SHIRLEY
Coureur Art Arfons won
met 870 km. p.u. grote
slag op de zoutvlakte
PANDA EN DE MEESTER-LEERLING
PUZZEL NUMMER 57
Ons vervolgverhaal
door Charlotte Brontë
4'Mé00
Vakbond voor
mooie meisjes
VERSE
SOEPGROENTEN
21
VRIJDAG 30 OKTOBER 1964
n rZf M
ÜH!
f
iü
Ratsma
Dam's soepgroenten
- f'l'" f
45)
Mark is een jongen die er aardig
uitziet, hij heeft de regelmatigste
trekken van het gezin; hij is buiten
gewoon kalm, hij heeft een schrande
re glimlach, hij kan op een rustige
toon droge en snijdende opmerkingen
maken. Niettegenstaande zijn even
wichtige aard, wijst een tamelijk
zwaarmoedige uitdrukking op humeu
righeid, en herinnert u er aan dat de
kalmste wateren niet altijd de veilig
ste zijn. Het leven zal Mark nooit
veel vreugde verschaffen: als hij vijf
entwintig is zal hij er zich over ver
wonderen waarom de mensen ooit la
chen en hij zal iedereen die vrolijk is
een dwaas vinden. Poëzie zal voor
Mark niet bestaan, noch in de litera
tuur, noch in het leven: de schoonste
ontboezemingen zal hij alleen maar
als bombast en koeterwaals beschou
wen: van geestdrift zal hij een afkeer
hebben en hij zal er minachting voor
tonen. Mark zal geen jeugd kennen;
terwijl hij er jong en bloeiend uitziet,
is hij innerlijk al van middelbare leef
tijd. Zijn lichaam is nu veertien jaar,
maar zijn ziel is al dertig. Martin,
de jongste van de drie, heeft een an
dere aard. Het leven kan al dan niet
kort voor hem zijn, in ieder geval
zal het schitterend zijn; hij zal alle
illusies doormaken, er half aan gelo
ven, er helemaal van genieten, en
ze dan overleven. Deze jongen is niet
knap, niet zo knap als zijn beide
broers: hij is eer lelijk, er is een
bolster, om hem heen, een droge
schil, die hij zal dragen tot hij bijna
twintig is; dan zal hij hem afleggen,
en ongeveer in die tijd zal zijn uiter
lijk verbeteren. Hij zal onbeholpen
manieren hebben tot die leeftijd, mis
schien gewone kleren dragen; maar
de pop zal de macht behouden zich in
een vlinder te veranderen, en zulk een
verandering zal te rechter tijd plaats
grijpen. Een poos lanig zal hij ij del
zijn, waarschijnlijk een echte fat, ver
langend naar plezier en naar bewon
dering; ook zal hij dorsten naar ken
nis. Hij zal alles willen hebben wat
de wereld hem kan geven, zowel ge
not als kunde; uit beide bronnen
zal hij wellicht diepe teugen nemen.
Wanneer zijn dorst gelest is, wat
dan? Ik weet het niet. Martin wordt
misschien een merkwaardig man;
maar of dit zo zal zijn kan de ziener
niet voorspellen: op dat gebied is het
zicht niet open.
Wanneer men de kinderen van de
heer Yorke als één geheel beschouwt,
is er voldoende geestkracht, voldoen
de oorspronkelijkheid, activiteit en
verstand aanwezig om, indien ver
deeld over een half dozijn alledaags
broedsel, ieder van hen meer dan een
gemiddelde aan verstand en be
kwaamheid te geven. De heer Yorke
weet dit en is trots op zijn nageslacht.
Yorkshire heeft hier en daar tussen
zijn bossen en heuvels zulke gezinnen,
mensen met een gezond lichaam
en een sterke geest; enigszins
onrustig door de trots op hun vermo
gens en onhandelbaar door de macht
van hun aangeboren geestesgaven; zij
hebben gebrek aan beschaving, aan
meegaandheid, maar ze zijn gaaf,
vol geestkracht en krachtig als de
adelaar op de rots en het ros in de
steppe.
Er volgt een zachte klop op de deur
van de zitkamer; de jongens maak
ten zoveel lawaai met hun spel en de
kleine Jessy zong bovendien zo'n lief
Schots liedje voor haar vader die
dol is op Schotse en Italiaanse liede
ren en zijn muzikale dochtertje enke
le van de beste heeft geleerd dat
men de bel aan de buitendeur niet
heeft gehoord. „Kom binnen," zegt
mevrouw Yorke met haar opzettelijk
bedwongen en plechtige stem, die al
tijd een treurige begrafenistoon aan
neemt, al is het onderwerp waarover
zij spreekt alleen maar het geven van
een opdracht voor een pudding in de
keuken, of het bevel aan de jongens
him pet op te hangen in de gang, of
de meisjes te roepen voor hun naai
werk: „Kom binnen!" En daar kwam
Robert Moore de kamer in.
Moore's gewone ernst evenals zijn
matigheid (want de kist met sterke
drank wordt nooit naar boven ge
bracht als hij een avondbezoek komt
brengen) heeft mevrouw Yorke zozeer
voor hem ingenomen, dat zij hem tot
nog toe niet tot het onderwerp van
kritiek heeft gemaakt tegenover haar
man; zij heeft nog niet uitgevonden
dat een geheime minnarij hem ver
hindert te trouwen, of dat hij een
wolf in schaapsvacht is, ontdekkin
gen die zij kort na haar huwelijk ten
opzichte van de meeste vrijgezellen-
vrienden van haar man heeft gedaan,
zodat ze hen niet meer aan haar ta
fel wenste te ontvangen, welk on
derdeel van haar gedrag men welis
waar rechtvaardig en verstandig,
maar ook hardvochtig mocht noemen.
„Zo, bent u daar?" zegt ze tegen
de heer Moore terwijl hij naar haar
toekomt en haar de hand drukt. „Wat
bent u aan het rondzwerven op dit
uur van de avond? U zoudt thuis
moeten zijn."
„Kan men van een ongetrouwd
man zeggen, dat hij een thuis heeft,
mevrouw?" vraagt hij.
„Och wat!" zegt mevrouw Yorke,
die conventionele praatjes even zeer
minacht als haar man en ze even
weinig in praktijk brengt en wier
ronduit-spreken bij alle gelegenheden
soms is berekend op het wekken van
bewondering, maar vaker van schrik
„och wat! u hoeft mij geen onzin
te vertellen: een ongetrouwd man kan
een thuis hebben als hij dat wil. Zeg
me: zorgt uw zuster niet dat u een
thuis hebt?"
„O nee," viel de heer Yorke in.
„Hortense is een beste meid, maar
toen ik zo oud was als Robert, had
ik vijf of zes zusters, allemaal even
fatsoenlijk en netjes als zij; maar je
ziet, Hester, toch heeft mij dat niet
verhinderd naar een vrouw te zoe
ken."
„En daar heeft hij maar al te zeer
berouw van gehad," voegde mevrouw
Yorke eraan toe, die zo nu en dan
graag eens een droog grapje verkocht
over het huwelijk, zelfs al was het
ten koste van haarzelf. „Hij heeft er
over in zak en as gezeten, Robert
Moore, zoals u wel zult geloven als
u zijn straf ziet." (Hier wees zij op
haar kinderen) „Wie zouden zich met
zo'n stel ruwe grote jongens als die
daar belasten, als ze er iets aan kon
den doen? Niet alleen ze in de wereld
brengen, hoewel dat erg genoeg is,
maar ze moeten allemaal voedsel en
kleren hebben en opgevoed worden
om een plaats in het leven te vinden.
Jonge heer, wanneer u in de verlei
ding komt te trouwen, denk dan aan
onze vier zoons en twee dochters en
kijk uit voordat u de sprong waagt."
„Ik ben nu in ieder geval niet in
de verleiding; ik vind dit geen tijd
om te huwen of ten huwelijk te
geven."
Een zo luguber gevoel kon zeker op
de goedkeuring van mevrouw Yorke
rekenen; zij knikte en kreunde in
stemmend, maar een minuut later zei
ze: „Ik geef niet veel voor de wijs
heid van Salomo op uw leeftijd; die
wordt omver gegooid door de eerste
verliefdheid, die uw pad kruist. Ga
intussen zitten, mijnheer, u kunt even
goed praten, denk ik, terwijl u zit als
terwijl u staat?"
Dit was haar manier om een gast
een stoel aan te bieden. Nauwelijks
had hij haar gehoorzaamd, of de klei
ne Jessy sprong van haar vaders knie
en rende in de armen van de heer
Moore, die dadelijk werden uitgesto
ken om haar op te vangen.
„U praat maar over hem uithuwelij
ken," zei zij zeer verontwaardigd te
gen haar moeder, toen hij haar zacht
op zijn knie tilde, „en hij is nu ge
trouwd, of zo goed als: hij heeft mij
de vorige zomer beloofd dat ik zijn
vrouw zou worden, de eerste keer
toen hij mij in mijn nieuwe witte
jurkje met het blauwe ceintuur heeft
gezien. Is het niet, vader?" (Deze kin
deren waren niet gewend papa en
mama te zeggen, hun moeder stond
een dergelijke zoetsappigheid niet toe.)
„Ja, mijn kleine meiske, dat heeft
hij beloofd, ik kan het getuigen. Maar
laat het hem nu nog maar eens zeg
gen, Jessy; zulke mensen als hij zijn
alleen maar oneerlijke deugnieten."
„Hij is niet oneerlijk: hij ziet er te
knap uit om oneerlijk te zijn," zei
Jessy, terwijl ze volkomen zeker van
zijn trouw naar haar grote geliefde
opkeek.
(Wordt vervolgd)
tfriéftifcwMiffl* iBM»
Het is de afgelopen weken druk geweest
op de Bonneville-zoutvlakte in de Ameri
kaanse staat Utah. Langs de zwarte lijn,
die op het glinsterende zout de baan mar
keert, hebben vrijwel dagelijks verschil
lende race-monsters hun proefritten ge
maakt. Waarnemers, die op veilige afstand
de „vlucht" van de renwagens, aangedre
ven door straalmotoren volgden, zagen
op hun instrumenten hoe bij iedere rit
de snelheden hoger kwamen te liggen
en het noteren van de behaalde snelheids
records werd tenslotte voor hen een
routinebezigheid.
Vier maal binnen twaalf dagen werd
daar, in eerste instantie, op het zout het
snelheidsrecord te land verbeterd. Tom
Green uit Illinois opende op 2 oktober de
rjj, door met zijn „Wïngfoot Express"
ruim 664 kilometer per uur te rjjden.
Op 5 oktober stapte Art Arfons in zijn
Green Monster" en raasde langs de
zwarte lijn naar een recordsnelheid van
ruim 692 kilometer per uur.
CRAIG BREEDLOVE de man die
verleden jaar augustus reeds het record
op zijn naam brachtzag al deze activi
teiten met lede ogen aan. Reeds enige
tijd geleden naar Utah vertrokken om
zich op zijn gemak voor te bereiden op
een nieuwe recordpoging, haastte hij zich
een antwoord te geven op het gejakker
van zijn concurrenten. De „Spirit of
America" een gigantisch voertuig aan
gedreven door een J-47 straalmotor
voerde hem op 13 oktober naar een nieuw
record van ruim 754 kilometer per uur.
Breedlove vond dit niet genoeg. Twee
dagen later nestelde hij zich opnieuw
in de nauwe cockpit. Nog eens wentelden
de drie wielen die zijn „vliegtuig" torsten
over het harde zout. Na twee ritten wezen
de snelheidsmeters uit, dat hij de oude
records van zijn concurrenten en zich
zelf, ruimschoots had overtroefd. Breed
love draaide een snelheid van 841 kilo
meter per uur.
En als apotheose kwam dan dinsdag
het bericht dat Art Arfons die dag in
zijn Groene Monster de ongelofelijke top
van 870 kilometer per uur bereikt heeft.
Het was de droomsnelheid waarnaar
ook de Britse snelheidsmaniak Donald
Campbell had gehunkerd. Hij had het
echter voor onmogelijk gehouden op deze
zoutvlakte de 800 kilometergrens te be
reiken. En even had het erop geleken
of Breedlove evenals Campbell bij
een vroegere rit op het zout van Bon
neville een ernstig ongeluk zou over
komen. De coureur overleefde bij een
van zijn laatste ritten echter een botsing
met telegraafpalen en een duik in een
meertje.
Donald Campbell verhuisde na zijn
ongeluk met zijn vrouw, zijn „Bluebird"
en zijn waarnemers naar Australië, waar
hij thans op het Lake Eyre hardnekkig
probeert de grens van 800 kilometer per
uur te bereiken. Hij liet het terrein over
aan de Amerikanen, die daar gezien
de opsomming hierboven gretig ge
bruik van hebben gemaakt.
BIJ HET VOLGEN van dergelijke re
cordpogingen dient men evenwel de ge
dachte aan een sportieve wedkamp zo ver
mogelijk naar de achtergrond te dringen.
Het kost miljoenen om op een achter
namiddag „even" meer dan achthonderd
kilometer per uur te gaan rijden. Mannen
als een Green, een Breedlove en een
Artfrons hebben dat geld niet. Hoe zouden
zij de straalmotor, de carrosserie, de spe
ciale banden, de speciale benzine en al
die mensen die in hun circus meespelen,
moeten betalen? Hoe en waarvan?
U hoeft niet ver te zoeken naar de
oplossing van dit raadsel. Zij die wel
dit geld op tafel kunnen leggen, hebben
hun namen met opzichtige verf op de
rompen van de renwagens laten aan
brengen: oliemaatschappijen, bandenin-
dustrieën, soms alleen, soms in samen
werking met andere groten in de auto
mobielbranche, bekostigen zij de mensen
en installaties.
Een snelheid van achthonderd kilometer
per uur betekent reclame. Zo doorrede
nerend zoudt u kunnen stellen, dat Breed
love in de buitendienst zit van de p.r.-
afdeling ener benzinemaatschappij.
ALS VOORBEELD een verhaal over
diezelfde Breedlove: Na enige jaren zich
te hebben uitgeleefd in de racesport en
het ontwerpen van auto's, stapte hij in
oktober 1961 met een doos onder zijn arm
het kantoor van een grote oliemaatschap
pij binnen. De bedrijfsleider zei dat hij
slechts tien minuten voor hem had. Breed
love bleef twee uur aan het woord en
opende tenslotte de doos. Toen het model
van de latere „Spirit of Americ^" op het
bureau stond, had de zakenman achter dat
Bij de foto's. Hierboven: Wereld
recordhouder Arfons na zijn succes
volle laatste poging in zijn „Groene
Monster" (daarnaast). Onder: Breed
love, alweer onttroond, bi? zijn
„Spirit of America".
- v
/Ik;, v
V.. v
bureau reeds lang begrepen welke waarde
de plannen en ideeën van Breedlove had
den. 't Resultaat was dat 2 jaar later dit
model (vele malen
vergroot) voor Breed
love klaarstond. Hij
hoefde zich slechts
in de cockpit te
hijsen en te rijden.
Hij deed het. Maar
bij de vreugde die
lij beleefde aan het
gejakker over de
outvlakte en bij het
genoegen die de
maatschappij ervoer
aan de daaropvol
gende advertentie
campagnes, bleef er
een kleine „maar".
De Internationale
Automobiel Federa
tie weigerde het ver
leden jaar door
Breedlove behaalde
record officieel te
aanvaarden. Hij had
niet voldaan aan een
van de eisen: zijn
door een straalmotor
aangedreven voer
tuig kende geen aan
drijving op de wie
len. Thans theeft de
federatie besloten,
deze eis te laten ver
vallen. Zodat thans
het geluk van Breed
love en maatschappij
volledig zou zijn, als
niet reeds ene Art
frons hun de eer, het
wereldsnelheidsre
cord te land. weer
had afgesnoept
63. „Waarom is Panda er tegen, dat ge fupt?", vroeg
Joris. „Komt dat misschien, omdat hij het zelf niet
kan?" „Och kom", zei Dongadil. „Als hij niet eens zou
kunnen fuppen, zou hij geen meester zijn". „Juist",
sprak Joris. „Dit doet ons dus aan zijn meesterschap
twijfelen. En dan is er nóg iets: ik ben reeds veel lan
ger zijn leerling dan gij, maar ben ik U vooruit, zoals
men zou kunnen verwachten? Heb ik iets bij deze zo
genaamde meester opgestoken? Neen. Ik kan zelfs geen
blob fuppen, zoals gij". En hij wees op de zonderlinge
vogelverschrikker, die Dongadil inmiddels weex had la
ten ontstaan. „Ja.zei het ventje peinzend, „de
laatste tijd twijfel ik ook wel eens, of hij wel een
meester is, maar.„Welaan", viel Joris hem in
de rede. „Als we het er dus over eens zijn, dat Panda
geen meester is, kan niemand ons weerhouden om reu
zen te plagen. Kom, we gaan met de blob op stap;
dan kunnen we lachen!" En zo liepen ze even later over
straat, tot grote schrik van voorbijgangers, die nog
nooit een blob gezien hadden. „Deze kant uit", sprak
Joris. „We gaan naar een plaats, waar we het meeste
plezier, ervan zullen beleven".
LONDEN (AP) Vakbondleiders zijn
nu niet bepaald bekend omdat ze mooi
zijn, maar in Frankrijk bestaat een lieftal
lige uitzondering. Dat is de voorzitster van
de bond van Franse modellen, de blonde
Michèle Thalier. Haar bond telt 400 leden.
Toen zij deze maand in Londen was om
juwelen te tonen, die zullen worden ge-
exposeerd op de internationale tentoonstel
ling van geschenken en luxe-artikelen, wel
ke aldaar wordt gehouden, vertelde zij aan
verslaggevers: „Ik heb een dubbel doel in
het leven: een minimum grondloon te be
dingen voor modellen en ons beroep te
zuiveren van de blaam die het nog altijd
vereenzelvigt met vrouwen van lichte
zeden".
Michèle vervolgde: „In Frankrijk be
kommerde niemand zich om de verdedi
ging of bescherming van modellen tot
Lucky van Dior in 1952 onze vereniging
stichtte. Het is niet langer voldoende dat
men knap is, om model te kunnen zijn.
Een model moet ook intelligent zijn en
iets van financiën weten, wat bij sommi
gen niet het geval is".
Michèle verklaarde, dat zij een felle
strijd voert om haar vereniging in Frank
rijk erkend te krijgen. „Alleen als we
erkend zijn, kunnen we werkelijk datgene
krijgen, waar ik voor vecht: een minimum
basisloon voor alle modellen".
Zij vertelde dat het in Parijs mogelijk
is, dat meisjes slechts tien en ook dat ze
wel 35 pond sterling verdienen voor het
medewerken aan modeshows.
Naar haar leeftijd gevraagd, antwoord
de zij: „De leeftijd is niet van belang.
Je opgegeven leeftijd is niet altijd de
echte. Dat verschilt met de dag. De ene
dag kun je erg jong zijn en de volgende
erg oud".
Voor belangstellenden: de maten, waar
het op aan komt, zijn bij Michèle: 90, 58
en 90 centimeter.
Advertentie
Restaurant TER BURG
Beverwijk
Gunt uw vrouw
een keertje rust
Advertentie
gewassen en gesneden
fijn van smaak en puur natuur:
in het zakje met de rode ruit.
(Tel. 02503-6195.
Na 6.00 uur 02503-6778).
Horizontaal: 1. tijdsomstandig
heid; 8. voegwoord; 9. jongens
naam; 10 spil; 12. oorlogsvaar
tuig; 15. en dergelijke (afk.); 16.
Duits persoonlijk voornaam
woord; 18. vervoersonderneming
(afk.); 19. honigdrank; 20. deel
van het oor; 22. groente; 24.
titel van Turks landvoogd; 25
mythologische figuur; 26. ogen
blik; 28. vis; 29. water in Noord-
Holland; 31. krantenjongen; 33
tijdperk; 35. slede; 36. vriend
(Sp.)38. water in Noord-Bra
bant; 39. werkeenheid (afk.); 40
bijwoord; 42. betoger.
Verticaal: 1. landstreek in
Friesland; 2. Frans lidwoord, 3
nauw; 4. verharde huid; 5. voed
sel; 6. jongensnaam; 7. plaats
in Overijssel; 11. muzieknoot; 13.
vis; 14. myth, figuur; 15. water
in Friesland; 17. uitgelezen groep;
19. witte rand langs brieven; 21. roem;
23. vrouw van Jacob; 27. jong dier; 28.
web; 30. titel (afk.); 32. deel van het
gebit; 34. Egypt, zonnegod; 36. kranten
jongen; 37. ijzerhoudende aardkorst; 39.
pro memorie (afk.); 41. deel van de mast.
Oplossingen (uitsluitend per briefkaart)
dienen voor woensdag a.s. in ons bezit
te zjjn.
OPLOSSING PUZZEL No. 56
Horizontaal: 1. lever; 3. sprot; 7. snobist;
9. eend; 10. eren; 11. ale; 13. egel; 14.
trip; 16. pas; 19. tien; 21. leed; 22. re
geren; 23. karos; 24. kreet.
Verticaal: 1. leger; 2. eind; 4. pose; 5.
trant; 6. Abel; 7. snugger; 8. trainen; 11.
alp; 12. ets; 15. steek; 17. ares; 18. adept;
20. Nero; 21. leer.
PRIJSWINNAARS PUZZEL No. 56:
ƒ7.50: E. Paap, Ruslandstr. 155, Haarlem.
ƒ5.00: C. van Leyden, Boslaan no. 69,
Bloemendaal.
2.50: Mevrouw T. Telder, Scheldestraat
102, IJmuiden.