Ruim vijf eeuwen culinaire kunst verenigd in de Amsterdamse equipe Uitdaging met pruimejenever deed nieuwe schotel ontstaan Eerste gouden medai'le bij kokswedstrijd in Brongebouw „Elke dag is voor mij een openbaring" Escarienne OP DE 11E INTERNATIONALE KOOKKUNST TENTOONSTELLING CHEFKOK VAN ECHTEED: CHEFKOK VAN MEEKEREN CHEFKOK POSTMA: ZATERDAG 7 NOVEMBER 1964 Zet tien tieners bij elkaar en ze praten over de Beatles en de Rolling Stones, breng tien huisvrouwen bijeen; zij hebben het over de kinderen, dê prijzen en het huishouden, beluister tien mannen in een gezellig samenzijn en bemerk dat ze het hebben over voetbal en auto's, breng tien chef-koks bijeen en..ze praten over hun werk. Bundeling van krachten Ware kunstenaars Zware concurrentie Aanpassingsvermogen Hartekreet Stunt uithalen Suiker bijzonder geschikt Hoogste goud voor Amsterdamse equipe Na veel meditatie si De eerste drie gevallen zijn gemakkelijk aan de praktijk te toetsen, maar het laatste voorbeeld, die tien chef-koks dat is zelfs voor Gaston Gourmet moeilijk te ver wezenlijken. U moet weten dat chef-koks bijzondere mensen zijn. De afdeling Noord- Holland van de zeer exclusieve Nederlandse Vereniging voor Chef-koks telt slechts vijfendertig leden. Toegelaten wordt men pas wanneer men zijn sporen op culinair gebied In de meest uitgebreide zin van het woord heeft verdiend. De leden hebben ronder uitzondering grote, soms zelfs uitgebreide internationale ervaring. Zij hebben een grote verantwoordelijkheid te dragen en beschikken Over relatief weinig vrije tijd. Eenmaal in de vier jaar worden ze on rustig en krijgt dat „praten over het werk" een bijzonder tintje wanneer de Interna tionale Kookkunsttentoonstelling in Frank furt am Main wordt aangekondigd. Dart komen de grootmeesters zo'n half jaar tevoren bijeen en bespreken zij in welke équipes zij zich zullen verenigingen. Wan neer dat gebeurd is gaan de deelnemers per équipe regelmatig vergaderen. Alle artisticiteit, ervaring, fantasie en vakmanschap komen ter tafel. Men praat, argumenteert, werpt op en verwerpt en zo ontstaat uit een bundeling van krach ten tenslotte een keur van nieuwe scho tels, waarmee men tijdens de bijzondere wedstrijden in Frankfurt de prijzen in goud en geld in de wacht hoopt te slepen. In Alkmaar, Amsterdam, Haarlem, Kaag en IJmuiden, om maar een paar steden te noemen, ontbreekt deze veertien dagen, om precies te zijn al sinds 25 oktober een tiental chef-koks van gerenommeerde restaurants. U zult het aan de spijzen niet bemerkt hebben, want élke chef weet zich verzekerd van de steun en vervanging door een uitgelezen staf assistenten. U zoudt het alleen aan de weet zijn geko men indien u in de afgelopen weken na een heerlijk maal in een van die restau rants de chef had willen complimenteren met zijn kookkunstige kwaliteiten. Dan zoudt u te horen hebben gekregen „Dê chef is in het buitenland naar een tentoon stelling". Een simpele mededeling, maar wat gaat erachter schuil? Onvermoed veel, kunnen wij nu zeggen na gesprekken te hebben gehad met een aantal willekeurig gekozen leden van de équipe uit de afdeling Amsterdam. Behal ve deze équipe zijn er nog de nationale, dit is de officiële Nederlandse vertegen woordiging en een groep uit het Gelderse naar Frankfurt vertrokken. Alle koks van de drie equipes zijn ware kunstenaars op culinair gebied, maar er blijft toch een gradueel verschil tussen bijvoorbeeld de Nationale en de Amster damse afvaardiging. De officiële Neder landse vertegenwoordiging vertrok per vliegtuig naar Frankfurt, met in haar ba gage een groot deel van de in Nederland reeds voorgekookte gerechten waaruit zij de in te zenden schotels zal samenstellen. De Amsterdamse equipe nam alle ingre diënten in ruwè vorm mee en maakte de schotels voor het eerste onderdeel van de wedstrijd ter plaatse. Een ander belangrijk punt, de kosten van uitzending, voor de nationale equipe gedragen door de vereni ging, moesten door de leden van de Am sterdamse equipe zelf bijeen worden ge bracht. Voor de tien leden van dit gezel schap betekende dit een totaal bedrag van twaalfduizend gulden voor verblijf, uitrus ting en deelneming aan de tentoonstelling. Wij vermelden dit slechts opdat u een in druk kunt krijgen van wat deze chefs, die samen ruim vijfhonderd jaar culinaire kunst vertegenwoordigen, voor hun métier over hebben. Onder het motto „Een voor allen, en allen voor één" zijn zij naar Frankfort ge gaan, wetende dat de concurrentie zwaar zal zijn, maar ook overtuigd van eigen capaciteiten en zich scharend onder de leiding van de algemeen chef d'equipe de heer Van Overmars (Amstelhotel), de heer Van Meekeren, gepensioneerd ex-chef van Brinkman-' (Haarlem) en de heer Van Echtêld (Chef van Kokkie'S Lucullus res taurant). Echteld (chef van Kokkie's Lucullus res taurant). Om u een indruk te geven van de chefs die deze namén dragen en van de ervaring die zij hebbén meegenomen naar de 11e Internationale Kookkunst tentoonstelling die eenmaal in de vier jaar wordt gehou den en die daarom wel eens de koks olympiade wordt genoemd, had Gaston Gourmet gesprekken met een aantal chefs, die wij hier laten volgen. Chef J. van Echteld, een goede vijftiger, grijzend aan de slapen, is de grote man van Kokkie's Lucullus restaurant te Haar lem. Hij is ook degene met de meeste ervaring op het gebied van de magnetro- nische oven, een goed-Nederlands produkt dat sinds enige jaren een belangrijk on derdeel van zijn keukenuitrusting vormt. Hij vertelt hierover: „Toen Philips een paar jaar geleden op een vakbeurs die ovens aan mij wilde laten"demonstreren, kon ik zonder op te scheppen zeggen: „Misschien kan ik u nog wel een paar lesjes Vgeven met dit apparaat". Groot was de verwondering, maar ik had al zestien jaar ervaring met soortgelijke ovens in Oostenrijk opgedaan waar ik in een Kur- haus heb gewerkt". De magnetronische voedselbereiding vergt van de koks een groot aanpassings vermogen, vooral voor wat betreft het wen nen aan de onvoorstelbaar kortè tijd die de gerechten in de oven moeten staan. Op de oude lijst die chef Van Echteld ons gaf, lazen wij: „Steakburgers met ui, aardap pelen en groente (diepvriesmaaltijd) oven tijd 2 minuten. Dat wil zeggen dat met gebruikmaking van deze nieuwe oven in twee minuten tijd een complete maaltijd van 25 graden onder nul naar kookpunt wordt gebracht. Verscheidene soorten ome letten, (van dezelfde kaart) oventijd eèn halve minuut. Toen wij hiérvan voldoende onder de indruk warén gekomen, liet chef Van Echteld ons de lijst met gerechten „De concurrentie komt tegenwoordig ook ▼an overzee," zegt de heer F. H. van Meekeren (sinds enige jaren) gepensio neerd chef-kok van Brinkmann te Haar lem. „De Amerikanen en de Canadezen," preciseert hij. „Om hun raffinement?" „Ja," zegt hij, „wat zij doen is nieuw. Zij durven veel en hebben een goede smaak." Verderop lh het gesprek noemt hij ook Duitsland en Zwitserland geduchte tegenstanders. Frankrijk, het mekka van de culinaire grootmeesters, had op het mo ment dat wij dit gesprekje voerden, nog niet met een officiële afvaardiging inge schreven, maar ongetwijfeld zullen plaat selijke équipes naar Frankfurt zijn geto gen. De lof aan de Amerikanen en Canadezén toegezwaaid door de heer Van Meekeren krijgt bijzondere betekenis indien men weet, dat hijzelf al in de twintiger jaren in het Brongebouw te Haarlem, op de plaats waar nu het Sportfondsenbad ligt, deelnam aan een kokswedstrijd en daar een gouden medaille won. Sedertdien deed hij mee aan vele concoursen in binnen- en buitenland. Hij Is hoofdbestuurslid van de Neder landse Club voor Chef-koks en hij kan zich oprecht opwinden over het feit, dat een klassiek voorjaarsgerecht als de Rijnzalm door het gebruik van insekticiden en door het vervuilen van de rivieren gedoemd was te verdwijnen. Uit een publikatie van zijn hand citeren wij: „Adieu Saumon du Rhin met je Sauce Persil, je Salade de Con- cobres als primeurs in het voorjaar!" De Rijnzalm was een vis die krimp gesneden en rondgetrokken onze etalages sierde. Ook de krimpkabeljauw en de krimpschel- vis gaan een dergelijk lot (uitsterven, G.G.) tegemoet, maar dan door „econo misch vissen". Het is de hartekreet van een man die van zijn vak houdt, die ook na zijn pensionering bleef doorgaan met het deelnemen aan tentoonstellingen en wedstrijden en met het via zijn publika- ties doorgeven van zijn grote vakkennis •an de jeugd. Chef-kok Van Meekeren In 1962 won hij de Zilveren Koksmuts, een wisselprijs, uitgeloofd dóór een grote Nederlandse industrie tijdens 'n wedstrijd in het Amsterdamse RAI-gebouw. Hier over vertelt hij: „Ik had dat tevoren al eens bekeken in de RAI. Ik kreeg er bij die gelegenheid een prijswinnend cocktail- tje voorgezet dat bijna te vies was om te drinken. Toen dacht ik als ze daar een eerste prijs mee winnen dan kan ik het ook, maar.beter. Ik had intussen ook wel bekeken, dat het eigenlijk maar een soort noodkeuken was die ze in de RAI hadden neergezet. Wat ik het volgend jaar ook zou maken op dat moment wist ik het nog niet ik besloot wel het thuis te doen. Nou het werd een fazantenscho tel. Ik heb die beestjes thuis klaargemaakt en ze met al wat ik voor het opmaken van de schotel nodig had meegenomen naar de RAI. Fazanten in goudgelei werd een eerste prijs. De heer Van Meekeren ontving de grote zilveren koksmuts en een reis naar Zwitserland ter waarde van vijf tienhonderd gulden. Hij knoopte daaraan zelf nog een verblijf in Frankrijk en Span je vast. Zo maar, om er eens uit te zijn, om ideeën op te doen en met buitenland se collega's en vrienden van gedachten te wisselen. Zijn veeljarige ervaring zal de Amsterdamse équipe zowel bij de voorbe reiding als bij de uitvoering van de plan nen hij was nu chef van het koud buf fet wel te stade gekomen zijn. Chef-kok Van Echteld zien die hij had samengesteld voor het gebruik van de nieuwste magnetronische ovens, die als Europese primeur in Frank furt zóuden worden gedemonstreerd: Ome let, bestaande uit drie eieren en kaas, oventijd 15 seconden, knakworst 10 secon den, jachtschotel (gekoeld) 1 minuut, as perges, aardappelen en ham 45 seconden. Kortom: een wonderapparaat. Maar behalve de omschakeling die dit modêfne koken van de mens vergt, is er de receptuur die in vele gevallen aanpas sing behoeft. Specialist Van Echteld zegt: „Wij brengen in ons restaurant snacks (kléine smakelijke hapjes), die op de con ventionele manier niet of nauwelijks te be reiden zijn. Wanneer wij bepaalde nieuwe gerechten op de ouderwetse manier zouden willen klaarmaken, het heeft geen zin want de capaciteit van de magnetronische oven is schier onbeperkt dan zouden wij soms een tiental pannetjes en potjes tè vuur hebben staan. Nu gaat alles Dij elkaar en het is tegelijk klaar." Chef Van Echteld, de commerciële lei der van de Amsterdamse equipe, geeft echter tóe dat er nog veef conservatieve burgers blijven die afwijzend staan tegen over die „nieuwlichterijen". Hij haalt als voorbeeld aan, het diner dat hij 'onlangs met zijn collega Van Meekeren bereidde voor een gezelschap buitenlandse directeu ren en relaties van dezelfde Nederlandse industrie die deze wonderovens ver vaardigt. Een aantal gasten had zich toen zij het nieuwste apparaat onder ogen kregen nog al sceptisch uitgelaten over de te verwach ten kwaliteit van spijzen in zo'n oven be reid. De beide chefs die de verantwoording hadden voor het slagen van het maal, en het wegnemen van dit scepticisme, beslo ten een stunt uit te halen. „Wij besloten schildpadsoep-uit-blik op tafel te brengen", zegt de heer Van Ech teld. „Voor de verwarming van de soep hadden wij twee magnetronische ovens en een ouderwetse brander met pan laten op stellen in de eetzaal. Uit het gezelschap kozen wij twee controleurs die toezicht hielden en aan wie de tevoren gemaakte afspraken in verzegelde enveloppes wer den toevertrouwd. De soep werd opge diend in kleine witte en bruine kopjes. Een soort mokkakopjes, want het ging ons alleen om een beoordeling te krijgen van de smaak. Op de menukaarten hadden we dezelfde kopjes laten tekenen met daar achter een ruimte om een waardering neer te schrijven. Soep in een kop verwarmen in een magnetronische oven van 2 KW duurt precies 1 minuut. Op het vuur duur de het heel wat langer. Maar tenslotte kreeg iedere dinergat een wit en een bruin kopje met soep voor zich. Kunt u al vermoeden hoe het oordeel uitviel? Wel, de soep uit een van de twee kleuren kop jes kreeg de meeste stemmen: Geurig, goed van smaak, aroma voortreffelijk. Dat waren de waarderingen die de gasten op de menu's hadden geschreven. Tóen wer- Zilver, kristal en antiek aardewerk, een passende omlijsting voor 't koud buffet, namen de chef-koks mee naar Frank furt. De verzekerde waarde van de zilveren schotels waarvan er hier een is afgebeeld bedroeg vijftigduizend gulden. De soepkoppen zijn van antiek Engels aardewerk, hoogte on geveer 12 cm. De zwaar zilveren kandelabers hebben een hoogte van ruim een halve meter. den de enveloppen geopend en kregen de gasten te horen welke soep nu wel zoveel stemmen had verworven, U raadt het: die uit de magnetronische oven. De sceptici keken sip. De soep uit het tovermachien had gewonnen". „En dat is niet zo verwonderlijk", zegt chef Van Echteld. „Wanneer we soep op de ouderwetse manier verwarmen, ver dwijnt er met de damp veel van het aroma, dat dan op kunstmatige wijze met kruiden moet worden versterkt. In de magnetroni sche oven worden de spijzen als het ware gebombardeerd döor microgolven. Niet al leen onstaat er van binnenuit eèn naar alle zijden absoluut gelijktijdige en gelijkmatige verwarming, maar er gaat door de snelheid waarmee het proces zich voltrekt, niets verloren van kracht en geur." Wij hebben intussen nog eens gebladerd in zijn lijst met veertig recepten voor dè schotels die meedingen naar de prijzen in Frankfurt. „Poussin roti Slivóvits" nr. 6 uit de gerechten met jonge haantjes. „Hoe is deze schotel nu ontstaan?" „Oho," zegt Van Echteld „Dat is een mooi verhaal". „Ik kreeg hier onlangs een klant, een Amsterdamse advocaat, die met zijn vriend al de hele dag op stap was. Zij hadden een fles Slivóvits, Joegoslavische pruimejenever in de zak en boven mij na het binnenkomen het staartje drank aan dat er over was. Maak daar nou eens iets van, daagden ze mij uit. Wel, het was te gen sluitingstijd. Ik dook mijn keuken in en met wat daar zo voor handen was ging ik aan het werk. Ik braadde een haantje en maakte de saus af met pruimejenever, escarienne (een nieuw kruidenmengsel van Nederlandse samenstelling, maar daarover later meer), room, ketchup en gember. Gekookte pruimedanten omwikkel de ik met een plakje mager rookspek, waarna ze de frituur ingingen. Op stokjes gestoken prikte ik de pruimedanten op de gebraden haan. Het geheel bracht ik op met een timbaaltje saffraanrijst. Dat doet het zo lekker met die kleur". Of hij optimistisch was in zijn verwach tingen? „De concurrentie is zwaar," zegt hij bedachtzaam. „Het zijn allen gróót- meesters in het vak, maar in önzé com binatie heb ik het grootste vertrouwen." Chefkok Postma uit Alkmaar is de enige die niet zelf naar Frankfort is gegaan,maar wiens bijdrage al zo'n maand of vier ge leden gestalte begon te krijgen. Hij heeft zich gespecialiseerd als patissier en geniet op dat gebied nationale faam. Zijn werk stukken, waarmee hij vele eerste prijzen en eervolle vermeldingen'behaalde, voert hij uit in suiker, chocolade en marsepein, of in een combinatie van deze materialen. „Een maand of vier geleden kreeg ik van mijh collega's die samen de Amster damse equipe vormen het verzoek iets te ontwerpen ter bekroning van het koud buf fet", vertelt hij. „Zelf hadden ze gedacht aan êèn typisch Nederlandse voorstelling, maar dat héb ik ze gelukkig uit het hoofd kunnen praten. Ik héb er lang over gedacht wat hét dan wél moest worden en opeens stond het me helder voor de géést. Het werd deze ranke vrouwengestalte die ik het motto „L'Inspiration" meegaf, op dat zij inspiratie zouden putten uit mijn schepping bij de samenstelling en de op maak van hét koude buffet." Hij toont ons foto's van hét bêeld. Eén sierlijk, rank figuurtje. Het werd uit een suiker brood gehouwen en is ongeveer zestig cen timeter groot. „Weet U," zegt hij, „dat ik bij de af werking van hét voetstuk het kopje moest vasthouden om te voorkómen dat het door de trillingen zou afbreken?" „Nee suiker is juist bijzonder geschikt voor mijn werk. Het is een keihard ma teriaal. Ik ben er ook niet bang voor dat het tijdens de reis naar Frankfurt stuk In de receptuur, die de chefs voor de wedstrijden in Frankfurt hadden opgesteld troffen wij verscheidene malen het woord „Escarienne". Het blijkt een bijzonder kruidenmengsel te zijn dat door de Nederlandse chef De Bapde uit Arnhem is samenge steld. Escarienne wordt sinds een half jaar in ons land vervaardigd. Voorlopig wordt het alleen nog aan Horecabedrijven verkocht. L'Inspiration, het beeld, dat het koud buffet heeft bekroond. zal zijn gegaan. Ik heb het zelf ingepakt." Het bééldjê moest officieel worden uitge klaard en de léden van de Amsterdamse equipe zullen het na de tentoonstelling weer ongeschonden aan de douane moe ten tonen. Wat er daarna mee gebéurt? „Dat staat nog niét vast", zegt chef Post ma. „Misschien wordt hét in Amsterdam of in Alkmaar nog tentoongesteld." De suikerbroden die hij voör zijn schep pingen nodig heeft moet hij speciaal be stellen. Het is de vorm waarin de ruwe suiker naar diê landen wordt uitgevoerd waar losse suiker niet houdbaar is. Bladerend in zijn album toont hij ons fo to's van andere beelden die hij hakte uit suiker en chocolade. De blókken chocolade moet hij zelf gieten, die kan geen fabriek hem in de afmetingen die hij nodig heeft leveren. „Elke dag is voor mij een openbaring", zegt hij „Een beeld wordt geboren als een gebed, na veel meditatie. Inspiratie kan ik vinden in een krantebericht als het de waarheid maar weergeeft." Hij gaat er trots op nimmer iets te hebben gekopieerd. „Dat zou mijn eigendom niet zijn" zegt hij rustig. Hij is méér dan de patissier, die poppetjes en rozen maakt ter versie ring van taarten. Hij ziet niet neer op wat hij „het am bachtelijk deel van mijn kunst" noemt. Behalve zijn beeldhouwen in suiker en chocolade heeft hij als andêrê uitlaten voor zijn artistieke gevoelens boetseren, schilderen, aquarelleren, en het maken van gouaches. Hij weet zélf, en wijst dat ook aan in zijn werk invloèdén te hebben ondergaan van grote kunstenaars. Hij spreekt bezield over de werken van Rodin wiens beelden hij in Parijs telkens ging weerzien. „Ik heb er een dochter wonen", zegt hij, maar als ik in Parijs ben trek ik er altijd alleên op uit. Naar Rodin. Dat wil ik alleen genieten, zonder de kans te lopen gestoord te worden door mijn fami lie." „Parijs indrinken" betékent voor hem: zwerven, kijken óp morsige binnenplaatsjes achter een huurkazerne, maar óók: zitten op een terras en wandelen over de boule vards. Dit is de winnende Amsterdamse equipe van de Nederlandse Club van Chef-koks die met haar bijdrage aan de 11de Internationale Kookkunst- tentoonstelling te Frankfurt am Main het hoogste goud en de ere prijs verwierf. Uiterst links chef Van Echteld, uiterst rechts chef Van Zijn monoloog wordt af en toe onderbro ken wanneer hij de bezoeker platen en boeken laat zién. Eenvoud, strenge zuivere eenvoud is zijn credo, dat hij aan de col lega's die naar Frankfurt reisden, mee gaf.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 7