vraag aan de
directeur van het Rijksinstituut Ir. C.
van Rooyen, waarom in de nieuwe com
missie slechts vertegenwoordigers van
Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Dor
drecht en slechts een tweetal provinciale
vertegenwoordigers van Noord- en Zuid
Holland zijn opgenomen, en geen water
leidingdeskundigen uit het noordelijk deel
van de randstad, met name Haarlem,
Velsen of Alkmaar, kregen wij ten ant
woord dat de geïnstalleerde commissie
geenszins representatief geacht moet wor
den voor het gebied waarvan zij de be
langen behartigt. Het zijn volgens de
directeur deskundigen uit gemeenten
waar men het ergst met drinkwaterpro
blemen te maken heeft.
In dat geval zouden wij willen wijzen
op het gevaar dat de commissie een wat
eenzijdige druk bij de opstelling van het
basisplan zou kunnen uitoefenen en dat bij
het opstellen van zo'n belangrijk plan het
aantal deskundigen uit het gehele gebied
toch nooit groot genoeg kan zijn.
Op de vraag of de mogelijkheden zullen
worden overwogen om IJsselmeerwater in
de Veluwe te infiltreren en vandaar het
gezuiverde water naar de Randstad te
transporteren antwoordde ir. Van Rooyen
dat het in dit stadium vrij inopportuun
was in details te treden, maar dat de
mogelijkheden allicht zullen worden over
wogen.
In dat geval zouden wij aandacht willen
vragen voor het feit dat de provincie
Noord-Holland bij Andijk reeds een zuive
ringsinstallatie bouwt om in de drinkwa
terbehoefte van Noord-Holland te voorzien
door IJsselmeerwater te gebruiken.
Het spreekt vanzelf dat in dat geval een
nauw contact van het Rijksinstituut en de
nieuwe commissie met het provinciaal wa
terleidingbedrijf Noord-Holland om een
goede coördinatie tot stand te brengen bo
ven alles aan te bevelen zou zijn.
Nu het IJsselmeer nog wel niet met zo
veel woorden, maar toch reeds wel duide
lijk als het belangrijkste reservoir voor
ons toekomstige drinkwater wordt aange
merkt, willen wij nogmaals het belang van
het zoveel mogelijk schoonhouden van dit
zoetwaterbekken onderstrepen.
Zoals bekend hebben Gedeputeerde Sta
ten van Noord-Holland destijds met klem
geprotesteerd tegen exploitatieboringen
naar aardolie in het IJsselmeer, omdat de
boorspoeling het water ernstig zou kunnen
verontreinigen.
Wanneer men nu reeds de term „cata
strofaal" meent te kunnen gebruiken, be
hoeft het geen betoog met welke super
latieven de gevolgen van verontreiniging
van het IJsselmeer in de nabije toekomst
aangeduid moeten worden.
In 1970 zal, althans volgens minister Bo
gaers, de woningnood in Nederland verle
den tijd zijn. Wie op 1 januari 1971 de
minister ter verantwoording wil roepen, in
dien op dat ogenblik nog steeds Nederlan
ders zonder behoorlijke huisvesting staan,
zal wellicht merken dat minister Bogaers
dan geen minister meer is.
Of en die overweging is veel aan
trekkelijker op 1 januari 1971 zal blij
ken dat deze bewindsman eindelijk de juis
te en werkzame methode heeft toegepast
en ons land heeft verlost van een bijna
ondragelijke .plaag. Die kans zit erin, want
de cijfers van de minister zijn aan de
werkelijke toestand en aan de berekenba
re mogelijkheden ontleend. De voorbehou
den die hij maakt zijn allerminst onver
vulbaar. Tot matiging van het gewekte op
timisme diene echter, dat het huidige ka
binet zich nu en dan, gezamenlijk of per
minister, waagt aan voorspellingen die
niet blijken uit te komen. En dat we dus
de profeet Bogaers enigszins wantrouwig
aanhoren, kan ons moeilijk kwalijk wor
den genomen. Niet woorden, maar wonin
gen kunnen overtuigen.
President De Gaulle heeft het hoge
woord gesproken. De integratie van de
landbouw van de EEG-landen moet dit
jaar werkelijkheid worden anders zal
Frankrijk de Gemeenschap verlaten. Een
dreigement dat aan beknopte duidelijkheid
niets te wensen overlaat. Ook een merk
waardig dreigement, omdat de landbouw-
integratie pas in 1970 haar beslag dient
te krijgen.
De Gaulle is er kennelijk op uit de land-
bouw-integratie van de EEG-landen te for
ceren. Zijn opmerking is vooral gericht tot
West-Duitsland dat inderdaad nimmer se
rieus heeft gepoogd haar mogelijk te ma
ken. De Westduitse graanprijschicanes
zijn berucht. Voortdurend is de regering
in Bonn gezwicht voor de kennelijk zeer
invloedrijke agrarische belangen in het
eigen land. Die vrezen kennelijk bij de in
tegratie van de landbouw van de Zes vele
veren te moeten laten.
De Gaulle's politieke actie komt op een
voor Erhard bijzonder ongelukkig mo
ment. De positie van de bondskanselier
scheen juist de laatste weken iets steviger
te zijn geworden. De felle oppositie tegen
hem in zijn eigen partij leek bereid zich
wat te matigen, hangende de komst van
Kroesjtsjev naar Bonn. Nu het problema
tisch is geworden of er binnenkort nog wel
een Russisch-Westduits gesprek zal plaats
hebben, kan men van Adenauer-Strauss
.s. nieuwe agitatie tegen Erhard ver
wachten. Het ultimatum van De Gaulle
zal tot de herleving van die oppositie on
getwijfeld het nodige bijdragen.
Het is wel zeker dat de E.E.G. de ko
mende weken het middelpunt zal zijn van
zeer druk politiek overleg. Het dreigement
van De Gaulle is wellicht in de eerste
plaats een politieke actie. Het is de vraag
of zijn „partners" ervoor door de knieën
gaan. Zij hebben niet zo heel veel reden
te zwichten voor de dreiging van De Gaulle
die alles weg heeft van een bijzonder on
prettige vorm van politieke druk die de
kenmerken van chantage vertoont.
Er zou wel eens een van de partners
van Frankrijk tot de gedachte kunnen ko
men dat een uittreden van Frankrijk de
weg vrij maakt om het overleg tot de toe
treding van Groot-Brittannië te hervatten.
Die toetreding heeft De Gaulle destijds ge
torpedeerd. Het zou weinig minder dan een
stukje historische ironie zijn, indien hij nu
de stoot zou geven datzelfde door hem
gehate Groot-Brittannië Europa binnen te
loodsen door zijn eigen land buiten spel
te zetten. Maar een E.E.G. zonder Frank
rijk zou al even onwerkzaam zijn als
zonder Engeland.
Advertentie
iüiihiüipi
PARIJS (AFP) De rechtbank van Dra-
guignan in Zuid-Frankrijk is woensdag be
gonnen met de behandeling van de ramp
van Frejus: het instorten, in de nacht van
2 op 3 december 1959, van de stuwdam
van Malpasset, waarbij 421 mensen om
het leven kwamen.
Als enige beklaagde in deze zaak staat
terecht de hoofdingenieur van openbare
werken Jacques Darjeou, die wordt be
schouwd als de man die de leiding had
bij de bouw van de dam. Hem wordt dood'
door onvoorzichtigheid ten laste gelegd.
Hij loopt kans op een gevangenisstraf die
kan variëren van drie maanden tot twee
jaar, indien hij schuldig wordt bevonden.
Darjeou echter ontkent de leiding van
de bouw te hebben gehad. Hij zou slechts
belast zijn geweest met de controle op de
besteding van de subsidies die het Franse
ministerie van Landbouw voor de bouw
van de stuwdam had gegeven. De straf
zaak zal voornamelijk een strijd tussen
deskundigen worden.
De 61 meter hoge stuwdam, met een in
houd van vijftig miljoen kubieke meter
water, werd tussen 1952 en 1954 gebouwd
naar een ontwerp van een internationaal
bekende specialist op dit gebied, de inmid
dels overleden André Coyne.
Onderzoekingen door deskundigen heb
ben geen enkele fout bij de bouw zelf aan
het licht gebracht. Een officiële commis
sie van onderzoek kwam reeds in 1960 tot
de conclusie, dat geen enkele menselijke
fout was begaan.
Een door de rechter van instructie aan
gewezen groep deskundigen kwam evenwel
tot een andere slotsom en concludeerde
dat het bodemonderzoek onvoldoende was
geweest. Geologen zouden bepaalde plek
ken, waar de dam moest komen, hebben
afgekeurd.
Zes andere deskundigen, optredend voor
Darjeou, stelden in 1962 een nieuw rap
port op en gaven als hun mening te ken
nen dat als gevolg van bij de bouw nog
onbekende factoren, het rotsgesteente
waarop de dam werd gebouwd, aan een
aanzienlijke ondergrondse druk heeft
blootgestaan.
De uitspraak in deze zaak is ook van
belang voor de meer dan 2.500 gezinnen
die onder de ramp te lijden hebben gehad
or- mf
Meer dan ooit raak ik ervan
overtuigd dat de geschiedenis
zich herhaalt. Dat slaat niet
op de verdwijning van de heer
Kroesjtsjev, want die voltrok
zich volkomen normaal in het
kader van de boogvormige
procedure, waaraan iedere
carrière onderworpen is: op
komst, hoogtepunt en neer
gang. In zekere zin maakt
ieder mens deze reis, in vol
komen parallel met zijn
levensboog.
De merkwaardige herhaling
der geschiedenis demonstreert
zich veeleer in de ophefmaken
de atoombomexplosie van de
Chinezen. Het moet immers
als bekend worden veronder
steld, dat de Chinezen in de
zeer grijze oudheid het bus
kruit hebben uitgevonden,
maar dat zij eeuwenlang niet
tot de toepasssing ervan in
hun strijdmiddelen kwamen.
Toen Marco Polo destijds in
China arriveerde, werd hij als
hoge gast onthaald op een gi
gantisch vuurwerk, waaraan
hij zijn ogen uitkeek. De Chi
nezen hadden hun vondst
slechts toegepast om hun fees
ten een wat vrolijker en ru
moeriger effect te geven en
niet om er elkander of an
deren mee te lijf te gaan.
Elders op de wereld echter
werd het buskruit als dode
lijke kracht achter loden ko
gels gebruikt en daarmee be
gon een duidelijk misbruik
zijn loopbaan, die tot op de
dag van vandaag bij inter
nationale, nationale en plaatse
lijke verschillen van mening
een zwaarwichtig argument
levert. Het argument van: ge
lijk heb je, maar ik heb een
geweer.
In meer dan één opzicht is
hierin een geschiedenisles be
sloten. Niet alleen moet men
eruit concluderen dat een we
reld zonder atoomkracht en
dus zonder atoomwapens
een onvruchtbare utopie is,
maar ook, dat in een wereld
mét atoomkracht het misbruik
ervan wel te beteugelen en te
regelen zal zijn, maar niet in
alle gevallen te voorkomen.
En daar zitten we dan.
Die Chinese atoombom was
een aardige aanleiding om eens
een weekeinde naar Peking te
gaan en tijdens een kwasi-
toevallige ontmoeting met Mao
Tse Toeng eens over dat geval
te keuvelen.
Zoals dat bij de Chinezen de
gewoonte is, praatten we een
uur lang over koetjes en kalf
jes. De Chinese koetjes zijn
bijzonder schaars en mager,
om van de kalfjes maar niet
te spreken, zodat er zeker niet
méér dan dat ene uurtje ge
sprekstof inzat. Er viel een
pijnlijke stilte, en toen zei
Mao:
„Je hebt 't zeker wel ge
hoord".
De beleefdheid in China eist
in zo'n geval, dat men zich
volkomen op de vlakte houdt.
„Weer last met Tsjang?",
vroeg ik onschuldig.
„Tsjang is een idioot. Hij zit
op Formosa al sinds 1949 sol
daten te oefenen voor een in
vasie, maar ze zijn intussen
bijna allemaal aan hun pen
sioengerechtigde leeftijd toe.
Nee, ik bedoel niet Tsjang. Ik
bedoel de klap".
„Ik heb geen klap gehoord".
„De klap van de bom".
„De bom?"
„De klap van de ehon
gewone bom".
„De ongewone bom?"
„De A, zogezegd".
„De A, dus".
„De Atozei hij met een
olijke twinkeling in zijn oog-
jgg,
„De atoovroeg ik
verbaasd.
„Deatoombom!" barstte
hij los, blijkbaar toch enigs
zins geïrriteerd door de conse
quenties van de Chinese eti
quette. „Je moet het gehoord
hebben, het heeft in alle kran
ten gestaan".
„Ik hoor nooit kranten", zei
ik naar waarheid.
Hij zuchtte.
„We zijn nu bij de club",
merkte hij genoeglijk op.
„De club?"
„De ato.... Nee, laten we
nou een beetje Westers praten.
We zijn in de atoomclub, we
zijn grote mogendheid. We
kunnen nu óók dreigen".
„Dat is fijn", zei ik enthou
siast. „Leuk dat jullie dat nou
ook kunnen. En ga je dat doen
ook?"
„Nee. Wij gaan het fatsoen
lijk aanpakken. Ik weet dat er
nare praatjes over ons de we
reld in zijn geblazen. Ik wil
geen namen noemen, maar een
zeker dik plomp iemand er
gens in een land in de buurt
van Polen en Finland heeft de
laatste jaren zijn best gedaan
om ons zwart te maken".
„Verwoerd", zei ik.
„Slecht grapje", merkte hij
geërgerd op. „Zwartmaken is
figuurlijk bedoeld. Wij zijn
geel en blijven geel en daar
zijn we trots op. Maar dat
dikke, plompe iemand heeft
beweerd dat wij een atoom
oorlog willen".
„En dat is niet zo", ver
onderstelde ik.
„Natuurlijk niet. Een atoom
bom dient niet om oorlog te
voeren. Een atoombom dient
om de vrede te verzekeren.
Vraag het Johnson in Ameri
ka, De Gaulle in Frankrijk,
vraag het dat dikke plompe
iemand in de buurt van Polen
en Finland ze zullen alle
maal zeggen dat hun atoom
bommen dienen om de vrede
te beveiligen. Alleen ónze
atoombom dient om ermee te
gooien. Dat beweert tenminste
dat dikke
„Plompe iemand. Dat plompe
iemand beweert trouwens se
dert vorige week helemaal
niets meer".
„Dus je weet wie ik bedoel.
Nou ja, hij was voor ons al
lang lucht. Bedorven lucht. Hij
heeft de goede zaak verraden".
„Vertel me eens wat over de
goede zaak", smeekte ik.
„Moet je luisteren. De goede
zaak, dat is de comm.Hij
zweeg verlegen. „Dat is de
complete wereld in vrede en
vriendschap", vulde hij haas
tig aan. „Wij Chinezen hebben
nooit iemand kwaad gedaan.
Wij
„Vorige weeK heb ik een
verdraaid pezige portie saté
gegeten", zei ik boos. „Je moet
niet alles goedpraten".
„Formosa-satédaar heb je
het weer. Saté van de pen
sioengerechtigde leeftijd", zei
hij droefgeestig. „Dat zal je in
Peking niet overkomen".
Ik dacht aan de koetjes en
kalfjes en er aldus het mijne
van. Maar de tijd verstreek en
ik wilde toch nog wat meer
over die atoomplannen weten.
„Wat ga je nu doen?", vroeg
ik.
„We gaan proberen onze
collega-atoommogendheden te
bewegen, een conferentie te
beleggen tot afschaffing van
de atoombom. Voorlopig doen
ze natuurlijk net alsof wij niet
meetellen. Mettertijd zullen ze
wel bijdraaien. Ze begrijpen
heel goed dat het nu uit moet
zijn met dat hooghartig ge
daas, en dat ze te maken krij
gen met een volk dat de ernst
van zijn opdracht in de we
reld beseft". Hij werd iets
groter.
„Dat is jammer", zei ik.
Hij zette, binnen Chinese
mogelijkheden heel grote, ogen
op.
„Ik had gehoopt dat het an
ders was", legde ik haastig
uit. „Ik dacht aan Marco
Polo
„Een fascist", zei Mao met
opgetrokken neus.
„Dat weet ik niet, maar ik
heb eens gelezen dat hij voor
het eerst kennis maakte met
het buskruit toen hij in China
kwam. Maar jullie hadden er
alleen maar vuurwerk van ge
maakt. Onschuldig, kinderlijk
vermaak. Ik had gehoopt dat
jullie ook nu weer met die
atoom
„Wel alle", zei hij vertoornd.
„Vuurwerk! In een wereld als
die van vandaag, waarin de
volken tot de tanden gewapend
tegenover elkaar staan, met de
hand aan het lont, met atoom
bommen in de ransel, klaar om
elkander te vernietigen en
wij een beetje met vuurwerk
rondhuppelen! Nee, meneer, de
tijden van Polo zijn voorbij.
De tijden van de kinderlijke,
vrolijke Chineesjes met hun
hoge stemmetjes en naïef ge
babbel zijn voorgoed achter de
rug". Hij klapte in de handen,
„Ik zal u laten horen hoe ern
stig de zaak is. Stuur de mi
nister van Defensie bij me",
zei hij in het Chinees tot de
zwaarbewapende patrouille,
die binnen kwam stormen. De
patrouille stormde naar bui
ten. De minister kwam.
„En vertel jij nou meneer
eens mooi hoe dat allemaal ge
gaan is met die atoombom",
zei Mao vriendelijk. Het ventje
draaide even op zijn hieltjes,
stak zijn wijsvingertje in het
mondje en raffelde toen zijn
verhaaltje af.
„Enne toene.Het kwam
erop neer dat ze verschrikke
lijk veel moeite hadden gedaan
om aan splijtbaar materiaal te
komen en om laboratoria te
bouwen en geleerden in die
laboratoria te krijgen die be
grepen wat hun te doen stond.
Jarenlang hadden ze geploe
terd en geschraapt. En ein
delijk
„Juist", zei Mao. „Eindelijk
was het zover. Het Chinese
volk is trots op u, minister".
„Ja, het was een buitenge
woon mooie klap", zei de mi
nister dromerig. „En een rook!
En een vuur! Ik heb er foto's
van".
Mao wees naar de deur. „Al
goed", zei hij. „Meneer weet
nu dat het oude China een
gloednieuw China is ge
worden".
De minister retireerde aar
zelend. „Ik ben een beetje aan
het denken gegaan", zei hij
weifelend.
„Dat is héél vreemd", ver
klaarde Mao gestreng.
„Er zijn vele dingen
vreemd", zei de minister pein
zend. „Vooral atoombommen
zijn vreemd. Als men ze heeft,
en niemand weet het, heeft
men er niets aan. Als men ze
laat ontploffen, zodat iedereen
weet dat men ze heeft, heeft
men ze niet meer. Het is eigen
lijk net.
„Wat net?", informeerde Mao
dreigend.
„Net vuurwerk", zei de mi
nister. „Men heeft er alleen
plezier van als men het aan
steekt. En ik moet eerlijk toe
geven dat het een prachtige
kla
Mao ontvlamde als droog
kruit en zijn stormachtige pa
trouille bracht mij in minder
dan geen tijd via Tibet in de
richting Zevenaar.
Ik herinner mij nog in een
flits de blauwe lucht boven
Peking en kleine Chineesjes
in de autoloze straten, spelend
met poppen die op Mao leken.
Zij giechelden en kirden vro
lijk en dartelden langs de
grauwe gevels als speelse
vonkjes vuurwerk langs een
donkere stellage.
Blijde gebeurtenis
Die avond dat ons derde kind aanstalten
maakte luidkeels zijn plaats op dit onder
maanse op te eisen hadden de jongens me
tenminste om de tien minuten gevraagd
hen meteen te waarschuwen wanneer de
gezinsvermeerdering een feit zou zijn.
„Ze zijn net zo benieuwd als wij," merk
te mijn vrouw op tussen twee weetjes door.
Leuk. dat ze zo belangstellend zijn," vond
de dokter, terwijl hij met routinehandelin
gen alles voor de blijde gebeurtenis in ge
reedheid bracht. „Ja," zei mijn vrouw
vertederd, „dat zijn ze zeker. Ze vinden
het geweldig dat ze er een zusje of broer
tje bij krijgen. Ze zijn er zó vol van",
Toen ik uit de kraamkamer kwam stond
mijn toen nog jongste van tien een beetje
in de gang rond te scharrelen. Hij keek
me eens onderzoekend aan alsof hij van
mijn gezicht wilde lezen hoe de zaken
daarbinnen er voor stonden. Mijn nee
schudden stelde hem zichtbaar teleur.
„Maar als 't er is kom je 't ons direct
zeggen, hoor. Ik wil wel eens zien hoe zo'n
pasgeboren baby eruit ziet!" En met een
jongens-onder-mekaar knipoog: „Tuurlijk
wordt 't weer een knul, hè?"
Terug in de slaapkamer zag ik en
die wetenschap heb je als je al driemaal
bij de bakermat van je kind hebt ge
staan dat de nieuwsgierigheid van zoon
lief niet zo lang meer op de proef gesteld
hoefde te worden. De gezichten van dokter
en kraamverzorgster stonden gespannen
als van een atleet die op het punt staat
een topprestatie te leveren. Niet lang daar
na of duurde het nog een uur? vul
den de eerste levenskreten van onze derde
zoon de kamer.
Nadat rust en orde in de kamer waren
weergekeerd en de zuster klaar stond, het
tegensputterende mensje in de wieg te
verstoppen wees mijn vrouw met haar
wijsvinger naar de vloer: „Roep je de jon
gens nu even?" De trap aflopend, stelde
ik me hun gezichten voor bij het verne
men van het grote nieuws. Ik zou ze ver
manen rustig naar boven te gaan en voor
al geen drukte bij hun slapende broertje
te maken. Acht, dacht ik, ze zullen wel
opgewonden zijn.
„Nou jongens" zei ik, de huiskamer bin
nenkomend en proberend in mijn stem
iets van de spanning te leggen die ik zo
juist had doorgemaakt. „Komen jullie
maar. Jullie hebben er een lief broertje
bij gekregen. Doe je het wel rustig aan?"
De jongens haakten hun ogen onwillig
los van het televisietoestel waarop Laurel
en Hardy weer eens in de knoei waren ge
raakt. Afwezig keken ze me even aan om
dan meteen weer strak naar voor zich uit
te staren. „Ja, ja we komen zo! Eerst
even de Comedy Capers afkijken.
Ik deed zacht de deur dicht.
G. van Berkel
Advertentie
■0ZE6
Z W A A
'NETTft-AjÖÏSÉS^
Spionnenschool. Het ochtendblad „Daily
Bulletin" in Manilla schrijft dat door de
zuidelijke Philippijnen en vooral op het
grootste eiland, Mindanao, meer dan
honderd Indonesische communistische
agenten zwerven. De inlichtingendienst
van het leger heeft ontdekt dat deze
agenten zijn opgeleid in een „spionnen-
school" op een eilandengroep die aan
Indonesisch gebied grenst.
Openen. De Britse premier Harold Wil
son heeft zijn minister van Handel, Dou
glas Jay, aangewezen om op 2 novem
ber naar Peking te vliegen. Hij zal daar
een grote Britse handelstentoonstelling
openen.
Afgelast. Een stiptheidsactie van 400 be
stuurders van de treinen naar de druk
ke Londense stations Charing Cross en
Cannon Street, is afgelast op advies
van de leider van hun vakbond.
Pakjes. Op de kantoren van het Ameri
kaanse communistische dagblad „Daily
Worker" in New York en Chicago zijn
pakjes afgeleverd, die een springlading
bleken te bevatten. De politie maakte
de gevaarlijke zendingen onschadelijk.
Ei. De 20-jarige studente Ann Ellen Chris-
tensen heeft bekend dat zij senator Bar
ry Goldwater tijdens zijn bezoek aan
Sioux City met een ei heeft bekogeld.
Met rode ogen van het huilen verscheen
zij voor de rechter. Aan Goldwater heeft
zij schriftelijk verontschuldigingen aan
geboden: „Het was een zuiver impul
sieve daad, hoegenaamd niet bedoeld als
een uiting van afkeuring jegens u per
soonlijk", zo schreef zij.
Kikvorsman-smokkelaar. Een groep kik
vorsmannen, die vermoedelijk via het
meer van Lugano miljoenen sigaretten
van Zwitserland naar Italië heeft ge
smokkeld, is door de douane te Bri-
simpiano ontdekt. De combinatie kik
vorsman-smokkelaar is tot dusver de ge
niaalste vondst om munt te slaan uit de
winstgevende sigaretten-smokkel van
Zwitserland naar Italië.