SHIRLEY Samuel A. Cumminös levert tweedehands oorlogstuig tegen prijzen PANDA EN DE MEESTER-LEERLING op In Cadzand iedereen zoek naar „vondert" strand, haaietanden uit de prehistorie PUZZEL NUMMER 56 door Charlotte Brontë als centrum van de z.g. „kleine" wapenhandel Ons vervolgverhaal VRIJDAG 23 OKTOBER 1964 17 „Good £or war Paradegeweren 'sv y r.( fSP >A HOUWMJt HJWJ ■AJ* %}-■■■' j: IUWAWJJWWW 39) „Heel verstandig, neem ze vooral# drong zijn gastheer aan. Nu begon de heer Sykes tegen de heer Helstone te praten, die bij de haard stond met zijn schuithoed op zijn hoofd en die veelbetekenend naar hem keek met zijn kleine, scherpe oogjes. „U, mijnheer, als geestelijke", zei hij, „vindt het misschien onaange naam om tegenwoordig te zijn bij to nelen van drift en onrust, en ik mag wel zeggen, van gevaar; waarschijn lijk zullen uw zenuwen het niet kun nen verdragen; u bent een man des vredes, meneer, maar wij, fabrikan ten, die in de wereld leven en altijd in een maalstroom verkeren, worden zeer oorlogszuchtig. Er bestaat wer kelijk een blakende ijver, die opge wekt wordt door de gedachte aan ge vaar, waardoor mijn hart gaat bon zen. Wanneer mevrouw Sykes bang is, dat het huis aangevallen en dat er in gebroken zal worden zoals dat bij haar elke nacht het geval is word ik hevig opgewonden. Ik zou u, me neer, mijn gevoelens niet kunnen be schrijven; indien er iemand kwam dieven of wat dan ook geloof ik werkelijk, dat ik ervan genieten zou, zo ben ik nu eenmaal." Een buitengewoon harde, zij het ook korte en lage lach, die op geen en kele manier beledigend was, was het antwoord van de predikant. Moore had de heldhaftige fabrikant een derde glas willen opdringen, maar de geestelijke, die zelf nooit de grenzen van het fatsoen overschreed en even min toeliet, dat anderen dit in zijn bijzijn deden, hield hem tegen. „Tevredenheid is beter dan rijk dom, is 't niet, meneer Sykes", zei hij en de heer Sykes stemde toe, ging toen zitten en keek naar Joe Scott, die op een wenk van Helstone de fles verwijderde, met een gedwongen dom lachje om zijn mond en een spijtige glinstering in zijn ogen. Moore zag er uit alsof hij hem graag stomdronken had willen voeren. Wat zou een zekere jonge vrouw uit zijn familie hebben gezegd wanneer zij haar lieve, goede, grote Robert haar Coriolanus op dit ogenblik had gezien? Zou zij in dit boosaardige, bittere gezicht een gelijkenis hebben gezien met het ge laat waar zij met zoveel liefde tegen op had gekeken, dat de vorige avond met zulk een tederheid over haar heen gebogen was? Was dit de man die zo'n rustige avond met zijn zuster en zijn nichtje had doorgebracht zo minzaam tegen de ene en zo lief te gen de andere terwijl hij Shake speare las en naar Chénier luisterde? Ja, het was dezelfde man, maar van een andere kant gezien; een kant die Caroline nu nog niet goed kende, hoewel zij wijs genoeg was om het bestaan ervan te vermoeden. Nu ja, Caroline had ongetwijfeld ook haar fouten; zij was menselijk, en dus on volmaakt en indien zij Moore van zijn slechtste kant had leren kennen, zou zij zich dit waarschijnlijk hebben voorgehouden en hem verontschuldigd hebben. De Liefde kan alles veront schuldigen behalve Gemeenheid; maar Gemeenheid doodt de Liefde, ver lamt zelfs de Natuurlijke Genegenheid zonder Achting kan er geen ware Liefde bestaan. Met al zijn fouten kon men Moore toch achten; want hij had geen morele klierziekte in zijn geest, geen hopeloos bezoedelende smet zoals bijvoorbeeld die van leu genachtigheid; evenmin was hij de slaaf van zijn lusten; het bedrijvige leven, waarin hij geboren en geto gen was, had hem wel wat anders te doen gegeven dan de waardeloze jacht op genoegens; hij was een man die zijn waarde behouden had, een leerling van de Rede, niet een aan bidder van de Zinnen. Hetzelfde zou men van de oude Helstone kunnen zeggen: geen van tweeën zouden zij in gebaar, in gedachten of met woor den een leugen zeggen; voor geen van hen tweeën had die akelige zwarte fles, die zo juist weggezet was, enige bekoring; zij konden beiden met recht aanspraak maken op de trotse titel van „heer der schepping", want geen dierlijke ondeugd overheerste hen; zij waren innerlijk en uiterlijk de meerderen van de arme Sykes. Op de binnenplaats werd een ge loop en getrappel gehoord alsof er mensen bijeen kwamen, toen volgde een stilte. Moore liep naar het raam, Helstone volgde hem; zij stonden bei den aan één kant, de lange jonge man achter de korte oudere, en keken voorzichtig om een hoekje om niet van buiten gezien te worden; hun eni ge commentaar op wat zij zagen was een cynische glimlach, die hun beider strenge ogen wisselenden. Een inleidende oratorische kuch werd nu vernomen, gevolgd door een uitroep „Ssst!" blijkbaar bedoeld om het geluid van verscheidene stemmen te dempen. Moore opende zijn raam een paar centimeter om het geluid beter naar binnen te laten komen. „Joseph Scott" begon een snuiven de stem Scott stond op wacht bij de deur van het kantoor „zouden wij mogen vragen of je meester thuis is en of we hem spreken kunnen?" „Ja, hij is thuis!" zei Joe onver schillig. „Zou je dan, alsjeblieft" (nadruk op „je") zo goed willen zijn hem te zeggen, dat er twaalf heren zijn, die hem spreken willen". „Dan zou hij vast vragen waarom" gaf Joe in overweging. „Dat kan ik hem net zo goed meteen vertellen". „Voor een doel" was het antwoord. Joe kwam binnen. „Mijnheer, daar zijn twaalf heren, die u willen spreken, „voor een doel". „Goed, Joe; ik kom bij ze. Sugden, kom als ik fluit". Moore ging naar buiten, met een droog lachje. Hij liep de binnenplaats op met één hand in zijn zak en de andere in zijn vest, de rand van zijn pet diep over zijn ogen, zodat de ho nende glinstering bijna niet te zien was. Er stonden twaalf mannen op het erf te wachten, sommigen in hun hemdsmouwen, andere met blauwe schorten voor: twee van hen hadden een opvallende plaats in de voorhoe de. De ene, een vief, opschepperig mannetje met een wipneus; de andere een breed-geschouderde kerel, die zich niet minder door zijn uitgestreken ge zicht en katachtige, onbetrouwbare ogen als door een houten been en een stevige kruk onderscheidde. Er lag een sluwe trek om zijn mond, hij scheen in zijn vuistje te lachen om iemand of iets, zijn hele houding was alles behalve die van een oprecht man. „Goedemorgen, meneer Barra- clough", zei Moore joviaal, voor zijn doen. „Vrede zij met u!" was het ant woord: de heer Barraclough sloot zijn gewoonlijk half-dichte ogen geheel ter wijl hij dit zei. „Zeer verplicht; vrede is iets prach tigs; er is niets wat ik mijzelf meer toewens; maar dat is niet alles wat u mij te zeggen hebt, denk ik zo. Ik stel mij voor, dat vrede niet uw doel is?" „Wat ons doel betreft," begon Bar raclough, „dat klinkt misschien vreemd en misschien dwaas in uw oren, want de kinderen van deze we reld zijn wijzer in hun generatie dan de kinderen van het licht." „Ter zake, alstublieft, en vertel mij wat het is." „U zal het horen, meneer; as ik het niet voor mekaar krijg staan d'r nog elf achter me om me te helpen. Het is een groots doel en" (hier ver anderde zijn stem van een honende spot in een gejammer) „het is het eigenste doel van de Here, en dat is beter." „Wilt u 'n gift voor een nieuwe Me thodisten-kapel mijnheer Barraclough Als uw boodschap niet iets van die aard is, begrijp ik niet wat u er mee te maken hebt." „Daar dacht ik zo niet aan; maar daar de Voorzienigheid ertoe geleid heeft dat u het onderwerp ter sprake brengt, zal ik geen bezwaar maken om iedere kleinigheid, die u missen kan aan te nemen; de kleinste bijdra ge is welkom." Hierbij nam hij zijn hoed af en stak die naar voren als een bedelnap; ter wijl een onbeschaamde grijns op zijn gezicht verscheen. „Indien ik u een kwartje gaf, zou u het in drank omzetten". Het gebaar waarmee Barraclough zijn handen ophief en het wit van zijn ogen liet zien was slechts een schijnheilige komedie. (Wordt vervolgd) (Bijzondere correspondentie) IN HET DURE Brusselse hotel heerst enige discrete opwinding. Mensen informeren of Samuel A. Cummings al is aangekomen. Het is een naam die een leleboel mensen weinig zegt. Maar in vakkringen is men beter op de hoogte. Deze mister Cummings is een vermaard inkoper van wapens en een nog be- aamder verkoper. Hij weet overal ter wereld de beste koopjes te doen; hij heeft ook de beste afzetgebieden. Hij noemt de meeste hoofdofficieren van het Penta gon bij hun voornamen. Hij is voorts de man die de vrijwilligerslegers der Cu baanse patriotten van munitie voorziet, die wapens naar Katanga en naar Rhodesië levert en die zich niets aantrekt van de wapenboycot tegen Zuid- Afrika. Integendeel: hij is er blij mee, want de Zuidafrikaanse Unie betaalt hem natuurlijk voor zijn vriendelijke medewerking om ondanks die boycot toch oor- ogsmateriaal te leveren, een fikse extra provisie. Waar Cummings verschijnt, stijgen de prijzen voor tweedehands oorlogsmaterieel, want deze man kan over miljoenen dollars beschikken. Men fluistert dat hij over nog veel grotere be dragen kan beschikken, wanneer het erom gaat de minder officiële „acties van iet Pentagon te helpen slagen, zowel in Midden-Amerika als in Midden-Afrika en Zuidoost-Azië. 9 9 HET VOORNAAMSTE afzetgebied voor de leveranciers van de zg. „kleine oorlo gen" vormen die landen die militaire steun genieten. Dat zijn staten die courant oor logsmateriaal kunnen bekostigen met alles wat daarbij behoort en bij elkaar past. Dat laatste is namelijk belangrijk; want zelfs de kleinste Middenamerikaanse re publiek zal geen machinegeweer meer ko pen zonder vooraf garanties te hebben om trent de bijlevering van voldoende muni tie en vervangings-onderdelen. De wapen handelaren zelf bevoorraden zich in alle landen die modern bewapend willen blij ven en zich dus tijdig voorzien van het nieuwste oorlogstuig. Dat houdt in dat zij hun oude materiaal uitverkopen. Maar ook munitie dient na verloop van tijd te wor den opgeruimd omdat de betrouwbaarheid daarvan na zekere tijd vermindert. Die overjarige munitie kan ook worden door verkocht naar landen die daar behoefte aan denken te hebben, maar dit is een bedrijf met grote risico's. ss NEEMT U eens de Britse ex-majoor Turp. Hij koopt regelmatig Belgisch oor logsmateriaal in uit oude voorraden, ge merkt „good for war" (dat wil zeggen: nog bruikbaar). Daar is van alles bij en het wordt grof verkocht. Maar soms heeft hij tegenslagen zoals in het geval van de vijfduizend tweeduims mortiergranaten die hij van België overnam en doorverkocht naar Rhodesië. Ondanks alle officiële Bel gische certificaten waren de mortierbom- men niet meer „good for war", tenmin ste niet in Rhodesië. Dat kan veroorzaakt zijn door Rhodesië's klimaat, maar een dergelijk incident veroorzaakt majoor Turp wel veel onaangenaamheden. De koop werd geannuleerd en Turp moest terugbetalen... België is een centrum van de inter nationale wapenhandel. Een delegatie uit Saoedie-Arabië op zoek naar twintigdui zend Lee-Enfield karabijnen (zo geschikt voor kameelruiters vanwege hun korte loop) weet dat zij in Luik terecht kan. Daar worden vele wapens gerevideerd. Oude karabijnen worden er opgekocht te gen prijzen variërend van vijftig tot hon derdvijftig Belgische francs. De beste on derdelen worden eruit gesloopt en samen gevoegd tot bruikbare karabijnen, die als dan, „rebuilt", minstens tweeduizend francs elk opbrengen. MAJOOR TURP is overigens lang niet de enige leverancier der kleine oorlogen, die in België een goed jachtterrein vindt, wel is hij karakteristiek voor het métier. Hij was officier in het Britse leger, daar na militair attaché in Hongkong en in Pa rijs en weer later dook hij op als wapen deskundige in Korea, waar hij als taxa teur fungeerde van de enorme hoeveelhe den wapens die op de Noordkoreanen wa ren buitgemaakt. Op zijn briefpapier staat zijn naam boven een klein gegraveerd ka non. Tien jaar geleden werd hij verkoop leider van de firma Sterling, de grootste fabriek van stenguns ter wereld. Twee jaar geleden werd hij medeoprichter en fir mant van de firma Intor, een Engelse firma die zich bezighoudt met de handel in handvuurwapens in alle soorten. In de ze functie kwam Turp naar België, waar nog altijd enorme wapenvoorraden te vin den zijn uit eigen voorraden en uit landen die hun surplus voor dumpprijzen naar België hebben gezonden. Majoor Turp en zijn compagnons hebben slechts één ethi sche stelregel: Vóór we wapens verkopen aan wie dan ook, onderzoeken wij altijd nauwlettend of ze in dezelfde richting schieten als de geweren van de Britse soldaten! De Belgische regering probeert een wa kend oog te houden op deze handel maar zij slaagt er niet altijd in. na te gaan waar de wapens heengaan. De grote Bel gische wapenfabrieken werken alleen met officiële opdrachten, maar ook in hun de biet zijn er schokken. De nieuwe Afrikaan se staten betrekken hun wapens in prin cipe altijd uit Frankrijk, maar soms drei gen daar stakingen of andere moeilijkhe den en dan moeten er haastig wapens uit België komen. Want karakteristiek voor al die nieuwe staten is, gelijk Sam Cum mings ons zei: „Iedereen wil een geweer hebben!" In de afgelopen twintig jaren was iedere nieuwe staat er allereerst op uit, zich van de „nodige" wapens te voor zien. Voorbeelden zijn Congo en Cyprus, waar alle wapens welkom zijn en waar men niet zo scherp op kwaliteit let. Hoe scherper de internationale controle des te beter z\jn de prijzen die de wapen handelaar kan bedingen. Officiële afge vaardigden komen wapens en munitie ko pen en als zij voldoende legitimaties heb ben kunnen zij overal terecht. Er zijn ech ter maar al teveel opkopers voor landen in Afrika, het Midden-Oosten en het Verre Oosten, die geen enkele machtiging heb ben, die nergens terecht kunnen bij de officiële wapenindustrie in Engeland, Frankrijk en de Verenigde Staten, en die dus aangewezen zijn op de tweedehands- markt, waar zij eersteklas prijzen voor derderangs materieel moeten betalen. De vraag naar dit materieel is zeer groot, niet alleen voor Cubaanse vrijheidsstrij ders, maar ook voor de vele legertjes van alle richtingen in Zuidoost-Azië, die oor logsmaterieel nodig hebben om zichzelf prestige te verzekeren. WAT ER op de wapenmarkt allemaal te koop is, zou voldoende zijn voor een kleine wereldoorlog. De onderontwikkelde gebieden hebben belangstelling voor alles. Stenguns uit de tweede wereldoorlog gaan vommm nog altijd grif weg, evenals Mausergewe ren model 1938, mortieren en veldgeschut en mitrailleurs van vóór 1940, Hispanoka- nonnen uit 1936 en Meteoorstraaljagers an no 1950. Het is tekenend dat ook Engeland oude wapen- en munitievoorraden spuit via de Belgische kanalen. Er is geen betere markt om oud materieel kwijt te raken dan België, zegt men in Whitehall. Voor België is het profitabele affaire; men ver dient aan de uitvoer, de doorvoer, de in voer en de handel. Van overheidswege pro beert men een scherpe controle te oefenen op deze handel, maar het is lang niet al tijd doenlijk om precies na te gaan of wapens die via stromannen en gefingeer de „vrienden" naar b.v. Macao, Saigon, Hanoi, Bangkok of Hongkong verzonden worden, ook werkelijk in handen komen van lieden die van plan zijn „in de goede richting te schieten." EEN WILLIG afzetgebied vormen ook de ontwikkelingsgebieden wier heersers veelal dol zijn op „vuurwerk". Paradege weren voor een nieuwe Afrikaanse repu bliek, waarmee niet eens echt geschoten kan worden, brengen soms meer geld op Samuel Cummings, in wapens engros, gebruikt, gerevideerd of nieuw, offi cieel, officieus of zwart wat had u gehad willen hebben? dan scherpscKütterskarabijnen voor guer rillastrijders van welke richting ook. In een van de nieuwe Afrikaanse staten pa radeert het leger met geweren, die met hun gladhouten gepolijste kolven en blauw glanzende geweerlopen een lust voor het oog zijn, maar waaraan de grendels ont breken. En ook zulke extreme wensen kan Sam Cummings vervullen: hij hoeft er alleen maar voor naar Brussel te vliegen. Hij hoeft zijn komst aldaar zelfs niet aan te kondigen; de mensen van het vak hebben hun tipgevers; zij weten wanneer hij in Pa lace aan de Noordplaats arriveert en ko men prompt met hun aanbiedingen. Sedert de slag van de Varkensbaai is hij de groot ste free-lance-wapenaankoper ter wereld, alsook de grootste inkoper voor alle parti culiere organisaties die op een of andere wijze de Amerikaanse belangen in het bui tenland dienen. Daarom weet iedereen het; als Sam Cummings in Brussel komt, stij gen de prijzen voor alles waarmee ge schoten, gestoken of gevlogen kan worden! CO?. TOONDE» STUDIO» 57. „Ik zoek iets bijzonders", sprak Joris, de juwe lierszaak binnenschrijdend. „Daarom zou ik gaarne uw hele collectie eens zien". „Met genoegen, edele heer", antwoordde de juwelier buigend. „Ik heb een uitgebrei de collectie, waarin u ongetwijfeld uw keuze zult vin den". „Ik hoop het", mompelde Joris. „Ziedaar," ver volgde de handelaar, trots zijn kostbaarheden uitstal lend. „Wat zegt u van deze dasspeld? En hier: Zag u ooit schoner manchetknoopjes dan deze dichtwerkjes in smaragden en robijnen?" Het was allemaal erg mooi en kostbaar, doch ditmaal had Joris hier geen oog voor. De meestersteen was er niet bij en dat stelde hem te leur. „Het is niet wat ik zoek", zei hij. „Is het mis schien voor een dame?" vroeg de juwelier. „Dan heb ik hier een heerlijk paarlencollier. En wat zegt u van deze kostbare broche: een veertig karaats negenoog in goud gevat?Niet? Maar, edele heer wat zoekt u dan?" „Heeft u niet een ronde, glasachtige steen?" vroeg Joris, voorzichtig zijn woorden kiezend. „Een. eb.... een soort stuiter?" „Een stuiter?!" herhaalde de handelaar verontwaardigd. „Meneer! Hoe haalt u het in uw hoofd, om speelgoed in dit bedrijf te zoeken?" „Ik moet de steen bij een juwelier zoeken. dacht Panda, die op dat moment haastig zijn huis verliet. „Tjonge, ik hoop maar, dat hij hem intussen nog niet verkocht heeft!" zitten en woelen voorzichtig met een schepje de bovenlaag van het strand om. Soms bedraagt de buit twee of drie in complete haaietanden, een andere keer treft men twintig gave exemplaren. De zee is grillig met haar geschenken. HET IS ongeveer tien jaar geleden dat de eerste haaietanden werden gevonden op het strand bij Cadzand. De wetenschappe lijke verklaring voor de aanwezigheid van deze fossielen is dat de zee de oude aard lagen van het Tertiair (10-60 miljoen ja- (Van onze correspondent) CADZAND. „Edelstenen van Cadzand", zo worden de miljoenen jaren oude haaietanden genoemd, die de zee ter plaatse naar het strand spoelt. De vakantiegids van deze Zeeuws-Vlaamse badplaats vermeldt het haaietanden zoeken als een attractie, welke geen ander strand in Nederland kan bieden. Wie in Cadzand is gaat daarom op jacht en tientallen badgasten nemen deze sieraden van de zee mee naar huis om ze naar de zilversmid te brengen die er een hangertje van maakt. Natuurlijk kan men in de souvenirwinkels en bij juweliers in Zeeuws-Vlaanderen zon halskettinkje met super-antieke versierselen kopen voor een tientje heeft men al een mooi exemplaar maar liever vindt men deze tanden zelf. Het is een sport, die vele boeit. DE ZEE bij Cadzand blijft maar haaie tanden naar het strand spoelen. Ongeveer tien jaar geleden werden ze voor het eerst ontdekt. Nu zijn er verzamelaars, die duizenden exemplaren hebben en die er ook wel een paar willen verkopen, want de zee blijft scheutig. Zij gaan voor al op jacht als de tenten en caravans zijn verdwenen en de pensions leegstaan. Dan hebben ze het rijk alleen om te speu ren langs de schelplijn naar de zwart grijze tanden, die de branding op het strand achterlaat. Ze zijn er helemaal niet geheimzinnig mee als de badgasten vragen waar en wanneer je moet zoeken. Hun tijd komt toch wel weer als de na jaarsstormen de grootste exemplaren doet aanspoelen en dan zijn de meeste kapers weg van de kust. Vanaf hotel Noordzee tot de Belgische kust, met name bij het zwin, waar eeuwen geleden de koopvaar ders van de middeleeuwse handelsmetro pool Brugge zee kozen, heeft men de meeste kans. Hier bevindt zich een dik schelpenpakket op het strand, waartussen men vrijwel steeds met succes haaietan den kan vinden of stukjes ervan. De beste tijd is kort na hoog water. De haaietan den worden tegelijk met de schelpen mee gevoerd. De kleine tanden vaak prach tig gitzwarte exemplaren met „baardjes" aan de wortel liggen hoog op het strand, de grote exemplaren vindt men soms in het water. Soms blijven ze op het natte zand liggen, maar worden bij de volgende golf ondergespoeld. JONG EN OUD ziet men bij minder goed strandweer de trappen afdalen als de ge tij tafel aangeeft dat de vloed zijn hoogste punt achter de rug heeft. Langs de schelp- lijn, over een afstand van een kilometer bij het zwin, ziet men dan overal groep jes haaietanden-zoekers. Ze bewegen zich bukkend voort, grijpen nu en dan in de schelpen of het zand en speuren van links naar rechts. Hun ogen doen pijn van het zoeken. De schelplaag geeft niet zo gauw zijn geheimen prijs en er zijn hon derden stukjes zwarte schelp, die bedrieg lijk veel op een haaietand lijken als men er niet met het gezicht vlak op zit. An deren kiezen een plekje uit, gaan er bij ren geleden) heeft blootgewoeld. Deze mil joenen jaren oude aardlagen liggen bij Cadzand slechts enkele meters beneden N.A.P. Naar het noorden hellen ze steeds dieper af en daarop heeft de zee geen greep. Er is ook een andere „verklaring", wel ke in de kringen der biologen echter met skepsis wordt beoordeeld, maar die een succesrijke haaietanden-zoeker ons vertel de: hij zei dat haaien evenals olifanten een bepaalde plek opzoeken als zij hun ein de voelen naderen. In de Noordzee niet ver van Cadzand moet zich zo'n massagraf van prehistorische haaien bevinden. Een andere verzamelaar is van oordeel dat de reusachtige havendam van Zeebrugge de stroming van de zee heeft verlegd, waar door niet alleen de stranden bij Oostende en Knokke kleiner worden, maar die er ook de oorzaak van is dat de zee bij Cad zand nieuwe (of liever heel oude) aard lagen blootspoelt. Hoe het ook zij, Cadzand heeft, behalve het Belgische radioschip Uilenspiegel, dat zich steeds dieper in het strand woelt, er een bijzondere attractie bij gekregen voor zijn gasten. Horizontaal: 1. orgaan; 3. vis; 7. parvenu; 9. watervogel; 10. roemen; 11. Engels bier; 13. insecteneter; 14. reis; 16. doorgang; 19. telwoord; 21. verdriet; 22. besturen; 23. rijtuig; 24. gil. Verticaal: 1. krijgsmacht; 2. slot; 4. hou ding; 5. wijze; 6. Bijb. figuur; 7. goochem; 8. oefenen; 11. berg; 12. wandversiering; 15. hoofddeksel 17. God van de oorlog; 18. volgeling; 20. wreed heerser; 21. stelsel. Oplossingen, uitsluitend per briefkaart, dienen voor woensdag a.s. in ons bezit te zijn. OPLOSSING PUZZEL no. 55 Horizontaal: 1. gruwen; 6. Albertus; 13- Wenen; 15. larie; 16. re; 18. Tiger; 19. aga; 20. ar; 21. die; 23. gul 24. K.R.O.; 25. ski; 26. egel; 28. las; 29. takt; 30. reder; 32. air; 33. dames; 34. en; 35. vandaag; 38. S.E.R.; 40. pre; 41. are; 44. roe; 46. ulsters; 49. me; 50. largo; 5.1. aas; 52. appel; 54. Otto; 55. hap; 57. aera; 58. Leo; 59. kar; 60. pas; 62. nes; 63. 1.1.; 64. Gea; 65. maand; 67. n.t-; 68. eerst; 70. klerk; 72. gelasten; 73. slagen. Verticaal: 1. Garderen; 2. uw; 3. wet; 4. enig; 5. negus; 7. 1.1.; 8. baars; 9. ergo; 10. Ria; 11. te; 12. sprits; 14. nel; 17. eigen; 20. akker; 22. eed; 24. karaats; 25. samen; 27. Leo; 28. Lia; 29. tas; 31. rap; 32. ade laar; 36. N.R.U.; 37. Gré; 39. porto; 42 era; 43. belasten; 44. ratel; 45. ego; 47. sap; 48. Spa; 49. meren; 50. lollig; 53. pen 55. haast; 56. Vaals; 59. kers; 60. pak; 61. snel; 64. Gea; 66. dra; 68. el; 69. te; 71. kg. PRIJSWINNAARS PUZZEL NO. 55 ƒ7,50: Mevr. De Groot, Van Wassenaer- straat 31, IJmuiden. 5,W. P. J. Ente, Van Nesstraat 39, Haarlem 2,50: C. van Accooy, Visserseinde 24, Spaarndam.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 17