SHIRLEY
Samuel A. Cumminös levert tweedehands
oorlogstuig tegen
prijzen
PANDA EN DE MEESTER-LEERLING
op
In Cadzand
iedereen
zoek naar
„vondert"
strand,
haaietanden
uit de prehistorie
PUZZEL NUMMER 56
door Charlotte Brontë
als centrum van de
z.g. „kleine" wapenhandel
Ons vervolgverhaal
VRIJDAG 23 OKTOBER 1964
17
„Good £or war
Paradegeweren
'sv y r.(
fSP >A
HOUWMJt HJWJ ■AJ*
%}-■■■' j:
IUWAWJJWWW
39)
„Heel verstandig, neem ze vooral#
drong zijn gastheer aan.
Nu begon de heer Sykes tegen de
heer Helstone te praten, die bij de
haard stond met zijn schuithoed op
zijn hoofd en die veelbetekenend naar
hem keek met zijn kleine, scherpe
oogjes.
„U, mijnheer, als geestelijke", zei
hij, „vindt het misschien onaange
naam om tegenwoordig te zijn bij to
nelen van drift en onrust, en ik mag
wel zeggen, van gevaar; waarschijn
lijk zullen uw zenuwen het niet kun
nen verdragen; u bent een man des
vredes, meneer, maar wij, fabrikan
ten, die in de wereld leven en altijd
in een maalstroom verkeren, worden
zeer oorlogszuchtig. Er bestaat wer
kelijk een blakende ijver, die opge
wekt wordt door de gedachte aan ge
vaar, waardoor mijn hart gaat bon
zen. Wanneer mevrouw Sykes bang is,
dat het huis aangevallen en dat er in
gebroken zal worden zoals dat bij
haar elke nacht het geval is word
ik hevig opgewonden. Ik zou u, me
neer, mijn gevoelens niet kunnen be
schrijven; indien er iemand kwam
dieven of wat dan ook geloof ik
werkelijk, dat ik ervan genieten zou,
zo ben ik nu eenmaal."
Een buitengewoon harde, zij het ook
korte en lage lach, die op geen en
kele manier beledigend was, was het
antwoord van de predikant. Moore
had de heldhaftige fabrikant een
derde glas willen opdringen, maar de
geestelijke, die zelf nooit de grenzen
van het fatsoen overschreed en even
min toeliet, dat anderen dit in zijn
bijzijn deden, hield hem tegen.
„Tevredenheid is beter dan rijk
dom, is 't niet, meneer Sykes", zei
hij en de heer Sykes stemde toe, ging
toen zitten en keek naar Joe Scott,
die op een wenk van Helstone de fles
verwijderde, met een gedwongen dom
lachje om zijn mond en een spijtige
glinstering in zijn ogen. Moore zag er
uit alsof hij hem graag stomdronken
had willen voeren. Wat zou een zekere
jonge vrouw uit zijn familie hebben
gezegd wanneer zij haar lieve, goede,
grote Robert haar Coriolanus op
dit ogenblik had gezien? Zou zij in
dit boosaardige, bittere gezicht een
gelijkenis hebben gezien met het ge
laat waar zij met zoveel liefde tegen
op had gekeken, dat de vorige avond
met zulk een tederheid over haar heen
gebogen was? Was dit de man die
zo'n rustige avond met zijn zuster en
zijn nichtje had doorgebracht zo
minzaam tegen de ene en zo lief te
gen de andere terwijl hij Shake
speare las en naar Chénier luisterde?
Ja, het was dezelfde man, maar
van een andere kant gezien; een kant
die Caroline nu nog niet goed kende,
hoewel zij wijs genoeg was om het
bestaan ervan te vermoeden. Nu ja,
Caroline had ongetwijfeld ook haar
fouten; zij was menselijk, en dus on
volmaakt en indien zij Moore van
zijn slechtste kant had leren kennen,
zou zij zich dit waarschijnlijk hebben
voorgehouden en hem verontschuldigd
hebben. De Liefde kan alles veront
schuldigen behalve Gemeenheid; maar
Gemeenheid doodt de Liefde, ver
lamt zelfs de Natuurlijke Genegenheid
zonder Achting kan er geen ware
Liefde bestaan. Met al zijn fouten
kon men Moore toch achten; want hij
had geen morele klierziekte in zijn
geest, geen hopeloos bezoedelende
smet zoals bijvoorbeeld die van leu
genachtigheid; evenmin was hij de
slaaf van zijn lusten; het bedrijvige
leven, waarin hij geboren en geto
gen was, had hem wel wat anders te
doen gegeven dan de waardeloze
jacht op genoegens; hij was een man
die zijn waarde behouden had, een
leerling van de Rede, niet een aan
bidder van de Zinnen. Hetzelfde zou
men van de oude Helstone kunnen
zeggen: geen van tweeën zouden zij
in gebaar, in gedachten of met woor
den een leugen zeggen; voor geen van
hen tweeën had die akelige zwarte
fles, die zo juist weggezet was, enige
bekoring; zij konden beiden met
recht aanspraak maken op de trotse
titel van „heer der schepping", want
geen dierlijke ondeugd overheerste
hen; zij waren innerlijk en uiterlijk
de meerderen van de arme Sykes.
Op de binnenplaats werd een ge
loop en getrappel gehoord alsof er
mensen bijeen kwamen, toen volgde
een stilte. Moore liep naar het raam,
Helstone volgde hem; zij stonden bei
den aan één kant, de lange jonge
man achter de korte oudere, en keken
voorzichtig om een hoekje om niet
van buiten gezien te worden; hun eni
ge commentaar op wat zij zagen was
een cynische glimlach, die hun beider
strenge ogen wisselenden.
Een inleidende oratorische kuch
werd nu vernomen, gevolgd door een
uitroep „Ssst!" blijkbaar bedoeld om
het geluid van verscheidene stemmen
te dempen. Moore opende zijn raam
een paar centimeter om het geluid
beter naar binnen te laten komen.
„Joseph Scott" begon een snuiven
de stem Scott stond op wacht bij
de deur van het kantoor „zouden
wij mogen vragen of je meester thuis
is en of we hem spreken kunnen?"
„Ja, hij is thuis!" zei Joe onver
schillig.
„Zou je dan, alsjeblieft" (nadruk
op „je") zo goed willen zijn hem te
zeggen, dat er twaalf heren zijn, die
hem spreken willen".
„Dan zou hij vast vragen waarom"
gaf Joe in overweging. „Dat kan ik
hem net zo goed meteen vertellen".
„Voor een doel" was het antwoord.
Joe kwam binnen.
„Mijnheer, daar zijn twaalf heren,
die u willen spreken, „voor een doel".
„Goed, Joe; ik kom bij ze. Sugden,
kom als ik fluit".
Moore ging naar buiten, met een
droog lachje. Hij liep de binnenplaats
op met één hand in zijn zak en de
andere in zijn vest, de rand van zijn
pet diep over zijn ogen, zodat de ho
nende glinstering bijna niet te zien
was. Er stonden twaalf mannen op
het erf te wachten, sommigen in hun
hemdsmouwen, andere met blauwe
schorten voor: twee van hen hadden
een opvallende plaats in de voorhoe
de. De ene, een vief, opschepperig
mannetje met een wipneus; de andere
een breed-geschouderde kerel, die zich
niet minder door zijn uitgestreken ge
zicht en katachtige, onbetrouwbare
ogen als door een houten been en een
stevige kruk onderscheidde. Er lag
een sluwe trek om zijn mond, hij
scheen in zijn vuistje te lachen om
iemand of iets, zijn hele houding was
alles behalve die van een oprecht
man.
„Goedemorgen, meneer Barra-
clough", zei Moore joviaal, voor zijn
doen.
„Vrede zij met u!" was het ant
woord: de heer Barraclough sloot zijn
gewoonlijk half-dichte ogen geheel ter
wijl hij dit zei.
„Zeer verplicht; vrede is iets prach
tigs; er is niets wat ik mijzelf meer
toewens; maar dat is niet alles wat
u mij te zeggen hebt, denk ik zo. Ik
stel mij voor, dat vrede niet uw doel
is?"
„Wat ons doel betreft," begon Bar
raclough, „dat klinkt misschien
vreemd en misschien dwaas in uw
oren, want de kinderen van deze we
reld zijn wijzer in hun generatie dan
de kinderen van het licht."
„Ter zake, alstublieft, en vertel mij
wat het is."
„U zal het horen, meneer; as ik
het niet voor mekaar krijg staan d'r
nog elf achter me om me te helpen.
Het is een groots doel en" (hier ver
anderde zijn stem van een honende
spot in een gejammer) „het is het
eigenste doel van de Here, en dat
is beter."
„Wilt u 'n gift voor een nieuwe Me
thodisten-kapel mijnheer Barraclough
Als uw boodschap niet iets van die
aard is, begrijp ik niet wat u er mee
te maken hebt."
„Daar dacht ik zo niet aan; maar
daar de Voorzienigheid ertoe geleid
heeft dat u het onderwerp ter sprake
brengt, zal ik geen bezwaar maken
om iedere kleinigheid, die u missen
kan aan te nemen; de kleinste bijdra
ge is welkom."
Hierbij nam hij zijn hoed af en stak
die naar voren als een bedelnap; ter
wijl een onbeschaamde grijns op zijn
gezicht verscheen.
„Indien ik u een kwartje gaf, zou
u het in drank omzetten".
Het gebaar waarmee Barraclough
zijn handen ophief en het wit van
zijn ogen liet zien was slechts een
schijnheilige komedie.
(Wordt vervolgd)
(Bijzondere correspondentie)
IN HET DURE Brusselse hotel heerst enige discrete opwinding. Mensen
informeren of Samuel A. Cummings al is aangekomen. Het is een naam die een
leleboel mensen weinig zegt. Maar in vakkringen is men beter op de hoogte.
Deze mister Cummings is een vermaard inkoper van wapens en een nog be-
aamder verkoper. Hij weet overal ter wereld de beste koopjes te doen; hij heeft
ook de beste afzetgebieden. Hij noemt de meeste hoofdofficieren van het Penta
gon bij hun voornamen. Hij is voorts de man die de vrijwilligerslegers der Cu
baanse patriotten van munitie voorziet, die wapens naar Katanga en naar
Rhodesië levert en die zich niets aantrekt van de wapenboycot tegen Zuid-
Afrika. Integendeel: hij is er blij mee, want de Zuidafrikaanse Unie betaalt hem
natuurlijk voor zijn vriendelijke medewerking om ondanks die boycot toch oor-
ogsmateriaal te leveren, een fikse extra provisie. Waar Cummings verschijnt,
stijgen de prijzen voor tweedehands oorlogsmaterieel, want deze man kan over
miljoenen dollars beschikken. Men fluistert dat hij over nog veel grotere be
dragen kan beschikken, wanneer het erom gaat de minder officiële „acties van
iet Pentagon te helpen slagen, zowel in Midden-Amerika als in Midden-Afrika en
Zuidoost-Azië.
9 9
HET VOORNAAMSTE afzetgebied voor
de leveranciers van de zg. „kleine oorlo
gen" vormen die landen die militaire steun
genieten. Dat zijn staten die courant oor
logsmateriaal kunnen bekostigen met alles
wat daarbij behoort en bij elkaar past.
Dat laatste is namelijk belangrijk; want
zelfs de kleinste Middenamerikaanse re
publiek zal geen machinegeweer meer ko
pen zonder vooraf garanties te hebben om
trent de bijlevering van voldoende muni
tie en vervangings-onderdelen. De wapen
handelaren zelf bevoorraden zich in alle
landen die modern bewapend willen blij
ven en zich dus tijdig voorzien van het
nieuwste oorlogstuig. Dat houdt in dat zij
hun oude materiaal uitverkopen. Maar ook
munitie dient na verloop van tijd te wor
den opgeruimd omdat de betrouwbaarheid
daarvan na zekere tijd vermindert. Die
overjarige munitie kan ook worden door
verkocht naar landen die daar behoefte aan
denken te hebben, maar dit is een bedrijf
met grote risico's.
ss
NEEMT U eens de Britse ex-majoor
Turp. Hij koopt regelmatig Belgisch oor
logsmateriaal in uit oude voorraden, ge
merkt „good for war" (dat wil zeggen:
nog bruikbaar). Daar is van alles bij en
het wordt grof verkocht. Maar soms heeft
hij tegenslagen zoals in het geval van de
vijfduizend tweeduims mortiergranaten die
hij van België overnam en doorverkocht
naar Rhodesië. Ondanks alle officiële Bel
gische certificaten waren de mortierbom-
men niet meer „good for war", tenmin
ste niet in Rhodesië. Dat kan veroorzaakt
zijn door Rhodesië's klimaat, maar een
dergelijk incident veroorzaakt majoor
Turp wel veel onaangenaamheden. De
koop werd geannuleerd en Turp moest
terugbetalen...
België is een centrum van de inter
nationale wapenhandel. Een delegatie uit
Saoedie-Arabië op zoek naar twintigdui
zend Lee-Enfield karabijnen (zo geschikt
voor kameelruiters vanwege hun korte
loop) weet dat zij in Luik terecht kan.
Daar worden vele wapens gerevideerd.
Oude karabijnen worden er opgekocht te
gen prijzen variërend van vijftig tot hon
derdvijftig Belgische francs. De beste on
derdelen worden eruit gesloopt en samen
gevoegd tot bruikbare karabijnen, die als
dan, „rebuilt", minstens tweeduizend
francs elk opbrengen.
MAJOOR TURP is overigens lang niet
de enige leverancier der kleine oorlogen,
die in België een goed jachtterrein vindt,
wel is hij karakteristiek voor het métier.
Hij was officier in het Britse leger, daar
na militair attaché in Hongkong en in Pa
rijs en weer later dook hij op als wapen
deskundige in Korea, waar hij als taxa
teur fungeerde van de enorme hoeveelhe
den wapens die op de Noordkoreanen wa
ren buitgemaakt. Op zijn briefpapier staat
zijn naam boven een klein gegraveerd ka
non. Tien jaar geleden werd hij verkoop
leider van de firma Sterling, de grootste
fabriek van stenguns ter wereld. Twee jaar
geleden werd hij medeoprichter en fir
mant van de firma Intor, een Engelse
firma die zich bezighoudt met de handel
in handvuurwapens in alle soorten. In de
ze functie kwam Turp naar België, waar
nog altijd enorme wapenvoorraden te vin
den zijn uit eigen voorraden en uit landen
die hun surplus voor dumpprijzen naar
België hebben gezonden. Majoor Turp en
zijn compagnons hebben slechts één ethi
sche stelregel: Vóór we wapens verkopen
aan wie dan ook, onderzoeken wij altijd
nauwlettend of ze in dezelfde richting
schieten als de geweren van de Britse
soldaten!
De Belgische regering probeert een wa
kend oog te houden op deze handel maar
zij slaagt er niet altijd in. na te gaan
waar de wapens heengaan. De grote Bel
gische wapenfabrieken werken alleen met
officiële opdrachten, maar ook in hun de
biet zijn er schokken. De nieuwe Afrikaan
se staten betrekken hun wapens in prin
cipe altijd uit Frankrijk, maar soms drei
gen daar stakingen of andere moeilijkhe
den en dan moeten er haastig wapens uit
België komen. Want karakteristiek voor al
die nieuwe staten is, gelijk Sam Cum
mings ons zei: „Iedereen wil een geweer
hebben!" In de afgelopen twintig jaren
was iedere nieuwe staat er allereerst op
uit, zich van de „nodige" wapens te voor
zien. Voorbeelden zijn Congo en Cyprus,
waar alle wapens welkom zijn en waar
men niet zo scherp op kwaliteit let.
Hoe scherper de internationale controle
des te beter z\jn de prijzen die de wapen
handelaar kan bedingen. Officiële afge
vaardigden komen wapens en munitie ko
pen en als zij voldoende legitimaties heb
ben kunnen zij overal terecht. Er zijn ech
ter maar al teveel opkopers voor landen
in Afrika, het Midden-Oosten en het Verre
Oosten, die geen enkele machtiging heb
ben, die nergens terecht kunnen bij de
officiële wapenindustrie in Engeland,
Frankrijk en de Verenigde Staten, en die
dus aangewezen zijn op de tweedehands-
markt, waar zij eersteklas prijzen voor
derderangs materieel moeten betalen. De
vraag naar dit materieel is zeer groot,
niet alleen voor Cubaanse vrijheidsstrij
ders, maar ook voor de vele legertjes van
alle richtingen in Zuidoost-Azië, die oor
logsmaterieel nodig hebben om zichzelf
prestige te verzekeren.
WAT ER op de wapenmarkt allemaal
te koop is, zou voldoende zijn voor een
kleine wereldoorlog. De onderontwikkelde
gebieden hebben belangstelling voor alles.
Stenguns uit de tweede wereldoorlog gaan
vommm
nog altijd grif weg, evenals Mausergewe
ren model 1938, mortieren en veldgeschut
en mitrailleurs van vóór 1940, Hispanoka-
nonnen uit 1936 en Meteoorstraaljagers an
no 1950. Het is tekenend dat ook Engeland
oude wapen- en munitievoorraden spuit via
de Belgische kanalen. Er is geen betere
markt om oud materieel kwijt te raken
dan België, zegt men in Whitehall. Voor
België is het profitabele affaire; men ver
dient aan de uitvoer, de doorvoer, de in
voer en de handel. Van overheidswege pro
beert men een scherpe controle te oefenen
op deze handel, maar het is lang niet al
tijd doenlijk om precies na te gaan of
wapens die via stromannen en gefingeer
de „vrienden" naar b.v. Macao, Saigon,
Hanoi, Bangkok of Hongkong verzonden
worden, ook werkelijk in handen komen
van lieden die van plan zijn „in de goede
richting te schieten."
EEN WILLIG afzetgebied vormen ook
de ontwikkelingsgebieden wier heersers
veelal dol zijn op „vuurwerk". Paradege
weren voor een nieuwe Afrikaanse repu
bliek, waarmee niet eens echt geschoten
kan worden, brengen soms meer geld op
Samuel Cummings, in wapens engros,
gebruikt, gerevideerd of nieuw, offi
cieel, officieus of zwart wat had u
gehad willen hebben?
dan scherpscKütterskarabijnen voor guer
rillastrijders van welke richting ook. In
een van de nieuwe Afrikaanse staten pa
radeert het leger met geweren, die met
hun gladhouten gepolijste kolven en blauw
glanzende geweerlopen een lust voor het
oog zijn, maar waaraan de grendels ont
breken.
En ook zulke extreme wensen kan Sam
Cummings vervullen: hij hoeft er alleen
maar voor naar Brussel te vliegen. Hij
hoeft zijn komst aldaar zelfs niet aan te
kondigen; de mensen van het vak hebben
hun tipgevers; zij weten wanneer hij in Pa
lace aan de Noordplaats arriveert en ko
men prompt met hun aanbiedingen. Sedert
de slag van de Varkensbaai is hij de groot
ste free-lance-wapenaankoper ter wereld,
alsook de grootste inkoper voor alle parti
culiere organisaties die op een of andere
wijze de Amerikaanse belangen in het bui
tenland dienen. Daarom weet iedereen het;
als Sam Cummings in Brussel komt, stij
gen de prijzen voor alles waarmee ge
schoten, gestoken of gevlogen kan worden!
CO?. TOONDE» STUDIO»
57. „Ik zoek iets bijzonders", sprak Joris, de juwe
lierszaak binnenschrijdend. „Daarom zou ik gaarne uw
hele collectie eens zien". „Met genoegen, edele heer",
antwoordde de juwelier buigend. „Ik heb een uitgebrei
de collectie, waarin u ongetwijfeld uw keuze zult vin
den". „Ik hoop het", mompelde Joris. „Ziedaar," ver
volgde de handelaar, trots zijn kostbaarheden uitstal
lend. „Wat zegt u van deze dasspeld? En hier: Zag u
ooit schoner manchetknoopjes dan deze dichtwerkjes
in smaragden en robijnen?" Het was allemaal erg mooi
en kostbaar, doch ditmaal had Joris hier geen oog voor.
De meestersteen was er niet bij en dat stelde hem te
leur. „Het is niet wat ik zoek", zei hij. „Is het mis
schien voor een dame?" vroeg de juwelier. „Dan heb
ik hier een heerlijk paarlencollier. En wat zegt u van
deze kostbare broche: een veertig karaats negenoog in
goud gevat?Niet? Maar, edele heer wat zoekt
u dan?" „Heeft u niet een ronde, glasachtige steen?"
vroeg Joris, voorzichtig zijn woorden kiezend. „Een.
eb.... een soort stuiter?" „Een stuiter?!" herhaalde
de handelaar verontwaardigd. „Meneer! Hoe haalt u
het in uw hoofd, om speelgoed in dit bedrijf te zoeken?"
„Ik moet de steen bij een juwelier zoeken. dacht
Panda, die op dat moment haastig zijn huis verliet.
„Tjonge, ik hoop maar, dat hij hem intussen nog niet
verkocht heeft!"
zitten en woelen voorzichtig met een
schepje de bovenlaag van het strand om.
Soms bedraagt de buit twee of drie in
complete haaietanden, een andere keer
treft men twintig gave exemplaren. De
zee is grillig met haar geschenken.
HET IS ongeveer tien jaar geleden dat
de eerste haaietanden werden gevonden op
het strand bij Cadzand. De wetenschappe
lijke verklaring voor de aanwezigheid van
deze fossielen is dat de zee de oude aard
lagen van het Tertiair (10-60 miljoen ja-
(Van onze correspondent)
CADZAND. „Edelstenen van Cadzand", zo worden de miljoenen jaren
oude haaietanden genoemd, die de zee ter plaatse naar het strand spoelt. De
vakantiegids van deze Zeeuws-Vlaamse badplaats vermeldt het haaietanden
zoeken als een attractie, welke geen ander strand in Nederland kan bieden. Wie
in Cadzand is gaat daarom op jacht en tientallen badgasten nemen deze sieraden
van de zee mee naar huis om ze naar de zilversmid te brengen die er een
hangertje van maakt. Natuurlijk kan men in de souvenirwinkels en bij juweliers
in Zeeuws-Vlaanderen zon halskettinkje met super-antieke versierselen kopen
voor een tientje heeft men al een mooi exemplaar maar liever vindt men
deze tanden zelf. Het is een sport, die vele boeit.
DE ZEE bij Cadzand blijft maar haaie
tanden naar het strand spoelen. Ongeveer
tien jaar geleden werden ze voor het
eerst ontdekt. Nu zijn er verzamelaars,
die duizenden exemplaren hebben en die
er ook wel een paar willen verkopen,
want de zee blijft scheutig. Zij gaan voor
al op jacht als de tenten en caravans
zijn verdwenen en de pensions leegstaan.
Dan hebben ze het rijk alleen om te speu
ren langs de schelplijn naar de zwart
grijze tanden, die de branding op het
strand achterlaat. Ze zijn er helemaal
niet geheimzinnig mee als de badgasten
vragen waar en wanneer je moet zoeken.
Hun tijd komt toch wel weer als de na
jaarsstormen de grootste exemplaren doet
aanspoelen en dan zijn de meeste kapers
weg van de kust. Vanaf hotel Noordzee
tot de Belgische kust, met name bij het
zwin, waar eeuwen geleden de koopvaar
ders van de middeleeuwse handelsmetro
pool Brugge zee kozen, heeft men de
meeste kans. Hier bevindt zich een dik
schelpenpakket op het strand, waartussen
men vrijwel steeds met succes haaietan
den kan vinden of stukjes ervan. De beste
tijd is kort na hoog water. De haaietan
den worden tegelijk met de schelpen mee
gevoerd. De kleine tanden vaak prach
tig gitzwarte exemplaren met „baardjes"
aan de wortel liggen hoog op het
strand, de grote exemplaren vindt men
soms in het water. Soms blijven ze op
het natte zand liggen, maar worden bij
de volgende golf ondergespoeld.
JONG EN OUD ziet men bij minder goed
strandweer de trappen afdalen als de ge
tij tafel aangeeft dat de vloed zijn hoogste
punt achter de rug heeft. Langs de schelp-
lijn, over een afstand van een kilometer
bij het zwin, ziet men dan overal groep
jes haaietanden-zoekers. Ze bewegen zich
bukkend voort, grijpen nu en dan in de
schelpen of het zand en speuren van
links naar rechts. Hun ogen doen pijn van
het zoeken. De schelplaag geeft niet zo
gauw zijn geheimen prijs en er zijn hon
derden stukjes zwarte schelp, die bedrieg
lijk veel op een haaietand lijken als men
er niet met het gezicht vlak op zit. An
deren kiezen een plekje uit, gaan er bij
ren geleden) heeft blootgewoeld. Deze mil
joenen jaren oude aardlagen liggen bij
Cadzand slechts enkele meters beneden
N.A.P. Naar het noorden hellen ze steeds
dieper af en daarop heeft de zee geen
greep.
Er is ook een andere „verklaring", wel
ke in de kringen der biologen echter met
skepsis wordt beoordeeld, maar die een
succesrijke haaietanden-zoeker ons vertel
de: hij zei dat haaien evenals olifanten een
bepaalde plek opzoeken als zij hun ein
de voelen naderen. In de Noordzee niet ver
van Cadzand moet zich zo'n massagraf
van prehistorische haaien bevinden. Een
andere verzamelaar is van oordeel dat de
reusachtige havendam van Zeebrugge de
stroming van de zee heeft verlegd, waar
door niet alleen de stranden bij Oostende
en Knokke kleiner worden, maar die er
ook de oorzaak van is dat de zee bij Cad
zand nieuwe (of liever heel oude) aard
lagen blootspoelt. Hoe het ook zij, Cadzand
heeft, behalve het Belgische radioschip
Uilenspiegel, dat zich steeds dieper in het
strand woelt, er een bijzondere attractie
bij gekregen voor zijn gasten.
Horizontaal: 1. orgaan; 3. vis; 7. parvenu;
9. watervogel; 10. roemen; 11. Engels bier;
13. insecteneter; 14. reis; 16. doorgang; 19.
telwoord; 21. verdriet; 22. besturen; 23.
rijtuig; 24. gil.
Verticaal: 1. krijgsmacht; 2. slot; 4. hou
ding; 5. wijze; 6. Bijb. figuur; 7. goochem;
8. oefenen; 11. berg; 12. wandversiering;
15. hoofddeksel 17. God van de oorlog; 18.
volgeling; 20. wreed heerser; 21. stelsel.
Oplossingen, uitsluitend per briefkaart,
dienen voor woensdag a.s. in ons bezit te
zijn.
OPLOSSING PUZZEL no. 55
Horizontaal: 1. gruwen; 6. Albertus; 13-
Wenen; 15. larie; 16. re; 18. Tiger; 19. aga;
20. ar; 21. die; 23. gul 24. K.R.O.; 25. ski;
26. egel; 28. las; 29. takt; 30. reder; 32.
air; 33. dames; 34. en; 35. vandaag; 38.
S.E.R.; 40. pre; 41. are; 44. roe; 46. ulsters;
49. me; 50. largo; 5.1. aas; 52. appel; 54.
Otto; 55. hap; 57. aera; 58. Leo; 59. kar;
60. pas; 62. nes; 63. 1.1.; 64. Gea; 65. maand;
67. n.t-; 68. eerst; 70. klerk; 72. gelasten;
73. slagen.
Verticaal: 1. Garderen; 2. uw; 3. wet;
4. enig; 5. negus; 7. 1.1.; 8. baars; 9. ergo;
10. Ria; 11. te; 12. sprits; 14. nel; 17. eigen;
20. akker; 22. eed; 24. karaats; 25. samen;
27. Leo; 28. Lia; 29. tas; 31. rap; 32. ade
laar; 36. N.R.U.; 37. Gré; 39. porto; 42 era;
43. belasten; 44. ratel; 45. ego; 47. sap; 48.
Spa; 49. meren; 50. lollig; 53. pen 55.
haast; 56. Vaals; 59. kers; 60. pak; 61. snel;
64. Gea; 66. dra; 68. el; 69. te; 71. kg.
PRIJSWINNAARS PUZZEL NO. 55
ƒ7,50: Mevr. De Groot, Van Wassenaer-
straat 31, IJmuiden.
5,W. P. J. Ente, Van Nesstraat 39,
Haarlem
2,50: C. van Accooy, Visserseinde 24,
Spaarndam.