Gemeenteopbouw in onze provincie
Studie over Joseph Scaliger
Uitgave van Macé's rijmbijbel
KORT NIEUWS
Circusdominee
Lachende kerk
Ds. P. J. de Geeter nieuw ^full-timer"
voor Nederlands hervormde kerk
Structuurverschuiving
Osservatore prijst
de Nederlanders
Dr. Bijlefeld hoogleraar
Bezoek uit Bali
Historische waarden
Gesprek met Rome
In je vermogen ligt om mee te werken
aan dat ideaal: de wereld als het ter
rein van de gemeente. We moeten le
ven vanuit een eindvisioen".
Ds de Geeter blaakt van enthousias
me om zijn werk te beginnen. „Ds.
Klein Wassink heeft prachtig werk ver
richt en vele problemen tot een op
lossing gebracht. Maar er zijn weer
tal van nieuwe problemen gerezen. De
kerk moet met de tijd meegaan. Er
zijn enorme structuurverschuivingen.
Hoe houd je dat bij in IJmuiden, in
Haarlem, in Amsterdam? Tuinbouw-
arbeiders trekken als pendelaars naar
de Hoogovens, het platteland wordt ont
sloten.
De continu-arbeid verandert de huise
lijke omstandigheden. Maar moet zij
ook niet van invloed zijn op de organi
satie in de gemeente? Ik zou me kun
nen voorstellen en ook dit is nog
maar een idee dat een kerkeraad
tegenwoordig anders moet worden sa
mengesteld dan vroeger, toen ouder
lingen vrome mannen waren, die op
huisbezoek gingen. Zou men nu niet de
maatschappelijke groepen tot uiting
moeten laten komen? Bijvoorbeeld een
pendelaar, een huisvader, een onder
wijzer, een boer? Het zijn allemaal vra
gen, die van deze tijd zijn. We moeten
er aandacht aan besteden, struisvogel
politiek is uit de boze. We moeten in
gaan op het probleem, hoe het moet
met ons patroon van zes dagen werken
en zondags naar de kerk. De kerk moet
vragenderwijs in het dienstbetoon
staan.
„Weet u, ik maak me niet zo vrese
lijk ongerust over Noord-Holland. De
kerk heeft er een geweldige aanhang
verloren, ze moet opnieuw in een ge
seculariseerde wereld haar plaats vin
den. Wat hier gebeurt is exemplarisch
voor wat men elders over 25 jaar zal
ondervinden. Maar als we ons open
stellen voor de vragen kon vanuit
Noord-Holland de victorie wel eens
beginnen".
De ontwikkelingen in het concilie wor
den met levendige belangstelling ge
volgd door de Nederlanders. Aldus
schrijft de Osservatore Romano van 30
september. Daarbij valt op, zo vervolgt
het blad, hoe de Nederlandse katholieke
pers aandacht besteedt aan oecumeni
sche onderwerpen. Dit is een bewijs van
de vitaliteit van de katholieke kerk in
Nederland, aldus de Osservatore. Het
blad zegt dit in een uitvoerig verslag
van de in juni in Den Haag gehouden
viering van de eerste verjaardag van
de kroning van paus Paulus.
Het sanatorium voor tuberculose te
Pakem bij Djokjakarta in Indonesië
krijgt weer een Nederlandse longarts.
Het is dokter Paula Elshove, die ook
vroeger reeds longarts was aan dit
sanatorium. Zij wordt uitgezonden door
de zending van de gereformeerde ker
ken in Nederland. De laatste jaren
werkte zij, eveneens in opdracht van
de gereformeerde zending, in het United
Christian Hospital te Karachi in West-
Pakistan.
Een vooraanstaande lutherse theo
loog heeft in Reykjavik geëist dat het
protestantisme de uitdaging van het
Vaticaans concilie zal beantwoorden
met een algehele vernieuwing van de
geest binnen de protestantse kerken.
De theoloog, dr. Vilmos Vajta, was
één van de lutherse waarnemers bij de
tweede zitting van het concilie.
Deze nieuwe r.-k. kerk van Beckenham
Hill te Beckenham, Londen, die juist is
ingewijd, doet sterk denken aan een
middeleeuws fort en symboliseert de
onverwoestbaarheid van het christelijk
geloof. De muren zijn van baksteen, het
dak is van hout en het wordt doorboord
door de scherpe punten van de lantaarn,
uitgevoerd in metaal. Binnen staan de
banken in cirkels om het altaar, dat in
het midden is geplaatst. De kerk is ge
wijd aan de H. Augustinus.
Dr. W. A. Bijlefeld, die sinds 1959 als
Islamspecialist in Jos (Noord-Nigeria)
werkzaam is geweest, zal daarheen niet
terugkeren. Hij is benoemd tot hoogle
raar aan de universiteit van Ibadan
(West-Nigeria). Met drie islamitische
collega's, één uit Nigeria, één uit Soe
dan en één uit Engeland, zal hij daar
college geven in islamologie.
Tevens zal dr. Bijlefeld de leiding op
zich nemen van een instituut voor Is-
lam-studie, dat door de kerken van
west-Afrika in Ibadan zal worden ge
sticht. Aan dit instituut zullen jonge
predikanten en theologen zich voorbe
reiden op hun arbeid in moslimse gebie
den. Men hoopt in Afrika, dat de her
vormde zending spoedig een tweede is
lam-specialist kan zenden om het werk
van dr. Bijlefeld in Noord-Nigeria voort
te zetten. Aldus meldt de raad voor de
zending van de Nederlandse hervormde
kerk.
De vicaris van Chideock, Dorset, de
rev. dr. Ronald Omand, heeft al zijn
vrije tijd in de laatste vijfentwintig
jaar besteed aan de circusmensen. Hij
zegent de artiesten, trouwt of doopt ze
en geeft de kinderen godsdienstonder
richt. In de verre omtrek is hij bekend
als de „Circusvader". Op de eerste foto
zegent hij de koningmast, die de grote
tent overeind houdt, op de tweede foto
ziet men hoe hij gedurende zijn bezoek
aan een circus een ritje maakt in een
„wildwest"-wagen.
„De lachende kerk", uitgave van G3
te Ubbergen, bevat in de rubriek Pa
rochienieuws tal van opmerkelijke „af
kondigingen". Een greep hieruit:
Evenals vorige week is het vandaag
de jaarlijkse collecte voor de kerk.
De achterste banken komen het eerst
naar voren, daarna de stoeltjes en dan
het koor.
Dinsdag trouwt onze sociale werkster
met drie heren. Komt allen!
Vanwege de kindsheid heeft pastoor
deze week geen spreekuur.
Zij die aan de voetwassing deel
nemen worden verzocht eerst thuis hun
voeten te wassen.
Ook al geldt het toegangsbewijs voor
de parochieavond zowel voor jongens
als voor meisjes, het is daarom nog
geen vrijbrief.
Wegens een sterfgeval is het kerkhof
deze week gesloten.
Zij, die voornemens zijn een christe
lijk huwelijk aan te gaan worden
voortaan achter in de kerk aange
slagen.
In Oegstgeest zijn, gezonden door de
ken verder mee dr. F. F. Blok, die een
studie over Isaac Vossius maakt, pater
drs. C. Rademaker, die hetzelfde doet
ten aanzien van Gerard Vossius en drs.
P. Tuynman, wetenschappelijk mede
werker aan het instituut voor Neder
landse taal- en letterkunde aan de uni
versiteit van Amsterdam en medewer
ker aan de P.C.Hooft-editie.
Mochten er particulieren zijn, die in
hun verzamelingen bescheiden hebben,
gedrukt of ongedrukt, die nuttig zouden
zijn voor het centrum, dan kan men
zich in verbinding stellen met drs.
Bruehl, Prinsengracht 385-395, Amster
dam-C.
Drs. Bruehl, die een subsidie heeft
ontvangen van de Nederlandse organi
satie voor zuiver-wetenschappelijk on
derzoek, heeft al een onderzoek van
enige maanden gedaan in de Biblio-
thèque Nationale en in het Institut de
France in Parijs.
Hij hoopt zijn onderzoek in het begin
van 1965 voort te zetten en wel in
Parijs, Bordeaux en Agen sur Geronne,
waar Scaliger op 5 augustus 1540 als
zoon van de vermaarde arts en huma
nist Julius Caesar Scaliger werd ge
boren.
Joseph Justus Scaliger ging op negen
tienjarige leeftijd naar Parijs, waar hij
zich vooral door zelfstudie ontwikkelde
tot een meester in het Grieks en tot
een groot kenner van het Hebreeuws,
het Arabisch en verschillende oosterse
talen.
Na de Bartholomeusnacht (1572)
week hij uit naar Genève, waar hem
een lectoraat werd opgedragen. Vervol
gens hield hij weer twintig jaar ver
blijf in Frankrijk, waar hij enige werken
schreef, die voor de ontwikkeling van
de filologie van grote betekenis zijn ge
weest.
Scaliger gaf zich er als eerste reken
schap van, dat de oude geschiedenis
niet alleen die van de Grieken en
Romeinen was, maar ook die van de
joden en andere volken. In een groot
werk „De emendatione temporum" gaf
hij een bloemlezing van al wat in de
voor hem bereikbare bronnen over de
tijdrekening van alle oude volkeren aan
materieel voorhanden was.
Niet onvermeld mag blijven zijn in
vloed op de „Pleiade" en zijn contact
met de joden, voor wier godsdienstvrij
heid hij een lans brak.
In 1952 kreeg hij een officiële uitno
diging uit Leiden om een post aan da
universiteit aldaar te komen vervullen.
Hoewel hij vrijgesteld werd van het
geven van colleges, werd zijn huis een
verzamelpunt van studenten. Menig
jong talent is vroegtijdig door hem op
gemerkt, zoals Daniël Heinsius, Hugo
de Groot en Willebrord Snellius.
In zijn Leidse jaren heeft hij enorm
veel gestudeerd en gepubliceerd. Hij
overleed in Leiden op 21 januari 1609.
Zijn stoffelijk overschot werd in de
Waalse kerk aldaar begraven en toen
dit bedehuis in 1819 werd afgebroken,
bracht men het over naar de Pieters
kerk.
kerk van Bali op uitnodiging van de
hervormde zending, de heer en me
vrouw Soesetya-Reksasiswaja gearri
veerd. Zij zullen ongeveer een half
jaar in Nederland blijven.
De heer Soesetya, die vroeger inspec
teur was voor de lichamelijke opvoe
ding op de Kléine Soenda-eilanden, stel
de zich in 1956 beschikbaar als direc
teur van een door de kerk opgerichte
muloschool in Denpasar. De heer en
mevrouw Soesetya willen in Nederland
studie maken van een aantal proble
men betreffende onderwijs, jeugd en
sport. Hun komst is financieel mogelijk
gemaakt door de jeugdactie „Wij doen
mee" in de classes Rotterdam en Den
Haag.
Drs. C. M. Bruehl, wetenschappelijk
medewerker van de Erasmuscommis-
sie van de koninklijke academie van
wetenschappen, gaat een dissertatie
schrijven over de jeugd van de bekende
humanist Joseph Justus Scaliger, en
een verzameling jeugdbrieven van Sca
liger het licht doen zien.
De verzamelde gegevens zullen te
vens ten goede komen aan een docu
mentatiecentrum over bekende huma
nisten, hetzij Nederlanders, hetzij bui
tenlanders die in ons land hebben ge
werkt. Hierbij wordt allereerst gedacht
aan de correspondentie, die deze men
sen met tijdgenoten hebben gevoerd en
aan brievne, die zij hebben ontvangen.
Aan het documentatiecentrum wer-
(Van onze redacteur geestelijk leven)
„De gemeente-opbouw in Noord-
Holland boven het Noordzeekanaal
zal een van mijn voornaamste zorgen
zijn". Dat zegt ds. P. J. de Geeter, die
zich als „full timer" gaat wijden aan
de problemen die er op dit gebied in
onze provincie liggen. In de kapel-
kerk te Alkmaar is hij bevestigd door
ds. Klein Wassink, die twintig jaar
lang werkzaam is geweest in de pro
vincie Noord-Holland.
„Toen ds. Klein Wassink begon, wa
ren er veel vacatures in de provincie"
zegt ds. De Geeter, die nu nog in Hil
versum woont, maar zich spoedig in
Castricum zal vestigen. „Er zijn toen
zodanige combinaties gevormd, dat het
aantal vacatures sterk verminderde.
Maar daarmee zijn alle problemen nog
lang niet opgelost. Er zijn combina
ties van verschillende dorpen, de groot
ste telt er zelfs zeven. Dat gaat niet
altijd even soepel. Denk u eens in: ze
ven kerkeraden, zeven diaconieën en
een jonge dominee!"
Het „dorpisme" is volgens ds. De Gee
ter het grootste probleem. „In deze tijd
is het uit den boze. We denken in we
reldbeelden, en dan is het niet goed
meer denkbaar, dat de dorpen met hun
streven naar zelfstandigheid de gemeen
te-opbouw belemmeren. Ik geloof dan
ook, dat we van de combinaties samen
voegingen zullen moeten maken, al zal
dat natuurlijk niet gemakkelijk gaan.
Ik heb zelf zo'n geval meegemaakt in
mijn eerste gemeente Ommerlander-
wijk-Zuidwending. Twee dorpjes, ieder
aan zijn eigen vaart Waar moest de
dominee nu wonen? Er kwam een op
lossing: de voorganger kreeg een huis
tussen de twee dorpen in en van bei
de dorpen werd een pad gegraven naar
de pastorie. Een handige oplossing,
maar toch niet de ideale oplossing, die
ik voor de problemen in Noord-Holland
voor ogen heb."
Ds. De Geeter, die later voorganger
werd in Zwaagwesteinde, Deventer
(„boeiende problemen van een kleine
stad, waar de samenwerking tussen
de richtingen in de kerk goed werd ver
wezenlijkt") en Hilversum (als opvol
ger van de r.k. geworden ds. Loos), heeft
al veel met de problematiek in Noord-
Holland te maken gehad. Hij was tot
nu toe voorzitter van de provinciale
kerkvergadering en is tevens secretaris
van de provinciale diakonale commis
sie.
Zijn nieuwe functie zal een advise-
serende zijn. „Dat zal wel wennen
worden. Als voorzitter van de provin
ciale vergadering kon ik in samen
werking met het bestuur natuurlijk
besluiten nemen, nu word ik er op
uitgestuurd. De provinciale vergade
ring vraagt mij om advies over een of
ander probleem, en dan ga ik er op
af. Het kan dus gebeuren dat ik dan
een oplossing vind, maar moet con
stateren, dat de vergadering er niet
aan wil. Maar dat duiken in de pro
blemen lijkt mij toch wel fascinerend
werk".
Ds. Geeter heeft voor zijn werk de
beschikking over een bureau, het pro
vinciale bureau van de Nederlands her
vormde kerk, dat is gevestigd in Alk
maar (Park 33).
Maar veel zal afhangen van een goe
de samenwerking met de kerkelijke or
ganen in de provincie, die naar zijn
mening niet altijd verantwoord zijn sa
mengesteld.
„De moeilijkheid is, dat men aan de
ene kant naar vernieuwing wil streven,
maar van de andere kant de histori
sche waarden probeert te handhaven.
Neem nu de classis Edam, een oude
classis, die opnieuw is gevormd. Ze be
staat uit Zaanstreek en Waterland,
maar dit zijn twee totaal verschillen
de gebieden. Moeten we nu niet over
wegen de grenzen te veranderen en de
Zaanstreek naar het Hoogovengebied
overhevelen Dat zijn van die vragen
die om beantwoording schreeuwen.
Maar let wel, ik kan hier geen beslis
sing nemen, ik adviseer slechts.
Het is trouwens niet wel mogelijk om
nu al een vastomlijnd beeld te geven.
Dat kan pas in de loop van de jaren
groeien. Maar het is wel zeker, dat
je in deze dingen altijd vooruit moet
denken om de kerk niet achter te la
ten blijven bij de ontwikkeling. Neem
de Bijlmermeer. Als men daar met
het bouwen gaat beginnen, moet de
kerk er ook klaar voor zijn."
Ds de Geeter vindt, dat er al heel
wat is verbeterd in Noord-Holland. Het
werk van ds. Klein Wassink is daarbij
een enorme stimulans geweest. De pro
vinciale kerkvergadering is in de loop
der jaren veel sterker uit de verf ge
komen.
"Het was eerst een bestuurtje, maar nu
is het echt een provinciaal geheel ge
worden. Toen waren er negen leden, nu
vierentwintig". Daarnaast zijn er nog
hele ploegen provinciale werkers. De
kerk is hier echt aan het werk. Noord-
Holland werd wel een „donkere provin
cie" genoemd. De seculuarisatie was er
groot. Maar diezelfde problemen gaan
zich nu toch elders ook voordoen. En
het gevolg is toch ook geweest dat juist
door de sterke onkerkelijkheid 'n krach
tige kern is overgebleven, die hard
aan het werk is gegaan.
Ik hoef maar te wijzen op de aan
stelling van een predikant voor maat
schappelijk werk (ds. Van der Graaf
in Heiloo) en van een wika voor jeugd
werk. Op het vormingscentrum De Haaf
en op het stichten van regionale streek-
centra. En het werk blijkt aan te slaan.
Er is activiteit in de gemeenten, maar
we moeten dit van bovenaf bevruchten.
We moeten de m ogelijkheden bieden
voor een verdergaande opbouw van de
gemeenten. Knelpunten moeten worden
weggenomen, en ik hoop daar een aan
deel in te kunnen hebben".
Zoals gezegd is, ds. De Geeter
heeft in Hilversum ds. Loos opge
volgd. De vraag kan niet uitblijven:
„Hoe staat u nu tegenover de
rooms-katholieke kerk?".
Ds. De Geeter heeft niet zoveel illu
sies, dat er spoedig iets belissends zal
gebeuren in het gesprek met Rome.
„Maar dat we moeten blijven samen-
spreken is zeker. Ik zie het eigenlijk
zo, dat de hervorming nooit af is ge
maakt. Luther heeft de kerk willen her
vormen, maar hij heeft de kans niet
gekregen tot het einde door te gaan.
Dit vervolg van Luther's werk begint
nu pas weer op gang te komen.
Voor de oecumenische koorts, waar
toe sommigen geneigd zijn, voel ik ech
ter niets. Deze wildwest kan alleen ver
warring en teleurstelling geven. Oecu
mene betekent „hele wereld". We moe
ten de eenwording van de kerk ten
dienste van de gehele wereld stellen,
minder mag niet. Maar juist dan wordt
het ons duidelijk hoe futiel sommige
problemen in Noord-Holland zijn. Als
we dat grote perspectief voor ons zien
moet het mogelijk zijn tal van interne
problemen op te lossen.
Ik geloof dat dat de juiste aanpak
is: met het apparaat van nu doen wat
Onder leiding en met medewerking
van dr. J. R. Smeets, lector in de ge
schiedenis van de taal en de letterkun
de der Franse middeleeuwen aan de
rijksuniversiteit in Leiden, is een equi
pe van studenten en oud-studenten aan
deze universiteit bezig de rijmbijbel van
Macé de la Charité (dertiende eeuw)
uit te geven.
Met de uitgave van deze rijmbijbel
waarvan de oorspronkelijke tekst be
waard is gebleven in één enkel hand
schrift, dat zich in de bibliothèque na
tionale in Parijs bevindt zullen onge
veer zes jaar gemoeid zijn. De rijm
bijbel zal in zeven delen verschijnen en
elk deel zal de complete bijbeltekst van
de daarin voorkomende boeken bevat
ten, voor zover mogelijk voorzien van
varianten uit een handschrift uit Tours
dat in juni 1940 bij oorlogshandelingen
verloren is gegaan.
In elke aflevering zal men kritische
aantekeningen aantreffen, alsmede een
register met namen, een verklarende
woordenlijst en een bibliografie. Indien
dit voor de duidelijkheid gewenst is,
zal ook de tekst van de voornaamste
bron van deze rijmbijbel worden weer
gegeven, namelijk de Aurora van de
kanunnik Petrus Riga, die in de twaalf
de eeuw in Reims leefde.
Ook zullen andere, door Macé gebruik
te bronnen worden vermeld, onder an
dere Flavius Josefus. Wat Petrus Riga
betreft, deze schreef een „Biblia ver-
sificata", welke in januari van het vol
gend jaar in België uitkomt, verzorgd
door Paul E. Beichner C.S.C., hoogle
raar aan de universiteit van Notre Da
me in Notre Dame (Verenigde Staten).
Zolang deze eerste volledige Aurora-
editie, welke voor de Westeuropese lit
teratuur van de twaalfde en dertiende
eeuw van grote importantie is geweest
en onder meer waarschijnlijk invloed
heeft gehad op de rijmbijbel van Jacob
van Maerlant, nog niet van de pers is,
zullen dr. Smeets en zijn medewerkers
zich baseren op een handschrift uit de
stads-bibliotheek in Brugge. Het eerste
deel van Macés rijmbijbel, dat de boe
ken Genesis en Exodus omvat en door
dr. Smeets zelf bewerkt is, verschijnt in
1965. Voorts zij vermeld, dat dr. H. C.
M. van der Krabben, als lid van de
equipe, enige maanden geleden in de
vorm van een dissertatie de boeken
Ruth, Judith, Tobias, Esther, Daniël en
Job heeft gepubliceerd, dit dank zij
een subsidie van de Nederlandse orga
nisatie voor zuiver-wetenschappelijk
onderzoek.