Troebele emoties werken in het zuiden voor de Republikeinen Geldschieter wordt een geldsmijter genoemd IW Aiphenaar Eindhovens nieuwe schouwburg in crisis door falend beheer „Noodploeg" vecht tegen lege zalen en technische gebreken REIS DOOR GOLDWATERLAND Havenwachter ontslagen wegens beledigend gedicht Haarlems Gemengd Koor in de Nieuwe Kerk Bouw van mytylschool in Haarlem kan zeer binnenkort beginnen HEIN JORDANS WOEDEND NA CONCERT „MAD": een zeer lacherig tijdschrift WOENSDAG 28 OKTOBER 1964 6 Feodaal Ziekteverschijnsel Ontnuchterend Slokop „Mensen op weg" verlengd KRUISWEG 47-49 HAARLEM TELEFOON 11532 Noodploeg (Van onze correspondent) WASHINGTON Amerika is een land van tegenstellingen, zo hoort men vaak beweren. Ten dele is dat zeker waar. In elk geval gaat deze uitspraak op voor de elf, vroeger geconfedereerde staten in het zuiden, die over de hele wereld een treu rige bekendheid hebben verkregen door hun verzet tegen gelijkberechtigdheid van de neger. Eén van de eerste tegenstellin gen die ik er ontmoette, was de vriende lijkheid, gastvrijheid en charme van de blanke zuiderlingen enerzijds en hun vaak tot misdadige vormen uitgroeiende onder drukking van de neger aan de andere kant. Men moet zich nl. de „zuidelijke manier van leven," waarover de inwoners van de elf staten de mond vol hebben, niet voor stellen als een grimmig onderdrukken van de gekleurde minderheid. Niets is minder waar. Er is veel meer stijl en charme in het leven dan in het noorden. Er hangt de traditionele, enigszins Europese atmosfeer van een wat oudere, organisch gegroeide samenleving, waarin standsverschillen en natuurlijk nog sterker rasverschillen een grote rol spelen. In de grote huizen op het land waant men zich in Engeland, in de zogenaamde countryclubs ergens in Europa. De „zuidelijke manier van leven" heeft een feodale inslag (is niet voor niets ge baseerd op landbezit en agrarische tradi ties) met alle charme ervan èn.de vele bezwaren. Het betekent dat alle registers der vrien delijkheid en hartelijkheid worden uitge trokken tegenover iedereen die de feodale orde niet bedreigt: tegenover het gekleur de huispersoneel dat niet opstandig is. te genover de negerintellectueel die zich voegt in het aloude patroon van blanke heer en zwarte knecht, en tegenover de medeblanke die de toestand aanvaardt zo als hij is. Wie het echter in zijn hoofd haalt de gevestigde orde te doorbreken, wie gelij ke rechten of sociale integratie voor de onderdrukte kleurling opeist, of wie, zo als Kennedy en Johnson, federale wetten opstelt die gelijke kansen en gelijke rech ten voor de neger waarborgen, die kan re kenen op de niets ontziende haat van het overgrote deel van de blanke zuiderlingen Hij ziet kans om-in een oogwenk de char mante, stijlvolle zuiderling te veranderen in een gevaarlijke, vaak gewelddadige fatfStst r Het racisme is een ziekteverschijnsel, gevoed door de onzinnigste denkbeelden, de onwaarschijnlijkste vrezen en de meest onware verhalen. In de welvarende stad Charlotte in Noord-Carolina, op zichzelf een plaats zonder al te veel spanningen tussen de rassen, maakte ik een staaltje daarvan mee. Ik was voor de lunch uitgenodigd door één van Charlottes prominentste inwoon sters op de paleisachtige, antiek ingerich te countryclub van de stad. Na vijf mi nuten werd me al toevertrouwd dat het volmaakt onjuist van de- Europeanen is te denken dat de negers worden gehaat in Amerika's zuiden. Integendeel, zei mijn gastvrouw, ik ben altijd dol geweest op mijn negerkokkin en mijn negerdienstmeis je. Ze zijn een deel van de familie. „Maar," en daarbij boog ze zich naar mij toe, schichtig omkijkend naar de in livrei geklede negerbedienden, „Je moet niet vergeten dat de grootouders van onze negers nog in de jungle rondsprongen en elkaar opaten." Waarmee ze maar zeggen wilde, dat als je de negers niet op hun plaats houdt, zij weer wild kunnen worden en iedere blan ke als een biefstuk kunnen beschouwen. Tegen dergelijke waanzin is het moeilijk redeneren. Het historische feit dat bijna alle negers al eeuwen geleden uit Afrika naar Amerika werden vervoerd (vaak door Nederlandse handelaars!) vergeet men graag. Het feit dat tienduizenden negers, die de kans kregen, zich ontwikkeld heb ben tot sieraden van de Amerikaanse sa menleving, wordt niet geloofd. De negers zijn braaf zolang ze op hun plaats worden gehouden en niet worden opgezweept door quasi idealistische noor derlingen, die door communisten worden gestuurd, zo luidt de gangbare opinie on der de blanken in Amerika's zuiden. In de praktijk betekent dat discriminatie, be lediging, klassejustitie en in Mississippi en Alabama zelfs vaak moord. DE RASSENKWESTIE is zulk een essen tieel onderdeel van de „zuidelijke manier van leven", dat het hele denken en de politiek er in de ban van zijn. Dat miljoe nen blanken van plan zijn voor het eerst van hun leven op een Republikein te gaan stemmen, hangt primair met het behoud van het racisme samen. Goldwater respec teert het recht van elke deelstaat zijn eigen leven te leiden en dat klinkt de blanke zuiderling als muziek in de oren. Voor hem houdt dat in, dat hij in staat zal zijn door te gaan met discrimineren en dat hij niet gedwongen zal worden tot ras senintegratie. Een aantal minder schrandere zuiderlin gen gelooft bovendien dat Goldwater zelf in zijn hart een voorstander van rassen scheiding is. Bij hen blijkt de onthulling van het tegendeel uiterst ontnuchterend te werken. Uiteraard werken de Democraten daar hard aan. Zij verspreiden in het zui den tienduizenden pamfletten van Goldwa- ters eigen republikeinse partij, waarin de senator wordt afgeschilderd als een voor stander van negerintegratie en waarin op gesomd wordt wat Barry niet allemaal ge daan heeft voor de kleurlingen. Dit republikeinse pamflet was echter al leen bedoeld voor de stad Washington, waar men hoopte een aantal negers met het pamflet te kunnen overtuigen van Gold- waters gezonde rassenpolitiek. Het na drukken en verspreiden van hel pamflet in het zuiden door de democraten was wel het laatste dat de Republikeinen gehoopt hadden dat ooit zou gebeuren. ER ZIJN nog meer vreemde tegenstrij digheden te ontwaren als men door de zui delijke staten reist. Bij voorbeeld de hard nekkig door velen geventileerde opvatting dat de federale regering in Washington veel te groot wordt, te veel geld uitgeeft en de Verenigde Staten laat afglijden naar het socialisme. Niemand beseft daarbij blijkbaar dat geen deel van Amerika zo profiteert van de federale geldstroom als juist het zuiden. Vele van de elf staten krijgen in de vorm van federale steun veel meer geld terug dan hun inwoners ooit aan federale belasting betalen. Dit geldt bij voorbeeld voor Mississippi dat voor elke twee dollar die aan Washington worden afgedragen, er drie terugkrijgt. Voor elke dollar die Zuid- Carolina aan federale belasting betaalt, ko men er 2,50 terug, allemaal via ondersteu ningsprogramma's. Met andere woorden: verschillende zui delijke Amerikaanse staten dragen geen dollarcent bij aan de federale uitgaven, krijgen daarentegen eerder een soort fe derale subsidie om hun economische ach terstand in te halen en reageren daarop met critiek op Washington, „dat zoveel belastinggeld opslokt en het waagt zich te bemoeien met de interne aangelegenheden van de staten". EEN LAATSTE merkwaardige tegen strijdigheid, die mij opviel, is wel het con stante gehamer, juist van de zuiderlingen, op individuele vrijheid in een deel van Amerika waar niet alleen miljoenen kleur lingen open en bloot geknecht worden, maar waar ook de blanken zich moeten schikken in allerlei inmengingen van lo kale overheden in hun particuliere leven. Tenslotte vindt men hier tientallen distric ten die nog steeds „droog" zijn en waar men noch in winkels noch in cafés of res taurants alcoholische dranken kopen kan. En eveneens hier vindt men gemeente wetten die elke vorm van amusement of ontspanning op zondagen verbieden. Zelfs in de keuze van een huwelijkspartner mengt de overheid zich in de meeste der elf zuidelijke staten (en in nog een aantal midden-westelijke en zogenaamde grens staten) met wetgeving, die huwelijken tussen Kaukasiërs (lees blanken) en Azia ten of Afrikanen verbiedt. Er is geen twijfel aan dat het Gold- water-getij in het zuiden zo sterk is op grond van troebele emoties en tegenstrij dige gedachten. Maar daaraan is weinig te veranderen. De meeste zuiderlingen le ven nu eenmaal van de onklare emotie, die een mengsel is van blank superioriteits gevoel, haat tegen de Yankees, nog steeds niet verdwenen rancune over de burger oorlog van honderd jaar geleden en af keer van de moderne industriemaatschap pij van de twintigste eeuw. Zij leven nu eenmaal met onlogische denkbeelden, die permanent in conflict raken met het consequentere urbane den ken van de vooruitstrevende Amerikanen uit het noorden. Dit gaat zo diep, dat zelfs de oud-burgemeester van Atlanta (Geor gia), Hartsfield, die in heel Amerika be kend werd door zijn menselijke en pro gressieve behandeling van het rassenvraag stuk in zijn stad, een uur lang tegen mij fulmineerde over „die kwalijke intellec tuelen in het noorden van het type Ken nedy". Eind vorig jaar werd in Scheveningen een havenwachter ontslagen, omdat hij een beledigend gedicht in het wachtlokaal had opgehangen, een schriftelijke instruc tie niet volledig had opgevolgd en zich ongepast tegenover superieuren had ge dragen. De havenwachter gingin beroep bij het gemeentelijk scheidsgerecht in Den Haag, kreeg daar ongelijk en ging weer in beroep bij de centrale raad. Daar trad de heer J. van der Ploeg, bestuurslid van de Algemene Bond van Ambtenaren (A.B.V.A.) als zijn pleitbezorger op. Deze verklaarde met nadruk dat het niet ging om het beledigende gedicht en de schriftelijke instructie, maar om het feit dat de havenwachter lid was van de medezeggenschapscommissie van het ha venbedrijf. Het gedicht noemde hij een reactie op een beschuldiging die door de directie ten tijde van de vislossersstaking van vorig jaar juli was geuit aan het adres van de havenwachters. Het ongepaste gedrag van de havenwachter zou er uit hebben be staan dat hij zijn directeur tijdens een telefoongesprek „in scheepstaal" had toe gesproken op de dag, waarop die be schuldiging was gelanceerd. De heer Van der Ploeg vond de opgelegde straf in geen verhouding staan tot het gebeurde en vroeg de Centrale Raad het ontslagbesluit te vernietigen. Namens het college van B. en W. van Den Haag ontkende mr. W. R. Uithof dat de havenwachter is ontslagen wegens zijn lidmaatschap van de medezeggen schapscommissie. Volgens mr. Uithof was de havenwachter de kwade genius van het personeel. Dat had tenslotte tot zijn ontslag geleid. De Centrale Raad zal over drie weken uitspraak doen. De fototentoonstelling „Mensen op weg" in het Stedelijk Museum in Amsterdam is verlengd tot en met zondag 22 novem ber. Advertentie a Met medewerking van een deskundige van Philips willen wij' u graag demonstreren welke fantastische mogelijkheden het nieuwe Philicorda electronische orgel bezit. Wij ontvangen u graag zonder enige verplichting in de TUINZAAL van het Concertgeb., Lange Begijne straat, Haarlem, vrijdagavond 30 oktober. Aanvang van de demonstratie 8.30 uur. ONDER LEIDING van Anton de Beer gaf „Haarlems Gemengd Koor" dinsdag avond in de Nieuwe Kerk in Haarlem een uitvoering van het Stabat Mater van Em. d'Astorga en de Missa Brevis in Bes (K.V. 275) van Mozart, beide werken met medewerking van een solistenkwartet, be staande uit Mary Stegenga, Else de Graaf Zeer binnenkort zal een begin worden gemaakt met de bouw van een nieuwe school aan de Prins Hendriklaan in Haar lem, waar de sinds 1 juni van verleden jaar bestaande mytylschool zal worden ondergebracht. De bouw van de nieuwe school is inmiddels aanbesteed en gegund. De mytylschool die tijdelijk is gehuisvest in een school aan de Cornelis van Noorde straat, telt thans 33 leerlingen. Aan de school zijn twee leerkrachten, vier assis tenten, een logopediste en een heilgymnaste verbonden. Vanmorgen zijn een aantal genodigden in de gelegenheid geweest met het onder wijs aan de mytylschool kennis te maken. Onder hen bevonden zich de leden van de commissie van bijstand voor onderwijs zaken van de Haarlemse gemeenteraad. Bij gelegenheid van deze bijeenkomst, die men de officieuze opening van de mytyl school kan noemen, bracht het hoofd der school, juffrouw M. I. J. E. Bakker haar dank over aan het gemeentebestuur en aan allen die aan het tot standkomen van de mytylschool hebben meegewerkt. De wethouder van onderwijszaken, de heer D. J. A. Geluk, ging in het kort in op de voorgeschiedenis van de school, die hij een lijdensweg noemde. Hij herinnerde eraan dat in 1956 al een rapport gereed was, waarin werd aangedrongen op het stichten van een school voor lichamelijk gehandicapte kinderen. In 1958 besloot de Haarlemse gemeenteraad een dergelijke school te stichten. Pas in de zomer van 1963 kon met 6 leerlingen een begin wor den gemaakt met het onderwijs, zij het nog in een tijdelijk onderkomen. De stadsreiniging van de Engelse gemeente Salford heeft een serie reuzenstof zuigers gekocht om de straten van de stad schoon te laten houden. De straatvegers zijn er nu straatzuigers geworden. David Price, veertien jaar in het vak, is enthou siast. „Het is net of je een wande lingetje maakt. Je handen blijven heerlijk schoon." De zuigers zijn uit gerust met een kleine benzinemotor. Het gaat niet goed met de nieuwe schouwburg in Eindhoven. Enkele weken geleden werd het gebouw, dat 12 miljoen heeft gekost, in aanwezig heid van prinses Beatrix feestelijk in ge bruik genomen, maar sindsdien is de ene teleurstelling op de andere gevolgd Directeur Metzelaar is overspannen en (waarschijnlijk langdurig) met ziekte verlof. Zijn voorbereidende arbeid, met name wat betreft de opbouw van een publiekorganisatie, heeft velen teleur gesteld. Akelig slecht gevuld was de zaal bij de voorstellingen die tot dusver zijn gegeven. Het ziet er naar uit, dat de toneelgroep Ensemble, die was voorbestemd als vaste bespeler van de schouwburg, bij gebrek aan belangstelling onmogelijk de veertig voorstellingen zal kunnen volmaken die waren voorbereid. Daarenboven is er ernstige critiek op de technische uitrusting van de nieuwe schouwburg, alsmede op de gebrekkige wijze waarop allerlei onderdelen van de exploitatie zijn georganiseerd. Het ongenoegen dat zich de afgelopen weken bij velen had opgehoopt, ontlaadde zich maandagavond bij monde van Hein Jordans, de dirigent van het Brabants Orkest, die deze avond zijn eerste concert in het nieuwe gebouw gaf. Na afloop was hij in hoge mate ontstemd. Wat een feestelijk concert had moeten worden, werd een sfeerloze uitvoering vol technische hindernisseri, voor een zaal met nauwelijks tweehonderd mensen waarbij alle autoriteiten ontbraken (er was een raadsvergadering). Zelfs de waarnemend directeur van de schouw burg, de chef personeelszaken van de ge meente drs. J. J. Boumans, had het ge bouw voor de aanvang van het concert verlaten. De acoustiek van de zaal was in hoge mate storend, doordat de kostbare na galminstallatie niet goed was afgesteld; de technici voor de bediening van deze installatie waren bij het begin van het concert vertrokken. Het concert werd bo vendien gehinderd door het geruis van de luchtverversingsapparatuur van de zaal. Al eerder waren er klachten over de slechte organisatie van pauzebuffetten, garderobe en kaartverkoop. Hein Jordans sprak van de meest te leurstellende avond die hij ooit in Bra bant had meegemaakt. Er was niets ge daan om het gemis aan publiek nog enigs zins goed te maken: er waren geen bloe men, in de solistenkamers hingen vuile handdoeken, de muzieklessenaars deug den niet etc. De critiek op de technische afwerking van het nieuwe gebouw kwam in een schril licht te staan door een ernstig ongeluk, dat afgelopen vrijdag achter het toneel is gebeurd. Twee werkstudenten vielen daar in het pikdonker in een betonnen brand schacht. De 19-jarige mej. Jansen werd daarbij zeer ernstig gewond. Haar verloof de, die op haar was gevallen, kwam be bloed het toneel op waar Wim Sonne- veld met een voorstelling bezig was om te vragen om een dokter. Het gewon de meisje is tot gisteren bewusteloos ge weest. Naar aanleiding van dit ongeluk heeft de directie van de schouwburg meege deeld, dat de diepe betonnen spelonken op last van de brandweer niet afgeschermd mochten worden. „Noodploeg" Het is duidelijk dat er rond de exploita tie van de nieuwe schouwburg in Eindho ven een ernstige gezagscrisis is ontstaan. Hardnekkige geruchten willen, dat de di recteur van de Nijmeegse schouwburg, de heer F. Dickmann, is aangezocht voor de functie van tweede directeur in Eindhoven, naast de heer Metzelaar wiens herstel nog geruime tijd zal duren. Intussen wordt de nieuwe schouwburg beheerd door een soort noodploeg van tijdelijk gedetacheerde gemeente-ambte naren. De gemeente-ambtenaar Vossen is als vervanger van de overwerkte administra teur tijdelijk belast met de opbouw van de organisatie. De propaganda is op het ogenblik in ha,nden van de heer P. Bal- tus van het gemeentelijk bureau voorlich ting. Piet Kramer en Jan Hulsebos. De klavier uittreksels der werken werden op het or gel gespeeld door Klaas Bolt, die boven dien met improvisaties de onderdelen der Missa en de grote koomummers van het Stabat Mater inleidde. LAATSTGENOEMD WERK is een nobe le compositie in een polyfone stijl en als zodanig een smaakvolle opgave van koor en soli. De Missa van Mozart behoort tot de experimenten van de jeugdige mees ter, die spijts vindingrijke momenten niet tot een compleet geheel gedijden en ook wel eens uit het aanvankelijk gebaande spoor liepen. Ik denk hierbij aan het uit gebreide „Dona nobis pacem", dat met het idee „brevis" een loopje neemt, even goed als met de idee kerkmuziek. Doch als men het daarvan losmaakt is het niet temin een petillante concertante muziek. HAARLEMS GEMENGD Koor (het oude ensemble van wijlen Jan Booda) kan nog steeds bogen op goed ontwikkelde stem men en op een vlot en handig reageren op de directie. Dit maakte dan ook dat men, globaal gezien, van een aanvaardba re uitvoering kon spreken. Er werd goed gezongen, het klankgehalte was ruim be vredigend, de organist verrichtte zijn taak aan het barok-orgel zoals men dat van een vaardig organist als Klaas Bolt kon ver wachten. Maar toch ontbrak er iets wat het wek ken van de vereiste sfeer in de weg stond. Was het het minder goede contact tussen het vocale en het instrumentale element? Of de tamelijk galmende klankwerking in de matig bezette kerk? een omstandigheid die de fijne articulaties steeds moest ver troebelen. Ik meen dat zowel het een als het ander schuld had. Aan preciesheid van directie ontbrak het Anton de Beer niet en ook de solisten gaven veel voldoening. Wij leerden in Mary Stegenga een fraaie sopraan kennen en het vrij zwakke tenor geluid van Piet Kramer (vergeleken al thans bij de sonore bas Hulsebos) vol deed bijzonder goed. De alt Else de Graaf gaf goed partij in de ensemblestukken. Alles bij elkaar dus veel goeds bij de ver schillende elementen, maar als geheel toch niet dat waarvan je zegt: kijk dat was het nu, zo wil ik het horen! WANNEER H.G.K. andermaal nog eens optreedt zonder orkest, zou ik willen ra den: doe het eens met een Motet van Bach (Booda's voorliefde in zijn jonge tijd!) of met een a-capella-mis, dan is althans de kans op een compact geheel veel groter. Jos de Klerk „MAD" IS EEN Engels woord; het be tekent zo ongeveer „getikt". Het is tevens de naam van een Amerikaans humoris tisch tijdschrift, althans laat ik exact blijven van een als humoristisch be doeld tijdschrift. Een getrouwe nabootsing van dit blad verschijnt thans in het Nederlands, onder de ongewijzigd overgenomen titel „Mad". Het tweede nummer heeft inmiddels het licht gezien. De redactie voor Nederland wordt gevoerd door Guus Albrecht en Guus Boissevain. Het is de bedoeling dat het blad zes maal per jaar verschijnt, in hoofdzaak via kioskverkoop. „MAD" PROBEERT de draak te ste ken met irriterende of belachelijke ver schijnselen in onze samenleving. Het doet dat door die verschijnselen in een overdre ven mate, tot in 't absurde doorgetrokken ten tonele te voeren. Daardoor ontstaat een soort gruesome-effect, dat wellicht voor sommigen een „bevrijdende" wer king heeft. Voor mij niet, jammer ge noeg. Het toepassen van het gruesome-princi- pe (het wanstaltig vergroten van het ne gatieve, in de hoop dat de kortsluiting van de humor voor een schok zal zorgen) is op zichzelf vrij eenvoudig, en daardoor waar schijnlijk al te verleidelijk. Het is echter niet meer ftan een principe, dat als zoda nig nog weinig met humor te maken heeft. Waar het op aankomt is vanzelfsprekend de uitwerking, en die vind ik bij „Mad" in hoge mate melig en krampachtig van bedachtheid. Een vrijwel onoverkomeiijke hinderpaal voor waardering is voor mij voorts de aanblik van de lelijke, schreeuwerige stripverhalen, waarmee de meeste pagi na's zijn volgetekend want de strip is het favoriete voertuig voor de Mad-humor. ZIEHIER EEN VOORBEELD van die humor, één van twaalf „griezellesjes voor juniores, twaalf plaatjes met elk een stukje tekst, waarin het gaat over de klachten van ouders over de vertoning van griezelfilms aan kleuters: „Met een houten hamer kun je vam piers doodslaan. Lijkt 't je niet enig 'n vampier te doden? Je moet 'm wel goed raken, met de hamer op z'n hart, klop, klop, klop. Vooruit, probeert 't eens. Zeg, dat was geen vampier, dat was Pappie. Wat ben je slordig.' En zo drie pagina's lang. Nog een voorbeeldje. Ditmaal gaat het om „Mads Inktvlekkentest", opnieuw teke ningen met onderschrift: „Wanneer u vindt dat deze inktvlek een opvallende gelijkenis vertoont met een ooievaar die een tweeling komt afleveren, dan hebt u een duidelijk onvolwassen ge voelsleven. Iedere volwassene weet im mers dat ooievaars geen tweelingen rond brengen." EEN ZEER LACHERIG blad dus, dit „Mad". Waarschijnlijk is er wel een markt voor in Nederland. Ik heb tenmin ste zo het idee, dat het zich op onze mid delbare scholen (en daar niet alleen) goed laat verenigen met de pret om Adriaan en Olivier". Een hinderpaal voor de Nederlandse Mad-humoristen is ongetwijfeld, dat zij hun blad grotendeels moeten vullen met ver talingen of bewerkingen uit het Ameri kaanse „moederorgaan", als gevolg waar van zij met hun Nederlandse lezers wei nig contact maken. C.3.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 6