„Na de Zondeval" van Miller
Ensemble met „Duizend clowns"
TONEEL IN HAARLEM
De Nieuwe Komedie
met Wilders „Our
op dreef
Town"
Het weekeinde
Haagse Comedie met perfecte opvoering van meesterwerk
„Rechtsfilosofie in
historisch perspectief'
Concert in het
Huis met de Sleutels
Paul Doktor en
Yaltah Menuhin
V
SPALT
MAANDAG 9 NOVEMBER 1964
'4
De koninklijke subsidie
voor vrije schilderkunst
De Orde van de Gulden
Humor voor G. Bomans
werkt binnen
10 minuten
De radio geeft dinsdag
T elevisieprogramma
Zwak-vertolkte satire op Amerikaanse televisie
T.V.-nabeschouwingen
NA ACHT JAAR LANG - sinds „Van
de brug af gezien" geen werk voor het
toneel geschreven te hebben, heeft Ar
thur Miller met zijn „After the fall" op
nieuw bewezen tot de belangrijkste to
neelschrijvers van onze tijd te behoren.
In die periode van zwijgen heeft hij een
bewogen tijd doorgemaakt: het huwelijk
met Marilyn Monroe, de daarop volgen
de scheiding en haar zelfmoord. Op
basis van deze biografische gegevens
heeft hij nu een stuk van veel wijdere
strekking geschreven, dat in een auto
nome niet-realistische toneelvorm de
diepste vragen naar liefde, schuld en
dood in het leven van moderne intellec
tuelen aan de orde stelt.
CENTRAAL STAAT de succesvolle advo
caat Quentin die in een gedreven zelfonder
zoek over zijn leven begint te vertellen aan
de zaal, zo men wil aan een denkbeeldige
psychiater, maar eigenlijk toch aan zich
zelf om in zijn eigen geweten naar de
oorzaak te zoeken waarom zijn beide hu
welijken mislukt zijn en om zich af te
vragen of hij de mogelijkheid die zich
voordoet, om zich voor de derde maal te
binden, aan mag grijpen. Net als in zijn
eerste stuk „De dood van een handelsrei
ziger" zien we dan de geschiedenis varu
Quentins leven zich afspelen in korte her
innering s flitsen zo als zijn geheugen ze in
een bonte, niet chronologisch geordende
rij, associatief achter elkaar plaatst.
HET MERKWAARDIGE is dat de toe
schouwer, aan de hand van deze vaak ex
treme en zeer persoonlijke situaties en
belevenissen, zich toch en dat blijkt op
nieuw Millers geheim geconfronteerd
voelt met algemene, een ieder persoonlijk
rakende kernvraagstukken. Staan wij, die
ons vaak slachtoffer voelen, niet even vaak
aan de kant van de beulen? Kunnen we
ons onschuldig voelen aan de grote mis
daden van het mensdom, als we onszelf
op kleinere schaal voortdurend schuldig
weten? En vooral: is het mogelijk om in
volstrekte eerlijkheid lief te hebben of
hoort een beetje bedrog en zelfbedrog on
verbrekelijk bij menselijke relaties? De
dramatische en zelfs ietwat pathetische
liefdesgeschiedenis van Quentin en Maggie,
het snel beroemd geworden en dan door
innerlijke onzekerheid aan de drank en
verdovende middelen verslaafde zangeres
je krijgt vooral door de niets ontziende
eerlijkheid van dit zelfonderzoek, een bij
na universele strekking.
HET IS BIJNA onnodig te zeggen dat
de Haagsche Comedie ons opnieuw een na
genoeg volmaakte, geladen en zeer aan
grijpende voorstelling van dit drama heeft
geboden. In een grauw, immaterieel lij
kend decor met talrijke hoger en lager ge
legen speel vlakken, dat een soort herinne-
ringsveld suggereerde, werden soms groe
pen dan weer individuen voor korte tijd in
het licht gevangen en dan weer uitgewist.
Paul Steenbergen op de voorgrond die de
effectvolle en zeer minutieuze regie had
gevoerd en daarbij ook de hoofdrol speel
de, stond nu eens vlak voor het voetlicht
over zijn leven te vertellen en mengde zich
dan weer voor een korte scène in zijn her-
DE ALT-VIOLIST Paul Doktor en de
pianiste Yaltak Menuhin hebben zondag in
het Huis met de Sleutels te Heemstede
aan een zeer talrijk auditorium een mu
ziekavond van verrassende schoonheid ge
schonken met de uitvoering van een fraai
programma van composities van overwe
gend romantisch karakter. Het was niet de
eerste keer, dat men hier kennis kon
maken met het kunstenaarschap van Paul
Doktor, van geboorte een Oostenrijker,
maar thans als Amerikaan in de Verenig
de Staten wonend. De pianiste Yaltak Me
nuhin echter kwam hier voor het eerst.
Als zuster van Yehudi Menuhin gold voor
haar het devies „noblesse oblige" wel met
grote nadrukkelijkheid. Laat mij hier di
rect aan toevoegen, dat zij aan deze soms
moeilijk te dragen verplichting in alle op
zichten voortreffelijk heeft voldaan.
MEN ONTMOETTE op deze avond in
haar een pianiste met een grote, gevoeli
ge muzikaliteit, met een zuiver begrip voor
de expressieve sfeer van de muziek en met
een bijzondere zin voor melodische vorm
geving en melodische mededeling, waar
door zij mede aan de vertolkingen een die
pe inhoud kon geven. Haar interpretaties
konden zich met die van Paul Doktor tot
een onverstoorde, hechte eenheid vereni
gen. Reeds bij de uitvoering van de in
Weense klassieke stijl geschreven Sonate
in Es van Johann Nepomuk Hummel kwam
deze eenheid tot stand. Zij kon uitdruk
king geven aan de „Empfindsamkeit"
waarvan deze door Hummels leraar Mo
zart zo frappant beïnvloede ranke muziek
vervuld is. Bij de voordracht van deze so
nate kon Paul Doktor zijn karakteristiek
donker getimbreerd fraai instrument laten
klinken met de lichte klank van de viool.
Deze ombuiging van het instrumentaal ka
rakter bleek niet meer nodig voor het
tweede vertolkte werk. Variaties van de
Engelse in 1870 geboren componist Ernest
Walter, die de veelal weemoedige en dro
merige, aan Brahms herinnerende muziek
bewust afgestemd heeft op de meest eigen
klankkleur van de alt-viool.
Met een verfijnde uitvoering van de
Nottumo op. 42 van Ludwig van Beetho
ven besloot het duo het eerste gedeelte
van het concert. Na de pauze heeft men
Paul Hindemith als een zeer romantisch
componist kunnen ontmoeten bij de uitvoe
ring van de elegisch gestemde „Médita-
tion", een bewerking van muziek van de
danslegende „Nobilissima visione".
Een prachtig slot kreeg het concert met
de voordracht van de aan poëzie zo rijke
Sonate in Es (uit op. 120) van Johannes
Brahms, een werk, dat een verrassende in
druk geeft van een zonnige kant van het
vaak zo zwaarmoedige karakter van deze
grote componist.
P. Zwaanswijk
Paul Steenbergen en Myra Ward in
„After the Fall" van Henry Miller.
inneringsbeelden. Hij deed dit op de hem
eigen, menselijke, tot de essentie terugge
brachte, maar toch sterk geladen wijze.
Maar zelden nog zagen wij hem zo fijn
genuanceerd en indringend spelen.
MAAR OOK de rollen van de vier vrou
wen in zijn leven werden zeer scherp ge
portretteerd. Georgette Hagedoorn was de
simpele liefhebbende moeder die hem toch
al in zijn prilste jeugd voorbeelden van het
menselijk verraad heeft getoond; Trins
Snijders speelde een bijzonder strakke,
mooi ingeleefde rol van de eerste zich mis
kend voelende, wat frigide echtgenote en
Anne-Marie Heyligers was de Oostenrijkse
Helga, die zich mede schuldig voelt aan
de oorlogsmisdrijven hoewel ze aan de goe
de kant heeft gestaan en die Quentin nu
zijn laatste kans biedt. Maar onovertrof
fen in haar uitbeelding van de meest tra
gische figuur uit het stuk, Quentins twee
de vrouw Maggie, was Myra Ward. Hier
toonde een begenadigd acteertalent het
hoogste wat in de toneelspeelkunst te
bereiken valt: hoe een heel mensenleven
in een paar korte scènes wordt samenge
vat. Men zag het naïeve, onzekere ietwat
hysterische kantoormeisje als het ware li
chamelijk en geestelijk ouder worden tot
zij de totaal ontredderde, door iedereen be
halve door zichzelf gekende, vrouw was ge
worden die in haar huwelijk met Quen
tin haar eigen leven niet meer leiden kan,
en door hem niet tot zijn leven kan worden
opgetild. Het ontroerendste deel van het
drama is dan misschien nog het slot als
Miller-Quentin zijn schuld erkent, maar
ook de noodzaak om daarmee verder te
leven en dus zijn derde vrouw tegemoet
treedt.
DE SOBERE TEKST van Miller was
door Bert Voeten in eëri bijna nergens
naar een vertaling klinkend Nederlands
overgebracht. Bewogen en onder de indruk
verliet het publiek zondagmiddag, toen wij
de voorstelling bijwoonden, de Koninklijke
Schouwburg in Den Haag.
De Haarlemse première van „Na de zon
deval" heeft plaats op maandag 16 novem
ber. Vrijdagavond heeft koningin Juliana
de generale repetitie van het stuk in Den
Haag bijgewoond.
Hans van den Bergh
De Koningin heeft op voordracht van
de jury voor de koninklijke subsidie voor
vrije schilderkust een beurs van 2500.
toegekend aan de volgende drie jonge kun
stenaars: G. J. M. Dibbets (Weert), J. v. d.
Pol (Edam) en J. Siegers (Eindhoven). De
jury betreurt het dat de inzendingen ter
verkrijging van een subsidie dit jaar van
dien aard waren dat zij slechts drie kan
didaten heeft kunnen doen bekronen.
Jacques Siegers ontvangt de subsidie voor
de tweede maal. Hij werd 20 februari 1936
te Eindhoven geboren. Hij maakte zijn
studies aan de academie in Tilburg en aan
het Hoger Instituut te Antwerpen, waarna
hij in Salzburg twee jaar in de leer was
bij Kokoschka. In 1957 ontving hij de aan
moedigingsprijs der gemeente Eindhoven,
het jaar daarop werd hij onderscheiden
met de Kokoschkaprijs in Salzburg. In 1960
verwierf hij een beurs van de Franse re
gering, in 1962 een subsidie van koningin
Juliana en in 1963 de prijs van de ge
meente Oisterwijk.
De Orde van de Gulden Humor, een
Limburgse carnavalsonderscheiding die
jaarlijks wordt uitgereikt, is dit jaar toe
gekend aan Godfried Bomans. Het vorig
jaar viel de eer aan Toon Hermans te
beurt, eervorig jaar aan Charles Eijck.
Godfried Bomans zal de onderscheiding
zaterdag 21 november in Beek in ont
vangst nemen.
Van onze Haagse redactie)
IN DE RUIM VIJFTIEN JAREN, die zijn verstreken sedert de Haagse
Comedie op 1 januari 1949 Thornton Wilders „Our town" in de Koninklijke
Schouwburg in Den Haag introduceerde, is er heel wat toneel over 'onze planken
gegaan. Toneel, dat heel dikwijls de bedoeling had nog moderner en daardoor
nog verrassender te zijn dan de Amerikaanse stukken, waartoe dit van kort voor
de tweede wereldoorlog daterende stuk van Thornton Wilder behoorde. Toneel
echter ook, dat in al zijn geforceerd-moderne vormen slechts zelden de intensiteit
van een stuk als dit bleek te kunnen benaderen. Want dat „Onze stad" destijds
ontvangen als een van die belangrijke toneelgebeurtenissen, waarmee wij zo
betrekkelijk kort na de oorlog zo blij waren ook nu nog kan boeien, hebben
de jeugdige leden van De Nieuwe Komedie dit weekeinde in het Haagse Dili-
gentia bewezen.
DIT DOOR Erik Vos met zoveel artis- sprekendheid aanvaard en het daardoor in
tieke voortvarendheid geleide gezelschap
voor deze speciale gelegenheid geregis
seerd door de jonge Belg Walter Tille-
mans heeft een voortreffelijke voorstel
ling gegeven van dit gevoelige stuk van
Wilder. Voortreffelijk, omdat zij dit niet
gemakkelijke stuk over het alledaagse le
ven in een kleine Amerikaanse stad,
waarin de toeschouwer veel van zijn eigen
alledaagse leven zal terugvinden, met
evenveel zorg als eerbied voor het belang
rijke detail heeft benaderd. Voortreffelijk
verder ook, omdat men niet uit de weg
is gegaan voor de herinnering aan de
voorstelling van de Haagse Comedie van
vijftien jaar geleden, die onder regie van
Paul Steenbergen tot een evenement werd,
waar vele toneelliefhebbers nog graag aan
terugdenken.
WALTER TILLEMANS heeft het feit,
dat hij bij dit gezelschap louter over jon
ge mensen beschikte en dus ook de oude
re rollen door jeugdige acteurs en actri
ces moest laten spelen, niet als een na
deel laten werken. Integendeel, hij heeft
dit feit met een hartveroverende vanzelf-
Advertentie
verpakkingen
van 1.05 en 1.90
een voordeel omgebogen. Deze voorstel
ling van „Onze stad" bleek namelijk van
begin tot het indringende einde zo fris,
zo alles overstralend enthousiast, dat men
er zich graag aan gewonnen gaf.
Thornton Wilders stuk dat werd ge
speeld in de vertaling van Caro van Eyck
- is een typisch ensemblestuk en het
heeft dan ook weinig zin individuele spel-
prestaties naar voren te halen. Door ech
ter een uitzondering te maken voor Jan
van Rasteren, die de rol van de regisseur
en hier tegelijkertijd de inleider van de
verschillende delen op simpele, maar juist
daardoor zeer overtuigende wijze gestalte
gaf, en voor Ine Veen en Herman Vinck,
die het jonge liefdespaar George en Emily
zeer gevoelig in het centrum van de han
deling plaatsten en het daar zonder op
dringerig te worden konden handhaven,
moge hier de aandacht worden gevestigd
op enkele van de jonge mensen, waar
op deze aantrekkelijke voorstelling in de
eerste plaats steunde.
„Van speeldoos tot pierement". De Stich
ting Nationaal Museum „Van Speeldoos
tot Pierement" heeft in het in 1617 ge
stichte Waaggebouw te Schoonhoven een
dependance geopend van het sinds 1956
in Utrecht gevestigde museum van auto
matische muziekinstrumenten. De ver
zameling die zich thans in het Waag
gebouw bevindt, zal te zijner tijd ver
wisseld worden met die van het museum
in Utrecht.
HILVERSUM 1.402 m. 7.00-24.00 KRO.
KRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Het levende
Woord. 7.15 Ouverture: licht programma.
8.00 Nieuws. 8.15 Voor de jeugd. 8.20
Ouverture (vervolg). 8.50 Voor de huis
vrouw. 9.35 Waterstanden. 9.40 Schoolradio.
10.00 Wereldradioweek 1964: Filmmuz. uit
Duitsland (opn.). 10.30 Lichte grammo-
foonmuziek. 11.00 Amusementsmuziek
(gr.). 11.50 Volaanvooruit, praat
je. 12.00 Angelus. 12.04 Wereldradioweek
1964: Jazz around the world. 12.30 Mede
delingen t.b.v. land- en tuinbouw. 12.33
Wij van het land, lezing. 12.45 Actuali
teiten of grammofoonmuziek. 12.55 Reli
gieus nieuws. 13.00 Nieuws. 13.15 Lichte
grammofoonmuziek. 14.00 Voor de platte
landsvrouwen. 14.19 Lichte grammofoon
muziek. 14.50 Lichtbaken, lezing, (herha
ling van zaterdag jl.). 15.00 Rieleksen
gevarieerd programma. (herhaling van
zaterdag jl.). 16.00 Voor de zieken. 16.30
Onderweg: godsdienstig programma. 17.00
Voor de jeugd. 17.35 Voor de leden van
de jeugdbeweging. 17.50 Regeringsuitzen
ding: Filmen in de Nederlandse Antillen -
I. Spreker: Raymundo Debrot. 18.00 Lied
jes (gr.). 18.20 Uitzending van het Gere
formeerd Politiek Verbond: P.B.O. en het
landbouwschap. Tot u spreekt de heer
J. Poppe. 18.30 Radio Volksuniversiteit.
19.00 Nieuws. 19.10 Actualiteiten. 19.35
Licht orkest (opn.). 20.00 Strijkkwartet:
klassieke muziek. 20.50 L.T.S.: meer dan
vakschool, klankbeeld. 21.05 Viola da gam
ba en clavecimbel: klassieke muziek. 21.35
Russische orkestwerken (gr.). 22.05 De
zingende kerk, een bloemlezing uit het
gregoriaanse repertoire, met commen
taar. 22.25 Boekbespreking. 22.30 Nieuws.
22.40 Epiloog. 22.45 Liedjes (opn.). 23.15
Wereldradioweek 1964: Klassieke muziek
(opn.). 23.55-24.00 Nieuws.
HILVERSUM II. 298 m. 7.00 AVRO. 7.50
VPRO. 8.00-24.00 AVRO.
AVRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Ochtendgym
nastiek. 7.20 Carillonbespeling. 7.30 Lichte
grammofoonmuziek. VPRO: 7.50 Dagope
ning. AVRO: 8.00 Nieuws. 8.15 Lichte
grammofoonmuziek. 8.50 Gymnastiek voor
de vrouw. 9.00 De groenteman. 9.05 Ber-
lijns Filharmonisch orkest: moderne mu
ziek (gr.). 9.40 Morgenwijding. 9.55 Boek
bespreking. 10.00 Arbeidsvitaminen (gr.).
10.50 Voor de kleuters. 11.00 Nieuws. 11.02
Voor de zieken. 12.00 Lichte orkestmu
ziek (gr.). 12.20 Regeringsuitzending: Voor
de landbouw. 12.30 Mededelingen t.b.v.
land- en tuinbouw. 12.33 Licht instrumen
taal ensemble en zangsolisten. 13.00
Nieuws. 13.15 Mededelingen, eventueel
actueel of grammofoonmuziek. 13.25
Beursberichten. 13.30 Lichte orkestmu
ziek. 15.30 Vijf eilanden, lezing (III).
15.45 Lichte grammofoonmuziek. 16.00
Nieuws. 16.02 Stereofonische uitzending:
Bariton en piano: klassieke en moderne
liederen. 16.30 Voor de jeugd. 17.30 New
York calling. 17.35 Lichte grammofoonmu
ziek voor de tieners. 18.00 Nieuws. 18.15
Eventueel actueel. 18.20 Promenade
orkest: amusementsmuziek. 18.55 Paris
vous parle. 19.00 Voor de kinderen. 19.05
Orfeo ed Euridice, opera (verkorte uit
voering - gr.). 20.00 Nieuws. 20.05 Radar:
Radioperiodiek. 20.45 Tot uw orders, ge
varieerd programma voor de militairen.
21.35 Toneelbeschouwing. 21.45 Sitar, ra
diotijdschrift voor gitaristen. 21.55 Wereld
radioweek 1964: II dio di Oro (Het gouden
kalf), radiofonische opera (opn.). 22.30
Nieuws en mededelingen. 22.40 Actuali
teiten. 23.00 Gesproken brief. 23.05 Ven
ster op de hedendaagse muziek, inter
view. 23 40 Zang met instrumentale be
geleiding: Evergreens. 23.55-24.00 Nieuws.
BRUSSEL 324 m
12.00 Nieuws. 12.03 Grammofoonmuziek.
12.15 Lichte muziek. (Om 12.25 Weerbe
richt). 12.50 Beursberichten en program
ma-overzicht. 13.00 Nieuws. 13.20 Kamer
muziek. 14.00 Nieuws. 14.03 Schoolradio.
(Om 15.00 Nieuws). 15.45 Lichte muziek.
16.00 Nieuws. 16.03 Beursberichten. 16.09
Duitse les. 16.24 Kamermuziek. 16.55
Grammofoonmuziek. 17.00 Nieuws. 17.15
Jazzmuziek voor de jeugd. 17.45 Volksmu
ziek. 18.00 Nieuws. 18.03 Voor de soldaten
18.28 Paardesportberichten. 18.30 Wereld
radioweek: Boerenorkesten. 18.45 Sportkro
niek. 18.52 Grammofoonmuziek. 19.00 Nws.
en radiokroniek. 19.40 Wereldradioweek:
Draaiorgels in Europa. 19.50 Lezing. 20.00
Het zwarte pak, hoorspel. 21.10 Lichte rau-
VOOR MAANDAG
NEDERLAND I
C VK/IKOR/RKK19.30 Bijbelverhaal
voor kinderen. 19.35 Kenmerk: Protestan
ten in België, documentaire. NTS: 20.00
Journaal en weeroverzicht. NCRV: 20.20
Jubileumviering in de Eusebiuskerk te
Arnhem. 21.30 La belle Américaine, speel
film (alle leeftijden). NTS: 23.10-23.15
Journaal.
NEDERLAND II
NTS: 20.00 Nieuws in het kort. AVRO:
20.01 Het gesprek van de dag: actuele za
ken. 20.40 T.V.-Magazine: Televisie op te
levisie, documentaire en filrrireportage.
21.25 Jazzmuziek. 21.55 Sterren kijken:
programma over waarnemingen aan de
nachtelijke hemel.
NOORDZEE
18.30 Super Car. 19.00 Popey, 19.09 „Wist
u dat...?" (over rijst). 19.24 Danger Man.
22.00 87th Precinct (film).
VOOR DINSDAG
NEDERLAND I
NTS: 19.00 Weekjournaal voor gehoorge
stoorden. 19.30 Engelse les voor begin
ners (les 5 (herhaling) en les 6). 20.00
Journaal en weeroverzicht. 20.20 Uitzen
ding van de Pacifistische Socialistische
Partij. NCRV: 20.30 Actualiteiten. 20.40
Stiefbeen Zoon, TV-spel. 21.15 Christe
lijke omroep in de wereld, jubileumdocu
mentaire. 22.20 Liederenprogramma. NTS:
22.45-22.50 Journaal.
NEDERLAND II
NTS: 20.00 Nieuws in het kort. 20.01 Ver
schuivende grenzen: actuele onderzoekin
gen op het gebied van de wetenschap.
20.25 De schavuiten Diamanten, TV-
film. VARA: 21.15 Filmvenster. 21.45 Ach
ter het nieuws. RKK: 22.10 Gewoon Heilig:
film over het leven van Theresia van Li-
sieux.
ziek. 22.00 Nieuwsoverzicht. 22.15 Wereldra
dioweek: Zuidamerikaanse orkesten. 22.45
Wereldradioweek: Poëzie en proza in
vertaling. 23.00 Nieuws. 23 05 Stemmig ge
mengd avondprogramma. 23.55 Nieuws.
24.00-0.10 Ligging van de zeeschepen.
DE DRAMATISCHE EERSTELING van de jonge Amerikaanse schrijver
Herb Gardner, „Duizend clowns" („A thousand clowns") is de vorige maand,
na de Nederlandse première te Eindhoven, in ons blad „een sympathiek maar
bepaald niet diepzinnig blijspelletje" genoemd, met een fantasierijke en meestal
wel onderhoudende intrige. Een zeer groot deel van het schouwburgpubliek
houdt in het algemeen wel van zulke „sympathieke maar niet diepzinnige blij
spelletjes" en als er niettemin zó weinig toeschouwers voor komen als dat zater
dagavond in Haarlem het geval was, moet er dus ergens iets mis zijn.
EN DAT IS ER DANOOK. Want „Dui
zend clowns" hoeveel er ook op het
stuk aan te merken valt wat de karakter
tekening van de personages en de scherpte
van de satire betreft zou ook in ons
land best publiek kunnen trekken als de
zwakke kanten van Gardners blijspel een
tegenwicht hadden gekregen in een sterke
rolbezetting. Dat het stuk twee jaar ge
leden op Broadway, waar de acteur Jason
Robards jr. de hoofdrol vervulde, zoals het
programma vermeldt „onmiddellijk een
enorm succes had" en dat dit verschijnsel
zich in Parijs herhaalde toen Yves Mon-
tand de ról daar speelde, moet namelijk
grotendeels worden verklaard uit het feit
dat die hoofdrol kon steunen op Robards,
respectievelijk op Montand. Jason Robards
jr. is geen komiek en zelfs niet in de eer
ste plaats blijspelacteur, maar een der
beste karakterspelers van het Amerikaan
se toneel, die bijvoorbeeld ook in Arthur
Millers „Na de zondeval" de (hier door
Paul Steenbergen gespeelde) mannelijke
hoofdrol vertolkte. En Yves Montand, al is
hij dan tevens chansonnier, heeft als ac
teur zijn grootste successen niet in komi
sche maar in ernstige rollen behaald.
IN DE OPVOERING door de toneel
groep Ensemble, onder regie van Jan
Retèl, wordt de kwajongensachtige tekst
schrijver, die genoeg krijgt van de non
sens die hij voor een commercieel televi
sieprogramma moet leveren maar het ten
slotte uit liefde voor een kind en een jonge
vrouw toch maar weer gaat doen, gespeeld
door Johnny Kraaykamp. En nu is Kraay-
kamp stellig een sympathieke humorist
die een grappige opmerking voortreffelijk
weet te lanceren, maar hij is nu eenmaal
„BONJOUR PARIS" heette aanvankelijk
het amusementsprogramma, dat Merel La-
seur en haar beroemd geworden ballet
schoolvriendje Dirk Sanders zaterdagavond
voor de VPRO op het scherm brachten
en die titel was zo bedrieglijk, dat men er
maar „S-anders dan Anders" van had ge
maakt. Aan de moderne behoefte, an
ders te zijn, lekker vreemd te doen vol
deed zeker het choreografisch knutselwerk
van genoemde Parijse Nederlander, dat
inclusief trucjes die aan de kermisfoto
graaf deden denken, de kijker werd voor
gedanst. Mevrouw Laseur, die een aardig
woordje Frans babbelt, kon gelukkig nog
Cathérine Sauvage voorstellen, de befaam
de diseuse, die minder overtuigend dan
vroeger een tweetal liedjes bracht en ver
telde, dat ook zij nu bij de film gaat
werken.
„Een uur met Hitchcock" leek ons zo
aantrekkelijk, dat wij de come-back van
Maya Bouma in een nieuw showtje verga
ten en overschakelden op Nederland 2; de
beloning was een mannelijk harde thriller,
getiteld „Dood van een smeris", die zeer
origineel en ook wat bloederig eindigde.
Terug op het eerste net, konden wij ten
slotte de nieuwe VPRO-rubriek „Mensen
kijken" volgen. Deze titel, die liet vermoe
den dat de samenstellers niet zó origi
neel enige gelijkenis zien tussen de men
senwereld en Artis kreeg bestaansrecht
door enige, nogal vreemde onderwerpen,
zoals een galerij portretten van de man
in de straat, nogal hard en ontluisterend
gefilmd en gemonteerd door Ed van den
Elsken, en een gesprek met een gewichtige
oude dame, die van een nogal overdreven
bewondering voor de jongeling Adamo ge
tuigde. Mejuffrouw Van Meurs, die het pro
gramma quasi-geïnteresseerd en lekker
ontspannen presenteerde, liet ons via een
Russische gast ook nog weten, dat men in
de Sovjet-Unie niet alleen parades houdt
en raketten afvuurt, maar ook nog feest
kan vieren.
Zondagavond
Uit het feit, dat Vondels treurspelen
„David in Ballingschap" en „David her
stelt," die toch geschreven werden om ge
speeld te worden, sinds 300 jaar niet ten
tonele werden gebracht, mag geconclu
deerd worden, dat zij niet of nauwelijks
speelbaar zijn. Het idee van David Ko
ning, deze beide drama's rond Koning Da
vid in één aanmerkelijk bekorte televisie
bewerking te doen opvoeren ter gelegen
heid van het 40-jarig feest van de NCRV,
mag dan ook zeer gedurfd genoemd wor
den. De voorstelling werd dus een tame
lijk boeiend relaas van het conflict tus
sen Koning David en zijn zoon Absalom
en van de strijd, die de edele vader ver
geefs tegen zijn getrouwen voerde, om die
ontrouwe prins het leven te sparen. Onder
toneel- en spelregie van Johan de Mees
ter maakten enige grote acteurs sterke
creaties van de hun toegemeten rollen:
Johan Schmitz was edel en ontroerend als
Koning David, Joris Diels overtrof hem
als de stoere, rechtlijnige en trouwe veld
heer Joab, André van den Heuvel was
zeer overtuigend als de bode, en Carl van
der Plas speelde voortreffelijk de nobele
Husai. Van Berseba, naar ons gevoel niet
zo sterk getekend door de schrijver, maak
te Ellen Vogel alles wat zij met haar ta
lent kon en Ramses Shaffy was zeer aan
vaardbaar als de opstandige Absalom; hij
en enige andere acteurs werden jam
mer genoeg minder verstaanbaar in de
„grotere" scènes, waarbij zij veelal ook
de nodige emotie aan de dag moesten leg
gen. Zonder dat de waardigheid der ge
beurtenissen werd verstoord, slaagde ten
slotte t.v.-regisseur Kees van Langeraad
erin, met camerawisselingen en -bewegin
gen enige vaart in het spel te houden.
Deze uitzending werd een toneelmani
festatie genoemd en dat leek ons wat aan
de gedurfde kant; het werd echter wel een
geslaagd experiment.
Damshuizer
niet de hier vereiste karakterspeler, in
wiens stem de ironische commentaren op
het zinloze televisie-gedoe en op de voos-
conformistische moderne samenleving de
schrijnende bijklank moeten krijgen van
verbittering om eigen teleurstellingen als
schrijver en als mens. De leiding van
Ensemble heeft een vergissing begaan door
Kraaykamp deze rol te laten spelen; zij
heeft daarmee noch het stuk, noch Kraay
kamp zelf een dienst bewezen.
EEN ANDERE aanvechtbare keus was
die van de jeugdige, maar toch al flink
uit de kluiten gewassen Bennie van Oos
trum voor de rol van de twaalfjarige Nick.
Een groot deel van het komische effect
van „Duizend clowns" moet worden be
reikt door de pittige manier waarop de
kleine Nick (die er notabene zelf over
klaagt dat hij zo klein voor zijn leeftijd
is) zijn wijsneuzige opmerkingen, onder
meer over het gedrag van zijn „gróte"
oom, lanceert. Daarvoor is Bennie van
Oostrum, hoe jong hij ook mag zijn, qua
lichaamsbouw al niet meer geschikt; en
al heeft hij zijn tekst goed geleerd en ook
goed geluisterd naar de aanwijzingen van
de regisseur, die pittigheid en komische
slagvaardigheid mist hij helaas. En zo
laat de opvoering op de twee voornaamste
punten verstek gaan.
DE OVERIGE ROLLEN kregen zeer
aanvaardbare vertolkingen van Marja Ha-
braken als het jonge meisje dat mislukt
als sociaal-psychologe maar nog wel kan
slagen als huisvrouw; van Wim de Haas
als Murray's broer die aan vers fruit en
de macht van het geld gelooft; en van
Arnold Gelderman en Henk Molenberg als
uitbeelders van twee volkomen karikatu
raal getekende figuren.
Ik wil niet onvermeld laten dat het
schaarse publiek in de Haarlemse Stads
schouwburg wel heeft gelachen.
Simon Koster
Zwakke vertaling van goed boek
DE RECHTSLITTERATUUR in het
algemeen en de rechtsfilosofie in het
bijzonder zijn tot dusverre in het nieuwe
uitgeversgenre der „paperbacks" nauwe
lijks vertegenwoordigd. Het recht heeft
vanouds zijn eigen publiek, zijn eigen
uitgevers, zijn eigen tijdschriftwezen en
het blijft daardoor helaas nog steeds min
of meer een gesloten boek voor het al
gemene lezerspubliek. Ik ben daarom
graag bereid, Carl J. Friedrichs „Rechts
filosofie in historisch perspectief' (C. de
Boer jr./Paul Brand, Sterrenserie 13) van
harte te verwelkomen. Een dergelijk
boek voor een zo schappelijke prijs is
waarlijk iets om dankbaar voor te zijn.
DE OPZET VAN HET BOEK is aantrek-
kelijk, zij het misschien wat onevenwich
tig. Het eerste en veruit grootste deel van
het boek behandelt de geschiedenis van de
rechtsfilosofie. De schrijver geeft die weer
in een aantal korte hoofdstukken, ieder ge
wijd aan een bepaalde figuur of school en
ieder toegespitst op het voornaamste pro
bleem waarmee die figuur of groep zich
heeft beziggehouden. Na dit historische
deel, dat ruim viervijfde van het boek be
slaat, volgt een systematisch deel, dat in
niet meer dan vijfentwintig bladzijden en
kele „eeuwige" kernproblemen van de
rechtsfilosofie omlijnt: recht en rechtvaar
digheid, recht en gezag, recht en orde, de
constitutie als grondslag van de rechtsor
de en de vrede als wereldrechtsorde.
Natuurlijk valt het bij een zo bondige
en sterk gestileerde opzet niet mee om
een over de hele linie tamelijk bevredi
gende weergave van geschiedenis en pro
blemen te geven. Zo zal men zowel bij het
historische als bij het systematische deel
op diverse plaatsen vraagtekens kunnen
plaatsen. Het oorspronkelijke boek is trou
wens al weer bijna tien jaar oud. Maar
dat is geen overwegend bezwaar. Het boek
is bedoeld als een encyclopedische inlei
ding en als zodanig mag het zeker ge
slaagd heten.
HET IS DAAROM DUBBEL jammer,
dat de vertaling van het oorspronkelijk in
het Duits verschenen boek zoveel te wen
sen overlaat. Zij bevat niet slechts een on
telbaar aantal germanismen, dikwijls zijn
hele zinnen en zinswendingen klakkeloos
overgenomen. Daardoor is er uit het toch
al niet zo eenvoudige, compacte filosofen-
Duits van Friedrich een nauwelijks lees
baar „Nederlands" gebrouwen. Vele nuan
ces in de tekst zijn niet of gebrekkig
weergegeven en soms staat er in het Ne
derlands gewoon onzin.
WANNEER MEN DE MOED van de
uitgevers, die een dergelijk werk in de
„populaire prijsklasse" brengen, moet
prijzen, dan kan men hun kortzichtigheid
met betrekking tot de vertaling slechts la
ken. Dit is trouwens niet een op zichzelf
staand geval. Vele wetenschappelijke of
populair-wetenschappelijke boeken uit het
buitenland, waarvan Nederlandse pocket
uitgaven verschijnen, zijn bijzonder slecht
vertaald. Proberen de uitgevers aldu:
misschien de kosten te drukken, door zie
een bevoegde vertaler die uiteraan
meer vraagt, dan iemand, voor wie he
maken van een vertaling een bijverdiensti
is te besparen? Dat is dan wel zee1
onverstandig. Een slecht vertaalde romai
is misschien maar voor weinigen een er-
gemis, een slecht vertaald wetenschappe
lijk boek kan niemand gebruiken.
Mr. G. C. J. J. van den Berg1