Japanners vroegen Geesink om hen volgend jaar les te geven I r HOE IS HET ONTSTAAN? J De Na vólkern vloot ©n wij Knaniendirecteur in Tokio kende Anton invloed van een eerste minister tae W ereldkampioen doodmoe van de ontvangstdrukte Rijtoer als van een vorst STOPPEN? Geesink weet het nog niet Enorm feest bij Dikke Dries Huldiging is geen blijk van sportverdwazing Schoolconflict in Leeuwarden opgelost Dr. H „T exel"-arbeider s werken nu in Duitsland Mr. d'Ailly geeft Den Bosch een standje Dr. Vondeling voor politieke bespreking naar de V.S. ZATERDAG 7 NOVEMBER 1964 '4 Voor niemand bang Terug naar Japan Burgemeester de Ranitz: Dit woord: DRASTISCH Dit woord: KRAB Dit woord: LYCEUM Dit woord: WIS Succes voor Nederlandse Himalaja-expeditie Geesink was gistermiddag doodmoe toen hy zich in een buurtcafé een biertje liet Inschenken. Eerst twee dagen niet eten en een uur later vertrekken uit Tokio, daarna de vermoeiende vliegreis zonder slapen en tenslotte de vertragende mist. „Ik zat in de cockpit, zoals ik altijd doe als ik vlieg. Boven Schiphol kregen we te horen dat we niet konden landen, maar dat we terecht konden in Keulen. Bonn of Dusseldorp. Het lukte in Keulen, vanwaar een snelle taxi my in een uur en drie kwartier naar Emme rich bracht". Geesink vond het allemaal overweldigend wat er by ztfn thuiskomst voor hem was gedaan. Hij wist er tot gisteren niets van. Toen hij de plannen voor gisteren hoorde, zou hij het liefst voor uitstel hebben willen pleiten, maar helaas, het ging niet meer. „We zullen nu wel zien", zei Geesink, die om één uur doodver moeid in zijn bed stapte om een paar uurtjes te slapen. Na het behalen van de Olympische titel en het wereldkampioenschap heeft Geesink nog een vermoeiende tournee door Japan gemaakt. Na de spannende strijd met Ka- minaga was er 's avonds een party waarna Geesink meteen in de trein naar het 500 kilometer verder gelegen Amagasaki reis de voor een goodwillwedstrijd, waaraan Japanners en Europeanen zouden deelne men. Geesink was teleurgesteld, toen bleek dat het een gewoon toernooi was met zes Japanse top-judoërs, die in sterkte direct na Kaminaga volgen, als deelnemers. Bo vendien waren Europese scheidsrechters uitgesloten. De Japanse arbiters waren erg subjectief. Geesink won van de nummers 2, 3 en 4 van Japan, maar toen gooide hij het bijltje er bij neer. „Ik vertelde ze dat ik niet voor een slachtpartij voelde, want voor een echt toernooi was ik echt niet in conditie. We zouden een goodwill wedstrijd hebben, maar in plaats daarvan hadden we een wedstrijd tegen de scheids rechter." Geesink trok zijn kleren aan en ging weg. In andere plaatsen volgden meer normale judo-partijen, waarbij Geesink on der meer ook Japans tweede zware man Hasagawi en de derde grootheid Sakagutsi overwon. Of Geesink voor zijn rivaal in Tokio Ka minaga bang is geweest? „Ik ben voor niemand bang," antwoordde Geesink lachend. Wel gelooft hij dat de nederlaag van Kaminaga in Japan diepe indruk heeft gemaakt. „Je moet daarvoor beseffen hoe groot de plaats is die judo in Japan in neemt. Dat is niet onder woorden te bren gen." Gisteren bleek hem dat nog eens in een gesprek met de directeur van de budokan- judohal, zelf negende dan en ook directeur van de grootste krant van Japan. Hij kon zich niet voorstellen, dat Geesink geen in vloed aanwendt om judo als verplicht leervak op alle Nederlandse scholen in te voeren. In Japan is dat twee jaar geleden wettelijk geregeld, nadat de Amerikanen de verplichting na de oorlog hadden opge heven. „En dat zei-ie tegen me alsof ik de minister-president, mijnheer Marijnen zelf was Bij zijn afscheid aan de Fenri-universi- teit, waar de centrale training van de Ja panse topjudoka's wordt gehouden en waar een bejaarde invloedrijke achtste dan de scepter zwaait, heeft Geesink moeten be loven dat hy volgend jaar twee of drie maanden naar Japan komt om te trainen. Geesink wil eerst eens kijken hoe zijn school functioneert, maar hij denkt wel dat hij het aanbod zal accepteren. Voor een ander aanbod, dat van circus directeur Boltini, had Geesink geen goed woord over. „Nog voor geen miljoen zou Ik het doen, want dat is geen plaats voor de judosport." Over het gerucht dat Geesink in Japan zou zijn gewurgd, lachte de judokampioen hartelijk. „Daar krijgen ze met mij geen kans voor, dat duurt te lang," reageerde hij. Wel heeft hij de indruk gekregen dat bepaalde heethoofdige Japanners het op hem voorzien hadden. „We waren er ook voor gewaarschuwd. In een plaats waar we met 25 Europeanen, Amerikanen en een Canadees een wedstrijd hadden, zag ik op eens een Japanner met een fles in opge heven hand voor me staan, ik weet niet wat-ie van plan was, maar ik sprong wel op om een aanval meteen te kunnen af slaan. Een andere judoka was er eerder bij en greep de Japanner beet." Omstuwd door een dichte kluwen fans heeft Anton Geesink gisteravond een rij toer door de domstad gemaakt. Ondanks de gure novemberkou en de schrale wind hadden zich duizenden langs de route ver zameld om maar een glimp van Anton, de geweldenaar, op te vangen. Vooral in het centrum was het druk. Golven van applaus en toejuichingen be geleidden de stoet, die werd geopend door een vrolijk blazend muziekkorps, dat op de voet werd gevolgd door in kleurige uniformen gestoken, solide bewapende jongemannen van de studentenweerbaar heid. Het academische element nam trou wens een zeer belangrijke plaats in, want in de open koets waarin reus Anton was gezeten zat ook de praeses van de senaat van het Utrechts studentencorps in stem mig zwart. De stoet werd begeleid door fakkeldragers. Anton, die af en toe naar de enthou- «iaste menigte wuifde, werd in zijn lan dauer geflankeerd door een van de Triton roeiers die op de Todabaan voor een der de plaats en daarmee voor een bronzen plak hadden gezorgd. Dat was Hartsuiker. Zijn collega Rouwé kon de huldiging niet meemaken. Enkele dagen geleden heeft hij een, overigens lichte, operatie onder gaan, die hem noopte het bed te houden. Stuurman Bos wachtte de komst van Hart suiker Anton ten stadhuize a£> De trainer van de Japanse judoka's Mat sumoto is van oordeel dat zijn landgeno ten in Tokio hebben gefaald, verklaarde Geesink voorts, ,,'t Is niet dat hij mij de titel misgunt, want gisteren reisde hij zelfs 1100 kilometer om mij op het vliegveld in Tokio uit te wuiven. Nee, hij vindt ge woonweg dat het niet had mogen gebeu ren, want Japan is het judoland bij uit stek. Als toonbeeld van het Japanse falen had hij zich nu helemaal kaal laten kni penRuim een half uur babbelde Gee sink met journalisten, fotografen en sport- bewonderaars. Buiten werd hij weer toege juicht door honderden kinderen, die voor zijn woning zingend en joelend de wacht bleven houden. Anton Geesink weet nog niet of hij met de wedstrijdsport zal stoppen of niet. „Het is een groot probleem voor me", zei hij. „De voorbereiding kost me te veel tijd. Dit jaar was ik eerst 2,5 maand voor training in Frankrijk, nu weer tien weken in Japan. Dat kost geld, maar ook tijd, want met mijn school moet ook wat gebeuren". Geesink vindt het jammer dat een topman in de sport moet stoppen, want hij heeft tijdens zijn verblijf in Japan opnieuw ervaren, dat zo'n figuur voor zijn land een enorme good-will kan kweken. „Ik zie echt het persoonlijke belang niet, maar veel meer de kans dat je daardoor je land kunt represen teren." Geesink twijfelt voorlopig. „Als ik niet getrouwd was, zou het geen pro bleem zijn, maar nu ik moet nodig weer eens wat gaan verdienen, want daar is dit jaar weinig van terecht ge komen. Ik wil het niet half doen. Je moet je volledig kunnen voorbereiden." Om zijn leeftijd hoeft Geesink het niet te laten, want hij voelt zich nog fit genoeg om volgend jaar deel te ne men aan het wereldkampioenschap in Brazilië. Geesink heeft zijn glorieuze intocht in Utrecht gisteravond beëindigd met het wassen van bierglazen in het café van dikke Dries aan de Waterstraat in zijn geboortewijk C. Dikke Dries had dikke planken voor de vensters van zijn ramen gespijkerd om de bestorming van de joe lende en juichende wijk C-ers te kunnen weerstaan. Urenlang bleef Geesink in het met guirlandes, foto's en tekeningen ver sierde café, waar alle Geesink-feestliederen van de plaat en het voor deze gelegenheid door Bob Beyenberg gecomponeerde wel komstlied afwisselend weerklonken. Gee sink, staande achter de tapkast met het Olympische goud en de versierselen van de koninklijke ridderorde op de borst, bleef nuchter onder al dit feestgedruis. Om half elf stond de auto al voor de deur gereed om hem naar huis terug te brengen, om dat Anton graag thuis de televisieopnamen van zijn terugkeer wilde zien. Maar van dit goede voornemen is niets terecht ge komen. Het was te gezellig in het kleine intieme café. Het was nog maar een voor proefje van hetgeen Anton Geesink dins dag staat te wachten, dan gaat wijk C. zijn vroegere buurtgenoot op grootse wijze huldigen in het casino. Het besluit daartoe is gisteravond genomen. De ex-Utrechter Rijk de Gooyer is daarbij gastartiest. „En voor de rest zorgen we zelf", zei Dikke Dries die in de voorbereidingen van dit huldigingsfeest een groot aandeel heeft gehad. „Een 24-karaats sportman" noemde bur gemeester jhr. mr. J. C. de Ranitz Gee sink tijdens de officiële ontvangst van de drie Utrechtse Olympische medaillewin naars in de door kaarsen verlichte hal van het raadhuis. Ruim 200 sportmensen en raadsleden, andere autoriteiten en ook wijk-C-bewoners waren daarvan getuige Geesink had de confetti van de feestelijke rijtoer nog in de haren, toen hij met luid hoerageroep in de stemmig versierde stad huishal werd ontvangen. Bijzonder veel waardering had de burgemeester voor de prestaties, die de Nederlandse studenten roeiers. in Tokio hebben geleverd. Hij bood Hartsuiker en de stuurman van de ge stuurde twee Bos als aandenken namens het gemeentebestuur een kristallen glas op zilveren voet met een inscriptie aan en hing daarna beide studenten een krans om de hals. De burgemeester deelde Gee sink mee, dat zijn stad hem op 23 oktober de hoogste eer heeft gegeven door de vlag gen van de Domtoren uit te steken. Mr. De Ranitz herinnerde eraan dat verschil lende mensen zich hebben afgevraagd, of deze eer van het gemeentebestuur wel juist was en of het daardoor niet heeft meegedaan aan sportverdwazing en over schatting van de sportprestatie. Hij is er evenwel van overtuigd dat een Olympi sche overwinnaar iemand is die zijn lichaam tot de laatste vezel heeft onder worpen aan de wil en geestkracht. Dat heeft Geesink gedaan. „En als het een Nobelprijswinnaar zou zijn geweest had den wij de vlaggen ook uitgestoken". Hij vond dat de prestatie van Geesink vooral de jeugd heeft aangesproken, waar door hij tot voorbeeld is geworden. Burge meester de Ranitz, die namens het ge meentebestuur aan Geesink een Perzisch kleedje aanbood, zei tenslotte, dat na de verkregen goedkeuring tien dagen geleden met de bouw van de nieuwe sportschool voor Geesink is voortgegaan. Volgens de bouwers kan de school uiterlijk volgend jaar augustus in gebruik worden genomen. Geesink was vooral met deze mededeling bijzonder blij. I Aan het woord drastisch: sterk, snel werkend, hevig ingrijpend, krachtdadig ligt een Grieks werkwoord ten grond slag dat geschreven wordt: dran en uit gesproken: draan. Van dit werkwoord komen ook onze woorden drama, dra matisch, dramaturgie, dramatiseren, die alle uitgaan van de betekenis: han delen. Van het werkwoord dran stammen twee bijvoeglijke naamwoorden die de zelfde betekenis hadden: drasterios en drastikos. Het eerste is verdwenen; het tweede is in de medische taal terecht gekomen in de betekenis van: werkzaam (geneesmiddel) en speciaal: krachtig werkend (purgeer-) middel. In de 19e eeuw werd het in de algemene taal op genomen. Wij kunnen bijv. zeggen dat wij onze uitgaven drastisch moeten be perken. Een vlieg heet vlieg omdat hij vliegt en een krab heet krab omdat hij krabt. Dat is wel duidelijk. De naam van het schaaldier is dus nauw verbonden met de werkwoorden krabben en krabbelen, hetgeen wil zeggen: veelvuldig krabben. Ook het woord kreeft is er familie van. De Latijnse naam van de kreeft is cancer, de Griekse luidt karkinos. Daar van zijn de namen kanker en carci noom afgeleid. Men geeft aan deze ziek te deze naam, omdat het gezwel dat zij veroorzaakt, gelijkenis vertoont met een kreeft of krab met gespreide poten. Verwant is eveneens het Engelse to crawl dat kruipen betekent, maar ook gebruikt wordt voor een bepaalde wijze van zwemmen, die in de verte gelijkt op de beweging van krab of kreeft. Wij verstaan onder een lyceum een schooltype waarin hbs en gymnasium zijn verenigd. Het woord lyceum stamt uit het Grieks. De plaats waar de grote Griekse wijsgeer Aristoteles, leermees ter van Alexander de Grote, in Athene zijn voordrachten hield over wijsgerige vraagstukken en over populaire onder werpen, ontleende zijn naam aan een in de nabijheid gelegen tempel van Apollo Lukeios, Apollo de wolfsdoder. (Het Griekse woord voor wolf is lukos). Aristoteles placht in de schaduwrijke dreven van dit Lukeion rondwandelend te spreken. Het woord werd verlatini- seerd tot lyceum en werd in de 16e eeuw door de humanisten gebruikt als erenaam voor een universiteit en sinds de 18e eeuw als naam voor een bepaald schooltype. De Duitsers verstaan er on der wat wij een m.m.s. noemen. In een aantal woorden is het voor voegsel ge- afgevallen of staan de vor men met en zonder ge- naast elkaar. Zo hebben we heel en geheel, lijken en gelijken, makkelijk en gemakkelijk, tij en getij, wis en gewis enz. Wij zeg gen: het is zeker en gewis, maar ook: wel wis en waarachtig. Het is een kwes tie van zinsritme welk woord wij kiezen. Het woord (ge)wis, dat wij kennen als bijvoeglijk naamwoord, is eigenlijk het oude voltooide deelwoord van het werk woord weten. En weten komt van een stam rvid die: zien betekende en waar van Latijn video: ik zie, afstamt. Het woord (ge)wis betekent dus eigenlijk: wat gezien is en vandaar: wat geweten wordt, wat zeker geweten wordt en dan: wat vaststaat, wat zeker is. Er is een einde gekomen aan het con flict op de middelbare kunstnijverheids school in Leeuwarden. De lessen zijn her vat en alle leraren hebben zich weer be schikbaar gesteld. Het ontslag van de directeur, de heer P. Panhuijsen, blijft gehandhaafd. De moeilijkheden begonnen ongeveer 2 maanden geleden, toen er tussen de direc teur en de meeste leraren meningsver schillen ontstonden over de manier van lesgeven. De directeur gaf toen aan het begin van het nieuwe cursusjaar enige leraren veel minder les-uren. Eén der leraren kwam zelfs niet meer op het les rooster voor. Toen het schoolbestuur deze regelingen ongedaan maakte nam de di recteur ontslag, maar dit had tot gevolg dat een aantal leerlingen in staking ging. Zij nemen nu weer aan de lessen deel. Burgemeester de Ranitz temidden van de Utrechtse „Olympiërs": stuur man Bos, roeier Hartsuiker en Geesink. Er is een rookgordijn opge gaan in Nederland over de kwestie van onze al-of-niet deelneming aan de NAVO- kernvloot. Over wat zich ach ter dit rookgordijn afspeelt, hebben wij zo onze vermoe dens, al doet de regering (bij monde van minister Marijnen) het voorkomen alsof over de toetreding van Nederland bin nen het kabinet nog geen me ning gevormd is. Kan dit verband houden met het feit, dat de voorzitter van de C.H.U., mr. Beernink, al bijna een jaar geleden op de „toogdag" van zijn partij in Amsterdam kwam met ern stige reserves ten aanzien van deze Nederlandse deelneming? En dat generaal Calmeyer deze toetreding sterk had ontraden in een artikel in het Christe lijk Historisch Tijdschrift van nog weer enkele maanden eerder? Dichter dan de november- mist die over het land ligt is de nevel die Den Haag ver wekt rondom deze kwestie waarschijnlijk in de hoop dat dit geen tweede „heet hang ijzer" boven het politieke leven van deze regering zal worden, zoals de zaak van de Bijlmer meer. Onder die omstandigheden heeft het weinig zin om in spe culatieve beschouwingen te treden over wat uiteindelijk uit de bus zal komen. Wél lijkt het echter aangewezen om de zaak van de Nederlandse deel neming aan de NAVO-kern- vloot tegen de algemene poli tieke achtergrond te plaatsen van de wereld van vandaag. Wij weten nu dat president Johnson, menselijkerwijs ge sproken, voor de eerstkomende vier jaar leiding zal blijven geven aan de Amerikaanse politiek. Voor wat de NAVO- kernvloot betreft, is dit een continuüm de Verenigde Staten zullen voor en na blij ven hameren op het aambeeld dat een dergelijke vloot een onmisbaar onderdeel moet gaan vormen van de Westelijke politieke samenwerking, in de strijd tegen het wereldcommu nisme. Een stelling waarin ook West-Duitsland zegt te ge loven, maar die bepaald wordt afgewezen door de nieuwe Britse regering om niet te spreken van generaal De Gaulle. De laatste zet mis schien het gehele voortbestaan van de NAVO, althans de Franse deelneming aan dat bondgenootschap, op het spel wanneer het plan van de multilaterale kernvloot toch door zou gaan. Kort en goed betekent dit dat, indien Nederland niet zou deelnemen aan die kernvloot, geen enkel Europees land met een maritieme macht van enig belang dit zou doen. Want de Bondsrepubliek moge politiek en economisch een steeds be langrijker rol gaan spelen bin nen Europa en in de NAVO, haar oorlogsvloot is bepaald niet haar sterkste zijde. Ook in het verleden werd de glorie van de Kriegsmarine niet boven water behaald, doch daaronder door onverhoed se aanvallen van duikboten op vijandelijke zowel als neutrale schepen, zoals wij maar al te goed weten. Van de overige partners van de NAVO in Europa hebben, behalve Enge land met een nog altijd enorme vloot, slechts Frankrijk en Nederland een marine die telt de Italianen, Grieken, Tur ken en Portugezen mogen ons dit vergeven, maar zo is nu eenmaal de feitelijke toestand. De vloot van België bestaat uit niet veel meer dan mijnen vegers, en of Luxemburg al dan niet deelneemt aan de NAVO-kernvloot heeft uiter aard niet anders dan een nogal theoretische betekenis. Voor één keer in de gehele naoorlogse periode heeft dus Nederland een positie van enig reëel belang in de wereldpoli tiek, of tenminste in die van het Westelijke bondgenoot schap. Zou de Nederlandse re gering „neen" zeggen, dan kon den de adviseurs van presi dent Johnson veilig het gehele plan in de ijskast doen. Een „multilaterale" kernmacht van slechts Amerikaanse en Duitse oorlogsschepen (plus een paar bodems die Amerika geschon ken heeft aan Turken en Grie ken) zou in de internationale politieke constellatie van thans waarschijnlijk een onhaalbare troef zijn. Harold Wilson lijkt er de man niet naar om in een zo absurd plan te berusten en een scherp conflict tussen Amerika en Engeland is nu wel het allerlaatste dat zou passen in een versterking van het Westelijke bondgenoot schap. Maar zou de Nederland se regering „ja" zeggen (en zou het makke Nederlandse volk, met de volksvertegenwoordi ging vooraan, de regering vol gen), dan kwam er wél een NAVO-kernvloot. Of tenmin ste, dan werd de kans op ver wezenlijking daarvan een heel stuk groter. Wat de uiteindelijke gevol gen zouden zijn van een der gelijke ontwikkeling, kan men voor een deel wel gissen. Nederland zou een bruggetje moeten vormen tussen de kolos Amerika en de vooruitgescho ven voorpost West-Duitsland. Een wrak bruggetje, niet meer. Want in de ogen van de Noord amerikanen, zelfs van ervaren politici als Johnson en Rusk, zijn wij nooit meer dan een heel klein, nietig landje met goedmoedige burgers. Zou dat landje willen pretenderen, sol daatje te spelen (of, in dit ge val, matroosje), dan maakte het zich in de ogen van Washing ton alleen maar belachelijk. Het zou met Nederland weer net zo gaan als tijdens de tweede wereldoorlog, toen het nagenoeg onmogelijk was ook maar een ogenblik de aandacht te krijgen van de „grote" ge allieerden voor de soms essen tiële problemen van ons toen zozeer gemaltraiteerde land. Het smadelijke gevolg zou waarschijnlijk wel zijn, dat een stuk Nederlandse marine onder Westduits commando kwam te staan een vooruit zicht waarop men in Den Hel der nu misschien niet zó dol zou zijn. Natuurlijk óók onder Noordamerikaans bevel, maar dat is op zichzelf niet nieuw, en evenmin erg bezwaarlijk. In groter verband zou Neder land er in belangrijke mate toe hebben bijgedragen dat West-Duitsland voor zijn mari tieme strijdkrachten iets ver kreeg, wat thans geheel buiten hun bereik ligt, namelijk trai ning met kernwapens. Het is lichtelijk verbijsterend dat déze consequentie van de op richting ener multilaterale kernvloot nog niet heeft geleid tot meer reacties bij het Neder landse volk dan tot dusverre merkbaar zijn geweest. Gelooft men dan werkelijk, dat West- Duitsland nog ongevaarlijk is wanneer het eenmaal met dit wapentuig kan spelen? Gelooft men dat een regering, waarin minister Seebohm alweer schreeuwt om het Sudetenland (dat vóór Hitier nooit of te nimmer deel heeft uitgemaakt van Duitsland!), niet alles en alles zal zetten op een re vanche indien het ogenblik gunstig zou zijn? Of denkt men soms dat een dergelijk streven voor óns onschadelijk, ja misschien zelfs gunstig zou zijn? Alsof wij bij een dergelijk festijn, als hét zo uitkwam, niet net zo onder de voet ge lopen zouden worden als nu bijna een kwart eeuw ge leden?! Wij hebben opzettelijk niet gesproken over de verschrik kingen, die kernwapens, meer kernwapens in meer verschil lende handen, en in meer ver schillende landen, kunnen brengen. De mensheid heeft al zo dikwijls kunnen horen dat uiteindelijk haar gehele voort bestaan op het spel kan staan wanneer dit wapentuig ge bruikt zou worden, dat het wel lijkt alsof zij nu al geheel murw en als het ware verdoofd is op dit punt. Maar natuurlijk heeft de zaak van de schep ping ener nieuwe organisatie met kernbewapening uiteinde lijk ook dót sinistere aspect. Bepaald geen reden alweer om enthousiast te zijn over een eventuele Nederlandse deel neming aan de beoogde kern macht Het zou moeilijk zijn een tijd van enkele weken te vinden, waarin zoveel veranderd was in de rolbezetting op het inter nationale politieke toneel als die, welke juist achter ons ligt. Daardoor staat alles misschien tijdelijk op losse schroeven. Maar wie er komen en gaan, ons eigen regeringsteam is on gewijzigd. Het is wel zéér te hopen, dat alle vrees dienaan gaande onjuist zal blijken, en dat dit kabines ons niet in iets zal willen betrekken, dat voor ons land zulke fatale gevolgen kan hebben als de NAVO- kernvloot onder de thans ge geven omstandigheden. Dertig bouwvakarbeiders van de 380, die onlangs door de N.V. Texel in Amsterdam wegens staking werden ontslagen, heb ben via koppelbazen een patroon in West- Duitsland gevonden. Dit maakte het Ge westelijk Arbeidsbureau (GAB) in Am sterdam gisteren bekend op zijn maan delijkse persbespreking. Het arbeidsbureau onthulde tevens dat het merendeel van de 106 stakende arbei ders bij de bouwmaatschappij Van da Vorm, die door de rechter bevolen wer den tegen een dwangsom van 25 per dag het werk te hervatten, intussen illegaal bij andere bouwpatroons in dienst zijn. Een ander groot bouwbedrijf in da hoofdstad wil het personeelstekort opvan gen met Turkse bouwvakkers. Het bedrijf heeft een aanvraag voor tewerkstelling van 30 Turken bij het GAB ingediend. In het gehele land lopen aanvragen voor 80 Turkse bouwvakkers. De arbeidsmarkt te Amsterdam blijft in alle sectoren gespannen. Het reële te kort aan arbeidskrachten wordt door het GAB op 20.000 mannen en vrouwen ge schat. Onder het opschrift „Foei 's-Hertogen- bosch" doet de oud-burgemeester van Amsterdam mr. A. J. d'Ailly in het jongste nummer van het tijdschrift „Heemschut" een reeks verwijten aan het gemeentebe stuur van Den Bosch over de manier waarop het structuurplan van die ge meente is behandeld. .Nieuwe structuurplannen en binnen stadsplannen zijn voor elke gemeente en haar burgerij van ingrijpende betekenis. Men behoort aan zulke plannen zeer rui me bekendheid te geven, opdat burgerij en belangstellenden alle gelegenheid krij gen van hun inzichten te doen blijken. ,Doet men dit niet en in Den Bosch heeft men dit volledig nagelaten dan wekt men verdenking van vrees voor cri- tiek en de wens de plannen in een onder onsje te willen afdoen," schrijft de oud burgemeester van Amsterdam en voorzit ter van „Heemschut". Hij maakt Den Bosch verder het verwijt, de algemene belangstelling van de bur gerij en de burgerzin van de inwoners te hebben miskend en tegelijk buitenstaande deskundigen en organisaties zoals „Heem schut'' de pas te hebben afgesneden om de plannen bevruchtend te beïnvloeden. Mr. d'Ailly hoopt dat de regering het gemeentebestuur van Den Bosch voor deze gang van zaken ter verantwoording zal roepen. Op uitnodiging van de Amerikaans* regering zal de voorzitter van de P.v.d.A.- fractie in de Tweede Kamer, dr. ir. A. Vondeling, op 12 november naar Amerika gaan. Hij zal daar met vooraanstaand» regeringsfunctionarissen op het terrein van de buitenlandse politiek besprekingen voeren en van gedachten wisselen over de recente ontwikkelingen die samen hangen met de verhouding tussen de Ver enigde Staten en Europa. Met name zullen daarbij aan de orde komen de N.A.V.O., de Kennedy-ronde en de M.L.F., alsmed» de huidige moeilijkheden binnen de E.E.G. Dr. Vondeling zal gedurende zijn verblijf van een week in Washington ook met vooraanstaande leden van de Senaat en van het Huis van Afgevaardigden be sprekingen voeren. De Nederlandse Himalaja-expeditie on der leiding van Jan Boon heeft de noorde lijke piek van de 8125 meter hoge Manas- loe-berg in midden-Nepal bedwongen, al dus een vrijdag in Katmandoe ontvangen boodschap van de expeditieleider. De berg beklimmers hadden op 25 oktober de top bereikt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 4