GROEIENDE TAAK VOOR ZENDING
ITO n
adras]
Nederlandse kerken beginnen
een gezamenlijke aktie
Geen geloof
KORT NIEUWS
I Jjfl'j I lANl
HOOK J
Zondagsheiliging
en de buren
Anglikanen schaffen
apartheid af
Nieuwe bestemming
voor Bergkerk
Lektuurcentrum
Oecumenische vruchten
Tal van taken
Lektuurfonds
Programmafonds
Indonesië
Financiële taken
'l -
Het verhaal gaat dat er eens in Bei-
jast een voetbalwedstrijd werd ge
speeld tussen een zuiver katholiek
en een zuiver protestants elftal.
Iemand, die deze wedstrijd van de
tribune volgde, applaudisseerde hef
tig wanneer de katholieken een mooie
pass afgaven, maar joelde even
enthousiast mee bij een protestants
doelpunt. Het moet toen gebeurd
zijn dat een Ier deze man in zijn
kraag pakte en hem toebeet: „Zeg,
heb jij helemaal geen geloof?"
(Uit De Havenloods)
In Mens en Wereld, het blad van net
Humanistisch Verbond, haakt R. de la
Rie in zijn rubriek „Kritisch Allerlei"
in op een stukje in Vrij Nederland
over de zondagsheiliging, zoals die in
„Nederlandse Gedachten" (a.r.) was
belicht.
VN schrijft onder meer: „Wij her
inneren ons een gereformeerd predi
kant, die op de'vraag „Mag ik op zon
dag in de tram?" antwoordde: „Ja
wel, maar ga dan met de bijwagen,
die kan er toch niets aan doen". Het
is het eitje van Columbus, dat heel wat
hoofdbrekens overbodig maakt, want
die hoofdbrekens zijn er.
Volgens „Nederlandse Gedachten"
lijden vele a.r. ouderparen aan uit
brekend angstzweet als hun kind „nou
net altijd op een warme zondag" om
een ijsje jengelt. De ouders weten dan
niet, wat hun houding moet zijn: „Dien
tengevolge worden zij warm en ver
langen ook naar een verfrissende af
koeling in de vorm van het begeerde
ijsje".
De heer de la Rie voegt daar een
advies voor a.r. ouders aan toe: „Kijk
naar wat je buren doen. Ik heb althan»
als buur enige tijd op twee gerefor
meerde gezinnen uitgekeken, waarvan
ook de kinderen op zondag gedoemd
waren in gesteven pakjes en witte
jurkjes met witte handschoentjes niets
te doen, zich zelden of nooit op straat
begaven en nimmer zich aan zoiets
zondigs plachten over te geven als jo
lijt. Tot een van de twee gezinnen met
vakantie was, want toen speelden de
kinderen van het andere gezin drie zon
dagen achtereen onbekommerd op
straat.
Ik vermeld dat maar even, want al
zal het geval wel niet illustratief zijn
voor de gereformeerde kerk, voor een
bepaalde mentaliteit is het dat zeker
wel."
De remonstrantse broederschap en da
Nederlandse protestantenbond zullen
gezamenlijk een vormingscentrum ves
tigen in het tegenwoordige conferentie
oord van de protestantenbond, het in de
Lage Vuursche gelegen landgoed „Ven-
woude". Tot directeur is benoemd ds.
W. Sangers, directeur van de volks
hogeschool „Overcinge" te Havelte.
De leiders van de Anglikaanse kerk
in Pretoria hebben besloten alle vormen
van apartheid in de kerken, die onder
hun diocees vallen, op te heffen. De
Afrikanen mogen met blanke Angli
kanen ter communie gaan. De synode
heeft in haar streven de apartheid uit
te bannen besloten tot opheffing van
rassenscheiding in parochies en missie
posten en van verschillen in salariëring
tussen blanke en niet-blanke predi
kanten.
In steden, waar tot dusver aparte
kerken waren voor blanken en niet-
blanken zullen alle Anglikanen lidmaat
worden van een parochie onder leiding
van een geïntegreerde blanke en niet-
blanke kerkeraad.
De uit de middeleeuwen daterende
Bergkerk te Deventer, gebouwd om het
hoogste punt van de stad, zal aan de
eredienst worden onttrokken. De Ne
derlandse hervormde gemeente kan de
lasten van onderhoud en restauratie
niet meer dragen nu door de uittocht
van de bewoners uit de binnenstad naar
de buitenwijken de dienst nog slechts
door enkele tientallen kerkgangers
wordt bijgewoond. Met de gemeente
Deventer is overleg gaande over een
nieuwe bestemming. De torens, eigen
dom van de gemeente Deventer, wor
den op het ogenblik gerestaureerd. Zij
hebben hun tegenwoordige staat gekre
gen bij een verbouwing in de vijftiende
eeuw die van de romaanse basiliek een
gotisch kerkgebouw maakte. Bij een
restauratie in de jaren 1910-1923 kwa
men onder meer merkwaardige en goed
bewaarde muurschilderingen uit de 13e
en 15a euw te voorschijn.
Voor de commerciële leiding van een
groot christelijk lectuurcentrum in de
jonge Afrikaanse staat Rwanda heeft de
gereformeerde zending uit ons land een
commerciële directeur benoemd, die een
uitgebreide ervaring heeft op het gebied
van uitgeverij en drukkerij, de heer S.
Fokkens uit Voorburg.
Het lectuurcentrum wordt op het
ogenblik gebouwd in Kigali, de hoofd
stad van Rwanda. Het omvat niet alleen
kantoren voor de uitgave van boeken en
tijdschriften, maar ook een radio-studio
voor de samenstelling van religieuze
programma's, die door de staatszender
van Rwanda worden uitgezonden. Ook
wenst de gereformeerde zending een
drukkerij.
Men verwacht dat het centrum tegen
het eind van dit jaar voltooid zal zijn.
De heer Fokkens zal in de leiding
samenwerken met de zendingspredikant
J. van der Neut, die reeds eerder door
de gereformeerde zending is uitgezon
den naar Rwanda. Hij maakte een
studiereis naar Kameroen om te onder
zoeken hoe men een lectuurcentrum
moet organiseren, welke boeken en
tijdschriften nodig zijn en hoe men de
mensen tot lezen kan brengen.
De lectuurdienst gaat uit van de ge
zamenlijke kerken in Rwanda, die ver
enigd zijn in een nationale raad van
kerken. De bouw van het omvangrijke
centrum wordt mogelijk door een bij
drage uit de grote actie „brood voor
het hart", die vorig jaar in Nederland
anderhalf miljoen gulden opbracht, en
door aanzienlijke giften die voor dit
lectuurwerk binnenkwamen bij het ge
reformeerd zendingscentrum in Baarn.
actie een derde van de opbrengst zal
worden gebruikt voor de steun aan
projekten, die in de oorspronkelijke
aktie van „Brood voor het hart" werden
genoemd, terwijl tweederde zal worden
afgedragen aan het wereldfonds voor
christelijke lektuur.
De deelname van de Nederlandse
zending voor het programmafonds zal
zijn 10.800 per jaar gedurende vijf
jaar. En verder zal ook de zending in
Indonesië veel geld gaan vragen.
Het is geen toeval, dat de Zendings
raad door middel van een sprekend
vouwblad, waaraan wij veel van het
bovenstaande hebben ontleend, aan
dacht vraagt voor de zending nu juist
de actie „Antwoord '64" is gehouden.
Men wil juist na de actie voor noden
in eigen land de aandacht vragen voor
landen waar de nood veel groter is.
„Het antwoord van Nederland op deze
noden is te zwak" vindt dr. J. Verkuyl.
Daarvandaan het vouwblad, dat zijn
weg naar de verschillende kerken wel
zal vinden.
Bij de Nederlandse zendingsraad
zijn de volgende kerken en corpora
ties aangesloten:
De Unie van Baptisten Gemeenten.
De Evangelische Broedergemeente.
De Doopsgezinde Broederschap.
De Evangelische Lutherse Kerk.
De Bond van Vrije Evangelische
Gemeenten.
De Gereformeerde Kerken in
Nederland.
(Van onze redacteur
Op het gebied van de zending is er een zeer duidelijke
ontwikkeling gaande. De tijd van afzonderlijke zendingen,
waarbij de blanke uitgaat om de arme negers het evangelie
te brengen en hun te vertellen hoe zij zich moeten gedragen
is allang verleden tijd. In de zendingsgebieden van oudsher
neemt men het doodgewoon niet meer. Men ziet niet meer
geestelijk leven)
tegen de blanke op, nu de onafhankelijkheid voor de meeste
volken een feit is geworden. Het identificeren van de
zendeling met het „Westen" is zelfs een groot gevaar ge
worden voor de verbreiding van het evangelie. Steeds meer
groeit dan ook het besef, dat het er om gaat de mensen
in de betrokken landen te helpen zelf aan de slag te gaan.
overal raad bij de opzet van het theo
logisch onderwijs.
Hulp werd verleend aan bibliotheken
van vele theologische scholen.
Een duidelijk voorbeeld hebben we
onlangs gesignaleerd ter gelegenheid
van het uitzenden van dr. Stelma naar
Kameroen, waar hij college gaat geven
op de theologische hogeschool. De
moderne aanpak van het zendingswerk
wordt ook gedemonstreerd door de
groeiende internationale samenwerking.
Zoveel mogelijk proberen ook kerken
gezamenlijk op te trekken, om niet al
by voorbaat het christendom tot een
raadsel voor de betrokkenen te maken.
„Door gezamenlijk handelen komen
wij als kerken dichter bij elkaar" zegt
dr. J. Verkuyl, secretaris van de Neder
landse zendingsraad. Het blijkt niet
alleen bij de zending. Ook op andere
gebieden wordt het duidelijk dat er tal
van praktische gebieden zijn waar de
kerken zeer wel kunnen samenwerken,
zonder daarbij de principiële verschil
len te verdoezelen. Op zendingsgebied
Is een goed voorbeeld de steun aan het
theologische vormingswerk. Internatio
naal verlenen de kerken hieraan hun
steun, maar er wordt niet Ingegrepen in
de principiële kwesties. Een Russisch-
orthodox seminarie blijft uiteraard zijn
onderwijs op zijn eigen basis schoeien,
een anglikaans college blijft anglikaans.
Ook met de keuze van de literatuur
laat men zich niet in.
„Toch zijn er oecumenische vruchten"
vindt dr. Verkuyl. „Want door het ge
zamenlijk handelen wordt naar buiten
meer openbaar, dat we allen tot dat
ene volk van God horen."
De samenwerking van de westerse
kerken op missionair terrein krijgt in
toenemende mate gestalte in de „Com
missie voor Wereldzending en Evange
lisatie" van de Wereldraad van Ker
ken, die de wettige opvolgsters is van
de „Internationale Zendingsraad*'. Deze
laatste was een lichaam, waarin de
zendingsinstanties samen overlegden,
de commissie voor Wereldzending en
Evangelisatie wordt echter door de ver
schillende zendingsinstanties bewogen
en in staat gesteld om samen aan het
werk te gaan, want er zijn grote taken,
die niet door één kerk, maar wel door
de kerken gezamenlijk kunnen worden
verricht.
In Mexico City werd het tijdens de
wereldzendingsconferentie als volgt ge
formuleerd: „Wij hebben de gave, die
God gegeven heeft aan elke kerk nodig
voor het getuigenis en de dienst van de
gehele kerk".
Aan dit gezamenlijk zendingswerk zit
naast de ideële kant natuurlijk ook een
andere: de financiële. Vooral de Ame
rikaanse kerken maakten tot nu toe
door krachtige financiële bijdragen de
aanpak van de taken mogelijk. De ker
ken brachten de benodigde sommen
steeds bliksemsnel bijeen, want „ze
hadden geld genoeg". Het is echter be
grijpelijk, dat men daar gezegd heeft
„nu moeten jullie toch ook eens wat
doen".
De Europese kerken zijn veel minder
draagkrachtig, maar de Nederlandse
Zendingsraad heeft besloten om toch
een flinke steen bij te dragen in het
antwoord op de Europese kerken op
deze Amerikaanse oproep.
Welke zijn de gemeenschappelijke
taken in wereldverband? In de eer
ste plaats het wereldfonds voor de
theologische opleiding. Vooral in de
jaren na de tweede wereldoorlog is
steeds duidelijker gebleken hoe nood
zakelijk dit fonds is. Overal ont
stonden jonge onafhankelijke staten,
overal groeide het hoger onderwijs
in een tevoren ongekend tempo, over
al bleek de noodzaak van bewust lei
derschap.
In dit snelle ontwikkelingproces dreig
de de opleiding van kerkelijke voor-
De Gereformeerde Zendingsbond
in de Nederlandse Hervormde Kerk.
De Nederlandse Hervormde Kerk.
De Morgenlandzending.
Het Nederlandsch Bijbelgenoot
schap.
De Vereniging tot Uitbreiding van
het Evangelie in Egypte.
De Zendingsraad heeft onlangs een
nieuw gebouw betrokken op het
adres Prins Hendriklaan 37, Amster
dam-zuid, telefoon 717654. Giften
voor de internationale fondsen kun
nen worden gezonden naar de
adressen van de zendingscentra der
bij de Nederlandse Zendingsraad
aangesloten kerken en corporaties,
met als toevoeging: „Voor internatio
nale zendingsfondsen".
Het is echter ook mogelijk giften
rechtstreeks naar de Nederlandse
Zendingsraad te sturen met dezelfde
toevoeging. Het gironummer van de
Nederlandse Zendingsraad is 493248.
De theologische opleiding is echter
pas één taak. Daarnaast is er het
wereldfonds voor christelijke lektuur.
Dit fonds wil niet zelf de taak van
de lektuurdiensten in de verschil
lende landen overnemen, maar de
daar bestaande of nog op te richten
lektuurdiensten stimuleren en helpen
bij de vervulling van hun taak.
Een belangrijke zaak is verder het
..programmafonds", bestemd voor de
vele zaken, die niet uit het gewonde
budget van de commissie voor Wereld
zending en Evangelisatie kunnen wor
den gefinancierd.
Ongeveer vijftig percent van dit
fonds is bestemd voor het steunen van
de regionale organisaties der kerken,
zooals in Oost-Azië (EACC), in de
Pacific en in Afrika (All Africa confe
rence of churches) en de daaruit voort
vloeiende conferenties en consultaties.
Het andere deel van dit fonds is be
stemd voor allerlei onvoorziene taken,
waarin acuut geholpen moet worden,
zoals in de achter ons liggende jaren
Tijdens een lektuurtoernee in India van
de „United Society for Christian Lite
rature" (foto Leon V. Kofod).
gangers een ernstige achterstand te
vertonen. Terwijl de kerken in de
vooroorlogse situatie meestal voor waren
op de ontwikkeling van de landen en
volken, temidden waarvan zij hun taak
vervulden, bleek maar al te duidelijk,
dat in de naoorlogse situatie de op
leiding van predikanten te kort schoot,
zodat er te weinig theologen werden
gevormd, die werkelijk in. staat waren
vanuit het Woord Gods de problemen
van de samenleving op alle gebied te
benaderen.
Intussen werden allerlei onderzoe
kingen verricht onder auspiciën van de
Internationale Zendingsraad om na te
gaan hoe het eigenlijk stond met de
theologische opleiding in al deze ge
bieden. Zo ontstond in het decennium
volgend op de tweede wereldoorlog een
groeiende overtuiging, dat de opleiding
van predikanten strategisch prioriteit
behoort te hebben in de vervulling van
de missionaire taak.
Voorts groeide een omvangrijke ken
nis van de behoeften van de kerken en
de theologische opleidingsinstituten in
die werelddelen, en bovendien waren
er een aantal deskundigen in staat de
ontwikkeling van de theologische op
leiding met hun adviezen en recom
mandaties te dienen.
Zo groeide het idee van een wereld
fonds voor theologische opleiding, maar,
zoals al gezegd is, men vond dat het
fonds de principes van oecumenische
samenwerking op geen enkele wyze
mocht aantasten. Het wereldfonds mag
niet de taak van het theologisch onder
wijs in de verschillende gebieden over
nemen, maar de functie van het fonds
is: stimuleren, versterken, bestaan.
Het fonds werd eind 1957 opgericht,
en voor een periode van vijf jaar wer
den vier miljoen dollar bijeengebracht.
Er gebeurde veel in die periode: 23 theo
logische scholen werden gebouwd of
herbouwd, tal van theologische hand
boeken werden uitgegeven, men gaf
Researchruimte in een seminarium in
het Caraibische gebied. Zorgvuldig
onderzoek in een jonge kerk kan be
hoefte hebben aan materiaal, dat dui
zenden mijlen verder voorhanden is.
bijvoorbeeld het geval is geweest in
Kongo, Ceylon en Cuba.
Tot de vele taken van het fonds be
horen: het steunen van regionale raden,
researchwerk, Islamwerk, het sécreta-
riaat voor studie van, lekenactiviteit
van uit de kerken, radio en tv. Het
fonds stelt in staat daar in te springen
waar zich acute missionaire noden of
mogelijkheden voordoen.
Een specifiek aspect van de Neder
landse zending is de taak in Indonesië.
Na overleg met de Raad van Kerken
in Indonesië heeft een delegatie daar
heen een reis gemaakt. Zy bestond uit
afgevaardigden van Nederlandse, Duit
se en Zwitserse zendingen, die daar
werken, zy hebben zowel persoonlijk
als gezamenlijk met de Raad van Ker-
Het gebruik van microfilms en derge
lijk is dan ook van groot practisch be
lang. Het theologische opleidingsfonds
helpt scholen bij het opzetten en ont
wikkelen van hun bibliotheken.
Het waardevolle veeltalige bijbelse
woordenboek van Serampore, geschre
ven door William Carey, pionier-zen
deling in India en stichter van Seram
pore, wordt hier geraadpleegd.
ken, met de leiding van allerlei taken
van werk en met de meeste Indonesi
sche kerken overleg gepleegd.
i
Dit overleg was nodig, want de ver
anderingen in Indonesië zijn groot ge
weest in de laatste vijfentwintig jaar,
ook op het terrein van kerk en zending.
Japanse bezetting en revolutie, staat
kundige zelfstandigheid en verminder
de invloed van het buitenland hebben
Indonesië bijna tot een ander land ge
maakt. De chistenen daar weten zich
nu zelf verantwoordeelijk voor de op
bouw en uitbreiding der kerk. Op som
mige terreinen is de medewerking van
buitenlandse zendingsarbeiders zo lang
geleden opgehouden of tot zulk een
klein getal beperkt dat men geleerd
heeft het zonder hun medewerking te
kunnen stellen. Toch is er een aantal
kerken, die opnieuw om Europese mede
werkers hebben gevraagd. Maar daar
naast staan andere, geheel nieuwe taken
voor kerken en zending, zo zegt de
Nederlandse zendingsraad.
Belangrijke taken in Indonesië zijn
onder meer steun bij de opbouw van
opleidingsinstituten, uitbouw van het
werken onder de studenten, inter
kerkelijk werk in de snel groeiende
steden van Indonesië, uitbreiding van
de produktie en distributie van christe
lijke lektuur, vormingswerk ten bate
van „leken" in de snel veranderende
maatschappij, werk op sociaal terrein,
werk onder vrouwen en meisjes, wier
plaats in de maatschappij nog sneller
verandert dan die van de mannen en
studie van de oude en nieuwe machten
in de Indonesische maatschappij van
stamreligies, seculairsme en communis
me, waarmee alle kerken te maken
hebben.
De Zendings heeft de volgende finan
ciële taken op zijn schouders genomen:
De deelname van de Nederlandse
zending voor het Theological Education
Fund zal zijn 54.000 per jaar geduren
de vijf jaren. Voor het wereldfonds
voor christelijke lektuur zal men één
miljoen gulden bijeenbrengen in de
loop van vijf jaar.
Het is de bedoeling dat bij de voort
zetting van de „Brood voor het hart*'-
Diensten gedurende de lijdensweek in
een theologisch seminarium. De gods
dienstoefening vormt een belangrijk
onderdeel van de theologische studie,
waaraan soms echter niet voldoende
aandacht wordt geschonken op de
seminaria. Aan het wereldfonds voor
Theologische Opleiding is door de af
deling voor Wereldzending en Evange
lisatie opdracht gegeven alles wat be
trekking heeft op de eredienst en het
discipelschap in de theologische semi
naria aan te moedigen.