r VAN DAG TOT DAG 7 ja graag! Toch vuurwerk J Wereldnieuws IJK Dreigement Proces over damramp van Fr ejus is begonnen c=^raatótoel 0p de rozebotteljam is zo 'gezond DONDERDAG 2 2 O.KTOBER 1964 3 - sr-* Juist als man kun je dat zo waarderen Een lekkere Amerikaanse sigaret van Zwaardemaker NEEMT VAKER ZWAARDEMAKER Gisteren is in Den Haag de Commissie Drinkwatervoorziening in de Randstad Holland geïnstalleerd. De instalaltie werd verricht door de Staatssecretaris van So ciale Zaken en Volksgezondheid, dr. A. J. H. Bartels. Voorzitter van de commissie is prof. dr. P. Muntendam, reeds jaren een vooraanstaand deskundige op het ge bied van de volksgezondheid. Uit de installatierede van de staatsse cretaris en van prof. Muntendam is giste ren pijnlijk duidelijk geworden dat het drinkwaterprobleem in Nederland en met name in de randstad Holland schrikbaren de vormen aanneemt. Wanneer men be denkt dat in het jaar 2000 voor de bevol king en voor industriële doeleinden onge veer vier miljard kubieke meter drinkwa ter per jaar nodig zal zijn en slechts an derhalf miljard kubieke meter daarvoor uit onze bodem gehaald kan worden, dan dient zich direct het eerste probleem aan: Hoe moet de resterende 2Vt miljard ku bieke meter rivierwater ons oppervlak tewater biedt dan de enige uitweg tot bruikbaar drinkwater worden gemaakt? Het ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid wil een basisplan opstel len voor de drinkwatervoorziening. Behal ve door het Rijksinstituut voor de Drink watervoorziening zal hieraan in de toe' komst nu ook worden gewerkt door de Commissie voor de Randstad, die gisteren werd geïnstalleerd. Op onze vraag aan de directeur van het Rijksinstituut Ir. C. van Rooyen, waarom in de nieuwe com missie slechts vertegenwoordigers van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Dor drecht en slechts een tweetal provinciale vertegenwoordigers van Noord- en Zuid Holland zijn opgenomen, en geen water leidingdeskundigen uit het noordelijk deel van de randstad, met name Haarlem, Velsen of Alkmaar, kregen wij ten ant woord dat de geïnstalleerde commissie geenszins representatief geacht moet wor den voor het gebied waarvan zij de be langen behartigt. Het zijn volgens de directeur deskundigen uit gemeenten waar men het ergst met drinkwaterpro blemen te maken heeft. In dat geval zouden wij willen wijzen op het gevaar dat de commissie een wat eenzijdige druk bij de opstelling van het basisplan zou kunnen uitoefenen en dat bij het opstellen van zo'n belangrijk plan het aantal deskundigen uit het gehele gebied toch nooit groot genoeg kan zijn. Op de vraag of de mogelijkheden zullen worden overwogen om IJsselmeerwater in de Veluwe te infiltreren en vandaar het gezuiverde water naar de Randstad te transporteren antwoordde ir. Van Rooyen dat het in dit stadium vrij inopportuun was in details te treden, maar dat de mogelijkheden allicht zullen worden over wogen. In dat geval zouden wij aandacht willen vragen voor het feit dat de provincie Noord-Holland bij Andijk reeds een zuive ringsinstallatie bouwt om in de drinkwa terbehoefte van Noord-Holland te voorzien door IJsselmeerwater te gebruiken. Het spreekt vanzelf dat in dat geval een nauw contact van het Rijksinstituut en de nieuwe commissie met het provinciaal wa terleidingbedrijf Noord-Holland om een goede coördinatie tot stand te brengen bo ven alles aan te bevelen zou zijn. Nu het IJsselmeer nog wel niet met zo veel woorden, maar toch reeds wel duide lijk als het belangrijkste reservoir voor ons toekomstige drinkwater wordt aange merkt, willen wij nogmaals het belang van het zoveel mogelijk schoonhouden van dit zoetwaterbekken onderstrepen. Zoals bekend hebben Gedeputeerde Sta ten van Noord-Holland destijds met klem geprotesteerd tegen exploitatieboringen naar aardolie in het IJsselmeer, omdat de boorspoeling het water ernstig zou kunnen verontreinigen. Wanneer men nu reeds de term „cata strofaal" meent te kunnen gebruiken, be hoeft het geen betoog met welke super latieven de gevolgen van verontreiniging van het IJsselmeer in de nabije toekomst aangeduid moeten worden. In 1970 zal, althans volgens minister Bo gaers, de woningnood in Nederland verle den tijd zijn. Wie op 1 januari 1971 de minister ter verantwoording wil roepen, in dien op dat ogenblik nog steeds Nederlan ders zonder behoorlijke huisvesting staan, zal wellicht merken dat minister Bogaers dan geen minister meer is. Of en die overweging is veel aan trekkelijker op 1 januari 1971 zal blij ken dat deze bewindsman eindelijk de juis te en werkzame methode heeft toegepast en ons land heeft verlost van een bijna ondragelijke .plaag. Die kans zit erin, want de cijfers van de minister zijn aan de werkelijke toestand en aan de berekenba re mogelijkheden ontleend. De voorbehou den die hij maakt zijn allerminst onver vulbaar. Tot matiging van het gewekte op timisme diene echter, dat het huidige ka binet zich nu en dan, gezamenlijk of per minister, waagt aan voorspellingen die niet blijken uit te komen. En dat we dus de profeet Bogaers enigszins wantrouwig aanhoren, kan ons moeilijk kwalijk wor den genomen. Niet woorden, maar wonin gen kunnen overtuigen. President De Gaulle heeft het hoge woord gesproken. De integratie van de landbouw van de EEG-landen moet dit jaar werkelijkheid worden anders zal Frankrijk de Gemeenschap verlaten. Een dreigement dat aan beknopte duidelijkheid niets te wensen overlaat. Ook een merk waardig dreigement, omdat de landbouw- integratie pas in 1970 haar beslag dient te krijgen. De Gaulle is er kennelijk op uit de land- bouw-integratie van de EEG-landen te for ceren. Zijn opmerking is vooral gericht tot West-Duitsland dat inderdaad nimmer se rieus heeft gepoogd haar mogelijk te ma ken. De Westduitse graanprijschicanes zijn berucht. Voortdurend is de regering in Bonn gezwicht voor de kennelijk zeer invloedrijke agrarische belangen in het eigen land. Die vrezen kennelijk bij de in tegratie van de landbouw van de Zes vele veren te moeten laten. De Gaulle's politieke actie komt op een voor Erhard bijzonder ongelukkig mo ment. De positie van de bondskanselier scheen juist de laatste weken iets steviger te zijn geworden. De felle oppositie tegen hem in zijn eigen partij leek bereid zich wat te matigen, hangende de komst van Kroesjtsjev naar Bonn. Nu het problema tisch is geworden of er binnenkort nog wel een Russisch-Westduits gesprek zal plaats hebben, kan men van Adenauer-Strauss .s. nieuwe agitatie tegen Erhard ver wachten. Het ultimatum van De Gaulle zal tot de herleving van die oppositie on getwijfeld het nodige bijdragen. Het is wel zeker dat de E.E.G. de ko mende weken het middelpunt zal zijn van zeer druk politiek overleg. Het dreigement van De Gaulle is wellicht in de eerste plaats een politieke actie. Het is de vraag of zijn „partners" ervoor door de knieën gaan. Zij hebben niet zo heel veel reden te zwichten voor de dreiging van De Gaulle die alles weg heeft van een bijzonder on prettige vorm van politieke druk die de kenmerken van chantage vertoont. Er zou wel eens een van de partners van Frankrijk tot de gedachte kunnen ko men dat een uittreden van Frankrijk de weg vrij maakt om het overleg tot de toe treding van Groot-Brittannië te hervatten. Die toetreding heeft De Gaulle destijds ge torpedeerd. Het zou weinig minder dan een stukje historische ironie zijn, indien hij nu de stoot zou geven datzelfde door hem gehate Groot-Brittannië Europa binnen te loodsen door zijn eigen land buiten spel te zetten. Maar een E.E.G. zonder Frank rijk zou al even onwerkzaam zijn als zonder Engeland. Advertentie iüiihiüipi PARIJS (AFP) De rechtbank van Dra- guignan in Zuid-Frankrijk is woensdag be gonnen met de behandeling van de ramp van Frejus: het instorten, in de nacht van 2 op 3 december 1959, van de stuwdam van Malpasset, waarbij 421 mensen om het leven kwamen. Als enige beklaagde in deze zaak staat terecht de hoofdingenieur van openbare werken Jacques Darjeou, die wordt be schouwd als de man die de leiding had bij de bouw van de dam. Hem wordt dood' door onvoorzichtigheid ten laste gelegd. Hij loopt kans op een gevangenisstraf die kan variëren van drie maanden tot twee jaar, indien hij schuldig wordt bevonden. Darjeou echter ontkent de leiding van de bouw te hebben gehad. Hij zou slechts belast zijn geweest met de controle op de besteding van de subsidies die het Franse ministerie van Landbouw voor de bouw van de stuwdam had gegeven. De straf zaak zal voornamelijk een strijd tussen deskundigen worden. De 61 meter hoge stuwdam, met een in houd van vijftig miljoen kubieke meter water, werd tussen 1952 en 1954 gebouwd naar een ontwerp van een internationaal bekende specialist op dit gebied, de inmid dels overleden André Coyne. Onderzoekingen door deskundigen heb ben geen enkele fout bij de bouw zelf aan het licht gebracht. Een officiële commis sie van onderzoek kwam reeds in 1960 tot de conclusie, dat geen enkele menselijke fout was begaan. Een door de rechter van instructie aan gewezen groep deskundigen kwam evenwel tot een andere slotsom en concludeerde dat het bodemonderzoek onvoldoende was geweest. Geologen zouden bepaalde plek ken, waar de dam moest komen, hebben afgekeurd. Zes andere deskundigen, optredend voor Darjeou, stelden in 1962 een nieuw rap port op en gaven als hun mening te ken nen dat als gevolg van bij de bouw nog onbekende factoren, het rotsgesteente waarop de dam werd gebouwd, aan een aanzienlijke ondergrondse druk heeft blootgestaan. De uitspraak in deze zaak is ook van belang voor de meer dan 2.500 gezinnen die onder de ramp te lijden hebben gehad or- mf Meer dan ooit raak ik ervan overtuigd dat de geschiedenis zich herhaalt. Dat slaat niet op de verdwijning van de heer Kroesjtsjev, want die voltrok zich volkomen normaal in het kader van de boogvormige procedure, waaraan iedere carrière onderworpen is: op komst, hoogtepunt en neer gang. In zekere zin maakt ieder mens deze reis, in vol komen parallel met zijn levensboog. De merkwaardige herhaling der geschiedenis demonstreert zich veeleer in de ophefmaken de atoombomexplosie van de Chinezen. Het moet immers als bekend worden veronder steld, dat de Chinezen in de zeer grijze oudheid het bus kruit hebben uitgevonden, maar dat zij eeuwenlang niet tot de toepasssing ervan in hun strijdmiddelen kwamen. Toen Marco Polo destijds in China arriveerde, werd hij als hoge gast onthaald op een gi gantisch vuurwerk, waaraan hij zijn ogen uitkeek. De Chi nezen hadden hun vondst slechts toegepast om hun fees ten een wat vrolijker en ru moeriger effect te geven en niet om er elkander of an deren mee te lijf te gaan. Elders op de wereld echter werd het buskruit als dode lijke kracht achter loden ko gels gebruikt en daarmee be gon een duidelijk misbruik zijn loopbaan, die tot op de dag van vandaag bij inter nationale, nationale en plaatse lijke verschillen van mening een zwaarwichtig argument levert. Het argument van: ge lijk heb je, maar ik heb een geweer. In meer dan één opzicht is hierin een geschiedenisles be sloten. Niet alleen moet men eruit concluderen dat een we reld zonder atoomkracht en dus zonder atoomwapens een onvruchtbare utopie is, maar ook, dat in een wereld mét atoomkracht het misbruik ervan wel te beteugelen en te regelen zal zijn, maar niet in alle gevallen te voorkomen. En daar zitten we dan. Die Chinese atoombom was een aardige aanleiding om eens een weekeinde naar Peking te gaan en tijdens een kwasi- toevallige ontmoeting met Mao Tse Toeng eens over dat geval te keuvelen. Zoals dat bij de Chinezen de gewoonte is, praatten we een uur lang over koetjes en kalf jes. De Chinese koetjes zijn bijzonder schaars en mager, om van de kalfjes maar niet te spreken, zodat er zeker niet méér dan dat ene uurtje ge sprekstof inzat. Er viel een pijnlijke stilte, en toen zei Mao: „Je hebt 't zeker wel ge hoord". De beleefdheid in China eist in zo'n geval, dat men zich volkomen op de vlakte houdt. „Weer last met Tsjang?", vroeg ik onschuldig. „Tsjang is een idioot. Hij zit op Formosa al sinds 1949 sol daten te oefenen voor een in vasie, maar ze zijn intussen bijna allemaal aan hun pen sioengerechtigde leeftijd toe. Nee, ik bedoel niet Tsjang. Ik bedoel de klap". „Ik heb geen klap gehoord". „De klap van de bom". „De bom?" „De klap van de ehon gewone bom". „De ongewone bom?" „De A, zogezegd". „De A, dus". „De Atozei hij met een olijke twinkeling in zijn oog- jgg, „De atoovroeg ik verbaasd. „Deatoombom!" barstte hij los, blijkbaar toch enigs zins geïrriteerd door de conse quenties van de Chinese eti quette. „Je moet het gehoord hebben, het heeft in alle kran ten gestaan". „Ik hoor nooit kranten", zei ik naar waarheid. Hij zuchtte. „We zijn nu bij de club", merkte hij genoeglijk op. „De club?" „De ato.... Nee, laten we nou een beetje Westers praten. We zijn in de atoomclub, we zijn grote mogendheid. We kunnen nu óók dreigen". „Dat is fijn", zei ik enthou siast. „Leuk dat jullie dat nou ook kunnen. En ga je dat doen ook?" „Nee. Wij gaan het fatsoen lijk aanpakken. Ik weet dat er nare praatjes over ons de we reld in zijn geblazen. Ik wil geen namen noemen, maar een zeker dik plomp iemand er gens in een land in de buurt van Polen en Finland heeft de laatste jaren zijn best gedaan om ons zwart te maken". „Verwoerd", zei ik. „Slecht grapje", merkte hij geërgerd op. „Zwartmaken is figuurlijk bedoeld. Wij zijn geel en blijven geel en daar zijn we trots op. Maar dat dikke, plompe iemand heeft beweerd dat wij een atoom oorlog willen". „En dat is niet zo", ver onderstelde ik. „Natuurlijk niet. Een atoom bom dient niet om oorlog te voeren. Een atoombom dient om de vrede te verzekeren. Vraag het Johnson in Ameri ka, De Gaulle in Frankrijk, vraag het dat dikke plompe iemand in de buurt van Polen en Finland ze zullen alle maal zeggen dat hun atoom bommen dienen om de vrede te beveiligen. Alleen ónze atoombom dient om ermee te gooien. Dat beweert tenminste dat dikke „Plompe iemand. Dat plompe iemand beweert trouwens se dert vorige week helemaal niets meer". „Dus je weet wie ik bedoel. Nou ja, hij was voor ons al lang lucht. Bedorven lucht. Hij heeft de goede zaak verraden". „Vertel me eens wat over de goede zaak", smeekte ik. „Moet je luisteren. De goede zaak, dat is de comm.Hij zweeg verlegen. „Dat is de complete wereld in vrede en vriendschap", vulde hij haas tig aan. „Wij Chinezen hebben nooit iemand kwaad gedaan. Wij „Vorige weeK heb ik een verdraaid pezige portie saté gegeten", zei ik boos. „Je moet niet alles goedpraten". „Formosa-satédaar heb je het weer. Saté van de pen sioengerechtigde leeftijd", zei hij droefgeestig. „Dat zal je in Peking niet overkomen". Ik dacht aan de koetjes en kalfjes en er aldus het mijne van. Maar de tijd verstreek en ik wilde toch nog wat meer over die atoomplannen weten. „Wat ga je nu doen?", vroeg ik. „We gaan proberen onze collega-atoommogendheden te bewegen, een conferentie te beleggen tot afschaffing van de atoombom. Voorlopig doen ze natuurlijk net alsof wij niet meetellen. Mettertijd zullen ze wel bijdraaien. Ze begrijpen heel goed dat het nu uit moet zijn met dat hooghartig ge daas, en dat ze te maken krij gen met een volk dat de ernst van zijn opdracht in de we reld beseft". Hij werd iets groter. „Dat is jammer", zei ik. Hij zette, binnen Chinese mogelijkheden heel grote, ogen op. „Ik had gehoopt dat het an ders was", legde ik haastig uit. „Ik dacht aan Marco Polo „Een fascist", zei Mao met opgetrokken neus. „Dat weet ik niet, maar ik heb eens gelezen dat hij voor het eerst kennis maakte met het buskruit toen hij in China kwam. Maar jullie hadden er alleen maar vuurwerk van ge maakt. Onschuldig, kinderlijk vermaak. Ik had gehoopt dat jullie ook nu weer met die atoom „Wel alle", zei hij vertoornd. „Vuurwerk! In een wereld als die van vandaag, waarin de volken tot de tanden gewapend tegenover elkaar staan, met de hand aan het lont, met atoom bommen in de ransel, klaar om elkander te vernietigen en wij een beetje met vuurwerk rondhuppelen! Nee, meneer, de tijden van Polo zijn voorbij. De tijden van de kinderlijke, vrolijke Chineesjes met hun hoge stemmetjes en naïef ge babbel zijn voorgoed achter de rug". Hij klapte in de handen, „Ik zal u laten horen hoe ern stig de zaak is. Stuur de mi nister van Defensie bij me", zei hij in het Chinees tot de zwaarbewapende patrouille, die binnen kwam stormen. De patrouille stormde naar bui ten. De minister kwam. „En vertel jij nou meneer eens mooi hoe dat allemaal ge gaan is met die atoombom", zei Mao vriendelijk. Het ventje draaide even op zijn hieltjes, stak zijn wijsvingertje in het mondje en raffelde toen zijn verhaaltje af. „Enne toene.Het kwam erop neer dat ze verschrikke lijk veel moeite hadden gedaan om aan splijtbaar materiaal te komen en om laboratoria te bouwen en geleerden in die laboratoria te krijgen die be grepen wat hun te doen stond. Jarenlang hadden ze geploe terd en geschraapt. En ein delijk „Juist", zei Mao. „Eindelijk was het zover. Het Chinese volk is trots op u, minister". „Ja, het was een buitenge woon mooie klap", zei de mi nister dromerig. „En een rook! En een vuur! Ik heb er foto's van". Mao wees naar de deur. „Al goed", zei hij. „Meneer weet nu dat het oude China een gloednieuw China is ge worden". De minister retireerde aar zelend. „Ik ben een beetje aan het denken gegaan", zei hij weifelend. „Dat is héél vreemd", ver klaarde Mao gestreng. „Er zijn vele dingen vreemd", zei de minister pein zend. „Vooral atoombommen zijn vreemd. Als men ze heeft, en niemand weet het, heeft men er niets aan. Als men ze laat ontploffen, zodat iedereen weet dat men ze heeft, heeft men ze niet meer. Het is eigen lijk net. „Wat net?", informeerde Mao dreigend. „Net vuurwerk", zei de mi nister. „Men heeft er alleen plezier van als men het aan steekt. En ik moet eerlijk toe geven dat het een prachtige kla Mao ontvlamde als droog kruit en zijn stormachtige pa trouille bracht mij in minder dan geen tijd via Tibet in de richting Zevenaar. Ik herinner mij nog in een flits de blauwe lucht boven Peking en kleine Chineesjes in de autoloze straten, spelend met poppen die op Mao leken. Zij giechelden en kirden vro lijk en dartelden langs de grauwe gevels als speelse vonkjes vuurwerk langs een donkere stellage. Blijde gebeurtenis Die avond dat ons derde kind aanstalten maakte luidkeels zijn plaats op dit onder maanse op te eisen hadden de jongens me tenminste om de tien minuten gevraagd hen meteen te waarschuwen wanneer de gezinsvermeerdering een feit zou zijn. „Ze zijn net zo benieuwd als wij," merk te mijn vrouw op tussen twee weetjes door. Leuk. dat ze zo belangstellend zijn," vond de dokter, terwijl hij met routinehandelin gen alles voor de blijde gebeurtenis in ge reedheid bracht. „Ja," zei mijn vrouw vertederd, „dat zijn ze zeker. Ze vinden het geweldig dat ze er een zusje of broer tje bij krijgen. Ze zijn er zó vol van", Toen ik uit de kraamkamer kwam stond mijn toen nog jongste van tien een beetje in de gang rond te scharrelen. Hij keek me eens onderzoekend aan alsof hij van mijn gezicht wilde lezen hoe de zaken daarbinnen er voor stonden. Mijn nee schudden stelde hem zichtbaar teleur. „Maar als 't er is kom je 't ons direct zeggen, hoor. Ik wil wel eens zien hoe zo'n pasgeboren baby eruit ziet!" En met een jongens-onder-mekaar knipoog: „Tuurlijk wordt 't weer een knul, hè?" Terug in de slaapkamer zag ik en die wetenschap heb je als je al driemaal bij de bakermat van je kind hebt ge staan dat de nieuwsgierigheid van zoon lief niet zo lang meer op de proef gesteld hoefde te worden. De gezichten van dokter en kraamverzorgster stonden gespannen als van een atleet die op het punt staat een topprestatie te leveren. Niet lang daar na of duurde het nog een uur? vul den de eerste levenskreten van onze derde zoon de kamer. Nadat rust en orde in de kamer waren weergekeerd en de zuster klaar stond, het tegensputterende mensje in de wieg te verstoppen wees mijn vrouw met haar wijsvinger naar de vloer: „Roep je de jon gens nu even?" De trap aflopend, stelde ik me hun gezichten voor bij het verne men van het grote nieuws. Ik zou ze ver manen rustig naar boven te gaan en voor al geen drukte bij hun slapende broertje te maken. Acht, dacht ik, ze zullen wel opgewonden zijn. „Nou jongens" zei ik, de huiskamer bin nenkomend en proberend in mijn stem iets van de spanning te leggen die ik zo juist had doorgemaakt. „Komen jullie maar. Jullie hebben er een lief broertje bij gekregen. Doe je het wel rustig aan?" De jongens haakten hun ogen onwillig los van het televisietoestel waarop Laurel en Hardy weer eens in de knoei waren ge raakt. Afwezig keken ze me even aan om dan meteen weer strak naar voor zich uit te staren. „Ja, ja we komen zo! Eerst even de Comedy Capers afkijken. Ik deed zacht de deur dicht. G. van Berkel Advertentie ■0ZE6 Z W A A 'NETTft-AjÖÏSÉS^ Spionnenschool. Het ochtendblad „Daily Bulletin" in Manilla schrijft dat door de zuidelijke Philippijnen en vooral op het grootste eiland, Mindanao, meer dan honderd Indonesische communistische agenten zwerven. De inlichtingendienst van het leger heeft ontdekt dat deze agenten zijn opgeleid in een „spionnen- school" op een eilandengroep die aan Indonesisch gebied grenst. Openen. De Britse premier Harold Wil son heeft zijn minister van Handel, Dou glas Jay, aangewezen om op 2 novem ber naar Peking te vliegen. Hij zal daar een grote Britse handelstentoonstelling openen. Afgelast. Een stiptheidsactie van 400 be stuurders van de treinen naar de druk ke Londense stations Charing Cross en Cannon Street, is afgelast op advies van de leider van hun vakbond. Pakjes. Op de kantoren van het Ameri kaanse communistische dagblad „Daily Worker" in New York en Chicago zijn pakjes afgeleverd, die een springlading bleken te bevatten. De politie maakte de gevaarlijke zendingen onschadelijk. Ei. De 20-jarige studente Ann Ellen Chris- tensen heeft bekend dat zij senator Bar ry Goldwater tijdens zijn bezoek aan Sioux City met een ei heeft bekogeld. Met rode ogen van het huilen verscheen zij voor de rechter. Aan Goldwater heeft zij schriftelijk verontschuldigingen aan geboden: „Het was een zuiver impul sieve daad, hoegenaamd niet bedoeld als een uiting van afkeuring jegens u per soonlijk", zo schreef zij. Kikvorsman-smokkelaar. Een groep kik vorsmannen, die vermoedelijk via het meer van Lugano miljoenen sigaretten van Zwitserland naar Italië heeft ge smokkeld, is door de douane te Bri- simpiano ontdekt. De combinatie kik vorsman-smokkelaar is tot dusver de ge niaalste vondst om munt te slaan uit de winstgevende sigaretten-smokkel van Zwitserland naar Italië.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 3